Kindercourant
De rubriek van Oom Pim
Vaders Thuiskomst.
Een BretonscheSage
VAN ALLES WAT
Beste Nichten cn Neven.
Verleden week zijn wij in gedachten reeds
In Coblenz aangekomen. Zeker dat zijn wij,
maar wij zijn natuurlijk niet een uur bij
<len uanleg-stciger blijven staan. Wel neb
ben wij nog een tijdje langs den Rijn ver
toefd, omdat daar iets gebeurde, wat do ver
bazing van tientallen trok: er was n.l. op
het moment dat wij aankwamen juist een
cano-wedstrijd begonnen. Ik heb vroeger zelf
ook wel eens met een cauo tochtjes gemaakt,
maar als je dan ziet met welk een enorme
snelhoid de lichte vaartuigjes op den Rijn
worden voortgejaagd, vraag je onwillekeu
rig of de inzittenden er waren er bij mot
•i personen geen \rees meer bezitten. Met
groote kracht werden de pagaaien gehan
teerd, terwijl daarbij noe kwam de groote
kracht van den stroom, zoodat de snelheid,
waarmede de lichte bootjes den Rijn afdre
ven verbazingwekkend was. Wanneer dan
nog eenige raderbooten en groote sleepboo-
ten een vrij groote golfslag veroorzaken,
kun je je volkomen indenken, dat de pas
sagiers van zoo n licht vaartuigje wel eenige
moed cn stuurmanskunst moeten bezitten.
Dat was het eerste wat bij onze aankomst
in Coblenz onze aandacht trok.
Als wij even in onze reisgids staan te zoe
ken naar een geschikt hotel komen van vei
schillende zijden hotel-jongens op ons af,
die allen om 't hardst hun best doen om een
paar kamers van het hotel waar zij werk
zaam ztjn, bezet te krijgen. Wij komen ten
slotte in een goed hotel aan, waar wij ons
allereerst wat vsrfrisschen om direct daar
na weer naar buiton te gaan. Onze eerste
reis was langs do Moezel, waar wij een
schitterend gezicht hadden op de toppen
van den Eifel, die zich heel in de verte als
wazigo steenmassa's aftoekenden tegen den
blauwen hemel. Na een kleine wandeling ko
men wij aan den voet van het reusachtige
Kaiser Wilhelm Denkmal, waarvan ik jul
lie verleden week reeds heb verteld. Dii
enorme standbeeld is op zichzolf een bouw
werk, dat ieders bewondering moet afdwin
gen. Dit geweldige beeldhouwwerk word in
1S97 onthuld; de oppervlakte van het ter
ras waarop het gebouwd is bedraagt niet
minder dan 1200 vierkante meter. liet is
dus geen wonder als men 111 de verschil
lende gidsen van Coblenz en omgeving te
lezen krijgt, dat dit beeld het geheelo land
schapsbeeld van Coblenz cn omstreken be-
heerscht. Het uitzicht dat men heeft boven
op het groote voetstuk, waarop liet reusach
tige beeld van Keizer Wilhelm I te paard
gebouwd, is buitengewoon mooi. Vóór men
op deze hoogte is gekomen moet. men zich
eerst de moeite getroosten om negen cn ne
gentig treden te klimmen!
Maar dan wordt de moeite ook buitenge
woon goed beloond, want het vergezicht
over de Moezel en het Moezeldal, over den
Rijn cn over de stad Coblenz zelf is werke
lijk om nooit, te vergeten. Het is natuurlijk
vanzelfsprekend dat wij op dit mooie punt
eenige photo's van de omgeving hebben go-
maakt. Gelukkig zijn zij allen goed gelukt,
zoodat wij altijd een aardige herinnering
hebben aan ons verblijf in Coblenz.
