AMEBSFÖÖKISCR DAGBLAD
Langestraat 23
Telefoon 217
Zaterdag 21 Juni 1930
Ij -DE eemlander:
28e Jaargang No. 298
Essences voor Limonade, per flacon 35 cent. n j
Victoriawater Spuitwater - Sodawater V« U» W
TWEEDE BLAD
BINNENLAND
Tekort van 't Spoorweg
pensioenfonds
Bonte verscheidenheid
van meeningen
De Reeuwyksche plassen
Heropening van de
Plasmolen
WIJZIGING VAN HET
POSTTARIEF
Wij maken Uw oude Kapok
matrassen als nieuw op
tegen billijk tarief.
VRAAGT INLICHTINGEN
DE FAAM, Langestraat 2 en 5
FEUILLETON
Niet door menschenhanden gebouwd
Slaapkamer- of Keukenspiegeltje
Het voorstel vergt niets
van het personeel
Ir. de memorie van antwoord betreffende
het wetsontwerp tot voorziening in het te-
hort van het Spoorwegpensioenfonds con-
stateeren do ministers van waterstaat on
van financien, dat tegenover liet regee-
rirvgsvoorstel, dat van de annuïteit ter
dekking van het fondstekort zooveel ten
laste brengt als het telkens blijkt te kun
nen dragen, cn het overige ten laste van
den Staat, in het voorloopig verslag de vol.
gende zes denkbeelden werden geopperd:
a. ten laste van N.S, 3 i 4 millioen, het
overige ten laste van den Staat;
b. alles ten laste van den Staat;
c. ten laste van N.S. dekking van het te
kort van vóór 1912, het overige ten laste
van den Staat;
d. als c. behoudens vervanging van „vóór"
door „na";
e. ten laste van Staat en N.S. elk de
helft;
f alles ten laste van N.S.
Bij een zoo bonte verscheidenheid van
mecningen had het wellicht niet te zeer
behoeven te verbazen, dat het overleg tus-
sohen de beide ministers en met de directie
niet aanstonds overeenstemming bracht en
zoo gaat de memorie van antwoord ver
der dat dit overleg geruimen tijd heeft
gevorderd.
Het verschaffen van de grootst moge
lijke zekerheid, dat het fonds zijn lasten
steeds zal kunnen dragen, is voor de ge
rechtigden van uitnemend belang.
In beginsel kunnen voor het brengen van
een offer in aanmerking komen drie par
tijen: de Stiat, het bedrijf en het personeel.
Het voorstel vergt van het personeel
niets en legt de lasten van den voor het
personeel zoo heilzamen maatregel uitslui
tend op de beide andere partijen Het bevat
dus in hoofdzaak niet anders dan een voor
ziening omtrent de onderlinge verhouding
der Staats- en Spoorwegfinanciën. Hoe nut
tig in het algemeen geregeld overleg met
vertegenwoordigers van het personeel zij,
bij een regeling van die verhouding kon
geen wezenlijke behoefte aan advies van
pen Personeelraad of van de commissie van
bijstand worden gevoeld.
De leden, die denkbeeld a verkozen bo
ven het regeeringsvoorstel. en zich berie
pen op hetgeen in 1912 en later omtrent
de in 1925 opgehevon vier fondsen is over
eengekomen, zagen voorbij, dat de waar
borg van den Staat volgens -die overeen
komsten eerst na naasting zou gaan wer
ken, en dus een vroegeren betalingsplicht
van den Staat niet medebracht.
Ten aanzien van denkbeeld b.. verklaren
do ministers, dat de geschiedenis der zaak
deze oplossing niet zou rechtvaardigen.
Bij de leden, die denkbeeld c. voorston
den en meenden, dat. als de voorgestelde
overeenkomst een bedrijfstekort moent
doen ontstaan, de gevolgen niet het perso
neel zouden mogen treffen, was blijkbaar
misverstand^ Door die overeenkomst im
mers kunnen bedrijfskosten niet ontstaan,
daar zij, andere dan de denkbeelden a, c,
d, e en f, van het bedrijf nooit meer zal
vergen dan het zal blijken over te hebben.
Tegenover de denkbeelden c. d en e, moe
ten de ministers eveneens de voorkeur blij
ven geven aan hun voorstel, dat handha
ving van een gezonden toestand in het be
drijf beter verzekert.
