AMËR3FO0RTSÖH DAGBLAD WINTERMANTELS BINNENLAND Zaterdag 28 September 1929 ..DE EEMLANDEÏT 28e Jaargang Me. 77 DERDE BLAD. DE UITOEFENING DER TANDHEELKUNDE DEINDEPENDANCE BELGE BINDT IN *N V. COMPAGNIE LYONNAISE ESSENCES VOOR LIMONADES SPUITWATER A. v. d. WEG, Langestraat 23 - Tel. 271 STELT VEENHUIZEN HET ZONDER ARTS? FEUILLETON. HET ONBEREIKBARE i Een onjuiste toepassing der wet? Mevrouw De VriesBruins heeft aan den minister van Koloniën de volgende vragen gesteld: Heeft de minister kennis genomen van een passage in de Memorie van Antwoord der begrooting van Nederlandsch-Indiö van den Volksraad van het dienstjaar 1930, af- deeling V, Departement van Onderwijs en Eeredienst, luidende als volgt: „Aan den heer K. Bloemendaal is hij G. B. van 12 Maart 1927, no. 9, de be voegdheid verleend tot uitoefening der tandheelkunde, waarna hij bij besluit van het hoofd van den dienst der volks gezondheid van 27 Januari 1928, no. 20G6, toegelaten werd."? Is de minister bereid mee te deelen of 'de bedoelde persoon in het bezit is van dén der diploma's, waarmeo bevoegdheid tot het uitoefenen der tandheelkunde in Ne derlandsch-Indiö kan worden verkregen? Indien dat laatste niet het geval is en 'de persoon in quaestio zou niet bevoegd zijn tot uitoefening der tandheelkunde, maar tot de toepassing der volledige tand prothese, zooals die is geregeld bij de her ziening van de uitvoering van de wet van 29 Juni 1929 (Staatsblad no. 282), zou de minister dan willen meededen, op weike gronden deze wet in Nederlandsch-Indië een andere bevoegdheid geeft dan in Ne derland? Wanneer hier eventueel sprake mocht zijn van een onjuiste toepassing der wet, is de minister dan bereid te bevorderen, dat deze onjuistheid zoo spoedig mogelijk worde hersteld? HET S.S. DISCIPLINA VLOT GEBRACHT. Hoek van Holland, 27 Sept. Na dat ongeveer 1000 ton steenkolen zijn gelost, is het Italiaansche stoomschip Disciplina, dat bij Hoek van Holland op de pier geloo- pen was, hedenavond half twaalf vlotge- bracht door do sleepbooten Hudson, Blan kenburg en Rozenburg. CHR. VERZORGING VAN KRANK ZINNIGEN. Jaarlijksche vergadering op Vogelenzang. Bennebroek, 26 Sept. Onder lei ding van prof. L. Lindeboom heeft de Ver- eeniging tot ohr. verzorging van krankzin nigen in Nederland in de stichting Voge lenzang haar jaarlijksche algemeene verga dering gehouden. In zijn openingswoord wees de voorzitter op den toenemenden groei van de vereeni- ging, die nu reeds ruim 3000 lijders cn lij deressen verpleegt; hij teekende het karak ter der christ. krankzinnigenverzorging. Hierna kwam aan de orde het jaarver slag van den penningmeester, ir. J. Krap, te •VGravenhagc. Daaruit blijkt dat de be grooting sluit met een eindcijfer van 3.555.000. De winst- en verliesrekening sluit met een eindcijfer van 663.415.73. Aan contributiën, collecten, giften en le gaten is in totaal in 1928 ontvangen 23.638.82. Do balans vertoont een eindcij fer van 5.125.930.23. Het verslag werd onder dankzegging goedgekeurd. Do aftredende bestuursleden, de heeren P. Davelaar, ir. J. Krap, K. van Rijse jr. en W. A. J. de Winkel, die resp. voor de stichtingen Veldwijk en Wolfheze in het centraal bestuur zitting hebben, werden herkozen. Na afhandeling der agenda hield. ds. J. M. Mulder, geestelijk verzorger van de stichting Veldwijk, een referaat over De Dokter en do dominé op onze stichtingen. Na eenige discussie werd de vergadering gesloten. HULDIGING VAN EEN PHILANTROOP. A. de Ia Fontaine Verwey 70 jaar. Deventer, 26 Sept. Alhier is de beken de filantroop A. de la Fontaine Verwey, destijds directeur der Amsterdamsche Bank en sedert geruimen tijd tc Deventer woon' achtig, gehuldigd ter gelegenheid van zijn TOsten verjaardag. De