BRIEVEN VAN EEN
BRABANTSCHEN BOER
BUITENLAND
DEEö-lLANDEE
Maandag 23 Januari 1930
28e Jaargang No 171
BUITENLANDSCH OVERZICHT
WILLEM GROENHUIZEN
JUWELIER.
De voorraad Tafelzilver is rijk.
EEN OVEREENSTEMMING
BEREIKT
Fa. L. Luycx en Zn.
18
Winter-Opruimlng.
D00RA. A. L. GRAUkANS
amersfoortsgh dagblad
ARl"IN4JFMFNTSPRI IS P®' maandeo voor Amersfoort f2.10. per maand f 0.75. per
- week (met gratis verzekering tegeo ongelukken) f 0.171/»
3 maandea f J.-. Afzonderlijke nommers f 0.05.
Binnenland franco per post
POSTREKENING 47910
TELEFOON 1NTERC 513
UITGAVE: VALKHOFF C°
pDi IC ncD invFBTFNTIFN 1-4 rescl'105 ,obe9r,|> v'° Dew'lsnunun"'
rlllJo UtH AU Vtn ICWI lew e|ke teae| m„, |0.25. Liefdadigheid. advertentie» voorde
helft de» pel). Kiel». Advertent!*» KEITJES" bl| vooru,tbeta!l»B 1-5 ..««I.
50 aan. elke reael meer 10 eent, driemaal ple.tse» f I.— Beaiil.aummer er». I 0 05
Groote vorderingen in den Haag
bereikt. Ten aanzien van de
Duitsche aangelegenheden is
men het eens geworden. De
Oostelijke kwesties nog niet op
gelost.
Het i= een genoegen vast te kunnen stel
len, dat op de financieele conferentie in Den
Haag Duitschland en de landen, die van de
zen staat bedragen hebben te eischen, giste
ren tot overeenstemming zijn gekomen ten
aanzien van alle vraagstukken, waarvan de
niet-oplossing tol dusver een beletsel vorm
de voor de volledige aanvaarding van liet
nieuwe plan het plan-Young.
Het vraagstuk der mobilisatie is thans
ook volledig geregeld. Zooals men weet.
werd er voor al van Fransche zijde bezwaar
tegen gemaakt, dat Duitschland groote lee
ningen zou kunnen opnemen, waardoor de
betalingen der annuïteiten in het gedrang
zouden kunnen raken. Aan den anderen
kant was het onloochenbaar, dat de Duit
sche posterijen ei spoorwegen een zeer
groote behoefte aan kapitaal hadden; wil
den genoemde bedrijven goed functioneeren,
dan was hel,, volgens de Duitschers, onver
mijdelijk, dat een beroep op de internatio
nale geldmarkt werd gedaan. Een uitweg is
tenslotte gevonden, doordat Duitschland Ier
kennis van de crediteurstaten bracht, dat de
leening, gesloten bij den Zweedschcn mag
naat Kreuger, aan een vlotte betaling der
schulden niet in den weg zou staan, omdat
genoemde geldschieter goed had gevonden,
dat de obligaties dezer, lecning pus over een
drietal jaren op de markt zouden worden
gebracht en dat Duitschland met de aflos
sing en rentebetaling pas behoefde te be
ginnen. wanneer de jaarbelaliugcn krach
tens het nieuwe plan waren verricht. Hoven
dien zegde Duitschland toe zich van t op
nemen van verdere leoningen. zonder toe-'
stemming der internationale herslclbank. te
zujlcn onthouden.
Daar ook de liquidatie-aangelegenheid be
vredigend werd geregeld, terwijl voorts
eensgezindheid tot stand kwam omtrent de
in Bazel te vestigen bank voor internatio.
hale betalingeu, waren de groote Duitsche
Tel. 852. - Langestraat 43-
kwesties van de baan. Nu de zaken dezen
loop hebben genomen, kan het slotprotocol
woracn opgemaakt, dat Maandag op de
laatste zitting kant en klaar aan de gedele
geerden zal kunnen worden voorgelegd.
