AMERSF00DDT5CH DAGMAP HET ONBEREIKBARE Donderdag 7 November 1923 „DE EEML ANDER' 28e laargang No. 111 GEEN VERVOLGING VAN DECOLLE'S? „GEEN TERMEN AANWEZIG" Haveman en de Collé's N V. C0"VIPAGSSSIE LYONNAISE EXPOSITIE Bontmantels, Middag- en Avondjaponnen AANVARING IN DE HAVEN VAN ROTTERDAM MEVR. ALB^RDA-BRALS f PUBLICATIE VAN EEN RAPPORT GEVRAAGD FEUILLETON. Wat er geschiedde met het wapen van Haveman. Culemborg, 5 Nov. De vorige week Is mededeeling gedaan van een door Swee ris te Tricht tot den officier van justitie gericht adres, waarin hij aandrong op het instellen van een strafrechterlijke vervol ging tegen Arnold Collé Sr.. Arnold Collé Jr., Johannes Collé en Auke Opdam, tegen welke viertal zijns inziens tal van aanwij zingen zouden bestaan, die het instellen van een vervolging tegen hen wettigen ter zake daderschap of medeplichtigheid aan den dubbelen moord met roof op de Van Wiggens te Culemborg, in December 1923 gepleegd. Naar Het Volk verneemt, heeft Sweeris d.d. 30 October vanwege het parket van den officier van justitie te Tiel schriftelijk be richt ontvangen, dat de justitie „geen ter men aanwezig" acht om aan zijn verzoek gevolg te geven. In deze afwijzing ont breekt elke motiveering. Deze besHssing sluit echter voegt het blad hieraan toe nog geenszins do mo gelijkheid uit. dat de Tieteche justitie eer lang eigener beweging overgaat tot het doen openen van een instructie tegen de haar van verschillende kanten met zoo grootcn nadruk aangewezen personen. De Voorwaarts geeft nog eenige „ont hullingen" omtrent de moordzaak, waaruit wij het volgende overnemen: Blijkens een procesverbaal, dat de wacht meester der marechaussee M Stiekel op 23 September 1S27 te Assen heeft opgemaakt van een verklaring van de weduwe Have man, heeft zij hem o.a. mededeeling ge daan van een door haar met den ouden Collé gevoerd gesprek. Zij zocht haar man en vond hem met den ouden Collé in de keuken van de woning der Collé's. Beiden verkeerden onder den invloed van sterken drank en bij die ge legenheid sprak de oude Collé de bezoek ster als volgt toe: „Juffrouw Haveman, al3 alles eens uit moest komen was ik al ge daan heb, dan moest ik nog minstens 40 jaar zitten" Een ander deel van haar verklaring heeft betrekking op een wapen, dat Haveman in zijn bezit had en dat het meest geleek op een sabel van kleine afmeting, ongeveer 30 35 c.M. lang. Daaraan wa6 een beent-n handvat bevestigd, zoodat het geheel een lengte had van ongeveer 45 c.M Dat wapen had een dikken rug, aan den anderen kant was het scherp en het liep m een scherpe punt uit. Het geheel was een zwaar voor werp. Naar juffrouw Haveman den wachtmees ter meedeelde, gebruikte haar man dit wa pen, volgens zijn zeggen, vroeger als papier snijder op het bureau. Na den moord op de Van Wiggens, toen de Collé's zich eens ten huize van Haveman bevonden, bracht Haveman dat ding te voorschijn. Het werd schoongemaakt en mooi opgepoetst, waar na het weer werd opgeborcren met de woor den: „Nu is hij ook weer mooi schoon". Op de vraag haar door den wachtmeester gesteld, of zij dat wapen bruikbaar achtte om daar iemand het hoofd mede te kloven, antwoordde juffrouw Haveman: „O jawel, daar was het wapen zwaar genoeg voor." „Toen mijn man aldus juffrouw Have man overleden was en ik naar Assen moest verhuizen, kwam de oude Collé nog even bij mij en vroeg mij om dat bewuste wapen. Hij zeide toen: „dat moet u aan mtj geven." Ik had geen belang bij dat ding en zoo gaf ik het aan den ouden Collé. De weduwe Haveman heeft in haar ver klaring tegenover den wachtmeester der marechaussee voorts uitvoprige mededée- lingen