Kindercourant De rubriek van Oom Pim Besto Nichten en Neven. Verleden week heb ik een aanvang ge maakt met rle beschrijving van mijn va- cantiereis. Zooals jullie wel gelezen zult hebben, heeft de eerste dag van onze reis reeds aardig wat ia zien gegeven. Thans hen ik dan genaderd aan het tweede deel van de reisbeschrijving; daar zal ik dan ook maar direct mee beginnen. Het vertrek nlt Bonn. Zooal6 gezegd, zouden wij 's Zondagsmor gens reeds om half zes gowékt worden, omdat wij om half zeven met do boot naar Wiesbaden zouden vertrekken. Dat was het plan, maar in werkelijkheid zijn wij pas twee dagen later in Wiesbaden aangeko- men, omdat Ja. omdat, (ik durf het haast niet te schrijven) omdat wij de boot voor ons neus hebben laten wegvaren. Dit had ook weer een heele vóór-geschiedenis moet je weten. Midden in den nacht werd ik wak ker gemaakt door mijn kamsr-genoot, die zoo vriendelijk was om te zeggen dat het half vijf was en dat het buiten heerlijk kledderde. Ik had cr net zooveel idee van dat het half vijf was en dat hot kledderde als een woestijnbewoner van een sneeuw veld. Maar enfin, ik sliep weer in, nadat ik nog net mTn'vriend had hooren mom pelen, dat het mis was met het weer" Om kwart voor zes stonden we beidsn voor ons raam over den Rijn te turen. Het regende dat liet goot Wij begonnen een vroolijk twistgesprek over de vraag of het zou opklaren ja dan neen. Beneden in de ontbijtzaal was nie mand en niets! ITt was reeds over zessen, doch een ontbijt was er evenmin te beken nen als andere hotelgasten. Men was ze ker niet gewend aan zulke miniatuur-we reld-reizigers, die alweer voor dag en dauw hun koffers pakken en wég gaan. Eindelijk kwam het ontbijt. Vlug w?rd er oen en ander van het bordje naar de maag overgeplaatst, maar vermoedelijk hadden wij dit nog niet vlug genoeg ge daan, want juist toen wij wilden opstaan om de hotsl-rekenmg te betalen, ging er een bel. We schrokken op en keken naar buiten. Wat wij daar ;agen, vergeet ik niet licht meer: de boot voer langzaam weg in do dunne nevel die over den spiegslglad- den Rijn hing. Het eenige wat erop zat was wachten tot ruim half tien! Geen kleinig heid, vooral niet als je heel alleen in een groote eetzaal zit en verder niets anders ziet dan de regendruppels, die traag van de boom3n necrdruppelen en een mistroos- lingen nog mooier dan het reeds is als de Rozenknop. Ik ben •blij, dat je het bergen geheel aaneengesloten zijn Dan pas hoek mooi vindt. Jo vergist jc echter als tige natte cn zoo goed als geheel verlaten havenkade. Wij bespreken nog even wat wij verder zullen doen en gaan dan ten oinde raad maar een eind rondwandelen in da richting van Bevel. Om 9 uur gaan wij vragen aan het informatiebureau van de scheepvaartmaatschappij hoe laai wij nu in Wiesbaden kunnen öankomen. Scjnik ziet mon tot walk een hoogte deze steen massa's zich boven do wateropparvlakte van den Rijn \erheffen! Aan dc rechterzijde .zijn het weer hst 6lot Rheineck, een paar mooie kerken en een paar groote kalk ovens en kalkfabrieken, die onze aandacht vragen. Er was echter nóg iets dat onze Aandacht vroeg: onze maag! Ja, wij waren buitengewoon vroeg opgestaan, dus het was te verwachten, dat wij weer spoedig honger zouden krijgen. Het was pas elf uur! Om don eersten honger to stillen namen wij een stevige kop koffie, doch vóór twaalf uur waren wij al weer afgedaald naar het tus- sch^ndek, om daar den inwendigen menscli wat betsr te vensterken. Wij hadden in het beste hotel in een stad geen hetero maaltijd kunnen krijgen dan hier aan boord van dezen Rijnvaarder. Langzaam worden do hoogten zichtbaar, welke do monding van de Moezel omge ven. Wij zijn cr echter nog een behoorlijk eindje vandaan. Wij