AMËPSFOOETSCH DAGMAD
Nederland te Antwerpen
Zaterdag 10 Mei 1930
~DE EEMLAISDER'
28e Jaargang No. 264
EEN EENVOUDIG DOCH
WAARDIG GEHEEL
Nieuwe Hoogleeraren
te Groningen
VEEZIEKTENBUREAU
TE PARIJS
Vaccinatie tegen mond
en klauwzeer
HET UITGRAVEN VAN
EEN FRET
Principiëele kwestie
De Indische afdeeling thans reeds
geheel gereed
Binnen enkele dagen zal het Ncderland-
sche paviljoen op dc Wereldtentoonstelling
ie Antwerpen worden geopend Maandag
middag zal dr. F. F Poslhuma, oud-minis-
ler van landbouw, nijverheid en handel,
voorzitter van het Uitvoerend Comité van
dc Nederlandschc deelneming aan deze we
reldtentoonstelling, officieel de poorten tot
let stukje Nederland op Belgischen bodera
openen voor allen, die uit belangstelling of
uit zakelijke overwegingen willen zien wat
Nederland cn zijn koloniën zijn en wat zij
prestoeren;
Tot op verren afstand is de 30 NL hooge
pylonenpartij, die de bouwer van het Ne-
oerlnndsche paviljoen architect H. Th. Wij-
de\ ld. gnplaatit heeft, bij den ingang van
het overigens laag
gehouden tentoon
stellingsgebouw,
zichtbaar. Geduren
de den dag roept
.Nederland", hoog
in de lucht tegen de
pylonen geplaatst,
de- bctfopKers en als
zon zaï zijn on
dergegann, zal ten
viurtorenlfcht, zjo-
als cr zoovele langs
dc Nederlandschc
kusten staan als
veilige bakens voor
H. TE. WIJDEVELD do scheepvaart, de
^wijzer zijn van een veilige plaats, «en.
ni-'onsiellin'gsgebcuw, eenvoudig opge-
trekl.vn weliswaar, doch met eon eigen
chitecfuur.
Maantlag. bij dc officicelp opening in te-
iiv.cordigheid van den minister van Ar
il. Handel cn Nu verheid. Mr. T. J. Ver
schuur cn tal van andere autoriteiten,
•opt men geheel gereed te zijn. Toen wij
n dezer dagen een bezoek aan het pavil-
brachten, was men zoowel in- als uit-
ndig nog aan het timmeren, liet was de
l-vdsto hand, die nog aan ecnigo dingen
levelmoest worden. liet geheel was ech-
|i- ver genoeg gevorderd om een goeden
ien gedeelte van het Nederlandhche Pavil
joen op de Anlwerpsche tentoonstelling,
"juk van het werkelijk grootSClie geheel
pc ven.
Geheel gereed was do Indische af deeling,
lie onder rechtstn e.ksclie leiding van de
tierde afdceling van het Departement van
joloniën is ingericht. Met medewerking
n den heer ir. E. de Ivruyff, die als ge
legeerde in België van het Uitvoerend
fomité een zeer. groot aandeel heeft gehad
|do inrichting van de tentoonstelling,
ci'd cn aantal met electrisch licht verle-
fendigde glasknarten cn maquettes ge
lakt, terwijl bovendien een drietal dio-
ama's werd geschilderd. Dit moderne ex-
o.iiiematerinal werd door den bekenden
ndischen architect en kunstkenner, P. A-
oojem uitgebreid met een collectie fraaie
[iapositieven en foto's Dit -alles, aango-
uld met de uit Nederlandsch -Indië gezon-
en maquettes en foto's, vormde voldoende
ateriaal voor het inrichten van deze In-
ische expositie. Hoewel liet interieur van
de Indische afdeeling zeer eenvoudig is
houden, geeft zij een goed beeld van dc
groote beteékenis van ons land als koloni
serende mogendheid. De expositie, die een
Joppervlaktc beslaat van 17*00 M2., heeft als
versiering een collectie kostbare voort-
hrenselen van inlandscho kunsmijvorheid,
die de heer Moojen uit zijn verzameling
ter beschikking stelde. Met goedkeuring
van hot Koloniaal Instituut te Amsterdam
heeft de heer Moojen voorts tal van afgiet
sels laten maken van beelden van die in
stelling, waardoor hij een zeer fraaie Indi
sche toegangspoort voor de Indische afdee
ling heeft kunnen samenstellen, bestaande
uil oen samenstelling van authentieke af
gietsels van symbolicko fragmenten van
Javaanschc tempelgroepen i'Baraboedocr en
Ihmnbanan).
