l&M ËbSFOOmSCH DAGBIAD
D00DEMAKS ROTS.
Vrijdag 26 Juli 1929
.DE EEMLANDEft*
28e Jaargang No. 23
TWEEDE BLAD.
BINNENLAND
DE ONTPLOFFING BIJ VEENDAM
VIER DOÜDEN EN
19 GEWONDEN
Schade ruim f 500.000
N.V. COMPAGNIE LYONNIASE
Reis-. Regen- en Stofmantels.
HET LANDARBEIDERSCONFLICT
IN GRONINGEN
Een bemiddelingsvoorstel
DOOR EEN STOOMGEMAAL
OPGEZOGEN
Ontzettend ongeval
te Gouda
iViaison de Jager Zn.
Gemberkoekjes, Botsrcake,
Amandelcake met vruchten.
FEUILLETON.
UIT DE STAATSCOURANT.
Met ingang van 1 Augustus benoemd bij
het wapen der artillerie bij den staf van
het wapen tot majoor-magazijnmeester der
artillerie de majoor-titulair J. H. van Vel-
zen van den staf, toegevoegd aan den direc
teur voor materieel der landmacht;
op verzoek eervol ontslagen uit den re-
servedienst de officieren Zeewaarnemer 3e
klasse bij de Koninklijke marine reserve F.
Bakker en J. Kranenburg;
benoemd bij het reservepersoneel der
landmacht bij het personeel van den ge
neeskundigen dienst tot reserve-officier van
gezondheid tweede klasse J. P. Munting en
W. J. M. A. Hardy, artsen;
benoemd tot bureelambtenaar der genie
onderscheidenlijk ten bureele van eerstaan
wezend ingenieur te Amsterdam, Utrecht
en Amersfoort de bureelambtenaar le kl.
chef de bureau \an het Centraal magazijn
van militaire klecding en uitrusting te
Woerden J. Noach, de schrijvers le kl. bij
het departement defensie W. D. Werneckc
en C. E. J. Olly;
benoemd bij het reserve-personeel der
landmacht bij het wapen der artillerie bij
den staf van het wapen A tot reserve ka
pitein voor speciale diensten de reserve
kapitein A. Wilod Versprille van liet 8e
reg. infanterie en dr. I. P. Polak van regi
ment wielrijders B tot reserve eerste luite
nant voor speciale diensten de reserve eer
ste luitenants Fr. F. E. C. Rijken van het
4e reg. veldartillerie, E. R. Spaak van het
12e reg. infanterie, II. J. L. Donker van het
le reg. veldartillerie, A. J Ilaagen Smit
van het le reg. onbereden artillerie en W.
M. de Vries van het 2e reg. onbereden artil
lerie;
C. tot reserve tweede luitenant voor spe
ciale diensten de reserve tweede luitenant
J. vail den Berg van liet regiment wielrij
ders met bepaling dat voornoemde reserve
officieren, voor speciale diensten bestemd
zijn voor den dienst bij de artillerie in
richtingen en onder gelijktijdig eervol ont
slag uit hun tegenwoordigen betrekking.
Benoemd tot lid tevens voorzitter van bet
college van toezicht, bedoeld in artikel 119
der Ziektewet mr. .1. H II. van Schaik, lid
der Tweede Kamer te den Haag.
Benoemd tol leden van dat college mr. H.
W. Groeneveld, hoofd van de afdeeling ar
beidersverzekering van liet departement
van arbeid, handel en nijverheid, te den
Haag; mr. G. W. Sannes. lid der Tweede
Kamer te den Haag; .1. R. Snoeck Henke-
mans, lid der Tweede Kamer te den Haag;
A. Borst Pzn., directeur der N.V. v. d. Meer
Goetschoep's bakkerijen en handelsmaat
schappij te Rotterdam; II. P. Gelderman C.
Mzn., lid der firma II. P. Gelderman en Zo
nen te Oldenzaal; Dr. L. G. Kortenhorst, al
gemeen secretaris der Algem. R. K. Werk-
geversvereeniging te den Haag; Mr. P. W.