De Oostelijke kwesties zijn echter nog
steeds onopgelost, er bestaan, al hebben
Hongarije en de kleine Entente een paar
weken van gedachten gewisseld, niettemin
nog ernstige tegenstellingen en het is moei
lijk te voorspellen, of en wanneer een ac-
coord lot stand zal komen. De groote mo
gendheden voelen er niet voor nog langer
in Den Ilaag t3 blijven hangen en haar ver-
tegenwoordige^ hebben nu maar, ondanks
het protest der kleine stalen, besloten het
plun-Young te leekenen. De regeeringen der
Oostelijke landen moeten dan later maar tot
een vergel'jk zien te komen Hun getreuzel
heeft vooral Snovvden, den leider der Brit-
sclie delegatie, verdroten en zooals men
weet, heeft hij een eigenaardige opmerking
gemankt, die hierop neerkwam, dat hij er
niet veel voor voelde in Dc.n Haag te blijven
tot den dag van "t laatste oordeel. Z.i. was
het heter de Oostelijke heeren in een kamer
op te sluiten, zonder eten en drinken, en
hen daar te laten, totdat zij een compromis
hadden bereikt. Snow deu s woorden zijn ter
harte#g(*nomcn; zijn advies is vrijwel letter
lijk opgevolgd. De gedelegeerden der be
trokken staten zijn n.l. onmiddellijk gaan
vergaderen en tot diep in den nacht waren
zij nog steeds bijeen. De berichten omtrent
het resultaat der onderhandelingen luiden
niet bijster gunstig cn er zit-wellicht uiets
anders op dan de procedure vast te stellen
voor besprekingen in een meer of minder
ver verwijderde toekomst. Ondertusschen
hebben de gioote crediteurstaten toegezegd
alles te zullen doet:, opdat cle kwesties, die
tusschen Hongarije cn dc kleine Entente
zijn geiezen, bevredigend worden geregeld.
De Oosferlijke schadevergoedingen
worden nader vastgesteld
Wat er betaald
wordt
's-Gravenhage, 19 Jan. In de avond
zitting van Zondag is in beginsel overeen
stemming bereikt over de Oostelijke scha
devergoedingen, zoodat om half elf een
nieuwe zitting is begonnen om deze over
eenstemming nader uit te werken en juri
disch te formuleeren. Naar verluidt zal de
overeenkomst op het volgende neerkomen.
Hongarije zal van 1943 tot 196ü jaarlijks
13/4 milliocn goudkronen in een pot stol
len, waaruit de vorderingen van de Hon
garen, die wegens de Agrarische Ilervor
mingswettcn in Roemenië en Zuid-Slavie
benadeeld zijn, voldaan zullen worden. De
groote mogendheden zullen in een tweede
pot een voorschot van ongeveer 100 milliocn
goudkronen storten, welk bedrag bestemd
is voor het afdoen van alle overige vorde
ringer., vooral die van de kerkgenootschap
pen in Hongarije en die van de spoorwegen,
wat dus vooral betrekking heeft op de vor
deringen op Tsjecho-Siöwakije.
Dit voorschot zal van 1900'af door Hon
garije met rente afgelost worden.
Over de bizonderhecten dezer regeling
wordt met de groote mogendheden nog be
raadslaagd. Voor alle geschillen blijven vol
gens artikel 230 van het verdrag var* Tria
non de gemengde rechtbanken bevoegd, doch
het internationale gerechtshof te 's-Graven
linge wordt als hof van appèl loègevoegu.
dat zal beslissen over do competentie der
gemengde rechtbanken in de verschillende
nog r.icl opgeloste i.c v tukken. Dr. overige
oostelijke mogendheden dragen tot deze re
geling bij door van hun vorderingen afstand
te doen.
Indien het gelukt vanavond de toestem
ming van alle b'otrokkencn voor deze rege
ling to verkrijgen, zal het Protocol van
's-Gravenhage de onderteekening dragen
van alle mogendheden, die bij de regeling
van de af tc handelen vraagstukken betrok
ken zijn.
NIEUWE BRITSCHE AMBASSADEUR IN
DE VEREENIGDE STATEN.
Londen, 18 Jan. (V.D.) De Britsclie am
bassadeur te Washington, sir Esme Ho
ward, zal op 21 Februari a.6. met het stoom
schip Majestic naar Engeland terugkeeren.
Zijn opvolger te Washington, de tegenwoor
dige onder-staatssecretaris in het Foreign
Office, 6ir Ronald Lindsay, zal met ingang
van dien datum dc leiding der ambassade
overnemen,
DE RUSSISCHE SCHENDING VAN DE
BOSPORUS.
