STADSNIEUWS HET ONBEREIKBARE Dinsdag 29 October 1929 AMEDSFO0RTSC1H DAGBtAJ) 28e Jaargang No. 103 ..DE EEMLAINDER.' RAADSVERSLAG FEUILLETON. Openbare vergadering van den Raad der gemeente Amersfoort op Maandag 28 Oct., des namiddags 2 uur. Voorzitterde Burgemeester. Afwezig de heeren Noordman en Polder. Na opening der vergadering worden de notulen der vorige vergadering vastgesteld zooals ze ter visie hebben gelegen. AGENDA. Ingekomen zijn o.a. de volgende stuk ken en mededeelingen Koninklijke Besluiten van 23 September 1929, No. 19, 20, 21, waarbij wordt ongegrond verklaard het beroep van het bestuur der Vereeniging tot bevordering van Christelijk Nationaal Schoolonderwijs tegen de beslui ten van Gedeputeerde Staten van Utrecht van li Mei 1929, respectioveijk nrs. 865/94S, 864/947 en 866/949 3e afd., waarbij ongegrond is verkaard zijn beroep tegen het Raadsbe sluit van 31 Oct. 1926, strekkende tot vast stelling van de vergoeding, bedoeld in arti kel 101 der Lager Onderwijswet 1920 over het jaar 1925 voor de bijzondere scholen aan de Rozenstraat, Leusderweg en Miercveld- straat Kennisgeving. Voorstel van Burgemeester en Wethou ders van Amersfoort d.d. 22 October 1929, afd. II, No. 4182, tot verleening van ziekte verlof aan onderwijzend personeel. Aangenomen. Voorstel van Burgemeester en Wethou ders van Amersfoort d.d. 22 October 1929, afd. III, No. 4187, om ontheffing tc veiiec- nen van het bepaalde in art. 8 sub c van het werkliedenreglement Aangenomen. Verzoek d.d. 12 October 1929 van het Be stuur der Vereeniging voor Christelijk Na tionaal Onderwijs om gelden beschikbaar te stellen voor vergrooting van de U. L. O. school. Advies Burgemeester en Wethouders. Een adres van loodgieterspatroons inzake de toonzaal van de Gasfabriek. De Voorzitter wijst er op, dat deze zaak al in de afdeelingen is behandeld en bij de begrooting ter sprake komt. Een adres van Mr. E. H. Bergsma e.a.. waarin gewezen wordt op de wenschclijk- heid van de stichting eener overdekte zweminrichting. Adressanten verzoeken de beslissing inzake het voorstel van B. en W. aan te houden en eerst de mogelijkheid van de oprichting eener overdekte inrichting te onderzoeken. 2. Benoeming van een onderwijzeres aan de school voor het centraal 7e en Sc leer jaar. De voordracht luidt J. Mej. J. v. d. Snoek te Stolwijk. 2. Mej. T. Boeykens te Roosendaal. 3. Mej. W. Kanaar te Zuilen. Benoemd wordt mej. v. d. Snoek met al- gemeene stemmen. S. Benoeming van een tijdelijk leeraar in 'd aardrijkskunde aan het Gymnasium Benoemd wordt de heer drs. A. J. Meilink te Amsterdam. 4. Behandeling van de gemeente-begroo ting dienst 1930, waarbij tevens in behande ling komen de volgende voorstellen en ad viezen van Burgemeester en Wethouders. a. Voorstel tot verlaging van de huur 'der watermeters. b. Voorstel tot wijziging van het regie ment der Brandweer, in verband met do verhooging van de toelage aan den com mandant.. c. Voorstel tot bestemming van een deel van het fonds voor bijzondere doeleinden. d. Voorstel tot vaststelling der afschrij- vïngs-percentages op de aanschaffingswaar de der bezittingen van de Gasfabriek, enz. e. Voorstel tot het verleenen eener grati ficatie van 250 aan den oud-directeur der bedrijven R. Zijlstra over het jaar 1930. f. Voorstel tot machtiging van Burge meester en Wethouders tot opname in 1930 van kasgeld naar behoefte. g. Advies van B. en W. naar aanleiding van het voorstel van de heeren D. J. Rekké, PI. Fremouw en J. de Mots tot aanstelling van een behandelende school tandarts. li. Voorstel van M. cn W. om aan de Mid- denstandswoningbouw vereeniging „Frisia" cn de stichting „St. Ansfridus" tot dekking van tekorten op do exploitatie barer mid- denstandswoningen eèn bijdrage te verlee nen. i. Voorstel van B. en W. tot herziening van de schoolgeldverordening. j. Advies van B. en W. op het verzopk der