AMERSF00DDT5CH DAGMAP
HET ONBEREIKBARE
Donderdag 7 November 1923
„DE EEML ANDER'
28e laargang No. 111
GEEN VERVOLGING VAN DECOLLE'S?
„GEEN TERMEN
AANWEZIG"
Haveman en de
Collé's
N V. C0"VIPAGSSSIE LYONNAISE
EXPOSITIE
Bontmantels, Middag- en Avondjaponnen
AANVARING IN DE HAVEN
VAN ROTTERDAM
MEVR. ALB^RDA-BRALS f
PUBLICATIE VAN EEN
RAPPORT GEVRAAGD
FEUILLETON.
Wat er geschiedde met het wapen
van Haveman.
Culemborg, 5 Nov. De vorige week
Is mededeeling gedaan van een door Swee
ris te Tricht tot den officier van justitie
gericht adres, waarin hij aandrong op het
instellen van een strafrechterlijke vervol
ging tegen Arnold Collé Sr.. Arnold Collé
Jr., Johannes Collé en Auke Opdam, tegen
welke viertal zijns inziens tal van aanwij
zingen zouden bestaan, die het instellen
van een vervolging tegen hen wettigen ter
zake daderschap of medeplichtigheid aan
den dubbelen moord met roof op de Van
Wiggens te Culemborg, in December 1923
gepleegd.
Naar Het Volk verneemt, heeft Sweeris
d.d. 30 October vanwege het parket van den
officier van justitie te Tiel schriftelijk be
richt ontvangen, dat de justitie „geen ter
men aanwezig" acht om aan zijn verzoek
gevolg te geven. In deze afwijzing ont
breekt elke motiveering.
Deze besHssing sluit echter voegt het
blad hieraan toe nog geenszins do mo
gelijkheid uit. dat de Tieteche justitie eer
lang eigener beweging overgaat tot het doen
openen van een instructie tegen de haar
van verschillende kanten met zoo grootcn
nadruk aangewezen personen.
De Voorwaarts geeft nog eenige „ont
hullingen" omtrent de moordzaak, waaruit
wij het volgende overnemen:
Blijkens een procesverbaal, dat de wacht
meester der marechaussee M Stiekel op 23
September 1S27 te Assen heeft opgemaakt
van een verklaring van de weduwe Have
man, heeft zij hem o.a. mededeeling ge
daan van een door haar met den ouden
Collé gevoerd gesprek.
Zij zocht haar man en vond hem met den
ouden Collé in de keuken van de woning
der Collé's. Beiden verkeerden onder den
invloed van sterken drank en bij die ge
legenheid sprak de oude Collé de bezoek
ster als volgt toe: „Juffrouw Haveman, al3
alles eens uit moest komen was ik al ge
daan heb, dan moest ik nog minstens 40
jaar zitten"
Een ander deel van haar verklaring heeft
betrekking op een wapen, dat Haveman in
zijn bezit had en dat het meest geleek op
een sabel van kleine afmeting, ongeveer
30 35 c.M. lang. Daaraan wa6 een beent-n
handvat bevestigd, zoodat het geheel een
lengte had van ongeveer 45 c.M Dat wapen
had een dikken rug, aan den anderen kant
was het scherp en het liep m een scherpe
punt uit. Het geheel was een zwaar voor
werp.
Naar juffrouw Haveman den wachtmees
ter meedeelde, gebruikte haar man dit wa
pen, volgens zijn zeggen, vroeger als papier
snijder op het bureau. Na den moord op
de Van Wiggens, toen de Collé's zich eens
ten huize van Haveman bevonden, bracht
Haveman dat ding te voorschijn. Het werd
schoongemaakt en mooi opgepoetst, waar
na het weer werd opgeborcren met de woor
den: „Nu is hij ook weer mooi schoon".
