KOFFlEHULSKt
r
HULSKO
1ST DEN ONTREK
DE FAAM, Langestraat 2 en 5
londerdag 27 Februari 1930 28e Jaargang No. 204
DE EEMLANDEftT
EEN GEOLOOG BIJ UITNEMENDHEID
PROF. MOLENGRAAFF
ZEVENTIG JAAR
DERDE BLAD.
HET HOOFD AFGEREDEN
Ledikantenen Matrassen
zeer groote sorteering.
FEUILLETON
EEN ZOMERZOTHEID
Meer dan dertig jaar liet
hooger onderwijs gediend
Schitterende resultaten
van zijn werk
Delft, 27 Febr. lieden bereikt de hoog
leeraar in de delfstof- en aardrijkskunde
professor dr. G. A. F. Molengraaf! den 70-
jarigen leeftijd. In Maart zal hij zijn af
scheidscollege geven, en den lsten April
het ambt neerleggen, waarmede hij den
Ssten Januari 1906 werd bekleed en dat hij
den 30sten April van dat jaar aanvaardde.
Hij is dus te Delft niet ten \ollc vijf-en-
twintig jaar professor geweest. Maar rekent
men de jaren mede, dat hij privaat-docent,
later buitengewoon hooglecraar aan de
Universiteit van Amsterdam is geweest,
dan blijkt dat Molengraaff meer dan der
tig jaar lang het hooger onderwijs heeft
gediend. In 1926 is zijn 25-jarig hoogleraar
schap te Delft gevierd met de aanbieding
an een feestbundel en van zijn door Arnt-
zenius geschilderd portret
Gustaaf Adolf Frederik Molengraaf werd
27 Februari 1860 te Nijmegen geboren. Hij
een zoon van ds. G. J. Molengraaff en
\V. J. Th. Abeleven. Hij studeerde te Lei
den van 1877 tot 18S2 natuurwetenschap
pen en speciaal botanie. In het jaar 1883—
fci was hij assistent van professor Rauw en-
hof f bij het ondorwijs in de plantenkunde
te Utrecht en in 1884 nam hij als botani
cus diei aan eene wetenschappelijke expe
ditie naar de West-Indische eilanden Cu
rasao, Aruba en Bonaire. Zelfstandig deed
hij daarna geologische onderzoekingen op
St. Martin, St Eustatius en Saba. Op zijn
studie over. „De geologie van het eiland
St Eustatius" promoveerde hij den llden
November 1886 te Utrecht tot docter in
de aard- en delfslofkunde en hij verwierf
zich dien dag bovendien het doctoraat in
de plant- en dierkunde.
Molengraaff huwde den 3den Maart 1887
met Cornelia Gerimgs. Hij zette daarna
nog z.ijn geologische studies voort te Mün-
chen cn nnm in 1S87/'S8 deel aan excursies
in het Zillertal. Nadat hij van 1886 tot ein
de 1S90 als privaat-docent te Amsterdam
geologie had gedoceerd vertrok Molen
graaff naar de Zuid-Afrikaansche Repu
bliek om er het „HoogeVeldto onderzoe
ken. Iu 1891 weer terug in Ncdeerland,
aanvaardde hij den 13dcn Juni van dat jaar
het. buitengewoon hoogLecraarschap in de
minèralogie, geologie en palaeontologie te
Amsterdam met een rede. getiteld: „Eeuige
nieuwe gezichtspunten omtrent de leer van
de beweging der aardschors."
Twoo jaar later nam hij deel aan een
expeditie ter exploratie van Centraal Bor
neo, met J. Büttikofer, H. Hallier en A. W.
