AMERSFOOKTSCH DAGBLAD KONINKLIJK BEZOEK AAN ENSCHEDE DOODEMANS ROTS. Dinsdag 3 September 1929 28e Jaargang No. 55 HEEL DE STAD IN FEEST KLEED DRIE KINDEREN VERBRAND De ouders in arrest FEUILLETON. ..DE EEMIANDER' Eert bezichtiging van de fabrieken Oost burg en Transvaal der firma van Heek Ontvangst op het Stadhuis Men meldt ons uit Enschede: Gansch Enschede was in feestkleedij gestoken ter gelegenheid van het bezoek der konink lijke familie, dat gisteren plaats had. De straten waren met eerepoorten, groen en guirlandes, vlaggen en vlaggetjes rijkelijk versierd en uit vele plaatsen uit den om trek waren reeds in de vroege morgenuren duizendon naar de katoenstad gekomen, teneinde getuige te zijn van de feestelijk heden. Overal was de drukte zeer groot en allcrwege hcerscnie een opgewekte stem ming die nog verhoogd werd door het prachtige zomerweer, dat deze feestelijk heden gegunstigde. Te 10.46 arriveerde de Koninklijke Fami lie aan het station,, waar ter verwelkoming aanwezig waren de Commissaris der ko ningin Baron Voorst tot Voorst, de burge meester van Enaotnde Edo Bergsma, de luitenant-kolonel J. W. C. C. Tucker uit Dieren, Commandant van het Landstorm- corps Twente van den B.\V L. e.a. Een Eere-compagnio vrijwilligers be staande ijit 160 manschappen en kader van de af deeling Enschede, zoomede uit deta chementen van iedera afrlec-hng van het Twentsch Verbond van den Bijz. Vrijwil- ligen landstorm had voor het station de eere wacht betrokken, gecommandeerd door kapitein C. W. Stroink uit Enschede aan wien vier luitenants waren toegevoegd. Nadat de hooge bezoekers het 6tation ver laten hadden inspecteerden zij do eere- wacht, waarbij het verbondsvaandel de eerbewijzen bracht. De inspectie, die snel verliep, had een officieel verloop en on middellijk daarna namen de leden der ko ninklijke familie in de rijtuigen plaats ten einde een rondrit door de stad te maken. Alle straten, welke gepasseerd werden, wa ren schitterend versierd en overal langs den weg verdrong zich een dichte menigte, die zoowel H. M. de Koningin als de prin ses en den prins hartelijk toejuichte. Via de arbeiderswijk Patlimoss werd ge reden naar de fabrieken Oostburg en Trans vaal van de firma Van 'Heek Co. Te 11.20 arriveerde 'de koninklijke stoet, begeleid door den Commissaris der Ko ningin Z.E. Mr. A. E. baron Van Voorst tot Voorst en den burgemeester van Enschede, den heer Edo Bergsma, aan het portiers huis Rondweg der genoemde fabrieken, al waar ter verwelkoming der Koninklijke Familie aanwezig waren drip der firman ten, t.w. de hecrcn L. van Heek, Herman van Heek, en A. II. Ledeboer, zoomede de procuratiehouders der firma, zijnde de heeren H. van Heek Hz. en A. Ledeboer, benevens de regelings-commissie, bestaan de uit do hoeren J. Groencweg, H. II. Ber- gink en E. Biekart, die achtereenvolgens aan H.M. de Koningin, H.K.H. Prinses Ju liana en Z.K.H. Prins Hendrik werden voorgesteld. Twee fabrieksmeisjes, P. Schipper en A. Drent, boden H.M. do Ko ningin en II.K.H. Prinses Juliana een bloemruiker aan. Hierna begon terstond de wandeling over het fabrieksterrein en door de fabrieken, waarbij H.M. de Koningin be geleid werd door den heer L. van Heek, H.K.H. Prinses Juliana door den heer Her man van Heek, Z.K.H. Prins Hendrik door den heer A. II. Ledeboer, de verdere gasten en de leden van het gevolg door de procu ratiehouders en de regelingscommissie. Voorop ging de heer baron Van Geen, par ticulier secretaris van H.M., in