gedaan jver het doen en laten der Collé's na den moord op de Van Wiggens, maar speciaal voor Wat betreft hun ver houding tot haar man. Zoo heeft het haar destijds verbaasd, dat de oude Collé het eene oogenblik tegenover haar klaagde, lat zijn zaken er zóó slecht voor stonden, dat hij zijn reiziger dat was zijn zoon Johan niet langer zou kunnen betalen, terwijl hij Haveman in dienzelfden tijd ƒ65 ter hand stelde om een varken te koopen en daarna nog 145 voor een haar onbekend doel. De oude Collé en zijn zoons leefden volgens juffrouw Haveman. ten tijde dat het juslitieele onderzoek nog in vollen gang was. ook zichtbaar in angst voor Haveman. die toen nog al eens voor hun meubelfabriek op reis was. Zoo reisden zij hem eens ijlings na naar Den Bosch, toen het, naar later bleek on juiste. gerucht liep, dat hij daar gearres teerd was. Vooral was die angst bij den ouden Collé merkbaar, toen Haveman inderdaad voor de eerste maal gearresteerd en naar Tlel was overgebracht. Collé Sr. drong er toen bij juffrouw Ha veman op aan, dat zij dadelijk naar Tiel zou gaan om te informccrcn, waarvoor haar man was aangehouden. ..Och, och. wat heb ik het angstig!" moet de oude Collé toen tegen haar hebben gezegd. Hij stelde de auto te harer be schikking, opdat zij, onafhankelijk van den treinenloop. 6poedig met bericht terug zou zijn. Arnold Collé werd door zijn vader be last haar weg te brengen. Er was zooveel haast bij haar vertrek, dat hij zijn boter ham maar onderweg moest opeten. De oude Collé was merkbaar opgelucht toen juffrouw Haveman uit Tiel terug kwam met de mededeeling. dat de subs, officier, mr. Oosting, haar had gezegd, dat Haveman gehaald was. om opheldering te geven ovei de 500, welke hij had uitge geven. „O, is het anders niet?" zeide de oude Collé toen, die 500 had Haveman voor dien tijd ook al Arnold en Hannes Collé bevestigden dit. Toen juffrouw Haveman hen daarop vroeg: ..Maar hoe weten jullie dat?" ant woordde de oude Collé: „Dat komt er min der op aan. Voor den eed staat alles. (Hij stak daarbij twee vingers in de hoogte) „En al zou de officier ook denken, dat er een luchtje aan was. dan nog moet hij hem laten loopen en kunnen zijn he>m niets doen." Zoodra Haveman den volgenden dag op vrije voeten was gesteld, gold zijn eerste bezoek de Collé's. De oude Collé huilde toen van blijdschap. Het proce6-verbaal. waarin deze feiten zijn vermeld, is door den wachtmeester der marechaussee Stiekel destijds aan rlen pro cureur-generaal bij het gerechtshof te Arn hem opgezonden. UTflECHTSCHIWSS 10 - TEL. 179 AMERSFOORT UIT BE STAATSCOURANT. Bij Kon. Besl. is thans met ingang van 1 Jan. 1930 aan den heer mr. J. P. A Lamati de Vries op zijn verzoek eervol ontslag verleend uit zijn betrekking van secretaris generaal van het dep. van Financiën, m«»l dankbetuiging voor de vele en gewichtige diensten dooi hem in verschillende betrek kingen aan den lande bewezen. Voorts is bij Kon. besluit benoemd tot Staatsraad in buitongewonen dienst mr. J P. A. Lamnn de Vries, secretaris-generaal van het dep van Financiën Benoemd tot leeraar aan de R.H.B.S. te Zaltbommel. den heer F Jan6onius, met ge lijktijdig ontslag aan do R.H.B.S. te Utrecht T\rec Italiaansche schepen in botsing Een der scbepeD gezonken Rotterdam, 6 Nov. Vanmorgen om kwart voor acht is het uitgaando Italiaan sche schip Atlantide uit do Waalhaven in botsing gekomen met het inkomende Itali aansche schip Barbana G. De Atlantide, die met kolen geladen is, behoort aan een ree derij te Genua en is groot 3555 ton. Do Bar bana G is een oud Italiaansch marineschip en groot tJ240 ton, het