AMËR3FO0RTSÖH DAGBLAD
WINTERMANTELS
BINNENLAND
Zaterdag 28 September 1929
..DE EEMLANDEÏT
28e Jaargang Me. 77
DERDE BLAD.
DE UITOEFENING DER
TANDHEELKUNDE
DEINDEPENDANCE BELGE
BINDT IN
*N
V. COMPAGNIE LYONNAISE
ESSENCES VOOR LIMONADES
SPUITWATER
A. v. d. WEG, Langestraat 23 - Tel. 271
STELT VEENHUIZEN HET
ZONDER ARTS?
FEUILLETON.
HET ONBEREIKBARE
i
Een onjuiste toepassing
der wet?
Mevrouw De VriesBruins heeft aan den
minister van Koloniën de volgende vragen
gesteld:
Heeft de minister kennis genomen van
een passage in de Memorie van Antwoord
der begrooting van Nederlandsch-Indiö van
den Volksraad van het dienstjaar 1930, af-
deeling V, Departement van Onderwijs en
Eeredienst, luidende als volgt:
„Aan den heer K. Bloemendaal is hij
G. B. van 12 Maart 1927, no. 9, de be
voegdheid verleend tot uitoefening der
tandheelkunde, waarna hij bij besluit
van het hoofd van den dienst der volks
gezondheid van 27 Januari 1928, no.
20G6, toegelaten werd."?
Is de minister bereid mee te deelen of
'de bedoelde persoon in het bezit is van dén
der diploma's, waarmeo bevoegdheid tot
het uitoefenen der tandheelkunde in Ne
derlandsch-Indiö kan worden verkregen?
Indien dat laatste niet het geval is en
'de persoon in quaestio zou niet bevoegd
zijn tot uitoefening der tandheelkunde,
maar tot de toepassing der volledige tand
prothese, zooals die is geregeld bij de her
ziening van de uitvoering van de wet van
29 Juni 1929 (Staatsblad no. 282), zou de
minister dan willen meededen, op weike
gronden deze wet in Nederlandsch-Indië
een andere bevoegdheid geeft dan in Ne
derland?
Wanneer hier eventueel sprake mocht
zijn van een onjuiste toepassing der wet,
is de minister dan bereid te bevorderen,
dat deze onjuistheid zoo spoedig mogelijk
worde hersteld?
HET S.S. DISCIPLINA VLOT GEBRACHT.
Hoek van Holland, 27 Sept. Na
dat ongeveer 1000 ton steenkolen zijn gelost,
is het Italiaansche stoomschip Disciplina,
dat bij Hoek van Holland op de pier geloo-
pen was, hedenavond half twaalf vlotge-
bracht door do sleepbooten Hudson, Blan
kenburg en Rozenburg.
CHR. VERZORGING VAN KRANK
ZINNIGEN.
Jaarlijksche vergadering op
Vogelenzang.
Bennebroek, 26 Sept. Onder lei
ding van prof. L. Lindeboom heeft de Ver-
eeniging tot ohr. verzorging van krankzin
nigen in Nederland in de stichting Voge
lenzang haar jaarlijksche algemeene verga
dering gehouden.
In zijn openingswoord wees de voorzitter
op den toenemenden groei van de vereeni-
ging, die nu reeds ruim 3000 lijders cn lij
deressen verpleegt; hij teekende het karak
ter der christ. krankzinnigenverzorging.
Hierna kwam aan de orde het jaarver
slag van den penningmeester, ir. J. Krap, te
•VGravenhagc. Daaruit blijkt dat de be
grooting sluit met een eindcijfer van
3.555.000. De winst- en verliesrekening
sluit met een eindcijfer van 663.415.73.
Aan contributiën, collecten, giften en le
gaten is in totaal in 1928 ontvangen
23.638.82. Do balans vertoont een eindcij
fer van 5.125.930.23.
