KAPITEIN BORREN VOOR ZIJN RECHTERS NIEUW PARIJS HOEDEN 4M EDSFOOKTSCK DAGBLAD WAT WAS ZIJN TAAK OP CURACAO? Zaterdag 4 October 1930 29e Jaargang No. 82 EEN DURE LES VOOR DE HOLLANDERS De eisch: vjjf dagen B. RUITENBERG Hzn Kleeding naar maat Vliegende Hollanders Autopeds Kinder ietsen NIEUWE 1 f Blauw en gekleurd j Fa. B. KRAAL TWEEDE BLAD FEUILLETON De Louteringkuur REM? AMD': OF „De toestand was zoo, dat wij ons als koloniale mogendheid moesten schamen" 's Gravenhagc. Hedenmorgen om 10 uur is de behandeling van de zaak tegen kap. Borren, in verband met den overval op Curasao, voortgezet. Het woord is aan den adv.-fiscaal, jhr. mr. v. d. B r a n d e 1 e r voor het houden van zijn requisitor. Spreker betoogde dat op S Juni van het vorige jaar eerst de groote belangstelling voor deze kolonie kwam, toen gen. Urbina zijn overval ondernam. Men ging de gevol gen daarvan, ook internationaal onder de oogen te zien en toen eerst recht is tot ons doorgedrongen welke zware verplichtingen op ons rusten jegens onze koloniën. Spr. wijst er intusschen op, dat reeds in 1902 de toenmalige gouverneur schreef aan de Regeering, dat het oog op Curasao ge vestigd moest blijven, omdat het een ge schikte basis zou zijn voor opstandige Ve- nezolanen. Welke de oorzaken zijn geweest of welke middelen hadden kunnen worden genomen om den overval te voorkomen, daarvoor is door de Regeering een commis sie beroemd, die er geen.gras over hoeft laten groeien, doch half Augustus reeds haar werk aanving en reeds op 2 Oct. haar rapport gereed had. Een woord van wel verdiende hulde mag aan de heeren Hoor weg en Bennewitz niet worden onthouden. Komende tot de tenlastelegging, gaat s;r. na welke taak aan kap. Borren was opge dragen en welke middelen hij had om die taak uit te voeren. Herhaaldelijk is door op volgende gouverneurs bij de Regeering ge klaagd over de onvoldoende sterkte en de onvoldoende paraatheid van de weermacht cp den-zeer on void «.iaën toestand \vn de politie, die gerccruteerd werd uit de land macht, die niet veel bijzonders was en uit dc- inwoners van Curacao, die heelcma&l niets bijzonders waren. Het waren allemaal kleurlingen van het minste gehalte der be volking. Aan plannen tot verbetering van dien toe stand heeft het niet ontbroken. Tenslotte is de Regcering in 1921 in beginsel geko men tot het besluit, dat do burgerpoliiie zou worden opgeheven en dat mil. politic zou worden ingevoerd. Helaas kwam hier een angel tusschen in: dc bezuiniging. Het standpunt der weerloosheid van Cu racao was in zooverre juist, dat de deskun digen het erover eens zijn, dat Curacao door de landmacht, niet te verdedigen is. Maar het is daarom nog niet waar, dat de mili- tare politietroepen geen taak als weermacht hadden te vervullen. Wat zou er gebeurd moeten zijn als een vijand tegen Curacao op trok. Had de mil. politic clan met dc handen omhoog moeten staan of zich als burger moeten verkleedcn? Men voelt, de mil, troepen hadden wel degelijk een mil. taak tc vervullen. En wanneer nog wordt uitgescha keld dc mogelijkheid van een aanval van huiten, dan spreekt het nog vanzelf, dat rekening moest worden gehouden met cIp eigenaardige ligging van het eiland bij de kust, waar roerige, rumoerige, revolution- naire bewegingen mogelijk waren en met den bijzonderen aard der bevolking. Men kan dan ook de militaire taak van de mil. troepen niet uitschakelen. Kap. Borren werd gekozen om de Rcgecring voor te lichten over dc reorganisatie der politic. Hij had reeds vele jaren dienst gedaan bij dc politic troepen en zette reods in 1919 als luitenant in een aanschrijving uiteen wat naar zijn oordeel dc taak van dc mil. politic was. Het was hem dan ook volkomen bekend wat dc taak der mil. politie'was. Hij