AMEBSFÖÖKISCR DAGBLAD Langestraat 23 Telefoon 217 Zaterdag 21 Juni 1930 Ij -DE eemlander: 28e Jaargang No. 298 Essences voor Limonade, per flacon 35 cent. n j Victoriawater Spuitwater - Sodawater V« U» W TWEEDE BLAD BINNENLAND Tekort van 't Spoorweg pensioenfonds Bonte verscheidenheid van meeningen De Reeuwyksche plassen Heropening van de Plasmolen WIJZIGING VAN HET POSTTARIEF Wij maken Uw oude Kapok matrassen als nieuw op tegen billijk tarief. VRAAGT INLICHTINGEN DE FAAM, Langestraat 2 en 5 FEUILLETON Niet door menschenhanden gebouwd Slaapkamer- of Keukenspiegeltje Het voorstel vergt niets van het personeel Ir. de memorie van antwoord betreffende het wetsontwerp tot voorziening in het te- hort van het Spoorwegpensioenfonds con- stateeren do ministers van waterstaat on van financien, dat tegenover liet regee- rirvgsvoorstel, dat van de annuïteit ter dekking van het fondstekort zooveel ten laste brengt als het telkens blijkt te kun nen dragen, cn het overige ten laste van den Staat, in het voorloopig verslag de vol. gende zes denkbeelden werden geopperd: a. ten laste van N.S, 3 i 4 millioen, het overige ten laste van den Staat; b. alles ten laste van den Staat; c. ten laste van N.S. dekking van het te kort van vóór 1912, het overige ten laste van den Staat; d. als c. behoudens vervanging van „vóór" door „na"; e. ten laste van Staat en N.S. elk de helft; f alles ten laste van N.S. Bij een zoo bonte verscheidenheid van mecningen had het wellicht niet te zeer behoeven te verbazen, dat het overleg tus- sohen de beide ministers en met de directie niet aanstonds overeenstemming bracht en zoo gaat de memorie van antwoord ver der dat dit overleg geruimen tijd heeft gevorderd. Het verschaffen van de grootst moge lijke zekerheid, dat het fonds zijn lasten steeds zal kunnen dragen, is voor de ge rechtigden van uitnemend belang. In beginsel kunnen voor het brengen van een offer in aanmerking komen drie par tijen: de Stiat, het bedrijf en het personeel. Het voorstel vergt van het personeel niets en legt de lasten van den voor het personeel zoo heilzamen maatregel uitslui tend op de beide andere partijen Het bevat dus in hoofdzaak niet anders dan een voor ziening omtrent de onderlinge verhouding der Staats- en Spoorwegfinanciën. Hoe nut tig in het algemeen geregeld overleg met vertegenwoordigers van het personeel zij, bij een regeling van die verhouding kon geen wezenlijke behoefte aan advies van pen Personeelraad of van de commissie van bijstand worden gevoeld. De leden, die denkbeeld a verkozen bo ven het regeeringsvoorstel. en zich berie pen op hetgeen in 1912 en later omtrent de in 1925 opgehevon vier fondsen is over eengekomen, zagen voorbij, dat de waar borg van den Staat volgens -die overeen komsten eerst na naasting zou gaan wer ken, en dus een vroegeren betalingsplicht van den Staat niet medebracht. Ten aanzien van denkbeeld b.. verklaren do ministers, dat de geschiedenis der zaak deze oplossing niet zou rechtvaardigen. Bij de leden, die denkbeeld c. voorston den en meenden, dat. als de voorgestelde overeenkomst een bedrijfstekort moent doen ontstaan, de gevolgen niet het perso neel zouden mogen treffen, was blijkbaar misverstand^ Door die overeenkomst im mers kunnen bedrijfskosten niet ontstaan, daar zij, andere dan de denkbeelden a, c, d, e en f, van het bedrijf nooit meer zal vergen dan het zal blijken over te hebben. Tegenover de denkbeelden c. d en e, moe ten de ministers eveneens de voorkeur blij ven geven aan hun voorstel, dat handha ving van een gezonden