Het verslag werd onder dankzegging
goedgekeurd. Do aftredende bestuursleden,
de heeren P. Davelaar, ir. J. Krap, K. van
Rijse jr. en W. A. J. de Winkel, die resp.
voor de stichtingen Veldwijk en Wolfheze
in het centraal bestuur zitting hebben,
werden herkozen.
Na afhandeling der agenda hield. ds. J.
M. Mulder, geestelijk verzorger van de
stichting Veldwijk, een referaat over De
Dokter en do dominé op onze stichtingen.
Na eenige discussie werd de vergadering
gesloten.
HULDIGING VAN EEN PHILANTROOP.
A. de Ia Fontaine Verwey 70 jaar.
Deventer, 26 Sept. Alhier is de beken
de filantroop A. de la Fontaine Verwey,
destijds directeur der Amsterdamsche Bank
en sedert geruimen tijd tc Deventer woon'
achtig, gehuldigd ter gelegenheid van zijn
TOsten verjaardag. De huldiging geschiedde
in Huizo Louise, van de vereeniging Pro
Scnectute. destijds gesticht uit een schen
king van thans wijlen mevr. De la Fontaine
Verwey.
De voorzitter van het huldigingscomité,
de heer G. Alberts, overhandigde met een
zeer waardeerende toespraak een fraaie
oorkonde, welke do namen der volgende
vereenigingen vermeldt: Pro Senectute,
Rekkensche Inrichtingen, Werkverschaf
fing aan hulpbehoevende Blinden, Hulp
voor Onbehuisden, Albert Schweitzerfonds,
Vereen. Tot Steun, afd. Deventer, Museum
De Waag, Commissie tot restauratic der
Groote Kerk, Tehuis voor Kinderen te De
venter, Kindcrherstellings- en Vacantieko-
lonies, Deventer Wijkverpleging, Het Groe
ne Kruis, afd. Deventer en departement De
venter der Maatschappij tot Nut van 't Al
gemeen.
Voorts sprak de voorzitter van Pro Scnec
tute, de heer D. W. H. Patijn uit Amster
dam, waarna ook dr. Slot, directeur der
Rekkensche Inrichtingen, en de predikan
ten Werner, Van Drooge en Ter Haar hun
hulde aan het gesprokene toevoegden. Na
mens de bewoners van Huize Louise bood
ten slotte de heer Van Drooge een fraaie
bloemenmand aan. (Hbld.)
Een correspondent
ontslagen
De Indépendance Beige schrijft thans, dat
zekere ironische uitdrukkingen in een kort
eeleden door haar opgenomen „brief uit
Den Haag" eenige deining in Nederland
hebben gegeven. Naar haar oordeel is de
zaak opgeblazen, maar toch heeft zij van
„een correspondent, die omtrent den eer
bied, verschuldigd aan de souvereinen van
een naburig land, niet de zelfde ideeën had,
dan zij afscheid genomen". (N.R.Ct.)
u
UTRECHTSCHEWEG 10 - TEL. 179 - AMERSFOORT
35 ct. per flacon
Een particuliere geneesheer
woont 15 K.M. verder.
