WIJNHANDEL J. A. SCHOTERMAN Zn,
Gewas 1924 St. Emilion f 1.40 1 56-
„G1ESSEN—NIEUWKEKK" IN REVISIE
DOODEMANS ROTS.
UTR.STRAAT 17 - Gevestigd 1878 - TELEFOON 145
♦X Hirondelle" 16\18 Langestraat.
NIEUWE BERECHTING TE
AMSTERDAM
VERDUISTERINGEN BIJ
'N LANDSTORMVERBAND
FEUILLETON.
BIJZONDER AANBEVOLEN per flssch per anker
W. K. v. Ros sum Amersfoort.
Telephoon 407
Wij ontvingen de meuwe stalen van
MANTELEN JAPONSIOFFEN
«T VRAAGT ZICHT ZE.DIS G
Een overzicht van de verschillende
instanties dezer zaak
Bijna honderd getuigen
Nu Donderdag a.s. voor het gerechtshof
te Amsterdam de behandeling in revisie
zal aanvangen van de geruchtmakende
zaak, betrekking hebbend op den in 1923
gepleegden moord op den spoorwegwach
ter De Jong to Giessen-Nieuwkerk, is het
wellicht dienstig nog eens dc aandacht te
vestigen op de verschillende feiten, welke
er toe gameid hebben dat de Ilooge Raad
van de tenuitvoerlegging van het veroor-
deelend arrest van het Haagsche gerechts
hof ten aanzien van J. Teunissen en J. C.
Klunder, die ieder tei zake van dezen
moord waren veroordeeld tot vijftien jaren
gevangenisstraf, de schorsing bevolen en
de zaak ter nieuwe berechting naar het
Amsterdamsche Hof verwezen heeft.
Inmiddels hebben Klunder en Teunissen
ruim vier jaren in do gevangenis te Leeu
warden doorgebracht en bevindeh zij zich
thans als „verdachten" in het Huis van
Bewaring te Amsterdam.
In den nacht van 3 op 4 Augustus \an
het jaar 1923 werd de spoorwegwachter
Jacob dc Jong te Giessen-Nieuwkerk op de
spoorbaan, op ongeveer 400 meter afstand
van zijn woning, vermoord. Bij het krieken
van den dag werd het lijk van den ver
moorde nabij een seinpaal gevonden door
een inwoner van Giessen-Nieuwkerk, zeke
ren Kras. In den arm van het ontzielde
lichaam lag een ijzeren hamer met ijzeren
steel. De moord moet met dit voorwerp
zijn verricht, want het hoofd van den ver-
slageno bleek met een hamer verminkt te
zijn, o.a. waren schedel en jukbeenderen
ingeslagen. De dood moet dan ook dadelijk
zijn ingetreden.
Het door politie en justitie ingestelde on
derzoek leidde allereerst naar zekeren
Boxmeer, wiens daderschap aan het gru
welijk misdrijf aannemelijk werd gemaakt
door de verklaringen van den ijsventer
Mijnster, die o. m. had medegedeeld dat
hij Boxmeer in den omtrek had gezien.
Laatstgenoemde was echter zoo gelukkig,
dat hij ziju alibi volledigbewijzen kon.
Getuige Mijnster wist echter nog meer te
vertellen; zijn verklaringen kwamen hier
op neer dat de hamer, welke bij het lijk
was gevonden, het eigendom was van de
familie Kroon te Sliedrecht. Nu was in den
avond en den nacht van het gebeurde ten
huize van het echpaar Kroon een feestje
geweest, waaraan behalve door de Kroons
werd deelgenomen door zekeren Vermeer
en door J. C. Klunder cn J. Teunissen.