Met bovengenoemde moderne hulpmid
delen aangegeven vindt de bezoeker in de
Indische afdeeling nagenoeg alles wat hij
v<tnXederlandscli-Indie weten wil of eigen
lijk weten moetde geweldige uitgestrekt
heid van den Indische» archipel, de be
volking, dc bevolkingstypcn. landbouw,
wegenaanleg, overheidsmaatregelen op al
lerlei gebied, scheepvaart, verkeer, bouw
kunst, enz. Dat het luchtverkeer en dc
draadloos-telefonische verbinding tusschen
moederland en koloniën niet ontbreken,
spreekt vanzelf Te betreuren is, dat
niet meer te vinden is van en over onze
koloniën in de West.
Vormt do Indische afdceling op de bo
venverdieping van het paviljoen één ge
heel, de eigenlijko Ncderlandsche afdeeling
is door afgedekte doorgangen verdeeld in
drie gedeelten. Wanneer men het gebouw
door den hoofdingang binnentreedt, bevindt
mon zich in een reusachtige ontvangstzaal
met als wandbeschildenng een op modern-
artistieke wijze uitgevoerde voorstelling
van de groote bctcekcnis der Zuiderzee
werken voor ons land. Deze zaal, die
dienst doet als ontvangst-, en receptiezaal,
bevat verder de inzendingen op het gebied
\an Ncderlandsche kunstnijverheid.
In de aangrenzende zaal zijn dc officiee
le inzendingen ondergebracht, zooals dc
uitgebreide inzonding van het Departe
ment van Waterstaat, in samenwerking
mét de afdeelingen kunstverlichting
hvdrographie van het Departement van
Defensie, waardoor men een zeer goed beeld
krijgt wat Nederland vermag op het ge
bied van scheepvaart cn waterwegen.
De tweede afdeeling, welke men bereikt
door don overdekten doorgang, huisvest in
hoofdzaak de Nederlandsche machincnij
verheid, waar particuliere inzenders er
voor gezorgd hebben, dat het buitenland
kan zien, wat Nederland ook on het gebied
der industrie vermag.
Do derde afdeeling tcnslotto, groot cn
grootsch; bevat de inzendingen vun.de ge
meenten Arasterdam, Rotterdam, Dordrecht
en Vlissingem
Het zou te ver voeren in dit korte be
stek te vertellen wat or in al deze afdee
lingen te zien is. Zoowel do officieelc als
de particuliere inzendingen getuigen van
een goede voorbereiding, waardoor een
zeer mooi resultaat werd verkregen.
Het geheel eenvoudig, doch waardig
cn rustig zal voor ons land cn zijn ko
loniën op deze Wereldtentoonstelling een
gcede propaganda zijn. De verbinding tus
schen moederland cn koloniën op deze
tentoonstelling wordt onderhouden langs
een monumentale trap, waarop het Tabaks
bureau te Amsterdam en de Internationa
le Vcreeniging voor Rubborcultuur in Ne
derlandsch Indiö zeer interessante inzen
dingen hebben geplaatst.
Dot. men veel van do propaganda ver
wacht, moge voorts blijken uit het feit, dat
de Ncderlandsche Vcreeniging voor Vreem
delingenverkeer onder leiding van den heer
Van Deventer in de voorhal haar tenten
heeft opgeslagen.
