IÉ
WIJNHANDEL J.A,SCHOTERMAN &,?n.
Gewas 1924 St. Emilion 11.40 f 56-
REGEN KLEEDING
HET ONBEREIKBARE
ROOF DE DRIJFVEER?
CHSNEESCH GESCHENK
VOOR DE KONINGIN
M'y
Waar de begrafenis?
N V. COMPAGNIE LYONNAISE
EXPOSITIE
Bontmantels, Middag- en Avondjaponnen
ÜTR.STRAAT 17 - Gevestigd 1878 - TELEFOON 145
EEN DWAZE DECORATIE
FEUILLETON.
In kasten en laden heeft de no
taris niet minder dan f 27,000
aan contanten gevonden
De moord 10 den Haag
VG r a v e n h a g c, 5 Nov. De justitie
ta9t nog steeds in het duister, aangaande
do vraag, wat de drijfveer is geweest van
den verdachte \V. Kromhout van der Meer
bij den gruvvelijken moord op de 72-jarige
mevrouw Odem, die, zooals bekend, in haar
woning aan het Bezuidenhout van het le
ven werd beroofd.
Reeds eerder deelden wij mede, zoo meldt
de Haagsche Ct., dat Je politie meende een
aanwijzing voor het motief van den moord
te hebben In een door verdachte geschre
ven, doch met den naam Blom ondertee
kenden brief, waarin aan mevrouw Odem
werd verzocht een tekort, dat bedoelde
Blom, een achterneef der oude dame, bij
de firma Hus had, te willen aanzuiveren.
De vertegenwoordiger der firma Hus zou
volgens dien brief met mevrouw Odem
over het tekort komen spreken. Als verte
genwoordiger verscheen toen... Kromhout
van der Meer. Uit dat feit zou, naar wij
vernemen, de juvslilie als motief voor den
moord afpersing willen afleiden.
Echter wordt er ook rekening mede ge
houden. dat het motief voor den moord uit
sluitend roof zou kunnen zijn Deze veron
derstelling vindt haar «rond in het feit, dat
bij bet ingestelde justitieele onderzoek is
gebleken, dat mevrouw Odem die slechts
het vruchtgebruik van het kapitaal van
wijlen haar echtgenoot had in tegenstel
ling met de verwachting een zeer groot f"e-
drag aan baar geld in huis had.
Do vondst van don notaris.
Naar wij verder vernamen, vond de no
taris, die direct na hel vreeselijk gebeuren,
een inventaris lijst van het moordhuis op
mankte, in alle mogelijke kasten en laden
een bedrag van totaal 27.000 aan contan
ten. dat de oude dame blijkbaar van de
aan haar uitgekeerde gelden had weten
over te sparen.
Ingeval aangetoond kan worden, dat de
aanwezigheid van dit vele geld, hetzij via
Blom, hetzij op andere wijze, aan Krom
hout van der Meer is bekend geweest, dan
zou dit voor hem een zeer bezwarende om
standigheid vormen.
Zijn voornemen tot roof zou clan alleen
verhinderd zijn door de omstandigheid, dat
Fientje Holstein, de huishoudster, ontijdig
tusschenbeiden kwam.
Het justitieel onderzoek duurt nog
steeds voort. Verdachte blijft doorloopcnd
hardnekkig ontkennen, schuldig te zijn.
'Aangeboden door den majoor der
Chineezen te Batavia
Een kostbaar fcorduurwerk
's-G r a v e n h a g e, a Nov. Gisteren is,
naar wij in het Hbld. lezen, aan den secre
taris ten Paleize aan het Noordeindc afge
geven namens den heer Khouw Kim An,
majoor der Chineezen te Batavia, een ge
schenk voor de Koningin een persoonlijk
cadeau van genoemden heer, dat echter ook
moet worden beschouwd als een bewijs van
de trouw van allo C.hineosche onderdanen
jn Noderlnndsch Indic tegenover onzo Ko
ningin. Het geschenk is een kostbaar bor
duursel, vervaardigd door vrouwen te
de heer KHOUW KIM AN,
majoor der Chineezen te Batavia.