gezelschap van den (heer E. Biekart. Langs de rijkelijk met vlaggen versierde emplacementen en fabrieken, waar van af het hoogste fabrieksgebouw ter eere van het hooge bezoek Koninklijke standaard in top geheschen werd, ving de wandeling door dat gedeelte der fabrieken aan, waar de geheele fabricatie van moltondekens ge volgd werd. Allereerst naar de z.g. „duivelkamer", waar het openen der katoenbalen en het reinigen dezer grondstof plaats vindt. Toen naar de katoenweverij en katoenclrogerij, waar de snelle wijze, waarop do uit de „duivelkamer" ontvangen ruwe grondstof wordt geverfd en gedroogd, aan de Kon. Familie werd getoond. Hierna weer een kleine wandeling over het fabrieksterrein en toen ging de tocht door de spinnerij, waar do zooeven genoemde geverfde en ook wel ongeverfde katoen tot inslaggarcn door de arbeiders dezer afdeeling voor do mol tondekens wordt verwerkt. Men ziet hier (hoe de draden tenslotte tot „cops" versponnen worden, welke geschikt zijn en de juiste grootte hebben om in de spoelen der weefgetouwen voor de dekens te passen. Toen ging het naar de dekenweverij, waar eene wandeling tusschen de weefge touwen door werd gemaakt. Hier zag men hoe de spoel door het kettinggaren schiet en de geweven dekens tenslotte machinaal opgerold worden. Breekt een draad, dan is de wever vlug hij de hand om de fout te herstellen. Vervolgens bezocht men de ru- werij, waar de uit de weverij ontvangen de kens door tal van ruwmachines welke door de arbeiders werden bediend ge ruwd worden en zoodoende een donzig aanzien krijgen. Hierna naar de zoomzaal, waar rappe meisjeshanden do dekens machinaal zoo men. Toen werden do hydraulische persen be zocht, waar de Kon. Familie met veel belang stelling't werken der pakkers gadesloeg en hoe de halen waarin de dekens zwaar ver- i pakt worden, gewogen en gemerkt en ein- delijk zeewaardig ter verzending gereed zijn. Als slot van den rondtocht werd de toon zaal bezichtigd waar op smaakvolle wijze een collectie van alle goederen, door de firma van Heek Co. gefabriceerd, was tentoongesteld. ITet is te begrijpen, dat deze keurige verzameling de bijzondere altentic der Koninklijke familie Liad. Nadat de diverse goederen in oogen- schouw waren genomen, werd aan Hare Majesteit, door de firma van Heek Co. bij monde van den heer L. van Heek, als blijk van hooge waardeering van het Ko ninklijk bezoek aan haar fabrieken, een al bum aangeboden, waarin de namen der op richters, benevens die der sedert overleden en tegenwoordige firmanten en procuratie houders vermeld staan, zoomede verschil lende gegevens omtrent productie en perso neel. Een aantal foto's geven een aanblik op de fabrieken. Als bijzonderheid zij nog ver meld, dat aan hare Majesteit de oudste ar beider der Firma J. Berfelo werd voorge steld, die reeds meer dan 70 jaar in dienst is, hoewel hem de laatste jaren volkomen vrijheid van komen en gaan wordt gelaten. Te 12.20 stonden de rijtuigen voor. De Ko ninklijke familie nam afscheid en vervolgde haar weg, toegejuicht door de talrijke aan wezigen, rijdende over de fabrieksterreinen en langs het portierhuis Oostburg. Door het centrum der stad reed de Ko ninklijke stoot hierna naar het station te rug. De drukte was hier nog grooter dan tijdens den eersten rondrit. Toen het markt plein gepasseerd werd, speelde het nieuwe carrillon het Wilhelmus. Te 2.15 vertrok men opnieuw vanaf het station en werd langs den koristen weg naar het Stadhuis gereden, alwaar in de hal aanwezig