toestand in het be drijf beter verzekert. De waarde van een gezonden bedrijfs- toestand werd blijkbaar ten volle beseft door dc leden, die wel is waar het in be ginsel billijk achtten (denkbeeld f). dat al les ten laste van het spoorwegbedrijf zou worden gebracht, maar niettemin tempe ring van dit beginsel aanvaardden. Hoe wel de beschouwingen van deze leden om trent de vroegere pensioenovereenkomsten den ministers niet in allen deele duidelijk en juist voorkomen, behoeven zij dit deel van het betoog wellicht niet op den voet te volgen, daar deze leden uit praclische overweging een eindoordeel uitspraken, dat bij den inhoud der voorgestelde rege ling zich aansloot. De ministers namen van dezen bijval met voldoening kennis en bevestigen gaarne het vermoeden dezer leden, dat de elders in het Voorloopig Verslag gewekte voor stelling, als zou ter verkrijging van de overeengekomen oplossing dwang op de di rectie zijn geoefend, uii de lucht is gegre pen. De oplossing is een compromis. De directie is met prof. Muller van oor deel, dat het onverantwoordelijk zou zijn bij de maatregelen tot dekking van het te kort uit te gaan van dp op niets gebaseer de suggestie van het adres van den perso neelraad. dat 13.5 pet. bijdrage voor het Spoorwegpensioenfonds voldoende kon zijn, waardoor bovendien het tekort per 1 Octo ber 1925, dat 191.227.759 bedraagt aan stonds ruim 24 millioen hooger zou moeten worden gesteld De ministers zien geen voldoenden grond om de kans, dat verhooging van de an nuïteit noodig zal blijken, bij voorbaat even groot te achten als de mogelijkheid van verlaging. De veilige opzet der bereke ningen mag veeleer tegen gelijkheid van kans pleiten. Indien echter onverhoopt ver hooging noodig mocht blijken, zal alsdan naar bewind van zaken beslist moeten wor den. NA DE RAMP IN ZUID-FRANKRIJK. Nederland herbouwt Albefeullle- Lagarde. Vrijdag is aan den Franschen gezant te den Haag afgedragen 204.389 francs, de op brengst van de inzameling ten bate van de slachtoffers der ramp in Zuid-Frankrijk. Alle gelden, dio in ons land zijn bijeenge bracht, vermeerdord met do giften in Ned.- Indiö en onder de te Parijs wonende Ne derlanders ingezameld, een totaal van meer dan 100.000.—, zullen gebruikt wor den voor den wederopbouw van het dorpje Albefeuillc-Lagarde, (département Tarn et Garonne), dat dus als het ware door Ne derland is geadopteerd. Een Nederlandsch architect zal het werk aldaar leiden. DE MOORD TE LEEUWARDEN. In hooger beroep bevestl- ginq van het vonnis ge- elscht. Het Gerechtshof te Leeuwarden behan delde in hooger beroep de zaak tegen den 46-jarigen koopman H. N. die door de Rechtbank aldaar wegens moord op zijn vrouw, die hij door revolverschoten om het leven had gebracht veroordeeld was tot 18 jaar gevangenisstraf. De Advocaat-generaal vroeg bevestiging van het vonnis der Rechtbank. Uitspraak over 14 dagen. Het vraagstuk der droogmaking besproken in de Zuid-Hol landsche Staten. In de zitting der Provinciale Staten van Zuid-Holland is de drooglegging van de Rceuwijksche en Sluipwijksche plassen be sproken. De heer Hoffman (r.k.) wees op de ge schiedenis van den Zuidpias- en den Prins Alexanderpolder, waaruit blijkt, dat de ar gumenten tegen een nieuwe droogmaking te hoog worden aangeslagen. Hoe geheel anders staan Rijk en Provincie thans te genover de voorgestelde droogmaking. Dc heer Van Staal (s. d.) verheugde zich over de verklaring van Gedep. Sta ten, dat het plan technisch zeer goed uit voerbaar is volgens het opgemaakte plan. Was hun