Wij hadden nog niet veel zin om na het
bezoek van dit mooie punt reeds direct naar
ons hotel terug te keeron. Het verblijf op
dit hooge standbeeld had ons nog niet vol
doende uitzicht opgclevord want... wij be
sloten om naar de overzijde van den Rijn
te wandelen waar de vesting Ehrenbrcitstein
lag. Deze was nog hooger dan het gedenk-
teeken. Zoo gingen wij dus weer naar bene
den om langs den Rijnoever naar de groote
schipbrug te wandelen. Het weer was in
middels lcehjk gaan betrekken: een grauw
zwarte lucht hing onheilspellend lang boven
de bergen, terwijl in de verte de zonnestra
len een enkele bergtop beschenen, hetgeen
op zichzelf een zeer mooi gezicht was. W:j
hadden er echter niet zooveel plezier in,
want onze jassen hadden we m het hotel
achtergelaten. Enfin, wij waagden het erop
en... met succes, want alleen in de verte
zagen wij het regenen en in Bonn is slechts
een klein buitje gevallen!
Wij waren'cr zoo licht toe overgegaan om
de vesting te gaan bezoeken, maar ook dit
bleek niet mee te vallen. Ruim twintig mi
nuten moesten wij langs een moeilijken weg
omhoog klauteren voor wij eindelijk bij de
eigenlijke vesting waren. Het was dan ook
geen overbodige luxe om daar boven op
het massale bouwwerk, waar een restaurant
is, eens onder het genot van een v erfrisschin,
„uit ie blazen''. Het uitzicht dat we hier te
genieten kregen was nog veel mooier dan
dat wat wij op het gedenktceken hadden.
Wij moesten nu nog een heel eind naar bo
neden zien om het gedonkteeken te aan
schouwen! Langs een andoren weg dan wij
eerst genomen hadden zijn wij weer afge
daald, nadat wc eerst nog een paar foto's
hadden genomen. Wanneer je een bouw
werk als deze vesting boziet, vroeg je je
af, hoe het mogelijk is een zoo enorme
steenmassa stuk te krijgen. Geweldige steen
klompen vormen hier de niet minder ge
weldige muren der kazerne. Op den terug
weg worden wij weer eens herinnerd ar.i
den grooten wereldoorlog. Verminkte mi.,
nen uit dien vreeseltjkcn tijd zitten lan
den kant mot hun pet in de hand om op
die manier nog iets tc kunnon verdienen.
Het is een droevig gezicht, een gezicht, dat
gelukkig bijna alle voorbijgangers naar hun
poriemonnaic doet grijpen om die arme ke
rels i.-ts te geven
Ik oehoef jullie zeker niet te vertellen,
da- wij doodmoy tegen der avond in <ie
staa aankwamen. Een stevig diner heeft ons
echter weer een heel eind versterkt.
's Avonds zijn wij rustig op een terras van
een der hotels langs den Rijn gaan zitten
Een mooie muziekkapel zorgde voor eenige
vroolijkheid, terwijl do heldere maan een
sprookjesachtig schijnsel over den spiegel-
gladdcn Rijn liet vallen. Het was alsof een
zilverband \an den eencn naar den anderen
oever was gelegd Aan de overzijde van den
Rijn een paar met kleurige lampjes verlich
te hotels, die een keurig effect maakten,
omdat zij te midden van de donkere boö-
menmassa's waren gebouwd.
Op den Rijn zelf boven de verlichte boo
ten een keurig gezicht. Eén dezer rader-
booten was ook nog voorzien van zoeklich
ten, die de kasteden langs de oevers moeten
beschijnen. Hierover zal ik volgende keer
nog een cn ander vertellen, aangezien ik
met die boot ook nog een a\ond-vaort heb
gemaakt Wij gingen na ons rustige zitje
aan den Rijn naar ons hotel om weer uit
to rusten voor den volgenden dag, die ons
weer veel nieuws te zien zou geven. Wij
zouden n.l. naar Ahrenberg cn Laacben See
gaan. Volgende week maken wc dus oen uit
stapje naar deze twee mooie plekjes "in de
omgeving van Coblenz.
DE CORRESPONDENTIE.