De laatste twee waren resp als arbeider
en onderbaas werkzaam bij het herstel
lingswerk langs de spoorlijn Dordrecht—
Hardmxveld. Door do aanwijzingen van
Mijnster werden «('under cn Teunissen ge
arresteerd, doch spoedig weer vrijgelaten,
In Februari 1925 werden beiden echter op
nieuw, als verdacht van den moord, in
arrest gesteld. 7.oowel Klunder als Teunis
sen bleven hun onschuld volhouden. Wat
betreft hun rlpelname aan het feestje bij
de Kroons kon uit hun verklaringen wor
den opgemaakt dat vrouw Kroon aan Teu
nissen, die toondertijd in Dordrecht woon
de, verzocht had, te haren huis te blijven
o\ ernachfen. Tennissen had hierin toege
stemd. doch hpf. -aadzamcr geacht eerst
een bedrag van 500. welkp som hij bij
zich droeg om den volgenden morgen aan
zijn arbeiders uit. te hetalcn, in veiligheid
te brengen bij zekeren (inmiddels overle
den) Bouwmeester, bij wien Klunder in de
kost was en die op een paar huizen af
stand van de Kroons woonde. Zoo zou
toen to ongeveer 11 uur Teunissen aan de
Kroons gezegd hebben, dat hij even weg
moest, zonde»* hiervan echter de reden op
te geven
Met Klunder heeft hij toen het huis der
Kroons verlaten en aan eerstgenoemde
heeft hij daarna ten huize van Bouwmees
ter het geld o verged»'ogen Belden zijn toen
naar dc woning de- Kroons teruggekeerd,
waar het gezellig avondje lot twee uur
's nachts is voortgezet Volgens do verkla
ringen der verdachter» zonder zij hoogstens
een kwartier zijn weggeweest zooda* zij
dus onmogelijk te Giessen-Nieuwkerk, dat
op 14 kilometer afstond van de woning'der
Kroons ligt. iemand hadden kunnen ver
moorden. Zij zouden toch in dat geva' in
een kwartier tijds fcn den moord gepleegd
èn in 't geheel achtentwintig kilometer
hebben moeten afleggen.
Dat het afwezig zijn van Klunder en
Teunissen niet langer dan eon kwartier
geduurd had verklaarden aanvankelijk ook
de beide Kroons, alsmede do dorde gast te
hunnen huize, Hendrik Vermeer. Boven
dien verklaarden zij dat zij den hamer,
die op het lijk van De Jong was gevon
den, nooit gezien hadden. De justitie nam
deze verklaringen echte»* nief aan er) na
dat de Kroons kort na den moord eerst
tien dagen en vee! later nog een veertig
dagen in voorarrest hadden gezeten, her
riepen zij bun aanvankelijke verklaringen
en verklaarden zij dat Klunder cn Tennis
sen van elf uur tot kwart voor één waren
weggeweest en voorts dat de hamer hun
eigendom was!
Wat Vermeer betreft, deze bleef zijn ver
klaring ten opzichte van den hamer vol
houden, na echtpr 70 dagen in voorarrest
te hebben doorgebracht wijzigde hij zijn
verklaring omtrent het afwezig geweest
zijn van Klunder en Teunissen in zooverre,
dat hij niet meer sprak van een kwartier,
maar van „geruimen tijd"....
Het was hoofdzakelijk op de verklarin
gen dezer hoofdgetuigen, dat Klunder on
Teunissen door do rechtbank te Dordrecht
aan den moord schuldig verklaard en dos-
wege ieder tot vijftien jaar gevangenis
straf veroordeeld werden Het gerechtshof
te Den Maag bevestigde dit vonnis in hoo-
ger beroep, waarna do llooge Raad het
cassatie-beroep verwierp.
De pogingen tot revisie.
Vrienden en verwanten van Klunder en
Teunissen, dio ondanks alles aan hun on
schuld waren blijven vasthouden, zaten
echter niet stil. Kr werden verschillendo
pogingen in het werk gesteld om revisie
van hot vonnis to verkrijgen. Hierbij die
nen de namen te worden genoemd van mr.
H. van Meertcn lo Den Haag, mr. J. de
Vrieze te Amsterdam cn mr. II. II. Roobol
te Arnhem. Eerstgenoemde, die op verzoek
van dc verdachten cassatie had aangetee-
kend tegen het arrest van het Ilaagsche
gerechtshof, (welk cassatieberoep, naar
men weet, werd verworpen) was bij bestu
dcering van do stukkon tot de conclusie
gekomen, dat hier van een gerechtelijke
dwaling moest worden gesproken Het on
derzoek van mr Vau Meerten, waarbij hij
krachtig werd torzijdo gestaan door den
freer C. P. Stuy. aannemer te Amersfoort
en zwager vun Teunissen, leidde echter
niet tot positieve resultaten. Hierna volgde
in Juni 1928 een revisie-verzoek door mr.
