Kindercourant
De rubriek ven Oom Pim
LEGKAART
Schoenmakerhoud je bij jeleest
WAAROM NIET?
POPPEKINDJE
Beste Nichten en Neven.
Ik laat hier thans het laatste deel volgen
van het reisverhaal dat „Harzreiziger" zoo
aardig voor jullie heeft geschreven. Ik heb
hem gevraagd of hij bij gelegenheid nog
(tens iets voor de kindercourant wilde doen
véelke vraag hij direct met een „keel graag"
beantwoordde.
Ik ga nu met vacantic, zoodat de nieu
we „oom", die don naam van Oom Tom
wcnscht te voeren volgende weck jullie
briefjes zal beantwoorden. Hij verzoekt
jullie echter om volgende week niets te
wjllcn vragen omtrent den ruilhandel, aan
gezien hij dit liever aan mij over laat. Wij
gaan nu voor het laatst met den Harz
reiziger op reis:
HET MOOIE HARZ-GEBRRGTE.
De thuisreis van Bad-Harzburg naar
Amersfoort, waarover ik jullie iets mee
deden zal. is over het algemeen rustig ver-
loopen. 0n6 gezelschap had besloten een
anderen terugweg te nemen; de heenreis
was, zoo julho weten via Osnabruck en
Ilannover gegaan en thans zouden we via
Góttingcn, Kassei, Paderborn en Munster
weer naar het vaderland terugkeeren, een
afstand van ongeveer 500 K.M.
's Ochtends 29 Juni om S uur gingen we
uit Harzburg weg. nadat, den dag tevoren
de auto nog eens terdege nagezien was.
schoongemaakt en voorzien van benzine,
olio en water. En weet leidde de route door
prachtige bergstreken, die ons tot korte
onderbrekingen van de reis uitnoodigden,
al mochten deze, gezien d* groote afstand,
die afgelegd moest worden, niet te veel tijd
in beslag nemen. Hei was werkelijk een
zware beproeving om afscheid te nemen
van het landschap, dat ons in die vacntie-
■vveek zooveel genot had verschaft.
's Middags om 1 uui bereikten we Kas
sei, waar we oen uurtje oponthoud had
den ter versterking van den inwondigen
rncnsch. Daarna werd weer doorgereden
over Paderborn naar Munster, waar we
avonds om 7 uur arriveerden. Hier
klonk het: „Halt". Er was dien dag een
groote afstand afgelegd cn in deze drukke
o.n ook al weer mooie stad zouden we
overnachten. Een hotel was gauw gevon
den cn na het avondeten zijn we er nog
maar eens op uitgetrokken om in een
korte spanne tijds de mooiste puntjes van
dc etad in oogenschouw te nemen. Nou, dat
was wel de moeite waard; wat had je daar
een fijne gebouwen en winkels en wat een
prachtige straten en wegen! Jullie begrijpt
wel, dat alles in vogelvlugt. bekeken moest
worden, want de becncn waren móe cn
wo verlangden wel ecnigszins naar onze
„mandjes'' te gaan.
Den volgend cnochtend om b uur stonden
we toevallig even op het terras van ons
hotel, toen een luchtballon boven onze
hoofden passeerde, die reeds heel vroeg
dien morgen uit Kassei vertrokken was.
Een leuk gezicht was dat; ie ziet ze in
Holland toch niet veol. Om 10 uur 's och
tends werd uit Minister weggereden naar
Gronau; maar wat wilde het toeval? Nog
voor wij in deze grensplaats waren, had
den wij de luchtballon alweer ingehaald,
die thans heel rustig in de richting van
ons land ging. De luchtvaarders schenen
nogal veel last van tegenwind te hebben
en daardooi niet al te best op te schieten.
Als zij een heel lang touw bij zich had
den gehad, konden wij hen achter aan de
auto vastgebonden cn op deze wijze mee
getrokken hebben naar ons land. Maar dat
ging nu eenmaal niet!
