DE EEMLANDER
BRIEVEN VANEEN
BRABANTSCHEN BOER
WILLEM GROENHUIZEN
De voorraad Tafelzilver is rijk,
Maandag 30 September 1929
28o Jaargang No. 78
BUITENLANDSCH OVERZICHT
DE BESCHERMING DER
REPUBLIEK
HONDERD MENSCHEN
OMGEKOMEN?
Vier steden onder
water
DE MOORD OP GALMOT
7 uur 12 min.
Fa. L. J. Luijcx en Zn.
Dames Handschoenen,
AMERSFOORTSCH DAGBLAD
ABONNEMENTSPRIJS p" 3 maandt:n vo°' Amersfoort I 2.10, per maand I 0.75, per
weck (tact gratis verzekering tegen ongelukken) f 0.171/*
Blnneoland franco per post per 3 maanden f 3.-. Afzonderlijke nnmmers f 0.05.
POSTREKENING 47910 TELEFOON INTERG 513
UITGAVE: VALKHOFF C2
PRIJS OER AOVERTENTIEN -1 1 1»
elke regel meer 10.25 Llcfdadlghclds-advertcntlén voorde
helft van den pri|s. - Kleine Adverteotlio „KEITJES" bij voomltbetollng 1-5 regels
50 cent. elke regel meer 10 cent, driemaal plaatsen f I.—Bewijsnummer extra f 0.05
De verandering van bewind
in Litauen. Men was niet
langer gediend van Wolde
maras' eigenzinnigheid.
Er zijn in Europa heel wat dictators. Wij
noemen slechts Mussolini, Primo de Rivera
en Pilsoedski. Wellicht vergelen wij er nog.
In de reeks komt echter Woldemaras niet
meer voor.
In één onzer vorige overzichten werd het,
op grond van berichten uit Kofno, moge
lijk geacht, dat Woldemaras. tot dusver
premier van Litauen, na de crisis, die in
dit land was uitgebroken, toch nog deel uit
zou maken van de nieuwe regeering, die
thans onder leiding van Tubelis staat. Voor
'deze waarschijnlijkheid pleitte, dat zelfs
verschillende partijen, die overigens fel op
.Woldemaras waren gebeten, nochtans in
stemden met diens buitenlandsche politiek,
waarvan één der doeleinden was: de terug
winning van het door Polen ingepalmde
gebied van Wilna.
Handhaving van Woldemaras werd ech
ter door de collegas van het kabinet, aan
het hoofd waarvan hij stond, niet wensche-
3ijk geacht, nadat hij. toen hem de porte
feuille van buitenlandsche zaken werd aan
geboden. ook opnieuw het premierschap
.voor zich opeischte. De thans heengegane
eerste-minister lag met zijn ambtgenooten
voortdurend overhoop, daar hij eigenlijk
voor zich alleen de regeeringsmacht op
eischte; de overige ministers gunden hem
dit monopolie niet en wilden hun eigen
zelfstandigheid bewaren, een standpunt, dat
professor Smetona, de president van den
Litauschen staat, volkomen wist te billij
ken, zoodat professor Woldemaras uit het
kabinet werd geweerd. Zijn eigen koppig
heid en heerschzucht hebben hem dus doen
vallen, zoodat zijn dictatuur een einde
heeft genomen.
