AMËPSFOOETSCH DAGMAD Nederland te Antwerpen Zaterdag 10 Mei 1930 ~DE EEMLAISDER' 28e Jaargang No. 264 EEN EENVOUDIG DOCH WAARDIG GEHEEL Nieuwe Hoogleeraren te Groningen VEEZIEKTENBUREAU TE PARIJS Vaccinatie tegen mond en klauwzeer HET UITGRAVEN VAN EEN FRET Principiëele kwestie De Indische afdeeling thans reeds geheel gereed Binnen enkele dagen zal het Ncderland- sche paviljoen op dc Wereldtentoonstelling ie Antwerpen worden geopend Maandag middag zal dr. F. F Poslhuma, oud-minis- ler van landbouw, nijverheid en handel, voorzitter van het Uitvoerend Comité van dc Nederlandschc deelneming aan deze we reldtentoonstelling, officieel de poorten tot let stukje Nederland op Belgischen bodera openen voor allen, die uit belangstelling of uit zakelijke overwegingen willen zien wat Nederland cn zijn koloniën zijn en wat zij prestoeren; Tot op verren afstand is de 30 NL hooge pylonenpartij, die de bouwer van het Ne- oerlnndsche paviljoen architect H. Th. Wij- de\ ld. gnplaatit heeft, bij den ingang van het overigens laag gehouden tentoon stellingsgebouw, zichtbaar. Geduren de den dag roept .Nederland", hoog in de lucht tegen de pylonen geplaatst, de- bctfopKers en als zon zaï zijn on dergegann, zal ten viurtorenlfcht, zjo- als cr zoovele langs dc Nederlandschc kusten staan als veilige bakens voor H. TE. WIJDEVELD do scheepvaart, de ^wijzer zijn van een veilige plaats, «en. ni-'onsiellin'gsgebcuw, eenvoudig opge- trekl.vn weliswaar, doch met eon eigen chitecfuur. Maantlag. bij dc officicelp opening in te- iiv.cordigheid van den minister van Ar il. Handel cn Nu verheid. Mr. T. J. Ver schuur cn tal van andere autoriteiten, •opt men geheel gereed te zijn. Toen wij n dezer dagen een bezoek aan het pavil- brachten, was men zoowel in- als uit- ndig nog aan het timmeren, liet was de l-vdsto hand, die nog aan ecnigo dingen levelmoest worden. liet geheel was ech- |i- ver genoeg gevorderd om een goeden ien gedeelte van het Nederlandhche Pavil joen op de Anlwerpsche tentoonstelling, "juk van het werkelijk grootSClie geheel pc ven. Geheel gereed was do Indische af deeling, lie onder rechtstn e.ksclie leiding van de tierde afdceling van het Departement van joloniën is ingericht. Met medewerking n den heer ir. E. de Ivruyff, die als ge legeerde in België van het Uitvoerend fomité een zeer. groot aandeel heeft gehad |do inrichting van de tentoonstelling, ci'd cn aantal met electrisch licht verle- fendigde glasknarten cn maquettes ge lakt, terwijl bovendien een drietal dio- ama's werd geschilderd. Dit moderne ex- o.iiiematerinal werd door den bekenden ndischen architect en kunstkenner, P. A- oojem uitgebreid met een collectie fraaie [iapositieven en foto's Dit -alles, aango- uld met de uit Nederlandsch -Indië gezon- en maquettes en foto's, vormde voldoende ateriaal voor het inrichten van deze In- ische expositie. Hoewel liet interieur van de Indische afdeeling zeer eenvoudig is houden, geeft zij een goed beeld van dc groote beteékenis van ons land als koloni serende mogendheid. De expositie, die een Joppervlaktc beslaat van 17*00 M2., heeft als versiering een collectie kostbare voort- hrenselen van inlandscho kunsmijvorheid, die de heer Moojen uit zijn verzameling ter beschikking stelde. Met goedkeuring van hot Koloniaal Instituut te Amsterdam heeft de heer Moojen voorts tal van afgiet sels laten maken van beelden van die in stelling, waardoor hij een zeer fraaie Indi sche toegangspoort voor de Indische afdee ling heeft kunnen samenstellen, bestaande uil oen samenstelling van authentieke af gietsels van symbolicko fragmenten van Javaanschc tempelgroepen i'Baraboedocr en Ihmnbanan). Met bovengenoemde moderne hulpmid delen aangegeven vindt de bezoeker in de Indische afdeeling nagenoeg alles wat hij v<tnXederlandscli-Indie weten wil of eigen