KINDERCOURANT
De rubriek van Oom Pim
ZOETE BROODJES
BAKKEN
NAAR STAD
Fouten-Zoekplaatje.
ïk heb verleden week beloofd om jullie
weer eens iets te vertellen. Aangezien ik
altijd denk aan het spreekwoord „Belofte
maakt schuld" zal ik ook beginnen met een
verhaal. Vorige maal was het over een
nachtwandeling, nu zullen wij den grond
gaan verlaten cn eens gaan zien wat wij
waarnemen als we met een vliegtuig bo
ven onze provincie zijn.
Het was verleden jaar toen ik nog bij oen
andere courant werkte, dat ik het geluk
had om eens een vlucht met een der vlieg
tuigen van de Koninklijke Luchtvaart
Maatschappij te mogen meemaken. liet
kwam geheel onverwacht, 's Morgens om
10 uur zei m'n chef, dat ik om elf uur in
Soesterberg moest zijn om wat te gaan
schrijven over de pleziervluchten boven
Utrecht. Ik had al lang gehoopt op zoon
uitstapje, zoodat ik binnen den kortst mn
gelijken tijd van het redactiebureau west
was naar de autobus, die ma naar Soester
berg zou brengen. Een paar collega's van
me gingen ook voor het eereL Of we bang
waren? Nou, eerlijk gezegd, er werd druk
ker gesproken dan anders het geval was
en dat bcteekent voor mij altijd dat de
stemming minder kalm is dan gewoonlijk.
Enfin, in Soesterberg deden wij net alsof
Wc ervaren luchtreizigers waren. De vlle-
ge die ons naar boven zou brengen ver
telde van z'n vlucht naar lud'ë alsof het
een uitstapje met de bus was van Amers-
foi rt naar Baarn
,Wat is ons vluchtje dan toch nog klein"
pachten we.
De Fokker-machine stond geduldig te
wachten, de aluminium schroef blonk in de
felle zonnestralen De vlieger „klimt"' in
z'n dikke leeren vliegjas, zet z'n leercn kap
cn vliegbril op cn klautert in de cockpit
(de plaats waar de bestuurders van do
vliegmachine zitten). Wij volgen zijn voor
beeld, doch gaan m de romp van het toe
stel; door een ruitje kunnen wij de instru
menton zien welke de man-in het-leer moet
bedienen om ons de lucht in te voeren. Een
zucht van den motor cn direct daarop een
lievig geronk. De schroef is niet meer te
zien, hij draait met een reusachtige snel
heid en jaagt het zand meters ver onder
de machine door. Wij kunnen elkaar nau
welijks verstaan. De vlieger kijkt lachend
in de passagierskajuit, hij verzet een knop.
de motor begint nog harder te draaien en
de vliegtuigloodscn snellen ons voorbij. Wij
lijden, of beter gezegd: wij hobbelen over
de vliejzheide. Plotseling krijgen wij het ge
voel of we met een schommel heel snel om
hoog gaan, wij zien door het zijraampje cn
opeens een algemeene uitroep: wij zun
in de lacht.
liet is alsof wij met geweld omhoog wor
den getrokken. Wij hebben geen oogen ge
noeg. Links en rechts de aardige kleine
huisjes der verschillende provincie-plaat
sen. Baarn. Soest. Zeist, den Dolder, Bilt-
hoven, zij vliegen onder ons heen. Ik kijk
nieuwsgierig op een der vele meters in de
bestuurders ruimte: 160 K.M per uur! Je
hebt er geen flauw idee van. Een groote
huizenmassa voor ons, waar midden in een
lange stompe toren staat UI recht cn de
Domtoren. Vele zilveren linten loopen naar
die groote huizencomplexen toe: het Mer-
vvedekanaal, Vaartsche Rijn, Oude Rijn,
Kromme Rijn en de Vecht. Een groote wa
tervlakte opzij van ons en een eind verder
wéér een. Het zijn de Loosdrechtsche plas
sen en de Zuiderzee. Dit alles zagen wij
toen wij op bijna 1000 meter hoogte waren
in één oogopslag. „Vliegen geeft, tóch wel
een genot" zoo verbrak een van de tocht-
genooten de stilte. Allen waren vol bewon
dering.
Op eens draait de horizon omhoog. Wal
nu? Wij vergissen ons: de horizon blijft
zooale-ie is, maar de vliegmachine helt
over, de piloot neemt de bocht om den
Domtoren, die als een groote peperbus te
midden der grijze en roode daken oprijst.
