[INDERCOURANT
v
|De rubriek van Oom Pim
1 *s een vlscb.
Bim, het Negerjongetje
Als 't Zonuetje ondergaata
LENTE
REBUS.
Beste Nichten en Neven,
Deze week heb lk <ot mn l£rlM2ill£ ccn
■ein aantal briefjes gekregen. Ik vermoed,
It het mooie eer daar wel schuld aan
m .-.T nt'in fprliik eczAcrrl.
hebben. Moer enfin, eerlijk gezegd,
Tom hei mij ditmaal ook niet slecht uit.
Ent ik had zeer weinig tijd. Volgende
Eek hoop lk weer een verhaal voor
J schrijven. Deze «eek zal ik me
loeien bepalen tol het geven van
lis lil
iulli
alleen
raad-
DE CORRESPONDENTIE.
Kampioen. Ik heb een paar prettige
kaschdagen gehad; een eigenlijke vacantie
.k ik alleen niaar in de zomermaanden.
He' Juliartafeest vond ik erg aardig, vooral
vrooiijke optocht.
iKerstrooe. Je wordt bedankt voor
i mooie raadsel en... voor de plaatjes.
hoop dat de andere nichtjes of neefje;
I zullen helpen aan Amstel-penningen.
■Zonneroosje. - Je briefje is verle
fen week veel te laat gekomen om nog te
ncn worden beantwoord. Zooals jo weet,
vt ik het uiterlijk Woensdagavond
fn bezit hebben. Ik kan je een vacantie
i het water bizonder aanbevelen!
(iris - Ik denk nog wel eens meer \an
Üie verhalen te gaan schrijven. Na m'n
ïcantie zal ik jullie van m'n vacantierei'
|&n vertellen, maar dat duurt nog wel
_.i poosje...
[Waterlelie. Wat heb je deze week
kort briefje gesshrevcn. Zeker geen
I om met het mooie weer een brief te
Ihrljven. Nou, ik kan mo voorstellen, dat
nu graag buiten bent.
|Dwerg. Ik heb Zondag ook een mooi
i tocht gemaakt; met volle teugen heb ik
fcnoten van de pracht der bloembollen-
Ik zou haast jaloersch op je
>orden. ooi al nu je me vertelt, dat je
Ier zulke heerlijke versnaperingen voor
illie meeneemt op de wandeling!
(Condor. Ik gelooi. dat je nogal pret
fchad hebt in de koeksiad. Maar verrel me
foi, is die ruzie nogal goed afgeloopen?
Bruinoog. Bedankt voor je peli-
Janen-bonncn. Waarneer schrijf je me weer
Ins een langen brief?
[Luidspreker. Ik ben blij dat het
naar je zin is. Heb ie het al uitgele
(Rozenknop. Ik wenscli je voel suc-
ps met je examen; j«- 2ult dat jaartje zeker
j wel flink moeten aanpakken hè?
ICupido Je raadsel wordt deze week
leplaatst. Een leuko mórgen geweest hè. op
firkhoven. temeer daar je zoon gelukkige
jondst hebi gehad. Jammer, dat het maar
jénmaal in het jaar Paschcn is, vind-Je
liet1
(vlinder. Te verlangt al even hard
laar bet: zwemmen als ik. Ik ben deze
peek wel in do zwemschool geweest, maar
vond het w erkelijk nog te koud.
De oplossingen.
J In Mol leggen alle vogeltjes een ei met:
■on. Mei, long, Neeltje, gevel. gil. ei en
I II. Zomer
Otto
Mal
Eg
R
I De prijs is deze week ten deel gevallen
lan Condor, die hem Maandagmiddag aan
(üs bureau kan komen halen.
Nlouwe raadsels.
(Van Cupido).
I Mijn geheel bestaat, uit S woorden cn 28
lettere, die een spreekwoord vormen.
10, lö. li, 27 hebben vele -menschen.
16, 10, 5, 26, 19, 17 is een plaata in Noord
polland.
11. 25, 6, 24 is niet vol.
k I 7, 20 is een lichaamsdeel.