Op de vraag haar door den wachtmeester
gesteld, of zij dat wapen bruikbaar achtte
om daar iemand het hoofd mede te kloven,
antwoordde juffrouw Haveman: „O jawel,
daar was het wapen zwaar genoeg voor."
„Toen mijn man aldus juffrouw Have
man overleden was en ik naar Assen
moest verhuizen, kwam de oude Collé nog
even bij mij en vroeg mij om dat bewuste
wapen. Hij zeide toen: „dat moet u aan
mtj geven."
Ik had geen belang bij dat ding en zoo
gaf ik het aan den ouden Collé.
De weduwe Haveman heeft in haar ver
klaring tegenover den wachtmeester der
marechaussee voorts uitvoprige mededée-
lingen gedaan jver het doen en laten der
Collé's na den moord op de Van Wiggens,
maar speciaal voor Wat betreft hun ver
houding tot haar man. Zoo heeft het haar
destijds verbaasd, dat de oude Collé het
eene oogenblik tegenover haar klaagde, lat
zijn zaken er zóó slecht voor stonden, dat
hij zijn reiziger dat was zijn zoon Johan
niet langer zou kunnen betalen, terwijl
hij Haveman in dienzelfden tijd ƒ65 ter
hand stelde om een varken te koopen en
daarna nog 145 voor een haar onbekend
doel. De oude Collé en zijn zoons leefden
volgens juffrouw Haveman. ten tijde dat
het juslitieele onderzoek nog in vollen gang
was. ook zichtbaar in angst voor Haveman.
die toen nog al eens voor hun meubelfabriek
op reis was.
Zoo reisden zij hem eens ijlings na naar
Den Bosch, toen het, naar later bleek on
juiste. gerucht liep, dat hij daar gearres
teerd was.
Vooral was die angst bij den ouden Collé
merkbaar, toen Haveman inderdaad voor
de eerste maal gearresteerd en naar Tlel
was overgebracht.
Collé Sr. drong er toen bij juffrouw Ha
veman op aan, dat zij dadelijk naar Tiel
zou gaan om te informccrcn, waarvoor
haar man was aangehouden.
..Och, och. wat heb ik het angstig!"
moet de oude Collé toen tegen haar hebben
gezegd. Hij stelde de auto te harer be
schikking, opdat zij, onafhankelijk van den
treinenloop. 6poedig met bericht terug zou
zijn. Arnold Collé werd door zijn vader be
last haar weg te brengen. Er was zooveel
haast bij haar vertrek, dat hij zijn boter
ham maar onderweg moest opeten.
De oude Collé was merkbaar opgelucht
toen juffrouw Haveman uit Tiel terug
kwam met de mededeeling. dat de subs,
officier, mr. Oosting, haar had gezegd, dat
Haveman gehaald was. om opheldering te
geven ovei de 500, welke hij had uitge
geven.
„O, is het anders niet?" zeide de oude
Collé toen, die 500 had Haveman voor
dien tijd ook al
Arnold en Hannes Collé bevestigden dit.
Toen juffrouw Haveman hen daarop
vroeg: ..Maar hoe weten jullie dat?" ant
woordde de oude Collé: „Dat komt er min
der op aan. Voor den eed staat alles. (Hij
stak daarbij twee vingers in de hoogte)
„En al zou de officier ook denken, dat er
een luchtje aan was. dan nog moet hij hem
laten loopen en kunnen zijn he>m niets
doen."
Zoodra Haveman den volgenden dag op
vrije voeten was gesteld, gold zijn eerste
bezoek de Collé's. De oude Collé huilde
toen van blijdschap.
Het proce6-verbaal. waarin deze feiten
zijn vermeld, is door den wachtmeester der
marechaussee Stiekel destijds aan rlen pro
cureur-generaal bij het gerechtshof te Arn
hem opgezonden.
UTflECHTSCHIWSS 10 - TEL. 179 AMERSFOORT
UIT BE STAATSCOURANT.