Wij zien meteen weer het vliegveld Soester
berg in de verte liggen: een open vlakte
tusschen de bosschcn met hier en daar een
gele vlek zand.
Weer komt het gevoel in ons alsof wij
met een luchtschommel naar beneden gaan
Wij dalen! De boómen komen naar ons toe,
de huizen worden duidelijker. Een schokje;
de wielen raken den grond.
De vlieger stuurt het toestel weer netje;
naar de plaats vanwaar we zijn vertrokken
De tocht behoort weer tot het verleden.
Allen stapten zeer voldaan uit het voe-
stel, zonder „luchtziek" te zijn geweest. Het
schijnt nog wel eens voor te komen, dat
passagiers luchtziek worden, want bij it de
re zitplaats is een aantal dikke papieren
zakken gelegd, waarop zéér duidelijk staat
vermeld „voor luchtziekteMeer behoef ik
zeker niet te schrijven
Ik kan alleen rustig verklaren, dat ik er
géén gebruik van heb gemaakt, oók niel
toen ik dit jaar even vóór Paschen met
stormweer heb gevlogen.
DE CORRESPONDENTIE.
Kampioen. Het is verstandig als je
die neeten uitroeit, want als ze blijven zit
ten wordt er groot schade door veroorzaakt
Jij gaat een prettigen tijd tegemoet zeg. Ik
wou dat ik zooveel verjaardagen tegoed
had, dan had ik tenminste nog ecnige pret
jes in het uitzicht.
Zonneroosje. Och, die vraag over
dat poezie-album vond ik niet raar, maar
eerlijk gezegd, heb ik geen tijd om een ge
dichtje ervoor te bedenken. Ik zal die Er-
dalpunten aan Bobby geven; hij zal er wel
blij mee zijn denk ik.
Kerstroos. Bedankt voor je zegels;
ik hoop er nog een van m'n nichten of ne
ven een plezier mee te kunnen doen.
Matroosje. Je bent van harte wel
kom. Ik hoop dat je een trouw raadselnicht
zult worden en de raadsels goed zult op
lossen.
Dwerg. Je wordt bedankt voor je
plaatjes; zij zullen hun weg wel vinden
naar de liefhebbers. Wanneer vertel je me
weer eens een en ander bij je raadsels; je
briefjos zijn den laatsten tijd zoo kort Óf
heb je het soms druk op school? Als dit
het geval is, gaat het natuurlijk vóór alles
Me can o. Dubbele dank: lo voor jo
plaatjes en 2o voor je raadsel. Ik zal van
het laatste een dankbaar gebruik maken.
Jasmijn. Ik kan me op het oogen-
blik niet precies meer herinneren of ik dat
raadsel al eens heb gehad. Ik feliciteer je
vast met je verjaardag cn hoop dat je veel
mooie cadeaux zult krijgen.
Cupido. Ik wensch je veel succes
met je vliegersport. Vervelend hè, dat ze
steeds probeeren je vlieger stuk te gooien;
daar kan ik nu niets aardigs aan vinden.
Rozenknop. Dat is een aardig le
dental voor zoo'n vereeniging, die slechts
een onderdeel vormt van een wijk-vereeni
ging. Vind-jo de gymnastiek prettig; zeker
wel hè? Ik was vroeger tenminste ook al
tijd een dolle liefhebber van gymnastiek.
Ik zal aan je naam denken, maar vind-je
het niet beter om ter voorkoming van ver
gissingen een anderen naam te nemen?
Wat denk je van den naam ..pijlkruid"?
Vlinder. Je bent niet de ecnige, die
Zondag teleurgesteld is; ik had een tocht
naar Scheveningen willen gaan maken, maar
het slechte weer heeft me ervan terug ge
houden. Ik vrees, dat wij de Meimaand niet
veel buiten zullen komen, vooral niet nu
wij onweer krijgen. Enfin, wij zullen maar
het beste ervan hopen. Ja, die voetbaluit
slag was niet mooi, maar volgens het ver
slag hebben de Belgen toch verdiend ge
wonnen.
K w i k. Ik ben blij, dat je zoo'n dieren
vriend ben; ik hou zelf ook erg veel van
dieren. Het ruiterfeest heb ik niet heelo-
maal gezien, ik ben alleen Zaterdagmor
gen even op het springterrein aan de Leus-
derhei wezen kijken.