waren de wethouders, de gemeen tesecretaris en raadsleden, uitgezonderd de socialistische vertegenwoordigers in het ge meentebestuur. Allen werden aan de Ko ninklijke bezoekers voorgesteld, nadat door de jongedames M. C. Drost en J. J. Nijkamp resp. aan Hare Majesteit de Koningin en aan Princes Juliana bloemen werden aan geboden. Van het Stadhuis werd om kwart over drie gereden naar de Hoogère Textielschool, alwaar de directeur der school, dr. H. B. Hoisboer, 'een uitvoerige rede hield, waarin liij do bcteekenis cn do werkwijze der school uiteenzette. Na het beëindigen hiervan werd een rond« wandeling door het gebouw gemaakt. Al lereerst werd bezichtigd de afdeeling trico tage cn breien, waar tal van machines ge demonstreerd werden. Daarna werd de af deeling spinnerij in oogenschouw genomen, waar eenigo leerlingen der Textielschool een demonstratie gaven van de wijze, waar op de ruwe katoen tot garen wordt ver werkt. Voots was de beurt aan de practi se!^ compositiezaal, do mechanische weef- zaal, de appretuurzaal en de ververij. Na het bezoek aan de Iloogero Textiel school reed het hooge gezelschap naar het G. J. van Hcekpark, waar een groot defiló plaats had. Van een speciaal gebouwd po dium sloegeu de Koninklijke bezoekers het défilé gade. Voorop trokken verscheidene vereenigingen cn corporaties van maat- schappelijken cn religieuzen aard; vervol gens passeerden een groot aantal versierdo auto's en rijtuigen, waaronder verschei dene, die sprookjes voorstelden. De optocht werd gesloten door vele sportverenigin gen, die ten slotte den vaandelgroet brach ten. Het voorbijtrekken duurde meer dan een half uur. Na nog enkele oogenblikken in het ITeek- park vertoefd te hebben, aanvaardde de Ko ninklijke familie, hartelijk toegejuicht door de velo duizenden dio van lioindo en verre waren gekomen, o. m. door vele Duitschers van over de grens, den terugtocht naar het station. Zij werd uitgeleide gedaan door den burgemeester van Enschedé en den Com missaris der Koningin in Overijsel, mr. baron van Voorst tot Voorst. In een kort afscheidswoord gaf H. M. do Koningin tegenover den burgemeester uiting van haar groote dankbaarheid voor de sympathieke ontvangst, die haar van de zijde der burgerij was ten deel gevallen. Een plaggenhut uit baldadigheid in brand gestoken VRIJZINNIG CHRISTELIJK LYGEUUM. Men meldt ons uit Roozcndaal. In den nacht van Zaterdag op Zondag heeft zich te Rucphen (N.Br.) een vrecselijk drama afgespeeld. Eenigen tijd geleden werd de arbeider M. K. met zijn vrouw cn zeven kinderen wegens huurschuld uit zijn woning gezet. Daar hij geen onderdak kon krijgen, bouwde hij een hutje uit heiplag gen cn stroo. Plotseling stond gisternacht dit hutje in lichter laaie. Do ouders en do vier oudste kinderen hebben zich zelf gered, doch een meisje van 8 jaar, een van 6 jaar en een jongetje van 2M jaar zijn levend ver brand. Uit de ligging van de lijkjes heeft men kunnen opmaken, dat het meisje van 8 jaar gepoogd heeft haar broertje en zusje redden, doch niet tijdig uit de vlamcn kon komen. In verband met het vreemde van het ge val dat wel de ouders en de oudste kinde ren zich zelf gered hadden, stelde do burge meester direct een onderzoek in, dat in den aanvang ongunstig was voor de ouders en waar op de moeder werd gearresteerd. liet parket uit Breda kwam Zondagmiddag tor plaatse cn stelde een uitgebreid onderzoek in met het gevolg dat de vrouw, werd vrij gelaten. Evonwel had het onderzoek tot re