WIJNHANDEL J. A. SCHOTERMAN Zn, Gewas 1924 St. Emilion f 1.40 1 56- „G1ESSEN—NIEUWKEKK" IN REVISIE DOODEMANS ROTS. UTR.STRAAT 17 - Gevestigd 1878 - TELEFOON 145 ♦X Hirondelle" 16\18 Langestraat. NIEUWE BERECHTING TE AMSTERDAM VERDUISTERINGEN BIJ 'N LANDSTORMVERBAND FEUILLETON. BIJZONDER AANBEVOLEN per flssch per anker W. K. v. Ros sum Amersfoort. Telephoon 407 Wij ontvingen de meuwe stalen van MANTELEN JAPONSIOFFEN «T VRAAGT ZICHT ZE.DIS G Een overzicht van de verschillende instanties dezer zaak Bijna honderd getuigen Nu Donderdag a.s. voor het gerechtshof te Amsterdam de behandeling in revisie zal aanvangen van de geruchtmakende zaak, betrekking hebbend op den in 1923 gepleegden moord op den spoorwegwach ter De Jong to Giessen-Nieuwkerk, is het wellicht dienstig nog eens dc aandacht te vestigen op de verschillende feiten, welke er toe gameid hebben dat de Ilooge Raad van de tenuitvoerlegging van het veroor- deelend arrest van het Haagsche gerechts hof ten aanzien van J. Teunissen en J. C. Klunder, die ieder tei zake van dezen moord waren veroordeeld tot vijftien jaren gevangenisstraf, de schorsing bevolen en de zaak ter nieuwe berechting naar het Amsterdamsche Hof verwezen heeft. Inmiddels hebben Klunder en Teunissen ruim vier jaren in do gevangenis te Leeu warden doorgebracht en bevindeh zij zich thans als „verdachten" in het Huis van Bewaring te Amsterdam. In den nacht van 3 op 4 Augustus \an het jaar 1923 werd de spoorwegwachter Jacob dc Jong te Giessen-Nieuwkerk op de spoorbaan, op ongeveer 400 meter afstand van zijn woning, vermoord. Bij het krieken van den dag werd het lijk van den ver moorde nabij een seinpaal gevonden door een inwoner van Giessen-Nieuwkerk, zeke ren Kras. In den arm van het ontzielde lichaam lag een ijzeren hamer met ijzeren steel. De moord moet met dit voorwerp zijn verricht, want het hoofd van den ver- slageno bleek met een hamer verminkt te zijn, o.a. waren schedel en jukbeenderen ingeslagen. De dood moet dan ook dadelijk zijn ingetreden. Het door politie en justitie ingestelde on derzoek leidde allereerst naar zekeren Boxmeer, wiens daderschap aan het gru welijk misdrijf aannemelijk werd gemaakt door de verklaringen van den ijsventer Mijnster, die o. m. had medegedeeld dat hij Boxmeer in den omtrek had gezien. Laatstgenoemde was echter zoo gelukkig, dat hij ziju alibi volledigbewijzen kon. Getuige Mijnster wist echter nog meer te vertellen; zijn verklaringen kwamen hier op neer dat de hamer, welke bij het lijk was gevonden, het eigendom was van de familie Kroon te Sliedrecht. Nu was in den avond en den nacht van het gebeurde ten huize van het echpaar Kroon een feestje geweest, waaraan behalve door de Kroons werd deelgenomen door zekeren Vermeer en door J. C. Klunder cn J. Teunissen. De laatste twee waren resp als arbeider en onderbaas werkzaam bij het herstel lingswerk langs de spoorlijn Dordrecht— Hardmxveld. Door do aanwijzingen van Mijnster werden «('under cn Teunissen ge arresteerd, doch spoedig weer vrijgelaten, In Februari 1925 werden beiden echter op nieuw, als verdacht van den moord, in arrest gesteld. 