Nieuwcnhuis. Professor K. Martin heeft
indertijd iu een beschrijving van Molen
graaf fs leven cn werken over deze explo
ratie het vojgendo medegedeeld:
„Molengraaff onderzocht eerst het
stroomgebied van den* Kapocwas lot aan
de bronnen too cn ging alsdan van uit
Boenoet naar liet Madih-Hoogplateau,
waarbij do levensgevaarlijke stroomver
snellingen van den Tcbaoeng moesten wor-
deen overwonnen. Ook op de Madih-Hoog-
vlakte wachtten den reizigers geweldige
terreinmoeilijkheden. Hij \ervolgde zijnen
weg zuidwaarts naar de Melawi en van
daar naar den L'oakit Raja. den hoogsten
berg van Nedcrlandsch Borneo. Toen Mo
lengraaff den koning der bcergen den voet
op den nek had gezet, lag de helft van
uit uitgestrekte gebied aan zijn voeten. De
berg, welks top ook door de inboorlingen
nog niet was beklommen, omdat daar de
zielen der afgestorvenen wonen, ligt op de
waterscheiding tusschcn Melawi en Katin-
gan. Na 't overschrijden dezer scheiding
kon de reeiziger langs de laatstgenoemde
rivier naar de Java-Zee afzakkcen. I-lij
beeft het versmaad om van uit Centraal-
Borneo zijnen weg in oostelijke richting
voort te zetten en zoodoende als de eerste
geheel Borneo in de richting W.O. te
doorkruisen, want de reis naar het zuiden
beloofde betere geologische resultaten, een
profiel in N.—Z richting van Scrawak af
lot de Java-Zee. De voornaamste resul
taten van zijnen tocht zijn neergelegd in
het werk: „Geologische verkenningstoch
ten in Centraal Borneo" (1900).
„Het stout opgezette plan, een der schit
terendste bladzijden in de ontdekkingsge-
schicdenis van den Oóst-Indischcn Archi
pel, was volkomen ge'ukt; groote verzame
lingen werden, niettegenstaande alle moei
lijkheden, aangelegd, het Schwancnge-
bergtc en het Müllergebergte door Molen
graaf gedoopt cn de wetenschappelijke
oogst was zoo rijk, dat het Natuur- en Ge
neeskundig Congres aan den geologisclien
pionier van Borneo op voorstel van J. II.
van 't Hoff een medaille uitreikte, terwijl
de regeering hem tot ridder in den Ned.
Leeuw benoemde."
In 1895 liep de expeditie ten einde. Mo
lengraaff legde in 1897 zijn professoraat te
Amsterdam neer en aanvaardde ia dat jaar
een benoeming tot staatsgeoloog der Zuid-
Afrikaansche Republiek. Hij organiseerde
er den £eologischcn dienst cn deed weten
schappelijke onderzoekingen totdat in 1S99
de oorlog met Engeland uitbrak, die aan
dit werk een einde maakte, doch Molen
graaff in staat stelde de bewijzen te ge
ven van zijn organisatietalent op een heel
ander gebied .Op zijn voorstel werd het
ldcntiteits-Departcmcnt van het Roode
Kruis opgericht én hem werd de leiding
opgedragen van dien dienst, die ten doel
had inlichtingen tc verschaffen over ge
sneuvelde cn gewonde strijders, zoodat na
elk gevecht opgaven daarover konden
worden bekend gemaakt
In 1901 ondernam dc voormalige staats
geoloog van Zuid-Afrika een onderzoek op
Noord-Celobes. Hij keerde daarna in de
Transvaal terug en werd te Johannesburg
consulting engineer van ccnige grootc
GEWONE
KOFFiEBOONEN
Ziet er anders uit en is geuriger
en krachtiger dan gewone koffie. Prijs: 75 ets.
Zij verhoogt Uw werkkracht en energie! per ^tfponds Palt-
N.V. Indien niet verkrijgbaar bij Uw winkelier, wendt U dan tot;
AMSTERDAM Leidschegracht 104 - Tel. 44346
AMERSFOORT Nieuwstraat 17 - Tel.
G. A. F. MOLENGRAAFF.
mijnbouwmaatschappijen tot 1905. Een jaar
te voren was zijn „Geology of Transvaal''
verschenen. In teen recent artikel in „De
Ingenieur", Molengraaf gewijd door prof.
ir. J. A. Gruttcrink, vermeldt deze dit werk
als „de eerste samenvattende geologische
beschrijving van dat land. Ilij (Molcn-
graaff) ontdekte het glaciale karakter van
het Dwyna conglomeraat cn leverde daar
mee het bewijs van een permischcn ijstijd
in dit deel van de wereld."
De Nederlandschc regeering riop hem
naar Delft om er geologie te doceeren. Een
expeditie in 1910, naar Timor ondernomen,
verschafte andermaal een belangrijken
oogst van wetenschappelijke resultaten. De
leiding berustte bij Molengraaff, die voor
het cxploraÜewcrk werd bijgestaan door
Weckherlin, De Marez Ovens en Brouwer.