I 9, is, 2, 21 is niet half.
2ï, 22. 3 is een kleedingstuk.
13, 2'. 1, 23, 5, 3 is een jongensnaam.
II
X x
x
X
x
X
X
Op de kruisjeslijnen komt de naam van
pen stad in Gelderland.
Op de le rij: het gevraagde woord.
Op do 2e rij: ecu afgrond.
Op de 3e rij: een bewoner van een land in
|t Noorden van Europa,
Op de ie rij: een afsluiting.
Op de 5e rij een maat.
Op de 6o rij: een mede klinker.
ONZE RUILHANDEL.
Ik heb van een vriendelijke gever of
pleister, die zich niet bekend maakt, een
rpblal bonnen van Tieleman en Dros ge-
j 'regen, ^elke recht geven een Molen
Paatje, voorts 2 bonnen \an de Wybert
n 'ettcn, 2 bonnen van Albert Heyn voor
v ca-bonbons, een bon van Haust bc-
-cnuit, oen sluitregel waarvan 011 12 rechl
geven op kindergeschenk, enz Do milde
«|Vff «èefster wordt namens de raadsel-
Bichten
'ti neven bedankt. Wie \an hen
,an eon plèizer doen met een deel \an
(l*2e mooie gift?
Jff?Ptröos v*a* 200 vriendelijk me
v 'e. Paddestoelenplaatjes te zenden. Zij
hiervoor gaarne AmstelDenningen.
Wie helpt haar eens? (Een paar Arastel-
penningen heb ik klaar gelegd).
Zonneroosje kan Maandagmiddag
Erdalpunten (ik heb er maar 1) en postze
gels komen halen.
Dwerg zond me postzegels, wascholinc-
plaatjes en een paddenstoelenplaatje. M'n
den naar dc verschillende liefhebbers,
dank ervoor, zij zullen hun weg wel vin-
Bruinoog zond me drie pclikaanbon-
ncn. Zij kan hiervoor in ruil komen halen
een paar Arnstelpunten.
OOM PIM.
door Corry Dommering.
Het negerdorp van Niassa in Zuid-Afrika
leek uitgestorven. Het was nacht en het
ritselen der bladeren in het woud en het
schuren van do wuivende takken van den
grootèn palmboom tegen het dak van de
but, was het ecnige geluid, dat de stilte
verbrak.
Bim lag ernaar te luisteren op zijn bed
van stroo. In den hoek was het rieten dak
stuk en daar kon hij prachtig dc sterren
doorheen zien. llij vond het heerlijk om
wakker te liggen on to droomen van dim
gen, die een zekere geheimzinnigheid met
zich mode droegen. Daar was bijvoorbeeld
de blanke heer, dio vanmiddag met zijn
vader gesproken had en die kwam uit een
land, waar niets dan monschcn woonden
met witte gezichten en waar de kinderen
rondliepen in mooie kleeren Hij betastte
onwillekeurig eens zijn naakte buikje cn
zou het óók wel prettig vinden om kleeren
tc dragen net als die kinderen in het verre
land. Daar kon het sneeuwen, van die
prachtige, witte vlokjes wolk die naar be
neden kwamen dwarrelen en op den grond
bleven liggen. De blanke heer had hem een
plaat gegeven en die hing nu boven zijn
stroobed. Hij was er echt trotsch op en
had nog nooit zuo'n mooi geschenk gekre
gen. Het stelde een sneeuwland voor en
kinderen, die speelden met dc zachte vlok
ken, die hij het grootste wonder vond, dat
bestond. Zijn broertje wilde de plaat
óók hebben, maar Bim wou niet ruilen
nog niet voor de mooiste kralen en arm
banden van allo kinderen in het dorp te
zamen.
Zijn grooto zwarte oogen waren nog
steeds gericht op h?t kleine stukje homü,
dat hij zien kon door hot kapotte dak,
toen op eens zijn aandacht werd afgeleid
door stemmen vlak achter den rieten
muur. Hij legde er zijn oor tegenaan om
te hooren, wat er gesproken werd, want
één woord was duidelijk tot. hern doorge
drongen ,Numa".
