NA VIJF JAREN EINDELIJK VRIJ EEN NACHTELIJKE HULDE - BETUIGING GEESTDRIFT IN EN OM DE RECHTSZAAL feuilleton! HET ONBEREIKBARE „Er zijo nog rechters in Amsterdam'' zeide Klunder rApplaus cn o\'a/ies zooals zelden daar gezien „Hiep hiep hoera, we zijn vrij*' (Derde dag). Men meldt ons uit Amsterdam: De derde dag van de revisie-behandeling der moordzaak Gicsscn-Nieuvvkerk vangt bij onverflauwde belangstelling in do zaal c-u op dc publieke tribune aan met een me- dcdecling \an rar. Roobol, een der verdedi gers van Klunder cn Teunisscn. „Meneer dc president, aldus mr. Roo bol, de verdediging ziet af van het hooren van allo door haar opgeroepen getuigen, die zouden Kunnen bewijzen dat een ander den moord heeft gepleegd. Dan wordt rechercheur Dc Jong nog even voor het hekje geroepen. Pres: „Houdt u \ol dat u na de zitting van het Haagsche Hof niet tegen Kroon ge zegd hebt: doe die rooclo cn groene glaas jes uit je lantaarn, want dat klopt niet met de witte glaasjes'." Get. de Jong: „Dat houd ik vol, die lan taren had voor mij geen waarde. Pres.: „Die lantaren paste wel degelijk in uw systeem, want er is gebleken dat de lantaren, die Klunder en Teunisscn van Kroon geleend zouden hebben, roodo cn groene lichtjes had!" Hierna wordt gehoord de gewezen agent van politie to Sliedrecht J. Mcintjes, thans caféhouder. Get. was begin Augustus 1923 politieagent te Sliedrecht: in 1928 is hij wegens slechte longen afgekeurd Het onderzoek in dc moordkwestie was opgedragen aan dc agen ten Buchncr en Bastiaanse. wat zij verna men moesten zij onmiddellijk aan inspec teur Snijders meedeelen. Ook get. inlresseerdc zich voor het onder zoek. Dit leidde hem naar juffrouw Groo- tebrocr. „Heb je wel eens een ijzeren hamer bij Kroon gezien? vroeg get. aan haar. Vrouw Grootebroer antwoordde hier beves tigend op. Toen de hamer haar \ertoond werd, herkende ze hern. Op 30 Augustus 1923 Is get. door Basti aanse en Buchner gehoord over het feit dat hij vrouw Kroon en Klunder wel eens sa men op den dijk had gezien. Pres.: En dat bracht u in verband met de moordzaak? Get.: Jawel. Pres.: U hebt zoodanig in die zaak ge wroet dat Klunder gezegd heeft: als ik je eens alleen zie maak ik je kapot? Get Dat is zoo Pres.: Later Is U gekomen met een be zwarend proces verbaal dat u Klunder cn Teunisscn in den moordnacht op den dijk gezien hebt? Get.: Ja, ik had toen dienst. Pres.: lloe weet je precies dat het de moordnacht was? Get.: Omdat het vlak voor een vrijen dag was. Pres.: En die belangrijke mcdedecling houdt u een maand onder U! Dat vertelt u pas op 30 Augustus aan inspecteur Snij ders, beweert u! En een jaar cn acht maan den later komt u pas met een ambtsecdig proces-verbaal daaromtrent. Van alle kan ten wordt naar hoofdgetuigen gezocht en u houdt die verklaring onder Uï Als in specteur Snijders die verklaring van u boord had, zou hij die bij de hoogste auto riteiten bekend hebben gemaakt. Ik geloof dat u liegt of dat u uw plicht schandelijk hebt verwaarloosd. Uit het feit, dat U nooit gehoord is, kon U concludeercn, dat er niets met Uw verkla ring aan inspecteur Snijders gebeurd is. Maar inspecteur Snijders zelf zegt dat U ge logen hebt met Uw bewering, dat U hem die verklaring van den dijk gedaan heeft! Door twee jaren later me! een officieel proces verbaal te komen, heeft U met mcnschen- levens gespeeld! Dat heet geen getuigenis sen afleggen, dat heet getuigenissen ma ken! (beweging in de zaal). Tres.: Toen U \oor dc rechtbank te Dor drecht moest verschijnen, was U in llellcn- doorn? Gel.: Ja. Pres.: En toen heeft dr. Vos \an Hellen- doorn aan den officier gevraagd, U niet weer lastig te vallen over hel te late indie nen van het proces-verbaal. Get.: Ja, ik had al eens een standje gehad, maar later zeiden zij dat dit ten onrechte was geweest. Pres.: Misschien zeg ik dat ook nog wel eens van l*. maar ik denk het niet! Getuige Meintjes beroept zich op zijn zwak gestel. Pies.: U beweert dus dat inspecteur Snij ders gelogen heeft? Get.