AM ERSFOOKfSCH DAGB1AD DOODEMANS ROTS. Donderdag 5 September 1929 ..DE EEMLAMDEP.' 28e Jaargang No. 57 HET GOUDEN AMBTSFEEST VAN KARDINAAL VAN ROSSUM EEN KARDINAALSMIS Feestgave voor de Missie DE ONEINDIGE REEKS.... VLIEGTUIGONGEVAL BRUINISSE BIJ FEUILLETON. De huldiging in het Concertgebouw Men meldt ons uit Amsterdam: Giste-en was het dc groote dag der huldi ging van Kardinaal van Rossum. In de och tenduren werd een plechtige Kardinaalsmis gehouden in de St. Willebrordus-kcrk. Daarvoor was de hooge geestelijkheid van ons land naar hier gekomen. Zijn Excellentie de internuntius Mgr. Schioppa was reeds den vorigen dag geko men en had zijn intrek genomen bij de pa ters Jezuiten aan de Hobbcinakade. De aartsbisschop van Utrecht Mgr. II. v. d. Wetering en de bisschop van Roermond, Mgr. L. J. A. II. Schrijnen waren samen per auto gearriveerd en afgestapt bij den de ken van Amsterdam op het Bagijnhof. Daar kwamen ook aan de bisschop van 's-Hertogenbosch, Mgr. A. F. Diepen, die met den trein van 9.30 aan het Wcpspcr- poort-station was aangekomen, en dc bis schop van Breda, Mgr. A. P. W. Hopmans, die met den trein van 9.4G uur aan het Con- traal-station was aangekomen Deze kerk- prelaten werden bij hun aankomst in de stad ontvangen door eenigc leden van de Commissie van Ontvangst De bisschop van Haarlem was bij deze plechtigheid niet aanwezig. Hij had zijne afwezigheid reeds gisteren medegedeeld, omdat hij ter bedevaart was naar Kevelaar. De vier bisschoppen begaven zich daarna, vergezeld van dc Deken, Mgr. Dr. Van Noort, naar de pastorie van de kerk aan den Amsteldijk. Vandaar begaven zij zich met drie kamer- heeren van den Paus en de officieele ver tegenwoordiger van dc souvereine orde van Malta, II. Baron van Lamswecrde naar den hoofdingang van het Kerkgebouw om den Kardinaal te ontvangen. Na de ontvangst schreed deze priesterschaar door het geheel gevulde en met bloemen versierde kerkge bouw naar het Altaar. Aan het einde van den dienst werd Zijne Eminentie weer uitgeleide gedaan door de bisschoppen. Later vertrokken ook dc bis schoppen. Zij begaven zich wederom naai de pastorie op het Bagijnhof. om vandaar te ongeveer half een naar dc Joh. Vermeer straat te gaan, waar zij den lunch gebruik ten met den Kardinaal. In den middag had de groote huldiging plaats in het Concertgebouw, dat versierd was met planten en bloemen in scharlaken ïood. Tegen het uur dat Kardinaal Van Rossum zou arriveeren, was het geheele ge bouw gevuld. Op het podium hadden een zeer groot aantal kerkelijke hoogwaardig- heidsbekleedcrs alsmede \ooraanstaande Katholieke burgers plaats genomen. Wij noemen slechts dc vier bisschoppen en de rnceste R. K. leden van de Stalen-gcncraal en Prov. Staten. Kardinaal Van Rossum arriveerde aan den ingang aan de J. Willem Brouwer straat, waar hij werd ontvangen door de leden van het Comité van rntvangst. Hi> schreed hierna door de zaal. zijn zegen ge vend. om op het podium plaats te nemen. Dadelijk daarop ruischen klanken van den marche triomphale voortgebracht door het or^rel door de zaal. Nadat vervolgens het gemengd en knapenkoor der Schola Cantorum de Salutatio van Hubert Cuy- pers die ook de leider was, ten gehoore was gebracht, was het woord aan Mgr. Prof. Dr. J. Hoogveld, als voorzitter van het Uit voerend Comité, Deze opende de bijeen komst met den Christel ij ken groet en heette daarop allen welkom, die, zoo zeide spr. hier in dit plechtig uur zijt samengekomen, vrouwen en mannen uit alle Nederland- sche