Shanghai, het geheel omlijst door een ge
heel uit de hand gesneden encadreering, die
een meesterstukje is van Chineesche werk
lieden to Bataviu. Op het borduursel komen
o rn. eonigo Chineesche letterleekcns voor,
die achtereenvolgens beteekenen: dc linker
letters „Khouw Kim An, majoor van Bata
via. de middelste letters „eeuwig blljve Ne
derland machtig', de rechtsche letter? „ter
herinnering aan een lang leven van dc Ko
nlngin, 31 Augustus 1929". Uit dien datum
kan vermoedelijk de gevolgtrekking worden
gemaakt, dat het huldeblijk tevens is be
doeld als een verjaarsgeschenk voor H.M
De heer Khouw Kim An, groot vriend van
Nederland en de Nederlanders, toefde, aldus
het blad, twee jaar geledon eenigen tijd hier
te lande en werd (oen door de Koningin in
audiëntie ontvangen. Na zijn terugkeer te
Batavia sprak hij steeds op geestdriftige
wijze over dit mooie oogenblik in zijn le
ven. Met het overbrengen van het geschenk
naar Nederland heeft zich, op verzoek van
den schenker, de heer A. Zimmerman be
last.
STRIJD OM EEN LIJK
De vader tegen de vrouw met wie de
overledene samen leefde.
VOOR EEN PROFESSORAAT IN DE
JOURNALISTIEK.
VG ravenhage, Nov. Naar dc Tel.
verneemt heeft iemand, die nog onbekend
wenscht te blijven, toegezegd, ccn fonds be
schikbaar te stollen, voor dc oprichting van
een bijzonder professoraat aan een onzer
universiteiten, ten behoeve van die studen
ten, die zich in de journalistiek wcnschon
te begeven. Het moet in de bedoeling lig
gen dit professoraat zoo mogelijk aan de
Leidsche universiteit te verbinden Studen
ten, die in de rechten studeeren, zullen dan
in do gelegenheid zijn ook economische ken
nis op te doen, terwijl zij al eenigszins ver
trouwd gemaakt zullen worden met dc
eischen en problemen, die aan het uitgeven
en redigeeren van een courant verbonden
zijn.
GEMEENTE-ONTVANGER VAN
GRONINGEN.
Groningen. 5 Nov. Gisteravond heeft
de gemeenteraad van Groningen benoemd
lot gemeente-ontvanger de inspecteur-ad
ministrateur van politic G. de Jager te Gro
ningen.
UTRECHTSCH~7VE3 10 - TEL. 179 AMERSFOORT
Op Woensdag 16 Januari 1.1. overleed de
heer Xeen Joodsch ingezetene van Am
sterdam, die samenleefde met een niet-
Joodsche dame. Eerst den volgenden Vrij
dag vernam de vader, met wien do overle
dene gebrouilleerd was, dat zijn zoon
Woensdag tevoren was overleden en dat de
vrouw, met wie hij had samengeleefd, de
begrafenis besteld had tegen den volgen
den Zaterdagochtend op een niet-Joodsche
begraafplaats. De va dei' wendde zich daar
op ijlings tot mr. M. Schorlesheim, advo
caat en procureur te Amsterdam, en deze
vorderde in kort geding voor den vice-pre
sident der arrondissements-vechtbank Ie
Amsterdam mr. De Jongh, namens den
vader het lijk van diens zoon op, teneinde
dit in overeenstemming met zijn traditio
neel Joodsche gevoelens den volgenden Zon
dag op een Joodsche begraafplaats te doen
begraven.
De president ontzegde den eischer
zijn vordering (zoodat de begrafenis op een
niet-Joodscho begraafplaats toch doorging),
op grond hiervan dat weliswaar door mr.
Schorlesheim namens den vader was aan
gevoerd dat de vrouw geen recht op hel
lijk had, als zijnde niet wettig gehuwd met
den overledene, cn dat de vader als eerste
rechthebbende terecht het lijk opvorderde,
en hoewel ook door den overledene niet op
lechlsgeldlgo wijze beschikt was omtrent
de manier waarop hij begraven wenschte te
worden, in ieder geval toch naar het oor
deel van den president de wil van den
overledene geëerbiedigd moest worden en
laatstgenoemde zich blijkbaar niet verzet
zou hebben tegen een begrafenis op jen
niet-Joodsche begraafplaats, daar hij im
mers de banden met zijn familie verbroken
had, juist omdat hij met een niet-Joodsche
\rouw ging leven
Tegen deze beslissing is indertijd door
mr. Schorlesheim hooger beroep nangetee-
lcend bij het gerechtshof te Amsterdam en
op 20 Januari a.s. zullen de pleidooien in
deze zaak worden gehouden.