verklaring evenwel eerder be kend geweest, wellicht zou het advies van Gedep. Staten er anders uitzien. Spr. be strijdt dc argumentatie, dat de land- en tuinbouwcrisis van drooglegging moet weerhouden. Hij heeft groote waardeering voor natuurschoon, doch de waarde der plassen uit dit oognunt is sterk overdreven en het natuurschoon van een droogmakerij kan evenzeer van groote bekoring zijn. De heer Brunt (c. h.) is van meet af voorstander der droogmaking geweest, om dat er groote behoefte is aan cultuurgrond. De heer Beekenkamp (lib.) meent, hoewel zelf voorstander, dat nadere rap porten over de technische en financieele mogelijkheid moeten worden afgewacht. Het valt niet te ontkennen, dat er cenig risico aan de demping verbonden is. daar om valt het te betreuren, dat het Rijk dit risico niet wil dragen. Wordt het voorstel van Gedep. Staten aangenomen' dan volgt daar echter uit, dat men, om van de plas sen een recreatie-oord te m^ken, de daar voor noodige werken zal moeten uitvoeren. De vergadering wordt te 5 uur verdaagd tot Vrijdag 11 uur. ■Na den brand van ven leden jaar Een van de bekende bouwwerken, die het vorig jaar aan het vernielend vuur ten of fer vielen, was het hotel „De Plasmolen" te Mook, gelegen in een idyllische omgeving van fraaie bosch- en waterpartijen, een plek waaraan historische herinneringen verbonden zijn en een van de meest ge zochte streken door touristen. Volop in het seizoen, op een stormachtigen Augus tusdag was de brand ontstaan en enkele uren later restte van het eens zoo trotsche hotel niet anders dan een rookende puin hoop. Mooier dan ooit is thans de Plas molen uit de asch herrezen en reeds op verren afstand wordt het oog getroffen door het rood glazuren dak, waarop een toren zich verheft. Zoo op een afstand ge zien, doet het hotel het uitstekend in de omgeving en het groen cn het water le veren een uitstekende entourage voor het massale bouwwerk. Donderdagmiddag is het hotel, in aanwe zigheid van een aantal genoodigden geo pend. De eigenaar, de heer A. van der Grin ten, vertelde van de ramp. die zijn inrich ting verleden jaar heeft getroffen en de voortvarendheid, waarmede aan den we deropbouw was begonnen. Dank zij de be kwame leiding van den architect Charles Estourgie uit Nijmegen, is dit werk thans voltooid. De gelegenheid is niet ongebruikt gelaten om het hotel tol in de perfectie te moderniseeren. Als merkwaardigheid mag genoemd wor den. dat de toren geflankeerd wordt door twee levensgroote heelden van de graven Lodewijk en Hendrik van Nassau, bekenu uit den slag op de Mookerheide. waarbij zij het leven lieten. De geschicdonis wil, dat dit tragisch feit in de omgeving van het hotel zich afspeelde. Reeds in 1451 wordt van „De Plasmolen" als pleisterplaats gewag gemaakt en het is dit in den loop der eeuwen steeds geble ven, tot het in 1885 in handen van den heer Van der Grinten, vader van den te gen woord i gen eigenaar, kwam. aldus lezen wij in het Hbld. Koor Ned. Indië. Met 1 Juli treden in het internationaal postverkeer nieuwe bepalingen in werking, overeenkomstig het op 28 Juni 1929 te Lon den gesloten algemeen postverdrag. Tot de belangrijkste wijzigingen, welke op dien datum in werking treden, hehooren de posttarieven in het verkeer met Ned. Indië. Deze zijn verlaagd en nader vast gesteld als volgt: a. voor brieven tot 20 gram: 6 cent; b. voor akten tot en met 200 gram per zeepost, 6 cent; c. minimumport der monsters per zee post, 3 cent; d. minimuraport der gemengde zendin gen per zeepost, inclicn de zending akten bevat: 6 cent; indien de zending bestaat uit monsters en gedrukte stukken: 3 qont. Hel aantal soorten van stukken is met een nieuwe categorie uitgebreid, aangeduid als „pakjes" (maximum gewicht 1 K.Cfc). Het tarief hiervoor i6 vastgesteld als volgt: a. naar Ned.