KINDERRUBRIEK Rubriek van Oom Karei xxxxxxxxxx x HOE MIEK EN ANNEKE VRIEN- PINNETJES WERDEN 1laniie vJorc/en W/f CCJ°T,//e De&e week moet ik beginnen met jelui allemaal excuus te vragen. Want er is in de vorig» kinderrubriek hts gebeurd, ik ff'f verveiend vond. Je zult hebben ae merkt, dat een van de raadsels een heele rij was uitgevallen. Van de 5de rij ging het ineens over op de 7de. De 6de rij was heele- raaal verdwenen. Blijkbaar is die fout op <ie zetterij gebeurd. Maar met dat al was het heel moeilijk het raadsel goed op te lossen. Verschillende neefjes en nichtjes hebben ondanks het gemis van die zesde rij toch de goede oplossing gevonden, maar voor heel veel anderen is het een moeilijk heid geweest, die niet te overwinnen was. Het gpijt me heel erg, dat het gebeurd is, hoewel ik er zelf natuurlijk geen schuld aan heb. Maar in ieder geval zal er voor gezorgd worden, dat zooiets niet vaker gebeurt. Dat dit deerlijk verminkte raadsel niet meetelt voor de prijswinnaar spreekt van zelf. Daar over behoeven Jelui je niet ongerust te ma ken. Deze week zal het wel weer beter gaan. Onze correspondcntiei ubriek wordt steeds grooter. Hoe ik dat vind? Nu, buitengewoon plezierig. Want natuurlijk kost de beant woording cn het lezen van alle briefjes wel wat meer tijd dan anders, maar dat is heo- leroaal niet erg. Het is juist aardig, als er zooveel kinderen met ons meedoen Dan is het net of we allemaal een heele groote fa milie vormen, en elkaar allemaal onze nieuwtjes vertellen Verschillende neefjes en nichtjes schreven me, dat ze thuis ©en erge spookachtige avond hadden gehad met dat spiritus-kunstje. Nu, dat kan ik mebe9t voorstellen. Want als het goed gaat en meestal lukt het wol wordt het geweldig geheimzinnig en zien alle menschen. die er bij zUn, er vreeselijk akelig en spookach tig uit. Je hebt er toch niet van gedroomd? Veel kan Ik Jelui deze week ntet *ch want er moet nog veel ruimte overblijven voor do rest. Een volgende keer misschien weer wat rneer. Lezen jelui deze week voor al het ruilhandelhoekje. En de pakjes ko men halen hoor. Vlug! Hier komen nu eerst de: RAADSELS. De oplossingen van de vorige week. raadsels had al heel gauw aan den postzegel ge-I zien, dat het een stadsbrief was. Ze wa9 pas een week op school en had nog maar oppervlakkig kennis gemaakt met de meis jes uit haar klas Niemand zou haar schrij ven en a 18 ze haar wat te zoggen hadden, zouden ze dat toch-«eker wol op school ge daan hebben! Toch was de brief voor haar, want dui delijk stond er op het adres: Jongejuffrouw M. Jansen Laan van Meerdervoort 345 den Haag. Miek keerde den brief eens om en las nu op de achterzijde: De oplossingen van de Zijn: vorige I. Amsterdam met de woorden: A, oma, Hsse, mastgat, Amsterdam, haarden, odder, lak, m. II. Ledigheid is des duivels oorkussen met de woorden: eend, vink, oor, uur, leeg rivier, sikkel, huis, duur, sussen. Deze week is de prijs gewonnen door „Hannibal" die hem a.s. Maandag aan ons bureau kén komen afhalen. NIEUWE RAADSELS. I. Op de kruisjeslijn komt een meisjesnaam. X X X X 0 X X X X Onze inzendster wilde eens kijken of je lui sterk zijn in het zoeken van meisjesna men, want op iedere volgende rij komt een meisjesnaam. (Ingez. door Zonneioosjc) II Hot geheel bestaat uit 8 woordon of 36 letters. 