Bij Kon. Besl. is thans met ingang van
1 Jan. 1930 aan den heer mr. J. P. A Lamati
de Vries op zijn verzoek eervol ontslag
verleend uit zijn betrekking van secretaris
generaal van het dep. van Financiën, m«»l
dankbetuiging voor de vele en gewichtige
diensten dooi hem in verschillende betrek
kingen aan den lande bewezen.
Voorts is bij Kon. besluit benoemd tot
Staatsraad in buitongewonen dienst mr. J
P. A. Lamnn de Vries, secretaris-generaal
van het dep van Financiën
Benoemd tot leeraar aan de R.H.B.S. te
Zaltbommel. den heer F Jan6onius, met ge
lijktijdig ontslag aan do R.H.B.S. te Utrecht
T\rec Italiaansche schepen
in botsing
Een der scbepeD gezonken
Rotterdam, 6 Nov. Vanmorgen om
kwart voor acht is het uitgaando Italiaan
sche schip Atlantide uit do Waalhaven in
botsing gekomen met het inkomende Itali
aansche schip Barbana G. De Atlantide, die
met kolen geladen is, behoort aan een ree
derij te Genua en is groot 3555 ton. Do Bar
bana G is een oud Italiaansch marineschip
en groot tJ240 ton, het kwam met erts en
was bestemd voor Kruwal in Waalhaven. De
Atlantic was bestemd voor Catania, Toen
do Atlantide de Waalhaven uitkwam, kwam
midden in de rivier de Barbana G opstoo-
men om vast te haken aan een zeeboot. Bo
vendien voer op de rivier een ander schip,
dat gesleept werd. zoodat het vaarwater
zeer druk bezet was. De kapitein vond hel
toen veiliger de verkeerde wal tencmen. Hii
liet twee stooten op de fluit geven. De Bar
bana G. antwoordde met één stoot. Dat be-
teekent dat de Barbana G. dezelfdo koers
nam. Opnieuw floot nu de Atlantide twee
maal en kreeg opnieuw hetzelfde sein terug.
Een aanvaring was onvermijdelijk. De Bar
bana G. floot toen drie maal, dat wil zeggen
dat het «chip achteruit zal slaan. Maar de
Atlantide werd met \ollc kracht door de
ebstroom de rivier afgedreven. De voorste
ven van de Barbana G. boorde een groot gat
in den zijwand van de Atlantide, waardoor
de machinekamer vol liep en het schip on
middellijk begon te zinken. De sleepbooten
Truno, Delfshaven, Drykok II en III en de
Engingcring hadden onmiddellijk vast ge
mjüakt en het schip naar de Zuidwal ge
sleept. Daar is het «aan den fcro.nd gezet Het
was nu zoover gezonken dat het nog één
Meter boven de waterlijn uitstak. Het was
hoog water. Eij laag water ligt het schip
hooger en kart het gemakkelijker geborgen
worden. Dit is opgedragen aan Smit en Co
internatir nale in combinatie met Van der
Tak Bergingsmaatschappij.
Vanmorgen was er reeds een duiker bij
het schip. Vandaag begint men met het los
sen en zal de bekisting worden aangebracht
om het schip naar het dok te brengen. Er
zijn geen persoonlijke ongeluk kon voorge
komen. De bemanning is aan boord geble
ven. Volgens de riviorpo'Iitie hebben de ka
oiteins elkaar veikeerd begrepen. De Bar
bana G. is door een sleepboot naar Kruwa1
gesleept, waar het ligplaats heeft genomen
met ingedruktcn en gebroken voorsteven en
een groot gat eenige meters boven den wa
lerspïcgcl.
LEERAARSBENOEMING TE APELDOORN
Apeldoorn, 6 Nov. Op de voordracht
voor leeraar in de geschiedenis aan de
R.H.B.S. alhier zij/i geplaatst dc- heeren F
.lansonius, leeraar aan de R.H.B.S. te
Utrecht en mr J. J. Beverman, tijdelijk
leeraar aan cle H.B.S. te Amsterdam.