gouwen, uit allen staat en stand, voor gegaan door Uwe kerkelijke en wereldlijke overheden, om deel te nemen aan de plech tige hulde, die katholiek Nederland wil brengen aan zijn grooten zoon, den gouden priesterjubilaris, zijn hoogvereerde» kar dinaal Wilhelmus Marinus van Rossum. Een speciaal welkomstwoord richtte spr. daarna lot den internuntius Mgr. Schiop pa. als vertegenwoordiger van den Paus, om daarna het woord tc geven aan Z. D. H. den aartsbisschop, die als hoofd der Ncder- landschc Kerkprovincie het woord richtte tot den Kardinaal. Uw vijftigjarig priesterschap, aldus de Aartsbisschop, was een voortdurend ver kondigen in woord en voorbeeld, dat 's menschen gehechtheid aan eigen land en Nolk nooit zoo ver mag gaan, dat hij prac- tisch jegens andere landen en volken in genegenheid te kort schiet Uw apostoli sche offerliefdp wist van geen landsgren zen; zij was in den vollen zin van het woord wereldomvattend. Toch had het larid uwer geboorte zich nimmer te beklagen, integendeel. Dankbaar gedenken wij, zoo vervolgde spr. de talrijke blijken van gene genheid, die Nederland, Katholiek Neder land vooral, van Uwe Eminentie mocht ont- vagnen. Uwe. rondreis door ons land. kort na Uwe verheffing tot kardinaal, en Uwe deelname als Pauselijk Legaat aan hot Eucharistisch Congres te Amsterdam heb ben hier onuitwisbare indrukken nagela ten. Hoe zware cischcn uw hooge ambt ook aan uw oplettendheid en uwe werkkracht stelde, voortdurend bleef uw hartelijk me deleven bij gebeurtenissen van allerlei aard ons niettemin bewijzen, dat katholiek Nederland Uwe Eminentie na aan 't harte ligt. En nu Uw goulen priesterfeest daagt, valt mij wederom de eer en het voorrecht <e beurt, Uw Em. namens het Episcopaat en de katholieken van Nederland in ons midden welkom te mogen hccten. Ik moge Uwe Em. dc verzekering geven, dat wij uwe tegenwoordigheid op hoogen prijs stel len. Het is ons een behoefte des harten bij uw gouden priesterfeest uiting te geven aan de gevoelens van warme vereering, die wij voor uw verheven persoon en uw eerbied- wekkenden missiearbeid koesteren. Zon der vooruit te loopen op dc rede van Mgr. prof. di*. Hoogveld.- moge ik alsvast deze gelegenheid te baat nemen, om namens het Episcopaat, de priesters en dc goloovigen van ons Land Uwe Eminentie hartelijk ge luk te wenschen met uw vijftig-jarig Pries terschap, zoo rijk aan vruchten, voor de uitbreiding van het Godsrijk op aarde. Wij vcreenigen ons gebed met dat van de ge heele kerk, dat God het zoo kostbaar loven van Nederlands Kardinaal nog menig jaar in gezondheid en voorspoed bewaren moge en dat dit gouden priesterschap eenmaal zijn eewige belooning moge vinden in het hart van den Christus Redemptor! Hierna zong hei koor Tu es Petrus, liet woord was vervolgens wederom aan Mgr. prof. dr. J. Hoogveld, voor het uitspreken \an dc huldigingsrede en de aanbieding van het huldeblijk. Uw priesterschap, zoo zcide Prof. Hoog veld o.itj., dat zoovele kinderen voortbracht in Christus, mocht bekroond worden met zijn hoogste voltooiing, die U de vis genera- li\a sacerdolti schonk. Moge ons de ge schiedschrijver geschonken worden, rlie dit rijke, dit oveerijke leven vastlegt lot onze leering en stichting. Na uitvoerig bij het leven van den Kardinaal te hebben stilge staan, vervolgt spr.: Zijt gij 34 jaren geleden van ons heengegaan naai het lichaam, gij zijt onder ons gebleven naar den geest. De liefde tot Uw landgenooten wist steeds tijd uit te winnen op Uw overstelpende zor gen om