Nieuw© Vütfaoeden vo©r de reis. D00DEMANS ROTS. Dinsdag 23 Juli 1929 "AMEBSFQOP.TSCH DAGBLAD .DE EEMLANDEft" 28e Jaargang No. 20 BINNENLAND DE LORD-MAYOR TE AMSTERDAM Laatste dag van het bezoek N.V. COMPAGNIE LYOtöNIASE MOORD ÓVER HET IJ GROOTE BRAND TE STREEFKERK Schade f 80.000 FEUILLETON. Naar het Rijksmuseum en Asscher's diamant slijperij. Zondagmiddag bracht de Lord Mayor van Londen met de beide Sheriffs, vergezeld van hunne dames en begeleid door Burge meester de Vlugt, een bezoek aan liet Kolo niaal Instituut te Amsterdam. Toen het gezelschap om kwart over drie- én de marmeren hal van het gebouw be trad werden de eere-gasten begroet door den heer E. P. Westerveld secretaris-gene raal van het Koloniaallnstituut, die Ir. W. I. Utermark. conservator van de afdceling Ilandelsmuseum, aan den Lord Mayor en de Sheriffs voorstelde. De Engelsche gasten, die door beide hoe ren werden rondgeleid, bezochten eerst de bibliotheek en wandelden van daar door het gebouw naar het Koloniaal Museum De statistiekkamer met de verlichte sta tistieken trok vooral de aandacht van de hooge bezoekers, die ook met belangstelling het volkenkundig gedeelte, inzonderheid de laatste aanwinst betrekking hebbend op de Xieuw-Guinea-expeditie gadesloegen. De heer Westerveld toonde den gasten de volkenkaart, die zoo duidelijk dé volken kundige eenheid van Iridic illustreert. Na bezichtiging van het Koloniaal Mu seum verecnigden de gasten zich in de be stuurskamer, waar de thee werd rondge diend. Des avonds bood de Lord Mayor aan Bur gemeester de Vlugt een maaltijd aan in het Amstel Hotel. Te ruim half 10 Maandagmorgen hebben de Lord Mayor, de Lady Mayoress, dc beide sheriffs, vergezeld van hun dames en het verdere gevolg een bezoek gebracht aan liet Rijksmuseum. Burgemeester De Vlugt en zijn dochter, mevrouw Hymans, woonden dit bezoek mede bij Zonder dat het de bij zondere aandacht van het publiek trok re den de auto's met het voorname gezelschap tot voor den rechter-hooflngang van het Museum. Ter verwelkoming waren daa; aanwezig Jhr. D. C. Roell, conservator en waarnemend hoofddirecteur, die bij afwe zigheid van den heer Schmidt Degener diens plaats innam, mejuffrouw C. J. IIu- dig. conservatrice cn mejuffrouw M. E. La- bouchere. Onmiddellijk begaf het gezelschap zich naar de bovenverdieping, waar een rond gang werd gemaakt langs de schilderijen collectie. Vooral de „Nachtwachttrok zeer de aandacht, doch tal van andere kostbar» doeken werden met groote belangstelling bekeken. Te ongeveer half elf begaf men zich naar de benedenverdieping, waar in de verbouw de binnenplaats van den linkervleugel een bezoek werd gebracht aan de tentoonstel ling van Oude Kunst, welke is ingericht door de Verecniging van Oude Kunst in Nederland. De hooge gasten werden hier ontvangen door liet bestuur der verecni ging, de hoeren rnr. N Beets, onder-voor zitter, B. Houthakker, secretaris cn S. Al- berge, penningmeester. Ook 'was hier aan wezig dc heer J. A. Josephus Jitta, secre taris der tentoonstellingscommissie, afdee ling schilderijen, prenten, teekeningen en hoeken. Met groote belangstelling bezich tigden hier de hooge gasten de kostbare collectie kunstschatten. Te elf uur was het bezoek aan het Mu seum geëindigd en werd per auto naar de diamantslijperij der firma Asscher aan de Tolstraat gereden. Het hooge gezelschap werd hier ontvangen door de heeren A. en J. Asscher, directeuren der fabriek. De da mes