7.oowel Klunder als Teunis sen bleven hun onschuld volhouden. Wat betreft hun rlpelname aan het feestje bij de Kroons kon uit hun verklaringen wor den opgemaakt dat vrouw Kroon aan Teu nissen, die toondertijd in Dordrecht woon de, verzocht had, te haren huis te blijven o\ ernachfen. Tennissen had hierin toege stemd. doch hpf. -aadzamcr geacht eerst een bedrag van 500. welkp som hij bij zich droeg om den volgenden morgen aan zijn arbeiders uit. te hetalcn, in veiligheid te brengen bij zekeren (inmiddels overle den) Bouwmeester, bij wien Klunder in de kost was en die op een paar huizen af stand van de Kroons woonde. Zoo zou toen to ongeveer 11 uur Teunissen aan de Kroons gezegd hebben, dat hij even weg moest, zonde»* hiervan echter de reden op te geven Met Klunder heeft hij toen het huis der Kroons verlaten en aan eerstgenoemde heeft hij daarna ten huize van Bouwmees ter het geld o verged»'ogen Belden zijn toen naar dc woning de- Kroons teruggekeerd, waar het gezellig avondje lot twee uur 's nachts is voortgezet Volgens do verkla ringen der verdachter» zonder zij hoogstens een kwartier zijn weggeweest zooda* zij dus onmogelijk te Giessen-Nieuwkerk, dat op 14 kilometer afstond van de woning'der Kroons ligt. iemand hadden kunnen ver moorden. Zij zouden toch in dat geva' in een kwartier tijds fcn den moord gepleegd èn in 't geheel achtentwintig kilometer hebben moeten afleggen. Dat het afwezig zijn van Klunder en Teunissen niet langer dan eon kwartier geduurd had verklaarden aanvankelijk ook de beide Kroons, alsmede do dorde gast te hunnen huize, Hendrik Vermeer. Boven dien verklaarden zij dat zij den hamer, die op het lijk van De Jong was gevon den, nooit gezien hadden. De justitie nam deze verklaringen echte»* nief aan er) na dat de Kroons kort na den moord eerst tien dagen en vee! later nog een veertig dagen in voorarrest hadden gezeten, her riepen zij bun aanvankelijke verklaringen en verklaarden zij dat Klunder cn Tennis sen van elf uur tot kwart voor één waren weggeweest en voorts dat de hamer hun eigendom was! Wat Vermeer betreft, deze bleef zijn ver klaring ten opzichte van den hamer vol houden, na echtpr 70 dagen in voorarrest te hebben doorgebracht wijzigde hij zijn verklaring omtrent het afwezig geweest zijn van Klunder en Teunissen in zooverre, dat hij niet meer sprak van een kwartier, maar van „geruimen tijd".... Het was hoofdzakelijk op de verklarin gen dezer hoofdgetuigen, dat Klunder on Teunissen door do rechtbank te Dordrecht aan den moord schuldig verklaard en dos- wege ieder tot vijftien jaar gevangenis straf veroordeeld werden Het gerechtshof te Den Maag bevestigde dit vonnis in hoo- ger beroep, waarna do llooge Raad het cassatie-beroep verwierp. De pogingen tot revisie. Vrienden en verwanten van Klunder en Teunissen, dio ondanks alles aan hun on schuld waren blijven vasthouden, zaten echter niet stil. Kr werden verschillendo pogingen in het werk gesteld om revisie van hot vonnis to verkrijgen. Hierbij die nen de namen te worden genoemd van mr. H. van Meertcn lo Den Haag, mr. J. de Vrieze te Amsterdam cn mr. II. II. Roobol te Arnhem. Eerstgenoemde, die op verzoek van dc verdachten cassatie had aangetee- kend tegen het arrest van het Ilaagsche gerechtshof, (welk cassatieberoep, naar men weet, werd verworpen) was bij bestu dcering van do stukkon tot de conclusie gekomen, dat hier van een gerechtelijke dwaling moest worden gesproken Het on derzoek van mr Vau Meerten, waarbij hij krachtig werd torzijdo gestaan door den freer C. P. Stuy. aannemer te Amersfoort en zwager vun Teunissen, leidde echter niet tot positieve resultaten. Hierna volgde in Juni 1928 een revisie-verzoek door mr. J. dc Vrieze, waarop eind 1928 de advocaat- generaal bij den lloogcn Raad afwijzend beschikte. Begin April 1.1. volgde hierna, naar aanleiding van nieuwe recherches van zijn kant, een revisie-verzoek van mr. II. II. Roobol. De Kroons verklaren onder pressie gelogen te hebben. 