* Ja, ik heb er ook getuigen voor, dat hij een leugenaar is. Pies.: Zulke getuigen kunnen wij tegen U misschien ook wel vinden! Vervolgens komt de wijze, yraarop Meintjes' proces-verhaal tot stand is geko men, ter sprake. Pres Waarom hebt U gezegd, dat dc vcr- dachlcn in dc. richting Giessen-Xieuwkcrk gingen. Waarom niet in de richting Gor- kum? Get.- Dat moest ik zoo zetten. Pres.: Is niet in April 1923 rechercheur de Jong bij U gekomen en U. toen opeens alles wist? Get. mompelt wat voor zich heen. Uit het verdere verhoor blijkt dat getuige zekeren Bus in het vertrouwen had geno men cn deze heeft het weer aan dc Jong verteld. Pres.: En op deze wijze is dat mooie pro ces-n crbaal in de wereld gekomen. Ik noem dat een tendentieus proces-verbaal. Als president mr Jolles dan rechercheur de Jong naar voren roept on hem vraagt op welke wijze hij met Mcintjes in relatie is gekomen, antwoordt de Jong dat hij zich dat niet meer herinneren kan! Raadsheer mr. Wicrda: Bus had zeker weer opdracht van dc Jong, ofschoon Bus hcelemaal geen politieman was! Pres De heele zaak rammelt, dat is nu wel duidelijk gebleken! Pres.: Wat is er eigenlijk met dien bc rennacht? Get.Er was iemand uit Sliedrecht bij me gekomen om te zeggen, dat er beren door de stad trokken. Ik zou er \oor zor gen dat er niets door de beesten vernield werd. Pres.En wat weet je van Klunder cn Teunissen in verband mei dien berennacht? Get.: Ik heb Klunder in dien nacht uil de richting Giessendam zien komen! Pres.. Die zoogenaamde berennacht, wa* dc nacht van 31 Juli op 1 Augustus 1923, nietwaar mr. Den Hollander Mr. den Hollander: 't Staaf niet in het proces-verbaal, maar het is wel zoo. Heeft u niet beweert. Meisjes, dat u Klein dien nacht ontmoet heeft Gel.: Wel neen. Mr. den Hollander: Ik zal u straks de stukken overleggen, meneer de president, waaruit blijkt dat Meintjes dit wel ver klaard heeft. Als de verdachten in de gelegenheid ge steld worden zich rpet Meintjes te „onder houden", merkt Teunissen op: „Ik heb in de gevangenis te Leeuwarden ie verklarin gen gelezen, Meintjes, en ik heb gerild van je leugens." En Klunder zegt. Dooi jou heb ik vier jaar onschuldig in de gevangenis gezeten; voor zoon lummel, zoo'n ellendeling ben ik in een steencn doodkist opgesloten geweest. Mr. Roobol: Meintjes, antwoordt hier eens op: Hebt u niet eens opzettelijk voor geld of onder belofte van gelei een misdrijf, waar je van af wist, niet aangegeven Om je geheugen op te frissehen zal ik al leen maar den naam Kuiper noemen. Get. Meintjes: Daar Nveet ik niets van. Mr. Roobol: Ik zal het Hof daar nog wel over inlichten. De volgende getuige is de 32-jarige werk man W. Klein. Op 11 Mei 1923 is getuige door Meintjes in contact gekomen met re chercheur de Jong. Op vragen van De Jong antNvoordde hij, dat hij in den nacht Nan den moord twee menschen op den dijk heeft zien fietsen, in Je richting van Giessen- dara. Bijzonderheden Nan deze menschen kon getuige niet opgeven, ondanks de vele vragen daaromtrent van de Jong, die hem een sigaar presenteerde Pres.: Wat. terwijl ie nog niets gunstigs verklaard had. kreeg ie al een sigaar? (Da verend gelach) De president vraagt dan waarom Klein pas op de zitting tv Dordrecht