BRIEVEN VAN EEN BRABANTSCHEN BOER DE EEMLANDED Maandag 23 Juli 1930 Uitgave: VALKH0FF Co. Bureau: Arnhemschepoortwal 2a 29e Jaargang No. 24 Buitenlandsch Overzicht IIUITiEIMLAINIP Geheimzinnige ziekte Kosola overgebracht naar een ziekenhuis DE AFBROKKELING DER DUITSCH-NATIONALE PARTIJ Nog meer persoonlijkheden desert eeren Fa. L. J. Luycx en Zn. Speciaal adres voor BUIKBANDEN. fortmann en hehenkamp 24.-. 28.-, 32. AMERSFOOMSCHDAGBLAD ABflriNEMEMTSPRIJS P" vooi Amersfoort I 2.10. per maand 1 0.75, per wccl,c *met gratis verzekering tegeD ongelukken) f 0.171/». Jand franco Per pos? per 3 maande» f J.-* Afzonderlijke nummers f 0.05. POSTREKENING 47910 TELEFOON 1NTERC JIJ PRIJS DER ADVERTENTIEN van 1—i regels f 1.03 met Inbegrip van ccd bewijsnummek elke regel meer f0.25. Lie/dadlghelds-advertcntlïn voor d« helft van den prijs. Kleine Advertentlën „KEITJES" bi) vooruitbetaling I5 regels 50 cent, elke regel meer 10 cent, driemaal plaatsen I I.—. Bewilsnummer ext»* f 0.05 Een conflict tusschen Turken en Koerden. Angora orga niseert tegen de laatsten een veldtocht. Sinds ecnige weken komen er in de pers berichten voor, die zich bezig houden met botsingen tusschen de Turken en de Koer den; de laatsten willen zich niet door de machtigen te Angora laten ringeloorcn; zij hebben handelingen gepleegd, die als re bellie kunnen worden uitgelegd cn uit de zen hoofde is de Turksche regeering tegen de opstandelingen nog al kras opgetreden. Natuurlijk geschiedde dit gewapenderhand en er is heel wat bloed gevloeid. Angora heeft het indertijd voorgesteld, alsof zij de actie vrij spoedig de baas is geworden cn dat er nadien geen vuiltje meer aan de lucht viel te bekennen. Deze lezing schijnt echter volgens na dere berichten uit niet-Turksche bron niet geheel met de feiten overeen te stemmen. In elk geval schijnt Turkije nog eens ex- tra-maatregelen te willen nemen om de Koerden tot rede te brengen. Laatstgenoemden, die als ras een een heid vormen, wonen echter niet alleen op Turköch gebied, maar hebben zich ook ge vestigd in Perzië en in Irak (in het'Mo- soelgcbied). De Perzische Turken nu heb ben bij wijze van solidariteit hulp verleend aan de Turksche Koerden, zij hebben de grens overschreden en zijn zoodoende in botsing geraakt met de autoriteiten te Angora, die erin geslaagd zijn de invallers weer terug le dringen naar het gebied, waar zij thuis hooren. In verhand met dit incident hebben ver schillende berichten de ronde geclaan, waarin onder meer vermeld werd, dat de Turksche troepen niet alleen aan Perzië een ultimatum hebben gezonden, maar tevens op Perzisch gebied zijn doorgedron gen. Wanneer dit laatste juist mocht zijn, zou Turkije de soevereiniteit van een buur staat hebben geschonden. Nu is de botsing tusschen Koerden en Turken gedeeltelijk wel een binnen- landsch-politieke aangelegenheid, maar wanneer Turkije inderdaad de Koerden op Perzisch gebied vervolgt, heeft de zaak le vens- een buitenlanclsch-staatkundigen kant. Zelfs is de vraag reeds gesteld, of er in dit speciaal geval geen werk aan den win kel is voor den Volkenbond. Turkije iswel- is-waar niet toegetreden, maar Perzië is daarentegen wel lid van het Geneefsche, instituut, zoodat er voor den Volkenbond althans wel eenige aanleiding is om zich met de kwestie bezig te houden. De Vol kenbond is wel eens vaker tusschenbeide gekomen, wanneer er in afgelegen hoeken van Zuid-Oost-Europa oorlogen dreigden uit te breken, zoodat er in beginsel ook niets tegen zou zijn, wanneer Genóve zich conflicten aantrok, die iets verder zich af spelen. Te eerder bestaat er voor den Vol kenbond reden niet volkomen dadeloos te zijn, daar indertijd den Koerden onafhan kelijkheid is toegezegd, die echter meer malen in het gedrang is geraakt. Boven