Willem Groenhuizen De Verdwenen Delora Maandag 20 October 1930 AMÊRSFOOETSCH DAGBLAD 29e Jaargang No 95 TOT REDELIJK OVERLEG BEREID HET CONFLICT IN DE TYPOGRAFIE TWEEDE BLAD Drama op den Zeedijk te Amsterdam De drooglegging van het Julianakanaal Een memorandum van Ir. Mussert Vee-auto te water N.V". COMPAGNIE LYONNAISE Tweed-Japonnen in groote verscheidenheid. FEUILLETON DF. EEMIANDF.R' De rijksbemiddelaar noodigt partijen tot een confererU tie uit De Rijksbemiddelaar, mr. S. do Vries Czn. heeft Zaterdagmiddag de partijen, welke betrokken zijn bij het dreigend conflict in het typografenbedrijf, opgeroepen voor een conferentie op a.s. Woensdag 22 October in het stadhuis te Amsterdam en wel de werk gevers om 10 uur des ochtends en de werk nemers om 11 uur. Amsterdam, 19 October. Komen er geen nadere besprekingen, welke tot een voor ons afdoend resultaat zullen leiden, zoo zeide de heer B. Ponstein, hoofdbestuur der van den Alg. Ned. Typografenbond tot een verslaggever van de Tel., dan zal Maandag 27 October de staking een feit zijn. Gaat. do staking door, dan zullen er 13.000 t 14.000 gezellen bij betrokken zijn. Een conflict van dergelijken omvang is zel den nog beleefd in ons land in de laatste jaren. Wij, dus de vakbonden, hebben dezen strijd niet gewenscht, ging de heer Ponstein voort, en wij verlangen ook nog naar een tijdige bevredigende oplossing. Alle onder handelingen zijn afgestuit alleen op de loonregeling. Er zijn thans zeven loonklas- sen. Wij wenschten de tweede klasse te la ten vervallen, waardoor Rotterdam en Den Ilaag in de eerste klasse zouden komen en de andere gemeenten één klasse zouden opschuiven. Deze nieuwe indeeling kwam neer op een loonsverhooging van 5 cent per uur voor het gclieele land en 3 cent per uur meer loon voor Amsterdam. Bij de hervat ting der in September reeds afgebroken be sprekingen deden wij wat water in den wijn Wij verklaarden n.l. genoegen te nemen met 2 cent verhooging op 1 November 1030, voorts 2 cent ingaande 1 November 1931 en op 1 November 1932 den nog resteerenden cent er bij ,voor Amsterdam 1 Nov. 1931 al leen nog maar 1 cent meer.) De werkgevers wenschten één cent per uur meer te geven resp. Jan. 1931, 1932 en 1933, hetgeen voor ons een te groot verschil uitmaakte en waarop de onderhandelingen toen afspron gen. De laatste cent zou niet eens voor Am sterdam gegeven worden. Wij achten de gevraagde verhooging noo- dig voor een nieuwe contractperiode, zeide de hoofdbestuurder verder, ómdat in het algemeen o.i. het levenspeil der arbeiders verhoogd is. Een Haarlemmer heeft b.v. thans bijna dezelfde uitgaven als een Am sterdammer. En het grafisch bedrijf maakt in het geheel niet zulk een slechte periode door, gezien de uitbreiding van het aantal zetmachines en drukpersen, om een ver hooging als gevraagd wordt te weigeren. De werkloosheid is stationnair. In 1930 is liet bedrijf nog vermeerderd met 200 arbei ders. De werkgevers hebben dat toegegeven doch vreezen, dat de heerschende crisis la ter van zeer nadeeligen invloed op het be drijf zal zijn. Voorts is door hen gezegd, dat het algemeen indexcijfer teruggegaan is, in het voordeel der arbeiders Dat geef ik direct toe, zeide de heer Ponstein, doch het index cijfer is o.i. geen goede maatstaf. Er zijn nieuwe behoeften, als: radio, beter onder wijs voor de kinderen, de arbeiders en hun gezinnen hebben behoefte aan betere klee ding. Het indexcijfer, door de patroons be doeld, slaat feitelijk alleen op de voedings middelen en, om het zoo maar eens uit te drukken, primaire of noodzakelijke klec- ding. Bij een nieuw contract moet met de nieuwe behoeften rekening gehouden wor den. Wat nu de vrees der werkgevers voor te- ïugslag door de malaise aangaat, deze vrees is o. i., aldus de heer Ponstein, ge heel ongegrond. Blijkt het bedrijf de ver hoogde loonen niet te kunnen dragen, dan dan de volgens art. 26 van het contract be staande looncommissic een uitspraak doen. Het standpunt der typografen. De