Na het passeeren van den grens kwamen
we om half één in Enschedé, waar we
weer een uurtje vertoefden. En toen ging
het huiswaarts via Hengelo, Zutplien en
Apeldoorn. Doch wat denken jullie, vrien
den en vriendinnetjes waf er gebeurde
De geheele week hadden we absoluut niet
de minste pech met den wagen gehad; al
les was prachtig gegaan. Dit scheen echter
niet tot huis toe zoo te mogen zijn, want
juist in Apeldoorn bonsde de wagen even,
onze vriend en chauffeur fronste de wenk
brauwen en zei: „Dat is een lekke hand!"
Inderdaad, het was zoo. Noodgedwongen
hadden we hier weer een ruim oponthoud,
dat een goede gelegenheid bood tot het
afleggen van een familie-bezoek.
Nadat het euvel verholpen was, zijn we
weer doorgetuft cn kwamen 's avonds om
ruim 7 uur in onze etad weer aan. De va
cantie was voorbij, maar wij waren alle
vier heel dankbaar voor cn voldaan over
het groote pleizier, dat ons dit Duitsclie
reisje bezorgd had. Als men zoo veel ge
noten heeft, dan valt het niet moeilijk om
weer met frissclie moed aan dc dagelijk
>che bezigheden te gaan. Dat zullen jullie
zelf later ook wel ondervinden.
Beste jongens en meisios. ihans is miin
verhaal ten einde. Ik heb getracht om jul
lie in korte trekken iets van onze vacantic
reis te vertellen cn hoop nu maar. dat dit
verhaal in jullie smaak gevallen is en dat
ook Oom Pim tevreden over mij zal ziju.
„Harz-reiziger".
DE CORRESPONDENTIE.
Zonnestraaltje. - Met spanning
heb ik van de week naar het. opknappen
van het weer uitgezien want... als jij dit
leest, zit ik reeds in Katwijk aan Zee. Je
begrijpt dus zeker wel, dat ik zeer verlan
gend ben naar mooi weer. Ik wensch je
vast een prettige vacantie toe!
Piepkuiken. Hoe is het nu, hen je
werkelijk at overgegaan? Ik hoop het voor
je hoor!
C1 y v i a. - lk heb je verleden week ook
(1 gemist, maar nu weet ik dc reden. Zie
maar eens in den ruilhandel; nog wel be
dankt voor je plaatjes.
Molenaar. Je hebt een aardig reis
je gehad zeg cn nu vlak daarna weer naar
Arnhem! Je wordt een echte reizende Po
land op die rnonier!
B a 1 s e m i e n t .i e. Ui geloof dat je
Hier hebben we weer eens een legkaart.
Zij stelt voor Varkentj'es aan 't picnickon- Moeder bokt pannekoekeu.
een beetje te somber gestemd bent. want
als het op het land regent, is het aan zee
in den regel nog goed weer Natuurlijk
hoop ik ook op een beetje zonneschijn. In
derdaad, ik gu met m'n vacantie naar zee.
In September ga ik nog een week, maar
dan ga ik een Rijnreisje maken naar Co-
blcnz cn omgeving. Bedankt voor je bon
nen.
Nachte g a a 11J - Bedankt voor je
postzegels; ik heb nog wat voor je in den
ruilhandel staan. Volgende week hoop ik
een langer briefje van je (e .ontvangen.
Lu ids pi kor. Het. is bijna om ja-
loerscli op te worden zeg: li dagen naar
den Haag uit logeeren! Nog wel gefelici
teerd met je overgang. Bedankt voor je
paddenstoelen bon daarvoor zijn altijd
liefhebbers.
Dwerg. Jij gaat dus een prettigen
tijd tegemoet; ik heb vroeger ook veel ge-
vischt, maai nu heb ik daar niet zooveel
tijd meer voor. Je gaat nogal een aardig
eindje uit de buurt Bedankt voor je goede
wenschen; ik kan ook niet anders doen dan
je een prettige vacantie en mooi weer toe
wenschep.
Iris.- Gefeliciteerd met je overgang.
Het verwondert me. dat je voor je Neder-
landsche taal maar zoo'n laag cijfer hebt,
aangezien je zoon aardig apstel hebt inge
leverd. Ben je daarmee some een beetje
geholpen?
Leergraag. Ik heb in den ruilhan
del iets voor je vèrmël'd, maar vertel me
eens, waar is al dat moois waarover je in
je brief schrijft, ik heb niets gevonden; aan
Quaker Oats bonnen kan ik je helaas niet
helpen.