werd uitge kozen omdat de Regeering vertrouwen in hom had. Hij had een flink en energiek ka rakter en werd beschouwd als een bekwaam officier, hetgeen de heer Hoorweg hier thans heeft bevestigd. Als commandant van de politietroepen op Curacao heeft hij de in hem gestelde verwachtingen niet be schaamd. In Mei 1925 werd hij aangewezen en, na dc politie in verschillende steden te hebben bestudeerd, is hij in October naar Curacao vertrokken, waar hij het comman do overnam van kap. de Ridder. Het is wel merkwaardig, dat de heer de Ridder thans verklaart, dat daarbij over militaire zaken eigenlijk niet is gesproken. Het lag niet op den weg der Regeering om kap. Borren op zijn militaire taak te wijzen; hij ging er heen als kapitein, als militair, er was dan ook geen kwestie over dat hij een militaire taak had te vervullen. Juist over dc politie taak echter moest gesproken worden. Daarin ligt dus niets vreemds. Trouwens kap. Bor ren erkent zelf, dat het militair karakter nooit verloren mocht gaan. Op denzelfden dag van den overval had hij nog een onder houd gehad met den gouverneur over dc ge ringe sterkte" der militaire troepen. Hij klaagde daarover en over de ongeschoold heid der uit Nederland gezonden troepen. Nog sterker sprak hij zich uit in een .schrij ven van 23 Aug. 1928 aan den gouverneur, waarin hij schreef, dat de troepen vóór alles geoefend moesten worden als een compag nie infanterie. En nu was het hem bekend, flat i - mi, bescV.kking de region Mm voor Ned. Oost Indiü ook van toepassing wa ren verklaard voor het leger in Curacao. Het is onaannemelijk, dat kap. Borren, zooals hij verklaart, daarvan i.iet op de liv.gio was en dat hij geen tijd gehad had om die reglementen te bestudeeren. Dat is geen excuus. Een groote grief is, dat hij geen instruc ties gekregen heeft van den gouverneur. Spr. betwist dit Naar aanleiding van den brief van 10 Nov. heeft hij overleg gepleegd met den gouverneur. Hij had dus zijn in structie en wist dat hij zich daarnaar te gedragen had. Maar gesteld, dat hij geen instructie had, dan behield hij toch zijn taak als militair bevelhebber met den plicht zijn troep op te werken tot gehoorzaamheid, tucht, mil. geoefendheid. Zelf had hij die taak in zijn hoofd en zijn hart, zooals blijkt uit de toelichting tot het ontwerp van den Kol. Raad, waarin hij schreef, dat het mil. karakter nimmer uit het oog mocht worden verloren. Waren er goede manschappen uit Neder land gevonden, dan was alles wel goed ge gaan. De moeilijkheid bestond echter juist voor dc Rcgeering in het verkrijgen van be hoorlijk personeel. En nu was het voor kap. Borren altijd een groote moeilijkheid om met deze menschcn tc werken. Het ge tal was niet eens voldoende, laat staan het gehalte. In 1927 waren er 58 man en drie officieren op Curacao, een marinebodem was er niet. In het najaar van 1927 seinde dc gouverneur tweemaal om versterking. Toen kwam 1 April 192S, toen dc reorga nisatie in werking trad en kap. Borren op trad als hoofd van dc politic, maar al tijd als kapitein van het leger. Hij stuitte op verzet bij den Kol. Raad, die er niets van moest hebben. Men had er den eigenaardi- gen toestand n.l. oude gevestigde Hollan ders en de vele Israëlieten, die in de socië teit dc macht bekleedden en het was een doorn in hun oog, dat de politiemacht in handen van kap. Borren zou komen. ITet is I dan ook merkwaardig, dat deze zooveel tot stand heeft gebracht- Dok sprAeeft lof voor den arbeid van kap. Borren. ,:vDat is inder daad uitstekend" gravecst, vooral gezien den tegenstand, die hij moest overwinnen. In één jaar heeft dc tóestand ziëh zoo ontwik keld, dat er een verschil vanVdag en nacht was, vergeleken bij vroegerjDe bevolking orkende tenslotte dan