dien dreigt thans het geenszins denkbeel dige gevaar, dat de Koerden wel eens voorgoed van den aardboden konden wor den weggevaagd, daar Turkije het voorne men wordt toegeschreven definitief met de Koerden af te rekenen en hen tot in hun laatsten schuilhoek te vervolgen. Uitroeiing kan hiervan de consequentie zijn cn daar om is het Genève's plicht zich met een ernstig woord tot Angora te richten. Een poging lot vergiftiging van den leider der Lappo- beweging Men meldt aan de N. R. C.:: Kosola, de leider van de Lappobeweging, is Dinsdagavond in zijn hotel te Ilelsing- fors plotseling ziek gowordon. Extra-edities der bladen, die Woensdagmiddag uitkwa men, maakten het feit bekend en wisten mee te eelen, dat een poging was gedaan Kosola te vergiftigen en dat. zijn toestand zeer ernstig was. Volgens latere berichten zou Kosola, in een aanval van woedelpos- heid in verband met de jongste gebeurte nissen in Finland, gepoogd hebben door ver gif in te nemen zich van het leven te be- rooven. Het Finsche telegraafbureau heefi deze berichten tegengesproken en meege deeld, dat Kosola aan een niet ernstige maagziekte lijdt en tevens lichte koorts heeft. Dat. Kolos£>3 ziekte niet zoo onbeteeke- nend is, als t telegraafbureau het voorstelt, mag men concludeeren uit de feiten, dat Kosola plotseling zóó ziek is geworden, dat zijn overbrenging naar een ziekenhuis nood zakelijk geacht werd cn dat zijn dokter een professor en een anderen dokter consul teerde. De andere leiders der Lappobeweging weigeren inlichtingen over Kosola's ziekte te verstrekken cn het personeel van het hotel, waar Kosola ziek werd, is volstrekte geheimhouding van alle bijzonderheden op gelegd. Uit alle deelen van Finland heeft men de redacties der groote bladen te Hei- si ngefors en het hoofdkwartier der bewe ging te Lappo opgebeld om iets over den toestand van den leider te vernemen. WEERBERICHT. Hoogste Barometerstand: 761.8 te Lacoruna. Laagste Barometerstand: 747.7 te Blacksod. Verwachting: Meest matige tijdelijk wel licht krachtige, incest Z. W. wind, zwaar bewolkt waar schijnlijk met regen, moge lijk onweer en met tijdelijke opklaringen, weinig verande ring in temperatuur. DE EERSTE FOTO VAN DE AARDBE VING IN ITALIë. Hoe een huis in do Via Casanova te Napols er na de ramp uitzag. Dr. Hugenberg wendt nochtans optimisme POSTAUTO BESTOLEN. Londen, 25 Juli Een auto van de ad ministratie der posterijen werd. heden door misdadigers bestolen. Dpze plunderden een postzak, die stukken met aangegeven waar de en juweelen inhield ter waarde van meer dan duizend pond sterling. Daarna lieren ze den auto in den steek en kozen het .ha zenpad. Berlijn, 25 Juli. (V.D.). Dr. Hugenberg heeft heden op dc coiffercntie van de Duitsch-nationale partij êen groote rede ge houden. waarin hij erop .wees, dat de partij haar oorspronkelijke grondslagen heeft te ruggevonden. De aanecngeslotenhcid harer gelederen, waarmede zij aen nieuwen rijks dag zal binnentreden, zal haar de oplossing der taak. die zij zich gesteld heeft, helpen vergemakkelijken. Groote lagen van de Duitsche burgerij, aldus spr., staan heden ten dage in dienst van een geheel verkeerd stelsel. Belangen politiek maakt hun een uniform optreden onmogelijk. Een waar schuwend voorbeeld is de Duitsche Volks partij, die zich steeds verder naar links ontwikkelt en haar ontbinding nadert. Het nationaal-socialisme zal ondervinden, dat de wijze, waarop de Duitsch-nationale volkspartij zich ontwikkelt, hem niet ten goede komt. In aansluiting hierop schetste dr. Ober- fohren de gebeurtenissen in den rijksdag en den strijd, die gevoerd is tegen de regee- ring-Brtming. Daarna sprak nog de grootgrondbezitter Stubbendorf over dc agrarische wetten en de eischen' der D. Nationalen inzake een