Voor den vader treedt op mr. Schorles
heim: voor de vrouw mr. Parser.
Het sureekt vanzelf, dat hot hooger be
roep alleen de bedoeling heeft crchad, een
principicele beslissing uit te lokken.
L'HIRüNüELLE
R. K. van Rossum
161 IS L G EST HA AT
BIJZONDER AANBEVOLEN per flesch per anker
Een blos van schaamte over
zóóveel gouvernement
teel misverstand
He'eoe Swarfb ridc'er
POGING TOT OMKOOP1NG VAN
EEN RECHTER.
Een niet ailodaagsch geval.
Ken niet alledaagsch geval heeft zich on
langs voorgedaan: een zuivere poging tot
omkooping van een rechter, vertelt het
Mbl. v. Ber en Reel. Een stiefvader van
een meisje, dat wegens fouten in haar le
vensgedrag door den kinderrechter In een
Observatichuis was opgenomen, doet aan
dien kinderrechter schriftelijk het volgende
loyale aanbod
„WtlKd. Heer, als U mij kan beloven als
dat Anna vrij komt, dan krijgt u van mij
direct 50 gulden al is het vanavond cn dan
kunnen wij later nog wel eens zien'.
Pogingen tot omkooping van rechters zijn
uiterst zeldzaam in ons land en het is
daarom wel de moeite waard deze poging
(uitgaande van een klein logementhouder)
te publiceeren. De behandeling van dit aan
bod door den betrokken kinderrechter geeft
aanleiding om te vermoeden, dat althans
deze logemtenhouder zich in het vervolg
niet opnieuw op dergelijke manier vergrlj
pen zal.
PROF. MR. P. A. DIEPENHORST.
Zilveren ambtsjubileum.
Amsterdam, 5 Nov. Het eerste Ka
merlid, prof. mr. P. A. Diepenhorst, zal ter
gelegenheid van zijn zilveren ambtsjubi
leum als hoogleeraar aan de Vrije Univer
siteit Maandag IS November a.s., 's middags
van 35 uur in het Vondelpark-paviljoen te
Amsterdam recipieeren, op welke receptie
hem ook door zijn vrienden en vereerders
een huldeblijk zal worden aangeboden.
Met hartelijke instemming nemen wij de
scherpo kritiek over, die „De Vrijheid" los
laat op de manier waarop onze Regeering
een groot dichteres heeft meencn te moeten
eeron. De titel luidt „onze onkunstzinnige
tegecring', en de hoofdredacteur schrijft
dan aldus:
Een zachtzinniger titel wil ons niet uit
de pen, nu wij, met een blos van schaamte
over zooveel gouvernementeel misverstand
cn onverstand, met een telkens opnieuw
oplaaiende verontwaardiging over een zoo
algeheel gemis van onderscheidingsverrao
gen, kennis genomen hebben van het feil,
dat men Hdlène Swarth, „het zingende
Hart in onze letterkunde" (Kloos) „de eerste
Nederlandsche vrouw van den modernen
lijd, die waarachtig dichteres was" (N, Rott.
Ct.), op haren zeventigsten verjaardag heeft
durven benoemen tot ridder in de
Orde van Oranje Nassau. De laagste eenigs
zins ordentelijke decoratie, die zelfs ambte
naren zonder zweem van talent vrij spoedig
als vanzelf ten deel valt, als zij maar tot
een bepaalde categorie behooren, wordt in
ernst beschouwd als een vereerende onder
scheiding voor de vrouw, die met Henriötte
Roland Holst onze grootste dichteres is,
niet slechts van dezen tijd, maar sinds et-
telijko eeuwen. Is het wonder, dat de aan
wezigen, die op 25 October burgemeester
Palijn zich van zijn geenszins benijdens
waardige taak hoorden kwijten, aan een
verspreking en vergissing dachten, zoodat
zelfs aan den verslaggever van het Corres
pondentiebureau, die het aanstonds geloof
de, werd medegedeeld, dal „ridder" natuur
lijk door „officier" vervangen moost wor
den? O zeker, in het land, waar de heer
Braat sinds jaren op de Leeuw mag bogen,
ware de onderscheiding, welke de vereer
ders der dichteres zelfs in het in gouver-
nementeelo kringen afgrijselijk-onkunstzin-
nige Nederland toch nog wel van onze re
geering meenden te mogen verwachten,
veel minder geweest dan deze kunstenares
toekwam! Nietwaar?, haar naam zal met
haar beste werk voortleven als tal van per
sonen, wier borsten wel lintjes-étalages lij
ken, totaal vergeten zullen zijn.