K o f n o, 18 Ja n. (V. D.) Naar uit Moskou
gemeld wordt, publiceert het officieuse sov
jet-persagentschap „Tass" een bericht van
den navolgenden inhoud
„De Russische pantserkruisers „Purisch
kaja Kommuna" eri „Profintern" die, gelijk
bekend, wegens machincschade Napels
moesten aandoen, hebben van den revolu
tionnairen- cn Oorlogsraad der Sovjet-Unie
instructie ontvangen onverwijld de reis tc-
ondeibreken en naar een Russische haven
in de Zwarte Zee Uuug te keeren
Hierdoor wordt dus van offjciecle Russi
sche zijde het bericht bevestigd, dat de oor
logsschepen de Bosporus zijn doorgevaren
en hierdoor dc overeenkomst inzake de zee-
engten hebben gcsckondC».
STAKING IN DE TSJECHISCHE GLAS
INDUSTRIE.
Praag, 17 Jan. (V.D.) Heden zou een
demonstratie op touw gezet worden door
de stakers in dc glasindustrie te Falkenau
De politie had evenwel strenge maatrege
len genomen en wist dc demonstratie te
WEERBERICHT.
Hoogste barometerstand;
772.7 te Weenen.
Laagste barometerstand:
731.5 te Andanaes.
Verwachting:
Zwakke tot matige Z. tot
wind, gedeeltelijk be
wolkt. weinig of geen regen,
weinig verandering in tempe
ratuur.
LANGESTRAAT <9-L1. TEL. 190
verhinderen De stakers verzamelden zich
daarna in de naburige plaats Unterreichc-
nau. waar de grootste glasfabrieken staan
en waar eveneens gestaakt wordt. In den
aanvang stond de politie "volkomen mach
teloos tegenover de stakers. Op verschei
dene plaatsen kwam het tot botsingen.
Ken dei agenten werd dermate mishandeld,
dat hij bewusteloos noest worden wegge
dragen. Tenslotte gelukte het de politie de
orde te herstellen. In ü-t geheel werden 21
personen aangehouden.
Ulvenhout, 12 Januari 1930
Menier,
k Zee t van de week nog teugen mesjeu
Sjecron, toen 'k mee 'm aan tafel zat tc
schraanscn: „Hekselcnsiezee ik, „wa-d-'n
vvirke teugeswoorig, ee?"
„Ooewie," zee-t-ie mee nen vollen mond,
hij had sjuiirt 'non zulyérwitten middel
moot van n longeske ingedouwen, „wiewie,
manjefiek, wiovue" cn dn boltersaus droop
rn langs z nen baard. „Manjefiek!" zee-
t-ie affijn! En ok nouvv, mee d n Zondag-
genavond nouw ik van loutere vcrveligheid
oew n briefke gaai zitten te schrijven, nouw
loop et zoo mn pen af: „wa-d-n schrikkelijk
wirke."
Toon me van den mergen opstingen ha
k t al dalek in de gaten da-d-et kepot zouw
oopon vandaag. De lochl dee zoo anrig en
dr hing fenaal n grijze sneeuw kou boven
de daken.
t W ier hoe langer hoe spookachtiger rn
teugen d n middag stak d n noordwester
hoe langer hoe finijniger op. De plattebui9
Ming roodgloeiend mee d n sleutel toe, zoo
spokte de stürm in de schouw. En kouw
amico, kouw, as gcffetjes over d n erft
gong, dan kwam dc mee rooie oogen en
'non fermen druppel aan oew kokkert weer
binnen, k \uulde d n wind grif m'n hems
boordje schuiven over in'nen bast dat de
horkes ieveraans recht overènd gongen
staan of er illetriek deur m'n zielemcnt
wier gedreven, 'k Was 'nen emmer blokken
wiesten halen. Ziezoo Trui." zee ik. „me
zullen de plattebuis z'n karris nog's gëèf
yoldouwen en dan motte daar veur de deur
n ouw zakske neerleggen, waant 'k \uul
dn tocht over de plevuizen in m'n broek:»
pijpen kruipen."