Uitermate groot was het aantal fossielen,
dat van deze expeditie werd medege-
braert cn verschillende palacontologen
hebben zich daarna met dc bewerking van
het materiaal bezig gehouden. Dc expeditie
gaf Molengraaff aanleiding vraagstukken
als de diepzee-sedimenten van Timor cn
Rotli en de bewegingen der aardschors in
dit gedeelte van den Archipel in behande
ling tc nemen. In 1915 verscheen het eerste
deel van „Nederlandsche Timor-Expeditie
19101912", handelende over: „dc geolo
gie van het eiland Letti, naar de onder?
zockingcn te velde, verricht door H. A.
Brouwer cn G. A. F. Molengraaff'.
Volgende dcelcn zagen het, licht in 191S
cn 1922.
Latere publicaties van Molengraaff zijn
nog, in 1924: „Structural Relations of the
Bushveld igneous complex' en in 1925
.The Vrcdefort Mountain land in the
Southern Transvaal and the Northern
Oranje Freestatc".
In het reeds vermelde artikel in „De
Ingénieur' doet professor Grutterink op
merken, dat Molengraaff zich voor dc geo
logie van Nederland verdienstelijk heeft
gemaakt vooral door hei samenstellen, in
samenwerking met mr. W. A. J. M. van
Waterschoot van der Gracht, van een al
gemeen overzicht, dat onder den naam
„Nie Jerlandc" is opgenomen in Stein-
manns „Handbuch der regionalen Geolo
gie".
„Steeds hadden" schrijft professor
Grutterink verder „voor hem dc groote
geologische problemen de grootste aantrek
kingskracht. Telkens zien wij hem iu zijn
publicaties terugkomen op dc oceanische
diepzee-afzettingen, op dc isostasie, op de
gevolgen van het vastleggen van veel wa
ter in den vorm van ijs tijdens den dilu-
vialen ijstijd. Samen met Max Weber toon
de hij aan, dat de Javazec en hot zuidelijk
deel der Chincesche zee in diluvialcn tijd
land waren (het Soendaplat), dat verdronk
bij het afsmelten van het ijs."
De Delftsche hoogleeraar laat tenslotte
uitkomen hoe groot verlies zijn vertrek bc-
teekent voor do Technische Hoogeschool,
waaraan ook hijzelf zeer gehecht is, zooals
wel blijkt uit het feit, dat Ilij zijn omvang
rijke boekerij ten geschenke gaf aan den
Slaat, opdat zij een plaats zou vinden in
het Gebouw voor Mijnbouwkunde.
Molengraaff is sinds 1906 lid van de Aka-
domie van Wetenschappen, sinds 1916 lid
van den Mijnraad. Hij is eerelid van het
Aardrijkskundig Genootschap, correspon
dent van de geologische genootschappen
van Amerika en van Londen, do Boston
Society of Natural History verleende hem
verleden jaar het eerelidmaatschap, 't welk
hem ook de Gesellschaft für Erdkunde te
Berlijn toekende. Hij is lid van de Société
Géologique de France cn toen hij verleden
jaar Juli als gedeleegeerde der Nederland-
ache rtgecnng deelnam aan het 15de in
ternationaal congres voor geologie te Pre
toria, werd hij benoemd tot eeredoctor van
de Witwatersranduniversiteit en tot voor
zitter van een commissie van directeuren
van do Geological Surveys in Zuid-Afrika.
Veie cn schiltereende resultaten heeft
het werk van Molengraaff gehad, zoo be
sluit het Hbld. Van velen is het hart van
sympathie en erkentelijkheid jegens dezen
zeventigjarige vervuld.
NELLIE VAN KOL
OVERLEDEN
Bekend publiciste en
kinder schrijfster
Maandagavond is in het Diaconessenhuis
te Utrecht dc bekende publiciste en kinder
schrijfster Nellie van Kol, geboren Porrey.
op 78-jarigeii leeftijd na een kortstondige
ziekte zacht en kalm is overleden.