belangstelling tc toonen voor ieder geestelijk werk in Uw vaderland. Zoowel de openbare actie ik denk naast de Missie aan de retraite», de drankbestrijding, de sociale organisatie, de pers, de universiteit als tallooze bijzondere werkzaamheden \an genootschappen en individuen zij von den steun in Uw bemoedigend woord en zegebeden. Er zal wel nimmer, ondanks Uw ontelbare bezigheden, een vergeefsch beroep gedaan zijn op Uw welwillendheid. Met den dank aan God „voor de groote dingen, die U gedaan heeft, de Machtige" wil Katholiek Nederland daarom lieden den diepstcn dank brengen aan Uw hooge persoon. Het heeft aan zijn hulde en eerbiedige gelukwenschcn ten teeken van zijn innige erkentelijkheid gaarne een stoffelijke gave willen verbinden. Dc wcnsch, dien wij van Uwe Eminentie mochten vernemen, deze gave te bestemmen voor de opleiding van opvoeders der inlarnl- sche priester-studenten voor de missie-ge bieden, rnoest Katholiek Nederland uit het hart zijn gegrepen, flat immers reeds ge toond had dezen alles bchecrschendcn eisch van do hedendaagschc missionecring te be grijpen. Wij wisten, dat het niet alleen een kardinaal vraagstuk is der hedendaagschc missioneering. maar dat het ook het vraag stuk is van onzen Kardinaal. Namens Uw aderlandsche geloofsbroeders mag ik Uwe Eminentie heden voor dat heerlijk doel een feestgave aanbieden, dio er iets toe wil bij dragen om Uw dierbaarsten lcvenswcnsch te vervullen. Een kunstzinnig bewerkte schrijn zal de namen bewaren van dc schen kers wij verheugen ons, dat deze in het gebouw der propaganda Fides de gedachte nis zal bewaren aan het jubelfeest, den Kar dinaal in zijn vaderland bereid. Een oor konde meldt onze bedoeling. Uwe Eminentie'gelieve deze gave te aan vaarden, die evenals de gift der Korinthiers niet slechts strelcke tot steun van onze noodlijdcndo broeders „maar grooter bc- teekenis hebbe door veel dankzegging tot God". Zoo zal in dubbelen zin vervuld wor den het woord, dat Z. II. de Paus tot Uwe Eminentie heeft willen richten: dat Uw feestviering mee zou brengen vermeerdering van Gods glorie. Ten slotte herinnerde spr. aan de voltooiing van het 75e levensjaar van den Kardinaal. Daverend applaus klonk na de rede. Nadat het applaus was verklonken was wederom het woord aan het koor, dat thans ten gehoore bracht Glorie in Excelsis Deo uit de missa hon. Stac Ceaciliae. Hierna verhief Kardinaal van Rossum zich van zijn zetel om het woord te nemen. Het was hem onmogelijk, zoo zeido hij in woorden weer te geven den diepen indruk, die zoo'n groolscho huldiging op zijn ge moed heeft gemaakt. Wel wist ik zoo ver volgde spr., van het algemeen en vurig ver langen der Katholieke bevolking van mijn immer dierbaar vaderland, om mij bij ge legenheid van het gouden jubilé van mijn* heilige priesterwijding te eeren en te hul digen, maar dat dit zulke afmetingen aan zou hemen, neen dof wist ik niet en dat vermoedde ik niet. Uit het diepst van mijn gemoed welt dan ook een groote, onweer staanbare drang op om U rnijn innigstcn, wnrmsten dank uit te spreken. Mijn oprechten dank aan Z. D. II. den Aartsbisschop van Nederland voor de hooge huldiging, die zij rnet zooveel oprechte ge negenheid heden gebracht hebben. Ik dank den goeden God dat het Hem behaagde aan de Kerk van Nederland zulke vrome en wij ze Opperherders te schenken. Nergens ter wereld bloeit het Godsdienstig leven zoo ten volle als in Nederland, waar inderdaad het geloof de grondslag en de zuurdcesern is \an het gezinsleven en