gezegd heeft dat één van de mannen, die hij had zien rijden, een bril droeg. Wie hebt u tusschen het stille verhoor on dc openbare zitting gesproken? vraagt hij Xa eenige aarzeling zegt Klein: Dan zal ik het maar zeggen: de Jong. (Gioote be- weging op de publieke tribune wordt ge roepen: „Ploert'' Do president hamert). President: Hoe zit dat, Klein? Get.: De Jong heeft mij na het stille verhoor nog twee maal aangesproken on telkens zei hij: Denk nu nog eens goed na over dien bril. Op een vraag van don president zegt do Jong vol te houden, dat hij na het stille Vt'crhoor Klein niet weer over den bril heeft gesproken, wat beweging veroorzaakt Getuige Klein weet op oen vraag van den president zeker, dal één van do menschen, die hij in den moordnacht op den dijk zag, een bril droeg. President' Kan het niet, dat in dc mert- schen in den bcrcnnacht op den «lijk ge zien hebt? Get.: Nee, dat kan niet. daar ben ik ze ker van. De volgende getuige is do 37-jarige ran geerder te llardinxvcld, P van llouwclin- en. Get heeft in Mei 1923 bezoek gehad van rechercheur de Jong Getuige heeft verteld op den avond van den moord op den Paral lelweg twee menschen in «Ie lichting van Gorcuin Ip hebben zien fietsen Eén dei- fietsen had een lantaarn met witte lichten. Get heeft dc fietsers niet herkend, hij her innert zich niets van een bril. Op een vraag van den president zegt hij, «lat de Jong niet met hem over de bril heeft gesproken Teunissen- Van Ilouwelingen, je hebt aan do Jong verteld, dat ik een groote schooier ben. lloe kom je aan «Jic leugen? Getuige: Ik heb je eens met blootc voe ten in je solioencn gezien. President' Daaruit zou dus zijn op te maken, dat zoo iemand ook in staat is om een moord te begaan. (Gelach). Hierna wordt gehoord de gep insp. van politie A. Snijders te Sliedrecht. Mijntjes is zegt hij aan liet poli lie-bureau geko men met de mededcoling dat juffrouw Grootenbrocr den hamer hei kond had. 'rfiichner was daarbij aanwezig. Mijntjes en Büchncr zijn daarop op zoek gegaan naar juffrouw Bouman. die ook van den hamer zou afweten. I)at is des avonds gebeurd. Pres.' ..Dat was dus eind Augustus Heeft. Mijntjes over Klunder on Theunissen ge sproken0 Get.: „Mijntjes heeft op 30 Augustus ge zegd, staande voor het politie-bureau, toen er gezegd werd: het is jammer dat niemand hen 'Klunder en Teunissen) gezien heeft. Het is jammer, maa: we hebben ze nou een maal niet gezien. Op 1 Mei 1925, zoo gaat getuige voort, kwam Mijntjes bij me en zei dat hij een be langrijke getuige had. Die getuige was Klein, die Klunder en Teunissen gezien zou hebben. Toen zei Mijntjes opeens: en ik heb ze ook gezien. Later voegde hij daar aan toe: Het was in den „nacht van de beren Getuige zocht dit uit en maakte er Mijntjes toen op attent dat de „nacht van de toeren op 31 Juli is geweest. Toen zei Mijntjes: ..Maar in den nacht van den moord heb ik ze ook gezien". (Beweging in de zaal). Pres.: ..Tot hoe laat had Mijntjes dien nacht dienst?" Get. „Tot elf uur." Pres.: ..Zei u toen niet: maar Mijntjes waarom kom .ie pas IS maanden later met zoo n belangrijke verklaring aan? Get. „Welzeker, ik heb gezegd, dat hij niet «Iie verklaring dadelijk naar den Offi cier moest. gaan. Dat heeft hij een paar dagen later gedaan." Pres.: Ja, hij kwam 18 maanden later met een ambtsecdig proces-verbaal". Get. „Ik heb hem gezegd dat het een schande was. Pres.