-Indiê, Suriname cn Curacao per zeepost tot 250 gram: 25 cent. boven 250 lot 550 gram, per 50 gram 5 cent; boven 500 tot 1000 gr. voor elke 100 gr. 5 ct. meer; b. in alle andere gevallen: IV* cent voor elke 50 gram; doch voor elke zending on der een afzonderlijk adres niet minder dan 25 ct. Voorts is wijziging gebracht in de bepa lingen omtrent postheffing bij aankomst van ontoereikend gefrankeerde stukken. Eveneens wordt de gelegenheid geopend om in het internationaal verkeer gedrukte stukken bij abonnement te frankeeren. Groote hoeveelheden stukken, welke zich leenen voor machinale stempeling, kunnen zonder portverhooging door den postdienst machinaal worden gefrankeerd. Het verrekeningsrecht voor zendingen en pakketten beslaat, evenals tot dusver, uit een vast en een evenredig recht. Het vaste recht bedraagt 20 cent per zending, resp. pakket, het evenredig recht 10 cent voor elke 20 of gedeelte van 20 van het ver- rekenhedrag. Voor postwissels bedraagt het vaste recht 10 cent en het evenredig recht 10 cent voor elke 20. Het port der pakketten per zeepost naar Ned.-Indiè is verlaagd als volgt: tot 1 K.G. 1.25, van 15 K.G. 1.75, van 510 K.G. 2.S5. Een nieuwe lijst der posttarieven en een nieuw taricvcnboekje zullen binnenkort aan alle post-, bij- en hulpkantoren ver krijgbaar worden gesteld. VRIJHEID-BLIJHEID!! Piet smulpaap toog op onderzoek". Hij ging vol moed op stap, Ier onderzoek wat bij 't ontbijt Gebruikt werd. brood of pap! liet resultaat bewees aldra: Voor vaderland en vorst. Kauwt smorgens 't hongerend vaderland Op een oudbakken korst. Een klein gedeelte waagt zich 6lechts Aan pap van havermout. Het grootst gedeelte prefereert Een broodje één dag oud! Maar bij dit brood cn pap drama Werd ik meteen gewaar: Als ik m'n droogc broodje „hik Ligt 't vcreche broodje klaar! Alleen de bakker mag het niet Verkoopen voor den tijd. Hij houdt den winkeldeur potdicht, Den versch-brood vraag ten spijt! En vragen om zoo'n lekkernij Heeft op zoo'n uur geen zin: Laat hij een versch cadetje uit Dan „tippelt-hij-er-in"! De wet is het die 't weer verbiedt, Den nijv'rcn bakker knijpt. En ook veel loert op 't versche brood Doch dan den bakker grijpt! Wanneer hij voor tien uren soms Zijn zeer begeerde waar Verkoopen gaat! Ons bakkertjo Is keurig „de-sigaar"! Ofschoon ons vaderlandje snakt Naar versch brood bij 't ontbijt. Ofschoon de bakker o. zoo graag AI vroeg z'n broodje slijt. Het zal niet gaan! De wet verbied Toch doen blijft ongezond.... We leven vrij, we leven blij Op Neerlands dierb'rcn grond! Onz' vaad'ren vochten 't vaderland In d'oudhfiid eenmaal vrij, Maar als nu eens zoo'n oude held Z'n oor te luist ren lei. Dan riep hij: „Is dat nu MIJN land? Door vrijheid eens vermaard! Waar nu regeert de dwinglandij! 't Was onze daan niet waard"! Toch hield ondanks in 't wapen stand: De Leeuw 't „Je Maintiendrai" Doch tranon loopen langs zijn 6taart! Hij schaamt zich! Hoor z'n beer „Ik was 't symbool van Hoilandsch kracht Van vrijheid! Doch ik snap Van f huidig land geen sikkepit!! Geef mij maar liever pap!!' GROEGROE. (Alle rechten voorbehouden). WAGON BLOEMKOOL VOOR 5 CENT. Beverwijk, 19 Juni. Aan een der Beverwijksche groenteveilingen werd, naar de Tel. meldt. Woensdag een wagon met bloemkool voor 5 cent verkocht. Al te heftige liefde voor dieren is een vorm van menschenhaat. D. COSTER. door DAVID LYALL. 