Een verdienstelijke vrouw op
politiek maatschappelijk
en sociaal ge
bied
Op 55 'arigen leeftijd
overleden
In den afgeloopen nacht is to 'e-Gravon-
hage op 55-jarigen leeftijd overleden mevr.
Albarda Brals de eclitgenoote van ir. J. W.
Albarda. de voorzitter der Tweede Kamer
fractie van de S.D.A.P.
Mevr. Albarda heeft zich veel op het pu
blieke terrein bewogen. Zij was van 1 Juli
1919 tot 1 Juli 1927 lid van de Provinciale
Staten van Zuid Holland. Behalve in de
politiek bewoog zij zich echter ook op maat
schappelijk en sociaal gebied, vooral in den
crisistijd, toen zij veel bemoeiing had met
de Centrale Keuken cn het Kleercncomité.
Een bestuursfunctie vervulde zij nog in de
volkshuishoudschool ..Licht, Liefde, Leven"
en zij was sinds 1926 bestuurslid van de
Openbare Leeszaal en Bibliotheek. Mevr.
Albarda was de oprichtster van de kinder-
lecszaal „De Laak", welke later door de
openbare leeszaal in eigen beheer is geno
men.
Het Instituut voor Arbeidersontwikkeling
vond m haar een ijverig bestuurslid, even
als de Bond van Sociaal-Democratische
Vrouwenclubs. Van de Haagsche Soc.-Dem.
Vrouwenclub was dc thans ontslapene nog
presidente.
Sinds 1 December van het vorige jaar
was mevr. Albarda lid van den Voogdij
raad II te 's-Gravenhage.
Het stoffelijk overschot zal Vrijdag a.s.
op Nieuw Eik en Duinen worden teraarde-
besteld. De stoet vertrekt te half twaalf
van het sterfhuis, Van Aerssenstraat 68.
De knoeierijen bij bet
Haagscbe vuilvervoer
's-G ravenhage, 6 Nov. Naar de
Telegraaf verneemt heeft het raadslid Van
der Loo vragen gesteld aan het college vau
B en W„ in verband met het justitieel on
derzoek naar de knoeierijen bij het Haag
sche vuilvervoer. De heer Van der Loo
heeft B en W. gevraagd, het dezer dagen
aan den officier van justitie cn B. en W.
o\crge!egde rappoit van het onderzoek
naar de knoeierijen te publiceeren en te
vens gevraagd, welke maatregelen B. en
W. in verband met do resul'aten van het
onderzoek reeds hebben getroffen.
Het heeft n.l. zeer de aandacht getrok
ken, dat de overeenkomst met don pach
ter van het vuilvoer, de firma Buth, door
het college van B. en \V is te niet gedaan,
zonder dat de reden is gepubliceerd. De
lieer Van der Loo heeft, zooals men zich
zal herinneren, destijds ook in den raad
uitvoerig de vuilafvoer affaire becritiseerd
en op maatregelen aangedrongen.
EEN BESCHONKENE ZWAAR
MISHANDELD.
Alle tanden uit den bovenkaak.
Maandagavond omstreeks elf uur heeft,
naar de Opr. Haarl. Crt. meldt, een agent
van politie te IJmuiden op den zeeweg
nabij den IJmuidcrstrnatweg, een man in
bewusteloozcn toestand aangetroffen, die
NA DE „H. E. N. B. A."
Do HEN BA is gesloten en
De Eierhal is leeg.
Mijn huis is razend vol van de
Reclame die ik kreeg
Ik heb drie maal ge-HENBA'd
En 't was elke maal een vracht
Papier die 'k als reclame naar
Mijn woning heb gebracht.
Ik ben nu aan 't studecren in i'
Dat leerzaam mat'riaal
Dat mij vertelt een waarheid in
Zeer goed verstaanb re taal.