- „Maar heeft Mijntjes u niet in 1927 verteld dat hij Klunder en Teunissen in den moordnacht op een dijk gezien had?" Gek* „Welnee, mijnheer, als dat zoo ge weest was had ik er natuurlijk onmiddel lijk rapport van opgemaakt." Pres.: „Er waren nog meer agenten en menschen, «lie zich privé voor dc zaak in teresseerden? Get. „Ja dat heeft juist een groote rol in deze zaak gespeeld; allerlei-menschen wil den zich verdienstelijk maken. Iedereen liep maar naar den Officier." Pres tot getuige Mijntjes: „Durf je in het gezicht van «Jen inspecteur volhouden, dal je hem in 1927 al verteld hebt. dat je Klun der en Teunissen in den moordnacht gezien hebt?" Get.: „Ja. ik heb het hem op don uijk verteld i Pies ..Ik wil je vVcl zoggen, dat het ni.'j IïcH. heel onwaarschijnlijk voorkomt.' Even later wordt Mijntjes opnieuw voor I t hekje geroepen, waarop de president hern toevoegt: „Zou het nu eindelijk geen i worden, orn jc herinneringen op te fris sehen?" Mr. den Hollander verzocht vervolgens I-I Hof c ni instructie op vermoeden van :rr cd n Mijntjes te gelasten. Dc verdachten in vrijheid gesteld. Xa «d. li.iopening van de zitting heeft uc president Mr. Jolles meegedeeld, dat het gerechtshof op zijn gisteren genomen be slissing wil terugkomen, zulks in verband mot hetgeen dezen morgen door hef getui genverhoor aan het licht is gekomen. Het II..f beval hierna de onmiddellijke invrij .'v idsteliiii -' van Klunder en Theunissen In dc zaal steeg een luid gejuich.cn applaus oj) na deze mcdedecling. Terwijl an dc verklaring inzake de in vrijheidstelling der verdachten. «Jc stilte in de zaal slechts langzaam terugkeert, wordt het getuigenverhoor voortgezet. Geinige weduwe Boumccstcr. werkster te Papendiecht. bij wie Klunder in 1923 in dc kost was, vertelt dat Klunder in «lcn moord nacht ongeveer half drie in do i nacht ia thuisgekomen. Er was nog iemand bij hem. Den volgenden morgen vond gei een briefje op de keukentafel, meldende dat blunder's rook gcNvasschon moest worden. Get heeft op blunder's klecding geen bloedvlekken of andere verschijnselen gezien. Den ando ren morgen is Klunder uit get.'s huis ver trokken /.onder geld achter te laten. Hij is niet meer teruggekeerd. Terwijl got inct haar man in Frankrijk woonde, is «le rechercheur dc Jong bij hen gekomen. Aan hem heeft get. gezegd, dat er bij dc broek van Klunder oen briefje had gelegen om die te vvasschen. Pres.:.'! Is wel heel vreemd, moet ik zeg gen Vroeger heeft U nooit over die broek een verklaring afgelegd, U hebt daar vol gons Uw stukken eerst 20 November 1921 ovei- gesproken! Klunder: Dm vrouw vergist zich in «.lcn tijd van mijn thuiskomst. Dat is over cenen geweest. Getuige heeft zich vergist goen zei op de klok keek. Pres.: En wat zegt U van de broek? Do juffrouw heeft gezegd dat pi geen bloed aan zat en dat hij niet vooral ge vvasschen was, dus die broek speelt eigenlijk geen rol! Klunder: Ach welnecn. de heele geschie denis van die broek is onzin (gelach). Pres. (tot get.): Er is een verklaring, vol gens welke U gezegd zou hebben dat U en Uw man uit vrees voor Klunder naar Frankrijk bent gegaan, is dat juist? Get.: Wel neen, meneer, daar is niets van aan. Mijn man bad werk in Frankrijk ge kregen. Pres.: En daarom wilde hij U mee heb ben? Get.: Ja. Pres.: Hij had nóg gelijk (gelach). Mejuffrouw Bot-van Wijngaarden heeft den volgenden morgen de broek gezien; die was wel vuil, maar niet kletsnat. Vrouw Kroon heeft na 'I stille verhoor in Dordrecht tegen get. gezegd: we hebben moeten liegen om zelf vrij te komen, maar die menschen zijn onschuldig, de hamer is niet van ons cn ook nooit geweest. Op een vraag van mr. den Hollandncr antwoordt get. dat h.i. de houding van Mijnster uit broodnijd voortsproot. Mejuffrouw Mijnster-Van de Winkel uit Sliedrecht heeft ook dc broek gezien. Hij