Hieruit mag echter niet worden afge
leid, dat aan de dictatuur, welke tot dus
ver in Litauen werd uitgeoefend, in 't al
gemeen een einde komt. De omstandighe
den, waarin de oppositie in den vervolge
zal komen te leven, zullen nog geenszins
aantrekkelijk ziin. Wel zijn cenige verzach
tingen aangekondigd en ook heeft Tubelis
erop gezinspeeld, dat de democraten en so
cialisten binnen de perken, die hun de wet
stelt, politieke propaganda mogen maken,
doch laatstgenoemden maken zich voorioo-
pig nog weinig illusies omtrent een voor
hen prettiger régime. De vervolging tegen
hen. onder 't voorwendsel, dat zij al te innig
omgaan met de samenzweerders, dje hun
veege lijf hebben gered, door naar 't bui
tenland te vluchten, zullen vermoedelijk
dan ook wel voortduren en evenzeer zal
vooreerst de tijd nog wel niet aangebroken
zijn," dat censuur en beleg voorgoed tot het
verleden behooren. Op binnenlandsch poli
tiek wordt de zaak dus denkelijk vrijwel
op den ouden voet voortgezet, hetgeen bc-
teekent, dat de grootgrondbezitters en de
leiders der verschillende takken van nijver
heid, alsmede de militairen voorloopig den
toon zullen blijven aangeven. De regeerings-
crisis heeft echter toch dit goede, dat het
dictatorschap thans niet meer wordt uit
geoefend door Woldemaras. met wien het
moeilijk was lot een vergelijk te komen,
daar hij een onstuimig querulant was, zoo
wel op binnen- als huitcnlandsch-politiek
gebied. De anti-Poolsche gezindheid blijft
echter, ondanks de regeeringswisseling, ge
handhaafd. Ook Tubelis en de zijnen blij
ven er op aandringen, dat Wilna, hetwelk
tie Litauers als hun hoofdstad beschouw in.
wordt teruggegeven.
Een nieuwe wet in Duiischland in
den maak
Wat strafbaar wordt
gesteld
De rijksregeering zal zich binnenkort be
zighouden met een nieuw ontwerp van wet
ter bescherming der republiek, dat verder
gaat dan de oude wet, aangezien alle poli
tieke personen worden beschermd.
Strafbaar worden o.a gesteld; het plegen
van een aanslag op een persoon wegens
diens politieke gezindheid; het maken van
een afspraak daartoe; het achterwege laten
eener aangifte, indien men van het bestaan
van een zoodanig complot op de hoogte
kornt; het heloonen of begunstigen van de
daad; deelneming aan of ondersteuning van
een complot, dat streeft naar het ondermij
ncn van den republikeinschen staatsvorm
in het rijk of de landen; deelneming aan
een organisatie, die onbevoegd in het bezit
van wapenen is; beleediging van de repu
bliek. den rijkspresident of een lid dei re
geering van hef rijk of #le landen, of van
de rijks- of landkleurcn; beleediging van
een persoon, die om zijn politieke gezind
heid. is vermoord; aansporing tot. geweld
daden tegen politieke personen, verheerlij
king van dergelijke daden enz.
Verder behelst het wetsontwerp bepalin
gen omtrent de op overtreding gestelde
straffen (gevangenis tuchthuis, deportatie
binnen het rijk), de ontbinding van ver
eenigingen en vergaderingen cn het verbod
van drukwerken
EEN PAUSELIJKE BANK.
Vernomen wordt, dat de paus van plan
is, eerlang een pauselijke bank te stichten
in de Vaticaansche stad.
Bedenkelijke toestand in een
Mexicaanschen staat
N e w-Y o r k, 2 8 Sept. (V. D.) Naar uit
Mexico-City wordt gemeld, staan ten ge
volge van overstrooming der rivier Moe
tezuma vier steden in den staat Hidalgo
geheel onder water. Daar de vloed zeer
snol kwam opzetten, konden velen zich niet
tijdig meer in veiligheid brengen Volgens
de laatste berichten zouden meei dan 100
mcnschcn om het leven zijn gekomen. Het
grootste gedeelte van de bevolking in het
getroffen gebied moet in de open lucht de
komende nachten doorbrengen.
DE STORM OP DE BAHAMA-EILANDEN.
