DE EEMLANDER BRIEVEN VANEEN BRABANTSCHEN BOER WILLEM GROENHUIZEN De voorraad Tafelzilver is rijk, Maandag 30 September 1929 28o Jaargang No. 78 BUITENLANDSCH OVERZICHT DE BESCHERMING DER REPUBLIEK HONDERD MENSCHEN OMGEKOMEN? Vier steden onder water DE MOORD OP GALMOT 7 uur 12 min. Fa. L. J. Luijcx en Zn. Dames Handschoenen, AMERSFOORTSCH DAGBLAD ABONNEMENTSPRIJS p" 3 maandt:n vo°' Amersfoort I 2.10, per maand I 0.75, per weck (tact gratis verzekering tegen ongelukken) f 0.171/* Blnneoland franco per post per 3 maanden f 3.-. Afzonderlijke nnmmers f 0.05. POSTREKENING 47910 TELEFOON INTERG 513 UITGAVE: VALKHOFF C2 PRIJS OER AOVERTENTIEN -1 1 1» elke regel meer 10.25 Llcfdadlghclds-advertcntlén voorde helft van den pri|s. - Kleine Adverteotlio „KEITJES" bij voomltbetollng 1-5 regels 50 cent. elke regel meer 10 cent, driemaal plaatsen f I.—Bewijsnummer extra f 0.05 De verandering van bewind in Litauen. Men was niet langer gediend van Wolde maras' eigenzinnigheid. Er zijn in Europa heel wat dictators. Wij noemen slechts Mussolini, Primo de Rivera en Pilsoedski. Wellicht vergelen wij er nog. In de reeks komt echter Woldemaras niet meer voor. In één onzer vorige overzichten werd het, op grond van berichten uit Kofno, moge lijk geacht, dat Woldemaras. tot dusver premier van Litauen, na de crisis, die in dit land was uitgebroken, toch nog deel uit zou maken van de nieuwe regeering, die thans onder leiding van Tubelis staat. Voor 'deze waarschijnlijkheid pleitte, dat zelfs verschillende partijen, die overigens fel op .Woldemaras waren gebeten, nochtans in stemden met diens buitenlandsche politiek, waarvan één der doeleinden was: de terug winning van het door Polen ingepalmde gebied van Wilna. Handhaving van Woldemaras werd ech ter door de collegas van het kabinet, aan het hoofd waarvan hij stond, niet wensche- 3ijk geacht, nadat hij. toen hem de porte feuille van buitenlandsche zaken werd aan geboden. ook opnieuw het premierschap .voor zich opeischte. De thans heengegane eerste-minister lag met zijn ambtgenooten voortdurend overhoop, daar hij eigenlijk voor zich alleen de regeeringsmacht op eischte; de overige ministers gunden hem dit monopolie niet en wilden hun eigen zelfstandigheid bewaren, een standpunt, dat professor Smetona, de president van den Litauschen staat, volkomen wist te billij ken, zoodat professor Woldemaras uit het kabinet werd geweerd. Zijn eigen koppig heid en heerschzucht hebben hem dus doen vallen, zoodat zijn dictatuur een einde heeft genomen. Hieruit mag echter niet worden afge leid, dat aan de dictatuur, welke tot dus ver in Litauen werd uitgeoefend, in 't al gemeen een einde komt. De omstandighe den, waarin de oppositie in den vervolge zal komen te leven, zullen nog geenszins aantrekkelijk ziin. Wel zijn cenige verzach tingen aangekondigd en ook heeft Tubelis erop gezinspeeld, dat de democraten en so cialisten binnen de perken, die hun de wet stelt, politieke propaganda mogen maken, doch laatstgenoemden maken zich voorioo- pig nog weinig illusies omtrent een voor hen prettiger régime. De vervolging tegen hen. onder 't voorwendsel, dat zij al te innig omgaan met de samenzweerders, dje hun veege lijf hebben gered, door naar 't bui tenland te vluchten, zullen vermoedelijk dan ook wel voortduren en evenzeer zal vooreerst de tijd nog wel niet aangebroken zijn," dat censuur en beleg voorgoed tot het verleden behooren. Op binnenlandsch poli tiek wordt de zaak dus denkelijk vrijwel op den ouden voet voortgezet, hetgeen bc- teekent, dat de grootgrondbezitters