J. dc Vrieze, waarop eind 1928 de advocaat-
generaal bij den lloogcn Raad afwijzend
beschikte. Begin April 1.1. volgde hierna,
naar aanleiding van nieuwe recherches
van zijn kant, een revisie-verzoek van mr.
II. II. Roobol.
De Kroons verklaren onder
pressie gelogen te hebben.
7,66 was dus de stand van zaken, toen
het enkele dagen later den heer C. II.
Gcudeker. redacteur van „Het Volk",
mocht gelukken, het echtpaar Kroon tot
spréken to brengen. In een onderhoud, dal
in den avond van 8 April 1.1. plaats had
tusschen de Kroons cn de heeren Geudc-
ker en Roobol. deden oerstgenoemden de
volgende opzienbarende mededeclingen:
ten eerste: dat zij beiden gelogen hebben
ter terechtzitting, waarin de moordzaak
van Giessen-Nieuwkerk behandeld werd;
ten tweede; dat zij beiden hun verkla
ringen hebben aigelegd onder pressie van
justitie en politie, die hun, hetgeen zij heb
ben getuigd, hebben voorgelegd en hun be
dreigd met gevangenisstraf indien zij an
ders zouden verklaren;
ten derde, dat Klunder en Teunissen on
mogelijk den moord op Jacob do Jong kun
nen hebben gepleegd, daar zij slechts tien
minuten zijn weg geweest van het gezel
lige a\ondjc, dat op den bewusten dag ten
huize van do Kroons te Sliedrecht was ge
organiseerd,
ten vierde, dat de hamer, waarmede de
moord is gepleegd, hun eigendom niet was,
en dat de beide veroordeelden dit voor
werp dus niet kunnen hebben geleend;
ten vijfde* dat zij. nadat zij eerst tien da
gen en daarna nog gedurende veertig da
ger met nog een zekeren Vermeer (die 70
dagen werd opgesloten) in hechtenis waren
gehouden bezweken zijn voor clen drang,
die op lien door den rijksrechercheur Do
Jong. den gevangenisdirecteur, den substi-
luut-officicr mr. Kronenberg en den rech-
ter-commissaris mr. Bentford van Valken
burg te Dordrecht werd uitgeoefend, en de
bezwarende getuigenissen, welke hun door
deze heeren waren voorgeschreven, heb
ben afgelegd op welke verklaringen Teu
nissen en Klunder zijn veroordeeld.
De Kroons zouden dus onder pressie
meineed hebben gepleegd. In de op den
volgenden middag ten kantore van den pro
cureur-generaal bij den Hoogen Raad, mr.
A. Tak gehouden conferentie, waar mede
aanwezig waren de advocaat generaal mr.
S. E. J. M van Lier. de substituut-officier
der rechtbank te Dordrecht mr A. J. Kro
nenberg! mr II II Roobol. mr II. van Meer
ten cn de heeren C P. Stuy en C. H. Geu-
deker. zijn toon de stukken t.w een ge-
onder cle ijzeren bak, een kolossale hoe
veelheid goud en zilver, gedeeltelijk in sta
ven, gedeeltelijk in munten. Munten van
allerlei nationaliteiten, te veel om op te
noemen, uit alle oorden der wereld, wel
een bewijs van den srnaak \oor zeerooverij
in den meest algemeencn zin. De kist was
zoo ontzettend zwaar, dat er geen sprake
van was hem te transporteeren; wij moes
ten de schatten er dus uit nemen Het zon
derlingste van alles was een opgevouwen
stuk perkamentpapier, dat onder de juwee
len lag, boven op het geld. Het bevatte
slechts enkele woorden en luidde aldus:
„Fair Fortune wrecked, fair
Fortune found
And all but the finder, under
Ground".
Dit was zoover ik weet cle eenige poging
van mijn grootvader om gedichten te ma
ken; cn de toespeling op de schipbreuk
van de „Belle Fortune" is een toevallig
heid, die mij tot nu toe bezighoudt.
Een mooi fortuin gevonden.