sultaat, dat zekere arbeider M. II. uit Ruc phen als de vermoedelijke dader van do brandstichting moest worden beschouwd Deze bleek aan het kermis-vieren te Roosen daal alwaar hij door de marechaussee werd gearresteerd. Hij is naar Breda overge bracht. Het motief tot zijn daad moet lou ter baldadigheid zijn geweest. Men meldt ons uit Roosendaal: Waar het drama zich heeft afgespeeld rond het middernachtelijk uur en er geen menschcn in de buurt wonen, terwijl ook de bij de ramp betrokkenen heel weinig weten te vertellen, is het nog niet mogelijk de juiste toedracht der gebeurtenissen weer te geven. Vast staat slechts, dat omstreeks kwart voor twaalf een zekere Van G'mne- ken den brand in de plaggenhut ontdekte, doch deze niet kon binnentreden. Toen hij hulp ging halen en daarna weer bij het brandende huisje kwam, waren de bewo ners reeds buiten. De vrouw snelde met do Opening te Den Haag. i vier oudste kinderen weg, terwijl dc vader naar een nabij gelegen woning om hulp „uitging.- Er hing* een ..verstikkende rook, terwijl het huisje in ëp.n half uur' -tijds ge heel was afgebrand. Toen vond men temid den der puinhoopen de lijken van cle acht jarige Cato, de 6-jarige Helena, terwijl in de wieg het lijkje van den 2X-jarigcn Henri lag. Nog denzelfden nacht hebben rijkspo litie en die der gemeente ter plaatse een onderzoek ingesteld; het gezin is onderge bracht in het Raadhuis. Tijdens het nader onderzoek vanwege het parket rezen sterke vermoedens tegen ITcc- ren, dien men op de kermis te Roozendaal arresteerde. De justitie zal Dinsdag alle bij het drama betrokken personen naar Breda doen over brengen voor een nieuw onderzoek.. De teraardebestelling der drie kinderen vindt hedenmiddag plaats. Hedenmiddag werd in de Doops gezinde kerk te DenMIaag het Vfijzö?rii§- Christelijk Lyceum, stichting van de gelijk namige vereeniging, geopend worden. De school staat onder het beheer van ge noemde vereeniging, waarvan het bestuur is samengesteld als volgt: dr. F. E. Post- huma, voorzitter; dr. J. W. K. Hoevers, onder-voorzitter; de heer C. L. Benz, pen ningmeester; W. F. Ridder van Rappard, secretaris; ir. B. M. Barama, dr. F. Kleijn, mej. L. Ort. Aan dc school zijn verbonden: dr. N. B. Tcnhaeff (rector), de heer R. N. Blokberger (lichamelijke oefening), mej. L. Grocneveld lichamelijke oefening), de heer L. M. de Haan (wiskunde), mej. C. II. Idenburg (Duitsch), dc heer G. Kazemicr (Neder- landsch en Geschiedenis), mej. J. Th. M. van 't Sant (Fransch), de heer W. G. F. Snijders (Nat. Hist.), mevr. J. Th. Tenhaeff- Modderman (zang), mej. G. J. de Vries (En- gelsch), mej. J. W. WolUnan (administra trice), de heer A. W. Wijkhiet (teekenen) De school begint met twee eerste en een tweede klasse. VERDRONKEN BIJ HET BADEN. Zaterdagmorgen is een zekere J. Bakker, oud 22 jaar, wonende te Amsterdam, te Wijk aan Zee bij het zwemmen verdronken. Zijn lijk is tot nog toe niet gevonden. OUDHEIDKUNDIGE VONDSTEN, Bij liet verrichten van graafwerken in do r.k. kerk te Heinsberg, in de onmiddellijke nabijheid van Limburgs Oostgrens gelegen, werd onder de sacristie een begraafplaats ontdekt, die ten minste 3 eeuwen oud is. Voorts is aantal voorwerpen gevonden uit de middeleeuwen, uit den Romeinschen en uit den Frankiscben tijd. BRANDSTICHTING?. Nadat het parket van de rechtbank te Winschoten Zaterdag een onderzoek had in gesteld, zijn, verdacht van brandstichting te Oudepckcla, ter beschikking der justitie gesteld de caféhouder L. y. aldaar