werkelijke sanecring van den landbouw. Stuttgart, 25 Juli. (V.D.). De Wurtem- bergsche minister van godsdienstzaken cn lijksdagafgevaardigde dr. Bazille heeft den landelijken voorzitter der Duitsch-natinale volkspartij van Wurtemberg een schrijven doen toekomen, waarin hij verklaart uit de partij te treden. Berlijn, 25 Juli. (V.D.). Volgens partij- mededeelingen heeft rijksminister Schielo heden verklaard uit de- Duitsch-nationale partij te treden. Hij is voornemens lid te worden van de landvolkspartij. Motie vaa vertrouwen in Hugenberg. Berlijn, 25 Juli. (V.D.). Het congres van de Üuitsch-nationale partij heeft heden aan het slot van dc vergadering een resolutie aangenomen, waarin vertrouwen wordl uitgesproken in het beleid van den partij leider dr. Hugenberg en den voorzitter der rijksdagfractie dr. Oberfohren. Voorts wordt verklaard, dat de partij- den strijd togen het door do middenpartijen nog steeds beschermde Marxistische stelsel blijft L-IMGESTRAAT 49-51. Tel. 190 langestraat 63 - - tel. 38 haardfauteuils, damesfauteuils, verstelbare rookstoelen ONGELUK OP EEN MONTAGNE RUSSE. Te Omaha in Nebraska is een karretje van de montagne russe in een lunnperk van een hoogte van tien meter omlaag gestort. Van de inzittenden kwamen er vier om het leven en werden er negentien gewond DE STAKINGEN IN NOORD-FRANKRIJK. Parijs, 25 Jpuli. Te Rouen is het aan tal stakers vandaag met 3000 tot meer clan 7000 gestegen. Onder de stakers zijn 1200 havenarbeiders. PROTESTEN TEGEN DE ONTRUIMING VAN HET RIJNLAND. P a r ij s, 26 Juli. (H. N.) Enkele patrioti- sche vereenigingen van oud-oflcieren en oud-strijders, die door Coly# eigenaar van de Figaro, financieel gesteund worden, heb ben overal in Parijs biljetten aangeplakt, waarin geprotesteerd wordt tegen dc ont ruiming van het Rijnland. Zij voorspellen écn spoedigen nieuwen overval van den erfvijand en verlangen; dat Brïand voor 'n staatsgercchtshof ter verantwoording zal worden geroepen. AFSCHAFFING VAN DE DOODSTRAF IN ENGELAND. Londen. 26 Juli. (IT.N.) Volgens do Daily Herald wordt overwogen, de dood straf in Engeland voorloopig hij wijze van proef af te schaffen. Zij zal echter weer worden ingevoerd, indien het aantal moor den gedurende den proeftijd mocht toe- DOOR A. A. L. GRAUMANS Den Haag, 22 Juin 1030. Menier, Zooas ge ziet, hierboven aan m'nen brief, 'k zit, zoo bij manier van spreken, hoog en droog in de Ollaandsche Viel luumjère; in den Haag. Ik zeg: zoo bij manier van spreken, want „hoog", ollee, da ga genogt: 'k Zit op 'n eerste ótazic, te rekenen vanaf d n schoor steen tenminste, cn da's zooveul as gelijk- loers mee de muschkcs in cle tellefon- draaien. Of ik bij me thuis in d'n notelöèr zit. En droog?! Een van m'n sokken lag \an d n mergen té zwemmen in Ti plaske rengehvater da vannacht deur m'n dak- rómke naar binnen was gercngeld. Neöai 'k eb 't mee 't weer nie getroffen deus jaar, maar ollee 'non ertentéller die daar over murmereert as ie veur z'n plazier uit is. Wa gij? 'k Ben weer in m'n ouw hotelleke d'n „Vergulden Vos" 'n best logementje, tus schen twee hokskes, waar 'k altij gère ben! De iiienschen daar kennen mijn en ik ken huilie en me zijn mee rnekare as fermilie. En 't. weer is eiken dag 'n bietje 'slechter ge- worren. Toen 'k gisterenavond naar bed gong cn m'n dakrómke had opengedaan veur wa frissche zeelucht in te asemen in m'n slaap, toen kwam cle wind zóó frisch naar binnen gestórmd, da-d-et illektrieke laampke teugen m'nen kop aankwatste en uitgong. „Pronk," tellefpneerde ik draad loos langs do trappen naar m'nen gastheer, „dc laamp is uitgewaaid, jonk." en toen brocht ie 'p kerske en trapte mee z'n kousc- voeten in dc scherfkcs van den lcepotte peer. En toen zee-t-iuaffijn, da drukte toch niet af, maar 