Wij zullen hiervoor overigens niet al
leen den nieuwen minister van onderwijs,
kunsten en wetenschappen verantwoorde
lijk stellen; deze, wellicht op zijn speciaal
gebied zeer bekwame, man is als bewinds
man homo novus en zou ondanks zijn Cal
vinisme waarschijnlijk wel tot een hoogere
onderscheiding zijn medewerking hebben
willen verleoncn als oudere en meer gerou-
lineerde ministers hem gesuggereerd had
den wat in casu plicht der regeering was.
Nog minder stellen wij de, trouwens niet
verantwoordelijke, ambtenaren der afdee-
ling „Kunsten en Wetenschappen" aanspra
kelijk; zij weten uit de tijden van minister
Do Visser mede te spreken van zuiverder
en ruimhartiger waardeering van de kun6t
en vermoedelijk zullen niet zij het geweest
zijn, die met mal traditioneele, pietluttig-
bekrompen bedenkingen kwamen tegen het
bevorderen van ecu benoeming van eon
groote dichteres totneen, maar, hoe
haalt men het in zijn hoofd, zoo iets ge
weldigs alsofficier in de Orde van
Oranje Nassau.
Door een dwaze decoratie als deze bla
meert do regeering, die helpt verleunen,
zichzelve, zij blijkt elk onderscheidingsver
mogen te missen en, naar Heines woord,
interessante inspeten onder eon loupe, In
drukwekkende cn statige verschijningen
door den verkeerden kant van een tooneel-
kijker to beturen. Het Is eigenlijk zielig.
Maar zou In eenig ander land (behalve dan
misschien In het anti Vlaamsche Beigiè,
voorzoover de groot-Ne.iorlandsche dichters
betreft) een begaafd kunstenaar (kunstena
res) zoozeer achtergesteld worden bij tal
van lieden, die In 'het cultuurleven der na
tie allerminst met hem (haar) in één adem
kunnen worden genoemd?
NA DE STAKING IN DE ZAANSCHE
HOUTINDUSTRIE.
Gratificaties aan politle-ambtonaren«
B. en W. der gemeente Zaandam stellen
den raad voor aan den commissaris van
politie, den inspecteur van politic Van der
Giescn en den majoor der Rijksveldwacht
een gratificatie te verleenen, ieder groot
500, voor bewezen buitengewone diensten
in de periode April tot October.
Bij het voorstel merken B. en W. op, dat
de politio gedurende de staking een zeer
zware taak heeft gehad. Behalve, dat de
arbeid zeer ingespannen was, moest veel
overwerk worden verricht. Voor de lagere
politieambtenaren is dat laatste, vergoed
door betaling van overuren, doch voor de
hoogere ambtenaren was dit krachtens do
bestaande regelingen niet mogelijk.
Mei het oog op de ond'rlingf verhou
dingen meenen B cn W. ook aan het hoo
gere politiepersoneel eenige vergoeding te
moeten toekennen.
ERNSTIGE FABRIEKSBRAND.
Moeilijk te bereiken terrein.
Zaandam, 5 Nov. Te Zaandam heeft
hedenmorgen een felle brand gewoed in de
kisten- en houtwolfabriek van den heer J.
G Blees, in het Westzijdervcld, bewesten
de spoorlijn Zaandam—Alkmaar. Het ter
rein van den brand was uiterst moeilijk te
bereiken. De brandweer zag zich verplicht
de motorspuiten op schuiten te plaatsen,
om op deze wijze het vuur te naderen In
middels hadden de vlammen snel om zich
heen gegrepen en was aan de fabriek voor
al aan het voorgedee'te ernstige schade toe
gebracht. Door de gunstige windrichting
bleven de houten opslagplaatsen gespaard.
Met behulp van arbeiders uit de omliggen
de zagerijen kon nog eenig materiaal wor
den gered.
Gebouw en inventaris waren verzekerd.
Stort ook de sterkste tronk vermolmend
neer, zijn sterker zelf leeft voort in nieuw
gowas.
VAN EEDEN.