werden orchideeën aangeboden. Na ir het z.g. „Gouden Boek'" hunne handtee*eningen te hebben geplaatst, be zochten de gasten eerst de diamantzagerij. Vervolgens sloegen zij met belangstelling bet kloven, het snijden cn het slijpen van liamant gade. Na aldus de beheele bewer king van diamant te hebben meegemaakt, begaf het gezelschap zich naar de kanto ren, waar de heeren Asscher den gasten en verzameling ruwe diamanten uit vei schillende mijnen toonde. Hierna werden eenige collecties geslepen diamanten in verscheidene kleuren en afmetingen cn van diverse modellen, gezet in armbanden, dia demen. enz. in oogcnschouw genomen. Na de bezichtiging, werden ververschin een rondgediend. Op het gebouw wapper den de Engelsche cn Ncdcrlandsche vlag gen. liet Genootschap Nederland—Engeland heeft den Lord Mayor, dc Lady Magoress en de overige gasten hedenmiddag een lunch aangebeden in „Paviljoen Vondel park". Zooals reeds gemeld heeft in het Pavil joen Vondelpark de afdeeling Amsterdam van het Genootschap Nederland—Engeland den Lord-Mayor en de Lady Mayoros, de cheriffs en hunne dames en het verdei ge volg een noenmaal aangeboden waaraan be halve vele leden van het Genootschap en van de Engelsche kolonie te Amsterdam, mede aanzaten de heer de Vlugt, burgemees Ier van Amsterdam; mevrouw Hymans— de Vlugt. de wethouders Ter Haar, Kete laar, Boissevain en rar. J. Rutgers, de heer E. Heldring, voorzitter van de Kamer van Koophandel, de consul-generaal en de con sul van Engeland, Mr. S. J. van Lier, direc teur van Algemeens Zaken. Jhr. D. C. Röell conservator van het Rijksmuseum en waar nemend hoofddirecteur, en vele anderen. De tafel was versierd met witte, ros> en blauwe latyrus. De voorzitter van de afdeeling Amster dam van het genootschap NederlandEn geland, mr. K. Jansma, opende de tafel met het uitbrengen van een dronk op den ko ning van Engeland, welke de Lord-Mayor beantwoordde met het glas op te heffen op Koningin Wilhelmina. Tijdens den maaltijd heeft Mr. K. Jans ma in het kort de bedoeling van het Ge nootschap, dat in 1920 is opgericht, uiteen gezet. Spreker deelde den hoogen gast me de, op welke wijze men de banden tusscben beide landen tracht te versterken. Dank bracht Spr. voorts ook aan de medewerking steeds van het gemeentebestuur ondervon den. Hij zeide dat in de stad Amsterdamsleeds een sterke sympathie bestaat voor de En gelsche natie. In het slot van zijn rede her innerde Spr. aan het verhaal van Whit- lington; tot Sir John Kynaston Studd kon hij niet zeggen, gelijk de klokken van Lon den tot. Whittington: „Keer terug. Lord- Mayor van Londen," omdat onze gast op het oogenblik zijn eervolle carrière reeds ge maakt heeft, maar wel zpide spreker: ..Keer terug naar Amsterdam, in welke hoedanig heid ook, gij zult ons altijd welkom zijn." Hierna heeft de Lord-Mayor in een gees tige speech bedankt voor de in dezen kring •genoten gastvrijheid, waarbij hij deed uit komen. dat hij zelf deel uitmaakt van een genootschap tot versterking van de banden tusschen Engeland cn Amerika. SIP? UTRECHT8CHEWEG 10 - TEL. 179 - AMERSFOORT Rev. Dr. Lucas hóeft vervolgens er bij de gasten sterk op aangedrongen om vooral spoedig terug ie komen. Spoedig, want an ders hebben de energieke Nederlandsche in genieurs de Zuiderzee drooggemaakt en dan kon het karakteristieke VoTendam wel eens verdwenen zijn. (Gelach). De Lady Mayoress sprak namens de da mes van iiet gezelschap eenige woorden van