Nellie van Kol, de echtgenoote van het
bekende Eerste Kamerlid wijlen H. van Kol,
was tot 1900 redactrice van het tijdschrift
„De Vrouw", welke functie naderhand werd
overgenomen door Ida Heiermans. Zij redi
geerde voorts „Ons Blaadje" cn heeft zich
vooral bekendheid verworven door haar
kinderverhalen en sprookjes, alsmede door
het verzamelen van de sagen uit alle dee
len der wereld onder den naam „Nellie"
Voorts gaf zij een kinderbewerking van den
Bijbel cn uit den laatsten tijd dateeren haar
werken, geschreven na eenwijziging van
haar levensinzicht, „Stamelingen" cn „Uit
de Diepte."
1
Lijk gevonden op de spoorbaan
baan bij Houten
Een student bet slacbtoffrr
Houten, 26 Febr. Aan een onbe waak ten
overweg, bij het z.g. Blauwe Huis, waar
de gemeenten Utrecht, Houten en Bunnik
elkaar begrenzen, moet bij wachtpost 4 een
onbekend persoon waarschijnlijk door deu
trein gegrepen zijn en gedood.
De machinist van een goederentrein uit
den Bosch zag hedenmorgen omstreeks half
zeven het lijk liggen, waarvan het hoofd
was afgereden. Hij stopte en heeft vervol
gens verslag uitgebracht aan het naaste
station van zijn akelige vondst
Men weet nog niet of het ongeluk heden-»
nacht of gisteravond heeft plaats gehad.
Nader meldt men ons:
Uit het politieonderzoek is gebleken, dat
hier van een ongeluk geen sprake is, doch,
helaas, meer aan zelfmoord gedacht moet
worden. Een betrekkelijk goede fiets werd
langs den weg gevonden, terwijl het lijk een
60 5 70 M. van den overweg verwijderd in
de richting Utrecht werd ontdekt.
Uit gevonden papieren is voorts gebleken,
dat het slachtoffer is een student te
Utrecht en wonende in de binnenstad. Hij
had nog ongeveer tien gulden op zak.
DOOR DEN TREIN
OVERREDEN
HET WEGENFONDS TE SOEST.
Hooger beroep tegen een
vonnis.
Soest. Enkele dagen geleden hebben
wo medegedeeld, dat de Utrechtsche Recht
bank dc gemeente Soest veroordeelde om
aan W. A Hilborst alhier te betalen een
som van 574 vermeerderd met 5 pet. ren
te 's jaars over dat bedrag sinds 20 Juni
1927 tot aan den dag der uiteindelijke vol
doening, alsmede in de kosten van het gc-
d.ng.
De Rechtbank overweegt in haar vonnis
dat de raad niet bevoegd zou zijn geweest
om de geheele betalingsvoorwaarde te ver
binden aan zijn ontheffing van het verbod
om aan onverharde wegen tc houwen en
dat als gevolg daarvan dé door Hilhorst
gedane betaling zonder oorzaak zou zijn
geschied.
Omtrent dit vonnis hebben Burgem. en
Wethouders het oordeel ingewonnen van
Prof. Mr. F. A. Molster, buitengewoon hoog
lecraar en advocaat te Amsterdam, die in
zijn advies zich met de beslissing van de
Rechtbank niet kan vereenigen, zoodat zij
thans aan den Raad voorstellen van dit
vonnis, dat voor de gemeente zulke ver
strekkende gevolgen zou hebben, in beroep
te gaan.
Nog een ongeval nabij
Houten
Houten. Gistermiddag omstreeks haJf2
is door den sneltrein uit Den Bosch, nabtf
wachtpost 5 het zoontje van den spoorweg
arbeider W. v. d. V. aangereden. De machi
nist die het ongeval bemerkte, stopte zeer
snel, zette den trein over ecnigen afstand
terug. Het jongetje bleek nog ln leven te
zijn, en werd door den hoofdconducteur
voorloopig verbonden. Met denzelfden trein
is het vervolgens naar Utrecht vervoerd,
waar het in de Rijksklinieken is opgeno
men. Zijn toestand is vrij ernstig.
BELASTINGVERLAGING TE SOEST.
Soest. Bij besluit van 2 November
1927 besliste de Raad te zullen heffen 50
opcenten op de hoofdsom der Vermogensbe
lasting
Thans is de toestand der gemeentefinan-
ciën van dien aard, dat het mogelijk is over
te gaan tot intrekking van dat besluit van
daar dat <le Raad in zijn vergadering van
a.s. Maandag daaromtrent een beslissing zal
nemen.