't kerske gong T. rap van uit en kos ik in d'n donkere tenminste efkes lachen. Ondertusschen bleef d'n stürm deur- spoken onder m'nen pannen en toen kreeg Pronk de rest van 't wiemei end laampke teugen z'n test. Toen schrok ie zóó, dat ie 't kanclelèrke uit z'n haanden liet tuimelen en emmen samen onder 't bed gekropen om 't, weggerolde kerske trug te vinden. En on derwijle murrnereerde-n-ie da-d-et zonde was van die nuuwe veftigkèèrslaamp die naar de pinnekes was, maar ik troostte-n-'m cn zei: „Bende belaaitafeld Prónk, as ik da kerske nouw maar eb van oew, da is ie veur rnekare; ik kijk nie op negenenvertig kèèrs- lieht as 'k veur m'n plazier uit ben. En veur ik Pronk mee 't glas in z'n sok ken van d'n lesten tuee beurde strompelen, schoof ik al onder i clck en pruufclc d'n zoutige.n zeewind aan m'n lippen. En toen m'nen wekker van den mergen om vijf uren afratelde, toen goot 't pepkes- steeltjes deur m'n rórnke en hong.T 'n locht boven da vierkaante gotje as 'n pèèrde- deken, zóó grijs en zoo dicht en zoo wollig en onwillekeurig gongen m'n gedachten naar d'n hof op Ulvenlióut, naar de hi&sten, m'nen Bles, ik heurcle-n-'m kepleet staan staam- pen in d'n natiën stal en bijna was ik opgestaan om 'm droog cn nu uw strooi te gaan geven en 'ncn emmer haver, en toen spelte-n-'r 'nen drop rengelwater in m'n linkeroor, zoomaar van d'n vloer af, da-d-et water in m'nen nek kiedelde. En toen 'k over d'n raand van m'nen eenper soons wipte, toen sting ik mee m'n bloote voeten in 'n gèèf plaske en kledderde de spetters teugen m'n hemd aan. M'nen eenen sok lag er snieujig in te weeken en d'n aan- dere was waarschijnlijk 't romke uitgesto- ven, want ik eb 'm nooit mee truggezien. Da was 'n aarig geval op d'n vruugen mer gen cn toen hè'k m'n pet maar zoolaank opgezet en 'n pepke aangestoken en eb zoo, in m'n hemcl nog, op d'n raand van 't lede- kaant d'n puzzel rookende op zitten lossen. Affijn as ge veur oew lol op stap zijt, clan motte maar niet te naauw speuren en zoo ben 'k clan vandaag maar m m'n schoe nen gekropen zonder sokken aan en eb m'n eigen zoodoende op de degelijkste manier verassereerd teugen natte kousen! Gezwommen hè'k ok al. In den hen-miekst. Da's zoveul as 't ge mengd bad. Waant da Scheveningsch. arni- co, da motte eerst vertalen veur ge 't be- grept. „Eén mokka", da's 'n doodgewoon bakskc koffie; 'ncn „lunsj", 'n paar botram men veur d'n twaalfuren; „éen broudje llèm das 'n botrammeke mee 'n schefke ham en zoo is alles navenaant. Giesteren vruug ik in 'n kefeeke om ,,'n paar sneejkes -tèrwe mee 'n bordeke ère- beesjes en 'n pintje donker" en iaat ik oew verassereeren da-d-et 'n gèèf ketierke ec geduurd veur ze me verstinden. „Ah," zee er eindelijk eenen mee 'n schei in z'n haren die liep van z'n wenkbrauwen lol aan z'ncn rug, „meheir bedoelt aardbeien en wat gesmeerde broudjes en 'n gles Muunsjener, nietwaer meheir?" „Zet maar op tafel", raaide-n-ik 'm aan, „as 't nie goed is krijgde heel de krippot te rug!" En, amieo, d'r kwampen èrebeesjes en tèrwebrood en 'n pintje donker. „Soo in órrde, meheir lachte de schei vrindelijk? ,,'t Monster is goed", zee ik, „zoo kunde gaan leveren, maar messen, lepels, vürken en èèrrlewerk hè'k genogt zoo, doet er da maar nie mee bij!" „Meheir is een chroppemaeker"'. lachte cle schei weer en van plazier sloeg ie z'n servetje van d'n eene over d'n aanderen èrm en veegde toen mee z'ncn wijsvinger over z'n wertkbraau- wen, die van 't lachen in de wèèr waren ge sukkeld denk ik. Maar ollee, ik slaai 'r m'n eigen wel mee 'nen fievlefors deurheenen en as z'oew hee- legaar nie begrijpen, dan stikte oew haand maar 's in oew broekzak waar de centen in rammelen en dan ga-g-et vanzclvers. Gen ten da's 'n internasjcnaal geluid da z!al lemaal kennen. 