voorzitter van den Algem. Ned. Typo grafenbond, tevens voorzitter van de arbei dersafgevaardigden ter conferentie mot de werkgevers, de heer F. van der Wal, heeft aan een verslaggever van het Hbd. o.a. me degedeeld: „Ofschoon de woordvoerders der gezellen hadden besloten, ter wille van het behoud van de colletieve arbeidsovereenkomst en wat daaraan annex is, in tegemoetkomingen tot het uiterste te gaan, kon dit aanbod ;het aanbod der werkgevers n.l. van oen geleidelijke loonverhooging van 3 cent) niet door hen worden geaccepteerd. „Waren de werkgevers nog een kleine schrede verder gegaan met hun aanbod, dan zou zeer waarschijnlijk door de werklieden afgevaardigden besloten zijn, het aanbod aan het oordeel hunner organisaties te on derwerpen. Dan hadden de besprekingen verder kunnen worden gevoerd om ten slotte te zien, of liet gcheele resultaat in redelijkheid te acceptecren was." „Acht gij echter thans alle toenadering tusschen partijen onmogelijk vroegen wij. Het antwoord luidde: „Aan óns zal het niet liggen! Wij zijn nog steeds bereid tot iedere redelijke oplossing mede te werken doch daarvoor is ook de andere partij noo- dig r „Zoolang het conflict nog niet tot daad werkelijken strijd is gekomen blijft het her stellen van het gebroken contact nog steeds mogelijk. „Wat dit betreft „Tot redelijk overleg zijn wij altijd be reid UIT DE STAATSCOURANT. Bij K.B. is verleend de gouden eere-me daille der Oranje Nassau-orde aan G. Vo gel, evangelist van de Ned. Evangelische Protestantsche Vcrceniging te Weldam, ge meente Marbclo. Bij K.B. is met ingang van 1 November '30 I. de luitenant-kolonel W. J. D. Havclaar commandant van het 2e regiment veldartil lerie, eervol ontheven uit zijn tegenwoordig commando en ingedeeld bij den staf van het wapen der artillerie; II. benoemd en aangesteld: A. tot generaal-majoor, commandant van de Ille divisie, de kolonel P. Donk, van het wapen der infanterie, thans belast met het bevel over de Ille divisie; B. bij het dienstvak der militaire inten dance, tot luitenant-kolonel-intendant de majoor-intendant A. Nu mans, intendant bij de IVe divisie; C. bij het wapen der infanterie, le. tot luitenant-generaal, de generaal-ma joor P. J. van Munnekrede, van het wapen, lid van het Hoog Militair Gerechtshof; 2e. tot commandant van het I5e regiment infanterie de luitenant-kolonel II. J. A. Hag- dorn, commandant van het 2e regiment in fanterie, zulks onder eervolle ontheffing uit zijn tegenwoordig commando; 3e. tot luitenant-kolonel bij den staf der Vc infanterie brigade de majoor J. T. van Bcyeren, van dien staf; 4e. tot luitenant-kolonel, commandant res pectievelijk van het 18e, het 2e en het 3e regiment infanterie de majoors H. A. Ephraim, F. II. Jochim van Nootdorp en J. J. Quadekkcr, onderscheidenlijk van het 21e, het 20e en het 5e regiment infanterie; D. bij het wapen der artillerie, le. tot kolonel, commandant van do Ille artillci'ièbrigade, de luitenant-kolonel A. M. Geesink, van den staf der artillerie, toegc voegd aan den inspecteur van liet wapen; 2e. tot commandant van liet korps luclit- doelartilleric de luitenant-kolonel J. C. Tin bergen, van den staf der artillerie; 3e. tot commandant t an liet 2o regiment veldartillerie de luitenant-kolonel J. II. Car- stens, van dat korps; 4c. tot luitenant-kolonel, commandant van liet 3e regiment veldartillerie, de majoor jhr. K. F. Quar.es van Ufford, van liet 7e regiment veldartillerie; E. bij het dienstvak der militaire admi nistratie: le. tot luitenant-kolonel de majoor J. J Mac-Kcnzie, controleur der militaire ad ministratie; 2c. tot controleur der militaire admini stratio de majoors H Uggink en G. J. K. Sneep, beiden van liet dienstvak; F. bij het reserve-personeel der land macht: bij het wapen der infanterie, tot reserve-luitenant-kolonel, de reserve majoors J. G. G. Bruscher, T. A. J. van Tien- hoven, J. F. van Mansvelt, P. Volbeda en F H. Plager, respectievelijk van het 3e, liet 15e, het 13e, het 15e regiment infanterie en het regiment Jagers; III. do kapitein J. P. H. van Aalst, van het 11e regiment infanterie, in zijn rang en ouderdom van rang overgeplaatst bij het dienstvak der militaire intendance; IV. de kapitein der militaire administra tie J. H. van Hoorn, werkzaam hij het tic partement van 'Defensie, overgeplaatst bij het regiment grenadiers. 