De waarde van een gezonden bedrijfs-
toestand werd blijkbaar ten volle beseft
door dc leden, die wel is waar het in be
ginsel billijk achtten (denkbeeld f). dat al
les ten laste van het spoorwegbedrijf zou
worden gebracht, maar niettemin tempe
ring van dit beginsel aanvaardden. Hoe
wel de beschouwingen van deze leden om
trent de vroegere pensioenovereenkomsten
den ministers niet in allen deele duidelijk
en juist voorkomen, behoeven zij dit deel
van het betoog wellicht niet op den voet
te volgen, daar deze leden uit praclische
overweging een eindoordeel uitspraken,
dat bij den inhoud der voorgestelde rege
ling zich aansloot.
De ministers namen van dezen bijval met
voldoening kennis en bevestigen gaarne
het vermoeden dezer leden, dat de elders
in het Voorloopig Verslag gewekte voor
stelling, als zou ter verkrijging van de
overeengekomen oplossing dwang op de di
rectie zijn geoefend, uii de lucht is gegre
pen. De oplossing is een compromis.
De directie is met prof. Muller van oor
deel, dat het onverantwoordelijk zou zijn
bij de maatregelen tot dekking van het te
kort uit te gaan van dp op niets gebaseer
de suggestie van het adres van den perso
neelraad. dat 13.5 pet. bijdrage voor het
Spoorwegpensioenfonds voldoende kon zijn,
waardoor bovendien het tekort per 1 Octo
ber 1925, dat 191.227.759 bedraagt aan
stonds ruim 24 millioen hooger zou moeten
worden gesteld
De ministers zien geen voldoenden grond
om de kans, dat verhooging van de an
nuïteit noodig zal blijken, bij voorbaat
even groot te achten als de mogelijkheid
van verlaging. De veilige opzet der bereke
ningen mag veeleer tegen gelijkheid van
kans pleiten. Indien echter onverhoopt ver
hooging noodig mocht blijken, zal alsdan
naar bewind van zaken beslist moeten wor
den.
NA DE RAMP IN ZUID-FRANKRIJK.
Nederland herbouwt Albefeullle-
Lagarde.
Vrijdag is aan den Franschen gezant te
den Haag afgedragen 204.389 francs, de op
brengst van de inzameling ten bate van de
slachtoffers der ramp in Zuid-Frankrijk.
Alle gelden, dio in ons land zijn bijeenge
bracht, vermeerdord met do giften in Ned.-
Indiö en onder de te Parijs wonende Ne
derlanders ingezameld, een totaal van
meer dan 100.000.—, zullen gebruikt wor
den voor den wederopbouw van het dorpje
Albefeuillc-Lagarde, (département Tarn et
Garonne), dat dus als het ware door Ne
derland is geadopteerd. Een Nederlandsch
architect zal het werk aldaar leiden.
DE MOORD TE LEEUWARDEN.
In hooger beroep bevestl-
ginq van het vonnis ge-
elscht.
Het Gerechtshof te Leeuwarden behan
delde in hooger beroep de zaak tegen den
46-jarigen koopman H. N. die door de
Rechtbank aldaar wegens moord op zijn
vrouw, die hij door revolverschoten om het
leven had gebracht veroordeeld was tot 18
jaar gevangenisstraf.
De Advocaat-generaal vroeg bevestiging
van het vonnis der Rechtbank.
Uitspraak over 14 dagen.
Het vraagstuk der droogmaking
besproken in de Zuid-Hol
landsche Staten.
In de zitting der Provinciale Staten van
Zuid-Holland is de drooglegging van de
Rceuwijksche en Sluipwijksche plassen be
sproken.
De heer Hoffman (r.k.) wees op de ge
schiedenis van den Zuidpias- en den Prins
Alexanderpolder, waaruit blijkt, dat de ar
gumenten tegen een nieuwe droogmaking
te hoog worden aangeslagen. Hoe geheel
anders staan Rijk en Provincie thans te
genover de voorgestelde droogmaking.
Dc heer Van Staal (s. d.) verheugde
zich over de verklaring van Gedep. Sta
ten, dat het plan technisch zeer goed uit
voerbaar is volgens het opgemaakte plan.