vriendelijken dank voor de ondervonden gastvrijheid. Nadat de koffie rondgediend was, vertrok ken de gasten naar het Amstel Hotel. Het vertrek. De Lord-Mayor is gistermiddag met zijn gevolg met den gewonen trein van uur 35 naar Rotterdam vertrokken, orn van daar met een boot van de Batavier-lijn de reis naar Londen voort te zetten. In den trein, die van het eerste perron vertrok, waren voor het gezelschap twee salonrijtuigen ge haakt. Tot eenige minuten vóór bet vertrek bleven de hooge gasten in de koninklijke wachtkamer, waar zij zich onderhielden met den lieer de Vlugt, burgemeester der hoofdstad, met mevr. Hymans—de Vlugt en met de wethouders Ter Haar. Ke telaar. von Fry tag Drabbe cn Rutgers. Ook waren aanwezig de heer Roovers, gemeen te-secretaris, Mr. van Lier, directeur van Algemeene Zaken en de heer Versteeg, hoofdcommissaris van politie Op bet per ron, dat op de gebruikelijke wijze was af gezet. zagen wij voorts Rev. \V. W. Lucas, de predikant der Engelsche Episcopale Kerk en de hoer Muller, chef van het C.S. Een minuut voor het vertrek stapten de Lord-Mayor, Lady Studd en de overige gas ten in het salonrijtuig, terwijl de tot het ge volg behoorende vier lakeien in het daar achter gehaakte tweede klasse-rijtuig plaats namen. \an liet coupé-raam sprak de Lord- Mayor nog even op hartelijke wijze met den heer de Vlugt, vvien hij nogmaals dank zegde voor de buitengewoon vriendelijke ontvangst in de hoofdstad. Toen de trein zich precies ap lijd in be weging zette, vertoonde zich het geheele ge zeischap aan de ramen en wuifden zij de achterblijvenden op het perron een vrien delijk vaarwel toe. Een vrij groote menigte sloeg van achter de afzetting het vertrek gade. Aankomst te Rotterdam. De Lord-Mayor van Londen cn zijn ge zelschap hebben gisteren Holland verlaten met de Batavier V. De Engelsche gasten zijn met den trein van kwart voor zes aan het D.P. station te Rotterdam aangekomen, waar ter verwelkoming aanwezig waren de heer A I-I. Sirks, de hoofdcommissaris, die namens den burgemeester kwam, deheer en mevr. Kroller namens de firma Muller cn Co., He réederij van de Balavierlijncn In een zestal auto's, die op het perron klaar stonden, heeft het gezelschop een rit gemaakt door Rotterdam, waarna men zich aan boord van de Batavier V inscheepte. Te ongeveer 7 uur is de Batavier V, die de Londensche sledevlag in de voormast voerde, naar Engeland vertrokken. roegere commensaal door den zoon van een verlof houdster doodgeschoten. Volledige bekeDteois vao den dader BRAND TE HELMOND. Pakfc"is afgebrand. Zondagnacht is te Helmond opnieuw een brand uitgebroken. Door broeiing van vet- wol en katocnafval ontstond brand in het pakhuis van de firma Neles. Behalve het pakhuis gingen 2000 K.G. vetvvol cn 10000 K.G. katocnafval totaal in vlammen op. Met groote moeite wist de brandweer de belen dende perceelcn, n.l. de chemische fabriek van dezelfde firma <»n de textielfabriek van de firma Ramar te behouden. STADSN. HET NOODLOTTIGE SCHOT. Zondag is het achtjarige knaapje, dat de zer dagen te Rotterdam door een vriendje- in den buik geschoten ward met oen pistool dat het vriendje ergens in huis had gevon den, aan de bekomen verwondingen in het ziekenhuis Coolsingel overleden. De straf voor het laten slingeren van zoo een ge vaarlijk wapen is dus wel heel zwaar! Zaterdagavond omstreeks halt twaalf is, naar de Ct. meldt, m dc nabijheid van den Kamperfoelieweg aan den overkant