67 Dit zei de heer CrëWB met krassende stem en niemand waagde het een opmerking te maken. Zij waren niet voldoende op de hoogte van de feiten, om in staat te zijn eenige opmerking te maken, maar de heer Crcwe meende in elk geval, dat hun stil zwijgen beteekende, dat zij het met Wright- son hielden en hem veroordeelden. „Waarom staar je zoo op je bord, Ste phen zei hij plotseling. „Indien je je niet kunt gedragen als een man, deed je beter boven te blijven." „Ik ga al", zei Stephen en plotseling stond hij op en begaf zich met onhandige haast naar de deur. Alison's oogen volgden hem met diepe siiiaLP naar de i'sur, maar zij maakte geen tegenwerping. Celia, die met een stukje geroosterd brood op haar bord speelde, dacht met stille vreugde, dat zij weldra, ver lost zou zijn. De heer Crewe, die blijkbaar niet besefte, dat hij iets bijzonders had ge daan. schoof zijn stoel terug, ten teeken, dat hij gereed was met zijn ontbijt. „Ik geloof niet, dot de proef met Stephen bepaald succes zal hebben", zei hij tegen zijn vrouw. „Je ziet zelf, wat een slecht geaarde jongen hij is. Laat hem voorlaan met rust." Alison's lippen bewogen plotseling en snel, maar in de tegenwoordigheid van Celia hield zij in, wat zij zou hebben willen zeggen. Celia, iemand die vlug van begrip was, stond op. „Ik ga eens zien, of de oude Anna het naar haar zin heeft", zei zij en snel verliet zij de kamer. Toen sprak Alison zonder de minste aar zeling. „Stephen is bang voor je, Edmund. Zie jc niet, hoe zenuwachtig en fijngevoelig de jongen is Hij heeft veel te lang zoo afge zonderd geleefd, en er bestaat geen reden om dat nog langer te laten voortduren. Een beetje vriendelijkheid en aanmoediging heeft hij noodig.' „Hm", was alles wat de heer Crewe liet hooren en toen zijn vrouw zich wat naar hem overboog en bijna smeckend zei: „Wil je hem die niet geven?" ontspande zich de harde lijn om zijn mond. Nog nooit had iemand zoo ronduit met hem gesproken en hij bewonderde do vrouw, die er den moed toe had. „Indien hij meer bij ons hier beneden was", vervolgde Alison, die opmerkingsgave genoeg bezat om te zien, dat zij haar spel niet geheel had verloren, „zou hij met den dag vooruit gaan. Onderbreek mijn kleine proef niet, Edmund. Ik beloof je, dat ik je niet ondankbaar zal zijn." Toen barstte hij in een lach uit, „Je bent een strateeg", was al, wat hij zei. „Doe wat je wilt, doe wat je wiltIk ge loof, dat je over de heele linie den slag wilt winnen. Kom, en loop met mij door de kas sen, om to toonen, dat jc dankbaar bent, zooals 't behoort." Alison glimlachte, toen zij snel opstond. Een groote serre grensde aan de eetkamer en vandaar kwam men door een overdekte gang in de kassen. Alison vond het een tamelijk lompe inrichting, die de symmetrie van het huis verstoorde. Het eenige voor deel was, dat het heele huis er tevens door verwarmd werd. Toen zij in de warme, geurige atmosfeer van de serre kwamen, trok de heer Crewe haar hand door zijn arm. „Het is een frontaanval over de gehcele linie. Je keurt hier dus alles af, te begin nen met mij." „O neen. o itacn, maar wij zouden allen gelukkiger kunnen zijn." „Nu, laat ons dat dan zijn. Ik heb er geen enkel bezwaar tegen." „Maar wij kunnen het niet, als jij het voorbeeld niet geeft, Edmund", zei Alison dapper. De kinderen zijn bang voor je en denk eens aan de kansen, die jij zelf hebt gemist, om gelukkig te worden." „O, geluk, dat is iets, dat zijn