7,66 was dus de stand van zaken, toen het enkele dagen later den heer C. II. Gcudeker. redacteur van „Het Volk", mocht gelukken, het echtpaar Kroon tot spréken to brengen. In een onderhoud, dal in den avond van 8 April 1.1. plaats had tusschen de Kroons cn de heeren Geudc- ker en Roobol. deden oerstgenoemden de volgende opzienbarende mededeclingen: ten eerste: dat zij beiden gelogen hebben ter terechtzitting, waarin de moordzaak van Giessen-Nieuwkerk behandeld werd; ten tweede; dat zij beiden hun verkla ringen hebben aigelegd onder pressie van justitie en politie, die hun, hetgeen zij heb ben getuigd, hebben voorgelegd en hun be dreigd met gevangenisstraf indien zij an ders zouden verklaren; ten derde, dat Klunder en Teunissen on mogelijk den moord op Jacob do Jong kun nen hebben gepleegd, daar zij slechts tien minuten zijn weg geweest van het gezel lige a\ondjc, dat op den bewusten dag ten huize van do Kroons te Sliedrecht was ge organiseerd, ten vierde, dat de hamer, waarmede de moord is gepleegd, hun eigendom niet was, en dat de beide veroordeelden dit voor werp dus niet kunnen hebben geleend; ten vijfde* dat zij. nadat zij eerst tien da gen en daarna nog gedurende veertig da ger met nog een zekeren Vermeer (die 70 dagen werd opgesloten) in hechtenis waren gehouden bezweken zijn voor clen drang, die op lien door den rijksrechercheur Do Jong. den gevangenisdirecteur, den substi- luut-officicr mr. Kronenberg en den rech- ter-commissaris mr. Bentford van Valken burg te Dordrecht werd uitgeoefend, en de bezwarende getuigenissen, welke hun door deze heeren waren voorgeschreven, heb ben afgelegd op welke verklaringen Teu nissen en Klunder zijn veroordeeld. De Kroons zouden dus onder pressie meineed hebben gepleegd. In de op den volgenden middag ten kantore van den pro cureur-generaal bij den Hoogen Raad, mr. A. Tak gehouden conferentie, waar mede aanwezig waren de advocaat generaal mr. S. E. J. M van Lier. de substituut-officier der rechtbank te Dordrecht mr A. J. Kro nenberg! mr II II Roobol. mr II. van Meer ten cn de heeren C P. Stuy en C. H. Geu- deker. zijn toon de stukken t.w een ge- onder cle ijzeren bak, een kolossale hoe veelheid goud en zilver, gedeeltelijk in sta ven, gedeeltelijk in munten. Munten van allerlei nationaliteiten, te veel om op te noemen, uit alle oorden der wereld, wel een bewijs van den srnaak \oor zeerooverij in den meest algemeencn zin. De kist was zoo ontzettend zwaar, dat er geen sprake van was hem te transporteeren; wij moes ten de schatten er dus uit nemen Het zon derlingste van alles was een opgevouwen stuk perkamentpapier, dat onder de juwee len lag, boven op het geld. Het bevatte slechts enkele woorden en luidde aldus: „Fair Fortune wrecked, fair Fortune found And all but the finder, under Ground". Dit was zoover ik weet cle eenige poging van mijn grootvader om gedichten te ma ken; cn de toespeling op de schipbreuk van de „Belle Fortune" is een toevallig heid, die mij tot nu toe bezighoudt. Een mooi fortuin gevonden. En allen, behalve de vinder Liggen onder den grond De lezer zal tevergeefs in de opgaven van verongelukte schepen dc geschiedenis van dat ongelukkige schip zoeken Maar als hij het verslag leest over een zeker schip de „James and