Kindercourant De rubriek van Oom Pim Vaders Thuiskomst. Een BretonscheSage VAN ALLES WAT Beste Nichten cn Neven. Verleden week zijn wij in gedachten reeds In Coblenz aangekomen. Zeker dat zijn wij, maar wij zijn natuurlijk niet een uur bij <len uanleg-stciger blijven staan. Wel neb ben wij nog een tijdje langs den Rijn ver toefd, omdat daar iets gebeurde, wat do ver bazing van tientallen trok: er was n.l. op het moment dat wij aankwamen juist een cano-wedstrijd begonnen. Ik heb vroeger zelf ook wel eens met een cauo tochtjes gemaakt, maar als je dan ziet met welk een enorme snelhoid de lichte vaartuigjes op den Rijn worden voortgejaagd, vraag je onwillekeu rig of de inzittenden er waren er bij mot •i personen geen \rees meer bezitten. Met groote kracht werden de pagaaien gehan teerd, terwijl daarbij noe kwam de groote kracht van den stroom, zoodat de snelheid, waarmede de lichte bootjes den Rijn afdre ven verbazingwekkend was. Wanneer dan nog eenige raderbooten en groote sleepboo- ten een vrij groote golfslag veroorzaken, kun je je volkomen indenken, dat de pas sagiers van zoo n licht vaartuigje wel eenige moed cn stuurmanskunst moeten bezitten. Dat was het eerste wat bij onze aankomst in Coblenz onze aandacht trok. Als wij even in onze reisgids staan te zoe ken naar een geschikt hotel komen van vei schillende zijden hotel-jongens op ons af, die allen om 't hardst hun best doen om een paar kamers van het hotel waar zij werk zaam ztjn, bezet te krijgen. Wij komen ten slotte in een goed hotel aan, waar wij ons allereerst wat vsrfrisschen om direct daar na weer naar buiton te gaan. Onze eerste reis was langs do Moezel, waar wij een schitterend gezicht hadden op de toppen van den Eifel, die zich heel in de verte als wazigo steenmassa's aftoekenden tegen den blauwen hemel. Na een kleine wandeling ko men wij aan den voet van het reusachtige Kaiser Wilhelm Denkmal, waarvan ik jul lie verleden week reeds heb verteld. Dii enorme standbeeld is op zichzolf een bouw werk, dat ieders bewondering moet afdwin gen. Dit geweldige beeldhouwwerk word in 1S97 onthuld; de oppervlakte van het ter ras waarop het gebouwd is bedraagt niet minder dan 1200 vierkante meter. liet is dus geen wonder als men 111 de verschil lende gidsen van Coblenz en omgeving te lezen krijgt, dat dit beeld het geheelo land schapsbeeld van Coblenz cn omstreken be- heerscht. Het uitzicht dat men heeft boven op het groote voetstuk, waarop liet reusach tige beeld van Keizer Wilhelm I te paard gebouwd, is buitengewoon mooi. Vóór men op deze hoogte is gekomen moet. men zich eerst de moeite getroosten om negen cn ne gentig treden te klimmen! Maar dan wordt de moeite ook buitenge woon goed beloond, want het vergezicht over de Moezel en het Moezeldal, over den Rijn cn over de stad Coblenz zelf is werke lijk om nooit, te vergeten. Het is natuurlijk vanzelfsprekend dat wij op dit mooie punt eenige photo's van de omgeving hebben go- maakt. Gelukkig zijn zij allen goed gelukt, zoodat wij altijd een aardige herinnering hebben aan ons verblijf in Coblenz. Wij hadden nog niet veel zin om na het bezoek van dit mooie punt reeds direct naar ons hotel terug te keeron. Het verblijf op dit hooge standbeeld had ons nog niet vol doende uitzicht opgclevord want... wij be sloten om naar de overzijde van den Rijn te wandelen waar de vesting Ehrenbrcitstein lag. Deze was nog hooger dan het gedenk- teeken. Zoo gingen wij dus weer naar bene den om langs den Rijnoever naar de groote schipbrug te wandelen. Het weer was in middels lcehjk gaan betrekken: een grauw zwarte lucht hing onheilspellend lang boven de bergen, terwijl in de verte de zonnestra len een enkele bergtop beschenen, hetgeen op zichzelf