Wat, moesten ze met Numa? Er was iets
niet in orde, dat voelde hij. Vanmiddag
had h'j vóór de hut gezeten, toen de
blanko map sprak met zijn vader onder
den palmboom. Het was hem niet ont
gaan, dat zo af en toe naar hem keken 'cn
dit had zijn nieuwsgierigheid vergroor
heel stil was hij dichterbij geschoven,
steeds een klein eindje verder, tot hij vlak
achter hen was, maar op hetzelfde oogen-
blik kreeg zijn vader hem in 't oog en
joeg hem w-eg Bim had het op een loo-
pen gezet, want hij was bang voor zijn
■aders harde handen, waarmee hij reeds
dikwijls kennis had gemaakt.
Een angstig voorgevoel bekroop hem. Hij
luisterde aandachtig cn herkende de stem
an zijn vader, die zei: „Een goede prijs
oor Numa'
Bira's oogen rolden in zijn hoofdje van
woede, zijn dikke onderlip beefde en hij
liet zijn witte tanden zien. Hij richtte zich
op cn balde zijn vuistjes Numa dat
was 't, dat wilcle dc blanke heer.! Numa
an hem weghalen! Numa doodon en zijn
huid koopen! Dat zou de grootste ver
schrikking zijn, die hij zlcli in kon den
ken. Numa en hij hoorden hij elkaar. Nu
ma wist alles van het vreemde land met
de witte sneeuw en van dc groote booten,
die je erheen brachten. Uren achtereen
had hij Numa verhaaltjes verteld en nu
zou hij hem moeten verlaten?
Bim nam zich voor, alles te doen om dit
tc beletten.
Op zijn teenen sloop hij naar buiten, na
zich ervan te hebben overtuigd, dat nie
mand bcm zien kon. Hij kroop op handen
en voeten langs de wanden der hutten cn
kwam onopgemerkt aan den achterkant
an het dorp, waar, aan den rand van het
donkere woud, Numa lag in zijn kooi.
Toen Bim naderbij kwam. stond de
leeuw op en even later stak Bim vrijmoe
dig zijn handje door de tralies cn streelde
zijn neus. Numa cn hij kenden elkander
Bim had den leeuw zelf gevonden in het
woud, toen hij nog heel klein was en hem
mee naar het dorp genomen. Nu was
Numa groot geworden, maar hij en Bim
waren nog altijd de beste vrienden. De
ndere kinderen waren bang voor hem.
maar Bim zat soms uren lang in zijn kooi.
Toen hij Numa over zijn kop streelde,
begon hij to huilen en vertelde met hor
ten en stooten, dat de blanke lieer hem
wilde weghalen
Op eens hield hij op met huilen en zei:
Numa, ik laat jo niet gaan, ik blijf bij je.
Ms ze je flood willen maken
Plotseling werd hij bij zijn arm gegrepen
voelde zich een heel eind van den
grond bengelen. Een barschc stem voegde
hem too ..Wat'voer jij hier uit? Maak dat
je wegkomt!" Het wa« zijn vader en Bim
wist niet. hoe gauw hij uit de voeten moest
komen, zoodra hij los werd gelaten.
Den volgenden dag kwam de blanke man
in het negerdorp terug Bim had urenlang
Een verhaaltje op rijm, dat echt gebeurd is.
Toon Suus nog was een kleuter
En juist vier jaren oud.
Was zij heel lief en guitig
En nooit echt boos of stout.
Ze ging nog niet naar school toe,
Maar was heel bij do hand.
Dat wist wel Suusje's moeder
En ook het meisje, Ant.
Moet jij hier nooit betalen?
Vroeg Suusje cena aan Ant,
Die suiker moest gaan halen
Bij kruidenier Piet Kwant.
Wclneen, Suus, was het antwoord,
Wat ik nu heb gehaald.
Wordt als dc maand straks om is,
Door moesje-liof betaald.