het familieleven, van dc opvoeding der kinde ren, van liet openhaal- zoowel als van het private leven, van de verecnigingen op alle gebied. Dat alles is te danken aan het zoo uijzc. voorzichtige vrome bestuur der Hoog waardigste Bisschoppen, aan den ijver en de toewijding dei geestelijke herders, aan dc hoog opgevatte christelijke leiding der Katholieke voormannen op elk gebied. Moge dat altijd zoo blijven, ja zelfs gestadig toe nemen! Oprechten groöten dank brengt spr. ook aan dc verschillende commissies, die deze groolsche huldiging zoo goed hebben opgezet, ze met zooyeel toewijding en liefde hebben doorgevoerd. Ten slotte mijn innigstcn, hartelijkslcn dank aan allen voor het huldeblijk, dat ge mij op mijn gouden priesterfeest hebt aan geboden. Waarlijk U heeft mij gelukkig ge maakt met die gave, die mij zoo hoop ik. in staat zal stellen, bij gelegenheid van mijn gouden priesterjubileum, iets blijvcjids voor de heilige missies tc kunnen ondernemen. Iets aangenamers, iets verblijdcnders was wel op dit priesterfeest, voor den Perfect der propaganda niet te bedenken. Zoolang reecis koesterde ik den wensch aan zoovele volks stammen, die uit het heidendom werden op geheven, een degelijk gevormd goed ge schoolde inlandschc priesterschap te schen ken, en daartoe een gecigcnde stichting le beginnen. Uw blije gave zal mij daartoe een spoorslag en krachtige steun zijn. Het ge schenk sluit zich heerlijk aan bij alles wat Katholiek Nederland voor het missiewerk doet. Holland geeft, daartoe in ruime mate zijn stoffelijken steun, zoo onontbeerlijk voor het missiewerk het helpt en sterkt op allerlei wijze de missionarissen in hun moeilijk cn opofferingsvol werken en leven het geeft zijn beste zonen, die voor geen moeilijkheden cn opofferingen terugdeinzen En als spr. nu denkt aan deze zoo buiten gewone huldiging, clan vindt spr. daarvan de verklaring in het diep cn levendig op vlammend geloof der aanwezigen. Ge hebt in mij, zoo zeide spr. bovenal willen vieren, vereeren, huldigen den priester, dc priester lijke macht, dc priesterlijke waardigheid, grooter dan welke in heel de schepping Gods niet kan gevonden worden. Gij hebt den goeden God willen loven cn prijzen en danken. Daverend was het applaus na de woor- den van den Kardinaal. De 150ste Psalm was het einde van dezen grootschcn middag. Het „Aan U, O Koning der Eeuwen" werd meegezongen, waarna de grijze Kerkvorst het Concertgebouw verliet, onder de tonen van het orgel. Het aantal verkeers ongevallen neemt nog niet af Ee'n ernstig en één licht gewonde Gistermiddag te ongeveer \ijf uur heeft het Pander-vliegtuig P-H-A-F.-J van de Rot- terdamsche Aeroclub, op oen bouwland bij Bruinisse wegens motordefect een noodlan ding moeten maken. Ilct vliegtuig was be mand met de hoeren jhr. Van der Wall van Repelaer van Puttershock. woonachtig te Dubbeldam, en den heer Van der Gracht. Op telegrafisch verzoek kwam het „Sopla"- vliegtuig, bemand met den piloot H. M. Schmidt Crans, instructeur van de Aero club, tc hulp. Daar dit vliegtuig geen hcr- stelliiigsmateriaal aan boord had, mocsl iict terstond naar Waalhaven terugkeeren, waarbij jhr. Van der Wall meeging. Bij het opstijgen is het „Sopla"-\liegtuig, doordat het niet genoeg vlucht kon krijgen, tegen den dijk gehotst, waarbij het toestel zwaar werd beschadigd Ook voor de inzittenden liep het ongeval slecht af, jlir Van der Wall werd ernstig gewond, terwijl de vlie ger Schmidt Crans lichte kwetsuren opliep. DOODELIJK ONGELUK. Een roer