lijk weten moetde geweldige uitgestrekt heid van den Indische» archipel, de be volking, dc bevolkingstypcn. landbouw, wegenaanleg, overheidsmaatregelen op al lerlei gebied, scheepvaart, verkeer, bouw kunst, enz. Dat het luchtverkeer en dc draadloos-telefonische verbinding tusschen moederland en koloniën niet ontbreken, spreekt vanzelf Te betreuren is, dat niet meer te vinden is van en over onze koloniën in de West. Vormt do Indische afdceling op de bo venverdieping van het paviljoen één ge heel, de eigenlijko Ncderlandsche afdeeling is door afgedekte doorgangen verdeeld in drie gedeelten. Wanneer men het gebouw door den hoofdingang binnentreedt, bevindt mon zich in een reusachtige ontvangstzaal met als wandbeschildenng een op modern- artistieke wijze uitgevoerde voorstelling van de groote bctcekcnis der Zuiderzee werken voor ons land. Deze zaal, die dienst doet als ontvangst-, en receptiezaal, bevat verder de inzendingen op het gebied \an Ncderlandsche kunstnijverheid. In de aangrenzende zaal zijn dc officiee le inzendingen ondergebracht, zooals dc uitgebreide inzonding van het Departe ment van Waterstaat, in samenwerking mét de afdeelingen kunstverlichting hvdrographie van het Departement van Defensie, waardoor men een zeer goed beeld krijgt wat Nederland vermag op het ge bied van scheepvaart cn waterwegen. De tweede afdeeling, welke men bereikt door don overdekten doorgang, huisvest in hoofdzaak de Nederlandsche machincnij verheid, waar particuliere inzenders er voor gezorgd hebben, dat het buitenland kan zien, wat Nederland ook on het gebied der industrie vermag. Do derde afdeeling tcnslotto, groot cn grootsch; bevat de inzendingen vun.de ge meenten Arasterdam, Rotterdam, Dordrecht en Vlissingem Het zou te ver voeren in dit korte be stek te vertellen wat or in al deze afdee lingen te zien is. Zoowel do officieelc als de particuliere inzendingen getuigen van een goede voorbereiding, waardoor een zeer mooi resultaat werd verkregen. Het geheel eenvoudig, doch waardig cn rustig zal voor ons land cn zijn ko loniën op deze Wereldtentoonstelling een gcede propaganda zijn. De verbinding tus schen moederland cn koloniën op deze tentoonstelling wordt onderhouden langs een monumentale trap, waarop het Tabaks bureau te Amsterdam en de Internationa le Vcreeniging voor Rubborcultuur in Ne derlandsch Indiö zeer interessante inzen dingen hebben geplaatst. Dot. men veel van do propaganda ver wacht, moge voorts blijken uit het feit, dat de Ncderlandsche Vcreeniging voor Vreem delingenverkeer onder leiding van den heer Van Deventer in de voorhal haar tenten heeft opgeslagen. Met een totale oppervlakte van 12 000 M2 is het Ncderlandsche paviljoen op deze We reldtentoonstelling na Frankrijk en kolo niën (15.009 M2.) cn Groot Britannié en ko loniën (25.000 M2.) het grootste der buitcn- landscho deelnemers. De Belgische afdee ling beslaat een oppervlakte van 00.000 M2. De lengte van het gebouw is 25 M. De bouw in goedkooper materiaal, daar het gebouw ten hoogste zes maanden dienst zal doen en daarna zal worden af gebroken werd uitgevoerd door do N.V. Ned. Aannemings Mij. vb. firma H. F. Boersma onder toezicht van het ingenieurs bureau G. J. Langhout. Rondom het ge- houw is een tuinaanleg, welke is tot stand gekomen door de medewerking van een sub-commissie uit den Nedcrlandschen tuinbouw onder voorzitterschap van den heer Ernst Krelage. Bij den tuinaanleg, die door den tuinarchitect H. de Lange uit Rotterdam is ontworpen, is cr naar ge streefd tijdens den ganschen duur van de tentoonstelling volop bloemen te kunnen toonen. Dertigduizend Darwin- en andere late tulpen staan er thans in bloei. Vermelden wij tenslotte nog, dat a's ver tegenwoordiger van den minister van ar beid, handel en nijverheid de heer F. IC. J. Heringa en als