Was hun verklaring evenwel eerder be
kend geweest, wellicht zou het advies van
Gedep. Staten er anders uitzien. Spr. be
strijdt dc argumentatie, dat de land- en
tuinbouwcrisis van drooglegging moet
weerhouden. Hij heeft groote waardeering
voor natuurschoon, doch de waarde der
plassen uit dit oognunt is sterk overdreven
en het natuurschoon van een droogmakerij
kan evenzeer van groote bekoring zijn.
De heer Brunt (c. h.) is van meet af
voorstander der droogmaking geweest, om
dat er groote behoefte is aan cultuurgrond.
De heer Beekenkamp (lib.) meent,
hoewel zelf voorstander, dat nadere rap
porten over de technische en financieele
mogelijkheid moeten worden afgewacht.
Het valt niet te ontkennen, dat er cenig
risico aan de demping verbonden is. daar
om valt het te betreuren, dat het Rijk dit
risico niet wil dragen. Wordt het voorstel
van Gedep. Staten aangenomen' dan volgt
daar echter uit, dat men, om van de plas
sen een recreatie-oord te m^ken, de daar
voor noodige werken zal moeten uitvoeren.
De vergadering wordt te 5 uur verdaagd
tot Vrijdag 11 uur.
■Na den brand van ven
leden jaar
Een van de bekende bouwwerken, die het
vorig jaar aan het vernielend vuur ten of
fer vielen, was het hotel „De Plasmolen"
te Mook, gelegen in een idyllische omgeving
van fraaie bosch- en waterpartijen, een
plek waaraan historische herinneringen
verbonden zijn en een van de meest ge
zochte streken door touristen. Volop in
het seizoen, op een stormachtigen Augus
tusdag was de brand ontstaan en enkele
uren later restte van het eens zoo trotsche
hotel niet anders dan een rookende puin
hoop. Mooier dan ooit is thans de Plas
molen uit de asch herrezen en reeds op
verren afstand wordt het oog getroffen
door het rood glazuren dak, waarop een
toren zich verheft. Zoo op een afstand ge
zien, doet het hotel het uitstekend in de
omgeving en het groen cn het water le
veren een uitstekende entourage voor het
massale bouwwerk.
Donderdagmiddag is het hotel, in aanwe
zigheid van een aantal genoodigden geo
pend. De eigenaar, de heer A. van der Grin
ten, vertelde van de ramp. die zijn inrich
ting verleden jaar heeft getroffen en de
voortvarendheid, waarmede aan den we
deropbouw was begonnen. Dank zij de be
kwame leiding van den architect Charles
Estourgie uit Nijmegen, is dit werk thans
voltooid. De gelegenheid is niet ongebruikt
gelaten om het hotel tol in de perfectie te
moderniseeren.
Als merkwaardigheid mag genoemd wor
den. dat de toren geflankeerd wordt door
twee levensgroote heelden van de graven
Lodewijk en Hendrik van Nassau, bekenu
uit den slag op de Mookerheide. waarbij zij
het leven lieten. De geschicdonis wil, dat
dit tragisch feit in de omgeving van het
hotel zich afspeelde.
Reeds in 1451 wordt van „De Plasmolen"
als pleisterplaats gewag gemaakt en het is
dit in den loop der eeuwen steeds geble
ven, tot het in 1885 in handen van den
heer Van der Grinten, vader van den te
gen woord i gen eigenaar, kwam. aldus lezen
wij in het Hbld.
Koor Ned. Indië.
Met 1 Juli treden in het internationaal
postverkeer nieuwe bepalingen in werking,
overeenkomstig het op 28 Juni 1929 te Lon
den gesloten algemeen postverdrag.
Tot de belangrijkste wijzigingen, welke
op dien datum in werking treden, hehooren
de posttarieven in het verkeer met Ned.
Indië. Deze zijn verlaagd en nader vast
gesteld als volgt:
a. voor brieven tot 20 gram: 6 cent;
b. voor akten tot en met 200 gram per
zeepost, 6 cent;
c. minimumport der monsters per zee
post, 3 cent;
d. minimuraport der gemengde zendin
gen per zeepost, inclicn de zending akten
bevat: 6 cent; indien de zending bestaat
uit monsters en gedrukte stukken: 3 qont.
Hel aantal soorten van stukken is met
een nieuwe categorie uitgebreid, aangeduid
als „pakjes" (maximum gewicht 1 K.Cfc).