Je moes schrijft alle dagen
Hier op, kijk! in dit boek
Al wat ik moet gaan halen:
Beschuiten, jam of koek
Wel, dat is leuk! dacht Suusje
Wat heerlijk toch zoo'n boek,
Waarop jo jani kunt krijgen.
Beschuiten en zelfs koek!
En als moes im~tp£h alles
Maar opschrijft in het boek
Kan ik ook' wel 'eendIhalen
Wat chocola of koek.'
Zoo ging op-'zeek-Yen middag
Toen Moesje had bezoek
Ons Suusje ora wat lekkers
Bij Kwant, juist om den hoek:
Ze ging dus met het boekje.
Dat vond zo in een la!
En zei: Meneertje Kwant, kijk,
Hier is het boek van Ma.
Daarin moet u nu schrijven,
Waf ik hier heb gehaald
En als de maand dan om is,
Wordt liet door Moes betaald!
Zoodra de kruidenier nu
Eens in het bookjo zag.
Toen schoot me die Piet Kwant plots
Heel vroolijk in den lach!
Wat hij daaiiu kon lezen?
t is och7 waar. op mijn woord!):
Tien hemden en zes sloopen,
- Acht lakens cn een boord'
Heer Kwant begreep nu spoedig
Het vreemde van 't geval
En tilde kleine Suusje
Plots op met bookj' en al!
Hij zei: Jou kleine ondeugd.
Vertel eens aan jc moes,
Dat ik zoon bij, de handje
Toch vind een leuke snoes!
Maar kom nooit weer iets halen
Waar moesje niet van weet,
Pas op, hoor! kleine Suusje,
Dat je dit niet vergeet!
Ik geef jou wel wat lekkers
Ook zonder 't. mooie boek.
Kom jij dus maar vaak halen:
Beschuitjes, jam of koek'
TANTE JOH.
op de loer gelegen om hem te zien komen en
was hem tegemoet gcloopen. Zijn lijfje
was beladen rnèt kralen kettingen en zijn
beenen en armen waren zwaar van de
banden, die hij er omheen had geschoven.
Onder zijn ééne armpje droeg hij een rol,
die hij stevig vastknelde.
Toen hij den blanken heer genaderd
was, viel hij op zijn knietjes en smeekte
om redding voor Numa dat de groote
heer hem niet weg zou halen niet zou
dooden, want dat Numa en hij niet konden
scheiden nee, alles liever dan dat
Numa moest bij hom blijven, zoo wreed
kon de blanke heer niet zijn. Alles kon hij
van hem krijgen alle mooie kralen,
alles wat hij bezat Dim deed een paar
kettingen van zijn hals en hield ze om
hoog, zijn groote droeve oogen op' hot ge
laat van den blanken heer gericht, maar
zijn gevoelige zieltje begreep, dat dit hiel
voldoende was om hem te overtuigen Hij
nam de rol cn vouwde liaar open en met
een laatsten blik op do mooie sneeuwen
dc spelende kinderen, zei hij met bevende
lippen: „Hier, allés mag de groote heer
hebben, alles wat Bim bezit, maar laat
hem Numa houden
Hij hoorde wel de vriendelijke woorden,
die tot hem gesproken werden, maar die
konden hem nier schelen. Hij wachtte op
een paar woorden dat Numa niet weg
hoefde anders wilde hij niet hooren,
maar hierop wachtte hij vergeefs en hij
begreep, dat zijn sraceken nutteloos was
geweest. Op eens hief hij zich in volle
lengte op en zijn oogen fonkelden onheil
spellend, terwijl de kralen rinkelden door
zijn onverwachte beweging. „Als Numa
heengaat, ga ik ook!" mompelde hij. Toen
holde hij weg naar het dorp.