Met een totale oppervlakte van 12 000 M2
is het Ncderlandsche paviljoen op deze We
reldtentoonstelling na Frankrijk en kolo
niën (15.009 M2.) cn Groot Britannié en ko
loniën (25.000 M2.) het grootste der buitcn-
landscho deelnemers. De Belgische afdee
ling beslaat een oppervlakte van 00.000 M2.
De lengte van het gebouw is 25 M. De
bouw in goedkooper materiaal, daar
het gebouw ten hoogste zes maanden
dienst zal doen en daarna zal worden af
gebroken werd uitgevoerd door do N.V.
Ned. Aannemings Mij. vb. firma H. F.
Boersma onder toezicht van het ingenieurs
bureau G. J. Langhout. Rondom het ge-
houw is een tuinaanleg, welke is tot stand
gekomen door de medewerking van een
sub-commissie uit den Nedcrlandschen
tuinbouw onder voorzitterschap van den
heer Ernst Krelage. Bij den tuinaanleg, die
door den tuinarchitect H. de Lange uit
Rotterdam is ontworpen, is cr naar ge
streefd tijdens den ganschen duur van de
tentoonstelling volop bloemen te kunnen
toonen. Dertigduizend Darwin- en andere
late tulpen staan er thans in bloei.
Vermelden wij tenslotte nog, dat a's ver
tegenwoordiger van den minister van ar
beid, handel en nijverheid de heer F. IC. J.
Heringa en als vertegenwoordiger van den
minister van koloniën de heer dr. L. J. v.
d. Waals met het Uitvoerend Comité heb
ben samengewerkt om lot een geslaagd ge
heel te komen.
van do christelijke school in de Lem&er.
Verder had de heer Wouters aan den heer
A L. J. Wijtzes, inspecteur van de Vereeni-
ging van Chr. Nat Schoolonderwijs verwe
ten, dat diens uitlating, als zou dc vredes
beweging van Kerk en Vrede schado toe
brengen aan de Chr. School, getuigdo van
.groote geestelijke arrogantie'*.
In het juist verschenen nummer van het
Paed. Tijdschrift protesteert de heer Wijtzes
tegen do beschouw.ngen van den heer Wou
ters. In een naschrift deelt de hoofdredac
teur, prof. dr. J. Waterink, mee, dat nu be
sloten is, *.lat voorlaan alle stukken slechts
geplaatst worden onder verantwoordelijk
heid van de hoofd» edactie.
In een „verklaring'' in hetzelfde tijdschrift
schrijft dc heer Wouters, dat hij bedankt als
redacteur en als secretaris der redactie van
het tijdschrift
Prof. Dr. J. de Haan en Prof.
Dr. E. H. Ilaselhoff
OVER ONDERWIJS EN VREDES-
EEWEGING.
Een conflict bij hot Paedap. Tijd.
schrift voor het Chr. onderwijs.
De redartcur-secrclaris van het „Paed.