H e r t a. Ik heb nog geen bonnen van
het zeewateraquarium en terrarium vóór je;
die zijn pas uitgekomen, zoodat daar nog
geen dubbele exemplaren van zullen zijn. j
denk ik. Bedankt voor je Rademakersbon-
ncn. Gelukkig zeg. dat jo kiespijn nu weer j
geheel over is!
Zonneroosje. Bedankt voor je gift j
roor den ruilhandel; vermoedelijk zal daar j
voor jou ook nog wel wat instaan. Wat heb
je een aardige teekening gemaakt; ik kan
wel zien dat je sigarettenplaatjes spaait
Helaas heb ik er deze week geen enkele
\oo'r je.
Wa r k ru i d. Natuurlijk wil ik je hel
pen; ik weet nu echter niet, wat voor bon
nen je moet hebben. Bedoel je net als ver
leden weck weer Droste's bonnen? Zie maar
eens in den ruilhandel of ik er nog nieuwe
bij gekregen heb; indien dat zoo is, kun je
er een paar komen halen. Nog wel bedankt
voor je paddenstoelenbonnen.
Dwerg. Bedankt voor jo giften; do
twee nichtjes zullen er wel erg blij mee zijn.
Wat heb j8 deze week con kort briefje ge
schreven; heb je het al weer zoo druk met
je schoolwerk'?
Luidspreker. - Vriendelijk bedankt
voor je nieuwe raadsels; ik vind het ech
ter beter om het eerste raadsel niet te plaat
sen. De andere twee zal ik in een cenigs
zins ge wijzigden vorm opnemen. Het ruadsc!
dat jo cenigcn tijd geleder, gestuurd hebt,
kon ik helaas niet gebruiken. Je hebt nu
een mooien langen brief geschreven hoor!
Blauwoog. - Ik geloof dat jij oen
nieuweling in de familie bent: jo bent na
tuurlijk van harte welkom. Je bobt een
eigenaardige schuilnaam gekozen; ik hoop
niet de je zooiets krijgt, waarnaar je je zelf
genoemd hebt!
11 i s. Ja, ik zie met genoegen, dat do
familie van nichten en neven zich uitbreidt,
maar dan duurt het ook weer eens wat lan
ger \oor zij allen een prijs gehad hebben.
\ls ik me goed herinner heb jij er op 15
Maart een gehad. Iloe gaat het nu met het
huiswerk, nog erg druk, of heb je nog wel
eens een half uurtje om Oom Pim te schrij
ven? Nog wel bedankt voor je bonnen.
Dwerg heeft me ook nog iets voor jou gege
ven cn ik heb er zelf ook nog een paar pun-
tèn bij gedaan.
Roodborstje. Dat de raadsels soms
wat moeilijk zijn wil ik niet ontkennen,
maar dan leer je ook nog iets ervan. En
als je ze dan goed hebt is de voldoening vee)
grooter dan wanneer jo ze zoo maar kunt
in\uilen!
Kanarie. Ik ben benieuwd naar je
rapportcijfers; natuurlijk reken ik erop dat
ze mooi zijn, want ik verwacht van m'n
nichten en neven in de allereerste plaats
dat zij op school hun best doen en dan pa_-
dat zij goed meedoen aan de raadsels.
Molenaar. Je zult op die manier wei
aardig wat muziek loeren zeg! Ik heb jullie
corps wel eens gehoord, maar het klinkt
buitengewoon aardig vind ik. Ik wensch jc
goed succes mot jc verdere müziek-studie.
Rozoknop. Je gaat nu zeker rnee
met den laatstcn wandeltocht, want an
ders kun jc het diploma niet halen en dat
zou nu zonde zijn, vind-je ook niet? Ik
wensch jc sterkte in de boenen voor jc ver
dere wandelingen: ik ben zelf ook een reu
zen liefhebber van wandelen. Leuk werk hè,
het planten van bloembollen; het aardigst.1
vind ik altijd het uitkomen van het groen
cn dan later de dikke bloemtros!