en K. to Winschoten. DE ONTPLOFFING TE NIJMEGEN. Het bedrijf weer in vollo werking. Het bedrijf van dc N.V. Splendor Gloei lampenfabriek te Nijmegen was Zaterdag in volle werking. Do oorzaak van de ont ploffing welke Maandag in dc fabriek plaats had, is nog niet vastgesteld. DOODELIJK ONGELUK TE ARNHEM. Achtjarig knaapje overreden. Zaterdagmorgen heeft in do Spoorwogstr. te Arnhem een doodclijk ongeluk plaats ge had. Een groote vrachtauto kwam uit do richting van het Telegraafkantoor cn wilde do Hommclstraat inrijden. Op den hoek van deze straat speelden eenige kinderen die de auto blijkbaar niet zagen naderen en wel voornamelijk doordat van do andere «ijdo een andere auto passeerde, 't Gevqlg hiervan was, dat toen het 8-jarige zoontje van den heer D. den weg wilde oversteken het dooi de vrachtauto werd overreden. Het kind werd in bewustcloozen toestand een woning binnengedragen cn daarna per auto naar het Gem. Ziekenhuis' vervoerd waar bleek dat het kind een ernstigo her* sonscbudding had bekomen. Eenige uren later is het kind aan do ver wondingen overleden. I J. M. VAN HOOGSTRATEN Herdacht als verzekerings man In het driemaandelijksch tijdschrift De Levensverzekering heeft de tegenwoordige hoofdredacteur, de heer II. Ilijmans, een woord gewijd aan de nagedachtenis van zijn voorganger, den heer J. M. van I-loog* stralen Over den verzekeringsman van Hoogstra ten zegt scbr. o.a.: „Van Hoogstraten beschikte over het zeldzame complex van eigenschappen dat noodig is, om een propagandist van do al lerbeste soort te vórmen. Ilij had idealen en wist die, ondanks ontnuchtering en te leurstelling, te bewaren. Hij had de uit liefde voor zijn idealen geboren lust om al wat in hem was daaraan te geven en hij had de kracht om veel te geven. Hij Was een ontwikkeld, bestudeerd man cn wist dat men, om een zaak te dienen, haar ken nen moet; hij trok zijn troepen samen op do punten waar de vijandelijke linie ver* kond was.. Ilij was een man .van. orde en gezag. Ilij wist. wat hij wilde, deze voor vechter; Volgens wel geordend plan ging hij rechts noch links ziende, langs strakke lij nen op zijn doel af. Daarbij was hij „een man van opvoeding", zooals een zijner me dewerkers en vrienden schreef, „een gent leman, die zich zijner waardigheid bewust was, zonder van die bewustheid op stui tende wijze blijk te geven. Hij schreef over misstanden niet ruw, maar vernietigend op de hem eigen waardige wijze." Zoo was het cn hij schreef daarbij met een, .wonder-, welversnedcn pen. Deze eigenschappen tezamen hebben van Hoogenslraten gemaakt tot een man met zeldzame gaven op propagandistisch gebied en hij heeft die gave zoo niet uitsluitend, dan toch in hoofdzaak gesteld in dienst van de levensverzekering; hij is haar apos tel geworden. BRUINKOOL. Een dikke laag te Simpelveld. Onder de gemeente Simpelveld is, naar aan dc N. R. C. geschreven wordt, bij het verrichten van grondwerken voor den in aanleg zijnden spoorweg SchacsbergSim pelveld een dikke bruinkoollaag aangetrof fen. Naar het Engelsch van >A« T« QUILLER-COUCH. 