huldiging geschiedde in Huizo Louise, van de vereeniging Pro Scnectute. destijds gesticht uit een schen king van thans wijlen mevr. De la Fontaine Verwey. De voorzitter van het huldigingscomité, de heer G. Alberts, overhandigde met een zeer waardeerende toespraak een fraaie oorkonde, welke do namen der volgende vereenigingen vermeldt: Pro Senectute, Rekkensche Inrichtingen, Werkverschaf fing aan hulpbehoevende Blinden, Hulp voor Onbehuisden, Albert Schweitzerfonds, Vereen. Tot Steun, afd. Deventer, Museum De Waag, Commissie tot restauratic der Groote Kerk, Tehuis voor Kinderen te De venter, Kindcrherstellings- en Vacantieko- lonies, Deventer Wijkverpleging, Het Groe ne Kruis, afd. Deventer en departement De venter der Maatschappij tot Nut van 't Al gemeen. Voorts sprak de voorzitter van Pro Scnec tute, de heer D. W. H. Patijn uit Amster dam, waarna ook dr. Slot, directeur der Rekkensche Inrichtingen, en de predikan ten Werner, Van Drooge en Ter Haar hun hulde aan het gesprokene toevoegden. Na mens de bewoners van Huize Louise bood ten slotte de heer Van Drooge een fraaie bloemenmand aan. (Hbld.) Een correspondent ontslagen De Indépendance Beige schrijft thans, dat zekere ironische uitdrukkingen in een kort eeleden door haar opgenomen „brief uit Den Haag" eenige deining in Nederland hebben gegeven. Naar haar oordeel is de zaak opgeblazen, maar toch heeft zij van „een correspondent, die omtrent den eer bied, verschuldigd aan de souvereinen van een naburig land, niet de zelfde ideeën had, dan zij afscheid genomen". (N.R.Ct.) u UTRECHTSCHEWEG 10 - TEL. 179 - AMERSFOORT 35 ct. per flacon Een particuliere geneesheer woont 15 K.M. verder. Zijn de feilen juist De eenige medicus is ziek Op dc vragen van den heer Van der Heide lo. Is het den Minister bekend, dat in dc Rijkswerkinrichtingen te Veenhuizen, waar de bevolking, met inbegrip van de ambtenaren cn hun gezinnen, op ongeveer 1500 personen kan worden geschat, de eenige medicus aldaar, die in directen dienst van liet Rijk de praktijk moet uit oefenen, sedert Februari van dit jaar we gens een ernstige ziekte niet in staat is, dit te doen 2o. Is het den Minister bekend, dat de ge troffen regeling, die hierin bestaat, dat een particuliere geneesheer, in de zeer uitge breide gemeente Smilde gevestigd, op on geveer 15 K. M. van de inrichtingen wonend de geneeskundige hulp moet verleenen, tot gerechtvaardigde klachten aanleiding geeft, omdat het niet altijd mogelijk is voor de bevolking in Veenhuizen, dezen medi cus tijdig te waarschuwen, zoo min als het hem mogelijk is, gegeven de uitgebreidheid van zijn eigen praktijk, tijdig te komen 3o. Is de Minister niet van oordeel, dat hier sprake is van een toestand, die niet langer bestendigd raag blijven 4o. Is de Minister bereid, mede te dee len, als het antwoord op vraag 3 bevesti gend moge zijn, of binnen zeer korten tijd afdoende maatregelen zullen worden ge troffen, om aan dezen onhoudbaar geach- tcn toestand een einde to maken heeft de Minister geantwoord Ad 1. De aan do Rijkswerkinrichtingen Veenhuizen verbonden geneesheer is sedert 21 Januari 1929 wegens ziekte buiten dienst Ad 2. Het in deze vraag omtrent de ge troffen regeling gestelde is niet in overeen stemming met de feiten. Immers, wel is ge durende den eerstpp lijd de geneesheer in zijn functie, op de gewone voor verlof en ziekte aangenomen regeling, vervangen door den daartoe aangewezen geneesheer uit Smilde, doch, waar inmiddels gebleken was van den vermoedelijk langen duur der ziekte, cn mede in verband met het optre den ecner griep-epidëmie, waardoor de ver vanger, gelet op de eischen zijner particu liere praktijk, niet voldoende in den dienst kon voorzien, is andere hulp gezocht