C u p i d o. Dat kan ik me voorstellen
zeg, dat jo blij bent, dat je nu mee mag met
het schoolreisje. Ik heb vroeger nooit dat
genoegen gekend, maar als ik nu 's zomers
die groepjes kinderen zie uittrekken, kan
ik rnc best indenken dat zij op zoo'n dag
veel plezier maken. Je vertelt me zeker
even of jc het diploma voor de wandeltoch
ten hebt gehaald hè?
P o s t d u i f j e. Jc bent ook bij mij van
harte welkom. Hoe komt hot zoo, dat je nu
pas weer meedoet na het vertrek van oom
Karei?
Blauwkras. Ook jij bent welkom in
de familie. Vertel me eens, hoe kom je aan
dien eigenaardigen schuilnaam?
Achilles. Van die bonnongeschicdc-
nis begrijp ik nu niets meer: er liggen 2 en
veloppen voor je klaar. Bedankt voor je
raadsel, ik zal het direct plaatsen.
Nieuwe raadsels.
(Van -öuidspreker)3
Mijn geheel is lfcts dat gevtffifid wordt
door 2 woorden die tezamen uit li letters
bestaan. Zij vormen den naam van iels
nieuws in onze stad.
1 11 10 13 12 9 7 is een eiland in de In
dische archipel, waar veel tin wordt ge
vonden.
8 2 4 3 is een vrucht,
li 5 6 is een plaats m Qeldcrlaud.
II.
(van Achilles).
X X X X x x X X X
x
x
x
X
X
X
Op de kruisjeslijnon komt de naam van
een plaats in Gelderland.
Ie rij: het gevraagd woord.
2e rij: een plaats in Noord-Holland.
3e rij: een groot land in Europa,
ie rij; een deel van een el.
5e rij: een plaats in Drenthe.
(Je rij: een bloem.
7e rij: een verkorte jongensnaam.
8c rij: iets kouds.
9e rij: een medeklinker.
ONZE RUILHANDEL.
II cr l a heeft me eenige Rademakers om
slagen gezonden; wie kan haar helpen oan
bonnen voor het zeewateraquarium en ter
rarium-album
Zonneroosje heeft me.een paar Tur-
macbonncn en een pelikaanbon gestuurd:
zij kan in ruil hiervoor de van Houten's bon
komen halen.
W a r k r u i d heeft m'n voorraad padden-
toclenbonnen weer eens aangevuld.
Van Dwerg heb ik een paar postzegels
en een paar Erdalpunten gekregen: de post
zegels heeft hij bestemd voor Zonneroos
je en de '2 Erdatpunto'n voor Iris; zij kun
nen deze komen afhalen. Dwerg kan ook een
paar paddenstoclenbonnon komen halon.
Luidspreker gaf me nog een paar
paddenstoelenbonnen en een plaatje van het
Vogcldetcrmincerb^ekje.
Van Iris heb ik een paar paddenstoelen
bonnen cn een bon voor Keg's album gekre-
:en.
Verleden week heb ik nog oen brief gekre
gen waar geen afzender op vermeld stond.
De inhoud ervan was:_ eenige plaatjes van
het album „Holland zooals wij het zagen' j
van de wascholinefabriek benevens 9 bon
nen voor cadeaux van de Quaker Oats Com
pany.
..Oom Jaap" zond me: 41 paddenstoe
lenbonnen, 71 plaatjes der Wascholinefa
briek en 14 plaatjes van Dobbelmann's ai-
bum ..De w ereld in Beeld." In ruil hiervoor
kan hij oen paar Bussink'.s plaatjes cn een
paar Hag-zeeels komen halen.
OOM PIM.
door
C. E. DE LILLE HOGERWAARD.
P e
1) r
A
0
P
a
1
0
d
e
1
1
c
n
d
1
d
0
0
r
(J
0
d
j
0
0
0
r
ii
U
r
k
n
De oplossingen.
(helling)
Holle vaten klinken het hardst,
met: Holland, trein, valk, hek, teen cn haast.