„Nouw ge i zegt," peisdo Trui haardof,
de kat knipt geregeld op m n schoot van
daac; ochëèrni, Dubbeleen kan 't zekers
nie houwen op d n vloer. Dubbeleen is de
naam van ons kat, as ge 't soms nog nie
wit. O.-* wit da Trui aan al d'r gedierte op
dn hof "non naam gift. ee! Nouw, de kat
biet Dubbeleen, omda ze heelemanl wit is
op twee ronde zwarte plakskcs na, onder
aan d n buik.
En zoo was 't. 1
Zelfs Dubbeleen hnd in do galen da-d-ot
me dugrie. Dubbeleen. die ok gore viscl»
lust. von 't heclganr nie manjefiek.
„C.lcc Drc" smoeste Trui. „ge sta nouw
toch, lianl nog 'nemerke-n-hout cn mokt
o vuurkc onder d n voeier-ketel in 't ach
terhuis. Alles lee klaar verders" En nel
toen k daaraan bezig was, 'nen menseh is
mee zuk weer op Zondag blij as ie wa te
doen heet. kwam d n Tiest binnen, laanks
a hren
„Oiiro f] n TRaauwc
„Ollee. d n Dré, alleen thuis?"
„Neeë ga maar naar binnen, Trui zit bi;
t vuur," zee ik, „ik koom dalek."
En nèt as ik docht, 'k lusterde-n-'r stie
ktim naar, terwijl ik 't beestenvoet* aan den
kook brochl, laggen die twee al dalek
overhooj) mee ruekare.
,Zoo, Trui-kc! dee d n Blaauwo liaarte-
Iijk en luidruchtig, hoe ga-g-et'? iGin last
meer van rimnieletiek of verkouwen
„Ga zitten, Blaauwe." noodigdc Trui 'm
uil, „as gc'r tenminste niks teugen het da-
d-ik thuis ben waant ik heurde-n-et wel
hoor knapzak, du ge d n Dró vroeg of ie al-
leenig was! Wa wouwde gij daarmee zeg
gen. inenneke? Kommeke koffie?"
„Gif maar n bakske," suste d n Tiest, „cn
ben nouw maar nie zoo nuuwsgierig cn lot
dieën druppel asteblieft nie in m'ncn koffie
spatten, 'n Bietje suiker en melk is genogt,
troeleke!"
„Troe—lekc?! Troe-oe—lekc?! Zeg.
blaauw stuk mispunt, lieddet soms hiorr?'."'
viel Trui uil. die d'r woede over
da druppeltje op die manier koelde. Ik kan
oevv zeggen, amico, dak bijna brook. In de
verte zag 'k d'n Tiest op z n gemukske op
'nen stoel zitten, schrijlings mee z n bee-
nen, mee dn leuning veur z'nen buik, ter-
vvijl ie z'nen kop op z'n haan den liet steu
nen. Zn pet sting ongeveer op z nen rug cn
onder de klep kwam nen rooien kwast vèr-
kenshaar uit. da „krulde'-n-as pinnekes-
draad. En hij gierde, d'n liep, dal de bics-
ten in d n stal naast t huis onrustig wieren
Keb eerst enigte minuten achter gebleven
om 'nen onschuldige» plooi op m'n facie te
leggen veur ik binnenkwam, aanders adden
de poppen heelcgaar aan 't daansèn gesla
gen, da snapte. „En Dré," zee d'n Tiest toen
'k binnenkwam cn kvvaansüis naar m'n pijp
zocht, „hoe lieddet g ad in d'n Haag? Em-
men ze 'r goed opgeschept in 't Laand van
d'n liouteren ham?"
„Gij ok nog n bakske." gooide Trui er-
tusschen, die nog steeds aan de koffie be
zig was. En mee zag ik d'n Tiest. mee 'n op
zettelijk aangstig gezicht in de richting van
Trui d'ren neuspunt uitkijken. „Slikt de
radejoóvv maar 's aan," zee Trui (die van
d'n Haag nooit veul goeds heuren kan as
ik er ben gewiest, tenminste) cn zooas 't
meestenfije is, sting er weer 'nen vent veur
d'n miekerfoon te smoezen da-g-'r gaten
van in oevv sokken kreeg. Maar daar was
Trui bij. „Slaat er nouvv weer zo'nen kerel
te bakeren." keef ze, en ze keek in d'n luid-
spiekert of ze 'm dood wouw kijken en
meteen draaide ze z'nen asem af. „Van d'n
vi uugen mergen tot d'n laten avond
staan ze tc kaaiëren en te zeeve
ren.' mopperde Trui, terwijl ze aan da kast
je sting te prutsen, „on 'n ordentelijk mop
ke muziek kunde nie meer te pakken krij
gen.maar efkes later zwierde-n-er n lollig
walske deur d n huis cn Trui d'r bakkes
klèèrde-n-op of de zon nog dcurkvvam op
dfiuzeu l'.iesten dag..