Zijn de feilen juist
De eenige medicus is ziek
Op dc vragen van den heer Van der
Heide
lo. Is het den Minister bekend, dat in
dc Rijkswerkinrichtingen te Veenhuizen,
waar de bevolking, met inbegrip van de
ambtenaren cn hun gezinnen, op ongeveer
1500 personen kan worden geschat, de
eenige medicus aldaar, die in directen
dienst van liet Rijk de praktijk moet uit
oefenen, sedert Februari van dit jaar we
gens een ernstige ziekte niet in staat is,
dit te doen
2o. Is het den Minister bekend, dat de ge
troffen regeling, die hierin bestaat, dat een
particuliere geneesheer, in de zeer uitge
breide gemeente Smilde gevestigd, op on
geveer 15 K. M. van de inrichtingen wonend
de geneeskundige hulp moet verleenen, tot
gerechtvaardigde klachten aanleiding
geeft, omdat het niet altijd mogelijk is voor
de bevolking in Veenhuizen, dezen medi
cus tijdig te waarschuwen, zoo min als het
hem mogelijk is, gegeven de uitgebreidheid
van zijn eigen praktijk, tijdig te komen
3o. Is de Minister niet van oordeel, dat
hier sprake is van een toestand, die niet
langer bestendigd raag blijven
4o. Is de Minister bereid, mede te dee
len, als het antwoord op vraag 3 bevesti
gend moge zijn, of binnen zeer korten tijd
afdoende maatregelen zullen worden ge
troffen, om aan dezen onhoudbaar geach-
tcn toestand een einde to maken
heeft de Minister geantwoord
Ad 1. De aan do Rijkswerkinrichtingen
Veenhuizen verbonden geneesheer is sedert
21 Januari 1929 wegens ziekte buiten dienst
Ad 2. Het in deze vraag omtrent de ge
troffen regeling gestelde is niet in overeen
stemming met de feiten. Immers, wel is ge
durende den eerstpp lijd de geneesheer in
zijn functie, op de gewone voor verlof en
ziekte aangenomen regeling, vervangen
door den daartoe aangewezen geneesheer
uit Smilde, doch, waar inmiddels gebleken
was van den vermoedelijk langen duur der
ziekte, cn mede in verband met het optre
den ecner griep-epidëmie, waardoor de ver
vanger, gelet op de eischen zijner particu
liere praktijk, niet voldoende in den dienst
kon voorzien, is andere hulp gezocht en op
2 Maart d.a.v. verkregen van een genees
heer, die ter plaatso huisvesting vond. Deze
bleef aldaar werkzaam tot 16 Mei, op wel
ken datum de genoemde geneesheer uit
Smilde voldoende gelegenheid vond de
waarneming weder geheel op zich te ne
men. Ook daarna zijn echter weder pogin
gen in hot werk gesteld om tot vervanging
ter plaatso tc geraken. Van 30 Juni ot 4
Augustus is zoodanige vervanger gevon
den. Na diens vertrek is opnieuw, in over
leg met het bureau van de Maatschappij tot
Bevordering der Geneeskunst, te Amster
dam, cn den geneeskundigen dienst der
landmacht, getracht een andere hulp te
vinden, hetgeen evenwel, mede door de om
standigheid, dat in den vacantietijd geen
geschikte krachten beschikbaar waren, tot
heden niet is gelukt,
A<J 3. Uit het onder 2 vermelde volgt,
dat, naar het oordeel van den ondergetee-
kende, do uitsluitende waarneming van
den dienst door een geneesheer van Smilde
niet als een bevredigende toestand is te be
schouwen. Intusschen kan hij daaraan toe
voegen, dat in do perioden, waarin met de
ze regeling moest worden volstaan, ernstige
moeilijkheden zich niet hebben voorgedaan
cn, naar dc hoofddirecteur mededeelt, ge
rechtvaardigde klachten dezen niet hebben
bereikt.
Ad 4. Dc geneesheer van de Rijkswerkin
richtingen is thans afgekeurd, zoodat als-
nu een definitieve regeling dezer aange
legenheid is mogelijk geworden, die do on-
dergeteekende ten spoedigste hoopt te tref
fen.
UIT DEN RAAD VAN SLEEN.
Een verworpen rapport.
Sleen, 27 Sept Door het raadslid
Vos werden in het voorjaar in openbare
raadsvergadering beschuldigingen geuit te
genover den wethouder van Stellingen (S.