En allen, behalve de vinder
Liggen onder den grond
De lezer zal tevergeefs in de opgaven van
verongelukte schepen dc geschiedenis van
dat ongelukkige schip zoeken Maar als hij
het verslag leest over een zeker schip de
„James and Elisabeth" genaamd, vergaan
op de kust var Cornwallis in den nacht
van 4 October 1849, dan zal hij begrijpen
dat dit het bedoelde schip was. Want dat
was de naam, dien de eenige overlevende
Georgio Rhodojani, een Griekscl) matroos,
genoemd heeft en onder dien naam staat
het schip ingeschreven
Indien zijn weetgierigheid hem een na
der onderzoek mocht laten instellen naar
dienzelfden Georgio Rhodojani, laat hij dan
op een mooien zomerdag een bezoek gaan
brengen in het krankzinnigengesticht te
Bodmin en wel de afdeeling voor patiën
Fair Fortune (Belle Fortune) schip
breuk geleden.
schrevon bekentenis van \rouw Kroon, als
mede cle volgens vrouw Kroon geschreven
opdracht van den rijksrechercheur De
Jong in handen gesteld van den substi-
tuut-officior van cle rechtbank to Dor
drecht.
Hierna zijn door den rechtcr-commissa-
ris mr. Van Aken te Dordrecht verschil
lende verhooren gehouden, waarbij de
Kroons, in verband met een mogelijke ver
volging wegens meineed werden bijgestaan
door mr. D den Hollander. Na hun verhoor
op 11 April werden zij 16 April d.a.v. op
nieuw verhoord, waarbij tegenwoordig was
do officier van justitie mr. Kronenberg. Op
17 April is vervolgens rijksrechercheur De
Jong gehoord cn in de dagen daarna nog
vele anderen.
Men weet dat mr. H. H. Roobol zijn oor
spronkelijk revisie-verzoek van begin April
1.1. ingetrokken en op 16 April da..v een
nieuw revisie-verzoek bij den Hoogen Raad
ingediend heeft, waarin behalve verschil
lende andere feiten, de verklaringen van
het echtpaar Kroon waren opgenomen.
Dit revisie-verzoek is op 3 Juni 1.1 door
den Hoogen Raad behandeld, welks hoog
ste rechtscollege op 10 Juni d.a.v. bij ver
vroeging uitspraak deed. De zaaV werd
zooals reeds in den aanvang vermeld
verwezen naar het Amsterdamsche ge
rechtshof, met bevel tot gevangenhouding
der beide veroordeelden.
Het aantal der thans gedagvaarde getui
gen a charge en A décharge bedraagt ver
over do honderd Het proces za1 dan ook
mede met het oog op het feit dat het in de
bedoeling ligt om Uveo dagen per week zit
ting te houden geruiracn tiid in beslag
nemen.
Volstaan wij tenslotte voorloopig met do
vermelding, wat de gc\o!gcn de»* revisie-
behandeling kunnen zijn Daarh»' zii voor
opgesteld dat' bet Hof verdachten nonjt een
zwaardere straf kan opleggen H"i Hof
kan óf het vroege gevelde vo""i>= handha
ven, óf dit vonnis geheel of gedee'teliik
vernietigen en opnieuw rech'doen Volgens
de wet moet het Hof in dit laalste geval
verdachten óf vrijspreken, óf ontdaan van
rechtsvervolging óf opnieuw veroordeeien,
met oplegging van een minder zware straf
Nader meldt men on6:
Naar wij vernemen komen op de lijst
van getuigen, die door hef Amsfer^emsch
gerechtshof gehoord zullen worden in ^er-
band mot de revisie behandeling van de
strafzaak Gtes6en—Nieuwkerk dr- nemer»
voor van 97 personen. Van de zijd'- ven den
procureur-generaal ziiri f.i getuigov» gedag,
vaard. terwijl de voorzitter van hef ge
rechtshof 12 getuigen gedagvaard heeft
De verdedigers hebber, voorts 24 getuigen
a, décharge laten dagvaarden.
SPELEN OP DE TRAMLIJN.
Maandag is te Laren (Gr.) het zes-jarig
zoontje van den heer Klinker dat op de
tramlijn speelde cn trachtte een tramwn
gen op to duwen, door dezen wagen over
reden toen de locomotief eraan werd ge
koppeld. Eenige uren later is het kind aan
Ie bekomen verwondingen overleden.