Nadere berichten omtrent den storm op
de Bahama-eilanden houden in, dat alle
kleine schepen in de haven van Nassau
vernield zijn. Het paleis van den gouver
neur en de meeste kerken hebben ernstige
schade geleden De havenplaats Biminis is
opnieuw door een storm geteisterd, die een
snelheid had van 110 K.M. per uur. Over
de schade, die hier is aangericht, zijn nog
geen berichten ontvangen.
ERNSTIGE MIJNRAMP.
Een zevental dooden.
Nabij Fort Smith (Arkansas) heeft in een
kolenmijn een ontploffing plaats gehad,
waarbij zeven arbeiders gedood werden
Het aantal gewonden staat nog niet vast,
doordien het reddingswerk inet zeer veel
moeilijkheden gepaard gaat
EEN BOODSCHAP VAN MACDONALD
AAN DE ARBEIDERSPARTIJ
In een boodschap tot het congres van de
Labour Party, dat heden Maandag wordt
gehouden, zegt Macdonald, dat niet gepoogd
zal worden de andere maritieme mogend
TÊL. £52. LAIMGESTRAAT 43.
JUWELIER.
heden voor een voldongen feit te stellen.
Wij hebben besloten te vermijden, aldus
de premier, dat de algemeene vooruitgang
wordt tegengehouden, terwijl Groot-Britan-
nië en Amerika besprekingen voeren over
hun speciale geschillen. Sinds do verkie
zingen is de steun cn het vertrouwen in de
partij, die in dit land de leiding heeft, van
allo zijden grooter geworden.
In het verdere gedeelte van de bood
schap wordt een uiteenzetting gegeven van
het grootc program inzake de verminde
ring der werkloosheid, het opruimen der
krotwoningen, bevordering van het onder
wijs, enz.
Een oud-Kamerlid door arsenicum
om 't leven gebracht
Proces te Nantes
Vrijdag zijn te Saint-Nazaire drio-en-
dertig personen uit Cayenne (Guyana) aan
gekomen, beschuldigd van medeplichtig
heid aan den moord op het oud-Kamerlid
lean Galmot. Den Gen Augustus 1928 over
leed Galmot in het hospitaal te Cayenne
cn de doktoren stelden vast, dat zijn dood
aan het gebruik van arsenicum was toe te
schrijven
De voornaamste beklaagde in deze zaak,
aldus vertelt het Hbl„ is de dienstmaagd
van Galmot. Adrienne Cernis, die men er
van verdenk' arsenicum in een kop bouil
lon, welke zi! voor Galmot had klaarge
maakt, te hebben geworpen, doch men ver
moedt tevens, dal de vrouw het werktuig
is geweest van politieke tegenstanders van
het slachtoffer.
In den loop der onlusten, die volgden
op den moord op Galmot. werden nog tal
van andere personen vermoord, o.a. ee:t
gemeenteraadslid, een lid van den Con-nl
Gén ér al, en verscheidene ondergeschikte
ambtenaren. In het geheel zullen er dan
ook 33 verdachten terecht staan, die allen
bij de moorden betrokken zouden zijn ge
weest.
Het dossier der zaak weegt 1^7
kilo. De behandeling geschiedt voar de
rechtbank te Nantes, daar de onrustig*
politieke atmosfeer een behandeling te
Cayenne niet gewenscht doet zijn.
Voor den eersten keer in de annalen der
justitie bestaat thans de mogelijkheid, dat
de beklaagden, als burgers uit Cayenne
naar Frankrijk gekomen, als bannelingen
naar het bagno te Cayenne zullen worden
teruggezonden.
WEERBERICHT.
Hoogste barometerstand:
770.7 te Wccnen.
Uiagste barometerstand:
738.6 te Ingü.
Verwachting tot den avond
van 1 Octdber:
Zwakke tot matige Z. tot Z.
W. wind, zwaar bewolkt, met
lijdelijke opklaring, waar
schijnlijk regenbuien met
eenige kans op onweer, later
iets koeler.