ook, dufehet werk, dat tot stand was gebracht, goccj werk was: Maar bij al dat goede ging Ifet militair ge deelte van den taak te loor. Spr. erkent de onvoldoende sterkte. De politictroepen, die tct 75 man waren opgeklommen, bleven nog 45 man beneden dc 'sterkte en toch was de vorming van 4 brigades van 40 man noodig voor een goede uitoefening van den dienst. Door het onvoldoende aantal kwam er van de oefentroep niets terecht en daalde hei militaire karakter. Herhaaldelijk heeft dc gouverneur aangedrongen op het zenden van twee brigades. Dat was hoog noodig, daar dc Bataafschc zich uitbreidde, de ves tiging van vreemdelingen daardoor toenam en daarmee het aantal icrdachte indivi duen. In Jan. 1929 ombraken nog in dc sterkte 1 sergeant en 36 minderen. Gen. Brantjcs had dan ook steeds aange drongen op het zenden \an onderofficieren, geoefende mannen dus. De geoefendheid als politie kwam in dc tweede plaats. Dat kwam van kap. Borren. Dc sterkte op den dag van den overval was absoluut onvoldoende, n.l. 3 officieren en 136 man, waarvan 11 voor den dienst absoluut ongeschikt v.aren. Ilct is dan ook niet te verwonderen, dat aan de troepen ernstige gebreken kleefden. Het is echter de vraag of kap. Borren daarmee zich kan ver ontschuldigen van do aanklacht het fort, het kampement niet. behoorlijk in staat van ver dediging te hebben gebracht. De advocaat-fiscaal wijst'er voorts op, dal beklaagde zich zoo goed mogelijk door de moeilijkheden wist heen te werken, welke zich bij dc reorganisatie voordeden. Dc for matie van de troepen was absoluut onvol doende voor de veiligheid van Curasao. Dc poltietaak voor beklaagde was zeer moeilijk met een tekort 'aan personeel, maar toch blijft het de vraag of dat hem kan vnj- pleitcn van een tekort aan militaire ge oefendheid. Ook het toezicht door beklaag de was onvoldoende en spreker cntisccrt het dag en nacht openlaten van de poort, even als de onvoldoende bewapening. Uit alles biijkt gemis aan paraatheid. Spreker con stateert derhahe een tekort in het beleid van beklaagde en hij vindt het onbegrijpe lijk, dat hij zoo weinig zijn gedachten heeft laten gaan over wat plicht was en alzoo groote gevaren deod ontstaan.,' Beklaagde •was bovendien gewaarschuwd: De advocaat-fiskaül zegt, dat Urbina, tij dens zijn interneering, zich volkomen op de hoogte van den toestand in liet fort heeft kunnen stellen, twae weken lang en de overtuiging krijgen van de gemakkelijk heid van een aamval en het inneembare van het terrein. Zijn hslper Machado was in Curasao bekend als tennisser en bet geluk diende hem dat ër geen planton bij de poort stond en zich toevallig even ver wijderd had, zonder dat hij vervangen was. Een planton zou svenwel geen verandering in den toestand gebracht hebben. Hij had niet eens een waarschuwingssignaal kun nen geven. Er was volslagen duisternis gemaakt en Urbina heeft door zijn durf alles neerge slagen wat in zijn weg kwam. Een poging tot verweer van do manschappen is mis lukt ten koste van dooden en gewonden. Dat was individueel. Georganiseerd ver weer was er niet, al had 't volgens des kundigen mogelijk geweest, vooral doordat dc Venczolanen even. aarzelden of zo door zouden gaan. Da van onze zijde gevallen schoten hebben niet veel te bcteekenen ge had. Hij brengt een ecresaluut aan de drie die hun leven hebben gelaten bij de ver dediging van hun loven en hat fort en aan Utr. straat 26 - Tel. 243 Demisaisons Najaarscostumes LANGESTR. 