vertegenwoordiger van den minister van koloniën de heer dr. L. J. v. d. Waals met het Uitvoerend Comité heb ben samengewerkt om lot een geslaagd ge heel te komen. van do christelijke school in de Lem&er. Verder had de heer Wouters aan den heer A L. J. Wijtzes, inspecteur van de Vereeni- ging van Chr. Nat Schoolonderwijs verwe ten, dat diens uitlating, als zou dc vredes beweging van Kerk en Vrede schado toe brengen aan de Chr. School, getuigdo van .groote geestelijke arrogantie'*. In het juist verschenen nummer van het Paed. Tijdschrift protesteert de heer Wijtzes tegen do beschouw.ngen van den heer Wou ters. In een naschrift deelt de hoofdredac teur, prof. dr. J. Waterink, mee, dat nu be sloten is, *.lat voorlaan alle stukken slechts geplaatst worden onder verantwoordelijk heid van de hoofd» edactie. In een „verklaring'' in hetzelfde tijdschrift schrijft dc heer Wouters, dat hij bedankt als redacteur en als secretaris der redactie van het tijdschrift Prof. Dr. J. de Haan en Prof. Dr. E. H. Ilaselhoff OVER ONDERWIJS EN VREDES- EEWEGING. Een conflict bij hot Paedap. Tijd. schrift voor het Chr. onderwijs. De redartcur-secrclaris van het „Paed. Tijdschrift voo' het Chr Onderwijs", de heer D Wouter*, had in het voorlaatste nummer ran die periodiek in zijn „Critische revue" o.m. behandeld het ontslag van den onder wijzer F, Schurer, door het schoolbestuur In de faculteit der geneeskunde voor on derwijs in de histologie en de microscopi sche anatomie te Groningen is, naar wij on der onze Kon. besluiten uit de Stoatscou rant meldden, benoemd dr. J. de liaan, ir 1884 geboren te Bakkeveen (Fr.). Hij genoot, rfaar dc N". R. Ct. mededeelt, zijn vooroplei ding aan liet gvmnasitijn te Leeuwarden en studeerde daarna in de geneeskunde aan de universiteit te Groningen, waar hij in 1912 tot arts werd bevorderd. Reeds als-student, van 1908 af, was hij assistent aan het phy- eiologisch laboratorium van prof. Hambur ger. Behoudens een lange onderbreking ge durende den wereldoorlog, toen hij als re serve-officier van gezondheid dienst deed, is hij steeds aan het physiologisch labora torium verbonden gebleven, eerst als assis- tem, daarna als conservator cn van 1 Janu ari 1921 af als afdeelingsdirecteur, waarbij hem m do eerste plaats het onderwijs in de histologie en microscopische anatomie was toevertrouwd. In 1920 promoveerde hij op een proefschrift, getiteld: Bijdrage tot de kennis van de levensverschijnselen der wit te bloedlichaampjes. Nadat hem de persoon lijke titel van lector in de algemecne biolo gie was verleend, opende liij op 12 Maart 1921 zijn lessen als zoodanig met een rede, getiteld- Het levend protoplasma en zijne omgeving. Tijdens de, langdurige ziekte van prof. Hamburger en latey diens overlijden is hij geruiincn tijd belaft geweest met het ge ven van onderwijs in- de physiologie. Zijn wetenschap had vooral betrekking óp de cel-phyeiologio cn physiologi6ch-cliemische vraagstukken. De resultaten daarvan zijn gepubliceerd in binnen- en buitenlandscho tijdschriften. De laatste jaren heeft hij zich vooral bezig gehouden met de 6tudie van de eigenschappen van bloedcellen met behulp van een methode om deze cellen buiten ver band van het lichaam to kweeken. De te Groningen nieuwbenoemde hoog leeraar dr. E. H. Hazelhoff (voor onderwijs in de zoölogie) is 1 April 1900 geboren te Blijham, gem. Wedde (Groningen). Hij be zocht het gymnasium te Winschoten, waar hij in 1919 het einddiploma A. en B. behaal de. Te Utrecht begon hij zijn botanische studiën. Alle examens deed hij met lof en hij promoveerde te Utrecht eveneens met lof 5 Juli 1926 op een proefschrift getiteld: Regeling van de ademhaling bij insecten en spinnen Tijdens en na zijn studie te Utrecht was hij leeraar in botanie aan Rijks H. B. S. te Rotterdam en te Woerden. In 