Hot zegt mij dat in Amersfoort
Het zakendoen floreert,
En dot de waar die men ons hiel
In onze stad offreert,
Niet duurder en niet slechter is
Dan elders cn men hier
Terecht kan net zooals men wil,
Men koopt hier met ploizier.
Het zegt ons dat de zakenman,
In ons goed Amersfoort,
Ons waar brengt cn ons hier bedient
Precies zoo als het hoort
En als er stadgenooten zijn
Die met hun duro geld
Naar elders trekken, denk aan wat
Do HENBA ons vertelt:
„Blijf hier cn help de winkelstand,
Steun onze nijverheid."
Dc HENBA toonde dot men hier
Ileusch meegaat met den tijd.
Wat Amsterdam, wat Utrecht kan.
Dat kan ook onze stad.
We hebben in de HENBA hior
Een praehtbowijs gehad.
Wie nu nog elders met z'n spie
Zn bullen koopen gaat, V v
Is Stadsgevaarlijk, want hij pleegt
Eenvoudig stadsverraad.
GROEGROE.
hevig bloedde uit vcrscheideno wonden. De
man werd binnengedragen in hot café van
den heer P. v. B. Een dokter heeft daar
voorloopige verbanden gelegd. Do man is
daarna naar het Anthonius Ziekenhuis ver
voerd, waar de wonden werden gehecht.
Alle tanden waren uit den bovenkaak weg
geslagen. Het bleek ook dat het slachtoffer
zwaar beschonken was. Daar ziekenhuis-
verp'.eging niet noodig werd geoordeeld,
werd de man overgebracht naar het politie
bureau aan den Engelmundusweg, waar hij
kon ontnuchteren.
Bij onderzoek is gebleken, dat de bewust#
persoon M. G. heet, te Duisburg woont ca
opvarende was van een in "het Noordzee
kanaal liggend Noorsch schip. Hij leefd#
steeds in onmin met de Noorsche schepe
lingen cn men vermoedt, dat hij na afmon
stering zich aan sterken drank te buiten is
gegaan en toen in zijn dronkenschap door
de Noorsche schepelingen is mishandeld
De man is Dinsdag naar zijn woonplaats
teruggekeerd.
BURGEMEESTER GAARLANDT MET
ZIEKTEVERLOF.
Voor hot ondergaan eoner
operatlo.
Gouda 6 Nov. Naar dc Goudsche Crt,
verneemt zal burgemeester Gaarlandt gedu
rende eenigen tijd met ziekteverlof gaan,
ten eindo zich aan een operatie te onder
werpen.
De burgemeester heeft er prijs op gesteld
heden nog de zitting van den gemeenteraad
te presideeren, teneinde het voorstel betref
fende de salaris- en loonregelingen van het
gemeente-personeel onder zijn leiding door
den Raad te doen behandelen.
Boeken zoiuler de kennis van het leven
zijn nutteloos, want wat zouden boeken
ens kunnen leeren, behalve de kunst des
levens.
JOHNSON.
(BEYOND)
door JOHN GALSWi RTHY voor Nederland
bewerkt door
J. KUYLMAN.
45
Een zucht deed haar zich omwenden. Met
haar rug tegen de deur en met een bleek,
verschrikt gelaat, 6tond daar het meisje.
Gyp dacht: „Ze heeft vreeselijk geleden.
En terwijl zij impulsief naar haar toeging,
stak zij haar de hand toe.
Met een diepon zucht zeide Daphne Wing
„O, mevrouw Fiorsen!cn, terwijl zij zich
over Gyp's hand heenboog, kuste zij haar
Gyp zag dat haar nieuwe handschoen nat
was. Toen viel het meisje weer terug, met
de voeten een weinig naar voren, het hoofd
een beetje voorovergebogen, en haar rug te
gen de deur. Gyp, die begreep waarom zij
zoo stond, werd weder heen cn weer geslin
gerd door die beide emotieswoede te
gen de mannen, en medegevoel voor iemand
die op het punt stond door te maken wat
zijzelve had doorstaan.