Vereeniging tot bevordering van Vreemdelingenverkeer om verhooging van het maximum der jaarlijksche subsidie en om restitutie van 447 voor bijbouw aan het verkeershuisje. k. Voorstel van B. en W. tot verhooging voor 1930 van de subsidie voor de vereeni ging „Physieke hulp aan het kind." 1. Voorstel van B. en W. tot het verstrek ken van een ex tra-subsi dio aan don Amers- foortschen Bond voor Lichamelijke Opvoe ding ten behoeve der Exploitatie-commissie BirkliovbjL m. Voorstel van B. en W. tot herziening van de jaarwedderegeling voor den direc teur van den Reinigings- en Ontsmottings- dienst. n. Voorstel van B. en W. tot het ver leenen van subsidies aan speeltuin-ver- eenigingeiï. o. Op voorstel van B. en W. tot toeken ning van 500 subsidie aan do Openbare Leeszaal en Bibliotheek, ten behoeve van de filiaal-uitleen-bibliotheek in het Soester- kwartier. De V o o r z i 11 e r moet beginnen met een verrassing. Hij heeft een voorstel van den heer van Beurden c.s. gekregen om geen algemeene beschouwingen te houden met het oog op den toch al langen duur der vergaderingen. De voorzitter meent d«t voorstel te moeten ontraden. Hij ziet niet in dat de vergaderingen zoo buitengewoon lang' zullen moeten zijn. Bovendien zullen bij do verschillende onderdeden dan de be sprekingen zooveel langer duren. Hij geeft dan ook in overweging geen stemming te vragen. De heer Van Beurden zegt dat het voorstel is gedaan, om aan dc politieke be schouwingen te ontkomen. Die kennen we allang. De heer v. Koetsveld is er niet voor als het niet de algemeene instemming heeft. De heer v. Beurden: Het doel is al leen versnippering van tijd te voorkomen. De heer v. II ehenka m p: Niet in stem ming brengen he,t doel is al bereikt Het voorstel komt niet in stemming. Algemeene beschouwingen. Dc heer Boas zegt dat er wel nut zit in algemeene beschouwingen. Iloe zou len anders de raadsleden van repliek kunuen dienen op het antwoord van 13. en W, Spr. heeft gezegd dat het niet getuigt van een goede financieele politiek om mid den in het jaar t.c komen met voorstellen die financieele offers eischen, en dat dan bij dc begrooting geen goed inzicht woidt verkregen. B. en W. wijzen er op, dat cr een overschot van inkomsten was.» Maar dat komt omdat wc geen goede begrooting hebben gehad. De begrooting is altijd aan den ruimen kant. Het is niet goed de in komstenbelasting zoo te ramen, dat er al tijd een overschot moet zijn. Nu is er we«r een brief ingekomen van den Inspecteur dat cr een overschot is van 14000. Daar uit blijkt dat do burgers meer belasting be^ talen dan voor de gemeente-huishouding noodig is. Door dc nieuwe wet zullen wo nog meer beperkt zijn in onze inkomsten. Dat heeft zijn goede zijde, dat meer zal wor den overwogen of een uitgaaf noodzakelijk is en of deze uit gewoon of buitengewoon kan. Spr. komt dan aan de 120.000 voor de zweminrichting. Dit is een principieel punt nu het de eerste keer is dat we putten uit het fonds voor bijzondere doeleinden Wan neer we uitgaven die we over eenige jaren kunnen verdeelen ineens doen, dan derven we daardoor inkomsten. Voor de zwemin richting behoeven we niet tc putten uit het reservefonds; we kunnen daarvoor een lea ning sluiten over 30 jaar bijv. Met het be drag van 120.000 zullen we voorzichtig moeten zijn, want bij de berekening komen wo tot 40 h 50 per M2. Do Inrichting wordt 3500 M2 geschat en dan komen we dus tot bedragen van 140.000 tot 175.000. De financieele verhouding wordt anders. We zullen andere belastingen moeten hef fen. Wanneer we 80 opcenten heffen op de Pers. belasting dan komen we nog tot 81.500. Door den brief van den Inspecteur dér belastingen is deze toelichting minder juist geworden. B. en W. hebben berekend dat wo 1.065.170 noodig hebben. Het ver schil wordt 20.000 minder zoodat we die ook minder kunnen heffen. Spr. hoopt dat de Raad de