Om den grooten palmboom stond een
groepje negers geschaard cn toen Bim's
vader zag, dat hij zich bij hen wilde voe
gen, nam hij hem kort en krachtig in zijn
nek cn bracht hem in dc hut, met de
woorden „Kom er niet uit, versta je?" i
Bim's hartje klopte fel. Er was onraad
ze gingen iets met Numa doen, wat
niet goed was. Daarom mocht hij er niet
bij zijn. Het was een vreeselijke gedachte
hij kon den leeuw niet in den steek
laten. Hij kon 't niet, hij wilde bij hem
zijn. Maar hoe? De hut was afgesloten en
hij kon er onmogelijk uit. Op eens dacht
hij aan het gat in liet dak. Hij nam een
dikken bamboestok, zette dien met het
ééno einde in de opening en klauterde
met veel moeite langs den gladden stam
naar boven. Toen kroop hij verder langs
de schuine helling van het dak. tot hij
over den rand heen kon kijken. Wat hij
zag. vervulde hem met afgrijzen Numa
lag dood in zijn kooi Numa, zijn lievé
kameraad!
Er kwam een brok in zijn keel en liet
was, alsof hij op eens zoo. overmand werd
door zijn verdriet, dat hij niet meer den
ken kon alleen wist hij niet onzettende
zekerheid, dat Numa verloren was en
hij hem niet in den si eek kon laten...
Met een luiden kreet stortte hij zich van
het dak en viel met zijn hoofdje op don
grond
Bim was Numa gevolgd
door'
C. E. DE LILLE HOGERWAARD.
Als 't Zonnetje gaat onder.
Weg naar Amerika,
Dan kijken menschonkind'ren
Het met. een glimlach na.
Ze momp'len: wel te rusten!
Slaap lekker, lieve Zon!
Vasthouden moest ik j' eig'lijk.
Ja, als ik dat maar kon!
Maar ook in and're landen
Zien kindertjes je graag.
Ik laat jo dus maar gaan, hoor!
Maar doe j' een c n k '1 e vraag:'
Kom jij, als 't morgen dag wordt,
Weer heusch bij ons terug?
Je reist toch aan den hemel
Zoo makk'Iijk en zoo vlug!
't Is, of de wolkon knikken
En 't windje suist: Gewis,
Komt. 't zonnetje weer schijnen.
Zoodra het morgen is!
Ik ga nu naar mijn bedje
Bij Moeder boven toe.
Ik speelde in de zon toch
Zoo lang en ben nu moe!
Mijn oogjes vallen dicht al,
Nacht, Zonnetje, slaap wel!
Zelfs in het Land der Droomen
Blijf jij bij kleino Nel!
door
C. E. de Lille Hogerwaard.
Lente, Lente! zingt het buiten.
Lente is weer in het land!
De natuur ontwaakt en kind ren
Dansen vroolijk hand aan hand.
Boomen, bloemen, heesters, struiken.
Alles trekt het pakje aan,
Waarmee zij naar 't feest der Lente
Lustig zingend, dansend gaan.
In het park en in de woide,
In het bosch en in den tuiu,
Alom wordt het nu toch Lente,
Ja, zelfs in het hooge duin!
Blaadjes komen, bloemen bloeien.
Vogels kwinkeleercn luid.
Allen moeten vroblijk wezen,
Want dc w inter is nu uit!'
In het tuintjo van de buren
Heb 'k de Lente ook gezien.
Wat ik daarmee zou bedoelen?
Kun ie 't raden heel misschien?
't Is niet moeilijk! Kom maar even
Hier voor 't venster naast mij staan.
Zie je daar dat lieve meisje
Ilupp'lend door het. tuintje gaan?
Oogen als vergeet-mij-nietjes,
Vroolijk als het bij-gezoem_
Appelbloesem zijn hfcar wangen
En haar naam is Roosje Bloem!
Fouten in hot zoekplaatje van het
vorige numznor.
De twaalf fouten waren:
I. Waschtobbe met één handvat.
II .Zeep' verkeerd geschreven.
III Emmer zonder ooren.
IV. Kous met twee voeten.
V. Doek kan niet zóó hangen
VI. Kip in den boom.
VII. Kippenhok zonder gaas er voor.
VIII Poes er in.
IX. Eieren liggen er voor.
X. Deur zit verkeerd in het koziji
XI. Kippenluikje onderstebovon.
XII. Bloempot ondersteboven.