Op onwaar fundament kan niemand vaste
bouwen.
CAMPHUYZEN.
door
CISSY VAN MARXVELDT.
34
.Er zijn nog wel een paar over," zei ze
lachend. Pit cn Lenio gaven de bowlglazen
'orid. Gerrit Jan zat tusschen Ella en Mia
In de hoek bij 't raam zat Paul genoeglijk
lo glunderen. Had hij niet in zijn porte
feuille Hetties laatste verrukkelijke brief?
De glazen stootten tegen mekaar.
„Op onze zomeridylle," zei Gerrit Jan.
Door zooveel vrouwen omringd durfde hij
keer.
..Ik heb zoo'n beeldig liedje gevonden in
ten oud. vergeten boek," zei Ella.
„Speel het eens," zei Pit.
Ella keck naar Gerrit Jan. „Ik hoop, dat
ik bet uit mijn hoofd ken." Ze liep naar
te piano, sloeg een paar toetsen aan. „Het
beetEen Droom."
„Ella zong:
„Ik droomde je was een koning
...Te. kwam uit een ver, ver land
„Ik droomde, dat jc me liefhadt
„Je kuste mij de hand.
Een droomerig naspel en Gerrit Jan had
"n gevoel alsof zijn stugge haren moesten
-aan krullen van afgrijzen. Stel je voor,
lat die onzin aan hem werd opgedragen.
't Was gewoonweg een verkapte liefdes
verklaring. Toen bedacht hij en dat was
niet zonder een gnuivend leedvermaak, dat,
wanneer dit schoone lied werd uitgegeven,
hij al lang weer veranderd was in G. J.
Loots. Wat zou Robbert tc keer gaan als
hij zijn welluidende naam op liet titelblad
zag prijken. En wat zou hij gehoèud wor
den
Ella zong:
„Tk zag je zonnige oogen
„En jc mond sprak woorden zoo teer
„Je zei zacht, dat je rac liefhadt
„En jc kuste me telkens weer....
Een droomerig naspel en Gerrit dacht:
„Ze aanbidt me." Achter zijn uilebril sperde
hij wijd zijn groenige oogen open. Tintelde
werkelijk de zon daarin?
„Je reedt op een melkwitte schimmel
„En jc hieldt dc teugels zoo vast
„Je hief me hoog in je armep
„Ik was toch zoon lichte last....
Het droomerig naspel cn Gerrit Jan hei-
ademde. Stel je voor do Lorelei een lichte
lastNee, dan kon ze nooit zichzelf
hebben bedoeld. En bij zou geen kans zien
om op de aandoenlijke schimmel kunsten
te vcrtooncn. Nee, 't was natuurlijk een
onpersoonlijk lied.
„Je zei aan mijn oor: lk voer je
„Mee, naar mijn verre land
„Daar zullen we samen wonen
„En geluk
Maar voor Ella haar droom kon hebben
volzongcnGerrit Jan was weer in zijn
oude huivering teruggevallen, dat samen
wonen was zoo alles zeggend en die sneeuw
blanke schimmel, of hoc was het ook weer.
natuurlijk een fantasie ze had er wel
degelijk hem, G. J. mee op het oog -
klonken buiten geluiden-of een varken ge
keeld werd. En nog voör iemand kon gaan
kijken wat dit betcekeude, verscheen al een
rond vollemaansgezicht, waarop een ge
ruite pet prijkte, voor het open raam.
TI allo, hallocö," zei een joviale stem
„Allemachtigc goedheid," schrok Reep
„Daar heb je hèm."
Gerrit Jan keck of hij een geest zag.
Met een vlugheid, die voor zoo n dikkert
aan het wonderbaarlijke grensde, trok de
eigenaar van het hoofd en van de pet zich
op aan de vensterbank, waarin hij tc zitten
kwam. Hij had een geel gekreukt overjasje
aan, en het eene been, wat hij goedmoedig
naar binnen stak, zoodat hij schrijlings te
paard kwam zitten, toonde een vlammen
de sok.
Reep stond op.
„Ik zal de deur voor je open maken."