Elisabeth" genaamd, vergaan op de kust var Cornwallis in den nacht van 4 October 1849, dan zal hij begrijpen dat dit het bedoelde schip was. Want dat was de naam, dien de eenige overlevende Georgio Rhodojani, een Griekscl) matroos, genoemd heeft en onder dien naam staat het schip ingeschreven Indien zijn weetgierigheid hem een na der onderzoek mocht laten instellen naar dienzelfden Georgio Rhodojani, laat hij dan op een mooien zomerdag een bezoek gaan brengen in het krankzinnigengesticht te Bodmin en wel de afdeeling voor patiën Fair Fortune (Belle Fortune) schip breuk geleden. schrevon bekentenis van \rouw Kroon, als mede cle volgens vrouw Kroon geschreven opdracht van den rijksrechercheur De Jong in handen gesteld van den substi- tuut-officior van cle rechtbank to Dor drecht. Hierna zijn door den rechtcr-commissa- ris mr. Van Aken te Dordrecht verschil lende verhooren gehouden, waarbij de Kroons, in verband met een mogelijke ver volging wegens meineed werden bijgestaan door mr. D den Hollander. Na hun verhoor op 11 April werden zij 16 April d.a.v. op nieuw verhoord, waarbij tegenwoordig was do officier van justitie mr. Kronenberg. Op 17 April is vervolgens rijksrechercheur De Jong gehoord cn in de dagen daarna nog vele anderen. Men weet dat mr. H. H. Roobol zijn oor spronkelijk revisie-verzoek van begin April 1.1. ingetrokken en op 16 April da..v een nieuw revisie-verzoek bij den Hoogen Raad ingediend heeft, waarin behalve verschil lende andere feiten, de verklaringen van het echtpaar Kroon waren opgenomen. Dit revisie-verzoek is op 3 Juni 1.1 door den Hoogen Raad behandeld, welks hoog ste rechtscollege op 10 Juni d.a.v. bij ver vroeging uitspraak deed. De zaaV werd zooals reeds in den aanvang vermeld verwezen naar het Amsterdamsche ge rechtshof, met bevel tot gevangenhouding der beide veroordeelden. Het aantal der thans gedagvaarde getui gen a charge en A décharge bedraagt ver over do honderd Het proces za1 dan ook mede met het oog op het feit dat het in de bedoeling ligt om Uveo dagen per week zit ting te houden geruiracn tiid in beslag nemen. Volstaan wij tenslotte voorloopig met do vermelding, wat de gc\o!gcn de»* revisie- behandeling kunnen zijn Daarh»' zii voor opgesteld dat' bet Hof verdachten nonjt een zwaardere straf kan opleggen H"i Hof kan óf het vroege gevelde vo""i>= handha ven, óf dit vonnis geheel of gedee'teliik vernietigen en opnieuw rech'doen Volgens de wet moet het Hof in dit laalste geval verdachten óf vrijspreken, óf ontdaan van rechtsvervolging óf opnieuw veroordeeien, met oplegging van een minder zware straf Nader meldt men on6: Naar wij vernemen komen op de lijst van getuigen, die door hef Amsfer^emsch gerechtshof gehoord zullen worden in ^er- band mot de revisie behandeling van de strafzaak Gtes6en—Nieuwkerk dr- nemer» voor van 97 personen. Van de zijd'- ven den procureur-generaal ziiri f.i getuigov» gedag, vaard. terwijl de voorzitter van hef ge rechtshof 12 getuigen gedagvaard heeft De verdedigers hebber, voorts 24 getuigen a, décharge laten dagvaarden. SPELEN OP DE TRAMLIJN. Maandag is te Laren (Gr.) het zes-jarig zoontje van den heer Klinker dat op de tramlijn speelde cn trachtte een tramwn gen op to duwen, door dezen wagen over reden toen de locomotief eraan werd ge koppeld. Eenige uren later is het kind aan Ie bekomen verwondingen overleden. DE STAKING IN HET HOUTBEDRIJF. Nieuwe besprekingen. Donderdagmiddag worden in de „Indus- trieele Club" te Amsterdam de besprekin gen tusschen werkgevers cn werknemers over de ilkwidatie van het conflict in de houtindustrie voortgezet. FABRIEKSBRAND TE LOON OP ZAND. Leerlooierij in asch gelegd. Gisternacht is te Loon op Zand door on bekende oorzaak afgebrand dc stoomleer- looierij van de gebr. Brands. Een belendend perceel werd ook door het vuur aangetast, maar kon behouden blijven. ten met eigen verpleging cn bediening Daar zal hij iets zeer zonderlings aau- schouwen. Op een paar tuinstoelen tegen den zon nigen muur zitten twee personen een man en een vrouw. De man is oud cn ver vallen, omtrent zeven en zestig jaar oud; maar de vrouw is negentig. Het is zijn moeder; als zij daar zitten voert zij hem lekkernijen en vruchten zoo lief en zorg zaam alsof hij een kind was. Ilij neemt ze aan, rnaar neemt geen notitie van haar; als hij genoeg heeft gehad, staat hij op en loopt den tuin in, terwijl hij een liedje neuriet, dat aldus luidt: „Zing hoera voor het huiswaarts varen de volk. „Hoezee voor de dronken bemanning! „Zijn kameraden liggen dood cn ver dronken in 't rond „De duivel nam wat z'n deel hij vond „Zing hoera, hij wacht nu op u!" Dit is het eenige lied dat hij zingt en ilan loopt hij uren lang de zandpaden door, altijd maar zachtjes zingende cn preve lend. Maar soms blijft hij lang zitten naast zijn moeder en laat haar zijn hand stree- len. Zij spreken nooit een woord. Do menschen zeggen dat zij even krank zinnig is ais haar zoon, maar zij woont in de stad buiten do eigenlijke stad en komt iederen dag haar zoon bezoeken. Zij ziet er zeker al heel merkwaardig uit, want haai huid is schitterend en opvallend geel van kleur en haar handen zijn belader, met diamanten Als ge haar voorbij loopt zal zt u aanzien met volkomen onverschillige vage oog»m; maar als zij zuchtend vnr hoar zoon vertrekt, zie haar dan nog een* aan. dar zult ge opmerken hoe verlangend zij uitziet naar een bewijs van liefde oi het gelaat van dien zoon, dus dan merkt ge wel dat die blik iets bcteekent. Niemand heeft mevrouw Luttrell ooi» weer gezien na dat oogenblik toen ik haai onder aan het trapje bij de rivier zag staan, wuivende met haar blanke armen Een luitenant en twee sergeant majoors beklaagden Voor het Hoog Militair Gerechtshof De advocaat fiscaal bij het hoog militair gerechtshof vorderde gisteren bevestiging van het vonnis van den krijgsraad te Den Bosch waarbij de gadetinoordon 1ste luite nant C. H. van het 9cte regiment infanterie» te Leiden werkzaam bij landstormverband aldaar, wegens verduistering is veroordeeld tot 8 maanden gevangenisstraf en ontslag uit militairo dienst. Beklaagde, die de hem ten laste gelegde feiten erkende, drong evenals zijn verde diger, Mr. Bourlier, aan op voorwaardelijke veroordeeling. Eveneens werd bevestiging gevraagd van de vonnissen in hiermee verband houden de zaken tegen de sergeant majoors ad ministrateur E. en van der II., die resp. zijn veroordeeld tot 8 maanden gevangenisstraf met ontslag uit den militairen dienst en tot. 2 maanden gevangenisstraf met degra datie tot soldaat. De uitspraken volgen later. NUT DER ISRAËLIETEN. Een vergadering te Amsterdam, Te Amsterdam heeft Zondag de jaarlijk- sche algemceiiü vergadering plaats gehad van cle Maatschappij tot Nut der Israëlie ten in Nederland. Dc vergadering werd geopend door den voorzitter Prof. Dr. J. L. Palache, die in zijn openingsrede allereerst er aan herinnerde, dat «le