DE STAKING IN HET HOUTBEDRIJF.
Nieuwe besprekingen.
Donderdagmiddag worden in de „Indus-
trieele Club" te Amsterdam de besprekin
gen tusschen werkgevers cn werknemers
over de ilkwidatie van het conflict in de
houtindustrie voortgezet.
FABRIEKSBRAND TE LOON OP ZAND.
Leerlooierij in asch gelegd.
Gisternacht is te Loon op Zand door on
bekende oorzaak afgebrand dc stoomleer-
looierij van de gebr. Brands. Een belendend
perceel werd ook door het vuur aangetast,
maar kon behouden blijven.
ten met eigen verpleging cn bediening
Daar zal hij iets zeer zonderlings aau-
schouwen.
Op een paar tuinstoelen tegen den zon
nigen muur zitten twee personen een
man en een vrouw. De man is oud cn ver
vallen, omtrent zeven en zestig jaar oud;
maar de vrouw is negentig. Het is zijn
moeder; als zij daar zitten voert zij hem
lekkernijen en vruchten zoo lief en zorg
zaam alsof hij een kind was. Ilij neemt ze
aan, rnaar neemt geen notitie van haar;
als hij genoeg heeft gehad, staat hij op en
loopt den tuin in, terwijl hij een liedje
neuriet, dat aldus luidt:
„Zing hoera voor het huiswaarts varen
de volk.
„Hoezee voor de dronken bemanning!
„Zijn kameraden liggen dood cn ver
dronken in 't rond
„De duivel nam wat z'n deel hij vond
„Zing hoera, hij wacht nu op u!"
Dit is het eenige lied dat hij zingt en
ilan loopt hij uren lang de zandpaden door,
altijd maar zachtjes zingende cn preve
lend. Maar soms blijft hij lang zitten naast
zijn moeder en laat haar zijn hand stree-
len. Zij spreken nooit een woord.
Do menschen zeggen dat zij even krank
zinnig is ais haar zoon, maar zij woont in
de stad buiten do eigenlijke stad en komt
iederen dag haar zoon bezoeken. Zij ziet er
zeker al heel merkwaardig uit, want haai
huid is schitterend en opvallend geel van
kleur en haar handen zijn belader, met
diamanten Als ge haar voorbij loopt zal zt
u aanzien met volkomen onverschillige
vage oog»m; maar als zij zuchtend vnr
hoar zoon vertrekt, zie haar dan nog een*
aan. dar zult ge opmerken hoe verlangend
zij uitziet naar een bewijs van liefde oi
het gelaat van dien zoon, dus dan merkt
ge wel dat die blik iets bcteekent.
Niemand heeft mevrouw Luttrell ooi»
weer gezien na dat oogenblik toen ik haai
onder aan het trapje bij de rivier zag
staan, wuivende met haar blanke armen
Een luitenant en twee sergeant
majoors beklaagden
Voor het Hoog Militair
Gerechtshof
De advocaat fiscaal bij het hoog militair
gerechtshof vorderde gisteren bevestiging
van het vonnis van den krijgsraad te Den
Bosch waarbij de gadetinoordon 1ste luite
nant C. H. van het 9cte regiment infanterie»
te Leiden werkzaam bij landstormverband
aldaar, wegens verduistering is veroordeeld
tot 8 maanden gevangenisstraf en ontslag
uit militairo dienst.
Beklaagde, die de hem ten laste gelegde
feiten erkende, drong evenals zijn verde
diger, Mr. Bourlier, aan op voorwaardelijke
veroordeeling.
Eveneens werd bevestiging gevraagd van
de vonnissen in hiermee verband houden
de zaken tegen de sergeant majoors ad
ministrateur E. en van der II., die resp. zijn
veroordeeld tot 8 maanden gevangenisstraf
met ontslag uit den militairen dienst en
tot. 2 maanden gevangenisstraf met degra
datie tot soldaat.
De uitspraken volgen later.
NUT DER ISRAËLIETEN.
Een vergadering te Amsterdam,
Te Amsterdam heeft Zondag de jaarlijk-
sche algemceiiü vergadering plaats gehad
van cle Maatschappij tot Nut der Israëlie
ten in Nederland.