zien woer een opval- lend punt vóór ons: een groot standbeeld! Het kan niet anders dan bij Coblenz zijn; wij slaan de reisgids op en jawel hoor, deze vertelt ons dat wij direct bij aankomst, te Coblenz op het punt waar de Moezel en den Rijn samenkomen, het reusachtige Kaiser Wilhelm Denkmal (gedenkleeken), zullen zien oprijzen. De lange spitse land tong, waarop het enorme beeld gebouwd is heet „Deutsches Eek". Dit is de plaats waar vlakbij eenige maanden geleden het ont zettende ongeluk is gebeurd, waarbij zoo- velen zijn verdronken. Zooals jullie weet is daar toen een noodbrug, welke naar een feestterrein leidde, 's avonds laat ingestort, terwijl zich honderden feestvierders ovsr deze brug bewogen. Van do brug was ïiiets te bekennen, doch iedere vreemd3ling werd door do gidsen de plaat6 gewezen, waar zoovelen een graf gevonden hadden Om half drie arriveerden wij aan den aanlegsteiger te Coblenz, waar een drukte hecrschte van belang. Aan do overzijde van den Rijn zien wij nog de groote ves ting Ehrenbreitstein, welke wij ook nog br- zocht hebben. Over het bezoek aan Coblenz en omgeving zai ik jullie de volgende week een cn ander vertellen. DE CORRESPONDENTIE. Matroosje. Gelukkig, dat de wond al weer bijna genezen is. Ik kan me begrij pen, dat je voortaan voorzichtiger zult zijn met de honden. Moeskops. Ik hoop, dat de herfistva- cantie gauw begint, want dan krijg ik ten minste weer eens een lange brief van je. Heb je nu al zooveel huiswerk? In welke klas zit je? Hertü. Je wordt \riendelijk bedankt voor je gift voor dsn ruilhandel. Gelukkig jo schrijft de schrijvsr, want Cissy van Marxveld is een dame! Cupido. Jammer dat de kaarten wa ren uitverkocht. Ik denk echter, dat er nog wel eens zoo iets in Amicitio zal komen. Zorg dan maar, dat je cr tijdig bent om kaarten te koopen, anders gaat het woer j3 neus voorbij Speurder. Ik kan gelukkig goed schaatsenrijden; ik heb geen tijd gehad om in den Rijn to zwemmen, hoewel cr gele genheid genoeg voor was. Vjrlang je nu alweer naar ijs? De oplossingen. I. W K I p A n X i o S i t T a r d V I X T E R T IJ II a a R 1 c m G e T a 1 X IJ 1 D II Vele kleintjes maken een groote, met vlerk; Stavoren; laken; genie; mot; Jam neen en rest. K a n a r i e. Kan Maandag den prijs aan ons bureau komen afhalen. i zeg, dat je teen weer heter is, maar hoe gaat het nu met de kiespijn? liet weer was Zondag nu niet bepaald schitterend om met de auto uit te,gaan; jullie haht zeker een gesloten wagen hè? Nachtegaaltje. Dat lijkt me een leuke bezigheid voor jullie, het opvoeren van kleine tooneelstukjes, ik weii6ch js er niet savonds om 10 uur! Wij zouden vpcI 6UCC(,S mee Als je jcts v00r dc„ rujl. 2 "m; d,onkf' m°e,e» varen; iw'seen handel hebt. wil ik het altijd mot het groot, zooveel beteekende als tevergeefs varen, pleïier ontvangst nemen. Bedankt want wij gingen den tocht expres per boot Vy00r d, postze„e|S maken, om zooveel mogelijk van de mooie Zonnevooejc. Ik heb nog één siga- Rijn-oevers te kunnen zien. Het was 2ch- rettenwapen voor je. Je schrijft over Tur- ter toegestaan om de reis te onderbreken j mac_bonneT1, maar ik heb niets gevonden, gedurende twee dagen. Dat bracht uit- i komst; wjj besloten den eersten dag verder ta gaan dan Coblenz, waar wij dan 's middags 0111 half drie zouden arrivecrcn. Heb je ze fioms vergeten in te sluiten? !liet j Dwerg. M'n vriendelijke dank voor j3 gift voor den ruilhandel Ik kan me best voorstellen, dat je ook eens naar het bui tenland wilt. Zeker, maar dan moet je eerst op school goed je best doen, opdat je vlug je diploma h?bt. Als dat bereikt is, kun je ook eens naar het buitenland gaan om je talenkennis, die je op school hebt Om halt' tien stapten wij aan boord