voorzitter van de afdeeling Gronin gen, die ditmaal de jaarvergadering zou ontvangen, de heer Siegfried Polak, voor eenige weken plotseling is overleden, waar door in plaats van te Groningen, de verga dering thans te Amsterdam werd gehou den. Ook de heer Herschel, bestuurder van de afd. Amersfoort, werd door den voorzit ter herdacht, welke woorden staande door de vergadering werden aangehoord. Prof Palacbe herinnerde er aan, dat het Nut op 4 Maart j.l. tachtig jaar bestaan heeft, welk feit niet feestelijk is herdacht. Verder memoreerde de spreker in zijn rede den gedenkdag van Mozes Mendolssohns ge- booite, juist. 200 jaar geleden. Prof. Palache meende te kunnen constatceren, dat het Jodendom zich niet meer groepeert om eer bepaald milieu, maar dat veeleer verschil lende groepen zich gevormd hebben, die ieder een afzonderlijk cn speciaal midden- ount. hpbben, waarom de groep zich vorm*. De aftredende leden van het. Hoofdbe stuur, Dr. J. Lankhout, L. Ph. Bendiks. A. J. M«ndes Da Co6ta cn L. Hirsch werden herkozen. Het verslag van den secretaris notaris J. Sanders gaf geen aanleiding tot opmerking, evenmin als de rekening en verantwoording van den penningmeester, den heer Van Dien, die werd goedgekeurd. Hierna hield de heer Siegfried van Praag een lezing over do Gheltoziel. VROUWELIJKE STUDENTEN TE LEIDEN. Bij de Verecniging voor Vrouwelijke Stu denten te Leiden hebben zich heden 110 nieuwe leden laten inschrijven. Het vorig jaar was dit getal 125. Later zijn er toen nog een 10-tal leden bijgekomen, hetgeen vermoedelijk ook dit jaar het geval zal zijn. De nieuwe leden zijn over do verschil lende faculteiten verdeeld als volgtRech ten 40, letteren enwijsbegeerte 24, wis- en natuurkunde 25, theologie 1 en genees kunde 20. en roeponde: „Dood hem! dood bem!" Ik heb allo mogelijke nasporingen gedaan, maar ik kon niets ontdekken. Het bootje had mon gevonden, het was naar Greves- end gedre\cn, maar volkomen leeg. Het is haast niet mogelijk dat zij nog leeft, dus al weer één slachtoffer meer op rekening te schrijven van den Grooten Robijn Toen ik haar moeder tevergeefs had ge zocht, liet ik Claire's lijk overbrengen naar Polkimbra. Daar ligt zij begraven naast mijn vador cn mijn moeder op het kleine kerkhof. Boven haar hoofd 6taat een witte steen mot de eukole woorden: „Ter herinnering aan C. L., gestorven 23 December 1863. Liefde is sterker dan de dood". Do inwoners van Polkimbra vertellen allerlei verhalen omtrent dat graf, maar als het er op aankomt, schudden zij het hoofd cn zeggen: „Vraag het maar aan mijnheer Treno- weth, daar ginds op Lantrig. Men zegt dat. zij een actrice was en dat hij haar liefhad. In ieder geval hij gaat telkens naar het kerkhof, daar zal je hem wel zien, maar kom niet te dicht bij hem, want dan zou je bang wezen voor zijn oogen." En ik? Nadat de schat verdeeld wastus schcn mij cn het gouvernement had ik nog een aanzienlijk fortuin over. Het een! ge gebruik dat ik er van maakte was Lan- irig terug te koopen, het huis van een ge slacht dat met mij zal uitsterven. Aan den middelste» balk van de zitkamer hangt de sleutel van mijn grootvader weer, bedekt met spinnewebben, even dicht als toen mijn vader heenging om den schat te zoe ken Daar leid ik een eenzaam leven eon oudo man, ofschoon ik nauwelijks den middelbaren leeftijd heb bereikt. Want al mijn hoop en verwachtingen van bet leven zijn begraven in het graf, waar mijn lieve Clairo ligt en mijn ziel zal voor eeuwig liggen onder den vloek, even diep begra ven als de Groote Robijn onder de scha* duw van de Doodemans Rots. einde, nmwmi Openhartigheid en oprechtheid bestaan niet daarin, dat men alles zegt, wat men meent, maar wel, dat men alles meent, wal men zegu Naar het Engelscb van A. T. QUILLER—COUCH. 