LAIMGESTRAAT 49-51 TEL. 190
waschbaar Suède, mooie kwali
teit en fijne tinten
f 2.95,
vervangt goedkoop waschleder.
BOTSINGEN TUSSCHEN COMMUNISTEN
EN NATIONAAL-SOCIALISTEN.
Twee gewonden.
Beuthcn.29 Sept. (II. N.) Vandaag is
het te Beuthen op verschillende pleinen
lusschcn communisten cn nationaM-socia-
listen gekomen. Op het von Moltkeplein
werden twee personen gewond, terwijl de
politie zes lieden arresteerde. Later groeide
het aantal communisten tot enkele honder*
den aan en vielen er, toen de politie tracht
te hen uiteen te drijven, enkele schoten,
waarbij echter niemand gewond werd. Te-
gén negen uur 's avonds was dé rust weder
hersteld.
NOODLOTTIGE ONTPLOFFING.
Acht mijnwerkers gedood.
New-York, 28 Sept. (V. D.) In den
staat Oklahama heeft zich in eenmijn
een hevige explosie voorgedaan, die het le
ven van acht personen heeft gcêiscbt.
DOOR A. A. L. GRAUMANS
Ulvenhout, 2-i Sopt. 1929.
Menier!
Toen 'k van de week 's mergens opsting
en naar m'n vaste gewoonte eerst
effekes deur de raam d'n erff opzag, ol-
lee, ollee, wa zag ie eruit M'r daliao's
of liever gezeed: die van Trui rin'snouv
eenmaal onzen hovenier op d'n hof lag
gen mee geknapte stengels, bezemstelen-
Sik. teugen d'n grond geslagen. D'n 011-
ftelde die nog overènd sting, daarvan vie
len de spitsrond-toeloopende blomblaaikes
stuk veur stuk zachtjes af as «groote tra
nen, die in 't lamgeslagen loof druppelden.
Mijn goudsblommen, ge wit daar mot
Trui vanaf blijven, da's mijn blom! die
laggen as lamgeslagen teugen 't zaand
verspreid, plat as 'n dubbeltje, terwijl heel
d'n erft. bezaaid lag mee dooie takskes,
afgerukte blaren, en daartusschcn de hard-
gruune ballen van honderden afgescheur
de noten. Ok d'n perclèèr was er nio zon
der kleerenscheuren afgekomen. Peren as
vusten, maar nog gruun as gras, non
enkelde had 'n klürke s 'n boerenmeid
die teugen d'n wind ingeloopen had die
küstelijke vruchten, ze laggen daar tries
tig en beschadigd, in t gras van 'I n blijk,
halvelings bedolven onder de veulc blaren.
Amico, ik óAmg stijf van d'n schrik bij
die rinnewasie. „As ge nog langer op oew
bloote voeten op de plevuizen bleft staan",
riep Trui uit de bedstee, „kunde-'t-'nog te
pakken krijgen. Ge staat daar net te kijken
of ze veurbij mot komen!" 'k Mag zoo-
iets wel op mn nuchtere maag, wa gij0
Ja, amico. die wefkes, man, ze kun
nen 't vuur toch zoo schandalig aan new
teenen leggen, ee! Want ge mot weten,
da Trui dat zoo riep vanuit de bedstee,
da was om de weerlicht gin toeval! Sjuust
ha 'k 'n briefke ontvangen, lichtblaauw- van
kleur, en mee 'n donkerblaauw voeringske
in *t envelopke uit Haarlem. Nouw kunde
zóó aan dn teut van oewen klomp vuu-
len, da zo'n briefke van T vrouwvolk komt.
En as ik zeg: „vrouwvolk", dan is da-d
ok weer gin toevallig toevalleke, want 't
leek wel 'nen volks-o-p-l-o-o-p! Nie meer
en niet minder sting er onder as: „3 t w i n-
t. i g j ar i g e meisje s 'n Soort van p e-
tisie dus, zooas ze zo'nen lijst van on-
derleekenaren gewoonlijk noemen!