17, 14, 16, 8, 7 is een landbouwwerktuig. 11, 20, 13, '22, 8, 9, 2-4, 29, Si ander woord Voor verplaatsen. 30, 2, 31, 27, 32 is niet dof. 1, 5, 33 zijn klinkers. 4. 26, 18 is een lidwoord. 6. 10, 7, 12, 13 is een roofdier. 21, 23, 25 stopt men mede. 28, 31, 35 is een kleedingstuk. 19, 15, 23, 18 is een lichaamsdeel. 3 is de 19e letter van het alphabet (Ingez. door Oeverzwoluw). Miok Jansen was, wat men jioemt, een ge zellige dikkerd. Zij was pas met haar moe der, eon weduwe, bij een familie in den Haag op kamers komen wonen en wel in de Laan van Meerdervoort. Nu staan er heel veel huizon in deze lange laan, die gek- scheerond wel eens in drieën verdoold wordt, in de Laan van Meerdervoort, de Laan van Bouwmaarvoort cn de Laan van Enzoovoort. Miek had een vroolijk, lacnend gezicht cn haar wangen leken veel op een paar belJe- iieuw* jo kent rood-wongige appe/t»e* immers wel? Miek zag altijd dadelijk het vrooïijko van alles in en was dc opgewekt heid in persoon. Voor haar moeder, dio in haar loven veel verdriet had gehad, was ?ij dan ook echt een zonnetje, dat altijd beider scheen, zoodra zij na schooltijd met haar boeken gewapend de huiskamer bin nenkwam. Op een Woensdagmiddag kwam zij even vóór half één dan ook weer opgewekt tbuis, toen Moeder honr ©en brief gaf Miek was een en al verbazing. Een briof voor haar?' Zij verwachtte nleie en wist niet, Wie haar zou kunnen schrljvon, want ze Verhulststraat 85. Zij wist echter heelemaal niet, wie daar woonde, dus werd zij er geen ziertje wijzer door. „Maak hem maar eens opent" ried Moe der aan. „Dan weet. je het meteen." ,,'t Is ten minste 't eenvoudigste middel," gaf Miek lachend toe en zij voegde de daad bij het woord. Maar nu zette zij nog grooter oogen op. Duidelijk las zij: B. M, Moedor en lk gaan vanmiddag naar den bioscoop, waar „de Kleine Lord" gegeven wordt. En nu vraagt Moe der, of je lust heb mee te gaan. Jo hoeft niet te antwoorden; als je maar zorgt, vóór half twee bij ons te zijn, is het goed, want wc gaan precies half twee van buis lk hoop, dat je komt, want 't een leuke middag worden Dag! Veel groeten van ANNEKE WOLTBRS die dit in haast gekrabbeld h^eft. „O Moeder, wat leuk!" diep Miek uit, na dat zij haar Moeder het briefje had voor gelezen. Zij dansto van plezier door de nomer. „Dolletjes! Anneke Wolters zit btj mij In de klas. Ik begrijp alleen niet, dat ze mij meevraagt, want ik spreek haar bij na nooit, al lijkt ze mij heel aardig." „Dit is ten minste al buitengewoon vrien delijk!" vond Moeder en Miek was het met doze uitspraak geheel eens. „Dan maar gouw koffie drinken." zei Moedor practiach. Met een glunder gezicht zat Miek weldra haar boterhammen te eten. „Fijn Moes!" zei ze, „al vind ik het vreemd, dat Anneke mij er niets van ge zegd heeft op school.' ,,'t Moest misschien een verrassing voor je blijven." „Ja, dat zal 't wel zijn. En wat gaat u nu vanmiddag doen? *t Is waar ook. we hadden sarnen boodschappen wille» doen. Gaat u nu alleen?" „Jk geloof, dat ik die boodschappen in de stad maar tot Zaterdag uitstel, dan kun jij mee, Miek," antwoordde Moeder. „Je gaat immers wél graag naar de stad? 