27'jarige man door een publieke vrouw vermoord Amsterdam, 18 October. In den af- gcloopen nacht liccft zich op den Zeedijk een drama afgespeeld. Het was ongeveer half twee toen een 30 arige publieke vrouw, op den Zeedijk bekend onder den naam Zwarte Riek, de straat is opgegaan, om den man, met wien zij leefde, den 27-jarige II. op te zoeken. Toen zij den man op straat ontmoette kwam het tusschen hen tot een twist. Dc man gaf de vrouw een klap, waar op „Zwarte Riek" op hem aanvloog. De man stortte neer en werd door omstanders opgenomen. Zij brachten hem n^ar het Bin nengasthuis waar hij spoedig is overleden. Hier bleek, dat hij een steek had in dc borst. De vrouw werd hedenmorgen door dc politie gearresteerd Zij ontkent echter te hebben gestoken. Getuigen hebben echter gezien dat zij den man een steek in den borst toebracht. DOODGEVONDEN LANGS DEN WEG. Misdrijf of ongeluk ,'s-Hertogenbosch, 18 October. Heden in den vroegen morgen is to St. Michiels Ges tel in een sloot naar Gemonde het lijk gc- vanden van een 23-jarigen jongeling, ge naamd A. v. Breughel, woonachtig te St. Michiels Gestel. De jongeman werd sinds Woensdag vermist, op welken dag hij zich naar de kermis tc Gemonde begaf waar zijn verloofde woonde. Aangezien dc schedel van den jongeman geheel gespleten was en het rijwiel, dat boven op liet lijk in de sloot lag, geheel was vernield, is de moge lijkheid niet uitgesloten dat de jongeling door een auto is oven eden en daarna in de sloot is geworpen. In hoeverre hier van misdrijf sprake is wordt door dc justitie onderzocht. Wei is de beleekenis van die nationale bedreiging? Ir. A. A. Mussert heeft een memorandum geschreven voor dc Nationale Unie „Over dc Waarde van de Belgische Bedreiging in zake dc Voeding van liet .Tuliana-Kanaal", dat thans met een voorwoord 'n naam van het bestuur der N. U. is uitgegeven en waar van dc hoofdstrekking hieronder wordt weergegeven. Na den tegen woord igon toestand te heb ben beschreven en aangetoond te hebben in hoever wij afhankelijk zijn van het water uit België, besluit ïr. Mussert zijn hoofd stukje „Dc Ernst der Bedreiging" als volgt. In ronde getallen uitgedrukt, is dus dc conclusie, dat in de droge drie maan den van het jaar dc energie-opwekking gedurende één maand stil zou liggen en gedurende twee maanden in meerdere of mindere mate zou moeten worden gemenageerd. Bij het voorontwerp voor deze ener gie-opwekking is er reeds op gerekend, dat zij gedurende 14 dagen per jaar stil zou liggen en gedurende H/o maand in meerdere of mindere mate zou worden belemmerd. Tevens zou de voeding van 't Juliana kanaal, noodig voor het op peil houden van het water, ten behoeve van de scheepvaart, gemiddeld gedurende één maand per jaar worden bedreigd." In het volgende hoofdstuk wordt onder zocht, welke de middelen tot afweer zijn, waarover Nederland beschikt. Deze zijn hierin gelegen, „dat men naast iedere sluis van het Juliana-Kanaal (behalve naast die bij Maastricht) een bcmalingsinstallatic bouwt van afdoende capaciteit om ook in de droogste tijden de verschillende kanaal- panden op de gcwcnschte hoogte te hou den". Na dan tc hebben nagegaan hoe enkele van onze groote kanalen door bemaling op peil gehouden worden, concludeert dc schrijver; „Wij hebben gezien, dat bij een Maas- wateroorlog, het Juliana-Kanaal gemid deld een maand per jaar zou moeten worden bemalen, hetgeen zou overeen- 'komen met 750 maaluren, uit welk cijfer blijkt, dat de bemalingspositie van het Juliana-kanaal gunstiger is dan die van de bovengenoemde kanalen. Wanneer men daarenboven bedenkt, dat do be malingsinrichtingen voor het Juliana- Kanaal