van het IJ een man door een ander doodge stoken. De dader is gearresteerd. In verband met het bovenstaande ver neemt het blad nog, dat de persoon, die doodgestoken is, vroeger heeft ingewoond bij een verlofhoudster aan den Kamper foelieweg. Er schijnt eenigen tijd geleden ongenoegen geweest tc zijn, waarop de commensaal vertrok en elders aan de overzijde van het IJ ging wonen. Zaterdagavond nu is de man, die onge- gehuvyd is, en wiens leeftijd ongeveer op 40 jaar geschat wordt, aan de woning van de verloflioudster verschenen. IIij schijnt daar ruzie gemaakt te hebben, die zoo boog liep, dat bet de aandacht van de buren trok. Hierop is de zoon van de ver lofhoudsler naar buiten gekomen, mi heeft den vroegeren commensaal met een mes gestoken. De wonde was zoo ernstig dat de man korten tijd daarna overleed. Per auto van den G. G. D. is het lijk in den loop van den nacht, nadat de lustitie er beslag op had gelegd, naar het Binnen gasthuis vervoerd De dader is vrijwel dadelijk na het gebeurde gearresteerd. Hij werd op de plaats van het misdrijf ge hoord door den commissaris van politie, den heer Van Empel. cn legde terstond een volledige bekentenis af DOOR DEN BLIKSEM GEDOOD. Te Hengelo werd Zondagmiddag onder een onweer de 73-jarige landbouwer Bergermk door den bliksem getroffen cn gedood. ZONNESTEEK Zaterdag werd Ie De unie de landbouwer W. Manders door een zonnesteek getroffen waaraan liij Zaterdag is overleden UIT DE STAATSCOURANT. Benoemd bij het wapen der genie met in gang van 1 October tot kolonel bij den staf van het wapen de luitenant-kolonel W. R. A. Slieker, van dien staf, commandant in het 2e genie-commandement; bij den staf van het wapen tot comman dant van liet 1ste genie-commandement de luitenant-kolonel G. C. Beltman, van den staf van het wapen: tot luitenant-kolonel bij den staf van het wapen de majoor W. N. Becking, van dien staf; tot kapitein resp. bij het regiment genre troepen bij den staf van het wapen en bij liet regiment genietroepen de eerste luite nants L. F. Liera, J. D. Baeker en J. L. Doornbos, onderscheidenlijk van het regi ment genietroepen, van den staf van het wapen, werkzaam bij de koninklijke mili taire academie en bij het regiment genie troepen; bij het reserve-personeel der landmacht bij het wapen der genie met ingang van 30 September tot reserve-kapitein bij zijn te genwoordig korps de reserve-eerste-luite- nants ir. II. D. J. Swaters, J. C. Trevcl, ir. A. N. M. Hulsman, ir J. P. Wijs, ir. J. M. F. Romein, ir. A. G. Maris, ir. T. Potnia, ir. P. S. van Walsen, ir. J. van Stappen en ir. C. C. van der Vlis, allen van het regi ment genietroepen; eervol ontslagen uit den militairen dienst de reserve-eerste-luitenant voor speciale diensten J. W. Offermans, van het vrijwillig landstormkorps luchtwachtdienst; met ingang van 28 Juli benoemd tot tweede luitenant-bij het wapen der infan terie bij het 3e regiment de cadet-sergeant M. H. J ten Cate, van het derde studiejaar der Koninklijke Militaire Academie; bij liet wapen der artillerie resp. bij liet 2de cn bij het 1ste regiment onbereden artil lerie de cadetten-sergeant J. J. A. Harbrink N'uman en A. J. F. M. Egter, beiden van het derde studiejaar'der Koninklijke Mili taire Academie. Benoemd tot Rector-Magnificus aan de Technische Moogeschool te Delft voor hot studiejaar 192U—1930: lr. F. Westendorp, hoogleeraar aan die Hoogeschool. Tot gewoon hoogleeraar in de faculteit der rechtstgeleerdheid aan de Rijksuniver siteit te Leiden voor onderwijs in de tro- pisch-koloniale Staathuishoudkunde Dr. J. II. Boc^e, adviseur voor het Volkscrediet- wezen in Ned.