65 Wat was dat ritselend geluid toch achter mij? Colliver hoorde het in ieder geval niet, maar ging voort met zijn verhaal cn ofschoon zijn oogen aan dansende vlammen van haat gelijk waren, zijn stem was altijd even kalm. „Ik had de helft van den gesp al gesto len van den grond in de hut waar die ezel van een Ezechiel Trenowetli het ding had laten vallen. Railton pakte hem op voor dat hij neerviel, maar ik wist niet of hij tijd gehad had om hem de trommel af to nemen, want we kregen juist een kolossale golf over ons heen en voordat de tweede kwaï*, sprongen wij beiden naar de Rots toe. Ik dacht zeker dat Railton meege sleurd was, want ik was ternauwernood zoo gelukkig mij vast te grijpen aan iets. Het was pikdonker, dus onmogelijk iels te zien. Ik riep hem bij zijn naam, maar hij hoorde het niet door het geweld van den storm, of hij wou misschien niet antwoor den, daarom hield ik mij weldra stil. Ik dacht dat hij dood was, cn hij dacht dat zeker ook van mij, totdat wij elkaar ont moetten op de Doodemans Rots. Zal ik nu maar ophouden? O ja, je zult de geheele geschiedenis hooren. Na het ge rechtelijk onderzoek ben ik ontsnapt naar Plymouth, ik vertelde aan Lucy dat haar man verdronken was en baalde haar ein delijk over Plymouth te verlaten cn met mij te trouwen. Dus daarin heb ik ook overwonnen; o ja, ik heb een volledige overwinning in alles behaald." „Jou hond!" riep ik uit. Hij lachte: een zacht welluidend lachje. „Ach ja, je bent natuurlijk boos, maar daar zal ik maar niets van zeggen. Ik heb één rekening met jo af te sluiten, Treno- weth, cn dat is genoeg voor mij. Driemaal heb ik je in mijn macht gehad, mijnheer Jasper Trenoweth, drie of vier maal, dat is mij ontgaan. Eens onderaan do Doode mans Rots, toen ik mijn vingers al aan je jeugdige luchtpijp had en werd verhinderd door die ellendige visschers. De idioten dachten dat de jongen van angst voor mij flauw gevallen was. Flauw! in minder dan een halve minuut zou je dood geweest zijn. Ik lachte in mijn vuistje toen die oom van jou trachtte mij te doen begrijpen mij hoe heette ik toen ook weer O ja, Georgio Rhodojani. Maar je ontsnapte dien keer: en nog eenmaal, toen heb je zeker niet beseft hoe je den dood nabij bent ge weest, toen ik door het raam keek. weet je nog wel, dien avond na het gerechtelijk onderzoek. Ik dacht er over na of ik je al of niet zou dooden, jou en die moeder van jou met haar witte gezicht. Ik zou het wel gedaan hebben, maar ik dacht dat je mis schien wat wist van het geheim na je ont moeting met Railton, zoodat het verstan diger leek mijn tijd af te wachten." „Indien het eenige satisfactie voor je is", viel ik hem in de rede, „te weten dat als je mij toen gedood hadt, je nooit dien gesp in handen had gekregen, dan zal het je genoegen doen." „Ja, dat is zoo", antwoordde hij, „ik ben blij dat ik je niet allebei gedood heb: je moeder kon het lijk van haar man nog even zien cn nu heb ik het genoegen nog je hier te kunnen dooden: het pretje is er op vooruitgegaan. Maar laat mij voort gaan. Daarna was ik wel genoodzaakt het land ie verlaten „Voor een andere boevenstreek, die door je vrouw ontdekt werd." „Hoe weet je dat? O, van Claire, denk ik, maar dat doet er ook niet toe. Toen ik terugkwam vond ik je: ik vond je: en ik Colliver mij had vastgebonden. „Ja", zei ik. „ik zal hem volgen. Wanneer vertrekt de eerste trein uit Paddington „Om kwartier over negenen," antwoordde zij, „en het is nu bijna halfzes. Je hebt dus tijd om den trein te halen, maar je moet je eerst veTmommen. Hij moet ook rnet die trein gaan; er is geen eerdere. Kom aan, ik zal je wel naar den bever roeien." Zij maakte de riemen los, ging op het roeibankje zitten en roeide met kracht naai den oever. Het verbaasde mij hoe krachtig en behendig zij met de roeiriemen omging. „Ach!" zei ze, „ik zie wel dat het je ver baast. Maar bedenk dat ik de vrouw van een zeeman geweest