De prijs is deze week bestemd voor W a r
kruid, die hem Maandag aan ons bureau
kan komen afhalen.
Zeg, jongetje uit Volendam,
Wat kijk je tocli naar zee!
Denk jij: Als Vader thuis komt, o!
Dan brengt hij vast wat mee?
Veel visch, die hij gevangen heeft
In 't groot en stevig net
En dat hij midden in de zee
Heeft handig uitgezet!
Dat Vader dan die visch verkoopt
Aan wie het meeste biedt
-- En dat zijn beurs dan zwaarder wordt.
't Is, of je het al ziet!
Jc gaat, ben j'ccnmaal grooter, vast
Ook visschen in de zee.
Verdient daar dan voor vrouw cn kind
Een massa duiten mee.
Dat duurt nog lang begin dus maar
Tc helpen met de vracht.
Als Vader strakjes binnenzeilt,
Hij weet, dat j'op hem wacht.
Zoo moet je toch beginnen, baas
Beginnen onderop.
Kijk dus maar beide oogen uit,
Jij visscher in den dop.
Dag jongetje uit Volendam!
'k Maak even je portret-
Waarom 'k dat doe? Och, 'k had je
graag
In "t Kinderblad gezet!
'k Denk: alle jonge lezertjes
En lezeressen klein,
Die zouden zeker net als jij
Een visschertje graag zijn!
In den oer-ouden sprookjes-tijd, toen nog
de elfjes, bij maanlicht, in de bosschcn hun
vlugge dansen uitvoerden, en de kleine
boschgeesten zich overdag in holle boom
stammen cn onder groote stecncn schuil
hielden, om daaruit, zoodra do duisternis
inviel, 'weer te voorschijn tc komen, woon
de in het schoonc bergland \an Brctagno
een kleine jongen, die Yanic heette.
Met zijn moeder cn een zeer oude groot
moeder woonde Yanic in een hut, midden
op oen uitgestrekt weiland, dnl begrensd
werd door oen groot woud.
In dit woud woonden de groene boschclf-
jes, die altijd op maanlichte nachten hun
vroolijkc feestén vierden.
Nooit mocht daarom Yanic na zonsonder
gang in het bosch, ja. zelfs niet in do na
bijheid daarv;nn komen. Steeds waarschuw
de hem daarvoor de grootmoeder doqr de
woorden: „Wanneer de elfen-koningin een
kind ziet, wil zij daarmee dansen. En zóó
lang danst zij, totdat het kind van ver
moeidheid neervalt. Dan neemt zij het mee
naar haar paleis onder de aarde cn nooit
ziet het. kind zijn ouders terug...
Doch Yanic geloofde niet veel van groot
moeders vertelling. Hij was bovendien soms
zeer ongehoorzaam en zóó onvoorzichtig,
dat hij vaak, juist tegen zonsondergang,
naar den hoschrand sloop cn daar gluur-le
door de struiken, of hij misschien reeds de
dansende elfjes kon zien.
Maar nauwelijks stond hij daar, of grootje
kwam aangestrompeld cn greep met haar
bevende hand Yanic's arm, terwijl zij nv t
angstige stem hem toefluisterde: „Blijf
daar niet staan, mijn jongen! Zag jc straks
niet de witte sluiers der elfjes langs da
struiken, déar bij het beekje, fladderen0
O. kom toch met grootje mee, vóórdat de
elfenkoningin j9 hier ziet en je moe-
voert
Als grootmoeder zoo tot hem sprak, keek
Yanic haar eons aan en lachte ongcloovig.
Maar toch ging hij met haar naar huis
terug.
't Was op oen prachiigen, maanlichten
avond, toen een groot verlangen, de elfjes
tc zien dansen, Yanio bekroop. Op zijn bloo-
te voetjes, en de klompjes in de hand, liep
hij dc hut uit en daarna het, weiland over
naar het basch.Daag r-iond, niet ver van
den boschrand, een hólle boom.