.1 II. Cort van der Linden, algemeen secre
taris van het Verbond van Nederlandsche
Werkgevers te den I-Iaag; S. de la Bella Jr.,
secretaris-penningmeester van liet Neder-
landsch Verbond van Vakvereenigingen te
Amsterdam; E. Kupers, voorzitter van het
Nederlandscli verbond van Vakvereenigin
gen te Amsterdam; J. S. Ruppert Jr., pen
ningmeester van het Christelijk Nationaal
Vakverbond in Nederland te Utrecht; J. A.
Schutte, secretaris van liet R- K. Werklie
denverbond in Nederland te Utrecht.
Bij beschikking van den minister \an ar
beid, handel en nijverheid is als secretaris
aandit college toegevoegd de heer E. M.
Feenstra, oud-lid der Tweede Kamer.
De fabrieken geheel verwoest
zoomede een groote opslag--
plaats en 2 boerderijen
Men meldt ons uit Veendam:
Gistermorgen bij het aanbreken van den
dag werd het opruimingswerk op de puin
hoopen van de vernielde aardappelmeel- en
dextrinefabriek van de firma K. en J. Wil
kens, hervat.
Na ecnigen tijd werd het lijk gevonden
van do 21-jarige Mej. Miedema, dat deerlijk
verminkt was. Thans wordt nog gezocht
naar het lijk van het laatste slachtoffer,
de arbeider K. Bos. De schade tengevolge
van de ramp is enorm. De fabrieken zijn
geheel verwoest, evenals een groote op
slagplaats en 2 boerderijen.
De fabrieken en de opslagplaats waren
tot den nok met aardappelmeel van de na-
campagne van Zeeuwsche aardappelen ge
vuld. Hoewel een juiste raming nog niet
mogelijk is kan aangenomen worden dat
de schade meerd an 500.000 bedraagt.
Omtrent den toestand der gewonden
vernemen wij nog uit Winschoten dat 4
van hen, die aldaar in het ziekenhuis, zijn
opgenomen er ernstig aan toe zijn. Direct
levensgevaar bestaat er.echter niet.
Twee andere ernstig gewonden en de
licht gewonden worden te Groningen ver
pleegd.
Men meldt ons nader uit Vecndam:
De verslagenheid in Veendam en omstre
ken in verband met de ramp welke Woens-
aagav. deze gemeente heeft getroffen, is
groot. Hoewel omtrent de directe oorzaak
van den brand, die gisterenmiddag om
streeks vier uur in de Aardappelmeel- en
Dextrinefabriek van de Firma K. en J. Wil-
kens niets vaststaat en men wellicht voor
altijd zal moeten blijven gissen, daar de
genen, die opheldering kunnen geven, niet
meer in het leven zijn, kan gemeld worden,
dat de ramp is aangevangen met een klei
nen brand. Deze is ontstaan in een meel-
loods, die tegen de fabriek is aangebouwd,
llier staan ook machines voor de bereiding
van dextrine. Een aantal arbeiders, dat bij
bet uitbreken van den brand aanwezig was,
trachtte het vuur te blusschen en tijdens
dit werk lieeft de ontploffing, die zoo groo
te verwoestingen heeft aangericht, plaats
gehad.
In een minimum van tijd was de geheole
fabriek, die een groote oppervlakte beslaat,
een vuurzee, waarvan groote stukken muui
en stukken van het dak ver weg sloegen.
In de fabriek waren voor de na-campagne
ongeveer tachtig arbeiders werkzaam. Hoe
hevig de ontploffing is geweest, blijkt wel
uit het feit, dat een lange dakgoot van de
fabriek op dertig meter afstand geheel
kromgebogen in de tuinen is teruggevon
den.
In de omgeving van de plaats des onheils
is van de daar staande woningen geen ruit
heel gebleven. Verscheidene boerderijen, die
aan den overkant van het kanaal staan,
werden ernstig beschadigd. De pannen
werden van de daken geslingerd, de ruiten
werden vernield. Vooral de boerderijen van
J. Vegter cn II. Nieboer moesten het ont
gelden. In laatstgenoemd huis zijn niet al
leen alle ruiten vernield, doch zijn alle deu
ren ontzet, paneelcn uitgeslagen, de porse
leinkast tot een bergplaots van scherven
gemaakt, lampen omgevallen cn schilde
rijen van de wand geslagen.