Het tarief hiervoor i6 vastgesteld als
volgt:
a. naar Ned.-Indiê, Suriname cn Curacao
per zeepost tot 250 gram: 25 cent. boven 250
lot 550 gram, per 50 gram 5 cent; boven
500 tot 1000 gr. voor elke 100 gr. 5 ct. meer;
b. in alle andere gevallen: IV* cent voor
elke 50 gram; doch voor elke zending on
der een afzonderlijk adres niet minder dan
25 ct.
Voorts is wijziging gebracht in de bepa
lingen omtrent postheffing bij aankomst
van ontoereikend gefrankeerde stukken.
Eveneens wordt de gelegenheid geopend
om in het internationaal verkeer gedrukte
stukken bij abonnement te frankeeren.
Groote hoeveelheden stukken, welke zich
leenen voor machinale stempeling, kunnen
zonder portverhooging door den postdienst
machinaal worden gefrankeerd.
Het verrekeningsrecht voor zendingen en
pakketten beslaat, evenals tot dusver, uit
een vast en een evenredig recht. Het vaste
recht bedraagt 20 cent per zending, resp.
pakket, het evenredig recht 10 cent voor
elke 20 of gedeelte van 20 van het ver-
rekenhedrag.
Voor postwissels bedraagt het vaste recht
10 cent en het evenredig recht 10 cent voor
elke 20.
Het port der pakketten per zeepost naar
Ned.-Indiè is verlaagd als volgt: tot 1 K.G.
1.25, van 15 K.G. 1.75, van 510 K.G.
2.S5.
Een nieuwe lijst der posttarieven en een
nieuw taricvcnboekje zullen binnenkort
aan alle post-, bij- en hulpkantoren ver
krijgbaar worden gesteld.
VRIJHEID-BLIJHEID!!
Piet smulpaap toog op onderzoek".
Hij ging vol moed op stap,
Ier onderzoek wat bij 't ontbijt
Gebruikt werd. brood of pap!
liet resultaat bewees aldra:
Voor vaderland en vorst.
Kauwt smorgens 't hongerend vaderland
Op een oudbakken korst.
Een klein gedeelte waagt zich 6lechts
Aan pap van havermout.
Het grootst gedeelte prefereert
Een broodje één dag oud!
Maar bij dit brood cn pap drama
Werd ik meteen gewaar:
Als ik m'n droogc broodje „hik
Ligt 't vcreche broodje klaar!
Alleen de bakker mag het niet
Verkoopen voor den tijd.
Hij houdt den winkeldeur potdicht,
Den versch-brood vraag ten spijt!
En vragen om zoo'n lekkernij
Heeft op zoo'n uur geen zin:
Laat hij een versch cadetje uit
Dan „tippelt-hij-er-in"!
De wet is het die 't weer verbiedt,
Den nijv'rcn bakker knijpt.
En ook veel loert op 't versche brood
Doch dan den bakker grijpt!
Wanneer hij voor tien uren soms
Zijn zeer begeerde waar
Verkoopen gaat! Ons bakkertjo
Is keurig „de-sigaar"!
Ofschoon ons vaderlandje snakt
Naar versch brood bij 't ontbijt.
Ofschoon de bakker o. zoo graag
AI vroeg z'n broodje slijt.
Het zal niet gaan! De wet verbied
Toch doen blijft ongezond....
We leven vrij, we leven blij
Op Neerlands dierb'rcn grond!
Onz' vaad'ren vochten 't vaderland
In d'oudhfiid eenmaal vrij,
Maar als nu eens zoo'n oude held
Z'n oor te luist ren lei.
Dan riep hij: „Is dat nu MIJN land?
Door vrijheid eens vermaard!
Waar nu regeert de dwinglandij!
't Was onze daan niet waard"!
Toch hield ondanks in 't wapen stand:
De Leeuw 't „Je Maintiendrai"
Doch tranon loopen langs zijn 6taart!
Hij schaamt zich! Hoor z'n beer
„Ik was 't symbool van Hoilandsch
kracht
Van vrijheid! Doch ik snap
Van f huidig land geen sikkepit!!
Geef mij maar liever pap!!'
GROEGROE.
(Alle rechten voorbehouden).
WAGON BLOEMKOOL VOOR 5 CENT.
Beverwijk, 19 Juni. Aan een der
Beverwijksche groenteveilingen werd, naar
de Tel. meldt. Woensdag een wagon met
bloemkool voor 5 cent verkocht.