1926 kre?g hij een uitnoodiging van de Rockefeller Foundation om naar Kopenha gen te gaan en tegelijk om het vraagstuk en do bestrijding van schadelijke insecten in de suikercultuur op Java te bestudeeren en te bestrijden. Deze uimoodiging uit Indië van de Xederland6che maatschappij van suikercultuurondernemingen aanvaardde hij. Hij heeft verscheidene publicaties op het gebied van de insectenbestrijding gedaan. Dc entingen Calmettc-Guérin DE OPGRAVINGEN TE ZAANDAM. Men is opnieuw begonnen. Zaandam, 9 Mei. In strijd met do ver wachtingen zijn de Duitsche schatgravers hedenmorgen teruggekeerd en hebben de opgravingen hervat. De kuil aan het ?inde der oude begraafplaats wordt weer open gemaakt. Hieraan werken vijf menschen, die hedenmorgen opnieuw zijn aangenomen. Naar de heer Langbirt mededeelde, zijn de noodige machines 6poedig te verwach ten. GEMEENTEWERKEN TE 's-GRAVENHAGE Ir. F. v. d. Steen van Ommeren, ingenieur in alyerueencn dienst. 's-Gravenbage, S Mei. B. en W. stel len voor met ingang van 15 Mei op zijn ver zoek eervol ontslag tc verleenen aan ir. F. C. J. \an den Steen van Ommeren, als ad- -unct-diiecteur der gemeentewerken. B. en W. zijn voorni mens den heer v. d. Steen v Ommeren inet ingang van denzelfdcn da tum te benoemen ;oi ingenieur in algemee- non dienst, waardoor net mogelijk zal zijn van de keunis en de ervaring van dezen hoofdambtenaar gebruik te blijven maken. Voorts gaven B. en W. in overweging om met ingang van 15 Me5 a.s te benoemen tot adjunct-directeur der gemeentewerken den hoofd-ingctueu'-af'eeluigschef van dezen dienst ir. P. Dekker. 's-G raven hag e, 9 Mei. In de bijeen komst van bovengenoemd bureau heeft de directeur van het Vceartsenijkundig Staats toezicht van Nederland zijn rapport over „den actueelen stand van het vraagstuk der tuberculosevaccinatie met do entstof van Calmette-Guérin" in samenwerking met den chef der veterinaire afdeeling van het Centraal Laboratorium voor de Volks gezondheid uitgebracht ingeleid. Dr. Berger kwam tot de conclusie dat het meer dan ooit noodzakelijk is dat alge meen uitvoering wordt gegeven aan do op zijn voorstel vorig jaar aangenomen reso lutie, dat in do verschillende landen do en tingen worden verricht overeenkomstig de protocollen I of II van de speciale veteri naire commissie van de hygiëne-afdeeling van den Volkenbond. Verder dat gezien de tot dusver verrichte nroef-entingen de vac cinatie met den B.C.G.-steun kan zijn bij de t.b.c.-bestrijding in sterk geïnfecteerde vee bedrijven, mits uitgevoerd door den betrok ken staatsdienst. Dr. Bergor legde nog den nadruk op het gevaar voor den veehandel in eigen land en internationaal dat ligt in het positief reagecren van de geënte dieren op dc luberculinatie. Hij acht het wensche lijk dat hiermede rekening wordt gehou den. De door dr. Berger ten slotto voorge stelde conclusies zijn met algemeen© stem men aanvaard. Dr. Frenkel bracht de beteekenis van de pathologisch-anatomisclie onderzoekingen voor do beoordeeling van het B.C.G.-experi- ment naar voren. Bij het mond- en klauwzeer-vraagstuk vestigt de directeur der Rijksserum-inrich ting te Rotterdam, dr. Lourens, de aandacht cr op zulks in verband met een van wege het bureau gehouden enquête, dat ihans in Nederland behalve het tot dusver voorkomende type A, 6inds een paar maan den oók de stam O van de mond-en klauw- zecr-smetstof door do Rijksseruminrichting is vastgesteld Hij deed verder mededee- Imgcn over de aan genoemde inrichting vcreischte proefnemingen betreffende de actieve immuniseering tegen het mond- en klauwzeer met het vaccin van Vallée. MOTORRIJDER TEGEN EEN AUTO GEBOTST. Het slachtoffer in den gras kant onverzorgd laten liggen Op den Ringdijk, nabij den Lisserweg in Haarlemmermeer, kwam do bestuurder van ten motorrijwiel, de