„Als ik mij daarin verbezig,r dacht hij,
„kan ik de elfjes zien dansen. En zij kun
nen onmogelijk weten, dat ik mij in dan
boomstam heb verstopt
't Sloeg juist middernacht cn op datzelfde
oogenblik kwamen de elfjes, in hun witte,
fladderende kleedjes, uit den nevel! Zij
fladderden tot vlak bij den hollen boom cn
begonnen daar hun rondedans.
„Wat zijn er veel!" dacht Yanic. „'k Wil
toch eens tellen, hoeveel er zijn!"
Heel even slak hij zijn hoofd uit den stam
en begon te tellen.
De elfen-koningin had hem echter reeds
gezien. ..Kom. cn dans met ons in den
kring!' lokte haar vriendelijke stem
Maar nauwelijks had Yanic zijn schuil
plaats verlaten cn wilde hij mot de elfjes
ggan dansen, of hij hoorde een andere stem
hem waarschuwend toefluisteren.
„Dans niet met de elfjes, Yanic! Ga
naar huis! Kom, ga heen, je moeder is ont
waakt cn zal je straks overal zoeken!"
Verschrikt door deze woorden, wilde
Yanic vlug naar huis loopen.
„O, neen, dat gaat zoo maar niet!" riep
de elfen-koningin. „Wie hier komt, moet
met mij dansen!
„Ach, laat mij toch naar huis gaan,"
smeekte Yanic. „Ik kan niot dansen en mijn
moeder zoekt mij: zij weet niet, dat ik hier
heen ben gegaan
„Maar nu zal jc moeder het weten," sprak
do elfen-koningin cn zij legde een stevigon
knoop in Yanic's haren. Op zijn kruin was
de knoop aangebracht. Daaraan konden zijn
moeder cn grootmoeder ook bemerken, dat
hij hij do elfjes was geweest. Dit fluisterde
hem één der elfjes toe.
„En morgen, als legen middernacht de
maan is opgekomen, halen wij je uit dc hut
cn nemen jc mee. En dan zul je met de
koningin dansen!" zei ze.
Bevreesd als liij was, dat werkelijk moe
der cn grootmoeder hem straks overal zou
den zoeken, had Yanic niets begrepen van
alles, wat het elfje tot hem zeide. Zonder
zijn klompjes mee te nemen, was hij naar
huis gehold, en reeds ccnfgszins voelde hij
zich gerust gesteld, toen hij moeder en groot
moeder daar in slaap vond. Nog niet den
kende aan zijn klompjes, kroop hij dadelijk
in zijn bed en sliep door, totdat moeder hem
den volgenden dag kwam wekken. Denken
de, dat hij gedroomd had. sprong Yanic
uit bed. Maar ach. nergens vond hij zijn
klompjes! t' Was dus geen droom! Was hij
dan zóó ongehoorzaam geweest?
Daar zag grootmoeder op eens den knoop
in Yanic's kruinharen. Zij gaf een gil van
schrik cn daarna kermde zij: „Ach, onze
jongen is bij de bosch-elfjes geweest! Wat
zal ei nu met hem gebeuren? Ach, laten wij
toch vanavond, vóórdat de wcidevrouw in
haar wazig nevel-kleed over het weiland
zweeft, onze hut sluiten met stevige gren
dels, opdat de boozc elfen-koningin niet kan
binnenkomen, om onzen jongen vua ons
weg te nemen!"
Dien dag zaten de twee vrouwen van ol
ies le bedenken, waardoor zij dc elfjes bui-
ton de hut konden houden. Alle kieren »n
reten stopten zij dicht.
Nauwelijks was het uur van middernacht
gekomen, of daar kwamen werkelijk de
bosch-elfjes, met hun koningin over het
weiland gezweefd en wel recht op de hut af.
„Wij zijn gekomen uit het bosch!'' riep de
elfen-koningin de beide vrouwen toe, die in
dc hut angstig bijeen zaten. „Wij willen met
Yanic dansen! De knoop in zijn kruinharen
is het bewijs, dat hij ons toebehoort! Kom,
brengt hem hier!"