Dc vergadering werd geopend door den
voorzitter Prof. Dr. J. L. Palache, die in zijn
openingsrede allereerst er aan herinnerde,
dat «le voorzitter van de afdeeling Gronin
gen, die ditmaal de jaarvergadering zou
ontvangen, de heer Siegfried Polak, voor
eenige weken plotseling is overleden, waar
door in plaats van te Groningen, de verga
dering thans te Amsterdam werd gehou
den. Ook de heer Herschel, bestuurder van
de afd. Amersfoort, werd door den voorzit
ter herdacht, welke woorden staande door
de vergadering werden aangehoord.
Prof Palacbe herinnerde er aan, dat het
Nut op 4 Maart j.l. tachtig jaar bestaan
heeft, welk feit niet feestelijk is herdacht.
Verder memoreerde de spreker in zijn rede
den gedenkdag van Mozes Mendolssohns ge-
booite, juist. 200 jaar geleden. Prof. Palache
meende te kunnen constatceren, dat het
Jodendom zich niet meer groepeert om eer
bepaald milieu, maar dat veeleer verschil
lende groepen zich gevormd hebben, die
ieder een afzonderlijk cn speciaal midden-
ount. hpbben, waarom de groep zich vorm*.
De aftredende leden van het. Hoofdbe
stuur, Dr. J. Lankhout, L. Ph. Bendiks. A.
J. M«ndes Da Co6ta cn L. Hirsch werden
herkozen.
Het verslag van den secretaris notaris J.
Sanders gaf geen aanleiding tot opmerking,
evenmin als de rekening en verantwoording
van den penningmeester, den heer Van
Dien, die werd goedgekeurd.
Hierna hield de heer Siegfried van Praag
een lezing over do Gheltoziel.
VROUWELIJKE STUDENTEN TE
LEIDEN.
Bij de Verecniging voor Vrouwelijke Stu
denten te Leiden hebben zich heden 110
nieuwe leden laten inschrijven. Het vorig
jaar was dit getal 125. Later zijn er toen
nog een 10-tal leden bijgekomen, hetgeen
vermoedelijk ook dit jaar het geval zal
zijn.
De nieuwe leden zijn over do verschil
lende faculteiten verdeeld als volgtRech
ten 40, letteren enwijsbegeerte 24, wis- en
natuurkunde 25, theologie 1 en genees
kunde 20.
en roeponde: „Dood hem! dood bem!" Ik
heb allo mogelijke nasporingen gedaan,
maar ik kon niets ontdekken. Het bootje
had mon gevonden, het was naar Greves-
end gedre\cn, maar volkomen leeg. Het is
haast niet mogelijk dat zij nog leeft, dus
al weer één slachtoffer meer op rekening
te schrijven van den Grooten Robijn
Toen ik haar moeder tevergeefs had ge
zocht, liet ik Claire's lijk overbrengen
naar Polkimbra. Daar ligt zij begraven
naast mijn vador cn mijn moeder op het
kleine kerkhof. Boven haar hoofd 6taat
een witte steen mot de eukole woorden:
„Ter herinnering aan C. L., gestorven 23
December 1863. Liefde is sterker dan de
dood".
Do inwoners van Polkimbra vertellen
allerlei verhalen omtrent dat graf, maar
als het er op aankomt, schudden zij het
hoofd cn zeggen:
„Vraag het maar aan mijnheer Treno-
weth, daar ginds op Lantrig. Men zegt dat.
zij een actrice was en dat hij haar liefhad.
In ieder geval hij gaat telkens naar het
kerkhof, daar zal je hem wel zien, maar
kom niet te dicht bij hem, want dan zou
je bang wezen voor zijn oogen."