en op 2 Maart d.a.v. verkregen van een genees heer, die ter plaatso huisvesting vond. Deze bleef aldaar werkzaam tot 16 Mei, op wel ken datum de genoemde geneesheer uit Smilde voldoende gelegenheid vond de waarneming weder geheel op zich te ne men. Ook daarna zijn echter weder pogin gen in hot werk gesteld om tot vervanging ter plaatso tc geraken. Van 30 Juni ot 4 Augustus is zoodanige vervanger gevon den. Na diens vertrek is opnieuw, in over leg met het bureau van de Maatschappij tot Bevordering der Geneeskunst, te Amster dam, cn den geneeskundigen dienst der landmacht, getracht een andere hulp te vinden, hetgeen evenwel, mede door de om standigheid, dat in den vacantietijd geen geschikte krachten beschikbaar waren, tot heden niet is gelukt, A<J 3. Uit het onder 2 vermelde volgt, dat, naar het oordeel van den ondergetee- kende, do uitsluitende waarneming van den dienst door een geneesheer van Smilde niet als een bevredigende toestand is te be schouwen. Intusschen kan hij daaraan toe voegen, dat in do perioden, waarin met de ze regeling moest worden volstaan, ernstige moeilijkheden zich niet hebben voorgedaan cn, naar dc hoofddirecteur mededeelt, ge rechtvaardigde klachten dezen niet hebben bereikt. Ad 4. Dc geneesheer van de Rijkswerkin richtingen is thans afgekeurd, zoodat als- nu een definitieve regeling dezer aange legenheid is mogelijk geworden, die do on- dergeteekende ten spoedigste hoopt te tref fen. UIT DEN RAAD VAN SLEEN. Een verworpen rapport. Sleen, 27 Sept Door het raadslid Vos werden in het voorjaar in openbare raadsvergadering beschuldigingen geuit te genover den wethouder van Stellingen (S. D.A.P.). De heer Vos behoorde vroeger ook tot de S.D.A.P. Om de beschuldigingen te onderzoeken, benoemde do raad een com missie van drie leden met de opdracht de grieven te onderzoeken en rapport uit te brengen. Deze commissie bracht haar rap port uit op 24 Juni waarna dit in een besloten raadsvergadering, welke vergade ring van 7 uur tot half twee des nachts duurde, op 26 Juni d.a-v. werd behandeld, waarna er over dit rapport zoo nu en dan mededeelingen in de pers verschenen. Gisteren is het rapport opnieuw behan deld. Het bleek dat de conclusie der com missie was. dat zij geen vertrouwen meer stelde in den wethouder van Stellingen. Uit de discussies bleek tevens dat de meer derheid der raadscommissie in de vorige geheime vergadering een oordeel over den wethouder had gegeven zonder dat deze in de gelegenheid was gesteld zich te verde digen, benevens dat de commissie over ge heel andere zaken rapport had uitgebracht dan waarvoor zij was ingesteld en dat in haar rapport beschuldigingen aan het adres van dien wethouder worden gericht, waar voor het gefaeele college van B. en W. aan sprakelijk was. Over het rapport ontspon zich een scher pe discussie. Nadat de commissie in de gelegenheid was gesteld haar rapport, dat ondeugdelijk was en valsche beschuldigingen bevatte, in te trekken, bleek zij daartoe niet bereid. De raad verwierp daarop met 6 tegen 4 stemmen do conclusie der commissio en verklaarde het rapport van onwaarde. Voor stemden dc drie commissieleden cn de lieer Vos. Wethouder van Stellingen onthield zich van stemming. DE AMSTERDAMSCHEN .WETHOUDERSCRISIS De houding van de Vrij heidsbond. Amsterdam, 26 Sept. Hedenavond heeft de afdceling Amsterdam van de Li berale Staatspartij de Vrijheidsbond een huishoudelijke vergadering gehouden, waarin het bestuur en de leden der ge meenteraadsfractie een uiteenzetting heb ben gegeven van het verloop der wethou derscrisis De vergadering hechtte unaniem haar goedkeuring aan de door de fractie tijdens do crisis aangenomen houding. Be sloten werd Maandag 7 October een open bare