35 TEL. 308 B'iESBBtlSi Eli's Sïfflsafflssaas SISS®I« LANGESTRAAT 26 ti33®ffls®aeffl is® ®E®®®ffl®3aa®3a aas de flinke houding van sergeant v. d. Mark en wie met hem getracht hebben een mi trailleur gevechtskhiar te maken. Ook aan aan brigadier De Vries, die met zijn pistool in de hand zich een wag heeft willen ha nen en aan den Joodschcn smid en den ha venmeester, die medo-saboteeren bij het vertrek van het 6chip naar Venezuela. De groote fout wa6 hat gemis aan besef van samenhang, veroorzaakt door de schuld van kapitein Borren, die den troep niet. had laten oefenen. De geest van mili tairen was er niet. Een energiek optreden, aldus dc deskundigen, van oen leider, had de zaak een heel andere wending gegeven. Kapitein Borren. van wiens persoonlijken mtfed men overtuigd is, blijft aansprake lijk en heeft de energie gemist om orders te geven, waardoor buiten hem om des noods gebruik gemaakt had kunnen wor den van de nog beschikbare krachten t?- gen het fort. Dat verwijt geldt ook de bei de andere officieren. De Venczolanen waren een orcleloozo troep en zou met eenige krachtdadig .ver zet zeer goed weerstaan kunnen worden. Ook het kader, hoewel voortgekomen uit de marechaussee en politietroepen. heeft dc noodige energie gemist. Ze waren geheel verpoïitied en hebben bij deze gelegenheid hun uniform weggegooid. De kapitein had nog van het huis van den gouverneur uit in het fort Amsterdam kunnen ontkomen en dan maatregelen ne men. Kapitein Borren heeft al hst mogelijke gedaan om den overval ongedaan te ma ken, o.a. door liet advies aan den gouver neur, om de cischen der Venezolancn in te willigen. Nog veb andere fouten heeft hij begaan, behalve de onbegrijpelijke om het fort niet in behoorlijken staat, van verweer te bren gen. Zoo die ten opzichte van het wonen, al wat het met goedkeuring van gouver neur Brantjes, op Plantersrust, dat een half uur van het fort ligt. Had hij ge woond in zijn oude huis bij het fort, dan ware de zaak wellicht tc redden zijn ge weest. Toen hij van luitenant Berger per telefoon hoorde van den overval, heeft hij zich niet op de hoogte gesteld, enkel ge dacht aan een opstootje en zich zóó mis rekend, dat hij gevangen raakte. Toen heeft hij zich laten overbluffen door Urbina, is klein geworden, heeft alle cnergia verloren en is een lijdelijk kun géworden. Al wat Urbina wilde heeft liij gedaan en toon de fout begaan zich nog als comman dant tc beschouwen in plaats van zich van alles wat dit aanbelangt to onthouden en 't bevel b.v. aan luitenant Berger over te lat<$n, die hij, op w3g naar den gouverneur, niet eens gezegd heeft, dat hij gevangen was. Den gouverneur heeft hij zooveel mo gelijk bewogen om Urbina to gehoorzamen en goen schot meer to laten lossen. Was hij via fort Amsterdam ontenöpt en had hij de reserva-off icier en der Isla gebruikt, dan had hij een aardige troep bij elkaar kun nen hebben. Er waren ongeveer vóór 8 Juni een 20-tal reserve-officieren, maar voeling heeft hij niet met ze gehad, niet tegenstaande de Isla m3t haar Venezolanen het gevaarlijke punt was cn zijn krachten onvoldoende waren. Oorzaak: gebrek aan nadenken. Het dreigement van Urbina met plunde ring en brandstichting is twijfelachtig van waarde. Diens belang was zich zoo si.el mogelijk te verwijderen met de veroverde wapens. Niet om in Curasao een opstand te verwekken en te maken dat hij niet vertrekken kon. Spreker zou zich driemaal bedacht hebben oer hij den gouvsrneur raad gaf om 't vertrek van Urbina te be vorderen. Do heelc bedreiging met brand stichting van do l6la was bluf, die kapitein Borren deed zwichten en hem een weer- looze houding deed aannemen. De schuld voor het slagen van den over val draagt kapitein Borren al6 comman dant der troepen. AI was de gouverneur ook opperbevelhebber, dit ontlast hem niot als ccommandant ten aanzien van do aan sprakelijkheid voor verzuim van maatre gelen, enz. Hij heeft erkend, dat hij anders had kunnen doen, hetero maatregelen had kunnen nsmen dan hij heeft genomen, dat. hij aan de