belastingvoorstellen tijdig zal ontvangen. Wat het ontslag aan do gehuwde ambte naressen aangaat. Spr. houdt vol dat het voorstel daaromtrent niet zoo'n haast had. De publieke opinie heeft zich er niet over kunnen uitspreken. Bij het voordel lot dekking van het te kort op Middenstandswoningen heeft spr. gevraagd een overzicht der verschillen Ie bouwverecnigingen. B. en W. geven alleen gegevens over do middonstandswoningen. De zaak van het Groene Kruis zal spr. bij het betreffende punt behandelen. Er zijn S3 woningen die geen eleetrisch licht hebben. Spr. vindt bet principieel ver keerd dat die woningen geen eleetrisch licht hebben. Als we moeten zorgen dat dc gasfabriek afnemers heeft, dan moeten we dat doen op een eerlijke manier. We mogen niet zeggen: we hebben een gasfa* briek cn het eleetrisch bedrijf gaat ons nu niet meer aan. Spr. betreurt het, «lat in die woningen geen eleetrisch licht is aange bracht. Dc heer Noordewic iLen begroo ting kan van verschillende standpunten worden bekeken. Uit een feit dat een voor stel als zoo straks is ingediend blijkt wel dat er zeer verschillend over wordt ge dacht. In de begrooting wordt het politiek beleid voor het komende jaar uitgestippeld Bij een begrooting moet men den toestand der gemeente in het algemeen zien en daar naar het beleid behandelen. Als we de be grooting als politiek stuk beschouwen wordt er zeer verschillend over gedacht. Over de sociale en cuïtureelc elementen «Ier begrooting moet worden gesproken. Er is een strooming die absolute onthouding pro pageert. Die strooming heeft afgedaan om dat de maatschappij die deze gedachte hul digde is ten gronde "g'egaan. Tradities leven natuurlijk voort, zoodat we ook nog wel eens een stem hoeren, maar invloed oefe nen doet ze niet meer. Er is nog een andere strooming die zich vast wil klampen aan het minimum van sociale en cultureelo zorg en een andere groep wil het maximum, terwijl daartus- schen verschillende schakeeringen zijn. De begrooting getoetst aan het sociale en cultureele element, wil nog niet zeggen dat het economische- element wordt uitge schakeld. Een gemeento zonder gezonden economisclien ondergrond is niets waard wanneer in de afdeelingen is geconstateerd dat cr verandering is ingetreden dan be roept spr. zich op het voorstel inzake de zweminrichting. Daaruit blijkt dat or wel iels is veranderd. Want eenige jaren gele den zou dit voorstel heftige bestrijding heb ben gevonden. Als dc heer Boas nu vraagt of het voor de gemeente niet voordeeliger is de stich ting te betalen uit een leening dan merkt spr. op dat er dan in geen jaren iets van een zweminrichting komt. We hebben nu liet geld. en het wordt nuttig besteed. Verder ziet spr. in de begrooling de ver laging der schoolgelden en de verlaging der huren voor minder draagkrachtigen Dan hebben wc nog het werkplan. Feit is het dus dat B. en W. voelen voor den groei der gemeente en dat zij zich stellen op het standupnt dat de financieele basis niet mag worden verlaten. Wie een groeiende en 13- vonde gemeente wil hebben kan het stand punt van den heer Boas niet innemen. Spr. verheugt zich over het veranderde standpunt van B. cn W. Sinds '27 is het beleid van B. en W. wel even veranderd. Dat was niet toevallig, want in '27 was ook een en ander gebeurd wat aanleiding gaf die houding te veranderen. In de periode vóór '27 was er het stre ven om te komen tot belastingverlaging. Dat streven is helaas niet zonder succes geweest. Do belasting is met éón puntje verlaagd en daardoor hadden we voor be langrijke economische werken geen geld. Spr. noemt de zwaarhavcn cn den tunnel bouw bij den Soesterweg. Als de Eemverbelering heeft plaats.gehad Is drukker scheepvaart te wachten en spr. verwacht dan meer vraag naar fabrieks terrein. Als die meerdere vraag komt is het noodig, dat wc fabrieksterrein kunnen uitgeven. Als we geen zwaarhaven