(BEYOND)
door JOHN GALSWi RTHY voor Nederlanl
bewerkt door
J. KUYLMAN.
44
Een lichte beving doortrilde haar, doch
zij gmg vooi', cn zette zich zoo, dat zij het
kind kun zien. Roseck bleef op haar neer
staan kijken; zijn kalmte, do zocto ernst
van zijn goedgevormde lippen, zijn smette
loos dandyisme wekte bij uyp een soort van
onwillige bewondering.
„Wat is er?" zcide zij.
„Nu. v.vil goeds is het niet, vrees ik. Er
moeten dadelijk maatregelen genomen wor
den. Ik heb al geprobeerd de zaken te rege
len, maar het is onmogelijk de dingen te
laten zooals ze nu staan. Men dreigt zclls
dit huis te verkoopen."
Met een gevoel van groot onrecht dat haar
aangedaan werd, riep Gyp uit:
„Mear bijna alles wat hier is, behoort aan
mij!
Roseck schudde het hoofd.
„Het huurcontract staat op zijn naam
u bent zijn vrouw. Ze zijn hiertoe gerech
tigd, dat verzeker is u*' Iels.als een scha
duw trok over zijn gezicht, en hij voegde
erbij: „Ik kan hem, momenteel tenminste,
niet meer helpen.
Gyp schudde het hoofd.
„Neon natuurlijk niet! U halt hem
heelemaal niet moeten helpen. Ik kan niet
duldenHij boog, en zij zweeg be
schaam „Hoeveel is hij u, alles bij elkaar
schuldig?"
„Ongeveer dertienhonderd pond. Dat is
natuurlijk wel zooveel niet, maar er is nog
iets anders
„Iets dat nog erger is?"
„Ik aarzel om het u te vertellen; u zult
misschien weer denken, dat ik er munt uit
probeer te slaan. Ik kan uw gedachten,
zeer goed lezen, ziet u? Ditmaal zou ik voor
geen geld ter wereld willen hebben, dat u
zoo dacht."
Gvp maakte een lichte beweging, alsof
zij zijn woorden van zich zette.
„Neen, vertel het mij, alstublieft"
Roseck haalde de schouder* op.
„Er is iemand, Wagge genaamd, een be
grafenisondernemer de vader van iemand
die u wel kent
„Daphne Wing?"
„Ja Er moet een kind komen. Zij hebben
het uit haar weten to krijgen. Natuurlijk
beteekent dat het verbreken van haar ver
bintenissen m van nog andere dingen."
Gvp lachte even, cn zcide toen langzaam:
„Zoudt u mij kunnen zeggen wat die me
neer Wagge kan doen?"
Weder haalde Roseck de schouders op.
„Hij gaat vreeselijk te keer cn iemand
van zijn stand dit dat doet, is gevaarlijk
Er zal massa geld noodig zijn. denk ik
misschen zal er nog bloed vloeien."
Hij ging snel naar haar toe, en zeide
zeer zacht:
„Gyp, het Is nu een jaar geleden dat ik je
dit vertelde. Toen geloofde je me niet. Ik
zei je toen ook, dat ik jo liefhad. Nu heb
ik je nog honderdmaal meer lief! Neen, ga
niet heen. Ik ga nu 'naar boven, naar Gu-
stav."
Ilij wendde zich om, en Gyp dacht dat
hij werkelijk ging, doch hij bleef staan en
kwam terug voorbij het venster. De uitdruk
king van zijn gelaat was geheel veranderd,
zóó hongerig, dat zij een oogenblik mode
lijden met hem had. En dit moet zich op
haar gelaat hebben afgeteckcnd, want plot
seling vatte hij haar aan cn trachtte haar
op de lippen te kussen; zij worstelde hevig
tegen, zoodat hij enkel haar keel kon be
reiken, doch deze kuste hij dan ook harts
tochtelijk. Terwijl hij haar plotseling los
liet, liet hij het hoofd hangen en ging heen,
zonder haar verder aan te kijken.
Gyp bleef verslagen cn werktuigelijk zijn
kussen met den rug van haar hand van
haar keel staan vegen, en dacht: „Wat heb
ik toch gedaan dat hij mij zóó durft behan
delen? Wat héb ik dan toch gedaan? Er
kwam geen antwoord En er laaide een
groote woede tegen dc mannen in haar op
toen zij daar stond, haar tuinhandschocnen
verfrommelende, en zich op de lippen bij
tende die hij had willen kussen. Vervol
gens ging zij naar haar schrijftafel, nam
haar adresboek en zocht den naam op:
Wing, 88 Frankland Street Fulham Na
haar taschje van de leuning van den stoel
tc hebben genomen, stak zij er haar chèque-
boek in. Vervolgens zorgdragende geen ge
rucht te maken, ging zij naar de vestibule,
nam haar parasol, en ging heen, na de deur
geru ischloos tc hebben gesloten.