Mee sprong d':ir 4'uikCvvg omhoog eh
mee 'n paar kromme beenen ch z'n ermen
opengespreid zec-t-ie: „Ollee Trui. 'n vvaals-
ke." „Mee jouw? Mee jouw?" rekte Trui cn
in d'r toegeknepen ogskes lag 'n verachting
van diecn goeien Ticsi, om ieder aander te
laten sneuvelen aan 'n ïlietriekcn dood,
maar d'n Blaauwe pekte Trui onder d'r
ermen cn zwierde ze over de plevuizcn, da-
d-et witte, scherp /.aancl onder d'r klompen
knerste cn Trui d r v. ije rokken teugen d'n
rooien pot van dc plattebuis slingerde, 'n
Verdacht schroöilüchtjc hong er van in 't
vertrek. Maar d'n vrede was geteekend en
nouvv ik dun toch zoo impersaant aan den
vrede ben gekomen, nouvv mot ik oevv toch
nog 't een en aander vertellen, amico, van
de frèterij die 'k meegomokt ob in den Ilang-
Misscliicn zulde vragen wat da mee me
kaë*e te makjn heet: vrede cn schrnanscn,
maar da-tl-ee veul meer mee mekaar te ma
ken as ge zoo op 't eerste gezicht wel zouw
denken' Maar laat ik beginnen mee 't begin
Go wit, 'k ben vleejen zomer ok naar de
konfcrcnsic gewiest; keb er oevv tenminste
genogt over geschreven, 'k Was celemaal
nie van plan om weer naar da reizend vre-
descirrekus te gaan kijken, omda 'k de num
mers en d'aartiestcn allemaal wel uit m'n
hoofd zouw kunnen uit-teekenen. Dus om
daarvcur nouvv eerst thuis oorlog te ma
ken, om te gaan zien hoe ze daar in d'n
Haag d n vrede veur mekaar boksen, -
kek. da was me de moeite hcelegaar nie
vvèèrd
Maar toen de kraantenmannen, die me
nog schenen te kennen van vleejen zomer,
ii schoone uitnoodiging stuurden op z'n
Fransch, waaruit ik al ganuw kon opmaken
asdat 'r geschraanst moes vvorren, toen hè
k aan Truië gezeed: „hoor is ier. Trui, daar
mot ik bij zijn. Kek me toch zo'n deftige
uitnoodigingsinvitasie 's efkes aan! Daar
kan 'k m'-n eigen nie aan onttrekken, toe-
teloeris'"
En Trui zette d'ren bril op, bekeek d'n
brief aan alle kaantcn, zonder wijs er uit
te kunnen vvorren en zee toen heel diep
zinnig, rnijn over d'ren bril aankijkende
„Zoo! zoozoo! Kn motte gij daar weer bij
zijn mee oevv neus?"
„Zooas ge da daar zegt, sjuust!" zee ik
mee 'n gezicht of ik naar d'n oorlog moest
in plak van d'n vrede. Affijn, na nog wa
vieren-cn-vijven piepte-n-ik 'm. Geschoren,
nVnen trouwjas aan en m'n zijen pet op,
was 't werk van n oogenblikske. Trui lec
m'n pèrepluu klaar, "nen schoonen zak
doek, mee wa segaren en centen; 'k gaf 't
hoekske mee de pofklaanten van m nen
gruuntcnvvagel aan onzen Bart, d'n oudsten
knecht, lee 'm nog 'n paar dingeskes uit
van nieuwe kinanten en zoo. terwijl ik m'n
eigen in m'n flenelleke sting te wasschcn
en schoenen te poetsen en 'n uurke later
was ik ondervvege naar den Ilaag, naar de
luns van kraantenmannen en diejielmatcn,
mee m'n uitnoodigingskaart in m'n binnen
zak hij 't spoorboekske.