hebben is van een rationeelc uitgifte geen sprake. B. en W. zullen dit punt in studie nemen, maar zij hadden de toezegging kunnen doen dat zij den uitbouw der gemeente won- schen en dat zij zouden zorgen dat het geld er zou komen. Hetzelfde geldt voor den tunnelbouw. Nu is het oogenblik aan de punten te beginnen. Wo leven in een pe riode van opleving en in zoo'n periode moeten we dergelijke zaken aanpakken. Het gunstige oogenblik mogen we niet la ten voorbijgaan. B. en W. zeggen, dat ze van die econo mische opleving niet veel zien. Als derge lijke werken worden uitgevoerd zal er na tuurlijk voor moeten worden geleend. Maar het standpunt van B. en W. is onjuist. Uit het maandschrift voor de statistiek haalt spr. cijfers aan, om aan te tooncn dat hot werkloosheidscijfer in dalende lijn -gaat. Amersfoort is zelf in gunstige conditie ten opzichte van het rijk. Ook uit de cijfers der uilgesproken faillissementen blijkt een da ling. De handelsbalans ziet er ook gunstig uit. De uitvoer overtreft den invoer en dat is ook een gunstig toeken. Do aanslagen in de vermogensbelasting toonen een be langrijke stijging. Uit al die gogevens blijkt wel, dat van een economische opleving mag worden gesproken. Er is wel Iets ver anderd in Nederland en de kapitaalvor ming is weer op weg haar oude plaats in te nemen. In deze periode moet worden uitgezien naar middelen om werken uit te voeren en spr. meent daartoe ten volle ge rechtigd te zijn. Spr. vestigt de aandacht op de uitbrei ding van den geneeskundigen dienst met een schooltandarls. Er zijn menschen die meenen dat we dan komen op den weg van liet staatssocialisme. Die boeman heb ben we al meer gehoord, bij de aanstelling van den schoolarts werd het ook gezegd. De kwestie is echter maar dat men er even aan moet wennen. Het eerste badhuis hoeft zijn bestaans recht reeds bewezen en we behoeven ons niet in slaap te wiegen met de gedachte dat we er al zijn. Het voovbereidend onderwijs moet wor den uitgebouwd en spr. hoopt dat het Mon- tessori-onderwijs in onze gemeente een kans zal worden gegeven. Uitbreiding van het Ambachtsonderwijs is dringend noodzakelijk. Voor het speeltuinwerk is een kleine steun gekomen, maar spr. hoopt dat B. en W. niet zullen meenen er daarmee te zijn. Ook aan Beroepskeuze zal worden ge werkt. Er zal gold moeten zijn, dat zal voor ieder vaststaan. We mogen dergelijke za ken niet naar de toekomst verwijzen. Al de genoemde zaken zijn thans voor ver wezenlijking vatbaar en dan staan we nog niet aan de spits der gemeenten die op sociaal en cultureel gebied vooraan gaan. Als we in 1930 de voorstellen ten aan zien van de nieuwe Rijksregeling krijgen, hoopt spr. dan gelegenheid te hebben ver schillende beschouwingen te houden. Als B. en W. dat toestaan zal hij thans ver schillende voorstellen niet doen. De tekorten op den Middenstandswoning- bouw zeggen B. cn W., zijn ontstaan door de hooge onderhoudskosten. Volgens de cij fers hebben de woningen van Frisia in 2M jaar tïjds 30000 aan schilderwerk gekost. Dat is dus 730 per woning. Als alle wo ningen van binnen en buiten zijn geschil derd dan is dat nog onmogelijk. B. en W. zetten die cijfers er maar neer en dat komt KIEK UUTÜ Jan van Riemsdiek vindt liet zelf, schien't Toch een bietjen al te kras. Dat er veul te huulen stingen Toen zien deure dichte was. Hie kump nog een rnaol wecrumnu En dat hef goed e-doan, En 't is zaak nocw uut to kieken Wi'j niet veur kvvaojongen staon. Haal vandaag bie't „Dagblad" kaartjes, Wachten het beslist gien zin En iej weten zeker: Vriejdag Kom iej der dan vaste in! Wat het Jan ze laolcn lachten Ik ging Zondag in de stad Bie een kennis die Donderdag Zóó um Jan e-lachnn had Dat ie nog niet goed bedaard was. En geleut' miej, deez' menheer Geet, noo Jan nog weer weerum kump. Zeker veur de tweede keer! En zoo zólt er veule wezen. Daorura, schiet een