van de schitterende raderboot de „Frauenlob", een vaartuigje, dat niet minder dan twee- duizend personen kon harbergen. Tot onze opgedaan, te verrijken, groote vreugde begon hei weer op te kla- Condor. Ik hoop, dat ie ine volgende ren: de lucht werd dunner en de regen j week ook eens wat meer zult schrijven dan had opgehouden. Nauwelijks was de boot alleen de oplossingen. Je wfeet, dat ik het op gang, of de zon kwam door, om I altijd zeer op prijs stel als er eens eenbab- verdsr den geheelen dag de mooie hergen j beitje bij geschreven wordt, links en rechts van den Rijn te bestralen. Bruin oog. Bedankt voor je bonnen; Het was werkelijk schitterend weer gewor- 1 ih denk dat ie er een paar andero nichten den, zoodat de trieste stemming van den i of neven een groot plezier mee doet. Ik heb vroegen morgen vrij 6poedig verdwenen voor jou nog eon paar Bussipks plaatjes was. Trouwens, wij haclden zelfs niet eens j klaargelegd, meer tijd om aan het vroege avontuur te denken, want al onze aandacht werd in be slag genomen door de mooie omgeving. Wij hadden helaas sl2clits twee oogen, helaas, omdat er zooveel te zien was, dat het. bijna onmogelijk was om alles goed waar te ne men. Steeds werd het een gedraai naar links cn rschts, om toch vooral maar niets ongezien te passeeren. Hel zou jullie gaan duizelen, als ik precies alles ging opnoe men wat wij links en rechts van den Rijn te zien kregen. Direct na liet vertrek wordt hel Zevengebergte al duidelijker; do beken de Drachenfels wordt helderder; de oude ruïne teekent. zich al scherper af tegen de pas blauw geworden lucht. Het schilder achtige plaatsje Königswintcr wordt al duidelijker en duidelijker zichtbaar, terwijl Pitunia. Gefeliciteerd met je beter schap. Ik moet de roadsels altijd uiterlijk Woensdagavond in mijn bezit hebben. Wil je daar rekening mee houden? Wa rk r u i d. Ik kan je ditmaal 6lechts aan cén Droste's bon helpen. Bedankt voor je bonnen van Verkade en de Waecliuli- né'fa-briek. M olenoar. Ik ben blij, dat je het fijn vindt, dat je zooveel nieuwe dingen leert. Ik twijfel er dan ook niet aan, of je zult mooie cijfers krijgen. Ja, die operetta's vond ik vroeger ook altijd erg mooi; ik kan me best voorstellen dat je er veel genoegen ge had hebt. Roodborstje. J3 hebt zeker in lan gen tijd niet geschreven, hoe. komt dat zoo? Ik hoop, dat je nu weer trouw aan de aan df andere zijile dc badplaats Ge des- oplossingen zult blijven meedoen berg ligi In de verte zien wij reclils van Kanarie. Ik heb liet liefst dat Je den Rijn du Boderbaig, een uitgewerkte iedere week een bnefje stuurt: natuurlijk vulkaan uit do Rijnprovincie; men ziet liier kun je niet altijd alle raadsels goed op reed* dc verheffingen van hei bergland- gelost hebben, maar dat vind ik met erg. schap van den vulkanisclien Eifei. Nog wel bedankt voor dc mooie postze- Vrij spoedig zijn wij de Drachenfels cn gels. Ik zal in den ruilhandeel ook wat dc Drachenfels-ruïne gepasseerd. Aan de vechter (Wast; zijde van den Rijn wordt het gezicht 6teeds mooier Wij passccren Rolandseck met zijn mooie stationsgebouw, voorts Oberwinter cn Remagen, om daarna het kleine dorpje Kripp aan dc monding van de Ahr langzaam voorbij te glijden. In- tuesehen hebben wij ook reeds verschillen de mooie oud? kasteden op de berghellin gen gezien. Groote zware torens erbij! Men vraagt zich soms af, hoe men het in de vroegere eeuwen, waarin deze kasteelen gebouwd zijn, heeft kiear gespeeld om bouwwerken als deze op een zoo lastige plaats op te bouwen. Zij staan daar nu nog steeds, ondanks 6torm en regen, als de beheerschers van den berg waarop zij gebouwd zijn. Aan do linkerzijde van den Rijn beginnen steengroeven zichtbaar (e worden; afgronden van