vergadering te houden tot voorlich ting van het publiek t.a.v. de opvattingen, die de af deeling over den stand van zaken en de verder door de liberalen te volgen gedragslijn huldigt. DE STAKING IN DE ZAANSCHS HOUTINDUSTRIE. Wanneer worcU het werk hervat? Zaandam. Zooals reeds is gemeld heb ben de bootwerkers in de gisteren (Donder- dag) gehouden lodenvergadering besloten, het werk op 7 Oct. a.s. tc hervatten, daar zij wenschen, dat eerst alle werkwilligen, (Spakenburgers) naar hun woonplaats zul len zijn teruggekeerd. Door dit besluit is ecu nieuwe moeilijk heid in de afwikkeling van het conflict ontstaan, daar dc stakende houtwerkers do door den bond van werkgevers in het hout bedrijf gestelde voorwaarden hebben aan* vaard, hierbij was bepaald, dat do werk gevers hun toezegging slechts gestand kun nen doen, indien het werk uiterlijk op 30 Sept. a.s. is hervat. In den loop van den middag hebben do hoofdbestuurders der organisaties over deze aangelegenheid een conferentie gehad met het dagclijksche bestuur van den bond in het houtbedrijf. In de daarop gehouden bestuursvergade ring vaii de organisatie, waarhij de heer do Groot van de R.K. organisatie niet aanwe zig was, is besloten, do ledenvergaderingen van do stakers te doen uitmaken of zij op 30 Sept. dan wel op 7 Oct. a.s. het werk zullen hervatten. De centrale bond van transportarbeiders en de Federatie hebben direct na do door de besturen genomen beslissing een ver gadering gehouden, terwijl de confessio- ncolen vandaag (Vrijdag) hierover zullen stemmen. De uitslag van do door do Federatie en den Central en hond gehouden stemming zal niet bekend worden gemaakt, vooral eer de R.K. en Christ. over dit punt heb ben beraadslaagd en gestemd. HET VISSCHEN MET LEVEND AAS OP SNOEK. Een verbod dat geen zin heeft. De heer Van Zadelhof! heeft zich met do volgende vragen tot den minister van Bin- ncnlandschc Zaken en Landbouw gericht: Is het den minister bekend, dat het ver bod van visschen met een hengel, geaasd met visch, geldende van 1 Juni tot en mot 31 October, voor bescherming van tien snoek weinig of geen doel meer treft, nu met ingang van 1 September de schakelvis- scherij is toegestaan on van af 15 October do zegenvisscherij wordt opengesteld, en aan deze visch tuigen gecnerlei beperking i9 opgelegd? Zoo ja, is de minister dan bereid, de mi- nisterieclc beschikking betreffende, het ver bod van visschen met een hengel, geaasd met visch, te wijzigen in dezen zin, dat do datum van 31 October veranderd worde in bijv. 1 October, opdat althans zoo spoedig mogelijk het visschen met een hengel geaasd met visch, weder worde toege* staan? AAN DEN GROND GEVAREN. Op eigen kracht weer vlot ge komen. R o 11 e r d a m, 26 Sept. Gisterenmorgen is het s.s. Pcllice, groot 5376 ton, geladen met erts voor dc Ned. Handel- en Scheep* vaartond Viking te Rotterdam in den Nieu* wen Waterweg ter hoogte van Maassluis met liet achterschip aan den gronrl geloo* pen. Het heeft aanvankelijk in de bedoeling gelegen, dat men het schip bij hoo£ water zou afsleepen mei sleepbooten, maar later in den morgen is het schip toch op eigen kracht vlot gekomen, en heeft het de reis naar Rotterdam kunnen voortzet ten. Men ondervond daarbij de moeilijkheid dat het schip gedraaid was en mof den achterste* ven naar Rotterdam lag. TT ot. kon in den Waterweg niet weer draaien on is daarom eerst teruggevaren naar den TToek. waar het buiten de pieren is omgedraaid. Toen kon het weer naar Rotterdam opstoomen. Bij het vlotkomen zijn twee ankers verloren gegaan. Wie zich zelf niets vergeeft, dien zal door anderen veel vergeven worden. (BEYOND) 'door JOHN GALSWORTHY voor Nederland t bewerkt door 'J. KUYLMAN. TKÜ 12 "Behalve in het