bietjen op, Zörg op tied te wezen andera Krieg ie nocw nog weer een strop. Jan van Riemsdiek, vrouw en zoune Hebben zoo hun best e-daon. Dat wiej ze nao één maol speulen Nog niet wollen' laoten gaon. Eén keer komp ze nog weerummc, Met hun ernst en met hun lol En wie zöllen dat waardeeren Want de zaale kump wéér vol Jan hat met zien wakk'rc troepken Een succes van 't beste soort, En het pleit veur 't kunstgevuul in 't Olde stadjen Amersfoort. GROEGROE. (Alle rechten voorbehouden.) niet te pas. Dat moest aan hun aandacht niet ontsnappen. Met de dakbedekking is het precies hetzelfde. Daar is 10.000 voor uitgegeven: Er moeten minstens 10 wonin gen van een geheel nieuw dak zijn voor zien. Dat heeft spr. nimmer waargenomen. Het komt hem vreemd voor en hij vvenscht dan ook meerdere inlichtingen. Eon ander punt is de behandeling van het Groene Kruis. Ook hierover is in de afdee lingen gesproken. Er moet het volle licht vallen op de wijze waarop B. en W. deze zaak hebben behandeld. liet Groene Kruis Als een mensch niet iets bezit, dat hem 'dierbaarder is dan het le\en, dan is zijn leven niet veel waard. SEUME. (BEYOND) Üoor JOHN GALSWORTHY' voor Nederland bewerkt door 3. KUYLMAN. Winston's geheele lichaam scheen uit te zetten, zijn lippen openden zich, hij hief de hand op. En toen, daar de kracht der ge woonte van een geheel leven hem weder bij de keel vatte, bleef hij bewegingloos zit ten. Eindelijk stond hij op, en zeide: „Glas port, dokter?" De dokter, die hem van over zijn bril aangluurde, dacht: „Dat is de „twee-en- vijftig." Geef mij dc „acht-en-zestig", die is koppiger." Na een tijd ging Winston naar boven. Terwijl hij in de zijkamer wachtte, over viel hem weder die vreeselijke angst. „Ope ratie volkomen gelukt de patient stierf van bloedverlies!Het zachte, pieponde ge luidje dat zijn oor trof stelde hem geens zins gerust. Hij gaf niets orn dat pas ge boren wezen. Plotseling bemerkte hij dat Betty achter hem stond, met vreeselijk op en neer deinenden boezem. „Wat is er, mensch? Schei toch uit!" Zij leunde nu tegen zijn schouder aan, cn had, naar het scheen, alle begrip van goed of kwaad verloren, cn bracht er snik kend uit: „Ze ziet er zoo schattig uit O, herncl, ze ziet er zoo schattig uit!" Terwijl hij haar bruusk van zich stiet, gluurde Winston door de op een kier staan de deur. Gyp lag heel stil, en zag erg bleek, haar groote, donkere oogen waren op het kindje gevestigd. Haar gelaat drukte eeni- germate verwondering uit. Zij zag Win ston niet, die doodstil stond te kijken, ter wijl de zuster heen en weer liep cn achter een scherm haar werk deed. Dit was de eerste maal in zijn leven, dat hij een moe der met haar pasgeboren kindje zag. Die uitdrukking op baar gelaat ver weg, waarheen wist hij niet verbaasde hem. Zij had nooit blijk gegeven veel van kin deren te'houd°n, en had zelfs gezegd, dat z>; geen kind wenschte te hebben. Zij wend de het hoofd om', en zag hem. Hij ging bin nen. Zij wees met een licht gebaar op haar kind, en haar oogen glimlachten. Winston keek naar dat ingebakerde wezentje; en toen, terwijl hij zich overboog, kuste hij haar hand, en ging op zijn teenen weder heen. Aan het middagmaal dronk hij cham pagne, en een milde stemming jegens de geheele wereld doordrong zijn wezen. Ter wijl hij toekeek hoe de rook van zijn sigaar zich om hem heen kronkelde, dacht hij: „Moest dien vent toch maar een telegram sturen." Per slot van rekening was hij toch ook een medemensch het was mogelijk dat hij ook leed, zooals hijzelf nog pas een paar uren geleden. Hem in onwetendheid te laten dat ging niet aan! En hij schreef op het formulier „Alles wel, een dochter. Winston." en liet het halen, met bevel dat een rij knecht het dien avond nog zou wegbren gen. Gyp sliep toen hij dien avond om tien uur even binnensloop. Toen ging ook hij ter ruste, en sliep als een kind. HOOFDSTUK