heer K. uit den Haag, in botsing met een uit tegenovergestelde lichting komende auto, dio echter links van den weg reed. K. kwam daarbij zoodanig te vallen, dat hij niet in staat was zich op te richten. Do inzittenden van den auto legden hem in de grasberm en zeiden een dokter te zul len halen, maar zij waren na meer dan 2 uur nog niet teruggekeerd, zoodat dien go- hcelen tijd ao motorrijder, die veel pijn had, in het gras heeft moeten liggen. Een voorbijgang?»', die hem vond liggen, ging direct hulp halen. Do ontboden geneesheer constateerde een dubbclo beenbreuk en achtte overbrenging naar het ziekenhuis te Leiden noodzakelijk. Letter en nummer van den auto konden worden opgenomen. UIT DE STAATSCOURANT. Benoemd tot burgemeester van Brou wershaven C. Gast ingetrokken het gestelde in Koninklijk besluit van 1 April 1930, no. 52, betreffende den gcneraal-mujoor C. A. Prins, comman dant van de 3e divisie met ingang van 1 Mei benoemd bij het wapen der artillerie tot luitenant-generaal, de generaal-majoor C. A. Prins, comman dant der 3e divisie en is hij ter zake lang- durigen dienst op zijn verzoek eervol ont slagen uit den milit. dienst met dank voor de veeljarige en belangrijke diensten door hem den lande bewezen bepaald dat Hr. Ms. pantserschip Her tog Hendrik op een door den minister van defensie te bepalen datum te Willemsoord zal worden uit den dienst gesteld en de kapitein ter zee J. Bosma met bedoelden datum eervol ontheven van het bevel over genoemden bodem: benoemd in het college van regenten over de gevangenissen te Haarlem tot voorzitter Mr. L. II. Roeters van Lcnnep, officier van Justitie bij de rechtbank te Haarlem, thans lid tot lid F. G. E. Bolomcij, oud-lid van bet college van regenten over de gevange nissen te Leeuwarden, en J. van Konijnen burg. directeur van den gemeentelijken ge neeskundigen dienst to Haarlem, wonende aldaar op verzoek eervol ontslagen met dank Mr. A. H. van Ravestein als lid van den Voogdijraad te Rotterdam en benoemd als zoodanig J. G. L. Roder, koopman, wonende to Rotterdam op verzoek eervol ontslagen met dank C. Bcnit. als lid van den Voogdijraad te 's-Gra- venhage; benoemd met ingang van 16 Mei tot direc teur der strafgevangenis te Utrecht L. S. II. de liaan, thans adjunct-directeur. Benoemd tot inspecteur van het Lager Onderwijs in de inspectie Dokkum, A. Dijksterhuis, te Stadskanaal; tot lector in de afdeeling der werktuig bouwkunde aan de Technische Hooge- school te Delft, v.oor onderwijs in de werk tuigbouwkunde, de ingenieur A. J. Mollin- ger te Nijmegen; tot eerste rijkshavenmeester te Rotter* dam, A. D. Verschuur te 's-Gravenhage; tot referendaris der P.T.T., W. Dogterom, thans referendaris 2de klasse der P.T.T.; tot referendaris der P.T.T., de referenda ris 2de klasse der P.T.T., P. J. Jonker, di recteur van het P.T.T. kantoor te Boven- karspel-Grootebroek en is bij beschikking van den directeur-generaal der P.T.T. met ingang van 16 Juni 1930 aangewezen als directeur van het P.T.T. kantoor te Stads kanaal; benoemd tol commies bij 't hoofdbestuur der P. T. T. F. L. Ilensel thans bureel ambtenaar 1ste klasse, werkzaam gesteld bij genoemd hoofdbestuur (directie van den tcchnischcn dienst). Op verzoek eervol ontslagen met Ingang van 1 Mei 1930, de commies bij den P.T.T. dienst, A, Aldenberg. Op verzoek met 1 Juli eervol ontslagen met dank, de inspecteur der P.T.T. te 's Gra- venhago G. J. van Gordel en benoemd tot inspecteur referendaris der P.T T. B. J. E. ten Brink, directeur van het P.T.T.