en de leiders der verschillende takken van nijver heid, alsmede de militairen voorloopig den toon zullen blijven aangeven. De regeerings- crisis heeft echter toch dit goede, dat het dictatorschap thans niet meer wordt uit geoefend door Woldemaras. met wien het moeilijk was lot een vergelijk te komen, daar hij een onstuimig querulant was, zoo wel op binnen- als huitcnlandsch-politiek gebied. De anti-Poolsche gezindheid blijft echter, ondanks de regeeringswisseling, ge handhaafd. Ook Tubelis en de zijnen blij ven er op aandringen, dat Wilna, hetwelk tie Litauers als hun hoofdstad beschouw in. wordt teruggegeven. Een nieuwe wet in Duiischland in den maak Wat strafbaar wordt gesteld De rijksregeering zal zich binnenkort be zighouden met een nieuw ontwerp van wet ter bescherming der republiek, dat verder gaat dan de oude wet, aangezien alle poli tieke personen worden beschermd. Strafbaar worden o.a gesteld; het plegen van een aanslag op een persoon wegens diens politieke gezindheid; het maken van een afspraak daartoe; het achterwege laten eener aangifte, indien men van het bestaan van een zoodanig complot op de hoogte kornt; het heloonen of begunstigen van de daad; deelneming aan of ondersteuning van een complot, dat streeft naar het ondermij ncn van den republikeinschen staatsvorm in het rijk of de landen; deelneming aan een organisatie, die onbevoegd in het bezit van wapenen is; beleediging van de repu bliek. den rijkspresident of een lid dei re geering van hef rijk of #le landen, of van de rijks- of landkleurcn; beleediging van een persoon, die om zijn politieke gezind heid. is vermoord; aansporing tot. geweld daden tegen politieke personen, verheerlij king van dergelijke daden enz. Verder behelst het wetsontwerp bepalin gen omtrent de op overtreding gestelde straffen (gevangenis tuchthuis, deportatie binnen het rijk), de ontbinding van ver eenigingen en vergaderingen cn het verbod van drukwerken EEN PAUSELIJKE BANK. Vernomen wordt, dat de paus van plan is, eerlang een pauselijke bank te stichten in de Vaticaansche stad. Bedenkelijke toestand in een Mexicaanschen staat N e w-Y o r k, 2 8 Sept. (V. D.) Naar uit Mexico-City wordt gemeld, staan ten ge volge van overstrooming der rivier Moe tezuma vier steden in den staat Hidalgo geheel onder water. Daar de vloed zeer snol kwam opzetten, konden velen zich niet tijdig meer in veiligheid brengen Volgens de laatste berichten zouden meei dan 100 mcnschcn om het leven zijn gekomen. Het grootste gedeelte van de bevolking in het getroffen gebied moet in de open lucht de komende nachten doorbrengen. DE STORM OP DE BAHAMA-EILANDEN. Nadere berichten omtrent den storm op de Bahama-eilanden houden in, dat alle kleine schepen in de haven van Nassau vernield zijn. Het paleis van den gouver neur en de meeste kerken hebben ernstige schade geleden De havenplaats Biminis is opnieuw door een storm geteisterd, die een snelheid had van 110 K.M. per uur. Over de schade, die hier is aangericht, zijn nog geen berichten ontvangen. ERNSTIGE MIJNRAMP. Een zevental dooden. Nabij Fort Smith (Arkansas) heeft in een kolenmijn een ontploffing plaats gehad, waarbij zeven arbeiders gedood werden Het aantal gewonden staat nog niet vast, doordien het reddingswerk inet zeer veel moeilijkheden gepaard gaat EEN BOODSCHAP VAN MACDONALD AAN DE ARBEIDERSPARTIJ In een boodschap tot het congres van de Labour Party, dat heden Maandag wordt gehouden, zegt Macdonald, dat niet gepoogd zal worden de andere maritieme mogend TÊL. £52. LAIMGESTRAAT 