-Indic cn buitengewoon hoogleeraar in de Staatshuishoudkunde aan de Rechts-IIoogeschool te Batavia. Tot gewoon hoogleeraor in de faculteit der Geneeskunde aan de Rijksuniversiteit te Leiden voor onderwijs in de histologie en de mikroskopische anatomie Dr. S. F. Bok, pro-sector aan de Willem Arntz- Stichting te den Dolder. tot buitengewoon hoogleeraar in de facili teit der letteren cn wijsbegeerte aan da Rijksuniversiteit te Leiden voor onderwijs in de Grieksche taal- cn letterkunde, van oud-christelijken, den Bvzanlijnschen cn den nieuweren tijd mcj. S. Antoniades, t® Parijs; tijdelijk benoemd tot leeraar aan de II.B.S. te Den Helder J. dc Vries; benoemd tot leeraar aan de R.H.B.S. t® Purmercnd J. W van Dalfsen, thans tijd®* lijk; op verzoek eervol ontslagen als leeraar aan de R.H.B.S.. te Groningen dr. P. Terp stra; benoemd tot ridder In de orde van Oranje-Nassau dr. P II IIillen te Vugcht- Drie kapitale boerenhoeven verwoest. Gistermorgen omstreeks half elf beeft op de grens van de gemeente Streefkerk een zeer felle brand gewoed, waardoor binnen een uur tijds niet minder dan drie kapi- tul boerenhoeve met vijf aangrenzende schuren cn een arbeiderswoning totaal in vlammen zijn* opgegaan. Behalve de hoeven en schuren verbrand de een groote hoeveelheid pas binnenge bracht hooi, dat men op 150 k 200.000 K.G. taxeert. De schade wordt geschat op onge veer 80.000. De meeste bewoners waren laag verzekerd. Groote consternatie was, volgens het ver slag in de Ct., ontstaan in een der kerken, toon het bericht van den bran,d daar mid den onder den kerkdienst bekend werd. De leden van de vrijwillige brandweer corpsen verlieten ijlings de kerk oin zich naar de plaats des onhoils te spoeden. Een gelukkige omstandigheid was, dat de brand niet gedurende den nacht ontslaan is, daar anders naar alle waarschijnlijkheid er per soonlijke ongelukken zouden zijn voorgeko men. Slechts een jeugdige Duitsche dienst, bode, die bij een der families in dienstbe trekking was, moest zich redden door uit een vier meter hoog gelegen raam te sprin gen. Zij bekwam eenige lichte verwondin gen. Het vee bevond zich geheel in de wei de: van de diverse inboedels kon niets wor den gered. Zelfs de kleedingstukkcn gin gen verloren. De oorzaak is vermoedelijk kortsluiting. VERDRONKEN BIJ HET ZWEMMEN. Zondagmiddag zijn eenige jongelui van de Weesinrichting te Neerbosch bij Nijmegen tusschen de kribben in de Waal onder Weurt gaan zwemmen. Toen de zwemmers weg waren, vond men bij den kant de klee- ren van een jongeman J. de Kruyf. Men vermoedde dat de jongeman verdronken was en heeft naar het lijk gedregd. Men slaagde echter niet in het lijk te vinden. Als iemand bescheiden blijft, niet bij lof, rnaar bij smaad, dan is hij het. Naar bet Engelscb van A. T. QUILLER-COUCH. 30 Het doel van mijn reis is nu bereikt, nu naar zoo spoedig mogelijk naar huis. Maar ik gevoel mij heel weinig wel, terwijl ik dit zit te schrijven. Mijn hoofd is nooit ge heel hersteld na dien slag te Bombay cn ik denk dat die tocht, toen ik uren lang aan de hevige zonnestralen blootgesteld naar dat beeld zat te staren, mijn hoofd veel kwaad heeft gedaan. Misschien ook heeft rle reis mij te veel vermoeid. Als ik ziek mocht worden, dan hoop ik dat ik mijn geheim kan bewaren. Het zou misschien veiliger zijn het met dit dagboek te verstoppen; in ieder geval voor eenigen tijd in den tuin bijvoorbeeld hier. Ik heb een blikken doos, die juist geschikt zou wezen. Mijn hoofd doet mij veel pijn. Ik kan niet me^r schrij ven". HOOFDSTUK X. Het derde en laatste gedeelte van mijn vaders dagboek: het oproer aan boord van de „Belle Fortune". 