„Welnee," steunde de dikkert. „Heelemaal
niet noodig. Veel te gewoon. Deze entree is
origineeler". Hij lichtte de pet van zijn ko
gelronde hoofd.
„Dag tante Melic. Hoe maakt u het?"
„Blijf je daar vannacht zitten?" vroeg
Gerrit Jan.
„Nee, ik kom al binnen." Hij keek naar de
meisjes. Hij glimlachte, ,,'t Ziet er hier wel
gezellig uit." Hij ontdekte de bowl. Met een
sprong was hij in de kamer.
,,'t Is alsof ik in Luilekkerland ben aan
geland."
Hij drukte de handen van tante Melic en
óe jongens. Op zijn magere becncn stond
Gerrit Jan tc sidderen. Maar Jef van Doorn
zei joviaal: „Zoo kerel. Hoe gaal het kerel?
Wat zio je er goed uit kerel!"
Hij boog voor de dames op overdreven
manier. Pit vond, dat hij net een kampioen
bokser zwaargewicht leek.
Middenin de kamer ging hij zitten.
„Ben je alleen jongen?" vroeg tante Me-
lie.
„Hoe kunt u dat vragen?" zei Reep.
„Charles zal ook nog wel ergens uithan
gen". Charles was Jef's onafscheidelijke
natuurlijk magere schaduw.
„Ja, Charles doet nog wat aan de wa
gen", zei Jef vaag. „Hij zal wel direct ko
men." Ella keek zoo verstomd naar de ko
gelronde vrind, die zoo wreed haar droom
had verstoord, dat Jef zich geroepen voel
de. ora haar speciaal uit te leggen, dat
Charles en hij met zijn Ford een vacantie-
reis om de wereld wilden maken, en dat ze
al tot Nunspeet gekomen waren, maar dat
toen de Ford bezweken was. Het wrak was
toen in een garage nog wat opgekalefaterd,
en had hen kreunend tot Sonnewende ge
bracht, waar de strijd hopeloos was opge
geven.
„En daar zijn we nu," knikte Jef. Zijn
kleine zwarte oogjes, als rozijnen in het
volle gezicht, glommen.
„Daar heb je Charles ook. Gelukkig," zei
Paul.
Charles Leblanc, lang en zwart, was met
een behendige zwaai ook in de kamer. Hij
was laconiek cn zeer zwijgzaam. Voor Char
les vreesden Tante Melie, Gerrit Jan, Reep
cn Paul niet. Nee, Jef was de geduchte. Jef
moest worden afgeleid.
Tante Melie schepte zijn glas vol met de
mooiste vruchten. Ze morste oen beetje. Pit
bracht het hem met een bevallige knix
„lk dank u schoone jonkvrouw," zei Jef.
Jef wreef zijn handen. „Zeg Charles, wij
zijn door bergen van kommer gegaan ora
eindelijk in het Beloofde Land aan te ko
men."
„Ja," zei Charles.
„Zeg..." begon Jef.
„Wil je 't huis zien?" vroeg Gerrit Jan
haastig.
„Jawel. Graag," zei Jef.
„Kom dan," zei Gerrit Jan.
„Zeg, ik zit net. Het heeft toch geen
haast."
„Nee... maar e 't is een leuk hul9
hè? Zoo'n leuk, oud huis. Wil je 't niet
zien?" Gerrit Jan had Jef wel uit de kamer
willen sleuren.
„Laat me nou even zitten vent." Jef had
geen Ahnung.
,,'t Is best de moeite waard," zei Reep.
Jef keek naar tante Melie.
„Zouden we hier vannacht kunnen logee-
ren?"
„Natuurlijk jongen. Ik zal Jane zeggen,
dat ze een kamer voor jullie in orde
maakt." Tante Melie verdween al te haas
tig. Zij kon tenminste Robbert beletten om
in zijn kwaliteit van chauffeur binnen te
komen. Tante Melie herademde buiten de
deur.
„Wil je clan je kamer niet zien?" vroeg
Gerrit Jan weer. Reep zat nu met een dia
bolisch genoegen de situatie gade te slaan.
„Ik zou niet weten waarom? Die zlo ik
straks toch vroeg genoeg. Of wil je me soms
weg hebben?"
(Wordt vervolgd.)