ben en' als ik niet sterk was hoe zou ik je dan in de boot gekregen hebben?" „Hoe hebt ii dat gedaan gekregen?" „Dat zou ik je niet kunnen zeggen. Ik weet alleen dat ik een plof hoorde toen ik daar stond të<wachten cn toen heb ik met mijn handen het bootje aan den anderen kant van het_ schip gekregen. Ik moest al les heel stilletjes doen. Eerst kon ik niets zien, want het was heel donker aan den waterkant, maar ik riep de, hulp in van den Hemel om jou te sparen, om je te kunnen wreken op dien man en toen zag ik iets zwarts in het water liggen en ik begreep wel dat jij dat moest wezen. Ik gaf een ste- vigen duw en daar was ik bij je cn ik greep je bij de haren. Zoo kreeg ik je om den achtersteven, zoo zachtjes mogelijk en trok je aan boord zoo goed cn zoo kwaad als het ging, ik herinner mij niet precies meer hoe ik het gedaan gekregen heb." „Zag hij u niet?" „Neen; hij moet dadelijk naar beneden gegaan zijn. Ik roeide in de schaduw van de lantaren tot het punt waar wij nu vast liggen en terwijl ik dat deed meende ik hem mij bij mijn naam te hooren roepen. Hij zal eerst niet meer aan mij geedaclit hebben en zich toen plotseling hebben her innerd dat ik hem het geld nog niet gege ven had. Maar heel spoedig daarna hoorde ik hem in zijn bootje slappen en naar land roeien. Hij kwam heel dicht bij ons aan zoo dicht dat ik hem hoorde vloeken en ik kroop neer uit angst voor mijn leven. Maar hij roeide voort en stapte uit de boot bij dat trapje daar gings. Het sneeuwde op^dat oogenblik; dat hielp." Zwijgend roeide zij voort cn vervolgde toen: „Toen jullie samen in de hut waren, zat ik te luisteren. Eén oogenblik geloof ik dat ik flauw gevallen ben; maar het kan niet lang geweest zijn, want toen ik weer bij kwam praatte hij nog over over John Railton." Ik herinnerde mij het geluid dat ik ge hoord had, cn bijna tegen mijn zin vroeg ik: „Hoorde u van „Claire? Ja, dat hoorde ik. Zij knikte al leen maar; haar oogen zochten de mijne en daarin was een gloed die mij verschrik- te." Juisf op dat oogenblik raakte de boot epn modderig trapje, bedekt met groen slijk, een bewijs hoe hoog het zeewater kwam, en nu haast geheel met sneeuw bedekt. Zij maakte het bootje vast. „Hier is hij uitgestapt, dien weg op," mompelde zij. „Volg zijn spoor, volg hem tot zijn dood toe, bespaar hem niets, maak zijn sterven zoo ellendig mogelijk!" Haar zwakke stem trilde van haat en woede. „Wacht even", zei ze, „heb je wel geld Plotseling herinnerde ik mij dat ik al het geld dat ik bij mij had aan Bagnell. gege ven had om mijn hoot uit het schuitenhuis te halen cn ik vertelde het haar. En op het zelfde oogenblik dacht ik aan het trommel tje dat nog in het bootje lag. Ik haalde" het daar vandaan. „I-lier is geld", zei ze, "het geld dat ik hem had moeten geven. Vijftig pond aan banknoten neem het maar mec." „En u dan?" vroeg ik aarzelend. „Denk daar maar niet over. Neem het aan neem het alles aan. Waar heb ik nu an ders geld voor noodig, als het niet is om hem te dooden?" Ik kuste liaar hand. „De hemel zij mijn getuige," zei ik, „het zal zijn óf zijn leven óf het mijne. Een van beiden zal den dag van morgen niet zien aanbreken." Haar hand was zoo koud als ijs en er kwam geen verandering op haar bleek ge laat. „Dood hem!" was het eenige wat ze zei. Ik klom het trapje op. Het was dag ge worden, onheilspellende roode strepen ver toonden zich aan den hemel. /Wordt .vervolgd^

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1929 | | pagina 5