'k Mot lachen mee m'n eigen, as 'k daar neerschrijf „internasjenaal". Of ik soepmee ballennogantoo in 'n vrimd laand ben op d'n oogenblik. En toch amico, ja, da lijkt er veul op veur 'nen Ulvenhouter. Ge wor nie uit de menschcn cn nie uit d'r taal wijs. Ge staat er tellekes naar te raaien. Ge treft er kèreltjes cri da zijn net wefkes; ge treft er wefkes cn da zijn net kèreltjes. Van den mergen nog, toen k laanks d'n Boelevaar aan 'n taske koffie zat, toen vroeg ik aan 'n jonk kèrellje 'n bietje vuur. Waant ge mot weten m'n lucifers laggeh in 't ho telleke op 'n ij-kc te drogen op 't voetenend van m'nen éénmans. En toen ik aan da mennekc, dat daar mee 'n waandelstoks ke zat tc donderjagen cn 'n siegretje te roo- ken mee 'n gloske port veur m vroeg: „mag ik 'n bietje vuur asteblicft jongeheer?" toen begon T tc schelden van knuppel' cn kaffer cn toen 'k 'm 'n oplababber geven wouw da z'n moeke 'm veurloopig nicmeer truggekend zouw emmen, toen zag ik ge lukkig net op tijd, dat da menneke n wefke was „Ollee, menirke', zee ik, „nimmc nie kwa lijk, nouw zie ik pas da gij 'n wefke zijt.En zukke zware Engelsche siegretjes rooken en groote borrels drinken, cloe-g-et maar nie in oew broekske, heur kindje!" Toen timmerde ze mee d'r stokske op ta fel, riep „afrekenen" cn smeerde'n-'m as de wind. En zoo bende tellekes in cle grotste onze kerheid! Keb dan ok gezwommen in de Ben mieksl Veur twee dubbeltjes. Ge kun terecht veur twee dubbeltjes cn wa verderop veur twee kwartjes. 't Water is op allebei cle plekken zoogoed as 'tzelfste, da snapte, maar bij do twec- dubbeltjes zijn gcleuf ik de zwempakskes wa minder in de mode1 Dan snapte 't wel. Want ge wit wel hoe 't mee de mocle gesteld is: hoe duurder hoe minder da ge krijgt! Mee de vrouwenmode ten minste. Maar op d'n oogenblik wordt er nie veul gezwommen. Ge wor zóó wel nat, zonder zeewater. Waant 't duvelt mee emmers naar bcnejen. Heel d'n hemel is éenen grooten does, maar clan zonder trekker, en da's 't beroerde van 't. geval. Anders koste cle trekker nog 's los laten! 6 Toen ik clan zwemmen gong, toen was ik „gemengd" mee enkel hèring. Waant 'k was er heel alleen in. Golven schuim sloe gen om m'nen bast dat ie 'r rood van wier cn toen ik achter die braanding zwemmen wouw, toen stingen er 'n paar van die gas ten mee rooic broeken aan, da zijn bad knechten, le toeteren op 'n trompetterkc, veur aan in 't zaand, om kleurenblind van te worren. Sapperdemallemosterdpot, wa waren die kérels bezürgd over mijn. 'k Ben d'r dan ok maar gauw uitgegaan, waant zwemmen in wa schuim da tot oew knieën komt is even moeilijk as rijen op nen wagel zonder wielen. Maar toen k vroeg aan die roodbroeken waarom of ze zoo toeterden, toen zeeën ze mee 'n stalen bakkes: „omclajjnt daomesbad zat!" Amico, op m'n woord horre, in heel dc zee was nog ginnen vrouwkes-hèring te bekennen, lot slaan 'n dame, maar ollee, ik verwonder m'n ciges maar nergeraans meer over, waant clan zouw ik suf worren en 'k houw ier veural m'n harsepan 'L liefste maar zoo goed meuglijk bij rnekare, waant veur gc 't wit bende twee kwartjes aan n pilsje kwijt Ze motten ier in enkele maanden heel d'r jaar goed maken, zeggen ze, dus... ik houw 't allemaal maar zon bietje in de gaten, ee! 'k Betaal, as 'k uit ben, gère twee kwartjes veur bier, as ik dan ok maar twee pintjes krijg. Affijn. ge wit nouw zon bietje hoe-g-et er ier uitziet en as 't er nog wa te beleven is, koom ik er volgende week nog wel 's op ver om. Veural as me da weer houwen, dan ben 'k eigenlijk blij as ik benejen, in d'n Vorgulden Vos, 'n briefke potlooien kan aan cle leestafel. Amico, as altij, veul groeten uit 't dames- bad van oevven toet a voe DRé.

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1930 | | pagina 1