Op ongeveer dertig meter afstand van de
fabriek staat een heg geheel verschoeid en
gedeeltelijk weggeslagen door den lucht
druk. Eenige verkoolde stammen steken
nog uit het droge stofzand.
Direct na het. uitbreken van den brand
vluchtte iedereen zoo spoedig mogelijk uit
de fabriek. Ook de machinist vluchtte uit
angst. Doch spoedig kreeg hij zijn bezinning
terug, ging weer naar zijn post cn wist. de
stoom van de ketels te verwijderen Was
dit niet gebeurd, dan had er groot gevaar
bestaan dat ook de ketels zouden zijn ge
sprongen.
UTRECHTSCHEWEG 10 - TEL. 179 - AMERSFOORT
Het bericht van de ramp verspreidde zich
zeer snel in de omgeving.
Tot op grooten afstand was de ontplof
fing gehoord en van heinde on ver loog
men naar de plaats van de ramp. De mo
torspuiten uit Veendam werden onmiddel
lijk gealarmeerd en waren spoedig ter
plaatse. Aan blusschen viel niet te denken
De motorspui ten konden tegen de geweldi
ge vuurzee weinig uitrichten cn de voor
naamste taak der brandweer bestond uit
het beletten van uitbreiding van de ramp.
Behalve het fabrieksgebouw en de meel-
loods zijn nog twee boerderijen bewoond
door opzichters van de fabriek, een prooi
der vlammen geworden.
Gedurende den avond arriveerde bet par
ket uit Winschoten tot het instellen van een
onderzoek. Tot nu toe heeft dit onderzoek
echter nog weinig resultaat opgeleverd,
daar van de fabrieken niet veel meer dan
een puinhoop is overgebleven.
Men ziet slechts omgestorte geblakerde
muren en daartusschendoor doorgeknapte
of gebogen balken en de overblijfselen van
machines
De slachtoffers.
Direct na cle ontploffing werden alle doc
toren uit Veendam gealarmeerd, daar ge
vreesd werd. dat zich een groot aantal
slachtoffers onder de puinhoopen bevond.
De verwarring was eerst zeer groot, doch
spoedig was er orde geschapen en kon met
grooten spoed tot berging van de slachtof
fers, dooden en gewonden, worden overge
gaan. Behalve de reeds gemelde dooden, de
gehuwdo arbeider J. Kruizinga, de jeugdi
ge arbeider Frekko Molog, de echlgenoote
van den opzichter der fabriek, de 43-jarige
Jantje Miedema, de 21-jarige dochter van
den opzichter Antje Miedema en de arbei
der K. Bos, verkeert de zoon van den op
zichter Jacob Miedema in zeer ernstig le
vensgevaar. Hij is opgenomen in het RK.
Ziekenhuis te Winscholenen zeer waar
schijnlijk zal hij bij hef publiceeren van dit
bericht reeds zijn overleden.
In het R.K Ziekenhuis te Winschoten
zijn voorts ter verpleging opgenomen O.
Koetje, L. Lemain en W. Timmer. De toe
stand van deze drie personen is ernstig.
Zij hebben allen brandwonden in den' der
den graad.
In hetzelfde ziekenhuis zijn verder nog
behandeld, doch daarna naar huis vervoerd
de volgende personen: W. de Boer, F. Kem
per, P. Ilesse, K. Wijngaard, R. Vos, H.
Bartels, P. Wieringa, R. Luk en, J. Bleeker,
W. Heikens, J. Drent, G. Haarlemmer, F.
Kostwinner cn J. Siepel. Eenigen van hen
waren slechts licht gewond cn konden zich
hedenmorgen weer op straat begeven.
In het Academisch ziekenhuis te Gronin
gen zijn opgenomen P. Molema en II. Klein.
Beiden zijn ernstig gewrond. doch hun toe
stand was hedenmorgen bevredigend.
Op het oogenblik wordt nog vermist het
lijk van K. Bos, dat onder de puinhopen
moet liggen. Het lijk van Mej. Miedema is,
zooals reeds gemeld, gistermorgen vroeg
gevonden.