een zeer mooi gezicht was. W:j hadden er echter niet zooveel plezier in, want onze jassen hadden we m het hotel achtergelaten. Enfin, wij waagden het erop en... met succes, want alleen in de verte zagen wij het regenen en in Bonn is slechts een klein buitje gevallen! Wij waren'cr zoo licht toe overgegaan om de vesting te gaan bezoeken, maar ook dit bleek niet mee te vallen. Ruim twintig mi nuten moesten wij langs een moeilijken weg omhoog klauteren voor wij eindelijk bij de eigenlijke vesting waren. Het was dan ook geen overbodige luxe om daar boven op het massale bouwwerk, waar een restaurant is, eens onder het genot van een v erfrisschin, „uit ie blazen''. Het uitzicht dat we hier te genieten kregen was nog veel mooier dan dat wat wij op het gedenktceken hadden. Wij moesten nu nog een heel eind naar bo neden zien om het gedonkteeken te aan schouwen! Langs een andoren weg dan wij eerst genomen hadden zijn wij weer afge daald, nadat wc eerst nog een paar foto's hadden genomen. Wanneer je een bouw werk als deze vesting boziet, vroeg je je af, hoe het mogelijk is een zoo enorme steenmassa stuk te krijgen. Geweldige steen klompen vormen hier de niet minder ge weldige muren der kazerne. Op den terug weg worden wij weer eens herinnerd ar.i den grooten wereldoorlog. Verminkte mi., nen uit dien vreeseltjkcn tijd zitten lan den kant mot hun pet in de hand om op die manier nog iets tc kunnon verdienen. Het is een droevig gezicht, een gezicht, dat gelukkig bijna alle voorbijgangers naar hun poriemonnaic doet grijpen om die arme ke rels i.-ts te geven Ik oehoef jullie zeker niet te vertellen, da- wij doodmoy tegen der avond in <ie staa aankwamen. Een stevig diner heeft ons echter weer een heel eind versterkt. 's Avonds zijn wij rustig op een terras van een der hotels langs den Rijn gaan zitten Een mooie muziekkapel zorgde voor eenige vroolijkheid, terwijl do heldere maan een sprookjesachtig schijnsel over den spiegel- gladdcn Rijn liet vallen. Het was alsof een zilverband \an den eencn naar den anderen oever was gelegd Aan de overzijde van den Rijn een paar met kleurige lampjes verlich te hotels, die een keurig effect maakten, omdat zij te midden van de donkere boö- menmassa's waren gebouwd. Op den Rijn zelf boven de verlichte boo ten een keurig gezicht. Eén dezer rader- booten was ook nog voorzien van zoeklich ten, die de kasteden langs de oevers moeten beschijnen. Hierover zal ik volgende keer nog een cn ander vertellen, aangezien ik met die boot ook nog een a\ond-vaort heb gemaakt Wij gingen na ons rustige zitje aan den Rijn naar ons hotel om weer uit to rusten voor den volgenden dag, die ons weer veel nieuws te zien zou geven. Wij zouden n.l. naar Ahrenberg cn Laacben See gaan. Volgende week maken wc dus oen uit stapje naar deze twee mooie plekjes "in de omgeving van Coblenz. DE CORRESPONDENTIE. H e r t a. Ik heb nog geen bonnen van het zeewateraquarium en terrarium vóór je; die zijn pas uitgekomen, zoodat daar nog geen dubbele exemplaren van zullen zijn. j denk ik. Bedankt voor je Rademakersbon- ncn. Gelukkig zeg. dat jo kiespijn nu weer j geheel over is! Zonneroosje. Bedankt voor je gift j roor den ruilhandel; vermoedelijk zal daar j voor jou ook nog wel wat instaan. Wat heb je een aardige teekening gemaakt; ik kan wel zien dat je sigarettenplaatjes spaait Helaas heb ik er deze week geen enkele \oo'r je. Wa r k ru i d. Natuurlijk wil ik je hel pen; ik weet nu echter niet, wat voor bon nen je moet hebben. Bedoel je net als ver leden weck weer Droste's bonnen? Zie maar eens in den ruilhandel of ik er nog nieuwe bij gekregen heb; indien dat zoo is, kun je er een paar komen halen. Nog wel bedankt voor je paddenstoelenbonnen. Dwerg. Bedankt