kwam met erts en was bestemd voor Kruwal in Waalhaven. De Atlantic was bestemd voor Catania, Toen do Atlantide de Waalhaven uitkwam, kwam midden in de rivier de Barbana G opstoo- men om vast te haken aan een zeeboot. Bo vendien voer op de rivier een ander schip, dat gesleept werd. zoodat het vaarwater zeer druk bezet was. De kapitein vond hel toen veiliger de verkeerde wal tencmen. Hii liet twee stooten op de fluit geven. De Bar bana G. antwoordde met één stoot. Dat be- teekent dat de Barbana G. dezelfdo koers nam. Opnieuw floot nu de Atlantide twee maal en kreeg opnieuw hetzelfde sein terug. Een aanvaring was onvermijdelijk. De Bar bana G. floot toen drie maal, dat wil zeggen dat het «chip achteruit zal slaan. Maar de Atlantide werd met \ollc kracht door de ebstroom de rivier afgedreven. De voorste ven van de Barbana G. boorde een groot gat in den zijwand van de Atlantide, waardoor de machinekamer vol liep en het schip on middellijk begon te zinken. De sleepbooten Truno, Delfshaven, Drykok II en III en de Engingcring hadden onmiddellijk vast ge mjüakt en het schip naar de Zuidwal ge sleept. Daar is het «aan den fcro.nd gezet Het was nu zoover gezonken dat het nog één Meter boven de waterlijn uitstak. Het was hoog water. Eij laag water ligt het schip hooger en kart het gemakkelijker geborgen worden. Dit is opgedragen aan Smit en Co internatir nale in combinatie met Van der Tak Bergingsmaatschappij. Vanmorgen was er reeds een duiker bij het schip. Vandaag begint men met het los sen en zal de bekisting worden aangebracht om het schip naar het dok te brengen. Er zijn geen persoonlijke ongeluk kon voorge komen. De bemanning is aan boord geble ven. Volgens de riviorpo'Iitie hebben de ka oiteins elkaar veikeerd begrepen. De Bar bana G. is door een sleepboot naar Kruwa1 gesleept, waar het ligplaats heeft genomen met ingedruktcn en gebroken voorsteven en een groot gat eenige meters boven den wa lerspïcgcl. LEERAARSBENOEMING TE APELDOORN Apeldoorn, 6 Nov. Op de voordracht voor leeraar in de geschiedenis aan de R.H.B.S. alhier zij/i geplaatst dc- heeren F .lansonius, leeraar aan de R.H.B.S. te Utrecht en mr J. J. Beverman, tijdelijk leeraar aan cle H.B.S. te Amsterdam. Een verdienstelijke vrouw op politiek maatschappelijk en sociaal ge bied Op 55 'arigen leeftijd overleden In den afgeloopen nacht is to 'e-Gravon- hage op 55-jarigen leeftijd overleden mevr. Albarda Brals de eclitgenoote van ir. J. W. Albarda. de voorzitter der Tweede Kamer fractie van de S.D.A.P. Mevr. Albarda heeft zich veel op het pu blieke terrein bewogen. Zij was van 1 Juli 1919 tot 1 Juli 1927 lid van de Provinciale Staten van Zuid Holland. Behalve in de politiek bewoog zij zich echter ook op maat schappelijk en sociaal gebied, vooral in den crisistijd, toen zij veel bemoeiing had met de Centrale Keuken cn het Kleercncomité. Een bestuursfunctie vervulde zij nog in de volkshuishoudschool ..Licht, Liefde, Leven" en zij was sinds 1926 bestuurslid van de Openbare Leeszaal en Bibliotheek. Mevr. Albarda was de oprichtster van de kinder- lecszaal „De Laak", welke later door de openbare leeszaal in eigen beheer is geno men. Het Instituut voor Arbeidersontwikkeling vond m haar een ijverig bestuurslid, even als de Bond van Sociaal-Democratische Vrouwenclubs. Van de Haagsche Soc.