De brandweer is gedurende den geheelen
nacht op de plaats van de ramp gebleven
om de puinhoopen, die hevig nagloeiden,
nat te houden. Het gevaar voor uitbreiding
cn voor verdere oniploffingen kon gisteren
avond to 10 uur reeds als geweken worden
beschouwd.
De schade is, zooals ook reeds gemeld,
zeer groot en zou zelfs tusschcn vier en vijf
ton bedragen. Zij wordt door verzekering
op beurspolis gedekt.
Het totaal aantal slachtoffers bedraagt
tot nu toe vijf dooden cn 19 gewonden, van
wie 7 ernsig. De schade wordt thans ge
taxeerd tusschcn 5 cn 6 ton waarbij nog de
schade van de afgebrande boerderij en de
beschadigde huizen komt.
Do toestand van J. Miedema is van dien
aard, dat hij den nacht vermoedelijk niet
meer zal halen; hij is n.l. voor de helft op
zijn lichaam verbrand. (Blijkens later be
richt is hij overleden).
Gistermiddag zijn de ernstig gewonde
Haarlemmer cn Kostwinner uit Veendam
naar het ziekenhuis te Winschoten overge
bracht. Hun toestand is ernstig. In de puin-
hooopen van de woning van den opzichter
Miedema bevindt, zich voorts nog een geld-
trommel met waardepapieren ter waarde
van ƒ20,000.
In het ziekenhuis te Winschoten bevin
den zich thans zes patiënten van de ramp
in Veendam.
Gisterochtend is te Gouda een man op
vreeselijke wijze om 't leven gekomen.
Personen, die zich omstreeks 9 uur op
den Goejanverwelledijk bij 't Iloutmans-
plantsoen bevonden, zagen midden in den
Hollandschen IJsel een man drijven, die
hevig spartelde. Juist werd door Rijnland'!»
gemaal water uit de rivier ingelaten, waar
door een sterke zuiging ontstond. De dren
keling werd uit den IJsel in den vijver van
het gemaal gesleurd, schoot daarna door
een der z.g. slakken heen cn bleef voor een
der gróotere raderen steken. De machinist
van het gemaal zag het gebeurde en draai
de 't rad een slag om, waardoor de dren
keling in 't water van den Fluweelen Sin
gel werd geworpen. Hulp was nu sjioedig
bij de liand. De man werd op den kant ge
bracht, waar bleek, dat hij reeds was over
leden.
Hij was hevig bebloed en vreeselijk ver
minkt. Er is niet kunnen vastgesteld wor
den, wie de man is, noch hoe hij te water is
geraakt, alleen kon men constateeren, dat
de ongelukkige iemand van middelbaren
leeftijd is.
Het lijk is naar de algerneene begraaf
plaats overgebracht
Na raadpleging van en in overleg met
hem ter zijde staands experts o» landbouw
gebied (de heeren E. II. Ebeïtr, te Beerta, lid
der Gedeputeerde Staten van Groningen, en
dr. Oortwijn Botjes te Jostwolde), heeft de
heer Buiskool, burgemeester van Delfzijl,
aan de hoofdbesturen van den werkgevers-
bond en den bond van arbeiders in het
landbouwbedrijf betrokken bij liet conflict
in Oostelijk Groningen, het volgende be
middelingsvoorstel gedaan;
a. De uurloonen zoowel voor mannen als
voor vrouwen zullen van 1 November tot 1
Augustus met ct. worden verhoogd. Dit
geldt zoowel voor één schafts- als twee*
scliaftswerk.
b. De dorschloonen zullen met 2Vt ct. wor
den verhoogd, ook indien er gedorschfc
wordt in de drie oogstmaanderi.
c. Zicht- en hlindlooncn worden per II.A.
met 2 verhoogd, met dien verstande, dat
indien niet gebonden wordt, de verhooging
van het zichtloon 1.20 per H.A. zal be
dragen.
d. In éénschaftswerk wordt om 6 uur
's morgens aangevangen en duurt de arbeid
tot 2 uur.
c. Rancunemaatregelen worden niet ge
troffen.
f. Het accoord geldt alleen voor dit jaar,
derhalve tot 1 Mei '1930.