D.A.P.). De heer Vos behoorde vroeger ook
tot de S.D.A.P. Om de beschuldigingen te
onderzoeken, benoemde do raad een com
missie van drie leden met de opdracht de
grieven te onderzoeken en rapport uit te
brengen. Deze commissie bracht haar rap
port uit op 24 Juni waarna dit in een
besloten raadsvergadering, welke vergade
ring van 7 uur tot half twee des nachts
duurde, op 26 Juni d.a-v. werd behandeld,
waarna er over dit rapport zoo nu en dan
mededeelingen in de pers verschenen.
Gisteren is het rapport opnieuw behan
deld. Het bleek dat de conclusie der com
missie was. dat zij geen vertrouwen meer
stelde in den wethouder van Stellingen.
Uit de discussies bleek tevens dat de meer
derheid der raadscommissie in de vorige
geheime vergadering een oordeel over den
wethouder had gegeven zonder dat deze in
de gelegenheid was gesteld zich te verde
digen, benevens dat de commissie over ge
heel andere zaken rapport had uitgebracht
dan waarvoor zij was ingesteld en dat in
haar rapport beschuldigingen aan het adres
van dien wethouder worden gericht, waar
voor het gefaeele college van B. en W. aan
sprakelijk was.
Over het rapport ontspon zich een scher
pe discussie.
Nadat de commissie in de gelegenheid
was gesteld haar rapport, dat ondeugdelijk
was en valsche beschuldigingen bevatte, in
te trekken, bleek zij daartoe niet bereid.
De raad verwierp daarop met 6 tegen 4
stemmen do conclusie der commissio en
verklaarde het rapport van onwaarde.
Voor stemden dc drie commissieleden cn
de lieer Vos.
Wethouder van Stellingen onthield zich
van stemming.
DE AMSTERDAMSCHEN
.WETHOUDERSCRISIS
De houding van de Vrij
heidsbond.
Amsterdam, 26 Sept. Hedenavond
heeft de afdceling Amsterdam van de Li
berale Staatspartij de Vrijheidsbond een
huishoudelijke vergadering gehouden,
waarin het bestuur en de leden der ge
meenteraadsfractie een uiteenzetting heb
ben gegeven van het verloop der wethou
derscrisis De vergadering hechtte unaniem
haar goedkeuring aan de door de fractie
tijdens do crisis aangenomen houding. Be
sloten werd Maandag 7 October een open
bare vergadering te houden tot voorlich
ting van het publiek t.a.v. de opvattingen,
die de af deeling over den stand van zaken
en de verder door de liberalen te volgen
gedragslijn huldigt.
DE STAKING IN DE ZAANSCHS
HOUTINDUSTRIE.
Wanneer worcU het werk
hervat?
Zaandam. Zooals reeds is gemeld heb
ben de bootwerkers in de gisteren (Donder-
dag) gehouden lodenvergadering besloten,
het werk op 7 Oct. a.s. tc hervatten, daar zij
wenschen, dat eerst alle werkwilligen,
(Spakenburgers) naar hun woonplaats zul
len zijn teruggekeerd.
Door dit besluit is ecu nieuwe moeilijk
heid in de afwikkeling van het conflict
ontstaan, daar dc stakende houtwerkers do
door den bond van werkgevers in het hout
bedrijf gestelde voorwaarden hebben aan*
vaard, hierbij was bepaald, dat do werk
gevers hun toezegging slechts gestand kun
nen doen, indien het werk uiterlijk op 30
Sept. a.s. is hervat.
In den loop van den middag hebben do
hoofdbestuurders der organisaties over
deze aangelegenheid een conferentie gehad
met het dagclijksche bestuur van den bond
in het houtbedrijf.
In de daarop gehouden bestuursvergade
ring vaii de organisatie, waarhij de heer do
Groot van de R.K. organisatie niet aanwe
zig was, is besloten, do ledenvergaderingen
van do stakers te doen uitmaken of zij op
30 Sept. dan wel op 7 Oct. a.s. het werk
zullen hervatten.
De centrale bond van transportarbeiders
en de Federatie hebben direct na do door
de besturen genomen beslissing een ver
gadering gehouden, terwijl de confessio-
ncolen vandaag (Vrijdag) hierover zullen
stemmen.