Tijdschrift voo' het Chr Onderwijs", de heer
D Wouter*, had in het voorlaatste nummer
ran die periodiek in zijn „Critische revue"
o.m. behandeld het ontslag van den onder
wijzer F, Schurer, door het schoolbestuur
In de faculteit der geneeskunde voor on
derwijs in de histologie en de microscopi
sche anatomie te Groningen is, naar wij on
der onze Kon. besluiten uit de Stoatscou
rant meldden, benoemd dr. J. de liaan, ir
1884 geboren te Bakkeveen (Fr.). Hij genoot,
rfaar dc N". R. Ct. mededeelt, zijn vooroplei
ding aan liet gvmnasitijn te Leeuwarden en
studeerde daarna in de geneeskunde aan de
universiteit te Groningen, waar hij in 1912
tot arts werd bevorderd. Reeds als-student,
van 1908 af, was hij assistent aan het phy-
eiologisch laboratorium van prof. Hambur
ger. Behoudens een lange onderbreking ge
durende den wereldoorlog, toen hij als re
serve-officier van gezondheid dienst deed,
is hij steeds aan het physiologisch labora
torium verbonden gebleven, eerst als assis-
tem, daarna als conservator cn van 1 Janu
ari 1921 af als afdeelingsdirecteur, waarbij
hem m do eerste plaats het onderwijs in de
histologie en microscopische anatomie was
toevertrouwd. In 1920 promoveerde hij op
een proefschrift, getiteld: Bijdrage tot de
kennis van de levensverschijnselen der wit
te bloedlichaampjes. Nadat hem de persoon
lijke titel van lector in de algemecne biolo
gie was verleend, opende liij op 12 Maart
1921 zijn lessen als zoodanig met een rede,
getiteld- Het levend protoplasma en zijne
omgeving. Tijdens de, langdurige ziekte van
prof. Hamburger en latey diens overlijden is
hij geruiincn tijd belaft geweest met het ge
ven van onderwijs in- de physiologie. Zijn
wetenschap had vooral betrekking óp de
cel-phyeiologio cn physiologi6ch-cliemische
vraagstukken. De resultaten daarvan zijn
gepubliceerd in binnen- en buitenlandscho
tijdschriften. De laatste jaren heeft hij zich
vooral bezig gehouden met de 6tudie van de
eigenschappen van bloedcellen met behulp
van een methode om deze cellen buiten ver
band van het lichaam to kweeken.
De te Groningen nieuwbenoemde hoog
leeraar dr. E. H. Hazelhoff (voor onderwijs
in de zoölogie) is 1 April 1900 geboren te
Blijham, gem. Wedde (Groningen). Hij be
zocht het gymnasium te Winschoten, waar
hij in 1919 het einddiploma A. en B. behaal
de. Te Utrecht begon hij zijn botanische
studiën. Alle examens deed hij met lof en
hij promoveerde te Utrecht eveneens met
lof 5 Juli 1926 op een proefschrift getiteld:
Regeling van de ademhaling bij insecten en
spinnen Tijdens en na zijn studie te
Utrecht was hij leeraar in botanie aan
Rijks H. B. S. te Rotterdam en te Woerden.
In 1926 kre?g hij een uitnoodiging van de
Rockefeller Foundation om naar Kopenha
gen te gaan en tegelijk om het vraagstuk en
do bestrijding van schadelijke insecten in
de suikercultuur op Java te bestudeeren en
te bestrijden. Deze uimoodiging uit Indië
van de Xederland6che maatschappij van
suikercultuurondernemingen aanvaardde
hij.
Hij heeft verscheidene publicaties op het
gebied van de insectenbestrijding gedaan.
Dc entingen Calmettc-Guérin
DE OPGRAVINGEN TE ZAANDAM.
Men is opnieuw begonnen.
Zaandam, 9 Mei. In strijd met do ver
wachtingen zijn de Duitsche schatgravers
hedenmorgen teruggekeerd en hebben de
opgravingen hervat. De kuil aan het ?inde
der oude begraafplaats wordt weer open
gemaakt. Hieraan werken vijf menschen,
die hedenmorgen opnieuw zijn aangenomen.
Naar de heer Langbirt mededeelde, zijn
de noodige machines 6poedig te verwach
ten.
GEMEENTEWERKEN TE 's-GRAVENHAGE
Ir. F. v. d. Steen van Ommeren,
ingenieur in alyerueencn dienst.
's-Gravenbage, S Mei. B. en W. stel
len voor met ingang van 15 Mei op zijn ver
zoek eervol ontslag tc verleenen aan ir. F.
C. J. \an den Steen van Ommeren, als ad-
-unct-diiecteur der gemeentewerken. B. en
W. zijn voorni mens den heer v. d. Steen v
Ommeren inet ingang van denzelfdcn da
tum te benoemen ;oi ingenieur in algemee-
non dienst, waardoor net mogelijk zal zijn
van de keunis en de ervaring van dezen
hoofdambtenaar gebruik te blijven maken.