„Gij doe-g-et maar in 't groot, welja"
had Trui al gezeed. Want toen ik t smer-
gens te lezen zat hij d'n koffie, had ze net
zoolaank achter me heenen geloopen tot
ze gezien had wie mijn te schrijven had
op zuk schoon lichtblaauw pepier in zo'n
gevoerd zakske. Da's 'n eigenschap van
Trui. amico (andere vrouwen zijn zo nie,
geleuf ik, lach nou nfe, aanders kijken
ze in m'n kaarten), maar Trui is zoo me-
rakels nuuwsgierig. ee! En waar ga-g-et
nouw over, ge mag 't grust weten, over
een van m'n leste brieven, waarin ik van
lèèr getrokken ben teugen sommige wef
kes. die, hoe za 'k da nouw zeggen,
affijn, die er teugeswoordig nog net zo'n
linnenkast op nahouwen as Eva zaliger
gedachtenis, da wefke mee da-d-appel-
tje, ge wit wel Adam z'n vijftig per
sent. Toen gong da. Menier cn mevrouw
Adam haddén gin naaste buren. Kraanten-
pottegraven waren er ok nog niet en
Eva hoefde nog gin-een rekortje te bre
ken in springen, zwemmen hardloopen,
pianospelen, Jaansen, enz. Ze hoefde niks
aanders te doen as d'r huishouwen; zur-
gen veur d'ren Adam, dat ie 'sZaterdags-
aves 'n schoon beestenvel, netjes versteld,
aan kon trekken en z'n pakske tabak en
zoo op z'ncn tijd had. Anders niks cn
mee d'r fikken van da-d-appelbom-
ke afblijven. Affijn, ge wit hoe da-d-afge-
loopen is!
Maar om op die drie twintigjarige wef
kes trug te komen, ze schreven naar
m'nen besten amico, van de Nuuwe Haar-
lemsche Kraant, die emmen mijn dan
m'n ooren gerauschen, omda 'k da-d-alle-
maal zoo maar gladweg neergepotlooid
had.
Lot ik eerlijk zijn, amico, en seerejeus e.n
dan mot ik zeggen: keb veul schik in da
briefke g'ad. Ze lezen me de les, die drie
Haarlemschc troclekes. zekers, maar... ze
doen 't om tc bewijzen asdat er nog wc! wcf
ke? zijn. zc schrijven zelfs van duzendon
(te veul om na te tellen, maar ollee) die
nie d'r eigen te buiten gaan aan bespotte
lijke en onzedige modes en aan sport mee
wat daar allemaal aan vastzit. Meskcs die
aanclere idejalen emmen dan eerste prijzen
halen mee sjarrclestonnen. En die wefkes.
schrijft da vechtlustige trio, die wefkes
women net zukkc goeie huisvrouwen as
Trui! Toen Trui da las, toen kneep ze d'r
oogen 'n bietje toe, net as 'n poes die ge
over d'ren kop aait „Heeft u ze dan nooit
eens ontmoet,' vraagt die driekaart van
hartevrouw. Da's 'n strikvraag, amico. Maar
ditte wil ik wel zeggen, as ik die drié
wefkes 's teugenkoom die zoo veur d r
soort strijen, clan zal 't mijn 'n groot fiest
zijn! Dan geef ik 'n rondje. En troclekes
daar is veul kaans op, witte da wel?
Waant binnenkort, zoo gaauw as ier alics
binnen is, dc erpëls in cl'n kuil, de pulp op
d'n erft, clan koorn ik naar Haarlem. Go
wit. keb da van d'n zomer al géschreven,
toen 'r 'ncn vent veur d'n Radio ec staan
zeèveren over mijn briefkes, da zc van die
briefkes ok 'n boeksko gemokt emmen!