was vuil maar niet doornat Vrouw Kroon heeft tegen get. gezegd: Als Leen Boumecster haar mond had gehou den, had ik kunnen zeggen wat ik wilde. Teunissen: Hoe kunnen al die mcnschen toch dc vuile broek gezien hebben? Pres.: De een moest dc broek vvasschen cn «le twee anderen waren buurvrouw. Teunisscn: Zij zal wel van hetzelfde liout gesneden zijn als haar man! Pres.: Mr. Roobol, cr zijn twee verzoeken van U, lil. tot vervolging op vermoeden van meineed van rechercheur de Jong cn van den gewezen agent Meintjes. I)e verdedigers verklaren op vervolging geen prijs moer tc stellen. „Wc wijlen ge nade voor recht laten gelden", zegt mr. den Hollander. De advocaat-generaal merkt op, dat hij zijn rechten wcnscht voor te behouden. Hierna werd dc zitting geschorst tot Maandag a.s. Hoe Klunder en Teunissen hun vrij heid tegemoet gingen. Er was Zaterdagmiddag tc ruim lfalf drie, toen het Amstcrdamsche Gerechtshof, dc re visie-behandeling van dc moordzaak Gies sen-Xieuwkcrk voortzette, een geladen span ning in de zaal. toen president Mr. Jolles aandacht vroeg voor een mcdcdceüng. On der «loodsche stilte zeide hij, dat na hetgeen bij het getuigenverhoor van dc ochtendzit ting gebleken is, het Hof op zijn gisteren gegeven beslissing wcnscht terug te komen cn daarom reeds thans dc onmiddellijke, iu- vnjheidsstclling van Klunder en Teunissen beveelt. In dc zaal brak na deze raededec- ling een enthousiast gejuich cn applaus los, waartegen deurwaarder boden noch veld wachters zich vermochten tc verzetten. Klunder en Teunissen, die zeer onder den indruk waren, werden van alle kanten ge- lukgcwenscht. Ook hun verdedigers, mrs. II. II. Roobol en D. den Hollander hadden velen handen te drukken. Ook de hceren •Stuvzwager v an Teunissen, die onvermoeid voor deze revisie gewerkt heeft en Geudekcr van „Het Volk" kregen hun deel in deze korte huldiging. Op dc publieke tribune waren velen, vooral vrouwen, hun ontroering niet meer meester. Uit den aard van de zaak was cr voor het hierna voortgezette getuigenverhoor niet meer die intense aandacht, welke cr in dc morgenuren was. Nieuwe spanning kwam cr toen de president, nadat «1c laatste ge tuige van dezen dag gehoord was, opmerk te: „Mr. Roobol, er zijn twee verzoeken van U, n.l. tot vervolging op vermoeden van meineed van rechercheur De .Tong cn van clcn gewezen agent Meintjes. Wat wilt U daarmee?" Onder beweging in de zaal verklaarden de verdedigers, dat zij op vervolging geen prijs meer stellen. „We willen genade voor recht laten geldenzeide. Mr. Den Hollander. Hierna merkte de advocaat-generaal op, dat hij zijn rechten in dezen wcnscht .voor te behouden. Toen hierna dc president dc zitting tot De mcnschen openharen hun karakter door niets zoo zeer als door hetgeen zij be lachelijk vinden. GOETHE. (BEYOXD) door JOHN GALSWORTHY voor Ne&cland bewerkt door J. KUYLMAX. Toen ze weg was, ging Markey tegenover Betty, de oude kindermeid zitten. Dc ge zette vrou.v? 2at nog steeds stilletjes voor zich heen ie huilen. Daar werd hij nou toch finaal akelig van, want hij voelde neiging om mee te huilen als een hond. Na haar breade, roocle, betraande gezicht eenige mi nuten lang zwijgend te hebben gadegesla gen. schudde hij het hoofd, en nadat er een beving was gevaren door haar welgedane lichaam, hield Betty met huilen op. Mar key was iemand dien men niet negeerde. Winston ging eerst naar de slaapkamer zijner dochter, en staarde naar de leegte en naar de verlaten zilveren handspiegel, en draaide kwaadaardig aan zijn snorretje. Vervolgens ging hij in zijn sanctum voor het vuur zitten, zonder het licht op tc