Zij liep vlug naar Baker Street. Haar tuin
hoed was goed genoeg, maar zij was uitge
gaan zondpr handschoenen en moest don
eersten den besten winkel binnengaan om
een paar te koopen. Bij het kiezen hiervan
vergat zij haar emoties voor het oogenblik.
Toen zij weder op straat kwam, kwamen
zij even bitter als ooit terug. En 't was zulk
een schoone dag, de zon zoo helder, de
lucht zoo blauw, de wolken verblindend
wit; boven van haar omnibus kon zij al de
schittering er van zien. Voor hoar herinne
ring rees het beeld op yan den man, die op
haar eerste bal haar arm gekust had. En
nu dit! Doch door haar woede mengde
zich een zeker onwillig medelijden en me
degevoel met dat meisje, dat dwaze, suiker-
boonen-mcisje, dat in dien toestand was
gebrachtdoor hóar man. Deze gevoelens
schraagden haar gedurende die reis naar
Fulham. Bij den dichtstbijzijnden hoek
stapte zij af. ging een tamelijk breede straat
in, vol smalle, grijze huizen tot zij aan
nummer achtentachtig kwam. Op die pas
geschrobde stoep, terwijl zij wachtte dat de
deur zou worden geopend, wendde zij zich
bijna om, om te vluchten. Waar was ze
eigenlijk precies voor gekomen?
De deur werd geopend door een dienst
meisje met een slordig japonnetje aan.
Schanenvleesch! De lucht van schapcn-
vleeschdaar was het, juist zooals het
meisje gezegd had!
„Is juffrouw Juffrouw Daphno Wing
thuis?"
Met die eigenaardige. ..ik kan er verder
ook niks an doen" soort van stem, die men
zoo vaak bij dienstboden in onaanzienlijke
huishoudens opmerkt, antwoordde het
meisje.:
„Jawel; juffrouw Deisey is thuis. Moet
u haar spreke? Wie mot ik zegge, dat er is?"
Gyp haalde een kaanjo voor don dag. Het
meisje bekeek het, en vervolgens Gyp, cn
toen naar twee bruin geverfde deuren. Na
dat zij de eerste geopend had, zcide zij:
„Gaat uwes zitte ik zal d'r eve hale."
Gyp ging binnen: In het midden van wat
klaarblijkelijk de eetkamer was, trachtte
zij het trillen barer ledematen en een ge
voel van onpasselijkheid te onderdrukken.
Do tafel, waartegen zij met de hand leun
de, was bedekt met groen saai, zonder twij
fel om te voorkomen dat de vlekken van
het schapenvleesch in het hout drongen.
Op het mahoniehouten buffet stond een
olie- en azijnstel en een groene schaal met
erg roode appels. Een bamboo vuurscherm,
met witte en gelo margueriten beschilderd,
stond voor de haardruimto, dio opgevuld
was met roodgeverfd pampa-gras. De stoe
len waren rood marokijnleer, dc gordijnen
bruinachtig rood, de wanden groen, en aan
deze wanden hing een stel afdrukken van
schilderijen van Landseer. De eigenaardige
gewaarwording, die rood vermengd met
groen teweegbrengt bij degenen die zeer ge
voelig zijn, maakte Gyp's onbehagelijkheid
nog grootcr. En plotseling vielen haar oogen
op een donkerblauw porseleinen kommetje.
Het stond op een zwart standaardje op den
schoorsteen, met niets er in. In deze kamer
van groen met rood, waar do lucht van
schapenvleesch binnentrok, was dit kjra-
metje voor Gyp nis een ademtocht ui* een
andere wereld. Daphne Wing niet Daisy
Wagge had het voorzener hier neerge-<-
zet!
Het trof Gyp als een embleem van ver
stikt schoonheidsgevoel, als een zinnebeeld
van al w„t het meisje nu biina een ianr
geleden op dien Augustusmiddag in haar
tuin voor haar had trachten uit te storten.
Fijn Oostersch porselein, goed en werkelijk
mooi. Wonder dat men toelief dat het deze
kamer bezoedelde!
(Wordt vervolgd.)