voor jo giften; do twee nichtjes zullen er wel erg blij mee zijn. Wat heb j8 deze week con kort briefje ge schreven; heb je het al weer zoo druk met je schoolwerk'? Luidspreker. - Vriendelijk bedankt voor je nieuwe raadsels; ik vind het ech ter beter om het eerste raadsel niet te plaat sen. De andere twee zal ik in een cenigs zins ge wijzigden vorm opnemen. Het ruadsc! dat jo cenigcn tijd geleder, gestuurd hebt, kon ik helaas niet gebruiken. Je hebt nu een mooien langen brief geschreven hoor! Blauwoog. - Ik geloof dat jij oen nieuweling in de familie bent: jo bent na tuurlijk van harte welkom. Je bobt een eigenaardige schuilnaam gekozen; ik hoop niet de je zooiets krijgt, waarnaar je je zelf genoemd hebt! 11 i s. Ja, ik zie met genoegen, dat do familie van nichten en neven zich uitbreidt, maar dan duurt het ook weer eens wat lan ger \oor zij allen een prijs gehad hebben. \ls ik me goed herinner heb jij er op 15 Maart een gehad. Iloe gaat het nu met het huiswerk, nog erg druk, of heb je nog wel eens een half uurtje om Oom Pim te schrij ven? Nog wel bedankt voor je bonnen. Dwerg heeft me ook nog iets voor jou gege ven cn ik heb er zelf ook nog een paar pun- tèn bij gedaan. Roodborstje. Dat de raadsels soms wat moeilijk zijn wil ik niet ontkennen, maar dan leer je ook nog iets ervan. En als je ze dan goed hebt is de voldoening vee) grooter dan wanneer jo ze zoo maar kunt in\uilen! Kanarie. Ik ben benieuwd naar je rapportcijfers; natuurlijk reken ik erop dat ze mooi zijn, want ik verwacht van m'n nichten en neven in de allereerste plaats dat zij op school hun best doen en dan pa_- dat zij goed meedoen aan de raadsels. Molenaar. Je zult op die manier wei aardig wat muziek loeren zeg! Ik heb jullie corps wel eens gehoord, maar het klinkt buitengewoon aardig vind ik. Ik wensch jc goed succes mot jc verdere müziek-studie. Rozoknop. Je gaat nu zeker rnee met den laatstcn wandeltocht, want an ders kun jc het diploma niet halen en dat zou nu zonde zijn, vind-je ook niet? Ik wensch jc sterkte in de boenen voor jc ver dere wandelingen: ik ben zelf ook een reu zen liefhebber van wandelen. Leuk werk hè, het planten van bloembollen; het aardigst.1 vind ik altijd het uitkomen van het groen cn dan later de dikke bloemtros! C u p i d o. Dat kan ik me voorstellen zeg, dat jo blij bent, dat je nu mee mag met het schoolreisje. Ik heb vroeger nooit dat genoegen gekend, maar als ik nu 's zomers die groepjes kinderen zie uittrekken, kan ik rnc best indenken dat zij op zoo'n dag veel plezier maken. Je vertelt me zeker even of jc het diploma voor de wandeltoch ten hebt gehaald hè? P o s t d u i f j e. Jc bent ook bij mij van harte welkom. Hoe komt hot zoo, dat je nu pas weer meedoet na het vertrek van oom Karei? Blauwkras. Ook jij bent welkom in de familie. Vertel me eens, hoe kom je aan dien eigenaardigen schuilnaam? Achilles. Van die bonnongeschicdc- nis begrijp ik nu niets meer: er liggen 2 en veloppen voor je klaar. Bedankt voor je raadsel, ik zal het direct plaatsen. Nieuwe raadsels. (Van -öuidspreker)3 Mijn geheel is lfcts dat gevtffifid wordt door 2 woorden die tezamen uit li letters bestaan. Zij vormen den naam van iels nieuws in onze stad. 1 11 10 13 12 9 7 is een eiland in de In dische archipel, waar veel tin wordt ge vonden. 8 2 4 3 is een vrucht, li 5 6 is een plaats m Qeldcrlaud. II. (van Achilles). X X X X x x X X X x x x X X X Op de kruisjeslijnon komt de naam van een plaats in Gelderland. Ie rij: het gevraagd woord. 2e rij: een plaats in Noord-Holland. 3e rij: een groot land in Europa, ie rij; een deel van een el. 5e rij: een plaats in Drenthe. (Je rij: een bloem. 7e rij: een verkorte jongensnaam. 8c rij: iets kouds. 