43. JUWELIER. heden voor een voldongen feit te stellen. Wij hebben besloten te vermijden, aldus de premier, dat de algemeene vooruitgang wordt tegengehouden, terwijl Groot-Britan- nië en Amerika besprekingen voeren over hun speciale geschillen. Sinds do verkie zingen is de steun cn het vertrouwen in de partij, die in dit land de leiding heeft, van allo zijden grooter geworden. In het verdere gedeelte van de bood schap wordt een uiteenzetting gegeven van het grootc program inzake de verminde ring der werkloosheid, het opruimen der krotwoningen, bevordering van het onder wijs, enz. Een oud-Kamerlid door arsenicum om 't leven gebracht Proces te Nantes Vrijdag zijn te Saint-Nazaire drio-en- dertig personen uit Cayenne (Guyana) aan gekomen, beschuldigd van medeplichtig heid aan den moord op het oud-Kamerlid lean Galmot. Den Gen Augustus 1928 over leed Galmot in het hospitaal te Cayenne cn de doktoren stelden vast, dat zijn dood aan het gebruik van arsenicum was toe te schrijven De voornaamste beklaagde in deze zaak, aldus vertelt het Hbl„ is de dienstmaagd van Galmot. Adrienne Cernis, die men er van verdenk' arsenicum in een kop bouil lon, welke zi! voor Galmot had klaarge maakt, te hebben geworpen, doch men ver moedt tevens, dal de vrouw het werktuig is geweest van politieke tegenstanders van het slachtoffer. In den loop der onlusten, die volgden op den moord op Galmot. werden nog tal van andere personen vermoord, o.a. ee:t gemeenteraadslid, een lid van den Con-nl Gén ér al, en verscheidene ondergeschikte ambtenaren. In het geheel zullen er dan ook 33 verdachten terecht staan, die allen bij de moorden betrokken zouden zijn ge weest. Het dossier der zaak weegt 1^7 kilo. De behandeling geschiedt voar de rechtbank te Nantes, daar de onrustig* politieke atmosfeer een behandeling te Cayenne niet gewenscht doet zijn. Voor den eersten keer in de annalen der justitie bestaat thans de mogelijkheid, dat de beklaagden, als burgers uit Cayenne naar Frankrijk gekomen, als bannelingen naar het bagno te Cayenne zullen worden teruggezonden. WEERBERICHT. Hoogste barometerstand: 770.7 te Wccnen. Uiagste barometerstand: 738.6 te Ingü. Verwachting tot den avond van 1 Octdber: Zwakke tot matige Z. tot Z. W. wind, zwaar bewolkt, met lijdelijke opklaring, waar schijnlijk regenbuien met eenige kans op onweer, later iets koeler. LAIMGESTRAAT 49-51 TEL. 190 waschbaar Suède, mooie kwali teit en fijne tinten f 2.95, vervangt goedkoop waschleder. BOTSINGEN TUSSCHEN COMMUNISTEN EN NATIONAAL-SOCIALISTEN. Twee gewonden. Beuthcn.29 Sept. (II. N.) Vandaag is het te Beuthen op verschillende pleinen lusschcn communisten cn nationaM-socia- listen gekomen. Op het von Moltkeplein werden twee personen gewond, terwijl de politie zes lieden arresteerde. Later groeide het aantal communisten tot enkele honder* den aan en vielen er, toen de politie tracht te hen uiteen te drijven, enkele schoten, waarbij echter niemand gewond werd. Te- gén negen uur 's avonds was dé rust weder hersteld. NOODLOTTIGE ONTPLOFFING. Acht mijnwerkers gedood. New-York, 28 Sept. (V. D.) In den staat Oklahama heeft zich in eenmijn een hevige explosie voorgedaan, die het le ven van acht personen heeft gcêiscbt. DOOR A. A. L. GRAUMANS Ulvenhout, 2-i Sopt. 1929. Menier! Toen 'k van de week 's mergens opsting en naar m'n vaste gewoonte eerst effekes deur de raam d'n erff opzag, ol- lee, ollee, wa zag ie eruit M'r daliao's of liever gezeed: die van Trui rin'snouv eenmaal onzen hovenier op d'n hof lag gen mee geknapte stengels, bezemstelen- Sik. teugen