Indiaan. Natuurlijk mag je met de
raadsels mee doen; ik vind het altijd pret
tig als er veel nichten en neven in m'n
familie zijn. Bedankt voor je bonnen. Maar
vertel me eens, wat voor Verkade s bonnen
wil je hebben?
Bruinoog. Dat examen staat dan al
gauw voor de deur. Ik zou nog maar eens
extra hard ervoor werken, want de examens
vallen de laatste jaren niet erg mee! Ik
wensch je vast goed succes. Ik hoor zeker
wel van je of je geslaagd bent hè? Ik twij
fel er niet aan of je zult er door komen
want ik verwacht niet, dat ik nichten of
neven heb, die voor hun examen zakken.
Condor. Je wordt vriendelijk be
dankt voor je bonnen. In den ruilhandel
zul je zien, dat ik ook wat voor jou heb.
Bobby. Ik heb aan je gedacht, zie
maar in den ruilhandel. Wanneer schrijf je
weer eens een langeren brief?
C1 y v i a. Prettig dat je de lessen weer
kunt bijhouden. Als je buiten je schuld ach
ter raakt is altijd dubbel vervelend. Ik kan
niet anders doen dan je goed succes toewen
schen met het inhalen der lessen.
Iris. Ik geloof wel. dat jij de plant-
tjes. die je voor den wedstrijd krijgt, goed
zult verzorgen. Het zal mij benieuwen wat
voor plantjes je krijgen zult.
Waterlelie. De Erdatpunten heb ik
reeds eerder aan Bobby beloofd. Als ik weer
nieuwe krijg, zal ik het in den ruilhandel
zetten; ik reken erop, dat je me dan nog
even zult helpen herinneren. Ik heb van
de r.-eek ook gedacht dat we weer herfst
kregen, maar ik hoop toch maar dat ik het
voorloopig nog mis geraden heb!
Luidspreker. Bedankt voor je
plaatjes en je raadsels. Het eerste is goed,
doch het tweede is te lastig. De staat in
Zuid-Amerika is niet Olivia, maar Bo
livia!
De oplossingen.
I. Beter één vogel in de hand, dan tien
in de lucht met: eten, Annie, Albert, veld,
teer, Dordrecht, Dina, guit en hond
ONZE RUILHANDEL.
Zonneroosje. Zond me ecnige Erdal
punten voor Bobby. Zij hebben dezelfde
waarde als pelikanen. Bobby kan
Maandagmiddag komen halen. Wie helpt
Zonneroosje nu eens aan Van Nello's of
Van Houten's bonnen?
Kerstroos heeft me weer een hoeveel
heid postzegels gestuurd. Wie kan ik er een
dienst mee bewijzen?
Dwerg heeft m'n plaatjesverzameling
verrijkt met 2 plaatjes van de cavamelfa
brieken uit Breda, 1 plaatje van do koffie
van Wiljes en 2 plaatjes van het roodband
album. Wie kan ze gebruiken?
M e c a n o was zoo vriendelijk me nog 2
paddenstoelcnplaatjes te sturen. De liefheb
bers waarschuwen me maar als zij zé wil
len hebben.
Indiaan heeft me gegeven: 1 Droste
bon (West-Indische chocolade) en 7 plaatjes
van Verkade s album „Kamerplanten" Wie
wil er zijn verzameling mee aanvullen?
Condor heeft me weer een groot aantal
Verkades paddenstoelen bonnen gestuurd
Wie wil zo hebben? In ruil ervoor heb ik
voor Condor wat postzegels klaar gelegd,
Degenen die hij reeds heeft, krijg ik zeker
wel volgende week terug hè.'
Luidspreker gaf me niet minder
dan 100 plaatjes van Bussink s album. Wie
kan ze gebruiken? Ik heb er nu reeds 200!
OOM PIM
II
R G K N
Eend
G a 1
b
N
De prijs is deze week in het bezit geko
men van'Bobby, die hem Maandagmid
dag aan ons bureau kan komen afhalen.
Nieuwe ro ds6ls.
I
(Van Mecano).
Mijn geheel is een spreekwoord ü.u uit
5 woorden bestaat en gevormd wordt door
25 letters.
6, 2, 8, 5 is rond.
1. 3, 7, 4, 10, 12, 16, 20, Zi is een plaats
in Drenthe.
21, 5, 19, 25 is verdriet.
22, 23, 9 is een verkorte jongensnaam.
17, 10, 18, 20, 11 heeft oom Pim.
12, 23, 13, 24, 5, 14 is een plaatsje in Zuid-
Holland.