'k Moet ook in de Bijenkorf zijn, je weet wel: dat groote warenhuis, waarvan ik je verteld heb." „Hoera! Twee prettige middagen in één week! t Bevalt rne hier best in den Haag. Moes!" juichte Miek „Dat zai wel!" zei Moeder glimlachend. „Maar nu weet ik nog niet, wat u gaat doen, Moes," begon Miek weer. „Ik heb veel schrijfwerk, waar haast Dij is en kan dat nu vanmiddag goed afma ken," zei mevrouw Jansen, dio geregeld aan eenige kindertijdschriften medowerkte Terwijl Moeder even later de koffietafel afruimde, borstelde Miek haar weerbarstige krullen glad en trok zij haor tusschenjurk aan, die den overgang vormde tusschen hanr schooljurk en haar Zondagsche dito. Even later had zij haar hoed en mantel van den kapstok gehaald en liep zij vlug de trap af. Buiten gekomen wuifde zij nog eens tegen Moeder, die vóór het raam stond. „Tien over één," dacht Miek, „on ik loop het gemakkelijk in een kwartier, 'k Ben dus mooi op tijd!" Toch stapte zij vlug door, zoodat ze dan ook reeds tien minuten later bij Anneke Wolters aanbelde. Mevrouw Wolters deed haar zelf open en vroeg eenigszlns verbaasd, wie ze was. Miek Jansen," antwoordde het meisje, als gold het de dood-eenvoudigsto zaak der wereld. ,Mick Jan3cn! Miek Jansen?!" herhaalde mevrouw Wolters op een toon, alsof ze haar eigen ooren niet gelooven durfde. „Ja mevrouw! Miek Jansen, uit de Laan van Meerdervoort" ,Miek Jansen uit de Laan van Meerder voort? Maar nou begrijp ik cr toch heelemaal niets van. Hoe kan Miek maakte bij zichzelve de opmerking, dat movrouw Wolters toch wel wat eigen aardig deed. Eerst had zij haar zelf mee naar den bioscoop laten vragen en nu deea ze net, alsof ze volstrekt niet begreep, wie zo was. Maar Miek, wier gewoonte het niet was zich gauw uit het veld to laten slaan, ging voort* „Moeder en ik zijn hier pas komen wo nen, iwwrouw!" Juist op dit ooge/jolik werd «r boven ee^ deur open- en dichtgedaan en kwam An neke de trap afgestormd. Hé Mai'th!" riep ze uit, niet anders ver moedend dan haar nichtje te zullen aan treffen. Zij keek echter al even verbaasd als haar moeder, toon ze Miek zag. ,0, ben jij het, Miek?" was alles wat ze zei. „Ja," antwoordde Miek. „Leuk zeg, om naar den bioscoop te gaan!" Je,"' zei Anneke op een toon, alsof ze docht: ,Maar hoe weet jij dat?" Jantje zou met Oom op reis gaan: Met de boot naar Arasterdam. Of die kleine Janbaas juichte, Toen zijn Oom hem halen kwam! Vroolijk babb'iond loopen beiden Saam nu naar de aanlegplaats. Kleine Jan is in zijn nopjes, O, wat heeft het ventj' een praats! Janneman, wat wil je later Vraagt Oom plots'ling, 't liefste zijn9 Zonder zich zelfs tc bedenken, Antwoordt Jantje: Kapitein Van een boot, een heele groote; 'k Sta dan boven op de brug Geef commando's op de heenreis En voer later t schip terug. 'k Maak dan heele groote reizen Breng voor allemaal wat mee; Olifanten, tijgervellen - En een kist Chineeschc thee. Oom en Janbaas naad'ren samen Nu de Amstcrdamscho boot. Jantje kijkt mot groote oogen En wordt plotseling vuurrood! Oompje, zegt hij, even aarz'lend, Nu ben ik nog geen kap'tein (Stijf houdt hij de hand van Oom vast) Eig'Ujk ben ik nog wat klein! Miek ging echter onverstoord voort: ,,'k Heb ,dc Kleine Lord' gelezen en vind het een eenig boek De film zal ook wel heel mooi zijn!" „Ja-ja... maar hoe weet jij, dat wij er heen gaan?" „Nou, die is ook goed!" schaterde Miek het nu plotseling uit „Eerst vraag je me, of ik meega en dan doe je net, alsof je van niets weet!" „Maar ik heb je loch niets gevraagd!" „Heb je me dan ook geen briefje geschre ven?" „Nee, daar weet ik heelemaal niets van!" Nu was hei Miek's beurt om verbaasd te zijn. Zij voelde plotseling, dat ze bleek werd. 