plantsoen van de Koch- brunnen, als hij nederig naar haar toe kwam en vroeg vijf minuten bij haar te mogwi zitten, drong hij haar zijn gezelschap nooit op, en trachtte haar op geenerlei wijze te compromitteercn. Ongetwijfeld kwam hem-zijn ondervinding hierbij te pas, doch ook moet hij bij instinct gevoeld heb ben, dat het gevaarlijk spel zou zijn ge weest bij iemand die zoo gevoelig was. Er V/aren nog andere motten, die om die helle kaars vlogen, en zij droegen er krachtig toe bij te voorkomen, dat zijn attenties te uitgesproken werden. Begreep zij wel vol komen wat er voorviel, en hoe haar ver dediging ondermijnd werd, en bevatte zij wel welk gevaar er voor haar terugtocht in lag, dat zij hem aldus toestand om haar heen te zweven? Eigenlijk niet. Het droeg alles bij tot het verergeren van den triomf roes van een tijd, waarin zij steeds meer verliefd werd op het. leven, zich meer en meer bewust, dat de wereld haar waar deerde cn bewonderde, dat zij de macht had te doen wat anderen niet konden. Was Fiorsen met zijn groot talent en zijn. twijfelachtige reputatie hiervan niet het be wijs? En hij werkte opwindend op haar. Wat men ook was in zijn levendig gezel schap vol stemmingen, vervelen deed men zich nooit. Op zekeren morgen vertelde hij haar iets van zijn leven. Zijn vader was een Zweedsch klein-grondbezitter geweest, een zeer krachtig man, die veel dronk: zijn moeder de dochter van een kunstschilder. Zij had hem leeren vioolspelen, doch was gestorven toen bij nog een knaap was. Toen hij zeventien was, had hij onaangenaam heden met zijn vader gehad, cn moest voor zijn levensonderhoud vioolspelen in de stra ten van Stockholm. Een bekend violist had hem op zekeren dag gehoord, en hem zich aangetrokken. Vervolgens had zijn vader zich doodgedronken, cn had hij het kleine landgoed geërfd. Ilij had het onmiddellijk weder verkocht voor allerlei dwaasheden, zooals hij het zelf ruw uitdrukte. Ja, Miss Winston, ik heb veel dwaasheden begaan, maar zij zijn niets vergeleken bij die, welke ik zal begaan, als ik u niet meer kan zien!" Met deze verontrustende woorden stond hij op, en ging heen. Zij had bij zijn woorden geglimlacht, doch in zichzelve voelde zij ongeloof, medelijden, opwinding, en iets dat zij heelemaal niet begreep. In die dagen begreep zij zichzelve al zeer weinig. Doch in hoeverre begreep en zag Winston wat er voorviel? Hij was een stoïcijn; doch dit verhinderde niet, dat zijn naijver alarm sloeg, en hem pijnlijke steken bezorgde, erger dan die, welke nog steeds voorkwa men in zijn linkervoet. Hij was bang onge rustheid te tooncn door eenige dramatische, verandering yan houding, anders zou hij haar veertien dagen voordat zijn kuur af- geloopen was, hebben meegenomen. Hij kendo de teekenen van hartstocht maar al te goed. Die lange, met groote passen voort- loopende, wolfachtige vedelaar met zijn breede jukbeenderen cn zijn bakkebaardjes (goede genade) en zijn groene oogen, wier blikken op Gyp hij in stilte waarnam, wek ten zijn algeheclc wantrouwen. Misschien weerhield zijn aangeboren minachting voor „buitenlanders" cn kunstenaars hem van onmiddellijk handelend optreden. Hij kon het niet „au séricux" opvatten. Dat Gyp, zijn kieskeurige, volmaakte Gyp, ook slechts maar iets zou toegeven aan een dergelijken vent! Dat nooit! Ook wilde zijn naijverige liefde niet toegeven, dat zij zou nalaten hem in eenigerlei twijfel of moeilijkheid te raadplegen. Hij vergat rekenschap te hou den met den drang tot geheimhouding van gevoelige meisjes, vergat dat zijn liefde voor haar steeds was teruggeschrokken voor woorden,, dat haar liefde voor hem toch nooit geleid had tot vertrouwelijkheden. Ook zag hij slechts een klein gedeelte van wat er op