Rozenknop. - - Ik vind feestjes heel
aardig, maar 's zomers is het daarvoor nu
niet bepaald zoo n geschikte tijd: dan moet
men allen naar buiten om van de natuur
te genieten. Ik kan niet komen, want Za
terdag ben ik al met vacantie.
Cupido. - Wat scheelt eraan, je bent
toch, hoop ik, niet erg ziek. Denk erom, je
hebt vacantie om te profiteeren cn niet
om ziok te bed te liggen. Beterschap ge-
vvcnscht hoor!
Z o n n e r o o s j e. Zie eerst maar eens
in den ruilhandel; bedankt voor je bon
nen. Ik wcnsch je veel plezier in je vacan
tie. Het schabloneerwerk is heel aardig
hoor. doe je dat ook op fluweel e. d.?
Bobby. Bedankt voor je penningen.
Ik zal eens zien of ik nog vogelplaatjes
voor je heb. Kom je Maandagmiddag even
hooren?
Speurde r. Venlo is wel een aardig
plaatsje, vooral de omgeving is mooi. Ben
je er wel eens eerder geweest? Ik wcnsch
je veel plezier.
Roodborstje. Je bent van harte
welkom; ik hoop, dat je een trouw nichtje
van me zult worden endat je me eens
mooie briefjes zult sturen. Veel pret m je
vacantie hoor!
K a n a lie. lk hoop dat ie me ccn
volgende maal eens een langer briefje zult
schrijven, want deze week muntte liet uit
door kortheid. Had je het soms zoo druk
met de koffer-pakkerij
Vink. Dat is een aardige liefhebberij
van jullie; gaan jullie nu ook van tijd lot
tijd een aanval doen op die loopgraaf?
W" o u d 1 o o p e r. Ik wensch je voel
mooi weer, want op fietstochten kun je den
regen missen als kiespijn. Vind-je ook
niet? Bedankt voor je bonnen.
Achilles. Tot m'n spijt heb ik hier
in Amersfoort geen dieren; ik heb vroeger
wel een poes gehad.
B e 11 a r oo n t j e. Wat \ooi wapen
bons bedoel je: H.'g- of NoLwapen bonz'?
Wil je je zusje» de groeien doen en haar
een spoedig herstel toe wenschen? Be
dankt voor jo postzegels.
Madeliefje. lk ind het erg aar
dig, dat je zooveel moeite doet om nog de
raadsels te kunnen blijven inzenden. Hoe
gaat. het nu met de gezondheid, voel je je
al weer wat betei
Dc oplossingen.
Aal; otter: elft; mees; os cn egel.
De prijs deze week voor Bellaroon-
t j e, die hem Maandag aan ons bureau
kan komen halen
T3
Jc
A
t
III
a
A
n d
H A
A
R
i, n
V
i
1.
1 a
h
E
M
n
Nieuwe raadsols.
I
Van Speurder;.
.X X X X
- v
-v?ft
X x x v v 2 x
X
X
v/
A
X
A
X
Op de kruisjeslijnen komt de naam van
een vrucht.
Op de le rij: het gevraagde.woord.
Op de 2e rij: een vrucht.
Op de 3e rij: een plaats in Drente.
Op de ie" lij: iets dat geep stad is.
Op de 5e rij: "een dier.
Op de 6e' rij: een landbouwwerktuig.
Op de 7e rij: een klinker.'
IJ
i Van Molenaar).
Mijn geheel is een drank die uit S let
ters beslaat.
7. 4, 3 is een bekende toren in ons land.
6, 1, 2 is een meisjesnaam.
7, S. is een boom.
Hu.
Met II beu ik een jongensnaam: mot J.
ben ik ccn jongensnaam; met k ben ik om
iets in te doen: met ni ben ik niet vrouwe
lijk: met p ben ik een keukengereedschap.
ONZE RUILHANDEL.
Cl y via heeft me gezonden 2 plaatjos
van Vcrkade's album „Kamerplanten" en
1 plaatje van Droste's album „Indié": zij
kan hiervoor in ruil komen halen een
paar paddenstoelen-bonnen.