En ik? Nadat de schat verdeeld wastus
schcn mij cn het gouvernement had ik
nog een aanzienlijk fortuin over. Het een!
ge gebruik dat ik er van maakte was Lan-
irig terug te koopen, het huis van een ge
slacht dat met mij zal uitsterven. Aan den
middelste» balk van de zitkamer hangt de
sleutel van mijn grootvader weer, bedekt
met spinnewebben, even dicht als toen
mijn vader heenging om den schat te zoe
ken Daar leid ik een eenzaam leven
eon oudo man, ofschoon ik nauwelijks den
middelbaren leeftijd heb bereikt. Want al
mijn hoop en verwachtingen van bet leven
zijn begraven in het graf, waar mijn lieve
Clairo ligt en mijn ziel zal voor eeuwig
liggen onder den vloek, even diep begra
ven als de Groote Robijn onder de scha*
duw van de Doodemans Rots.
einde, nmwmi
Openhartigheid en oprechtheid bestaan
niet daarin, dat men alles zegt, wat men
meent, maar wel, dat men alles meent, wal
men zegu
Naar het Engelscb van
A. T. QUILLER—COUCH.
7L
Éénmaal heb ik in zijn roode hart geke
ken en dit was het wat ik las: verraad, he-
geerigheid, roofzucht: strijd en moord en
plotselinge dood*, middernachtelijk getier
en vergif in den beker, een vloek die luid
de: Evenals het hart van den Robijn rood
is als bloed cn de oogen als een vlammend
vuur, zoo zal het wezen voor hen die er
zich van willen meester maken: Vuur zal
hun deel wezen en bloed hun erfdeel voor
immer."
Van dien vloek waren wij de beide eenige
overlevenden. En wat waren wij, dien
nacht toen wij daar stonden aan den oever
der zee met dien laatsten helleglans nog
schitterend in onze oogon?
De ecne een eenzame en gebroken man,
de andere
Ik keerde mij om en keek naar Colliver.
Hij zat gedoken tegen den rand van den
kuil. Met zijn donkere oogen keek hij mij
peinzend aan. Er was niet meer gezondheid
van geesL, niet meer verstand in die oogen
dan in het hart van den grooten Robijn
Hem aanziende begreep ik dat hij onge
neeslijk krankzinnig was en ik begreep
eveneens dat mijn behoefte aan wraak
voor altijd van mij was afgenomen.
Zoo stonden wij nog toen een golfje te
gen de kust sloeg en het schuim vloeide
over den rand van den kuil in de kist. Ik
keerde mij om. De vloed kwam snel op en
iou ons over een paar minuten overstroo
men. Ik greep Colliver bij den schouder,
wees naar het water en trachtte het hem
aan het verstand te brengen; maar de
krankzinnige was weer begonnen met de
juweelen te spelen. Ik schudde hem, maar
hij bleef maar wouwelcn en zingen. En nu
stroomde de eene golf voor en de andere na
over ons heen, maakte ons door en door
nat cn vormde lichtende plasjes tus
schen de juweelen.
Er was geen tijd le verliezen. Ik trok
den waanzinnige achteruit, stampte het
deksel dicht, slool de kist cn haalde er den
sleutel uit; toen pakte ik Colliver in mijn
armen, lichtte hern op uit den kuil en zet
te hem neer. Daarna sprong ik er zelf uit,
greep de spade en maakte de vochtige aar
de zoo goed vast als ik maar kon, nadat ik
het gat aangevuld had; cn toen was het
tijd om heen te gaan. want de vloed kwam
opzetten. Colliver bleef rustig al dien tijd
naast mij staan, terwijl de schat, langza
merhand uit 't gezicht verdween; alleen
sprak hij nu en dan eenige onsamenhan
gende woorden en begon dan weder kalm
te kijken naar hetgeen ik uitvoerde.
Toen dat alles was afgeloopen, vatte ik
mijn metgezel bij de hand, L.*acht hem de
duinen op, zoodat dc vloed ons niet herei
ken kon en bleef daar naast hem zitteD
totdat het dag werd.
En daar vonden zij ons den volgenden
morgen dicht bij de Doodemans Rots, ter
wijl de flauwe klank der klokken van
Polkimbra tot ons kwamen die het Kerst
feest inluidden:
„Vrede op aarde! in menschen een wel
behagen!"
45
Er is niet veel meer te vertellen. Den
volgenden dag. bij ebbe-tijd, werd met be
hulp van Joe Roscoria (die nog gezond en
flink was) en een paar visschers uit Pol
kimbra, die ik nog ven vroeger kende, de
rest van mijn grootvaders schat in veilig
heid gebracht.
In de ijzeren kist vond ik, behalve de
juweelen, waarvan ik reeds gesproken heb,