Partijen zijn uitgenoodigd lot een ge*
meenschappelijke bespreking over dit voor*
stel. onder voorzitterschap van den he ei:
Buiskool, gistermiddag 3 uur in het stad*
huis te Winschoten.
Een definitief antwoord op dit voorstel
wordt Zaterdag a.s. vóör 11 uur bij den be*
middelaar verwacht, aldus de N R. Ct.
Dinsdag heeft de heer J. Buiskool in do
arbeidsbeurs te Groningen met de besturen
van den Stadspolder en den Johannes Kerk
hoven-polder en het hoofdbestuIr van den
bond van arbeiders in het land-,'tuinbouw*
cn zuivelbedrijf geconfereerd, teneinde te
komen tot een beëindiging van het conflict
in genoemde polders. Op verzoek van do
besturen van genoemde polders legde hij
een bemiddelingsvoorstel, dat gistermiddag
ten stadhuize te Winschoten een onderwerp
van bespreking zou zijn tusschen het be*
stuur van den werkgeversbond en den land-
arbeidersbond voornoemd) aan laatstge
noemden bond voor, met verzoek, hierop
een definitief antwoord le mogen ontvangen
voor Zaterdag a.s. .11 uur.
Dit voorstel houdt in: een verhooging
van de uurloonen voor mannen van onge*
veer 10 pet., voor de zichtloonen van do
sladsboerderijen van 90 cent tot 2 gulden
per *2 II.A. meer. Verder de invoering van
een loopvergoeding in den Kerkliovenpol
der voor vrouwen en jeugdige werkkrach
ten.
DE NIEUWE TWEEDE KAMER.
Tot dusver zijn bij het Centraal Stem
bureau reeds van 90 der nieuw-benoemde
Tweede Kamerleden berichten ingekomen,
dat zij hun benoeming tot Kamerlid heb
ben aangenomen. Hiertoe behoort ook mi
nister De Geer. Van Minister Slotemaker
de Bruine en van den heer Colijn is nog
geen bericht ingekomen. Voorts heeft tot
dusver nog een der gekozenen voor zijn
benoeming bedankt.
PROF. NIJHOFF.
Tot voorzitter van het hoofdbestuur dor
Nederlandsche Maatschappij tot bevord
ring der Geneeskunst is benoemd de oud-
hoogleeraar prof. dr. G. C. Nijhoff, te Den
I-Iaag.
J. H. ROZENDAAL. f
Te Enschede is, 43 jaar oud, overleden
de heer Julius II. Rozendaal, directeur der
N.V. Twentsche TextielJVIij. en commissaris
van eenige andere tex.tiel-ondernemingen;
voor 1914 was de overledene lid der firma
I. I. Rozendaal te Lille (Fr).
TUSSCHEN TWEE KOLENWAGENS
BEKNELD.
Doodelijk ongeval in de
mijn „Laura".
In de ondergrondsehe werken van de mijn
„Laura" te Eygelshoven is de Joegoslavi
sche houwer M. tusschen twee lcolcnwagen-
Ij es bekneld geraakt. Met ernstige inwen
dige verwondingen werd de man naar het
St. Josephshospitaal te Heerlen overge
bracht, waar hij gisteravond is overleden.
M. was ongehuwd cn te Eygelshoven woon
achtig.
Langestraat 56 Telef. 115.
Wees daarom dankbaar voor liet gering
ste en gij zult waardig worden bevonden
ook het hoogste te ontvangen.
TH. a KEMPIS.
Naar het Kngelsch van
A. T. OUILLER—COUCH.
„Ik was bang, dat het bonzen tegen hel
slot boven het lawaai op het dek uit ge
hoord was en keerde snel terug. Juist was
ik bij de deur van Coucanen's hut, toen ik
boven een scliot hoorde en een man, dien
Ik aan zijn stem herkende als Johnston, den
timmerman, kwam de trap afgestormd en
riep„Verberg mij, verberg mij Toen
mevrouw Coucanen op mijn verzoek de
deur opendeed, werd er weer geschoten
de man hief de handen omhoog en wij tui
melden beiden de hut binnen. Zoodra ik
binnen was, sloot en barricadeerde ik de
deur en zag hern voorover liggen hij was
morsdood. Hij had een schol in den rug
gekregen, onder de schouderbladen.