naar beneden gevallen. Gistermorgen heeft de 45-jarige haven arbeider .f. R. van den Sluisjesdijk tc Rot terdam op het terrein van dc fa. Lith en Madern aan de Waalhaven aldaar een roer, dat opgeneschen hing in een klem en naar beneden viel, op het lichaam gekregen. I-Iij werd door het drie ton zware gevaarte di rect gedood. Een geneesheer kon slechts den dood constateercn. Het lijk is naar dc woning vervoerd. Dinsdagnacht omstreeks half een kwam een motorrijder met duo-passagier uit do richting Muiden, rijdend naar Diemcn. hij de brug over het Mcrwcdekanaal zonder te merken dat de brug opengedraaid was. Hij reed door do gesloten afsluitboomen cn raakte met motor en duopassagier in de brugkolk. Do motorrijder, die zijn passa gier even naar Amsterdam zou brengen, kon nog worden gered. Zijn metgezel ech ter, iemand uit Weesp, werd levenloos uit het water opgehaald. Wielrijder togen een auto gehotst en gedood. Maandagavond is aan don Afwcg bij den Noordenburgschenpaal te Angeren een on geluk gebeurd, dal den gehuwden arbeider Alofs uit Gent. vader van drie kinderen, het leven kostte Hij kwam per rijwiel met groote snelheid den dijk afgereden en botste tegen een auto van dr. Poel uit Bemmel. Zwaar gewond werd de man opgenomen en naar huis vervoerd, waar hij Dinsdag is overleden Door de stoomlr: ra gegrepen on gedood. Dinsdagavond omstreeks half tien werd tc Rijsoord (gem. Ridderkerk) aan den Nol- dijk de 59-jarige landarbeider P. Nouwen door de stoomtram gegrepen cn gedood. Zijn deerlijk verminkt lichaam werd onder de machine vandaan gehaald. Do dienst doende machinist zag het slachtoffer op zeer korten afstand. Hij gaf onophoudelijk signalen, remde uit alle macht, doch kon dc aanrijding niet voorkomen Motor over don kop geslagen. Dinsdagmiddag is bij Heyen de heer Rut ten met zijn motorrijwiel in botsing met een anderen motor gekomen, waarbij de motor van den heer Rutten over den kop sloeg. Met een schedelfractuur cn in bc- wustcloozen toestand werd de heer Rutten opgenomen. Gistermorgen was het bewust zijn nog niet teruggekeerd. De toestand wordt hopeloos geacht. Het motorrijwiel is geheel vernield. DE ZOUTBORING TE OELE (O.) De boring van do Kon. Ned. Zoutindus trie to Oele (gemeente Hengelo O.) is bo eindigd op een diepte van 494 M. De zout lagen eindigen op 488 M. en hebben een totale dikte van 54 M. zout. Er zijn vier zoutlagen, die gescheiden zijn door steen lagen. NOODLANDING VAN EEN MILITAIR VLIEGTUIG. Vlot vorloopen. Men meldt ons uit Leiden: Het militaire vliegtuig de Fokker verken ner C I heeft gistermiddag om half drie bij het houden van schietoefeningen ten Zuiden van Noordwijk een noodlanding moeten doen wegens een defect aan de ol'e- leiding en het loslaten van een schroef. De landing van het vliegtuig, dat bestuurd werd door den sergeant-vlieger C. Je Nes, en de mechanicien Engelenburg, geschiedde zonder ongelukken. Ilct vliegtuig is naar den voet van het Huis te Duin gesleept Hoewel onmiddellijk hulp is ontboieiu zal het vliegtuig waarschijnlijk niet eerder kun nen opstijgen dan heden wegens het slechte getij. DE ALASTRIM-GEVALLEN. Twee nieuwe gevallen te Delft. Tc Delft zijn Dinsdagmiddag weer twee ge vallen van Alastnm geconstateerd. Twee kinderen, een jongen en een meisje uit het gezin van den heer Van Dijk, in het Nieuw Agneta-Park, zijn in het gasthuis opgeno men. Naar het Eugelsch van A. T. QUILLER-COUCH. 