Balsem jent je hééft me Log verrast
met paddenstoelonbonnen en een paar bon
nen van de Kiazim-Emin sigaretten.
Nachtegaaltje stuurde me 1 kwat-
la-soldaatje en 6 postzegels; zij kan hier
voor een paar paddenstoelonbonnen komen
halen.
Leesgraag vraagt wie haar kan hel
pen aan Quaker Oats bonnen; zij kan een
paar paddenstoelonbonnen komen halen.
Zon neroosje stuurde me nog eenige
Douw» Egberts bonnen; zij kan in ruil
hiervoor een Van Houten's bon komen ha
len.
Bobby zond me nog een paar Amstel-
penningen. Hij kan hiervoor enkele vogel-
plaatjes komen halen.
Woudlooper heeft me eenige I)ouwe
Egberts bonnen cn een Hag-wapen ge
stuurd.
Achilles heelt, mijn bonnenvoorraad
verrijkt met 1 Ilulsko-bon. 1 paddenstoe-
Icnbon cn een paar postzegels.
B e 11 a r o o n t j e heeft nog eenige post
zegels gezonden. Wie kan ze gebruiken?
OOM PIM.
't Is in de zomervacantic en neefje Jan
is bij de familie Vonk gelogeerd. Jan vindt
zichzelf heel knap, vergeleken bij Piet. Wim
cn Ka relt je Vonk en het is dan ook niet
meer dan natuurlijk in zijn oogen, dat de
drie jongens togen hun groerten neef op
zien.
Op zekeren dag is moncci Vonk aan hot
knutselen, 't Is een lastig karweitje, dat hij
op te knappen liecft: Karcltje's karretje, dat
voor dc zooveelste maal gebroken is. Ka
reltjc gelooft, dat het aan Bles ligt, die
zoo graag op hol gaat. maar Vader zegt,
dat Kareltjc veel te wild met zijn speelgoed
omgaat- en ui daardoor altijd ongelukken
ontstaan.
Tan, die raet zijn postzegels bezig is en
zich verbeeldt van alles verstand le hebben,
al is hij erg onhandig, roept plotseling
uit:
„O, maai Oom. dat moet u liecl anders
dóénf"
„Goed, Jan! Doe iij het dan maar. Hier
is liet karretje," antwoordt zijn Oom liecl
kalm en Jan moet het lastige karweitje nu
wel van hem overnemen, of hij wil of niet.
Al heel gauw merkt hij. dat dc zaak lang
niet zoo eenvoudig is, als zij wel leek, toen
zijn Oom haar in handen had. Hij wil zich
echter groothouden. probeert en probeert,
maarbrengt er niets ven terecht.
Toch geeft hij 't niet op. Hij krijgt het er
warm van! Die vervelende kar ook!
Oom. die net doet. alsof hij niets van
Jan's moeilijkheden merkt, vraagt na een
tijdje:
„Nu Jan, hoe gaat het cr me? Schiet je
al op?"
Even kijkt Jan zijn Oom aan. Zou aio
werkelijk niets merken? Een ondeugende
tinteling in Ooms oogen zegt hem echter,
dat Oom wel degelijk snapt, dat Jan geen
kans ziet het karretje to maken. Hij wil
dit echter nog niet toegeven en zwoegt
verder.
'T KALFJE.
Dartiend huppelt 't kleine kalfje.
Door dc groene, groene woide.
En hel ruikt eens aan een grasje
Schuurt z'n kop langs moeders zijde.
En het kijkt met ïodderooger.
Naar de blauwe, blauwe hemel,
En dc gouden, liclïtc zonne,
En liet donzig wolkgewemel.
En het steekt zijn fijne snoetje
In liet giocnbckiooste slootje.
En dan, met een dapper zetje,
Ook de punt van 'r rccliterpootjc.
En dan holt t weer door de weide
Met z'n staartje recht naai boven,
En dan gaat t weer rustig liggen,
En laat dooi de zon zich sÉOOvcn.
Op liet groene, zachte graskleed
Ligt het kalfje, stil en blijde,
Wat 's voor hem op aard ook mooier,
Dan oen malsche voorjaarsweide?
X JOKE H.