draai en. Iemand die naar binnen keek, zou ge dacht hebben dat hij sliep; doch de slape rige invloed van dien diepen stoel, en het knusse vuur hadden zijn gedachten afge leid naar het verre verleden. Welk noodlot had hem vandaag haar huis voorbij doen gaan. Sommigen zeggen dat er geen affiniteit bestaat; geen enkel geval van een man tenminste. die al zijn hartstocht heeft zien verdwijnen door één enkele liefde. In theorie kan dit zoo zijn; inderdaad bestaan er dergelijke mannen niet, mannen die al les of niets willen hebben, kalm cn in zich zelf gekeerd, die de laatstcn zijn om te ver wachten dat dc Natuur hun een dergelijke poets zal spelen, de laatsten om zulk een overgave van zichzelvcn te verlangen, de laatsten orn tc heseffen wanneer het nood lot hen achterhaald heeft. Wie had in zijn eigen oogen, cn inderdaad, ook in die van anderen, minder kans orn tot over de ooren verliefd le worden dan Charles Clare Win ston, toen hij dien Deceinber-avond. nu ze9 en twintig jaar geleden, de Belvoir Hunt balzaal te Grantham binnentrad? Militair in hart cn nieren, dandy, een uitstekend ruiter achter de jachthonden aan, bijna reeds spreekwoordelijk geworden in zijn regiment om zijn kalmte, en om een zekere wellevende geringschatting voor vrouwen als behoorende tot de minder belangrijke dingen des levens had hij daar bij de deur gestaan, geen haast makend om met dansen te beginnen, de zaal opnemend met een air, dat u toch niet den indruk gaf van hooghartigheid, omdat het niet als zooda nig bedoeld was. En ziet! toen was zij langs hem heen gekomen, cn zijn wereld was van dat oogenblik af geheel cn voor altijd veranderd. Was het een begoocheling van licht die maakte, dat haar geheele ziel leek te lichton in den halfverschrikten blik, dien zij hem toewierp? Of een lichte eigenaardigheid in haar gang. een deinend verleidelijk zich-in-ev cmvicht-houdcn van haar lichaam; was het de wijze waarop haar haar naar achteren golfde, of een fijne geur als van een bloem?. Wat was het?. Zij was de vrouw van een landjonker uil die streek, met een huis in Londen. Haar naam? Die komt er niet op aan ze was nu al zoo lang «lood. Een verontschuldiging had den ze niet voor wat ze gedaan hadden, want ze was geen vrouw die door haar man slecht behandeld werd: een gewoon, saai huwelijk van zoowat drie jaar; géén kinderen. Een beminnelijke, goede kerel van een man. vijf tien jaar ouder dan zij, en die reeds neigde naai cle kwalen van don ouderdom Neen er was niet de geringste verontschuldiging! En toch. nog geen maand na fïicn avond waren Winston en zij geliefden, niet alleen in gedachten, doch inderdaad. Iets dat zóe volkomen buiten hei kader viel van wat „paste en indruischte legen zijn begrip van vs at ov ereenkw am mei de eer van een officier cn gcntleman.dat er geen kwestie van was. het voor en tegen tegènelkaav op te we gen, daar het „tegen' dc schaal steeds deed doorslaan. En toch was hij van dien eer sten avond af «le hare en zij de zijne. De eenige gedachte die hen beiden vervulde, was, hoe zij in eikaars gezelschap konden zijn. Waarom zij dan mei tezamen vluch ten? Niet omdat hij haar dit niet vaak ge noeg gesmeekt had te doen. En indien zij Gyp's geboorte overleefd had zouden zij dit ook ongetwijfeld gedaan hebben. Doch, teerhartig als zij was, had zij tot dan toe nooit het vooruitzicht onder de oogen dur ven zien oni twee mannen ongelukkig te maken, zooals het haar toescheen. De dood maakte een einde aan haar tweestrijd vóór dat /.ij nop heslist had. Ei zijn vrouwen in wie een volkomen toewijding tóch nog hand aan «Ie hand kan gaan met een