Al te heftige liefde voor dieren is een
vorm van menschenhaat.
D. COSTER.
door
DAVID LYALL.
67
Dit zei de heer CrëWB met krassende stem
en niemand waagde het een opmerking te
maken. Zij waren niet voldoende op de
hoogte van de feiten, om in staat te zijn
eenige opmerking te maken, maar de heer
Crcwe meende in elk geval, dat hun stil
zwijgen beteekende, dat zij het met Wright-
son hielden en hem veroordeelden.
„Waarom staar je zoo op je bord, Ste
phen zei hij plotseling. „Indien je je niet
kunt gedragen als een man, deed je beter
boven te blijven."
„Ik ga al", zei Stephen en plotseling
stond hij op en begaf zich met onhandige
haast naar de deur.
Alison's oogen volgden hem met diepe
siiiaLP naar de i'sur, maar zij maakte geen
tegenwerping. Celia, die met een stukje
geroosterd brood op haar bord speelde,
dacht met stille vreugde, dat zij weldra, ver
lost zou zijn. De heer Crewe, die blijkbaar
niet besefte, dat hij iets bijzonders had ge
daan. schoof zijn stoel terug, ten teeken, dat
hij gereed was met zijn ontbijt.
„Ik geloof niet, dot de proef met Stephen
bepaald succes zal hebben", zei hij tegen
zijn vrouw. „Je ziet zelf, wat een slecht
geaarde jongen hij is. Laat hem voorlaan
met rust."
Alison's lippen bewogen plotseling en
snel, maar in de tegenwoordigheid van
Celia hield zij in, wat zij zou hebben willen
zeggen.
Celia, iemand die vlug van begrip was,
stond op.
„Ik ga eens zien, of de oude Anna het
naar haar zin heeft", zei zij en snel verliet
zij de kamer.
Toen sprak Alison zonder de minste aar
zeling.
„Stephen is bang voor je, Edmund. Zie
jc niet, hoe zenuwachtig en fijngevoelig de
jongen is Hij heeft veel te lang zoo afge
zonderd geleefd, en er bestaat geen reden
om dat nog langer te laten voortduren. Een
beetje vriendelijkheid en aanmoediging
heeft hij noodig.'
„Hm", was alles wat de heer Crewe liet
hooren en toen zijn vrouw zich wat naar
hem overboog en bijna smeckend zei: „Wil
je hem die niet geven?" ontspande zich de
harde lijn om zijn mond. Nog nooit had
iemand zoo ronduit met hem gesproken en
hij bewonderde do vrouw, die er den moed
toe had.
„Indien hij meer bij ons hier beneden
was", vervolgde Alison, die opmerkingsgave
genoeg bezat om te zien, dat zij haar spel
niet geheel had verloren, „zou hij met den
dag vooruit gaan. Onderbreek mijn kleine
proef niet, Edmund. Ik beloof je, dat ik je
niet ondankbaar zal zijn."
Toen barstte hij in een lach uit,
„Je bent een strateeg", was al, wat hij zei.
„Doe wat je wilt, doe wat je wiltIk ge
loof, dat je over de heele linie den slag wilt
winnen. Kom, en loop met mij door de kas
sen, om to toonen, dat jc dankbaar bent,
zooals 't behoort."
Alison glimlachte, toen zij snel opstond.
Een groote serre grensde aan de eetkamer
en vandaar kwam men door een overdekte
gang in de kassen. Alison vond het een
tamelijk lompe inrichting, die de symmetrie
van het huis verstoorde. Het eenige voor
deel was, dat het heele huis er tevens door
verwarmd werd.
Toen zij in de warme, geurige atmosfeer
van de serre kwamen, trok de heer Crewe
haar hand door zijn arm.
„Het is een frontaanval over de gehcele
linie. Je keurt hier dus alles af, te begin
nen met mij."
„O neen. o itacn, maar wij zouden allen
gelukkiger kunnen zijn."
„Nu, laat ons dat dan zijn. Ik heb er geen
enkel bezwaar tegen."
„Maar wij kunnen het niet, als jij het
voorbeeld niet geeft, Edmund", zei Alison
dapper. De kinderen zijn bang voor je en
denk eens aan de kansen, die jij zelf hebt
gemist, om gelukkig te worden."