19 Juni. Het is vreemd dat ik overal, waar ik gastvrij in huis ontvangen word, •mijn gastheer beloon met ziek worden in zijn huis. Sedert ik het laatst hierin ge- schre\en heb, ben ik doodziek geweest. Het schijnt dat d® langdurige vermoeiende reis te veel van mijn krachten heeft gevergd en mij opnieuw de koorts heeft bezorgd, maar die koorts zou wel spoedig overgegaan zijn, het was mijn hoofd en ik vrees dat dat hoofd nooit geheel zal herstellen. De ge heimzinnige slag op mijn hoofd heeft een stumpert van mij gemaakt; tweemaal, toen ik mooi op weg was om te herstellen, ben ik geheel in du war geweest. Mijnheer Eversleigh heeft mij verzekerd dat men meer dan eens voor mijn leven gevreesd heeft en wat zou er dan van mijn arme Margery geworden zijn Ik hoop dat ik God zal mogen danken dat hij mijn arm leven zoo genadig gespaard heeft, te meer daar ik mij volkortien bewust ben lioe on waardig ik ben voor Zijn troon te verschij nen. Ik vertrouw dat ik in mijn ijlende koort sen mijn geheim niet verraden heb. Mijn heer Eversleigh zegt dat ik de vreemdste dingen verteld heb ik sprak over robijnen en geraamten en over een zeker verschrik kelijk gezicht, waar ik met moeite aan kon ontsnappen. Maar dat mijn dagboek veilig is en ook de gouden gesp die ik vandaag te ruggekregen heb, stelt nuj eenigszins ge rust. Ik mag nu een eindje in den tuin wan delen iederen dag, maar vandaag pas was ik sterk genoeg om naar mijn schat te gra ven. Ik kan niijn vreugde niet beschrijven toen ik alles veilig en wel weervond. Arme Margery! wat zal zij ongerust zijn zoo lang niets van mij te hooien. Ik zal haar morgen schrijven, maar ik ben nog niet sterk genoeg om een brief in één dag ai' te maken. Ik moest nu ook eigenlijk niet schrijven, maar ik kan haast niet nalaten mijn dagboek weer voort te zetten, al was het alleen om mijn dankbaarheid te uiten voor mijn herstel. 22 Juni Ik heb aan Margery geschre ven, maar bij nader inzien heb ik den brief weer verscheurd; ik zal liever wachten tot ik weet rnet welk schip ik veilig en wel kan vertrekken. Mr. Eversleigh (die heel vrien delijk voor mij is, maar toch niet zoo echt hartelijk als mijnheer Sanderson), wil er niet van hooren dat ik in mijn tegenwoor dige» toestand op reis zou gaan. Ik wou wel eens weten in welk deel van de wereld Col li ver tegenw oordig rondloopt. 1 Juli. O, dat. ellendige wachten! Zal ik de kust van Engeland dan nooit weerzien? De dokter zegt dat ik mij zelf erger maak door het tobben; maar het is hard niets uit te voerèn, terwijl ik aan het eind van mijn reis eindelijk dien rijkdom zal vinden en wat nog veel meer beteekent, wanneer ik mijn dierbaren zal eerzien. 4 Juli. Mijnheer Eversleigh heeft mij op mijn dringend verzoek beloofd te informee- ren naar de schepen die van Colombo naar Engeland gaan. En nu zal ik over veertien dagen rnet een Oost-Indische boot vertrek ken. De naam van het schip is „Belle For tune en de kapitein heet Cyrus Holding. Niettegenstaande dien Franscben naam is het een Engelscb schip. De lading bestaat uit suiker en koffie en het scheepsvolk uit achttien man. Morgen ga ik het schip met mijnheer Eversleigh bekijken, maar ik weet wel zeker dat het naar mijn zin zal zijn. Het spijt mij alleen dat het nog veertien dagen moet duren en wij niet eerder ver trekken. 