-Dem. Vrouwenclub was dc thans ontslapene nog presidente. Sinds 1 December van het vorige jaar was mevr. Albarda lid van den Voogdij raad II te 's-Gravenhage. Het stoffelijk overschot zal Vrijdag a.s. op Nieuw Eik en Duinen worden teraarde- besteld. De stoet vertrekt te half twaalf van het sterfhuis, Van Aerssenstraat 68. De knoeierijen bij bet Haagscbe vuilvervoer 's-G ravenhage, 6 Nov. Naar de Telegraaf verneemt heeft het raadslid Van der Loo vragen gesteld aan het college vau B en W„ in verband met het justitieel on derzoek naar de knoeierijen bij het Haag sche vuilvervoer. De heer Van der Loo heeft B en W. gevraagd, het dezer dagen aan den officier van justitie cn B. en W. o\crge!egde rappoit van het onderzoek naar de knoeierijen te publiceeren en te vens gevraagd, welke maatregelen B. en W. in verband met do resul'aten van het onderzoek reeds hebben getroffen. Het heeft n.l. zeer de aandacht getrok ken, dat de overeenkomst met don pach ter van het vuilvoer, de firma Buth, door het college van B. en \V is te niet gedaan, zonder dat de reden is gepubliceerd. De lieer Van der Loo heeft, zooals men zich zal herinneren, destijds ook in den raad uitvoerig de vuilafvoer affaire becritiseerd en op maatregelen aangedrongen. EEN BESCHONKENE ZWAAR MISHANDELD. Alle tanden uit den bovenkaak. Maandagavond omstreeks elf uur heeft, naar de Opr. Haarl. Crt. meldt, een agent van politie te IJmuiden op den zeeweg nabij den IJmuidcrstrnatweg, een man in bewusteloozcn toestand aangetroffen, die NA DE „H. E. N. B. A." Do HEN BA is gesloten en De Eierhal is leeg. Mijn huis is razend vol van de Reclame die ik kreeg Ik heb drie maal ge-HENBA'd En 't was elke maal een vracht Papier die 'k als reclame naar Mijn woning heb gebracht. Ik ben nu aan 't studecren in i' Dat leerzaam mat'riaal Dat mij vertelt een waarheid in Zeer goed verstaanb re taal. Hot zegt mij dat in Amersfoort Het zakendoen floreert, En dot de waar die men ons hiel In onze stad offreert, Niet duurder en niet slechter is Dan elders cn men hier Terecht kan net zooals men wil, Men koopt hier met ploizier. Het zegt ons dat de zakenman, In ons goed Amersfoort, Ons waar brengt cn ons hier bedient Precies zoo als het hoort En als er stadgenooten zijn Die met hun duro geld Naar elders trekken, denk aan wat Do HENBA ons vertelt: „Blijf hier cn help de winkelstand, Steun onze nijverheid." Dc HENBA toonde dot men hier Ileusch meegaat met den tijd. Wat Amsterdam, wat Utrecht kan. Dat kan ook onze stad. We hebben in de HENBA hior Een praehtbowijs gehad. Wie nu nog elders met z'n spie Zn bullen koopen gaat, V v Is Stadsgevaarlijk, want hij pleegt Eenvoudig stadsverraad. GROEGROE. hevig bloedde uit vcrscheideno wonden. De man werd binnengedragen in hot café van den heer P. v. B. Een dokter heeft daar voorloopige verbanden gelegd. Do man is daarna naar het Anthonius Ziekenhuis ver voerd, waar de wonden werden gehecht. Alle tanden waren uit den bovenkaak weg geslagen. Het bleek ook dat het slachtoffer zwaar beschonken was. Daar ziekenhuis- verp'.eging niet noodig werd geoordeeld, werd de man overgebracht naar het politie bureau aan den Engelmundusweg, waar hij kon ontnuchteren. Bij onderzoek is gebleken, dat de bewust# persoon M. G. heet, te Duisburg woont ca opvarende was van een in "het Noordzee kanaal liggend Noorsch schip. Hij leefd# steeds in onmin met de Noorsche schepe lingen cn men vermoedt, dat hij na afmon stering zich aan sterken drank te buiten is gegaan en toen in zijn dronkenschap door de Noorsche schepelingen is mishandeld De man is Dinsdag naar zijn woonplaats teruggekeerd. BURGEMEESTER GAARLANDT MET ZIEKTEVERLOF. Voor hot ondergaan eoner operatlo. Gouda 6 Nov. Naar dc Goudsche Crt, verneemt zal burgemeester Gaarlandt gedu rende eenigen tijd met ziekteverlof gaan, ten eindo zich aan een operatie te onder werpen. De burgemeester heeft er prijs op gesteld heden nog de zitting van den gemeenteraad te presideeren, teneinde het voorstel betref fende de salaris- en loonregelingen van het gemeente-personeel onder zijn leiding door den Raad te doen behandelen. Boeken zoiuler de kennis van het leven zijn nutteloos, want wat zouden boeken ens kunnen leeren, behalve de kunst des levens. JOHNSON. (BEYOND) door JOHN GALSWi RTHY voor Nederland bewerkt door J. KUYLMAN. 