7L Éénmaal heb ik in zijn roode hart geke ken en dit was het wat ik las: verraad, he- geerigheid, roofzucht: strijd en moord en plotselinge dood*, middernachtelijk getier en vergif in den beker, een vloek die luid de: Evenals het hart van den Robijn rood is als bloed cn de oogen als een vlammend vuur, zoo zal het wezen voor hen die er zich van willen meester maken: Vuur zal hun deel wezen en bloed hun erfdeel voor immer." Van dien vloek waren wij de beide eenige overlevenden. En wat waren wij, dien nacht toen wij daar stonden aan den oever der zee met dien laatsten helleglans nog schitterend in onze oogon? De ecne een eenzame en gebroken man, de andere Ik keerde mij om en keek naar Colliver. Hij zat gedoken tegen den rand van den kuil. Met zijn donkere oogen keek hij mij peinzend aan. Er was niet meer gezondheid van geesL, niet meer verstand in die oogen dan in het hart van den grooten Robijn Hem aanziende begreep ik dat hij onge neeslijk krankzinnig was en ik begreep eveneens dat mijn behoefte aan wraak voor altijd van mij was afgenomen. Zoo stonden wij nog toen een golfje te gen de kust sloeg en het schuim vloeide over den rand van den kuil in de kist. Ik keerde mij om. De vloed kwam snel op en iou ons over een paar minuten overstroo men. Ik greep Colliver bij den schouder, wees naar het water en trachtte het hem aan het verstand te brengen; maar de krankzinnige was weer begonnen met de juweelen te spelen. Ik schudde hem, maar hij bleef maar wouwelcn en zingen. En nu stroomde de eene golf voor en de andere na over ons heen, maakte ons door en door nat cn vormde lichtende plasjes tus schen de juweelen. Er was geen tijd le verliezen. Ik trok den waanzinnige achteruit, stampte het deksel dicht, slool de kist cn haalde er den sleutel uit; toen pakte ik Colliver in mijn armen, lichtte hern op uit den kuil en zet te hem neer. Daarna sprong ik er zelf uit, greep de spade en maakte de vochtige aar de zoo goed vast als ik maar kon, nadat ik het gat aangevuld had; cn toen was het tijd om heen te gaan. want de vloed kwam opzetten. Colliver bleef rustig al dien tijd naast mij staan, terwijl de schat, langza merhand uit 't gezicht verdween; alleen sprak hij nu en dan eenige onsamenhan gende woorden en begon dan weder kalm te kijken naar hetgeen ik uitvoerde. Toen dat alles was afgeloopen, vatte ik mijn metgezel bij de hand, L.*acht hem de duinen op, zoodat dc vloed ons niet herei ken kon en bleef daar naast hem zitteD totdat het dag werd. En daar vonden zij ons den volgenden morgen dicht bij de Doodemans Rots, ter wijl de flauwe klank der klokken van Polkimbra tot ons kwamen die het Kerst feest inluidden: „Vrede op aarde! in menschen een wel behagen!" 45 Er is niet veel meer te vertellen. Den volgenden dag. bij ebbe-tijd, werd met be hulp van Joe Roscoria (die nog gezond en flink was) en een paar visschers uit Pol kimbra, die ik nog ven vroeger kende, de rest van mijn grootvaders schat in veilig heid gebracht. In de ijzeren kist vond ik, behalve de juweelen, waarvan ik reeds gesproken heb,

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1929 | | pagina 2