6 Juli. Zoo zwak als ik ben, zelfs dal korte tochtje van gisteren vermoeide mij zoo, dat ik rnij ni°t ctnn* tot schrijven. Ik ben op de „Belle Fortune" ge weest en was er zeer mee ingenomen, voor al met den kapitein, die mij met zijn eerlijk gezicht dadelijk innam. Ik krijg een heel prettige hut vlak naast de zijne, voor wei nig geld, de hut was zoo netjes in orde ge maakt voor een dame, die er de heenreis in gedaan had. Ik heb dus nog wat geld in mijn zak als ik terug kom, want het leven zoowel hier als in Bobmay heeft mij niets gekost en de doktersrekeningen heb ben nog niet alles opgemaakt. Ik heb van daag aan Margery geschreven, zoo lucht hartig als ik kon over mijn ziekte, van die geschiedenis op den heuvel van Malabar heb ik maar niets verteld. Dat zal ik baai- wel eens beschrijven als ze mij rustig en wel thuis heeft en ik mijn hand in de hare kan houden. 8 Juli. Ik ben vandaag nog eens aan boord geweest van de „Belle Fortune". Ik heb nog vergeten te zeggen dat de boot toe behoort aan de heeren Vincent en Co. te Bristol, en vaart op die stad. Er zijn geen andere passagiers dan dr. Coucanen en zijn vrouw, kennissen van den kapitein. Die dokter heeft een goede practijk in Colombo, of liever dat had hij, maar de zwakke ge zondheid van zijn vrouw heeft hem genood zaakt de practijk op te geven en naar En geland terug te keeren. Mijnheer Eversleigh heeft mij vanmorgen aan hem voorgesteld. Hij is een flinke man die er gezond uitziet, zij lijkt mij zwak, maar heel vriendelijk Vandaag gevoelde zij zich zoo ziek dat ik haar mijn hut aanbood, die van meer ge makken is voorzien dun de hare. Maar zij wou er niets van hooren. ik was veel zieker dan zij, beweerde zij cn de zeereis zou haar veel goed doen, vooral een reis naar Enge- lon/i. ifoi U'ken mij heel prettige reisgenoo- ten. Ik vergat nog te schrijven dat mevrouw een inlandsche meid meeneemt, die dienst zal doen als pleegzuster. 11 Juli. Wij vertrekken vandaag over acht dagen. Ik heb vandaag een lang ge sprek gehad met kapitein Holding; hij hoopt een voorspoedige reis te hebben, maar heeft nog gebrek aan scheepsvolk. 1 6 1 u 1 i. Wij zeilen vanmiddag uit. Ik ben beneden geweest om mijn hut in te richten, die zeer in mijn smaak valt. De ka pitein heeft nog altijd geen volk genoeg aan boord. 17 Juli. 1.30. Wij hebben de touwen uit geworpen en zijn mooi op weg, ongeveer zeven knoop in 't uur. De Coucancns ston den met mij op 't dek om Ceylon langza merhand uit het oog te zien verdwijnen. Toen de fiere Adams Piek in den avond nevel onzichtbaar werd en zoo, naar ik hoop, voor altijd uit mijn leven verdween, kon ik niet nalaten de Voorzienigheid te danken, die tot nu toe zoo wonderbaar voor mij gezorgd had. Er waait een flinke bries en dc matrozen, ofschoon te weinig in aan tal, doen hun werk goed, naar het schijnt Kr waren er gisteren vijftien, drie hadden het afgezegd ongeveer een week voor ons vertrek, maar ik heb den kapitein nog niet gevraagd of hij er op het laatste oogenblik misschien nog heeft bijgekregen. Mevrouw Coucanen heeft mij gevraagd haar hut eens te komen zien en wat over Engeland te pra ten. (Wordt vervolgd^

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1929 | | pagina 5