II
X
X
X
x
X
x
X
X
X
Op de zig-zag kruisjeelijn komt de naam
van een stad in Noord Holland.
Op de eerste rij: een visch.
Op de tweede rij: een familielid.
Op de derde rij: een kleur.
Op de vierde rij: een kunstproduct.
Op de vijfde rij: een rivier in ons land.
Op de zesde rij: een lichaamsdeel.
Op de zevende rij: een rustplaats.
Op de achtste rij: een deel van een boom.
Op de negende rij: een insect.
door
C. E. DE LILLE HOGERWAARD.
Pim was een echte bengel. In huis en op
school, overal haalde hij kattckwaad uit.
Dat bezorgde hem natuurlijk menig standje
cn zelfs dikwijls straf.
Op een keer had Vader weer een klacht
gekregen van de oude juffrouw, die naast
hen woonde. Pim had herhaaldelijk zijn bal
tusschen de bloemen in haar tuintje ge
gooid en niettegenstaande juffrouw Berends
zoo heette de buurdame hem meer
malen gewaarschuwd had,-liet hij het niet.
Integendeel: plotseling kwam do bal met
ccn vaartje in haar serie terecht en
wierp een mooie vaas' in verscheiden stuk
ken op den grond! Juffrouw Berends na
tuurlijk boos en heel boos ook! Op hooge
becnen was zc naar Pims vader geloopen oü
had hem haar grieven medegedeeld.
Vlak daarna ging de familie eten. Vader
was van plan Pim dadelijk na tafel bij zich
to roepen en hem onder vier oogen tc zeg
gen, dat het nu uit moest zijn met ballen
in den tuin cn hijgde aangerichte schade
bij juffrouw Berends uit zijn spaarpot be
talen moest, Voorloopig zei Vader echter
niets.
Onrustig zat Pim heen en weer te schui
felen. Betje, het dienstmeisje, had hem ver
teld, dat juffrouw Berends bij Vader ge
weest was en heel boos gekeken had. P'rn
begreep 't maar al to goed: er zou wat voor
hem opzitten! Maar waarom zoi Vader
niets? Zou zou het mogelijk zijn, dat
juffrouw Berends over iets anders was
komen spreken? Maar waarover dan? Pim
betwijfelde het, al hoopte hij het clan ook
nog zoo!
Zou Vader boos zijn? Ja, als hij dit maar
wist! Dan wist hij immers genoeg! Vader
keek zijn kant niet uit, maar dat kon na
tuurlijk toeval zijn! Eens probeeren, of
Vader boos was? Maar hoe? Wacht! daar
gleed Vaders servet van zijn knie! Die zou
hij nu eens gedienstig oprapen, 't Was een
mooie gelegenheid Vader scheen zijn
servet nog niet te missen.
„Alstublieft Vader!" zei Pim in het vol
gend oogenblik, maar Vader zei gewoon:
„dank je, Pim!" niet boos en niet vriende
lijk. Daar schoot hij dus niet mee op!
Dan iets anders geprobeerd! Hij dacht en
dachteindelijk wist hij wat! En hij
vroeg:
„Zal ik u na den eten weer helpen met
de oude tijdschriften in volgorde te leggen,
Vader?"
Even keek Vader hem onderzoekend aan.
Toen klonk het onverbiddelijk:
„Nee Pim, dank je wel. Je hoeft heusch
geen zoete broodjes te bakken, jongetje!"
Pim wist genoeg: hij was er bij, en leelijk
ook! Het verbaasde hem dan ook heelcmaal
niet, dat Vader, toen hij van tafel opstond,
tegen hem zei:
Twee meisjes, op klompjes zoo helder en
wit,
Die gingen tesamen naar stad too.
Het molentje draaide,
Hun rokjes, die waaiden,
Ze werden van 't lachen en zingen niet moe.
Ze droegen ccn mandje en daar zaten In
Wat boter en lekkere eitjes.
En waren z' in stad,
Dan verkochten zo dat,
Dat wisten ze wel met hun beidjes!
En komen die meisjes dan straks weer
terug,
Wel, leeg is dan zeker hun mandje!
Dan lachen zc vroolijk
En roepen ze oolijk:
,,De beurs is gevuld tot het randje!1-
RO FR.
„Ga jij eens even met me mee, Pim!"
Met lood in zijn schoenen liep Pim achter
zijn vader aan. Zelfs Hans, zijn kleine
broertje begreep, dat er wat voor Pim „op
zat."