't Leek wel, alsof al het bloed uit haor gezicht wegliepl Wat had dit alles te boteekencn? Ze begreep er geen sikkepit van. Even voelde ze in haar mantelzak. Ja, daar bad ze den brief in gestoken om bet huisnummer van Anneke nog eens te kun nen nazien, als ze dat onderweg soms ver geten mocht. Triomfantelijk haalde ze haar bewijsstuk dus uit haar zak Nauwelijks had Anneke dit cchtci ge zien, of ze riep lachend uit: „O, nou snap ik het! Wat gek, wat vree- selijk gek!" Miek, dio anders het grappige van iets altijd nogal gauw inzag, kon daar nu toch niets grappigs in ontdekken en zei ,,'t Is heelemaal niet gek cn heel ge woon. „Luister eens," begon Anneke nu. „Ik had aan mijn nichtje, Martha Jansen, geschreven en haar gevraagd, of ze van middag mee naar den bioscoop ging. Mar tha woont net als jij in de Laan van Meer dervoort, maar ze gaat op een andere school en is jonger dan wij. Ik snap alleen niet, hoe het komt, dat mijn briefje bij jullie bezorgd werd, want ze woont toch zeker niet in hetzclfcte huis als jullie." „Laat mij het briefje maar eens zien,' zei mevrouw Wolters nu en zij bekeek het adres nauwkeurig. Plotseling riep zij uit. „Anneke! Anneke! 't Is weer het gewone liedje, meisje: je vluchtigheid heeft je voor de zoo.veelste maal parten gespeeld. Je hebt een verkeerd adre9 op je briefje gezet. Kijk maar, hier staat heel duidelijk: Laan van Meerdervoort 345 cn Martha woont op n«*. 543. Ik geloof, dat hiermee het raadsel op gelost is." Anneke overtuigde zich nu zelf ook en moest toegeven, dat zij zich vergist had. „Wat nu, Moeder?" riep ze uit, toen zij het teleurgesteldo gezicht van Miek zag. „Wel, Miek gaat natuurlijk met ons mee!" besliste mevrouw Wolter9. „Ze heeft er zich nu eenmaal op verheugd." „Maar uw nichtje dan?" vroeg Miek nog weifelend. „We kunnen haar toch niet meèr gaan halen, 't Is onder de bedrijven al half twee geworden eD we moeten noodig weg. Den eerstvolgende» keer vragen we haar mee. Bovendien weet zij er niets van, dus kan het geen teleurstelling voor haar zijn „Hoera!" riep Anneke uit. „Moes zorgt, dat het ^er in orde komt." „En nu; afgemarcheerd!" commandeerde mevrouw Wolters, terwijl zij en Anneke zich klaar maakten. Twee minuten later waren zij met hun drietjes dan ook al op weg naar den bios coop. Het werd een heerlijke middag en d* voorstelling viel bijzonder in den smaak „Jammer voor je nichtje, maar ik bof er toch maar bij!" kon Miok niet nalaten te gen Anneke te zeggen, toen zij met me vrouw Wolters en haar dochtertjo naar huis ging. De meisjes hadden een gevoel, alsof ze eikaai al veel langer kenden, zóó goed schoten zo dadelijk met elkaar op en me vrouw Wolters zei bij het afscheid tegen Miek: „Tot ziens, hoor! Je moet nu ook maar eens gauw bij Anneke komen 9pélen." „Bedoelt u mij of Martha Jansen? vroeg Miek met een knipoogje tegen haar nieuwe vriendinnetje. „Ik bedoel: Miek Jansen, Laan voti Meerdorvoort 345! antwoordde mevrouw Wol Iers lachend. Vlug