„Mijn kleinzoon krijgt ge niet; hij slaaDt
reeds!" was het luid geroepen antwoord dor
grootmoeder. „En nooit meer zult gij hem
in uw macht krijgen!"
Deze woorden schenen dc elfen-konjngin
zóó vertoornd te hebben, dat zij boos uit
liep: ,.'t Js goed! Gij kunt den jongen hou
den. doch op .voorwaarde, dat gij voor ons.
allen een kleedje weeft. Een kleedje, fijn als
spinrag, zult gij voor ons weven. Ed donk er
wèl aan, dat morgen tegen middel nacht het
werk, dat ik u thans opdraag, gereed moet
zijn. Als wij het ragfijne weefsel niet zien
hangen over de heg, nemen wij uw klein
zoon mee, cn nimmer ziet ge hem terug!''
Radeloos van droefheid hadden dc twee
vrouwen deze woorden aangehoord. „Hoe
konden zij, die zóó arm waren, zoo iets we
ven?' vroegen zij zich af.
Ilcel don nacht zaten zij schreiende bijeen,
en terwijl Yanic rustig sliep, bedachten zij
van alles, waardoor zij den jongen uit de
macht der bosch-elfen konden houden. En
ziet, Yanic zelf vond een oplossing voor dit
moeilijke geval, want toen hij den volgen
den morgen ontwaakte en daarna de hut
uitliep, bemerkte hij, dat de heg, die aan
twee kanten het weiland omzoomde, bijr.a
geheel overdekt was met lange, zilverwitte
draden, die ook in massa's over het weiland
zweefden.
Hij riep toen zijn moeder en grootmoeder
toe- „O, komt u eens zien, wat een mooie,
fijne draden daar zweven!"
Verheugd over wat zij zagen, verzamelden
toen Yanic's moeder cn grootmoeder de dra
den en weefden daarvan, heel den dag, fijne
elfcnkleodjes, die zij, nog lang vóór midder
nacht, over dc heg uitspreidden.
Door deze kleedjes aan te trekken, had
den iocn voor altijd de bosch-elfjes huh
macht over de menschen verloren, zegt io
sage. Want. in dc zilverwitte draden, die
overal neerzw eefden, zagen de bewoners dor
streek een Godsgeschenk, bestemd om de
«treek van dc booze bosch-elfjes te verlos
sen. En omdat zij dachten, dat het dc Hei
lige Maagd was, die hen deze draden had
gezonden, noemden zij ze: „Do draden van
Onzo Lieve Vrouw.'' En ook soms wel: „Ma-
ria-draden!"
Doch wij kennen óók deze draden, cn wij
weten, dat zij niet rechtstreeks uit den he
mel, doch wèl van de spinnen komen. Voor
al tegen den herfst zien wij ze veel. Daarom
noemen wij ze dan ook herfstdraden!
TANTE JOH.
Water dat tegelijk warm cn kond lijkt.
Het volgende eenvoudige kunstje leert je,
hoe water tegelijk warm cn koud kan lij
ken. Dat klinkt al heel eigenaardig cn toch
is het zoo.
Je zet drie bakjes vóór je op tafel.. Het
céne moet gevuld zijn met warm water, het
middelste met lauw cn het derdo met koud
water.
Nu stroop je je mouwen een eind op cn
sleok je je éénc hand in het koude en je
andere hand in het warme water. Je houdt
zc er eenige oogenblikkcn in en steekt daar
na beide banden vlug in het middelste bak
je. De hand. die je eerst in hel warme water
hield, zal nu koud aanvoelen, terwijl dc
hand, die jo in het koudo water gehouden
hebt. warm zal worden.
Hot water in hrd. middelste bakje is dws
volgens de ééne baud koud «n volgens 'je
andere warm en toch heeft dit. water na
tuurlijk maar één temperatuur. Het. kan
onmogelijk koud en warm tegelijk zijn, al
lijkt dit voor het gevoel dan ook nog zoo
duidelijk.
Alles is slechts betrekkelijk!