Voorts gaven B. en W. in overweging om
met ingang van 15 Me5 a.s te benoemen tot
adjunct-directeur der gemeentewerken den
hoofd-ingctueu'-af'eeluigschef van dezen
dienst ir. P. Dekker.
's-G raven hag e, 9 Mei. In de bijeen
komst van bovengenoemd bureau heeft de
directeur van het Vceartsenijkundig Staats
toezicht van Nederland zijn rapport over
„den actueelen stand van het vraagstuk
der tuberculosevaccinatie met do entstof
van Calmette-Guérin" in samenwerking
met den chef der veterinaire afdeeling van
het Centraal Laboratorium voor de Volks
gezondheid uitgebracht ingeleid.
Dr. Berger kwam tot de conclusie dat het
meer dan ooit noodzakelijk is dat alge
meen uitvoering wordt gegeven aan do op
zijn voorstel vorig jaar aangenomen reso
lutie, dat in do verschillende landen do en
tingen worden verricht overeenkomstig de
protocollen I of II van de speciale veteri
naire commissie van de hygiëne-afdeeling
van den Volkenbond. Verder dat gezien de
tot dusver verrichte nroef-entingen de vac
cinatie met den B.C.G.-steun kan zijn bij de
t.b.c.-bestrijding in sterk geïnfecteerde vee
bedrijven, mits uitgevoerd door den betrok
ken staatsdienst. Dr. Bergor legde nog den
nadruk op het gevaar voor den veehandel
in eigen land en internationaal dat ligt in
het positief reagecren van de geënte dieren
op dc luberculinatie. Hij acht het wensche
lijk dat hiermede rekening wordt gehou
den. De door dr. Berger ten slotto voorge
stelde conclusies zijn met algemeen© stem
men aanvaard.
Dr. Frenkel bracht de beteekenis van de
pathologisch-anatomisclie onderzoekingen
voor do beoordeeling van het B.C.G.-experi-
ment naar voren.
Bij het mond- en klauwzeer-vraagstuk
vestigt de directeur der Rijksserum-inrich
ting te Rotterdam, dr. Lourens, de aandacht
cr op zulks in verband met een van
wege het bureau gehouden enquête, dat
ihans in Nederland behalve het tot dusver
voorkomende type A, 6inds een paar maan
den oók de stam O van de mond-en klauw-
zecr-smetstof door do Rijksseruminrichting
is vastgesteld Hij deed verder mededee-
Imgcn over de aan genoemde inrichting
vcreischte proefnemingen betreffende de
actieve immuniseering tegen het mond- en
klauwzeer met het vaccin van Vallée.
MOTORRIJDER TEGEN EEN AUTO
GEBOTST.
Het slachtoffer in den gras
kant onverzorgd laten liggen
Op den Ringdijk, nabij den Lisserweg in
Haarlemmermeer, kwam do bestuurder van
ten motorrijwiel, de heer K. uit den Haag,
in botsing met een uit tegenovergestelde
lichting komende auto, dio echter links van
den weg reed. K. kwam daarbij zoodanig te
vallen, dat hij niet in staat was zich op te
richten.
Do inzittenden van den auto legden hem
in de grasberm en zeiden een dokter te zul
len halen, maar zij waren na meer dan 2
uur nog niet teruggekeerd, zoodat dien go-
hcelen tijd ao motorrijder, die veel pijn had,
in het gras heeft moeten liggen.
Een voorbijgang?»', die hem vond liggen,
ging direct hulp halen.
Do ontboden geneesheer constateerde een
dubbclo beenbreuk en achtte overbrenging
naar het ziekenhuis te Leiden noodzakelijk.
Letter en nummer van den auto konden
worden opgenomen.
UIT DE STAATSCOURANT.