mogelijkheid van een overval niet heeft gedacht. Borren was moreel verantwoord die in structie oji tc volgen. Politie was meer noo- clig dan militairen. Tegenover het buiten land was dc verhouding van Curasao ge lukkig goed - gelukkig, want 't was onver dedigbaar. Zoo was begrijpelijk, dat. de gou verneur cn Barren niet spraken over ver dediging tegen een buitenlandschen vijand. Men wist dat het eiland open lag cn wat heeft men aan plannen op papier, die toch niet kunnen worden verwezenlijkt? Er was geen schip, er was geen geschut. In Willemstad heerschte allerlei onge rechtigheid. Aan dc politie cn dc elementen waaruit ze werd samengesteld, ontbrak heel veel. En onder die omstandigheden moet Borren een behoorlijke politic maken. Vanzelf ging de politietaak dus vóór bij de militaire laak. 't Is op zichzelf al funest om aan één man twee moeilijke taken op te dragen, die hij niet beide tegelijk volkomen kan vervullen. In dit geval eischte dc poli tietaak den geheelcn man. En zijn chefs zeiden uitdrukkelij, dat het doel van zijn komst was politietaak. Dat hij van zijn militaire taak minder werk maakte, mag hem dan ook niet zoo zwaar worden aan gerekend. Borrens streven is altijd geweest om zoo veel mogelijk preventief te werken, ordo te scheppen, toezicht uit tc oefenen, juist om té voorkomen dat er onlusten zouden ontstaan en gebeuren, wat 8 Juni toch is gebeurd. Ilct Waterfort dateert van 1827 en schijnt opgeheven te zijn in 1888, hoewel er gcon stukken van beslaan; slechts wordt in het rapport van een commissie van advies, waarin jhr. von Weiier zitting had, gezegd, dat het toen is ontmanteld en opgeheven. Dat onvindbare opheffingsbesluit zal in de zelfde lade liggen als de onvindbare instruc tie voor den militairen commandant. Het fort was dus geen fort meer. wel een bezette plaats. Het lag open voor het pu bliek. De blik van een zoeker vond dikwijls meer dan hij wenschtc te vinden. SHAKESPEARE. door CISSY VAN MARXVELDT. 57 „Maar verdraaid nog-aan-toe", begon IIu»b. „Wat heeft je dan bezield „Ik voelde me ellendig verwaarloosdzei Trix. Zo stak haar arm door Huib's arm. „Overdreven natuurlijk. Geef ik graag toe. Maar dat neemt niet weg, dat ik geen plei- zier had. Toen werd de komst van Reigers berg aangekondigd. En do K. V. S. zwol van genoegen. Tja, en toen zei ik, dat ik hem kende. En in een donker hoekje van mijn hart zat een duiveltje, dat hoopte Huib, als je me zoo aankijkt, stop ik mijn hoofd in dc sneeuw, net als de struis vogels." „Nu, wat hoopte jc Dat je Frank ja- Ioefsch zou maken natuurlijk." „Ja, zoo'n beetje. En Jacquelientje en de K. V. S." „Je hebt Frank al aardig uit zijn humeur gebracht. Je moest je 6chamen'\ zei Huib „Dus je kende die Reigersberg heelemaal niet „Nooit van hem gehoord. Ik wist niet eens van het bestaan van een Eerste Kamer lid Pa." „Maar dat maakt het nog veel erger", baste Huib. „Mary wist het", verdedigde Trix zich. „Maar ze had me beloofd jou niets tc ver tellen." „Dus alles wat je met die snuiter daasde was pure fantasie." „Was pure fantasie", 'herhaalde Trix. „Dit gaat mijn verstand te boven", zei Huib. „Ik snap er niets van. Begreep hij dan maar meteen wat je wou?" „Er bestaan ook pientere mannen." „En hoe raakte je verdwaald gister avond „Omdat we zoo intiem koutten. Er be-" stond voor ons geen weg en geen Bosschcn- burg lieer." '„Je moest je schémen", zei Huib weer. „Ik schaam me heelemaal niet. En ik begrijp niet waarom je zoo n geweldige dei ning maakt." „Hoe je dit ooit weer met Frank in 't reine moet brengenHuib sloeg nijdig met zijn stok langs de grond. „Och, doe niet zoo theatraal Huibert", zei Trix. „Ik zal je een geheim vertellen. Maar je mag er met geen kip over praten. Die zoogenaamde jeugdvrind van me is dol op een meisje, dat ik ken." ,,'k Geloof je nooit meer." „Maar dat is waar. Er bestaat oen mis verstand evenwel. En daarover is hij dood- hedroefd. Dat heeft hij me gisteravond be kend." „Hij ziet er heelemaal niet doodbedroefd uit", vond Huib. „Loop jij soms met je verdriet te koop?" „Maar ik heb geen verdriet." „Nu ja, als jo 't. hadt. Zou je 't dan \on dc daken brullen. „Nee, dat niet. maarré „Wacht asjeblieft rustig de loop der ge beurtenissen af, Iluibert. En zeg niet „maarre" voor de tijd." „Dus er komt nog* meer. .