De uitslag van do door do Federatie en
den Central en hond gehouden stemming
zal niet bekend worden gemaakt, vooral
eer de R.K. en Christ. over dit punt heb
ben beraadslaagd en gestemd.
HET VISSCHEN MET LEVEND AAS
OP SNOEK.
Een verbod dat geen zin heeft.
De heer Van Zadelhof! heeft zich met do
volgende vragen tot den minister van Bin-
ncnlandschc Zaken en Landbouw gericht:
Is het den minister bekend, dat het ver
bod van visschen met een hengel, geaasd
met visch, geldende van 1 Juni tot en mot
31 October, voor bescherming van tien
snoek weinig of geen doel meer treft, nu
met ingang van 1 September de schakelvis-
scherij is toegestaan on van af 15 October
do zegenvisscherij wordt opengesteld, en
aan deze visch tuigen gecnerlei beperking i9
opgelegd?
Zoo ja, is de minister dan bereid, de mi-
nisterieclc beschikking betreffende, het ver
bod van visschen met een hengel, geaasd
met visch, te wijzigen in dezen zin, dat do
datum van 31 October veranderd worde in
bijv. 1 October, opdat althans zoo spoedig
mogelijk het visschen met een hengel
geaasd met visch, weder worde toege*
staan?
AAN DEN GROND GEVAREN.
Op eigen kracht weer vlot ge
komen.
R o 11 e r d a m, 26 Sept. Gisterenmorgen
is het s.s. Pcllice, groot 5376 ton, geladen
met erts voor dc Ned. Handel- en Scheep*
vaartond Viking te Rotterdam in den Nieu*
wen Waterweg ter hoogte van Maassluis
met liet achterschip aan den gronrl geloo*
pen. Het heeft aanvankelijk in de bedoeling
gelegen, dat men het schip bij hoo£ water
zou afsleepen mei sleepbooten, maar later
in den morgen is het schip toch op eigen
kracht vlot gekomen, en heeft het de reis
naar Rotterdam kunnen voortzet ten. Men
ondervond daarbij de moeilijkheid dat het
schip gedraaid was en mof den achterste*
ven naar Rotterdam lag. TT ot. kon in den
Waterweg niet weer draaien on is daarom
eerst teruggevaren naar den TToek. waar
het buiten de pieren is omgedraaid. Toen
kon het weer naar Rotterdam opstoomen.
Bij het vlotkomen zijn twee ankers verloren
gegaan.
Wie zich zelf niets vergeeft, dien zal door
anderen veel vergeven worden.
(BEYOND)
'door JOHN GALSWORTHY voor Nederland
t bewerkt door
'J. KUYLMAN. TKÜ
12
"Behalve in het plantsoen van de Koch-
brunnen, als hij nederig naar haar toe
kwam en vroeg vijf minuten bij haar te
mogwi zitten, drong hij haar zijn gezelschap
nooit op, en trachtte haar op geenerlei
wijze te compromitteercn. Ongetwijfeld
kwam hem-zijn ondervinding hierbij te pas,
doch ook moet hij bij instinct gevoeld heb
ben, dat het gevaarlijk spel zou zijn ge
weest bij iemand die zoo gevoelig was. Er
V/aren nog andere motten, die om die helle
kaars vlogen, en zij droegen er krachtig
toe bij te voorkomen, dat zijn attenties te
uitgesproken werden. Begreep zij wel vol
komen wat er voorviel, en hoe haar ver
dediging ondermijnd werd, en bevatte zij
wel welk gevaar er voor haar terugtocht
in lag, dat zij hem aldus toestand om haar
heen te zweven? Eigenlijk niet. Het droeg
alles bij tot het verergeren van den triomf
roes van een tijd, waarin zij steeds meer
verliefd werd op het. leven, zich meer en
meer bewust, dat de wereld haar waar
deerde cn bewonderde, dat zij de macht had
te doen wat anderen niet konden.