vijftig inoler cn dieper ïjtukeu .liet gezicht op deze berghel- voor jou zetten. Bobby. Ik zie wel, dat je aardig ge noten hebt in Utrecht; ik ben er dien Maandagavond ook geweest. De lichtstoet. was prachtig; alleen was het jammer dat het zoo regende. Tot mijn spijt heb ik do vogelplaatjes, welke jij bedoelt, niet in mijn bezit. Van welke firma 1s dat album, dat jij bezit? Iris. Ja, ik heb je vorige week gemist; ik kan wel merken, dat de scholen weer begonnen zijn. Al m'n nichten cn neven hebben het maar 6tccds over het vele huis werk. Ik hoop echter, dat je toch nog een uurtje zult overhouden om met de raad sels te blijven meedoen. Achilles. M'n dank voor je Drost?'s bon en je poelzegels. Heb je nu weer min der huiswerk, zoodat je eens wat tijd over li ebt 0111 de raadseloplossingen in te zen den? Nieuwe raadsels. X X x X xxxxxxxxx X X X X Op de kruisjeslijnen komt do naam van jon stad in Gelderland. Op dc lo rij: een klinker. Op de 2e lij: een familielid. Op de 3e rij. iets dat alleen 'swintere gebruikt wordt. Op de 4e rij. een weg die niet vlak ie. Op de 5o rij het gevraagde woord. Op de 60 rij een klein brood. Op de 7o rij: een plaats in Utrecht. Op da 8e rij: een eiland in de Zuiderzee. Op de 9e rij: een medeklinker. II. Mijn geheel is een spreekwoord, dat ge vormd wordt door 5 woordon, die te samen uit 26 lettere beslaan. 1. 2. 3. 4. 7. 10. 24. is een Europeesche natie. 8. 23. 5. 13. 17. is een vervoermiddel. 6. 22. 12. 15. is een roofvogel. 18. 16. 11. is een afeluitiaig. 20. 9. 19. 14. is een deel der voeten. 21. 7. 22. 2ö. 26 is niet altijd goed. ONZE RUILHANDEL. horta zond me: 19 bonnen van Hiam Vis' vogelalbum serie II; 19 plaatjes voor dat album; 5 bonnen van ochtendvoer voor een kalender; 2 bonnen van Deventer koek; 1 bon van Tieleman en Dros: 1 bon van Suchord chocolade; een paar Wybsrt bon nen en 2 plaatjes van Coelingh's wand kaarten. Wie kan hier iets van gebruiken? Van Nachtegaaltje heb ik nog een paar postzegels gekregen. Zonneroosje kan een Turmac-wapen komen halen. Een o li b 3 k e n d e, die zich J. B. noemt, heeft me verrast met. eenige V i 111 bonnen. Ik meen dar, mij daar een der laatste we ken eens naar gevraagd is. Wie wil er een paar van hebben. Namens degenen die ze kunnen gebruiken, bedank ik den vrien- dclijken onbekenden gever of geefster har telijk. Dwerg stuurde me eenige postzegels; een plaotje van „Hollandsch2 oude mees ters". een plaatjo van Cocker Spaniels en een paar sigarenbandjes; in ruil hiervoor kan hij een paar paddenstoelenbonnen ko men halen. Bruinoog heeft mijn voorraadschuur aangevuld mat een paar Vim-bonnen, een paar Kiazirn Emin-bonnen en 1 Van Hou tens bon. Wie kan ik er een plezier mee doen Bruinoog kan nog een paar Bunink'e plaatjes komen halen. Warkruid heeft me nog een paar paddenstoelenbonnen en een paar plaatjes van het roodbandalbuni ..Holland zooals wij li3t zagen" gezonden. Wie kan haar nog aan een paar Droste's bonnen óf -plaatjes helpen? Kanarie, die me eenige mooie post zegels heeft gestuurd, kan in ruil daarvoor een paar paddenstoalenbonnen komen ha len. Achillas stuuTde me 1 Droste's bon en een paar postzegels. Hij kan in ruil daar voor een paar Hag-bonncn komen halen. Ik heb nog steed6 bonnen liggen voor A chi 11 3s, Molenaar en Lees graag. Indien zij nu volgende weck niet worden afgehaald, moet ik ze voor andere liefhebbere bestemmen, die wèl de ge vraagde en toegezegde bonnen en plaatjes komen halen. OOM PIM. Bij 't ontbijt vraagt, Jantje altijd „Vader, waarom moot jij weg? Wil vandaag bij Jantje blijven, Jantje vindt dat leuker, zeg!" ,,'t Zal niet gaan, m'n lieve jongen Vader moet heusch naar kantoor Gaat jouw botorham verdienen." Jantje knoopt dat in zijn