'k Moes d'n aanderen dag om éën uur in
't hotel „De Twee Stejen' zijn. zooda 'k nog
'n avondje over liievv om 's in do Viel Luum
jère rond te keutelen. Amico, 't was er stil
lekes De asvaaltstratcn glommen zwart van
allerhaande illetrieke advertenties die op
d'n rengel cn de bonte verlichtingen van
de daken en teugen de muren staan opge
stold spiegelden mee siingerdeslanges!:c-s
nèt in de straten of ze kepleet in de Mark
schc-iicj). De gevels mee dé lgroote. verlich:
ramen van de Haagschc „Gouwen Koeiën
ak rnaar zeggen, de Iam'mcnce::es,
dc winkelramen (die verlichtwaren t \u-
mirislc, waant veul is daar tcugeswoorcli
's avonds potdicht!, - da sting allemaal in
uq natte straat tc weerspiegelen of "t uit 'n
rivier oprees. En as ge de auto s van da
tuig krioel 't daar over, die kletsnat! j
glibiierstraten zag slibberen, mee d'r lichten
schijnend in al da zwarte nat, dan was t
sjuuat of Mozcs ier was gewiest mee z'nen
.taf waar ie indertijd ok de Rooic Zee mee
l-.'.id drooggelegen. Maar schoon was 't. En
de wefkes d'r lange rose beentjes, die kets-
trui al net zóó terug in I spiegelende zwar
te slratcnvlak. 't Was verwonderlijk, amico;
frepaant, in óón woord, 'k Ben ier en daar
's vviestcn kijken, 'n pilsko gekocht en 'n
gotke gerokt; n prol je gemokt mee 'n
juffrouwke da-d-aan mijn d'n weg vroeg,
hoewel 't kindje daar zei vers geboren was
zooas ze vijf minuutjes later vertelde cn na
zes minuutjes al zóó te goeiertrouvv was
mee me da ze vroeg of ik niks weg te geven
had, omda-d-et zulk slecht weer was, zee
ze (luste nog peultjes?) en zoo kwam ik ten
langen leste d'n natten avond deur cn docht
ik efkes aan in nen radejoow on m'n pepke
lnj de platcbuis, op mn goeie Ulvenhout
bij Truic. Maar ollee, de diepelmalcn en de
Hekselcnsies kwaminen nouvv eenmaal nie
naar Ulvenhout om te lunzen t is 't zelfde
as schraanscn, horre!) dus moes ik wel naar
dii Haag toe.
Nouvv, 't was prachtig. Keb gin oogen
blikske spijt gad dak er naar toe gewiest
ben. Sodemèrcl wa ?ag re da-d-allemaal
toch prachtig uit. De tafellakens waf en
glocdnuuvv en de witte blommen die erin
gewerkt zatteri laggen d'r kepleet bovenop
te glinsteren as zuiver borduursel, 'k Moes
er 's over vrijvcn om zekers te weten da-d-
et er allemaal ingeweven zat.
Kristallen glazen, de man drie amico
't kwam daar op één kristallen gloske
nie aan, schitterden onder t licht, da-
d-icveraans in groote illetrieke kronen, zoo
schoon as van de kermis, dat er dc sterre-
kes afsprongen, 'k Moes vcurzichtig zijn bij
't loopen, waant dio dikke klecjen op d'n
vloer, daor bleef ik gewoonweg lellckes in
vast haken mee m'n trappers, t Is zoo heel
aanders ee„ as da-g-op die lekker van t
schoon wit zaand krakende plevuizen lopt,
zooas ik da gewend hen. Maar ollee, keb
me-n-eigen zoo vcurzichtig meugelijk ge
dragen, waant kad nie graag in de kraan-
ten op m'n gezicht gelegen op n plotje.