De dokter was ook stervende, de vloer
stroomde van bloed. Toen wij ons over hem
heen bogen, fluisterde hij „Het was Rail-
ton, dat heb ik gezien. Vaarwel. Alice", en
hij viel dood neer. Ik legde het lijk in een
ioek van de hut, deed mijn jas uit en be-
ötfKte daarmee zijn hoofd toen wendde ik
mij tot mevrouw Coucanen. Zij schreide
niet, maar zag doodsbleek.
„Geef mij'de geweren zei zij kalm, „en
wijs mij hoe ik zé laden moet."
Ik deed dat, toen ik voetstappen lang
zaam de trap hoorde afkomen. Een oogen
blik later boorden wij twee harde slagen op
de deurpaneelen en Collivers stem riep
„Trenovvelh, jou hond, verstop je je hier?
Geef mij die papieren en kom de deur uit."
Tot antwoord loste ik een schot door de
hutdeur en oogenblikkelijk hoorde ik hem
opstaan en de trap op hollen.
Het was nu ongeveer drie "uur in den mor
gen tot overmaat van ellende ging de
lamp plotseling uit en wij zaten in pikdon
ker. Ik trok mevrouw Coucanen op zij en
barricadeerde cle deur zooveel ik kon, bracht
haar en het kind in een hoek van de hut,
waar zij veilig zou zijn indien zij trachtten
te schieten door het vallicht en ging toen
naast haar zitten om na te denken.
Indien de opstandelingen, zooals ik ver
moedde. alleen de revolver hadden, die >.ij
den kapitein hadden afgenomen, dan was
er nog maar een schot op, want ik haa er
al vijf geteld en het was niet waarschijn
lijk, dat Holding, die, zooals ik zeker wist,
altijd een wapen bij zich had losse patro
nen in zijn zak had gehad op een oogen
blik, dat niemand eenig gevaar vermoedde.
En nu bet aantal. Behalve kapitein Hol
ding die nu dood was behalve den
kok, berekende ik, dat er veertien mannen
aan boord waren. Vijf van de veertien wa
ren ziek cn nu waarschijnlijk gebarrica
deerd in het voorkasteel. Een, cjo timmer
man, lag hier dood op den grond en uit den
gil, dien we gehoord hadden vóór dien van
den kapitein, hadden de muiters, moest ik
opmaken, nog een doode op bun verant
woording.
Dus er bleven er maar acht over. Nu was
het de vraag hoe groot was het aantal der
opstandelingen? Ik had dadelijk gedacht
dat Railton cn Colliver er een handje in
hadden (ik had die mannen immers altijd
gewantrouwd). Het was juist tegen mid
dernacht geweest toen wij den eersten gil
hoorden, dat was het uur waarop de wacht
verwisseld werd en ik weet dat die twee
bij de wacht van den kapitein behoorden.
Maar zouden ze alleen zijn?
Dat scheen haast een onmogelijkheid en
(och weet ik niet wie van het scheepsvolk
ik anders moest wantrouwen. En Davis, die
als stuunpan was aangesteld, was een vrij
onverschillige zeeman, maar zoo trouw als
goud Daarenboven, het feit dat het succes
der opstandelingen met het doodschieten
van den dokter niet door 'n tweede succes
was gevolgd, maakte mijn vermoedens
nog vaster. Ja, Colliver en Railton waren
de eenigen van wie men op dit oogenblik
zeker kon zijn. En toch die veronderstel
ling verbaasde mij niet weinig
Ik was zoover met mijn berekening ge
komen toen een gil, dien ik meende te her
kennen als die van Cox den stuurman, mij
deed begrijpen dat zij den man vermoord
den. Daarna een doodsche stilte, die den
geheelen nacht duurde.