45 Een zucht deed haar zich omwenden. Met haar rug tegen de deur en met een bleek, verschrikt gelaat, 6tond daar het meisje. Gyp dacht: „Ze heeft vreeselijk geleden. En terwijl zij impulsief naar haar toeging, stak zij haar de hand toe. Met een diepon zucht zeide Daphne Wing „O, mevrouw Fiorsen!cn, terwijl zij zich over Gyp's hand heenboog, kuste zij haar Gyp zag dat haar nieuwe handschoen nat was. Toen viel het meisje weer terug, met de voeten een weinig naar voren, het hoofd een beetje voorovergebogen, en haar rug te gen de deur. Gyp, die begreep waarom zij zoo stond, werd weder heen cn weer geslin gerd door die beide emotieswoede te gen de mannen, en medegevoel voor iemand die op het punt stond door te maken wat zijzelve had doorstaan. „Wees maar stil," zeide zij vriendelijk, „maar, wat zul je nu beginnen?" Daphne Wing bedekte haar bleeke ge laat met de handen en begon te snikken. Zij snikte zóó onderdrukt, doch zóó vreese lijk heftig, dat Gvp zich geweld moest aan doen om ook niet in huilen uit te barsten. Het was het snikken van waarachtige wan hoop door een wezen, beroofd van alle hoop cn kracht, en bovenal van liefde het soort weencn dat ontsnapt aan verlo ren, lijdende zielen, doch slechts enkel door de aanraking van medegevoel. Doch, in plaats van Gyp blij te maken of aan haar gevoel van rechtvaardigheid te voldoen, vervulde het haar met nog meer woede te gc*n haar mandat hij misbruik had ge maakt van de verliefdheid van dit meisje cn deze had aangewend ter bevrediging van zijn eigen genotzucht, in haar toen weder had weggegooid. Het was haar als zag zij hem dit zich aan hem vastklemmende, duifblanke meisje van zich afstooten, opi- dat zij hem verveelde cn zijn zenuwen prik kelde, haar van zich afwerpend met onver schillige woorden, om alléén de gevolgen van haar verliefdheid te dragen. Zij legde haar hand bedeesd op den schokkenden schouder en streelde hem. Een oogenblik hield het snikken op en zeide het meisje gebroken: „O. mevrouw Fiorsen, ik heb hem zoo lief!" Bij die naïeve woorden greep een pijnlijke drang tot lachen Gjp aan, en deed haar van het hoofd tot de voeten beven. Daphne Wing zag het en ging verder: „Ik weet 't welik weet 't wel't is ver schrikkelijk, maar 't is tóch zoo. en nuhijhij... hij...!" Haar onder drukt, doch werkelijk vreeselijk gesnik be gon weder. En Gyp begon met haar al maar over den schouder te streelen. „En ik ben zoo vreeselijk tegen u geweest! O, mevrouw Fiorsen, vergeef me toch!" Het eenige wat Gyn kon antwoorden was: „Ja, ja, dét is niets! Huil maar niet! Huil maar niet!" Heel langzaam stierf het huilen weg, tot dat het enkel een lang trillen was, doch nog steeds hield liet meisje het gelaat met de handen bedekt. Gyp voelde zich ver lamd. liet ongelukkige meisje, het rood met groene vertrek, de lucht van schapen- vleeschhet was afschuwelijk! Eindelijk vertoonde zich iets van dat bleeke gezicht, en de lippen, die nu niet langer om suikerbooncn vroegen, mompel den: „Hijhijheeft u, en niet mij lief. En u heeft hem niet liefdat is zoo raar... enik begrijp het niet. O, mevrouw Fior sen. als ik hem maar eens zien kon maar eens even zien! Hij zei tegen me, dat ik nooit terug hoefde te komen, en ik beh 't ook niet