Den volgenden dag "t was Woensdag
middag was Hans bezig de knikkers to
bekijken, welke hij dien morgen van Tante
Tony, die bij hen was komen logeeren, ge
kregen had. Prachten waren het!
Pim zou er bijna jaloersch van wordeu
Taatc had hem wel een heel mooi jongens
boek meegebracht, maar.... die knikkers
van Ilans!
Verlangend keek hij er naar. Hans was
echter niet van plan er afstand van te
doen. Pim had immers een boek!
Pim bleef staan kijken naar de mooie
knikkers.
„Zeg Hans!" zei hij eindelijk. „Zal ik je
wat voorlezen uit mijn nieuwe boek?
Hans, die zijn broertje maar al te goed
kende en begreep, dat hij -als belooning op
een knikker misschien wel meer dan
één' hoopte, antwoordde met het ern
stigste gezicht der wereld:
Nee hoor, Pim! Je hoeft heusch geen
krentebollen te bakken'"
E\en moest Pirn over dit gezegde naden
ken, maar toen schoot hij in een onbedaar-
lijken lach en zei eindelijk:
,0, Je bedoelt zeker: zoete broodjes
bakken, domme jongen!"
,Ik ben heelemaal niet dom!" riep Hans
beleedigd uit. ,,'t Is bijna 't zelfde en kren
tebollen zijn nog lekkerder!"
En Pim kreeg geen enkelen knikker mee!
KEIZERLIJK BEVEL.
Soms gebeurt het wel eens, b.v. bij op
gravingen in ons land, dat er kannen ge
vonden worden met drie ooren.
Men heeft zich afgevraagd waarom er
kannen gebakken werden met drie ooren
cn achteraf blijkt, dat daar wel degelijk een
reden voor was.
't Was in den tijd van Karei V en de
legende gaat, dat deze, op jacht zijnde, plot
seling ccn onweerstaanbare lust in bier
kreeg.
Zoek de negen fouten in dit plaatje.
liet gcheele jacht-gezelscliap stapte nu
af bij een kleinen herberg, waar de waard
zich beijverde hen tc voorzion van lekker
koud bier.
Het eerst kwam hij met z'n kan, die één
oor had bij Keizer Karei aan. Natuurlijk
hield hij de kan bij het oor vast. Maar dit
was niet naai* den zin van den Keizer, dio
hem terug zond, om het bier te brengen in
een kan met twee ooren.
De herbergier, een goedige dikzak, met
ccn echt bierbuikje, kwam teruggesjokt en
bracht nu de kan met schuimend bier,
diehij aan twee ooren vasthield.
„Kijk nu zoo'n ezel!" tierde dc Keizer.
„Hoe moet ik die kan nu aanpakken?"
Toen hij wegging, gaf hij het bevel, dat
er kannen gebakken moesten worden, die
drie ooren hadden. Zijn bevel werd onmid
dellijk opgevolgd en tijdens zijn regeering
althans bestonden er kannen met drio
ooren.
GOOCHELKUNSTJE.
Wil je alle huisgenooten eens flink in
verbazing brengen door een aardig foppe-
rijtje?
Wel, dan doe je het volgende:
Je tracht het gaat niet zoo vlug als je
wel denkt vier centen bijeen te krijgen (je
denkt is dat nu zoo'n toer?) maar wacht
even... van die vier centen moeten er drie
hetzelfdo jaartal hebben, terwijl no. 4 van
een ander jaar is.
Je gooit die vier centen in een hoed en
bedekt zo met een zakdoek
Nu vraag je aan een van de huisgenooten
uit den hoed die cent te visschcn, die een
ander jaartal draagt, dan de drie andere.
t Moet al heel raar loopen, als hen dit
lukt en we nemen dan ook maar aan, dat
het niet lukt.
Dan kom jij en je kunt het wel. Hoe? dat
zal ik je zeggen.
Je hebt vóór je het kunstje deed, de drie
centen met hetzelfde jaartal in den marme
ren gang, of op den steenen aanrecht ge
legd, terwijl je no. 4 al dien tijd in jo hand
hield. Er is dus een aanmerkelijk verschil
m warmte te voelen tusschen de drie en
dien ecnen cent.
Je laat, als het kunstje door je huisge
noot mislukt is, cent no. 4 nog eens goed
door alle huisgenooten bekijken, alvorens
dién bij de drie andere centen te gooien.
Het zal je dan niet moeilijk vallen no. 4
eruit te visschcn en er is niemand onder
de aanwezigen, die iets van het k-mstjo
snapt. (H. Revue).