intocht nooit bij mij heeft gehouden. Nu verwacht ik een klein beetje, maar niet om er mee geplaagd te worden." Zijn loon was echter niet boos en terwijl hij stilstond om een sigaret uit zijn koker te nemen, vervolgde Alison dapper „Je kent Stephen in het geheel niet. Het is een aardige jongen en vol grappen, als hij gelukkig is. Probeer hem te leeren ken nen en laten wij samen probeeren een man van hem te maken." Op hetzelfde oogenblik betrok het voor hoofd van den heer Crewe, en Alison giste ongeveer, wat hij dacht „Indien zijn hart tegen je verbittard is', zei zij, op het woord vooruitlopende, dat hij naar zij meende, wilde uitspreken, „dan heb je de kan6, dat alles te veranderen. Wil je niet naar boven naar hem toegaan cn een praatje met hem maken?" „Nu niet. Ik verwachtte niet, dat je de fundamenten zoudt opgraven, Alison. Dat behoorde niet tot het plan, maar ik hoop niet, dat ik jou ongelukkig maak? „O, neen, je bent zoo vriendelijk en goed voor mij, dat ik zou wenschen, dat jc dat tegen iedereen was. Zelfs, zelfs tegen Wrightson antwoordde zij met een lich te trilling in haar 6tem. „Je bent een vreemd schepsel, maar jc moed bewonder ik „O, werkelijke moed ligt niet in mijn aard; het is omdat omdat ik moet, dat ik het doe." „En waarom moet je?" Alison aarzelde een oogenblik, omdat het een beslissend oogenblik was, waariu zij haar kans had voor het geheele volgende leven. Het stond haar vrij in woorden te be lijden, die geen twijfel overlieten, van Wien zij was, en Wien zij diende, en voor een vrouw van haar temperament was de taak niet gemakkelijk. „God verlangt het van mij. ik ben Zijn dienstmaagd", antwoordde zij duidelijk. „Hij heeft mij veel gegeven: zooal niet al les, dan toch zeker dc dankbaarheid, waar over wij' aan tafel spraken, die vraagt mijn ziel. mijn leven, mijn alles. De woorden van het gezang vloeiden op haar toe als de golven van een rivier en haar gelaat was stralend. Nooit was het geloof van haar vaderen meer echt en haar meer dierbaar geweest cn nooit, nooit had zij het meer noodig gehad. „Je bent een zonderling type", was alles wat de heer Crewe zei, on daarna veran derde hij van onderwerp, hetgeen Alison niet als een slecht teeken beschouwde. „Naar welke kerk gaan wij vanmorgen?" vroeg zij, nadat zij dc kassen waren door gegaan cn de bloemen evenals dc zonden cn buitensporigheden van tuinlieden in 't algemeen cn die van Old Hall in 't bijzon der besproken hadden. „Kerk! Vanmorgen niet: ik moet naar de vuren gaan zien in do metaalgielerij. Ik sta vandaag in oen slechten reuk in Birtley. Bovendien heb ik mijn preek ge had. Laat die bezinken." Alison was lo verstandig om nog een woord to zeggen cn zweeg. Maar daarom deed haar hart niet minder pijn. „Je hebt or niet tegen, dat ik ga?" „Zeker niet; telefoneer naar dc stallen om je cr heen te rijden." „Het is oen mooie morgen", zei Alison door een van de half geopende glazen blin den kijkend. „Ik zou liever loopen. Ik heb gisteren den kortoren weg door het veld ge leerd. Ja, ik zou veel liever loopen." Zij knikte, toen zij hem verliet om op do huiselijke aangelegenheden toe te' zien en toen zij, gereed om naar de kerk to gaan, terugkwam, was hij verdwenen. Toen Celia hoorde, dat zij alleen zou gaan, bood zij aan mee te gaan en zei, dat zij binnen vijf mi nuten klaar kon zijn. (Wordt vervolgd). 11 Ifl IIMIWw VROOM DREESMANN Langestraat. in wit, eiken of pitch-pine f 0.59 Lantaarn model, zeer aardige kleuren, f 0.79.

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1930 | | pagina 3