-kantoor te Roermond. Bij beschikking van den minister van financiën is de inspecteur der directe be lastingen enz. L. M. J. Hoebens, hoofd van do inspectie-Eindhoven 2do afdeeling, ver plaatst. naar de inspectie der 1ste afdeeling aldaar en aangewezen als hoofd van de inspectie. Een ver volging wegens op zettelijke en wederrech telijke beschadiging Amsterdam, 8 Mei. Krachtens 3e nieuwe jachtwet, gaf de minister van bin- nenlandscho zaken en landbouw op advies van de wildschade-commissie een jaaht- concessio op konijnen aan den makelaar W. N. v. B., die op het terrein van jhr. de Beaufort te Maarn met gebruikmaking van een fret jacht ging maken op konijnen; hij werd vergezeld door zijn helper, den wln-^ keiier J. v. V. Op een gegeven oogenblik liep de fret vast en W. N. v. D. gaf zijn helper opdracht de fret uit te graven, cn aldus geschiedde. Er werden twee groote kuilen gegraven, die echter later weer werden dicht ge* maakt. De eigenaar van het terrein, jhr. de Beaufort, wcnsclit echter niet, dat er op, zijn terrein werd gegraven, en hij deed pro ces-verbaal opmaken tegen molenaar en winkelier. Den winkelier werd opzettelijke on wederrechtelijke vernieling ten laste ge legd en den molenaar de uitlokking van dit feit. De rechtbank te Utrecht veroordeelde beide verdachten lot een geldboete van 0.50 subs 1 dag hechtenis. Beide verdachten gingen van dit vonnis in hooger beroep. De heer P. Boot, houtvester bij ha< Staatsboschbehcer, verklaarde het terrein zeer geschikt voor fretteeren. üitrooken zou z.i. veel gevaarlijker zijn geweest Volgens dezen get. deskundige wa6 dö schade voor den eigenaar van het terrr.n nihil, ook is het gewoonte een fret, indien hij vastloopt, uit te graven. Een andere getuige verklaarde, dat om te verhinderen dat de fret in het konijnen-* hol blijft het dier gemuilband moet wor den of de tanden moeten worden afgevijlde Requisitoir. De procureur-generaal wees er in zijn re quisitoir op, dat beido verdachten in het bezit waren van een ministerieele opdracht tot opruimen van schadelijk wild, doch geeft niet het recht wild of fret uit to gra- en. Zeer zeker zal dc minister aan art. 61 der Jachtwet niet hei recht ontleenen om opdracht te geven tot beschadiging van eens anders goed. De wetgever respecteert het eigendomsrecht cn maakt hier zéér on gaarne cn zeldzaam inbreuk op, en is zoo scrupuleus, dat wanneer het noodzakelijk is, schadevergoeding wordt toegekend. Betreffende art. 61 der jachtwet is door het Eerste Kamerlid, den heer Blomjous, de vraag aan den minister gesteld hoe deze dacht over dc uitvoering hiervan. De mi nister zegdo een zeer spaarzaam gebruik van hei bewuste artikel te zullen maken. Verdachten hadden zeer zeker niet het recht om to graven. Bovendien is het jag°n met dc fret niet op de juiste wijze gebeurd. Er werd slechts één dier gebruikr. de tan den waren niet gemuilband, er is niet ge poogd door üitrooken het doel te hereiken. Spi'. acht hier wel degelijk opzettelijke en wedcrochtelijke beschadiging en uitlokking hiervan aanwezig en eischt bevestiging van het vonnis van dc Utrechtecho rechthank. Als verdediging van beido verdachten trad op jhr. mr. O. W. van der Does, plaats vervangend landsadvocaat. PI. betoogde, dat de opdracht tot wildip- ruimen, inhoudt, dal gegraven mag wor den. De opdracht wordt slechts gegeven, wanneer een terrein en de omliggende lan derijen zeer veel last van wild ondervinden. Van beschadiging kan hier zeer zetter niet worden gesproken. Kinderen, die aan het strand een kuil graven, zijn toch ook niet bezig het strand to vernielen? Mocht men echter aannemen, dat hier een stukje ter rein werd vernield, dan is deze vernieling no? niet wederrechtelijk en dat is hier een delict bestanddeel. Terécht doen verdachten een beroep op do noodzakelijkheid van het graven. De wetgever schrijft hier een daad voor. en hieruit vloeit voort dat alle han delingen dienen te worden verricht die tot de uitvoering behcoren. PI. vroeg tenslotte .vrijspraak voor zijn cliënt.

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1930 | | pagina 7