Waant pottegraven amico, daar vergong "t
van. Tellekes stakken ze van die groote
vlammen aan, die lolmakers, zooda go veur
vijf menuutjes stekeblind was. Dan zagdc
alles dubbel cn pèèrs en ecnen keer hè 'k
er zelfs m'n glas deur omgestooten, omda
'k 't nic persics zag staan, 't Ivvvatste sjuust
in Hekselcnsie Sjccron zn bord. „Nimmc
nie kwalijk", zee ik. „die frekte pottegraaf-
kercls maken 'nen futsoondelijkcn menseh
finaal kruisdol." Maar Sjeeron pakte-n-1
nog al jovol op, lachte-n-'s en knipto 'n
ogske Uit beleefdheid knipte-n-ik natuur
lijk dalek trug en terwijl ér nen meneer
de hocl opdroogde (nen diepelmant of 'nen
kelner, da kon 'k nie onderscheien, want
daar was nouvv gin horke verschil in!) em-
1
men sa:n,!n zi'.tcn t^ lachen, op mekaars
schouwer r.. ten te kloppen, of me mekaar
al j.-rt-n Y/ïk'.c gcleuvën amico,
da ge rilt ij t '- ezeül :^(e kunt konserveeren
nice m< oen die ge niet verstaat? Dan'
kek te mek nar marir 's aan ge lacht 's en ge
hoef nic op oevv woorden te passen; dus
krijgde o'; gin bonje.
En gespietst is er, amico. gespietst! Ge
kon 't nie aangedronken krijgen, jong.
Waant nctuurliik. tellekes as T eenc vva-d-
ad slaan kaaiëren, dan gongen de glazen
omhoog cn klokte-n-et kostelijke vocht
naar binnen as-of de engeltjes heel oneer
biedig op al die Ilekselente tongen d'r
kleine kemissicke dcicn.
Wille vy.a-d-allccn heel erg vervelend is.
amico? mo kelners mee d'r schalen waai
de frèterij op gcëlcleerd lee! die achter
oevven rug slaan te friemelen en over
oevven schouwer komen leunen mee die
schaal waar g oew porsie af mot sleuren
mee dc lepels cn al da gerei dut er bij leet.
Waant die kérels weten 't altij zóó aan te
klecjen da-d-et meeste op oevv eigen of
oevven buurman z'n broek kiepert inplots
van op oevv bord. Toen me da-d-ecnc keer
gobeurd was, zee ik: „zet da bordekc maar
s cffekes neer, grappenmaker, dan za'k 't
er t mijne wel afsehèèren; rn'nen trouw
jas is ginnen voeierbak veur de vèrkens.
„Net zooals u wil," zee Huipcrdemuis. Be
leefd zijn zo 'i* genogt, daar nic van! Ah-
dat-/,ie, de lapanncr, 'n heel klein onooge-
hjk menncke, da schuil gong achter 'n wijn-
fleschke. hcc ok gespietst. Snauwden, d n
Engélscliman, nie veul grooter as Adatzie,
nk cn Zjaspa.ar, dieën Bclzen grijzen krul-
lekop. affijn heel de krippot ee gezeeverd.
Zoó. dat de kelners kraamp in d'r schou-
vverblajen kregen van 't schenken. Fn
iedereen lachte tellekes. net of ze t alle
maal verslinden, maar daar ben ik niet
ingctippcld, amico. Keb heel rustig mee-
gelachen en mee in m n haanden ge
klapt en «la gong vanzelvers omda ge ver*
uit vviest dat er weer geklonken wier...
wa gij?
En toen 'mo opstingen van tafel, toen
botsten den dikken Sjecron en ik efkes teu
gen mekaar en knipten me allebei weer 'n
ogske da-d-ons buiken schudden van den
lach. Wemmen heel laank afscheid van
mokare genomen cn as 't aan hum en mijn
leet amico, ollee, dan komt er nooit meer
oorlog.
In de vreetzaninste cn lolligste bui zijn
me van mekaar gegaan: hij mee 'n auto cn
ik mee d'n tram. En as ie thuis is. stuur
k 'rn vast 'n aan/.ichtskortje „de Groeten
uit Ulvenhout".
En na dc luns ben 'k naar 'n aandero
kroeg gegaan, heb er 'n bord boerenkool
mee worst besteld en toen nog één, want
van al da „geluns zoude verduveld honger
krijgen, amico.
Kom, ik schei er af
Gij wit weer hoe oevven medevvèèrker
mccg'olpen heeft aan d'n vrede en ik eh
mee meer menisters aan tafel gezeten en
onder d'n soep gemorst, dan da 'k ooit had
kunnen droomen. Maar da ge van lunzen
'n driekwart stuk in oewen pellericn kon
krijgen, da-d-eb ik cr nouvv weer bij ge
leerd.
Veul groeten van Trui en as altij, gin
horke minder van oewen
toet a voe
DRé.