oor. Op een dag zit Jan vóór uilen Ileol alleen aan het ontbijt, 't. Meisje geeft hem brood en melk ook, Jan wacht vol tevredenheid. Eind'lijk hoort hij Pappie komen, „Paps, je hoeft niot weg vandaag." Trots klopt hij op 't kleine buikje „Jan heeft 't brood al in zijn maag." HET WONDER VAN DE LATHYRUS, door F. Dommissie. „Bloemen! Mooie frisschc bloomen!" riep Jan cn duwde zijn koi voort. „Bloeinon Mooie bloemen!" „Hoo duur is de lathyrus?" vroeg Annie, een meisje van tien jaar. „Vijftien centen de bos.' „Mag 't moedei „Ja," riep moeder, die boven aan de trap stond. „Hier heb je geld „Fijne zijn 't." zei Jan, toen Annie het bosje bekeek dat ze in haar hand hield. „Fijne versclie! Dmik u beleefd." Hij tikte aan zijn pet en duwde zijn kar weer verder. „Wat -oen groote bloemen, moeder" bc wonderde Annie opgetogen, toen ze zo in een vaas zette. „Zie eens wat een lange stengels!" „Jo, 't zijn zeldzaam mooie, zei moeder. - Daar stonden zc prachtig, midden op tafel, als je do kamer in kwam rook jo zc al Met peinzend gezichtjo bleef Annie cr naar kijken, net vlinders die bloemen, dacht zo, Ze zou cr een paar takjes uit halen voor haar slaapkamertje. Het was avond. Voor het geopende venster van Annie's slaapkamertje wapperde het wit tullen gordijn. Lekker zoo'n beetje wind, met die warmte' Moeder had haar juist wel terusten gezegd, onderstoppen hoefde met dit weer niet, een laken was meer dan ge noeg. Vreemd, ze had hcelmaal geen slaap. Tevreden keek zo haar kamertje rond, dc handen gevouwen onder het. hoofd. Leuk was haar hokje! Die boekenplank met. al haar boeken en daar die tcekcningcn van Rie Cramer, een jongetje dat eendjes voerde en een meisje dat rende om op school te komen. „Langslanpstertjc." Op het tafeltje lag een vroolijk kleedjei wit met gekleurde bloemen, in het midden ervan stond een vaasje met drie takjes lathyrus. Meer mocht ze niet hebben, dat was niet goed die bloe men lucht, had moeder gezegd. Ze keek naar de groote witte bloemen. De takjes be wogen iets door den wind. Hoe kwam het toch, dat ze niet slapen kon? Ze zou haar oogen eens krampachtig dicht doen, misschien dat dat wel hielp. Een klein tijdje hield ze 't uit, dan, wip dcod ze ze weer open, 't ging niet. Lang zaam trok het zonlicht weg uit den hemel. Het gordijn waaide nog heen cn weer de bloomen bewogen zacht. - Dat was jammer, daar zog ze hoe een bloem afviel. Leelijk van Jan om haar geen vorschc te geven. Ze zou hem morgen om anderen vragen. Op het kleerje bleef de witte bloem stil liggen. Wat? Zag ze het goed? Daar viol er nog een. Zoo hard waaide het toch niet Wat jammer, nu zaten er aan dat takje nog maar twee bloemen. Kijk! van het andere takje viel ook al een. Die bloemen op het tafeltje dansten, ze ker door de wind. Grappig, eerst wipten ze zacht op cn neer. 't Leken wel vlinders. Nog meer bloemen vielen. Maar hoe kon dat? Daar danston die anderen ook al! Met groote oogen keck Annie naar het ta feltje waarboven, als vlinders, de bloemen dansten. Met open mondje zat ze er rechtop in haar witte bedje, te verbaasd zelfs om moeder te roepen. En hoorde ze goed? Heel fijne muziek op dc moat van do dansende bloemen! Maar het waren geen bloemen, het waren vlinders! Langzaam veranderde Annie's verbaasde uitdrukking, ze lachte zacht, bang de dan sende rei te zullen storen. Een enkele ster keek door het witte gordijn, dat zachtjes wapperde. Wat was dat mooi. wat was dat mooi. dacht kleine Annie, als moeder en vader dat nu toch ook eens zagen cn Jan, die ze haar verkocht had! Maar I100 kon dat nu? Het leek wel of er steeds meer bloemen kwamen, zooveel had ze toch niet in dat vaasje gehad! De muziek werd ook duide lijk, net of ze fluit cn viool speelden. En wat