weifelende ziel. Dergelijke vrouwen zijn doorgaans het bekoorlijkst: want het vermogen koel-bere- kenencl cn dadelijk te kunnen, beslissen, berooft vrouwen van hun geheimzinnigheid van de subtiele atmosfeer van verandering en mogelijkheden. Hoewel zij slechts een vierde deel vieemd bloed in zich had. was zij toch niet geheel Engelsch. Doch Win ston was Engelsch in hart cn nieren. En gelsch wat betreft zijn begrip van gepast heid cn dien eigenaardigen trek, die alle ge pastheid Qver boord gooit in een enkel ge val. en haar volkomen ongerept laat in aile andere dingen van zijn leven.liet zou nooit in iemand zijn opgekomen Winston een zonde-* ling te noemen de scheiding in zijn haar was altijd volkomen correct; zijn laarzen glommen; hij was hard en gesloten, en nam alle leefregels van een beschaafd mcnsch in acht. En toch. in dit algeheel opgaan in deze liefde was hij even dood voor de we reld, en stoorde er zich even weinig aan als de eerste de beste langharige linzeneter ortder ons. Hoewel hij gedurende dat ecne jaar van hun liefde steeds bereid was ge weest om zijn leven le wagen en zijn car rière op le offeren om een geheelcn dag in haar gezelschap te kunnen zijn, had hij haar nooit door woord of blik gecompro mitteerd. Hij had zijn nauwgezette zorg voor haar eer opgevoerd tot een'punt, bit terder dan de dood, en had er zelfs in toe gestemd dat zij cle sporen van de komst van hun kind verborg Het betalen van die speel schuld was verreweg de dapperste daad van zijn leven, en zelfs nu nog pijnigde hem «le herinnering eraan. Xa vernomen le hebben dat zij dood was. was hij naar deze zelfde kamer teruggeko men* deze zelfde kamer die hij had laten meubelen naar haar smaak, zoodat liet ver trek, met zijn satijnhouten stoelen, kleine nette Jacoba-stijl schrijftafeltje, bekapte, oude koperen kandelabers, cn divan, zelfs nu nog iets exotisch had. dat gewoonlijk aan een vrijgezellensmaak vreemd is. Daar, op de tafel, had een brief gelegen, die hem naar zijn regiment opriep voor actieven dienst. Indien hij beselt had wat hij door zou maken voor hij de kans had orn te pro- beeren zijn leven daarginds te verliezen, zou hij ongetwijfeld een eind hebben ge maakt aan dat leven, terwijl hij daar in de zen zelfden stoel bij het vuur zat de stoei die gew ijd was aan haar en haar nagedach tenis. Hij was in dien korten oorlog niet zo«j fortuinlijk als hij gewcnscht had, mannen, vvien het met kan schelen of zij blijven leven of sterven zijn dit doorgaans niet Het eenige wat hij meebracht was vocni. Toen de oorlog voorbij was, ging hij, met een beetje meer gegroefd gezicht, en met een wat meer gegroefd hart, door met zijn leven van militair, met het jagen op tijgers, en wilde zwijnen, polo-spelen en achter de honden aanjagen, harder dan ooit: hij liet niets aan de wereld blijken, en won hoe langer hoe meer die eigenaardige bewondering die men voelt voor hen, die roekeloozen moed paren aan een ijskoude bedaardheid. Déar hij nog minder spraak zaam was clan dp meesten van zijn klasse, cn zich nooit in zijn leven veel met vrouwen had ingelaten, kreeg hij niet cle reputatie een vrouwenhater te zijn. hoewel hij hen zoo in 't oogvallend vermeed. Xa zes jaar dienst in Indic en Egypte, verloor hij zijn rechterhand in een charge tegen dervvishen cn moest zijn ontslag uit den dienst w el ne men. met den rang van majoor op zijn vier endertigste jaar. Langen tijd kon hij cle ge dachte aan het kind niet verdragen zijn kind, welks geboorte de moeder het leven had gekost. n TWordt vervoïgdj

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1929 | | pagina 6