Nouw, nie om wa te zeggen, maar t zal
'nen schooncn boek w-orren. Keb er al wa
van meugen zien en over ennigte weken
komt ie in dc wereld. En as diecn boek er
is,'dan... ollee 't. is nog 'n bietje 'n ge
heim dus nie verder over praten, maar
dan koom ik 'm zeivers brengen en d'r
wa-d-uil vcurlczen en zoo! Daar zulle rne
'n lollig avondje van rnaken, da geef ik
oew op 'n briefkc. De Ticst ec gezeed: „ik
gaai mee en zal 'r "n leutig mopke uittrek
ken uit m'nen trckurgel", maar of da deur
gaat, de weet ik nie. Waant kek's, ik zou
t gèrc netjes houwen ziede cn da's nouw
nie om wa van m'nen kammeraad tc zeg
gen, maar d'n Blaauwe mokt er alt ij 'n ver-
Kcnskct van ziede, en da kunde bij ons wel
's doen maar in de stad cn nog wel in (Jl
laand, ollee, da neem ik nie op mijn ver-
aantwoordingDe Tiest is ieveraans «la
lijk kind in huis ee, da's zo'n bietje n
Brabaantsche eigenschap, en as d'n
Blaauwe z'n eigen eenmaal op z'n gemak
vu uit en dorstig worren gaat on z'n mom
ca uit mekaren trekt, dan kan ik veur do
kepotte gloskes nie-meer instaan. Dus. of
da deurgaat, of de „Blaauwe Herremenie"
meekomt, da's nog nie hcelegaar zeker.
Affijn, oorevwaar zak maar zeggen. lot
de Slachtmaand.
Maar mee heel dieën vrouwenoploop cn
Trui d'ren „goeiën" zin 's mergens in bed
al, ben k van m'n sjapieter afgedwaald.
Keb, as do wiederweergaai, m'n klompen
en m'n broek aangeschoten na die rinne
wasie op d'n erft en ben naar m'n laanöe-
rijen gegaan. Op d'n weg zag 't er al oven
min rooskleurig uit. Ok daar laggen de af
gerukte, nog grootdcels gruune blaaikes in
de plassen te drijven cn brak ik d'n nek
over de dooie takskes. 'n Rewiene. Maar op
d'n akker viel 't nogal mee. Hier cn daar
'nen omgekaanlelden kool, struik, of ont
wortelden plaant, maar toch nie wa go
noemt lieeïe plekaten teugen de wereld aan,
die oew 't hloecl naar oewen kop laten stij
gen. Keb d'n kruiwage genomen, dc uitge-
rengelde en uitgestürmdc bullen d'r opge-
lajcn en naar huis gerejen veur d'n gruun-
tenwagél, om er koper lood van te maken
Waant ik zeg maar zoo, amico, 'ncn mensch
mot van 't bclabberdste al tij nog wa goeds
weten tc maken, clan rolde 't beste deur I
leven. Maar toen 'k op d'n erft. trugkwam,
ochirrekcs wa-d-'n kale pctroelje. Trui had,
zoo is ze nouw, meo 'ncn fievelefors de zaak
aangepakt. De omgekwakte daliaa's uitge
daan cn dc blommen d'r afgesnejen en ok
de knoppen. Wel 'n wragen vol, ongelogen.
„Kek s", zee ze, t is zondevergot om al
die schooiie blommen d'n miestkuil op te
gooien; ik zal er steuvige boeketten van
draaien en 'i* motte gij dan maar meeno
men op d'n wagel veur de klaanten. De pe
ren hè'k in 'n benneke gedaan, ziet daar
centen van le maken." „Prachtig, zee ik,
„de lolligste dienstmokkeltjes krijgen alle
maal 'nen ruiker van me", cn zoo haalde-n
ik gaauw efkes m'n haren frug van 'smer
gens toen ze vroeg: „of ze nog moest veur
bijkomen."