tc merken viel, en dat weinige werd door Fiorsen zorgvuldig „en scène" gezet voor zijn oogen, al keken die anders scherp genoeg. Trouwens er gebeurde eigen lijk niet veel, behalve dan een episode op den dag voordat zij vertrokken, cn dd&r wist hij niets van. Óie laatste middag was zeer stil, een beetje droevig. Het had gedurende den af- geloopen nacht geregend, en de doornatte boomstammen, de doorweekte afgevallen bladeren gaven een vagen, zoethoutachtigen geur af. In Gyp heerschte een gevoel alsof plotseling alle opwinding en vreugde uit haar geest waren weggevloeid. Kwam het door het weder, of door de gedachte dat zij deze plaats, waar zij zoo veel genoten had, ging verlaten? Na de lunch, terwijl Winston zijn uitgaven aan het berekenen was, ging zij uit dwalen door het lange park, dat zich door de vallei uit strekte. De lucht was somber grijs, en de boomen roerloos en droefgeestig. Het was alles een beetje melancholiek, en zij liep al maar verder, de rivier over, langs een omweg een modderig lalantje in dat langs den buitenkant van een dorp leidde naar een hooger gelegen terrein, vanwaar zij naar den hcirweg kon terugkeeren. Waar om moest er een einde aan dit alles komen? Voor het eerst in haar leven dacht zij zon der enthousiasme aan Mildenham en jagen. Zij wilde liever in Londen blijven. Daar zou zij tenminste niet verstoken zijn van muziek, dansen, cn menschen, en al de be koring van gewaardeerd te worden. De wind bracht het schrille, dreunende geluid van de dorschmachine aan, en dit geluid leek nauwkeurig uiting te geven aan haar gevoelens. Er vloog een duif over, wit tegen de loodkleurige lucht; eenige berkeboomen, die reeds goud gekleurd waren, huiverden en lieten een regen van droppels vallen. Wat was het hier eenzaam! En plotseling schoten er twee jongetjes uit de heg, deden haar bijna omver tuimelen, en drosten den weg af. Er moest iets zijn dat hen had doen schrikken. Toen Gyp haar gelaat ophief, om te zien wat het kon geweest zijn, voelde zij fijne speldeprikjes van regen. Haar ja ponnetje zou bederven, en het was er een waar zij erg op gesteld was duifkleurig, fluweelachtig zacht, dat niet tegen regen bestand was. Zij zocht een schuilplaats onder de berken. Misschien zou het zoo meteen wel voorbij zijn. Nog steeds klonk gedempt uit de .verte het dreunen van de dorschmachine, waardoor haar onbehaag lijkheid slechts vermeerde. En toen verhief zich van onder de heg, vanwaar de jongens weggevlucht waren, een man, en kwam met groote passen op haar toe. Hij sprong den berm af cn belandde tusschen de berken. Zij zag dat het Fiorsen was hijgend, met verwarde haren cn bleek van de hitte. Hij moest haar gevolgd zijn, en recht tegen de heuvelhelling opgeklommen zijn vanaf het pad dat zij door de vallei gevolgd b<ad, voor dat zij de rivier overstak. Zijn artistieke modieusheid was door dien klim erg in het gedrang geraakt. Zij had kunnen lachen, doclninplaats hiervan voelde zij op winding en was zij oen beetje verschrokken door de uitdrukking op zijn verhit, bleek gezicht. Buiten adem zeide hij: „Dus hier heb ik u nu. U gaat dus mor gen weg, zonder mij er iets van gezegd te hebben! U dacht dat u kon wegsluipen en u hadt geen woord voor me over! Is u altijd zoo wreed? Nu, ik zal jou ook niet sparen!" Plotseling neerkurkendc, vatte hij haar breede sjerp, en begroef er zijn gelaat in. Gyp bleef bevend staan zijn daad had haar gevoel voor het belachelijke niet ge wekt. Hij omvatte haar knieën met zijn armen. „O, Gyp, ik hch je lief ik heb je lief stuur me niet weg laat me bij je blijven! Ik ben je hond, je slaaf! O, Gyp, ik heb je zoo lief!" JWordt vervolgd.)

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1929 | | pagina 9