„Wees maar stil," zeide zij vriendelijk,
„maar, wat zul je nu beginnen?"
Daphne Wing bedekte haar bleeke ge
laat met de handen en begon te snikken.
Zij snikte zóó onderdrukt, doch zóó vreese
lijk heftig, dat Gvp zich geweld moest aan
doen om ook niet in huilen uit te barsten.
Het was het snikken van waarachtige wan
hoop door een wezen, beroofd van alle
hoop cn kracht, en bovenal van liefde
het soort weencn dat ontsnapt aan verlo
ren, lijdende zielen, doch slechts enkel door
de aanraking van medegevoel. Doch, in
plaats van Gyp blij te maken of aan haar
gevoel van rechtvaardigheid te voldoen,
vervulde het haar met nog meer woede te
gc*n haar mandat hij misbruik had ge
maakt van de verliefdheid van dit meisje
cn deze had aangewend ter bevrediging van
zijn eigen genotzucht, in haar toen weder
had weggegooid. Het was haar als zag zij
hem dit zich aan hem vastklemmende,
duifblanke meisje van zich afstooten, opi-
dat zij hem verveelde cn zijn zenuwen prik
kelde, haar van zich afwerpend met onver
schillige woorden, om alléén de gevolgen
van haar verliefdheid te dragen. Zij legde
haar hand bedeesd op den schokkenden
schouder en streelde hem. Een oogenblik
hield het snikken op en zeide het meisje
gebroken:
„O. mevrouw Fiorsen, ik heb hem zoo
lief!" Bij die naïeve woorden greep een
pijnlijke drang tot lachen Gjp aan, en deed
haar van het hoofd tot de voeten beven.
Daphne Wing zag het en ging verder: „Ik
weet 't welik weet 't wel't is ver
schrikkelijk, maar 't is tóch zoo. en
nuhijhij... hij...!" Haar onder
drukt, doch werkelijk vreeselijk gesnik be
gon weder. En Gyp begon met haar al maar
over den schouder te streelen. „En ik ben
zoo vreeselijk tegen u geweest! O, mevrouw
Fiorsen, vergeef me toch!"
Het eenige wat Gyn kon antwoorden
was:
„Ja, ja, dét is niets! Huil maar niet! Huil
maar niet!"
Heel langzaam stierf het huilen weg, tot
dat het enkel een lang trillen was, doch
nog steeds hield liet meisje het gelaat met
de handen bedekt. Gyp voelde zich ver
lamd. liet ongelukkige meisje, het rood met
groene vertrek, de lucht van schapen-
vleeschhet was afschuwelijk!
Eindelijk vertoonde zich iets van dat
bleeke gezicht, en de lippen, die nu niet
langer om suikerbooncn vroegen, mompel
den:
„Hijhijheeft u, en niet mij lief. En
u heeft hem niet liefdat is zoo raar...
enik begrijp het niet. O, mevrouw Fior
sen. als ik hem maar eens zien kon
maar eens even zien! Hij zei tegen me, dat
ik nooit terug hoefde te komen, en ik beh
't ook niet gedurfd. Ik heb hem al in geen
drie weken gezien... niet nadat ik 't hem
verteld heb. Wat moet ik nu beginnen?
Wat moet ik nu toch beginnen?"
Op dat oogenblik leek liet Gyp toe, dat
het feit, dat hij haar man was, niet 't ge
ringste gewicht in de schaal legde. Zij voel
de zulk een medelijden, en toch tevens zulk
'een afkeer, dat een meisje nog wilde terug-
kruipen naar den man, die haar van zich
had afgestootcn. Onbewust had zij zich op
gericht en haar lippen saamgenepen. Het
meisje, dat iedere beweging volgde, zeide
,,'t Is net of ik heelemaal geen trots heb
liet kan me niet schelen wat hij me aan
doet, of wat hij zegt, als ik hem 'alleen
maar kan zien."