een heerlijke lathyruslucht! Of je diep je neus in een heele hos bloemen stok! Boven het tafeljo danston de vlindors. er kwamen er meer en meer, tot het heele ka mertje van Annie wel één danszaal leek. Zc dansten met kringetjes om elkaar heen. dan weer naar boven, dan weer naar bene den en alles op de maat. van de muziek. Plotseling zag Annic een groote witte lathy- rusbloem. zóo groot had ze er nog nooit ccn gezien. Ze zweefde tusschen dc vlinders cn kwam naar Annie's bedje toe. Ze rook zoo heerlijk cn was zoo prachtig, dat Annie met verrukt gezichtje afwachtte wat er nu wel gebeuren zou De blaadjes bewogen zacht heen en weer nis een duif dio klapwiekt. Het onderste bloemblad, dat als een schuiijo om de meeldraden en de stamper gesloten was, week naar beneden. Goud geel stuifmeelpoeder oen bedwelmende lathyrusgeur - toen Annio weer op durfde kijken, voelde ze zichzelf heel licht worden. Ze trok haar beentjes op en rekte het lijfje. Ze strekte haar armpjes zag zc het goed? Bloemblaadjes waren hot. Wat heerlijk, wat hoerlijk orn zoo te dansen! Met de andoren, op cn neer, om elkaar hoon, naar boven, naar beneden, op de maat van de muziek.— De maan kwam door het vonster gluren en zag met verbazing, dat het bedje va: Annie leeg was. Nieuwsgierig zond hij zijn stralen door het kamertje en dan lachte hij, bovon in den wijden hemel om de vroolijke lathyrusbloemen, die dansten als vlinders. Opeens wapperde door den wind het gor dijn hoog op Mot verbaasde oogen keek Annie die rechtop in haar bedje zat, haar kamertje rond. Maar waren dc dansende bloemen? Hot was bijna al morgen, ze hoorde de vogels al buiten. Zie daar stond hot vaasje met de drie takjes lathyrus, net als gisteren. Vermoeid draade ze zich om cn sliep in. „Kindje," zei mooder, als ze haar meisje kwam roepen. „Wat ruikt, het hier sterk naai die bloemen." Met ingehouden stemmetje vertelde Annie wat er gebeurd was. „En 't is wéér moeder, is 't geen droom, anders zou u toch niet dio lathyrus ruiken, want het raam staat nog wel open. Ja, dacht moeder, dat is wel heel vreemd. Onderzoekend keek ze naar dc bloemen, maar die stonden nog. net als den vorigen dag, stil te geuren, gedragen door de ranke stengels. „Bloemen, mooie frissche bloemen!" riep Jan en duwde zijn kar. Annie keek het raam uit. Daar had jo zc weer, die wondere lathyrus, in allerlei kleuren. ..Goed," zei moeder, „koop maar voor vijf tien cent, die anderen zijn niets meer waard en 't is zoo gezellig." Op het tafeltje in Annie's slaapkamertje stonden weer drie takjes lathyrus. Na moe ders „welterusten"' ging Annie rechtop in haar bedje zitten. Ze zou haar oogen goed open houden cn steeds naar die bloemen kijken, dan zou het wonder zeker nogeens gebeuren. Zacht wapperde het tullen gor dijn, de bloemen bewogen zich door de wind. - Zou zc nu toch inslapen? Nee zo moest haar oogen open houden. Gebeurdo er nog niets? 't Was zeker nog tc vroeg. Ze zou maar gaan liggen, ze was zoo moe. Zoo, nu de oogen goed open houden. Viel daar niet een bloem?... Toen '5 avonds de maan weer nieuwsgie rig naar Annie kwam kijken, zag hij hoe ze sliep het ronde gezichtje met de blozendo wangen, de handjes gevouwen onder het hoofd. Maar wel dansten dio nacht weer dé bloemen als vlinders en klonk muziek in het. kamertje. Ze dansten cn dansten tot het zonlicht kwam en ze woer ieder naar hun stengels vlogen. „Niet verklappen, niet erklappen". fluisterden ze daar tegen elkaar, „de menschen hoeven dat niet te weten, niet te weten, niet te weten." Alleen Annie dat eene keertje, dat eene keertje, dat eene keertje, omdat ze zooveel van ons houdt van ons houdt („Zonneschijn").

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1930 | | pagina 11