9e rij: een medeklinker. ONZE RUILHANDEL. II cr l a heeft me eenige Rademakers om slagen gezonden; wie kan haar helpen oan bonnen voor het zeewateraquarium en ter rarium-album Zonneroosje heeft me.een paar Tur- macbonncn en een pelikaanbon gestuurd: zij kan in ruil hiervoor de van Houten's bon komen halen. W a r k r u i d heeft m'n voorraad padden- toclenbonnen weer eens aangevuld. Van Dwerg heb ik een paar postzegels en een paar Erdalpunten gekregen: de post zegels heeft hij bestemd voor Zonneroos je en de '2 Erdatpunto'n voor Iris; zij kun nen deze komen afhalen. Dwerg kan ook een paar paddenstoclenbonnon komen halon. Luidspreker gaf me nog een paar paddenstoelenbonnen en een plaatje van het Vogcldetcrmincerb^ekje. Van Iris heb ik een paar paddenstoelen bonnen cn een bon voor Keg's album gekre- :en. Verleden week heb ik nog oen brief gekre gen waar geen afzender op vermeld stond. De inhoud ervan was:_ eenige plaatjes van het album „Holland zooals wij het zagen' j van de wascholinefabriek benevens 9 bon nen voor cadeaux van de Quaker Oats Com pany. ..Oom Jaap" zond me: 41 paddenstoe lenbonnen, 71 plaatjes der Wascholinefa briek en 14 plaatjes van Dobbelmann's ai- bum ..De w ereld in Beeld." In ruil hiervoor kan hij oen paar Bussink'.s plaatjes cn een paar Hag-zeeels komen halen. OOM PIM. door C. E. DE LILLE HOGERWAARD. P e 1) r A 0 P a 1 0 d e 1 1 c n d 1 d 0 0 r (J 0 d j 0 0 0 r ii U r k n De oplossingen. (helling) Holle vaten klinken het hardst, met: Holland, trein, valk, hek, teen cn haast. De prijs is deze week bestemd voor W a r kruid, die hem Maandag aan ons bureau kan komen afhalen. Zeg, jongetje uit Volendam, Wat kijk je tocli naar zee! Denk jij: Als Vader thuis komt, o! Dan brengt hij vast wat mee? Veel visch, die hij gevangen heeft In 't groot en stevig net En dat hij midden in de zee Heeft handig uitgezet! Dat Vader dan die visch verkoopt Aan wie het meeste biedt -- En dat zijn beurs dan zwaarder wordt. 't Is, of je het al ziet! Jc gaat, ben j'ccnmaal grooter, vast Ook visschen in de zee. Verdient daar dan voor vrouw cn kind Een massa duiten mee. Dat duurt nog lang begin dus maar Tc helpen met de vracht. Als Vader strakjes binnenzeilt, Hij weet, dat j'op hem wacht. Zoo moet je toch beginnen, baas Beginnen onderop. Kijk dus maar beide oogen uit, Jij visscher in den dop. Dag jongetje uit Volendam! 'k Maak even je portret- Waarom 'k dat doe? Och, 'k had je graag In "t Kinderblad gezet! 'k Denk: alle jonge lezertjes En lezeressen klein, Die zouden zeker net als jij Een visschertje graag zijn! In den oer-ouden sprookjes-tijd, toen nog de elfjes, bij maanlicht, in de bosschcn hun vlugge dansen uitvoerden, en de kleine boschgeesten zich overdag in holle boom stammen cn onder groote stecncn schuil hielden, om daaruit, zoodra do duisternis inviel, 'weer te voorschijn tc komen, woon de in het schoonc bergland \an Brctagno een kleine jongen, die Yanic heette. Met zijn moeder cn een zeer oude groot moeder woonde Yanic in een hut, midden op oen uitgestrekt weiland, dnl begrensd werd door oen groot woud. In dit woud woonden de groene boschclf- jes, die altijd op maanlichte nachten hun vroolijkc feestén vierden. Nooit mocht daarom Yanic na zonsonder gang in het bosch, ja. zelfs niet in do na bijheid daarv;nn komen. Steeds waarschuw de hem daarvoor de grootmoeder doqr de woorden: „Wanneer de elfen-koningin een kind ziet, wil zij daarmee dansen. En zóó lang danst zij, totdat het kind van ver moeidheid neervalt. Dan neemt zij het mee naar haar paleis onder de aarde cn nooit ziet het. kind zijn ouders terug... Doch Yanic geloofde niet veel van groot moeders vertelling. Hij was bovendien soms zeer ongehoorzaam en zóó onvoorzichtig, dat hij