Gyp's afkeer week \oor haar medelijden.
Zij zeide:
„Hoe lang is 't nog?"
„Drie maanden.
„Drie maanden.... en dat in dezen staat
van ellende!"
„Ik geloof dat ik iets wanhopigs zal doen
't Is te vreeselijk nu ik niet kan dansen
cn zij 't weten! Als ik hem maar zien kon
zou ik me nergens iets van aantrekken
Maar ik weetik weet heel goed, dat hij
me nooit weer terug zal willen hebben. O
mevrouw Fiorsen, ik wou dat ik dood was'
Heusch!"
Een zware zucht ontsnapte Gyp, en ter
wijl zij zich plotseling voorover boog, kus
te zij het meisje op het voorhoofd.
Nog steeds hing die geur van oranjebloe
sem in heur haar cn aan haar huid, even
als toen zij vroeg of zij behoorde lief te
hebben of nietevenals toen zij, als een
nachtvlinder, van uit de schaduw der hoo
rnen in het maanlicht zweefde, ronddraai
de en fladderde, terwijl haar schaduw voor
haar uit zweefde en fladderde. Gyp wend
de zich af, voelend dat zij de spanning
moest verbreken, cn terwijl zij naar de
kom wees, zeide zij
„Die heb jij daar zeker gezet, niet Ze is
prachtig."
Met meelijwekkende gretigheid ant
woordde het meisje
„O, zou u haar graag hebben Toe, neem
ze dan mee. Ik heb haar van graaf Roseck
gekregen". Zij ging plotseling bij de deur
vandaan. „O, dat is papa. Hij zal dadelijk
wel binnenkomen
Gyp hoorde een man de keel schrapen
en het neerzetten van een parapluie in
den stander het zien van het meisje, dat
zich in haar angst tegen het buffet aan
drukte, gaf haar haar kalmte terug. Toen
ging de deur open, en meneer Wagge trad
binnen. Kort en gezet, met een zwart ge
kleed pak aan, en met een grijzen baard,
staarde hij van de een naar de ander. Zijri
voorkomen gaf getrouw zijn persoon weer,
namelijk van een Engelschman en een
naarstig kerkganger, die gedijde op sherry
cn schapenvleesch, en die een goed bestaan
had. Zijn gezicht was, evenals zijn lichaam,
opgezet, alsof hij leed aan leverziekte, en
niet kwaadaardig, behalve dat er een ze
kere slechtgehumcurdheid sprak uit zijn
kleine, grijze varkensoogjes. Met een stem,
die steeds grof klonk, doch tevens een
soort beroepszoetsappigheid had, zeide hij:
„Ja-a? Wie heb ik de...?"
„Mevrouw Fiorsen."
„OhMen kon hem duidelijk zwa-ar
hooren ademhalenhij draaide snel een
stoel bij en zeide
„Gaat zitten, alslublief
Gyp schudde het hoofd.
Op meneer Waggo's gelaat scheen een
soort van respect te strijden met een meer
primitieve aandoening. Na een grooten
zakdoek met zwarten rand te voorschijn te
hebben gehaald, snoot hij den neus, wreef
er zijn gezicht mee af, cn, na zich tot zijn
dochter gewend te hebben, mompelde hij:
„Ga naar boven."
Het meisje keerde zich vlug om, en de
laatste blik op haar gelaat zweepte Gyp's
woede tegen de mannen op Toen de deur
dicht was, schraapte meneer Wagge de
keel.
Brommiger dan ooit zeide hij
„Mag ik vragen waar ik de eer aan te
danken heb
„Ik kwam uw dochter opzoeken."
{Wordt vervolgd.)