6ö „Hoe hebt u dat gedaan gekregen? „Dat zou ik je niet kunnen zeggen. Ik weet alleen dat ik een plof hoorde toen ik daar stond te wachten en toen heb ik met mijn handen het bootje aan den anderen kant van het schip gekregen. Ik moest al les heel stilletjes doen. Eerst kon ik niets zien, want het was heel donker aan den waterkant, maar ik riep de hulp in van den Hemel om jou te sparen, om je te kunnen wreken op dien man en toen zag ik iets zwarts in het water liggen en ik begreep wel dat jij dat moest wezen. Ik gaf een ste- vigen duw en daar was ik bij je en ik greep je bij de haren. Zoo kreeg ik jc om den achtersteven, zoo zachtjes mogelijk ontrok je aan boord zoo goed en zoo kwaad als het ging, ik herinner mij niet precies nSecr hoe ik het gedaan gekregen heb. „Zag hij u niet?" „Neen; hij moet dadelijk naar beneden gegaan zijn. Ik roeide in de schaduw van de lantaren tot het punt waar wij nu vast liggen on terwijl ik dal deed meende ik hem mij bij mijn naam te hooien roepen. Hij zal eerst niet meer aan mij gedacht hebben en zich toen plotseling hebben her innerd dat ik hem het geld nog niet gege ven had. Maar heel spoedig daarna hoorde ik hem in zijn bootje stappen en naar land roeien. Hij kwam heel clicht bij ons aan zoo dich dat ik hem hoorde vloeken en ik kroop neer uit angst \oor mijn leven. Maar hij roeide voort cn stapte uit de boot bij dat trapje daar ginds. Ilct sneeuwde opdat oogcnbilk: dat hielp." Zwijgend roeide zij voort cn vervolgde toen: „Toen jullie samen in de hut waren, zat ik te luisteren. Eén oogenblik geloof ik dat ik flauw gevallen hen; maar het kan niet lang geweest zijn, want toen ik weer b'j- kwam pdaatlc hij nog over over John Railton." Ik herinnerde mij het geluid dat ik ge hoord had, en bijna tegen mijn zin vroeg ik: „Hoorde u van „Claire? Ja, dat hoorde ik. Zij knikte al leen maar! haar oogen "zochten dc mijne en daarin was een gloed die mij verschrik- te." Juist op dat oogenblik raakte de boot ccn modderig trapje, bedekt met groen slik, een bewijs hoe hoog liet zeewater kwam, cn nu haast geheel rnet sneeuw bedekt. Z'j maakte liet bootje vast. „Hier is hij uitgestapt, dien weg op, mompelde zij. „Volg zijn spoor, vol ghem tot zijn dood toe, bespaar hem niets, maak zijn sterven zoo ellendig mogelijk!" Ilaar zwakken stem trilde van haat en woede. ..Wacht even", zei ze, „heb je wel geld?" Plotseling herinnerde ik mij dat ik al het geld dat ik hij mij had aan Bagnell gege ven had om mijn boot uit hei schuitenhuis tc halen cn ik vertelde het haar. En op het zelfde oogenblik dacht, ik aan het trommel tje dat nog in het bootje lag. Ik haalde het daar vandaan. „Hier is geldzei ze, „hel geld dat ik hem had moeten geven. Vijftig pond aan banknooten neem liet maar mee." ,.En u dan?'vroeg ik aarzelend. „Denk daar maar niet over. Neem het aan neem het alles aan. Waar heb ik nu an ders geld voor noodig. als het niet is om hein tc dooden?" Ik kuste haar hand. „De hemel zij rnijn geluigc,' zei ik, „het -al zijn óf zijn leven of het mijne. Een Aan belden zal den dag van morgen niet zien aanbreken." Haar hand was zou koud als ijs en er kwam geen verandering op haar bleek ge laat. „Dood hem!" was het ccnige wat ze zei. Ik klorn het trapje op. Het. was dag ge worden. onheilspellende roodc strepen ver toonden zicli aan den hemel. De wind blies door mijn natte kleercn en het was of mijn pijnlijk lichaam tot merg en been bevroor. Zware mistwolken kwamen over de rivier aandrijven, waaruit de mas ten der schepen spookachtig opstaken. De sneeuwstorm had nog niet geheel opgehou den, rle sneeuw streek mij in