Ik moest mij baasten rnet schrijven, want
wij hebben geen licht in de hut, en ik
schrijf bij het flauwe licht dat van boven
komt. Ik wou, zoodra het morgenlicht aan
brak, op verkenning uitgaan. Voorzichtig
verwijderde ik de barricade en sloop de
ladder op. Boven gekomen keek ik voor
zichtig rond cn zag de opstandelingen bij
het voorkasteel zitten drinken. Ze waren
met hun vieren: Collivèr, Railton, een ma
troos genaamd Royerson, die laatst gestraft
was door kapitein Holding omdat hij op
wacht geslapen had cn de kok. een Chi
nees, Royerson zat er niet bij, hij zat aan
het stuurrad. Het schip zeilde met volle
zeilen met een stevigen zuid-westen wind.
Ik bleef zoo laag mogelijk anders zou Roy
erson mij kunnen zien, maar hij was meer
dan halfdronken en keek naar zijn kafme-
raden met lang geen vriendelijk gezicht. Ik
was juist op het punt te mikken en had
Colliver het eerst op het oog, toen hij mij
zag en alarm maakte en onmiddellijk
sprongen ze alle drie overeind en kwamen
op mij af, de Chinees vooruit. Toen veran
derde ik van doelwit, maar wachtte totdat
ik hem goed onder schot had en schoot.
Ik moet hem dunkt mij in zijn enkel ge
raakt hebben, want hij waggelde en viel
met een luiden gil een stap of tien van mij
vandaan. Dit ziende, daalde ik zoo gauw
mpgelijk de ladder af, keerde mij bij de
hutdeur gekomen om en schoot voor den
tweeden koer. Ik denk dat dit schot gemist
heeft. De andere twee vervolgden mij tot
dat ik in de hut was, toen keerden ze naar
hun kameraad terug De rest van den dag
is alles rustig geweest. Gelukkig hebben
wij een groote bus beschuit in de hut, dus
wat voeding aangaat kunnen wij het eeni
ge dagen uithouden. Mevrouw Coucanen en
ik hielden beurt om beurt de wacht dezen
nacht.
6 October. Ik sliep; het was halftwee
toen mevrouw Coucanen mij wakker maak
te daar zrj iets hoorde bij het vallicht. De
booswichten hadden bedacht dat dat het
eenige punt was van waar zij ons veilig
konden aanvallen; ze hadden bedacht
scherpe messen te binden aan het eind van
lange stokken en trachtten ons met die ge
brekkige wapens te bestrijden. Het was zoo
donker, dat ik haast niet kon zien om te
mikken, maar na een paar schoten vlug
achter elkaar gingen ze al heel spoedig
weg. De rest van den nacht was vrij rustig"
behalve liet schreien van het kind. dat als
lerdroevigst was. En ook op den dag daar
na gebeurde er niet veel bizonders, be
halve dat ik nu en dan geluiden hoorde in
het voorkasteel, die zeker kwamen van de
zieke mannen die daar opgesloten waren
en trachtten er uit te komen.
7 October. Wij werden nog altijd met
rust gelaten. Ze zijn zeker van plan ons te
laten uithongeren of ons in de meening to
laten dat ze ons steeds roet rust zullen la
ten, om ons dan onverwachts aan te val
len. Wat uithongeren betreft, daar ben ik
niet bang voor, want die bus beschuit
houdt het wel een week uit en ons onver
wachts overvallen daar hebben ze ook niet
veel kans op, want een van ons beiden is
altijd wakker. Ze hebben den vorigen nacht
steeds zitten drinken. Railtons stem klonk
dikwijls heel luid, en Colliver hoorde ik
zijn afschuwelijk lied zingen: „Zing hoera!"
8 October. Zeker een onstuimige dag,
ten minste het schip slingert, maar ik ge
loof dat de lui allemaal dronken zijn. Wij
móeten zien op de een of andere manier
de dooden kwijt te raken. Ik durf er haast
niet met mevrouw Coucanen over te spre
ken. Ik kan de bewondering die ik koester
voor deze flinke cn teergevoelige, kiesche
vrouw, niet in woorden uitdrukken. Zij
vroeg mij vandaag of ik haar wou leeren
een geweer te gebruiken, ik geloof dat zij
zich tot bet laatst toe verdedigen wil Haar
kind ligt haast altijd te schreien, arm we
zentje! En toch is het kind gelukkiger dan
wij, bet weet ten minste niets van al deze
ellende.
(Wordt vervolgd).