liep Miek nu naar huis, waar zij Moeder alles van dien middag vertelde. ,,'t Was toch een louke vergissing!" zei Miek, „cn Martha Jansen heeft er geen scha bij, want zij mag een volgenden keer mee." „Zullen wij Anneke tegen Zondag over een week eens bij ons vragen?" stelde Moe der voor. Miek vond dit een prachtig plan cn vroeg het den volgenden dag op school dadelijk aan Anneke. „Maar voegde zij er met een ondeugend lachje aan toe, „vergis je niet met het nummer, hoor!" Neen. dat zou Anneke zeker niet! Miek en zij werden dikke vriendinnen en zeiden wel eens tegen elkaar' t Was toch maar wét oen leuke ver gissing!" TWEE KLEINE VENSTERTJES. Moes zegt* In je oogjes daar zie ik je hart! Als Moeder dat zegt. is het waar. Maar weet je, 'k begrijp er mijn Moedertje niet, Hel lijkt me tocli heusch wel waf raar! Mijn oogjes, dio zie je natuurlijk wel goed, Maar zit niet mijn hartje van binnen? Hoe kan je van buiten dat hartje dan zien? Zou Moeder 't misschien maar verzinnen? Wel neen, zegt mijn Moedertje, luister eens goed: Te oogjes, dat zijn een paar ruiten. id, door die venstertjes, helder als glas, Daar gluurt er je hartje naar buiten! DE DOKTER. Daar komt de dokter even die zal het popje pillen geven. Dan wordt zij weer gezond, en loopt ook weer eens rond. (Ingez. -Icor Goudsbloem.) KLOMPENVOETJES. Klep, klep, klepperde, klep.... Kleine klompen en voetjes, loopen op den weg. Loopen vlug en zoetjes, langs de meidoornheg. Naderen hun huisje, Gaan er gauw naar toe, Kruipen muis voor muisje, door de heg noar moe. (Ingez. door Zonnestraaltje.^ CORRESPONDENTIE. Maandroosje. Dit keer waren ad toch heusch niet moeilijk. Nog gemakkelij-< ker? Maar dan is er heelemaal geen kunst meer aan. Geef den moed maar niet zoo gauw op- GoudfazarTt en Br oen. Dat heb je tl**? mis- En je ze wist, waarom heb je z- dan niet ingezonden. Wilde Eeol Dat is eun heel aardig werkje. En het IS dus goed gegaan ooU. Je doet zulke dingen wel erg graag, is 't niet? Eekhoorn. Al9 je je adres opgeeft kan Ik je vraag in het ruilhandelhoekje zetten. En dan je vraag tegelijk met je adres nog even herhalen. K w i k. Ja, dat was jammer. Dat i3 een fout geweest op de drukkerij. Wat zal het er dao mooi uitzien. Het geeft anders wel een heele drukte hè. Maar als alles klaar is, i9 het toch prettig. Ja, zoo iets moet nu en dan gebeuren- Piepkuiken. 't Is niet te hopon, dat het weer zoo erg word. Want zoo'n strenge winter geeft een massa ellende en narigheid. Want er is nog meer dan schaat senrijden! Zonneroosje. Ja, maar het is lang niét altijd gemakkolijk aardige surprises te beden-ken. Heb jij al wat verzonnen. Als ik rne nie* vergis bon Jij daar erg knap in. RozpKnop. Je hebt zeker wel heel veel pret gehad hè? Wat een prettige, din gen allemaal. Met dat stukgooien van die scherven heb je natuurlijk braaf meege< daan! Dat was een echte kermis hoor. Cupido. Jij ook al zooveel plezier gehad. Fijn hoor Zoo iets zou ie zeker wel iedere week willen hebben. Kampioen. Dat heb ik gemerkt, toen ik de krant opsloeg, 't Was heel erg jammer, maar dat was buiten mijn schuld, 't Zal niet meer gebeuren, hoop ik. Vink. Neen, dat gaat niet zoo gemak kelijk als het wel lijkt. Als je het vaak en vlug achter elkaar zegt, komt je tong in de knoop! Goudsbloem. Wat