vaak, juist tegen zonsondergang, naar den hoschrand sloop cn daar gluur-le door de struiken, of hij misschien reeds de dansende elfjes kon zien. Maar nauwelijks stond hij daar, of grootje kwam aangestrompeld cn greep met haar bevende hand Yanic's arm, terwijl zij nv t angstige stem hem toefluisterde: „Blijf daar niet staan, mijn jongen! Zag jc straks niet de witte sluiers der elfjes langs da struiken, déar bij het beekje, fladderen0 O. kom toch met grootje mee, vóórdat de elfenkoningin j9 hier ziet en je moe- voert Als grootmoeder zoo tot hem sprak, keek Yanic haar eons aan en lachte ongcloovig. Maar toch ging hij met haar naar huis terug. 't Was op oen prachiigen, maanlichten avond, toen een groot verlangen, de elfjes tc zien dansen, Yanio bekroop. Op zijn bloo- te voetjes, en de klompjes in de hand, liep hij dc hut uit en daarna het, weiland over naar het basch.Daag r-iond, niet ver van den boschrand, een hólle boom. „Als ik mij daarin verbezig,r dacht hij, „kan ik de elfjes zien dansen. En zij kun nen onmogelijk weten, dat ik mij in dan boomstam heb verstopt 't Sloeg juist middernacht cn op datzelfde oogenblik kwamen de elfjes, in hun witte, fladderende kleedjes, uit den nevel! Zij fladderden tot vlak bij den hollen boom cn begonnen daar hun rondedans. „Wat zijn er veel!" dacht Yanic. „'k Wil toch eens tellen, hoeveel er zijn!" Heel even slak hij zijn hoofd uit den stam en begon te tellen. De elfen-koningin had hem echter reeds gezien. ..Kom. cn dans met ons in den kring!' lokte haar vriendelijke stem Maar nauwelijks had Yanic zijn schuil plaats verlaten cn wilde hij mot de elfjes ggan dansen, of hij hoorde een andere stem hem waarschuwend toefluisteren. „Dans niet met de elfjes, Yanic! Ga naar huis! Kom, ga heen, je moeder is ont waakt cn zal je straks overal zoeken!" Verschrikt door deze woorden, wilde Yanic vlug naar huis loopen. „O, neen, dat gaat zoo maar niet!" riep de elfen-koningin. „Wie hier komt, moet met mij dansen! „Ach, laat mij toch naar huis gaan," smeekte Yanic. „Ik kan niot dansen en mijn moeder zoekt mij: zij weet niet, dat ik hier heen ben gegaan „Maar nu zal jc moeder het weten," sprak do elfen-koningin cn zij legde een stevigon knoop in Yanic's haren. Op zijn kruin was de knoop aangebracht. Daaraan konden zijn moeder cn grootmoeder ook bemerken, dat hij hij do elfjes was geweest. Dit fluisterde hem één der elfjes toe. „En morgen, als legen middernacht de maan is opgekomen, halen wij je uit dc hut cn nemen jc mee. En dan zul je met de koningin dansen!" zei ze. Bevreesd als liij was, dat werkelijk moe der cn grootmoeder hem straks overal zou den zoeken, had Yanic niets begrepen van alles, wat het elfje tot hem zeide. Zonder zijn klompjes mee te nemen, was hij naar huis gehold, en reeds ccnfgszins voelde hij zich gerust gesteld, toen hij moeder en groot moeder daar in slaap vond. Nog niet den kende aan zijn klompjes, kroop hij dadelijk in zijn bed en sliep door, totdat moeder hem den volgenden dag kwam wekken. Denken de, dat hij gedroomd had. sprong Yanic uit bed. Maar ach. nergens vond hij zijn klompjes! t' Was dus geen droom! Was hij dan zóó ongehoorzaam geweest? Daar zag grootmoeder op eens den knoop in Yanic's kruinharen. Zij gaf een gil van schrik cn daarna kermde zij: „Ach, onze jongen is bij de bosch-elfjes geweest! Wat zal ei nu met hem gebeuren? Ach, laten wij toch vanavond, vóórdat de wcidevrouw in haar wazig nevel-kleed over het weiland zweeft, onze hut sluiten met stevige gren dels, opdat de boozc elfen-koningin niet kan binnenkomen, om onzen jongen vua ons weg te nemen!" Dien dag zaten de twee vrouwen van ol ies le bedenken, waardoor zij dc elfjes bui- ton de hut konden houden. Alle kieren »n reten stopten zij dicht. Nauwelijks was het uur van middernacht gekomen, of daar kwamen werkelijk de bosch-elfjes, met hun koningin over het weiland gezweefd en wel recht op de hut af. „Wij zijn gekomen uit het bosch!'' riep de elfen-koningin de beide vrouwen toe, die in dc hut angstig bijeen zaten. „Wij willen met Yanic dansen! De knoop in zijn kruinharen is het bewijs, dat hij ons toebehoort! Kom, brengt hem hier!" „Mijn kleinzoon krijgt ge niet; hij slaaDt reeds!" was het luid geroepen antwoord dor grootmoeder. „En nooit meer zult gij hem in uw macht krijgen!" Deze woorden schenen dc elfen-konjngin zóó vertoornd te hebben, dat zij boos uit liep: ,.'t Js goed! Gij kunt den jongen hou den. doch op .voorwaarde, dat gij voor ons. allen een kleedje weeft. Een kleedje, fijn als spinrag, zult gij voor ons weven. Ed donk er wèl aan, dat morgen tegen middel nacht het werk, dat ik u thans opdraag, gereed moet zijn. Als wij het ragfijne weefsel niet zien hangen over de heg, nemen wij uw klein zoon mee, cn nimmer ziet ge hem terug!'' Radeloos van droefheid hadden dc twee vrouwen deze woorden aangehoord. „Hoe konden zij, die zóó arm waren, zoo iets we ven?' vroegen zij zich af. Ilcel don nacht zaten zij schreiende bijeen, en terwijl Yanic rustig sliep, bedachten zij van alles, waardoor zij den jongen uit de macht der bosch-elfen konden houden. En ziet, Yanic zelf vond een oplossing voor dit moeilijke geval, want toen hij den volgen den morgen ontwaakte en daarna de hut uitliep, bemerkte hij, dat de heg, die aan twee kanten het weiland omzoomde, bijr.a geheel overdekt was met lange, zilverwitte draden, die ook in massa's over het weiland zweefden. Hij riep toen zijn moeder en grootmoeder toe- „O, komt u eens zien, wat een mooie, fijne draden daar zweven!" Verheugd over wat zij zagen, verzamelden toen Yanic's moeder cn grootmoeder de dra den en weefden daarvan, heel den dag, fijne elfcnkleodjes, die zij, nog lang vóór midder nacht, over dc heg uitspreidden. Door deze kleedjes aan te trekken, had den iocn voor altijd de bosch-elfjes huh macht over de menschen verloren, zegt io sage. Want. in dc zilverwitte draden, die overal neerzw eefden, zagen de bewoners dor streek een Godsgeschenk, bestemd om de «treek van dc booze bosch-elfjes te verlos sen. En omdat zij dachten, dat het dc Hei lige Maagd was, die hen deze draden had gezonden, noemden zij ze: „Do draden van Onzo Lieve Vrouw.'' En ook soms wel: „Ma- ria-draden!" Doch wij kennen óók deze draden, cn wij weten, dat zij niet rechtstreeks uit den he mel, doch wèl van de spinnen komen. Voor al tegen den herfst zien wij ze veel. Daarom noemen wij ze dan ook herfstdraden! TANTE JOH. Water dat tegelijk warm cn kond lijkt. Het volgende eenvoudige kunstje leert je, hoe water tegelijk warm cn koud kan lij ken. Dat klinkt al heel eigenaardig cn toch is het zoo. Je zet drie bakjes vóór je op tafel.. Het céne moet gevuld zijn met warm water, het middelste met lauw cn het derdo met koud water. Nu stroop je je mouwen een eind op cn sleok je je éénc hand in het koude en je andere hand in het warme water. Je houdt zc er eenige oogenblikkcn in en steekt daar na beide banden vlug in het middelste bak je. De hand. die je eerst in hel warme water hield, zal nu koud aanvoelen, terwijl dc hand, die jo in het koudo water gehouden hebt. warm zal worden. Hot water in hrd. middelste bakje is dws volgens de ééne baud koud «n volgens 'je andere warm en toch heeft dit. water na tuurlijk maar één temperatuur. Het. kan onmogelijk koud en warm tegelijk zijn, al lijkt dit voor het gevoel dan ook nog zoo duidelijk. Alles is slechts betrekkelijk!

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1930 | | pagina 14