Was Fiorsen met zijn groot talent en zijn.
twijfelachtige reputatie hiervan niet het be
wijs? En hij werkte opwindend op haar.
Wat men ook was in zijn levendig gezel
schap vol stemmingen, vervelen deed men
zich nooit. Op zekeren morgen vertelde hij
haar iets van zijn leven. Zijn vader was een
Zweedsch klein-grondbezitter geweest, een
zeer krachtig man, die veel dronk: zijn
moeder de dochter van een kunstschilder.
Zij had hem leeren vioolspelen, doch was
gestorven toen bij nog een knaap was. Toen
hij zeventien was, had hij onaangenaam
heden met zijn vader gehad, cn moest voor
zijn levensonderhoud vioolspelen in de stra
ten van Stockholm. Een bekend violist had
hem op zekeren dag gehoord, en hem zich
aangetrokken. Vervolgens had zijn vader
zich doodgedronken, cn had hij het kleine
landgoed geërfd. Ilij had het onmiddellijk
weder verkocht voor allerlei dwaasheden,
zooals hij het zelf ruw uitdrukte. Ja, Miss
Winston, ik heb veel dwaasheden begaan,
maar zij zijn niets vergeleken bij die, welke
ik zal begaan, als ik u niet meer kan zien!"
Met deze verontrustende woorden stond hij
op, en ging heen. Zij had bij zijn woorden
geglimlacht, doch in zichzelve voelde zij
ongeloof, medelijden, opwinding, en iets dat
zij heelemaal niet begreep. In die dagen
begreep zij zichzelve al zeer weinig.
Doch in hoeverre begreep en zag Winston
wat er voorviel? Hij was een stoïcijn; doch
dit verhinderde niet, dat zijn naijver alarm
sloeg, en hem pijnlijke steken bezorgde,
erger dan die, welke nog steeds voorkwa
men in zijn linkervoet. Hij was bang onge
rustheid te tooncn door eenige dramatische,
verandering yan houding, anders zou hij
haar veertien dagen voordat zijn kuur af-
geloopen was, hebben meegenomen. Hij
kendo de teekenen van hartstocht maar al
te goed. Die lange, met groote passen voort-
loopende, wolfachtige vedelaar met zijn
breede jukbeenderen cn zijn bakkebaardjes
(goede genade) en zijn groene oogen, wier
blikken op Gyp hij in stilte waarnam, wek
ten zijn algeheclc wantrouwen. Misschien
weerhield zijn aangeboren minachting voor
„buitenlanders" cn kunstenaars hem van
onmiddellijk handelend optreden. Hij kon
het niet „au séricux" opvatten. Dat Gyp,
zijn kieskeurige, volmaakte Gyp, ook slechts
maar iets zou toegeven aan een dergelijken
vent! Dat nooit! Ook wilde zijn naijverige
liefde niet toegeven, dat zij zou nalaten
hem in eenigerlei twijfel of moeilijkheid te
raadplegen. Hij vergat rekenschap te hou
den met den drang tot geheimhouding van
gevoelige meisjes, vergat dat zijn liefde voor
haar steeds was teruggeschrokken voor
woorden,, dat haar liefde voor hem toch
nooit geleid had tot vertrouwelijkheden.
Ook zag hij slechts een klein gedeelte van
wat er op tc merken viel, en dat weinige
werd door Fiorsen zorgvuldig „en scène"
gezet voor zijn oogen, al keken die anders
scherp genoeg. Trouwens er gebeurde eigen
lijk niet veel, behalve dan een episode op
den dag voordat zij vertrokken, cn dd&r
wist hij niets van.