het gezicht. Zoo naderde mijn Kerstfeest. Toen ik op den weg aankwam, keerde ik mij om en keek naar beneden. Daar stond zij mij nog na te kijken Toen zij mij zag kijken wuifde zij met de armen cn ik hoor de haar schorre stem fluisteren: „Dood hem! Dood hem!' Zoo zag ik haar voor het laatst: ik draaide mij om: maar \an de vele beel den uit het verleden die mij voor den geest komen in mijn eenzaam le\en, is een van de levendigste deze vrouw met haar witte haren aan den oever van de stille rivier, steeds rnet den kreet op de lippen: „Dood hem!" Ik belandde op een plek, een werf mis schien. vol timmerhout, stukken mast en afval, half bedekt met sneeuw Vandaar kwam ik langs een steenen trapje aan een vermolmde deur cn zoo op straat. Hier bleef ik een oogenblik staan om na te den ken. wat ik nu weer doen zou. Er was geen sterveling op straat zoo vroeg in den mor gen, maar ik moest gauw zorgen voor een pak kleoren, nu stond ik in een verscheurde pantalon cn druipnat tot op het. hemd. Ik ging de straat op. mijn kousenvoeten maak ten de eerste afdruksels in do pasgevallcn sneeuw. De eerste? Neen, want toen ik goed keek, zag ik nog andere voetstappen, reeds half uitgewischt door de sneeuw, ook de straat opgaande. Dat moest Simon Colli- ver geweest zijn. Ik volgde die schreden een honderd meter ongeveer langs gesloten huizen. Plotseling hielden ze op bij een winkel deur en schenen zich toen weer te verwij deren. De winkel was gesloten, er hingen drie koperen ballen boven de deur. alle met een kopje van sneeuw bedekt. De ja* louzieën waren boven neergelaten, maar ik zag een lichtstreepje tusschen de latten. Ik likte aan. Een oogenblik daarna werd de deur open gedaan. Een leelijk gezicht van een man met roode oogen keek het raam uit en toen hij mij zag staan was hij sprakeloos van verbazing. Maar eindelijk hoorde ik een stem: „Wat wou u hebben??' „Ik wou een pak nieuwe kleeren koopen. Ik ben in het water gevallen cn ik ben door en door nat." Mompelend deed de lombardhouder de deur open cn liet mij binnen. De winkel was een vuile boel, zooals het er gewoonlijk in zulk een inrichting uit ziet. De kaars wierp een spookachtig licht op stoelen, klokken, kompassen, lijf sieraden, sauspannen, horloges, hoopen porselein en gedragen kleeren. die als rijen zelfmoordenaars langs den muur hin gen. 0\er het algemeen zag alles er ver vallen uit. Vlak tegenover mij, toen ik binnenkwam, zag ik een opgezetten pape gaai. die langzamerhand lot stof verging cn mij aanzag met een kwaadanrdigen blik uit een glazen oog. terwijl een af schuwelijke Chineesche afgod achter dc toonbank de tong uitstak met een krank zinnige uitdrukking. Maar ik aanschouwde dat alles met een vluchtige» blik en \es- tigde de oogen dadelijk op iets blinkends, dat op de toonbank lag. Dat iets was mijn eigen horloge. De man volgde mijn blik cn keek mij da delijk met verdenking aan; hij nam haas tig het horloge op cn legde het op een plank, toen ik zei' „Iloe komt u daar aan? ..Op een heel onschuldige wijze, mijn heer: daar kan ik een eed op doen. Ik heb het gekocht van een heer, die hier juist geweest is, hij wou het beleencn. Ik dacht, dat het Aan hem zelf was; dus, als u iemand Aan dc politie is, dan hoop ik „St'l maar vriend," zei ik. „ik ben niet van de politic, dus je behoeft niet bang te zijn. En toch. dat horloge is van mij; ik kan jc het nummer vertellen, als je mij riiet gelooft." fWordt vervolgd.)

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1929 | | pagina 5