gedurfd. Ik heb hem al in geen drie weken gezien... niet nadat ik 't hem verteld heb. Wat moet ik nu beginnen? Wat moet ik nu toch beginnen?" Op dat oogenblik leek liet Gyp toe, dat het feit, dat hij haar man was, niet 't ge ringste gewicht in de schaal legde. Zij voel de zulk een medelijden, en toch tevens zulk 'een afkeer, dat een meisje nog wilde terug- kruipen naar den man, die haar van zich had afgestootcn. Onbewust had zij zich op gericht en haar lippen saamgenepen. Het meisje, dat iedere beweging volgde, zeide ,,'t Is net of ik heelemaal geen trots heb liet kan me niet schelen wat hij me aan doet, of wat hij zegt, als ik hem 'alleen maar kan zien." Gyp's afkeer week \oor haar medelijden. Zij zeide: „Hoe lang is 't nog?" „Drie maanden. „Drie maanden.... en dat in dezen staat van ellende!" „Ik geloof dat ik iets wanhopigs zal doen 't Is te vreeselijk nu ik niet kan dansen cn zij 't weten! Als ik hem maar zien kon zou ik me nergens iets van aantrekken Maar ik weetik weet heel goed, dat hij me nooit weer terug zal willen hebben. O mevrouw Fiorsen, ik wou dat ik dood was' Heusch!" Een zware zucht ontsnapte Gyp, en ter wijl zij zich plotseling voorover boog, kus te zij het meisje op het voorhoofd. Nog steeds hing die geur van oranjebloe sem in heur haar cn aan haar huid, even als toen zij vroeg of zij behoorde lief te hebben of nietevenals toen zij, als een nachtvlinder, van uit de schaduw der hoo rnen in het maanlicht zweefde, ronddraai de en fladderde, terwijl haar schaduw voor haar uit zweefde en fladderde. Gyp wend de zich af, voelend dat zij de spanning moest verbreken, cn terwijl zij naar de kom wees, zeide zij „Die heb jij daar zeker gezet, niet Ze is prachtig." Met meelijwekkende gretigheid ant woordde het meisje „O, zou u haar graag hebben Toe, neem ze dan mee. Ik heb haar van graaf Roseck gekregen". Zij ging plotseling bij de deur vandaan. „O, dat is papa. Hij zal dadelijk wel binnenkomen Gyp hoorde een man de keel schrapen en het neerzetten van een parapluie in den stander het zien van het meisje, dat zich in haar angst tegen het buffet aan drukte, gaf haar haar kalmte terug. Toen ging de deur open, en meneer Wagge trad binnen. Kort en gezet, met een zwart ge kleed pak aan, en met een grijzen baard, staarde hij van de een naar de ander. Zijri voorkomen gaf getrouw zijn persoon weer, namelijk van een Engelschman en een naarstig kerkganger, die gedijde op sherry cn schapenvleesch, en die een goed bestaan had. Zijn gezicht was, evenals zijn lichaam, opgezet, alsof hij leed aan leverziekte, en niet kwaadaardig, behalve dat er een ze kere slechtgehumcurdheid sprak uit zijn kleine, grijze varkensoogjes. Met een stem, die steeds grof klonk, doch tevens een soort beroepszoetsappigheid had, zeide hij: „Ja-a? Wie heb ik de...?" „Mevrouw Fiorsen." „OhMen kon hem duidelijk zwa-ar hooren ademhalenhij draaide snel een stoel bij en zeide „Gaat zitten, alslublief Gyp schudde het hoofd. Op meneer Waggo's gelaat scheen een soort van respect te strijden met een meer primitieve aandoening. Na een grooten zakdoek met zwarten rand te voorschijn te hebben gehaald, snoot hij den neus, wreef er zijn gezicht mee af, cn, na zich tot zijn dochter gewend te hebben, mompelde hij: „Ga naar boven." Het meisje keerde zich vlug om, en de laatste blik op haar gelaat zweepte Gyp's woede tegen de mannen op Toen de deur dicht was, schraapte meneer Wagge de keel. Brommiger dan ooit zeide hij „Mag ik vragen waar ik de eer aan te danken heb „Ik kwam uw dochter opzoeken." {Wordt vervolgd.)

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1929 | | pagina 5