Daar komt kleine Kareltjc binnen. On
middellijk ziet liét ventje, dat Jan met zijl.
karretje bezig is en vraagt hij:
„Is 't karretje bijna weer heter, Jan
„'t Wordt niet weer octcr," antvoord)
Jan.
Verschrikt kijkt hei kleine baasje hem nv
aan. Vader krijgt medelijden met zijn jong1
sten zoon en zegt:
..Ik zal 't nog wel eens probeeren, hoor!*
Jan heeft het karretje neergezet en gaai
naar zijn postzegels terug.
„Schoenmaker, houd je bij je leest!" zegt
Vader lachend tegen hem. terwei hij zich
weer over het karretje ontfermt.
„Jan is toch geen schoenmaker, Vader!"
merkt Kareltjc op.
„Nee vent, maar die uitdrukking boice-
kent, dat je je alleen maar bij je eigen
werk bepalen moet, dat je je dus aReen
maar houden moet bij datgene, waarvan jc
verstand hebt. Snap je dat, Kareltje?
De kleine baas knikt cn rieemt zich voor,
die grappige uitdrukking goed te onthou
den.
Een paar dagen latei wandelt hij met
Moeder cn hun hondje Tip. Hij babbelt hon-
derd--uit.
Tip blijft goed bij Moeder en Kareltjc.
toidat hij plotseling een poes in
het zonnetje vóór een huis ziet zitten. Nu
is Tip een hondje, dat heclcmaal niet graag
vecht, maar aan katten heeft hij toch wel
erg het land! Dat heeft hij vanaf zijn jeugd
gehad cn hij zal dan ook geen kat onge
moeid laten. Zoodra hij de poes heeft ont
dekt, rent hij luid blaffend op liaar af.
Juffrouw Poes wacht natuurlijk niet, tot
dat Tip bij haar gekomen is. Zij verstaat
in de verte reeds, dat hij haar weinig vrien
delijks te vertellen heeft, neemt de becncn
en rent haai huis in
Daar komt haar eigenaar naar buiten.
De man is boos en heeft eon stok in de
hand. dien hij dreigend tegen Tip opheft.
Kareltjc staat duizend angsten uit, dat
zijn lieveling ccn pak slaag zal krijgen en
zegt op eens met een heel ernstig gezichtje:
„Och schoenmaker, blijf alsjeblieft bij je
beest!
Hij begrijpt niet, waarom de man nu op
eens begint te lachen. Is hij dan niet racer
boos? Maar het doet er ook eigenlijk niet
toe' Tip krijgt geen slaag en dat is het
voornaamste!
Moedei lacht ook al. Wat zijn do groote
menscben op eens vroolijk! Kareltje snapt
niet waarom, maar lacht van blijdschap
mee. terwijl hij Tip over zijn kop aait.
Het is niet. wat je doodt, kind,
't is wat bleef ingedaan,
wat er je hart doet kloppen
bij het naar bod too gaan.
Dat woordje niet gesproken
die brief die or nog ligt
die bloemen niet gegeven
dat werkje niet verricht
't Ziin schaduwen, die volgen
tot in den droomonnacht,
je vragend, ronder woorden,
waarom j'er niet aan dacht.
Vtij uil t Engelse!,
HERMANNA.
RI tKMlKUm
Poppekindje, ben je wakker?
'k Haal je vlug je bedje uit.
't Zonnetje, dot schijnt zoo holder
Kijk eens dooi de vensterruit!
Moeder geeft je eerst een kusje.
Heb je goed geslapen, schat?
Zie jc wel, hoe mooi het Weer is.
Wij gaan uit, hoe vindt jc dat?
Droomde je van de kabouters,
Die je toch zoo grappig vindt?
Of was jij in elfenlandje
In je droomen, poppekind
Kijk, daar liggen al je kleertjes.
't Mooiste jurkje legde 'k klaar.
Als jo héél lief jo laat helpen,
Krijg jo 'n strik straks in je haar!
O, jou lieve poppedijnc.
Gaap je nog, nu 't zonlicht schijnt
"k Zal de natte spons eens hnlén,
'k* Wed,-dat 't slaapje wol verdwijnt
RO frankfort,