Benoemd tot burgemeester van Brou
wershaven C. Gast
ingetrokken het gestelde in Koninklijk
besluit van 1 April 1930, no. 52, betreffende
den gcneraal-mujoor C. A. Prins, comman
dant van de 3e divisie
met ingang van 1 Mei benoemd bij het
wapen der artillerie tot luitenant-generaal,
de generaal-majoor C. A. Prins, comman
dant der 3e divisie en is hij ter zake lang-
durigen dienst op zijn verzoek eervol ont
slagen uit den milit. dienst met dank voor
de veeljarige en belangrijke diensten door
hem den lande bewezen
bepaald dat Hr. Ms. pantserschip Her
tog Hendrik op een door den minister van
defensie te bepalen datum te Willemsoord
zal worden uit den dienst gesteld en de
kapitein ter zee J. Bosma met bedoelden
datum eervol ontheven van het bevel over
genoemden bodem:
benoemd in het college van regenten over
de gevangenissen te Haarlem tot voorzitter
Mr. L. II. Roeters van Lcnnep, officier van
Justitie bij de rechtbank te Haarlem, thans
lid tot lid F. G. E. Bolomcij, oud-lid van
bet college van regenten over de gevange
nissen te Leeuwarden, en J. van Konijnen
burg. directeur van den gemeentelijken ge
neeskundigen dienst to Haarlem, wonende
aldaar
op verzoek eervol ontslagen met dank
Mr. A. H. van Ravestein als lid van den
Voogdijraad te Rotterdam en benoemd als
zoodanig J. G. L. Roder, koopman, wonende
to Rotterdam
op verzoek eervol ontslagen met dank C.
Bcnit. als lid van den Voogdijraad te 's-Gra-
venhage;
benoemd met ingang van 16 Mei tot direc
teur der strafgevangenis te Utrecht L. S. II.
de liaan, thans adjunct-directeur.
Benoemd tot inspecteur van het Lager
Onderwijs in de inspectie Dokkum, A.
Dijksterhuis, te Stadskanaal;
tot lector in de afdeeling der werktuig
bouwkunde aan de Technische Hooge-
school te Delft, v.oor onderwijs in de werk
tuigbouwkunde, de ingenieur A. J. Mollin-
ger te Nijmegen;
tot eerste rijkshavenmeester te Rotter*
dam, A. D. Verschuur te 's-Gravenhage;
tot referendaris der P.T.T., W. Dogterom,
thans referendaris 2de klasse der P.T.T.;
tot referendaris der P.T.T., de referenda
ris 2de klasse der P.T.T., P. J. Jonker, di
recteur van het P.T.T. kantoor te Boven-
karspel-Grootebroek en is bij beschikking
van den directeur-generaal der P.T.T. met
ingang van 16 Juni 1930 aangewezen als
directeur van het P.T.T. kantoor te Stads
kanaal;
benoemd tol commies bij 't hoofdbestuur
der P. T. T. F. L. Ilensel thans bureel
ambtenaar 1ste klasse, werkzaam gesteld
bij genoemd hoofdbestuur (directie van den
tcchnischcn dienst).
Op verzoek eervol ontslagen met Ingang
van 1 Mei 1930, de commies bij den P.T.T.
dienst, A, Aldenberg.
Op verzoek met 1 Juli eervol ontslagen
met dank, de inspecteur der P.T.T. te 's Gra-
venhago G. J. van Gordel en benoemd tot
inspecteur referendaris der P.T T. B. J. E.
ten Brink, directeur van het P.T.T.-kantoor
te Roermond.
Bij beschikking van den minister van
financiën is de inspecteur der directe be
lastingen enz. L. M. J. Hoebens, hoofd van
do inspectie-Eindhoven 2do afdeeling, ver
plaatst. naar de inspectie der 1ste afdeeling
aldaar en aangewezen als hoofd van de
inspectie.
Een ver volging wegens op
zettelijke en wederrech
telijke beschadiging
Amsterdam, 8 Mei. Krachtens 3e
nieuwe jachtwet, gaf de minister van bin-
nenlandscho zaken en landbouw op advies
van de wildschade-commissie een jaaht-
concessio op konijnen aan den makelaar W.
N. v. B., die op het terrein van jhr. de
Beaufort te Maarn met gebruikmaking van
een fret jacht ging maken op konijnen; hij
werd vergezeld door zijn helper, den wln-^
keiier J. v. V.