d'n grond geslagen. D'n 011- ftelde die nog overènd sting, daarvan vie len de spitsrond-toeloopende blomblaaikes stuk veur stuk zachtjes af as «groote tra nen, die in 't lamgeslagen loof druppelden. Mijn goudsblommen, ge wit daar mot Trui vanaf blijven, da's mijn blom! die laggen as lamgeslagen teugen 't zaand verspreid, plat as 'n dubbeltje, terwijl heel d'n erft. bezaaid lag mee dooie takskes, afgerukte blaren, en daartusschcn de hard- gruune ballen van honderden afgescheur de noten. Ok d'n perclèèr was er nio zon der kleerenscheuren afgekomen. Peren as vusten, maar nog gruun as gras, non enkelde had 'n klürke s 'n boerenmeid die teugen d'n wind ingeloopen had die küstelijke vruchten, ze laggen daar tries tig en beschadigd, in t gras van 'I n blijk, halvelings bedolven onder de veulc blaren. Amico, ik óAmg stijf van d'n schrik bij die rinnewasie. „As ge nog langer op oew bloote voeten op de plevuizen bleft staan", riep Trui uit de bedstee, „kunde-'t-'nog te pakken krijgen. Ge staat daar net te kijken of ze veurbij mot komen!" 'k Mag zoo- iets wel op mn nuchtere maag, wa gij0 Ja, amico. die wefkes, man, ze kun nen 't vuur toch zoo schandalig aan new teenen leggen, ee! Want ge mot weten, da Trui dat zoo riep vanuit de bedstee, da was om de weerlicht gin toeval! Sjuust ha 'k 'n briefke ontvangen, lichtblaauw- van kleur, en mee 'n donkerblaauw voeringske in *t envelopke uit Haarlem. Nouw kunde zóó aan dn teut van oewen klomp vuu- len, da zo'n briefke van T vrouwvolk komt. En as ik zeg: „vrouwvolk", dan is da-d ok weer gin toevallig toevalleke, want 't leek wel 'nen volks-o-p-l-o-o-p! Nie meer en niet minder sting er onder as: „3 t w i n- t. i g j ar i g e meisje s 'n Soort van p e- tisie dus, zooas ze zo'nen lijst van on- derleekenaren gewoonlijk noemen! „Gij doe-g-et maar in 't groot, welja" had Trui al gezeed. Want toen ik t smer- gens te lezen zat hij d'n koffie, had ze net zoolaank achter me heenen geloopen tot ze gezien had wie mijn te schrijven had op zuk schoon lichtblaauw pepier in zo'n gevoerd zakske. Da's 'n eigenschap van Trui. amico (andere vrouwen zijn zo nie, geleuf ik, lach nou nfe, aanders kijken ze in m'n kaarten), maar Trui is zoo me- rakels nuuwsgierig. ee! En waar ga-g-et nouw over, ge mag 't grust weten, over een van m'n leste brieven, waarin ik van lèèr getrokken ben teugen sommige wef kes. die, hoe za 'k da nouw zeggen, affijn, die er teugeswoordig nog net zo'n linnenkast op nahouwen as Eva zaliger gedachtenis, da wefke mee da-d-appel- tje, ge wit wel Adam z'n vijftig per sent. Toen gong da. Menier cn mevrouw Adam haddén gin naaste buren. Kraanten- pottegraven waren er ok nog niet en Eva hoefde nog gin-een rekortje te bre ken in springen, zwemmen hardloopen, pianospelen, Jaansen, enz. Ze hoefde niks aanders te doen as d'r huishouwen; zur- gen veur d'ren Adam, dat ie 'sZaterdags- aves 'n schoon beestenvel, netjes versteld, aan kon trekken en z'n pakske tabak en zoo op z'ncn tijd had. Anders niks cn mee d'r fikken van da-d-appelbom- ke afblijven. Affijn, ge wit hoe da-d-afge- loopen is! Maar om op die drie twintigjarige wef kes trug te komen, ze schreven naar m'nen besten amico, van de Nuuwe Haar- lemsche Kraant, die emmen mijn dan m'n ooren gerauschen, omda 'k da-d-alle- maal zoo maar gladweg neergepotlooid had. Lot ik eerlijk zijn, amico, en seerejeus e.n dan mot ik zeggen: keb veul schik in da briefke g'ad. Ze lezen me de les, die drie Haarlemschc troclekes. zekers, maar... ze doen 't om tc bewijzen asdat er nog wc! wcf ke? zijn. zc