XI. Toen hij den volgenden middag, voor het eerst na verscheidene dagen van een ritje thuiskwam, ging Winston het stationsrlj- tuigje voorbij, dat het hek van de oprijlaan uitkwam met de luchthartige neiging tot ontgoochelen, geheel ledigen voertuigen eigen. Het zien van een bontjas en een breed- geranden hoed in de gang, zeido hem wat er gebeurd was. „Meneer Fiorsen, meneer; is al naar bo ven gegaan, meneer, naar mevrouw Fior sen." Natuurlijk, maar drommels vervelend! En misschien wel slecht voor Gyp. Hij vroeg; „Heeft hij ook bagage meegebracht?" „Een valies, meneer." „Maak dan een kamer klaar." Wat een bezoeking alleen met dien vent te dineeren. Tot dusverre had Gyp den vreemdsten morgen van haar leven doorgebracht. Haar kind fascineerde haar, en ook het trekken der lipjes bij het zuigen gaf haar een won derlijke, bijna wellustige gewaarwording, een soort weekheid, een oneindige warmte, een verlangen het kleine wezentje in zich te drukken, iets wat men natuurlijk niet moest doen. En toch liet noch haar gevoel voor hurnor, nocb haar gevoel voor schoonheid zich bedrie gen. Het was een beetje mal, dat kleine hoopje mensch, met een bosje zwart haar. en dat wat gratie betreft, niet halen kon bij een jong katje. Zijn uiterst kleine, roze, tee re vingertjes met de kleine nageltjes, do microscopische, omgebogen teentjes, en ern stige zwarte oogen als ze tenminste te zien kwamen zijn onnavolgbare roerloos heid in den slaap, zijn ongeloofelijke kracht bij het zuigen, waren alle als het ware miraculeus. Daarenboven had zij een gevoel van dankbaarheid, omdat het haar niet ge dood, en zelfs niet zoo heel erg gepijnigd had van dankbaarheid, omdat zij er goed was doorgekomen, en haar rol van moeder volmaakt had gespeeld de zuster had het zelf gezegd zij, die zichzelve zoo wei nig vertrouwde! Instinctmatig ook wist zij, dat dit hóór kind was, niet het zijne, on dat het naar haar zou aarden. Waarin dit anders zou moeten bestaan dan in de lijde lijkheid en de zwarte oogen van het kleine wezentje, kon zij niet zeggen. Van een tot drie hadden zij volkomen rustig en een drachtig geslapen. Toen zij ontwaakte, stond de zuster bij het bed, met een uit drukking op het gezicht alsof zij haar iets wilde vertellen. „Er is iemand voor je, liefje." En Gyp dacht: „Hij! Ik kan niet vlug den ken; ik moest nu juist zoo gauw kunnpn denken maar ik kan niet." Haar gelaat drukte dit uit, want de zuster zelde dade lijk: „Ik geloof niet, dat u er al sterk genoog voor bent," Gyp antwoordde: „Jawel. Maar niet voor over een minuut of vijf, alstublieft." Zij was met haar gedachten erg ver weg geweest, en zij wenschte tijd to winnen om ze te verzamelen voor ze hem weerzag - tijd om zich eenigermate te vergewissen hoe zij met haar gevoel stond: wat dit wicht, dat nu naast haar lag, voor hem en haar gedaan had. De gedachte dat dit kleine, hulpclooze wezen ook van hem was, loek onwerkelijk. Neen, het was niet hem. Hij had het niet gewild, en, nu zij deze marteling had doorstaan, was het van haar, niet van hem nooit! De herinne ring aan den nacht toen de gedachte dat het kind moest komen, voor het eerst vas- teren vorm in haar brein aannam, en hij dronken was thuisgekomen, overviel haar weder, en deed haar huiveren en haar arm om het kindje slaan. Het had niets ónders gemaakt Alleen Toen kwarn die be schuldigende gedachte, waarvan zij de laat ste dagen vrij was geweest, weder: „Maar ik heb hern toch getrouwd ik wilde '1 toch zelf. Dat valt toch niet weg te redenee ren". En zij had een gevoel alsof bij de zie» kenzuster wel kon toeroepen: „Tlondt herr. hier vandaan! Ik wil hem niet zien. To«j. laat hem niet hier komen, ik ben moe.^ Zij beet de woorden terug. En even latei" zeide zij, met een erg Hauwen glimlach: „Nu ben ik klaar." (Wordt vervolgd.)

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1929 | | pagina 5