De goudsblommen had ze ok al uitgedaan
en de plek zwart zaand netjes opgerevcn.
maar ons blommenhofke, amico, da was
naar de kullekes. D'n herfst had in ééncn
nacht alles omgesallemaaderd en as 'nen
nuuwen, strengen meester bezit genomen
van d'n troon, k Sting er even beteuterd
van te zien Vuul'de me even bij m'nen nek
gegrepen. Weer 'nen schooncn zomer om.
Weer 'ncn stop verder't Blommenhof
ke was weer 'n kerkhofke geworren en veur
heel veul maanden.
..'t Ziet er triestekes uit, Trui," bromde-
n-ik.
„Maar veul beter as van d'n mergen," zee
ze on meteen dook ze in 't loof van de da
liaa's die ze mee wa touwkes aan 't opbin
den was. op 'r bukken.
,,'t Leek wel 'nen pèêrdenstal", mopperde
ze, „maar nouw kan iedereen weer mee fut
soen op 'iln erft komen." En ollee, ze had
gelijk, grif gelijk, maar wa zé zee leek
vrèèd.
Ja, amico, d'n herfst is 'nen somberen tijd.
As ik op m'n laand staai en ik zie daar
hoog in de lochten de dikke wolken over
mekaar duikelen van d'n haast die zemmen
om weg te komen, dan is da-d-'n fier ge
zicht, zekers, maar 'n triestig. Dan is 't hier
zoo stil op d'n akker, dan heurde nikske
nie as hogstens in de verte 't botsen van
ijzeren wielebaanden van de boerewagens
over de wegen.
Dan heurde nouw cn dan 'nen schreeuw,
die as 'l ware dc stilte in tweeën scheurt,
van 'n hopg-wegvliegencle kraai. Dan heur
ik laangst m'n akkers aan d'n boschkaant
nouw cn dan 't gepiep van 'n eekhoorntje
da-d-over de takken, in de hoornen, springt
bij 't opdoen van z'ncn winterveurraad.
Ja, dan is 't stillekes alomme.
En as clan de leste veugels wegvliegen,
die eerst vergaderd emmen laangst d*
boschraandcn in dc hooge mastenboomen,
as die dan mee veul wiekengeruisch opstij
gen cn 't zonneke tegemoet vliegen, laangs
d'n kerkstorc», 't Zuiën op, dan is 't of ze
oew alleen in n leeg huis achterlaten.
D'n herfst is schoon, héél schoon cn me-
schient wel 't. schoonste van heel 't jaar
Maar droefgeestig is ie ok, somtijen.
En nouw en dan uitgelaten wild. Waant
wa kan ie zoo 's nachts tekeer gaan. As ge
dan op oew bed legt en ge beurt de takken
teugen oew pannen aanslaan en de blaren
laangst oew ramen rauschen en cl'n wind
in de schouw fluiten, nouw amico, ge mag
't weten, maar dan doen me wel 's 'n schiet
gebedje. Waant er is nie veul noodig om
ren boer te rinneweerenl
Maar op d'n akker, daar is 't stil. O zoo
stil. Daar heurde de dikke druppels die er
nouw cn dan uit zo'n jachtend wolkske lek
ken, mee geweld in oewen nek patsen. Daar
heurde de hazen soms onder d'n grond zit
ten woelen.
En as dan d'n schemer vallen gaat, as
dan 'n enkel lichtje op de wegen teugen d'n
donkerte te knipoogen staat, dan gade maar
gauw naar binnen. Dan grendelde de deu
ren, dan pakte ouw kraantje cn pepke en
dan zoek te oewen troost maar bij mek are.
Dan zetten me 'n bomke op over de kien-
ders, de kleinkicnders, dan emmen 't nog
wel 's over d'n ouwen tijd (toen me nog nie
zoo olleenig waren
Oollee, amico, 't is negen uur, me gaan
slapen. Veul groeten van Trui en as altij
gin horlce minder van oewen
toet a voe
DRé.