Op een gegeven oogenblik liep de fret
vast en W. N. v. D. gaf zijn helper opdracht
de fret uit te graven, cn aldus geschiedde.
Er werden twee groote kuilen gegraven,
die echter later weer werden dicht ge*
maakt. De eigenaar van het terrein, jhr.
de Beaufort, wcnsclit echter niet, dat er op,
zijn terrein werd gegraven, en hij deed pro
ces-verbaal opmaken tegen molenaar en
winkelier. Den winkelier werd opzettelijke
on wederrechtelijke vernieling ten laste ge
legd en den molenaar de uitlokking van dit
feit. De rechtbank te Utrecht veroordeelde
beide verdachten lot een geldboete van
0.50 subs 1 dag hechtenis.
Beide verdachten gingen van dit vonnis
in hooger beroep.
De heer P. Boot, houtvester bij ha<
Staatsboschbehcer, verklaarde het terrein
zeer geschikt voor fretteeren. üitrooken
zou z.i. veel gevaarlijker zijn geweest
Volgens dezen get. deskundige wa6 dö
schade voor den eigenaar van het terrr.n
nihil, ook is het gewoonte een fret, indien
hij vastloopt, uit te graven.
Een andere getuige verklaarde, dat om
te verhinderen dat de fret in het konijnen-*
hol blijft het dier gemuilband moet wor
den of de tanden moeten worden afgevijlde
Requisitoir.
De procureur-generaal wees er in zijn re
quisitoir op, dat beido verdachten in het
bezit waren van een ministerieele opdracht
tot opruimen van schadelijk wild, doch
geeft niet het recht wild of fret uit to gra-
en. Zeer zeker zal dc minister aan art. 61
der Jachtwet niet hei recht ontleenen om
opdracht te geven tot beschadiging van
eens anders goed. De wetgever respecteert
het eigendomsrecht cn maakt hier zéér on
gaarne cn zeldzaam inbreuk op, en is zoo
scrupuleus, dat wanneer het noodzakelijk
is, schadevergoeding wordt toegekend.
Betreffende art. 61 der jachtwet is door
het Eerste Kamerlid, den heer Blomjous,
de vraag aan den minister gesteld hoe deze
dacht over dc uitvoering hiervan. De mi
nister zegdo een zeer spaarzaam gebruik
van hei bewuste artikel te zullen maken.
Verdachten hadden zeer zeker niet het
recht om to graven. Bovendien is het jag°n
met dc fret niet op de juiste wijze gebeurd.
Er werd slechts één dier gebruikr. de tan
den waren niet gemuilband, er is niet ge
poogd door üitrooken het doel te hereiken.
Spi'. acht hier wel degelijk opzettelijke en
wedcrochtelijke beschadiging en uitlokking
hiervan aanwezig en eischt bevestiging van
het vonnis van dc Utrechtecho rechthank.
Als verdediging van beido verdachten
trad op jhr. mr. O. W. van der Does, plaats
vervangend landsadvocaat.
PI. betoogde, dat de opdracht tot wildip-
ruimen, inhoudt, dal gegraven mag wor
den. De opdracht wordt slechts gegeven,
wanneer een terrein en de omliggende lan
derijen zeer veel last van wild ondervinden.
Van beschadiging kan hier zeer zetter niet
worden gesproken. Kinderen, die aan het
strand een kuil graven, zijn toch ook niet
bezig het strand to vernielen? Mocht men
echter aannemen, dat hier een stukje ter
rein werd vernield, dan is deze vernieling
no? niet wederrechtelijk en dat is hier een
delict bestanddeel. Terécht doen verdachten
een beroep op do noodzakelijkheid van het
graven. De wetgever schrijft hier een daad
voor. en hieruit vloeit voort dat alle han
delingen dienen te worden verricht die tot
de uitvoering behcoren.
PI. vroeg tenslotte .vrijspraak voor zijn
cliënt.