zal dat een feest zijn. En is ze nu weer wat beter. Wat een aardig gedichtje heb je gemaakt Knap hoor! C1 y v i a. Ja, veel »s het niet, maar dat komt er niet op aan. De volgende keer dan maar wat meer. Koekoek. Die bestaat altijd nog. Dat wil zeggen, do trommel, maar er zit niets meer in. Zorg maar eens, dat hij weer ge vuld wordt Stuur maar alles wat je wilt! Melkmeisje. De volgende keer zal het wel beter gaan. Doe maar goed je best Dan gaat het steeds gemakkelijker. Blauweregen. Laat ze maar- mee doen. Dat mag natuurlijk altijd. Dank je wel voor je raadsel. Adelaar. Daar kan ik niets aan doen. Ik heb de zaak voor je in orde ge maakt dan moet je maar afwachten of et. iemand komt. Zooals je weet gaat het rui* len tegenwoordig rechtstreeks tusschofr dd neefjes en nichtjes onderling. Cactus. Dat weet ik. Best hoor, doe maar iedere week mee met do raadselop lossingen. Dan znl je ook best eens een prijs winnen. Meidoorn. Ja, dat zijn de voortee kenen van de komende ijspret. Al9 het na ook maar wat gaat vriezen. Wat vreemd, dat die nu gaat bloeien. Maar het gebeurt wel eens meer. Het spelletje ging dus goed! Zonnestraaltje. Heb je er al veel uitgeknipt. Dat zal zeker wel, want ik ge loof dat je er al heel wat hebt geschreven. Een aardig versje, hoor! Kwikzilver. Heel jammer, ja, maar niet veel meer aan te doen. Een vol gende keer beter, zullen we maar hopen. Kraai. Krijg ik ook eens een brief van je? Jasmijn. Ja, nu is het beter op tijd. Je kunt altijd op antwoord rekenen, als ik de brieven maar voor Woensdagsochtends om 9 uur in mijn bezit heb. Wi p n e u s. Heel aardige namen. En die zijn er ook nog niet. Dot brengt dus weer moer variatie. Er is in zoo'n geval altijd nog wel een krant aan ons kantoor te krijgen. Viooltje. Dat dacht ik al. Dan mag ik het niet overnemen. Wol jammer, maar dat zou allerlei onaangenaamheden en moeilijkheden tot gevolg hebben. Misschien ben je een volgende keer gelukkiger. Oeverzwaluw. Jammer, dat er ter zetterij een regel is uitgevallen. Nu was hot heel moeilijk op le lossen. Natuurlijk wordt daar rekening mee gehouden met den prijs. Wat beteekent dat Utrecbtscho adres bij je briefje? Kabouter. Aan je verzoek zal wor-- den voldaan. Het staat in het ruilhandel- hoekje, zoo je ziet. Bruinoog. Wat een heerlijke tijd hè', die dagen voor Sint Nicolaas. Die vliegen voorbij. Eer je er aan denkt is het al zoo» ver. Efcéb je al veel surprises bedacht? Hannibal. De volgende keer zal het wel beter zijn. 't Was e* g vervelend, dat geef ik toe. ONS RUILHANDELHOEKJE. Mijn neefje Kabouter Reigerstraat 9 schrijft mij: lk heb om te rullen: 30 stuks Verkade's paddenstoelbonnen. 55 «tuks Ver'. »de*s karai;plantbonnci>. 80 ztuks Rood^and plaatj-s. 170 stuks Sickesz wapentjes (halve waar de). 4 stuks Amsteipenningen. Daarvoor wil ik graag: Van Nelle'i kof fiebonnen en Erdal pelikanen. Er liggen verder pakje» klaar voor Ade« laar, Aster en Kievit, Ceasar, Jupiter, Maandroosje, Dikkie Bigmans, Kikvoroch. Van al deze neefjes en nichtje» lagen nog plaatjes en bonnen bij mij die niet geruild zijn. Een volgende maal zal ik eens een lijst maken van alles wat lk nog heb aan bon nen en plaatjes. ..i'ZTLll OOMKAREL'.

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1929 | | pagina 15