schrijven zelfs van duzendon (te veul om na te tellen, maar ollee) die nie d'r eigen te buiten gaan aan bespotte lijke en onzedige modes en aan sport mee wat daar allemaal aan vastzit. Meskcs die aanclere idejalen emmen dan eerste prijzen halen mee sjarrclestonnen. En die wefkes. schrijft da vechtlustige trio, die wefkes women net zukkc goeie huisvrouwen as Trui! Toen Trui da las, toen kneep ze d'r oogen 'n bietje toe, net as 'n poes die ge over d'ren kop aait „Heeft u ze dan nooit eens ontmoet,' vraagt die driekaart van hartevrouw. Da's 'n strikvraag, amico. Maar ditte wil ik wel zeggen, as ik die drié wefkes 's teugenkoom die zoo veur d r soort strijen, clan zal 't mijn 'n groot fiest zijn! Dan geef ik 'n rondje. En troclekes daar is veul kaans op, witte da wel? Waant binnenkort, zoo gaauw as ier alics binnen is, dc erpëls in cl'n kuil, de pulp op d'n erft, clan koorn ik naar Haarlem. Go wit. keb da van d'n zomer al géschreven, toen 'r 'ncn vent veur d'n Radio ec staan zeèveren over mijn briefkes, da zc van die briefkes ok 'n boeksko gemokt emmen! Nouw, nie om wa te zeggen, maar t zal 'nen schooncn boek w-orren. Keb er al wa van meugen zien en over ennigte weken komt ie in dc wereld. En as diecn boek er is,'dan... ollee 't. is nog 'n bietje 'n ge heim dus nie verder over praten, maar dan koom ik 'm zeivers brengen en d'r wa-d-uil vcurlczen en zoo! Daar zulle rne 'n lollig avondje van rnaken, da geef ik oew op 'n briefkc. De Ticst ec gezeed: „ik gaai mee en zal 'r "n leutig mopke uittrek ken uit m'nen trckurgel", maar of da deur gaat, de weet ik nie. Waant kek's, ik zou t gèrc netjes houwen ziede cn da's nouw nie om wa van m'nen kammeraad tc zeg gen, maar d'n Blaauwe mokt er alt ij 'n ver- Kcnskct van ziede, en da kunde bij ons wel 's doen maar in de stad cn nog wel in (Jl laand, ollee, da neem ik nie op mijn ver- aantwoordingDe Tiest is ieveraans «la lijk kind in huis ee, da's zo'n bietje n Brabaantsche eigenschap, en as d'n Blaauwe z'n eigen eenmaal op z'n gemak vu uit en dorstig worren gaat on z'n mom ca uit mekaren trekt, dan kan ik veur do kepotte gloskes nie-meer instaan. Dus. of da deurgaat, of de „Blaauwe Herremenie" meekomt, da's nog nie hcelegaar zeker. Affijn, oorevwaar zak maar zeggen. lot de Slachtmaand. Maar mee heel dieën vrouwenoploop cn Trui d'ren „goeiën" zin 's mergens in bed al, ben k van m'n sjapieter afgedwaald. Keb, as do wiederweergaai, m'n klompen en m'n broek aangeschoten na die rinne wasie op d'n erft en ben naar m'n laanöe- rijen gegaan. Op d'n weg zag 't er al oven min rooskleurig uit. Ok daar laggen de af gerukte, nog grootdcels gruune blaaikes in de plassen te drijven cn brak ik d'n nek over de dooie takskes. 'n Rewiene. Maar op d'n akker viel 't nogal mee. Hier cn daar 'nen omgekaanlelden kool, struik, of ont wortelden plaant, maar toch nie wa go noemt lieeïe plekaten teugen de wereld aan, die oew 't hloecl naar oewen kop laten stij gen. Keb d'n kruiwage genomen, dc uitge- rengelde en uitgestürmdc bullen d'r opge- lajcn en naar huis gerejen veur d'n gruun- tenwagél, om er koper lood van te maken Waant ik zeg maar zoo, amico, 'ncn mensch mot van 't bclabberdste al tij nog wa goeds weten tc maken, clan rolde 't beste deur I leven. Maar toen 'k op d'n erft. trugkwam, ochirrekcs wa-d-'n kale pctroelje. Trui had, zoo is ze nouw, meo 'ncn fievelefors de zaak aangepakt. De omgekwakte daliaa's uitge daan cn dc blommen d'r afgesnejen en ok de knoppen. Wel 'n wragen vol, ongelogen. „Kek s", zee ze, t is zondevergot om al die schooiie