Óie laatste middag was zeer stil, een
beetje droevig. Het had gedurende den af-
geloopen nacht geregend, en de doornatte
boomstammen, de doorweekte afgevallen
bladeren gaven een vagen, zoethoutachtigen
geur af. In Gyp heerschte een gevoel alsof
plotseling alle opwinding en vreugde uit
haar geest waren weggevloeid.
Kwam het door het weder, of door de
gedachte dat zij deze plaats, waar zij zoo
veel genoten had, ging verlaten? Na de
lunch, terwijl Winston zijn uitgaven aan
het berekenen was, ging zij uit dwalen door
het lange park, dat zich door de vallei uit
strekte. De lucht was somber grijs, en de
boomen roerloos en droefgeestig. Het was
alles een beetje melancholiek, en zij liep
al maar verder, de rivier over, langs een
omweg een modderig lalantje in dat langs
den buitenkant van een dorp leidde naar
een hooger gelegen terrein, vanwaar zij
naar den hcirweg kon terugkeeren. Waar
om moest er een einde aan dit alles komen?
Voor het eerst in haar leven dacht zij zon
der enthousiasme aan Mildenham en jagen.
Zij wilde liever in Londen blijven. Daar
zou zij tenminste niet verstoken zijn van
muziek, dansen, cn menschen, en al de be
koring van gewaardeerd te worden. De
wind bracht het schrille, dreunende geluid
van de dorschmachine aan, en dit geluid
leek nauwkeurig uiting te geven aan haar
gevoelens. Er vloog een duif over, wit tegen
de loodkleurige lucht; eenige berkeboomen,
die reeds goud gekleurd waren, huiverden
en lieten een regen van droppels vallen.
Wat was het hier eenzaam! En plotseling
schoten er twee jongetjes uit de heg, deden
haar bijna omver tuimelen, en drosten den
weg af. Er moest iets zijn dat hen had doen
schrikken. Toen Gyp haar gelaat ophief,
om te zien wat het kon geweest zijn, voelde
zij fijne speldeprikjes van regen. Haar ja
ponnetje zou bederven, en het was er een
waar zij erg op gesteld was duifkleurig,
fluweelachtig zacht, dat niet tegen regen
bestand was. Zij zocht een schuilplaats
onder de berken. Misschien zou het zoo
meteen wel voorbij zijn. Nog steeds klonk
gedempt uit de .verte het dreunen van de
dorschmachine, waardoor haar onbehaag
lijkheid slechts vermeerde. En toen verhief
zich van onder de heg, vanwaar de jongens
weggevlucht waren, een man, en kwam met
groote passen op haar toe. Hij sprong den
berm af cn belandde tusschen de berken.
Zij zag dat het Fiorsen was hijgend, met
verwarde haren cn bleek van de hitte. Hij
moest haar gevolgd zijn, en recht tegen de
heuvelhelling opgeklommen zijn vanaf het
pad dat zij door de vallei gevolgd b<ad, voor
dat zij de rivier overstak. Zijn artistieke
modieusheid was door dien klim erg in
het gedrang geraakt. Zij had kunnen
lachen, doclninplaats hiervan voelde zij op
winding en was zij oen beetje verschrokken
door de uitdrukking op zijn verhit, bleek
gezicht. Buiten adem zeide hij:
„Dus hier heb ik u nu. U gaat dus mor
gen weg, zonder mij er iets van gezegd te
hebben! U dacht dat u kon wegsluipen
en u hadt geen woord voor me over! Is
u altijd zoo wreed? Nu, ik zal jou ook niet
sparen!"
Plotseling neerkurkendc, vatte hij haar
breede sjerp, en begroef er zijn gelaat in.
Gyp bleef bevend staan zijn daad had
haar gevoel voor het belachelijke niet ge
wekt. Hij omvatte haar knieën met zijn
armen.
„O, Gyp, ik hch je lief ik heb je lief
stuur me niet weg laat me bij je
blijven! Ik ben je hond, je slaaf! O, Gyp,
ik heb je zoo lief!"
JWordt vervolgd.)