„O, geluk, dat is iets, dat zijn intocht
nooit bij mij heeft gehouden. Nu verwacht
ik een klein beetje, maar niet om er mee
geplaagd te worden."
Zijn loon was echter niet boos en terwijl
hij stilstond om een sigaret uit zijn koker
te nemen, vervolgde Alison dapper
„Je kent Stephen in het geheel niet. Het
is een aardige jongen en vol grappen, als
hij gelukkig is. Probeer hem te leeren ken
nen en laten wij samen probeeren een man
van hem te maken."
Op hetzelfde oogenblik betrok het voor
hoofd van den heer Crewe, en Alison giste
ongeveer, wat hij dacht
„Indien zijn hart tegen je verbittard is',
zei zij, op het woord vooruitlopende, dat
hij naar zij meende, wilde uitspreken, „dan
heb je de kan6, dat alles te veranderen. Wil
je niet naar boven naar hem toegaan cn
een praatje met hem maken?"
„Nu niet. Ik verwachtte niet, dat je de
fundamenten zoudt opgraven, Alison. Dat
behoorde niet tot het plan, maar ik hoop
niet, dat ik jou ongelukkig maak?
„O, neen, je bent zoo vriendelijk en goed
voor mij, dat ik zou wenschen, dat jc dat
tegen iedereen was. Zelfs, zelfs tegen
Wrightson antwoordde zij met een lich
te trilling in haar 6tem.
„Je bent een vreemd schepsel, maar jc
moed bewonder ik
„O, werkelijke moed ligt niet in mijn
aard; het is omdat omdat ik moet, dat
ik het doe."
„En waarom moet je?"
Alison aarzelde een oogenblik, omdat het
een beslissend oogenblik was, waariu zij
haar kans had voor het geheele volgende
leven. Het stond haar vrij in woorden te be
lijden, die geen twijfel overlieten, van Wien
zij was, en Wien zij diende, en voor een
vrouw van haar temperament was de taak
niet gemakkelijk.
„God verlangt het van mij. ik ben Zijn
dienstmaagd", antwoordde zij duidelijk.
„Hij heeft mij veel gegeven: zooal niet al
les, dan toch zeker dc dankbaarheid, waar
over wij' aan tafel spraken, die vraagt mijn
ziel. mijn leven, mijn alles.
De woorden van het gezang vloeiden op
haar toe als de golven van een rivier en
haar gelaat was stralend. Nooit was het
geloof van haar vaderen meer echt en haar
meer dierbaar geweest cn nooit, nooit had
zij het meer noodig gehad.
„Je bent een zonderling type", was alles
wat de heer Crewe zei, on daarna veran
derde hij van onderwerp, hetgeen Alison
niet als een slecht teeken beschouwde.
„Naar welke kerk gaan wij vanmorgen?"
vroeg zij, nadat zij dc kassen waren door
gegaan cn de bloemen evenals dc zonden
cn buitensporigheden van tuinlieden in 't
algemeen cn die van Old Hall in 't bijzon
der besproken hadden.
„Kerk! Vanmorgen niet: ik moet naar de
vuren gaan zien in do metaalgielerij. Ik
sta vandaag in oen slechten reuk in
Birtley. Bovendien heb ik mijn preek ge
had. Laat die bezinken."
Alison was lo verstandig om nog een
woord to zeggen cn zweeg. Maar daarom
deed haar hart niet minder pijn.
„Je hebt or niet tegen, dat ik ga?"
„Zeker niet; telefoneer naar dc stallen om
je cr heen te rijden."
„Het is oen mooie morgen", zei Alison
door een van de half geopende glazen blin
den kijkend. „Ik zou liever loopen. Ik heb
gisteren den kortoren weg door het veld ge
leerd. Ja, ik zou veel liever loopen."
Zij knikte, toen zij hem verliet om op do
huiselijke aangelegenheden toe te' zien en
toen zij, gereed om naar de kerk to gaan,
terugkwam, was hij verdwenen. Toen Celia
hoorde, dat zij alleen zou gaan, bood zij aan
mee te gaan en zei, dat zij binnen vijf mi
nuten klaar kon zijn.
(Wordt vervolgd).
11 Ifl IIMIWw
VROOM DREESMANN
Langestraat.
in wit, eiken of pitch-pine f 0.59
Lantaarn model, zeer aardige
kleuren, f 0.79.