blommen d'n miestkuil op te gooien; ik zal er steuvige boeketten van draaien en 'i* motte gij dan maar meeno men op d'n wagel veur de klaanten. De pe ren hè'k in 'n benneke gedaan, ziet daar centen van le maken." „Prachtig, zee ik, „de lolligste dienstmokkeltjes krijgen alle maal 'nen ruiker van me", cn zoo haalde-n ik gaauw efkes m'n haren frug van 'smer gens toen ze vroeg: „of ze nog moest veur bijkomen." De goudsblommen had ze ok al uitgedaan en de plek zwart zaand netjes opgerevcn. maar ons blommenhofke, amico, da was naar de kullekes. D'n herfst had in ééncn nacht alles omgesallemaaderd en as 'nen nuuwen, strengen meester bezit genomen van d'n troon, k Sting er even beteuterd van te zien Vuul'de me even bij m'nen nek gegrepen. Weer 'nen schooncn zomer om. Weer 'ncn stop verder't Blommenhof ke was weer 'n kerkhofke geworren en veur heel veul maanden. ..'t Ziet er triestekes uit, Trui," bromde- n-ik. „Maar veul beter as van d'n mergen," zee ze on meteen dook ze in 't loof van de da liaa's die ze mee wa touwkes aan 't opbin den was. op 'r bukken. ,,'t Leek wel 'nen pèêrdenstal", mopperde ze, „maar nouw kan iedereen weer mee fut soen op 'iln erft komen." En ollee, ze had gelijk, grif gelijk, maar wa zé zee leek vrèèd. Ja, amico, d'n herfst is 'nen somberen tijd. As ik op m'n laand staai en ik zie daar hoog in de lochten de dikke wolken over mekaar duikelen van d'n haast die zemmen om weg te komen, dan is da-d-'n fier ge zicht, zekers, maar 'n triestig. Dan is 't hier zoo stil op d'n akker, dan heurde nikske nie as hogstens in de verte 't botsen van ijzeren wielebaanden van de boerewagens over de wegen. Dan heurde nouw cn dan 'nen schreeuw, die as 'l ware dc stilte in tweeën scheurt, van 'n hopg-wegvliegencle kraai. Dan heur ik laangst m'n akkers aan d'n boschkaant nouw cn dan 't gepiep van 'n eekhoorntje da-d-over de takken, in de hoornen, springt bij 't opdoen van z'ncn winterveurraad. Ja, dan is 't stillekes alomme. En as clan de leste veugels wegvliegen, die eerst vergaderd emmen laangst d* boschraandcn in dc hooge mastenboomen, as die dan mee veul wiekengeruisch opstij gen cn 't zonneke tegemoet vliegen, laangs d'n kerkstorc», 't Zuiën op, dan is 't of ze oew alleen in n leeg huis achterlaten. D'n herfst is schoon, héél schoon cn me- schient wel 't. schoonste van heel 't jaar Maar droefgeestig is ie ok, somtijen. En nouw en dan uitgelaten wild. Waant wa kan ie zoo 's nachts tekeer gaan. As ge dan op oew bed legt en ge beurt de takken teugen oew pannen aanslaan en de blaren laangst oew ramen rauschen en cl'n wind in de schouw fluiten, nouw amico, ge mag 't weten, maar dan doen me wel 's 'n schiet gebedje. Waant er is nie veul noodig om ren boer te rinneweerenl Maar op d'n akker, daar is 't stil. O zoo stil. Daar heurde de dikke druppels die er nouw cn dan uit zo'n jachtend wolkske lek ken, mee geweld in oewen nek patsen. Daar heurde de hazen soms onder d'n grond zit ten woelen. En as dan d'n schemer vallen gaat, as dan 'n enkel lichtje op de wegen teugen d'n donkerte te knipoogen staat, dan gade maar gauw naar binnen. Dan grendelde de deu ren, dan pakte ouw kraantje cn pepke en dan zoek te oewen troost maar bij mek are. Dan zetten me 'n bomke op over de kien- ders, de kleinkicnders, dan emmen 't nog wel 's over d'n ouwen tijd (toen me nog nie zoo olleenig waren Oollee, amico, 't is negen uur, me gaan slapen. Veul groeten van Trui en as altij gin horlce minder van oewen toet a voe DRé.

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1929 | | pagina 1