„Ja, er komt nog meer." „Ik wou, dai ik goed "en wel weer thuis was", bromde Huib.^ „O dat wou ik ook. Zoo ziet je we zijn al weer zwei Seelen* cin'$ Gedanke. En ik zal 'L Mary straks ook vertellen." „En Frank „Frank moet wachten tot nü. de ontknoo- ping." „Als hij dan nog maar vatbaar voor op heldering is." „Vast en zeker. En anders kan jij dat mooi in orde maken. Jij pikt dat wel zoo 1-iesch mogelijk in." „Ik pik niets in*\ zei'. Huib. „,Nec, dat knap jo zelf maar op hoor „En, schiet jo op met fe'üus?" vroeg Trix na een poosje. „Schièt jè óp m'6t Suüs Wat is dat nu weer voor mallépraaj." „Je zou haar {och opwekken uit haar apathie Kuiltjes in haar wangen loove- ren „Ik zouik zou...., ik zou niéts. Ik heb haar verteld,dat zë 'niet direct bij dc pakken moet gaan neerzitten." „Nu, kijk eens ^qn, dattjs al een heeleboel waard." „En Reinier za.li ik vertellen, dal hij een schat van een vrouwtje heeft." „Jij zou best'Eerste.'.Kamerlid kunnen worden", prees Trix. „Zdg.Huib, die Jacquc- lientje-aanbidding' is aalv liet tanen. Heb je 't gemerkt?" „Er is nooit aanbidding geweest, voor zoover ik weet." „Nu ja. Ze vonden haar toch zoo een leuk. spontaan kind. Ik geloof, dat Frank en Reinier haar niet meer zoo leuk en spon taan vinden." „Ze was alleronhebbelijkst gisteravond", zei Huib. „O ja? Vertel, vertel", drong Trix. „Toen we voor de eerste keer stopten. „Op jouw initiatief?" „Ja. Ik had op een gegeven moment meen dan genoeg van de K. V. S." „Kan ik me voorstellen. Dus jullie stop ten." „Precies. Toen waren jullie nergens meer te bekennen. Nu had ik allang in de gaten, dat jullie van plan waren achter to blij ven." „Zeg, doe niet zoo onmogelijk'', snauwde Trix. „Wij waren toch zeker niet van plan moedwillig te verdwalen. Die stomme koet sier, die jij uitgezocht hadt, wist van geen toeten of blazen." „Best, best. 't Voornaamste is, jullie wa ren er niet." „En raasde Jacquelientje niet?" „Nou, raasde! Maar ze kon zich niet meer beheerschen. Loop toch niet zoo gnui ven, Bea." „Ik gnuif niet. Ik snik bijna. Ga door Huib." „,We wachten nog een poosje, en toen stelden én Frank èn Reinier voor om Jacquelientjes cavalier te zijn." „En wie accepteerde ze?" „Geen van beide." „En wat zei ze ..Nee, dank u, ik ga bij Ma zitten. En de blik, en de tóón' Frank was ook razend." „Dat kan ik me denken. En Reinier?" „Ook lichtelijk bekoeld, dunkt me." .„Net goed. En wat toen?" „Nou, wat toen. Niks meer. Ik was ge- lukkig do K. V. S. kwijt De stemming was toch zoo langzamerhand bedorven. We trokken dus maar weer huistoc." „En heb jullie nog lang moeten wachten voor wij kwamen?" „Uren!" „Nee, eerlijk." „Och, dat weet ik niet. Lang genoog in elk geval om razend het land to krijgen." „Ik huig mijn hoofd en schaam me", zël Trix. Eu dan „Zeg Huib,, geef mij dc K. V. S. terug, die je op je hart draagt. Ik wou er nog wat aan veranderen.." „AJs je haar in vredesnaam maar niet verliest." „Geen nood. Ze is me veel te dierbaar.'' (Wordt vervolgd)» VROOM DREESMANN Langestraat. Tijdens onze Huishoudweek Speciale prijzen. Salongarnituur, bestaande uit 2 crapeaudsei 4 stoelen f 120.- KT—

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1930 | | pagina 5