gebouwd zouden worden in een gedeelte van ons land waar de produc tiekosten van electrischen stroom ge ring zijn en daarenboven in hoofdzaak zal worden afgenomen in zomernachten, dan is het duidelijk, dat het middel tot afweer, dat deze stroom, dc bema ling, ook uit financieel oogpunt geen bezwaren zal opleveren." Verder onderzoekt de auteur dan hoe hoog de kosten van een dergelijke bemaling zouden kunnen zijn en komt dan tot dc vol gende conclusie van zijn memorandum: De slotsom kan na het bovenstaande kort zijn. Nederland heeft in de laatste Langestraat 43. Gedipl. horlogemaker le klasse. Reparatieinrichting aan huis. Tel. 852. halve eeuw, behalve voor het gewone onderhoud, 95 millioen gulden aan do Maas e.a. ten ko«te gelegd. Het heeft besloten binnen enkele jaren nog 40 millioen gulden to bestoden, makende een totaal van 135 millioen. alles in ron de getallen. Welnu, de Belgische bedreiging be staat daarin, dat deze rekening van 135 millioen gulden zou moeten worden ver hoogd tot 136 of in het ongunstigste ge val tol 137 millioen. Een locslag van IA pCt. geheven door een eventueel onvriendelijken nabuur op een rekening, uitgeschreven door on aangename natuurlijke omstandigheden! Dc brocure bevat twee tabellen van water afvoer en een kaartje van de vaarwateren n Zuid-Oost Nederland. 11 koeien verdronken, de chauf* feur ernstig gewond M c p p e 1, 18 Oct. Bij Dievci brug is gis teravond een vee auto van den expediteur B. Bruinsma met een luxe auto uit Gro ningen in botsing gekomen, waarbij de vee- auto over de tramrails in dc Smildervaart reed. In do vee-auto bevonden zich 13 koei en, waarvan 11 verdronken De chauffeur Bruinsma is ernstig gewond. BEREDEN ARTILLERIE. Kornets-examen aan de school van R.O. te Ede. Bij do school voor reserve-officieren dor bereden artillerie te Ede hebben voldaan aan het examen voor kornet, en komen na der in aanmerking voor een bonoeming tot reserve-2e luitenant bij dat wapen, de leer lingen dier school. G. H. van Bergen, N. C. Beudckcr, A. A. C. FÓlkcrsma, K. H. tiaar- landt, A. van der Giessen, H. Hofstede de Groot, jhr. C. C. van Lidt dc Jeude, J. B. Pot, T. Proost. C. A. B. A. M. Schade, G. F. Schoor el en J. L. Winkelman. R.K. UNIVERSITEIT TE NIJMEGEN. Dies Natalis. N ij m e g e n, 17 Oct. Ter gelegenheid van den tweeden dies natalis der R.K. Universi teit werd hedenmorgen half elf in de St. Augustinuskerk te Nijmegen door pater prof. mr. W. Duvnstee C.S.S.Rgeassisteerd door pater van den Ecrcnbeemt C.S.S.R. cn pater Castermans een plechtige H. Mis op gedragen. Hedenmiddag tc drie uur hield in de klei ne concertzaal van dc vcreeniging de rector- magnificus der R.K. Universiteit, dr. Engel hart Drcrup dc Dies-rede over: „Dc Griek- schc uitgave van het Nieuwe Testament Daarna bood prof. Drerup do portretten aan van wijlen prof. dr. H. Huybers en van prof. dr. V. Sormani, met een dankwoord aan het comité, dat dit geschenk mogelijk had gemaakt. UTRECHTSCHEWEG 10 - TEL. 179 - AMERSFOORT In dezelfde mate als ge wilt ontvangen moet ge geven; wilt ge een geheele ziel, geef dan geheel een leven. RUCKERT. Door E. PHILLIPS OPPENHEIM. Geautoriseerde vertaling van Mr. G KELLER. - 5 Monsieur Carvin boog en zoide: „Voor mijn vriend Louis heeft men wel wat over. Maar geloof mij, mijnheer het pu bliek vindt mijn klein restaurant erg aan trekkelijk en het biedt zoo bitter weinig ruimte helaas." Haast tegelijk dat hij dit zeido betraden wij de zaal. Deze was grooter dan ik had gedacht, maar de stijl van de versiering en het gehccle aanzien van de ruimte ver schilde hemelsbreed met het café in de gclijkstraatsche verdieping. De tint, waar in alles was gehouden, was een beetje som ber voor een Fransch restaurant en de ver lichting was wat minder schel. De wanden waren bekleed met een soort van donker mahonie cn het plafond was beschilderd met een allegorische voorstelling, waarvan ik echter aanvankelijk de bijzonderheden niet kon onderscheiden. Dc bezoekers, die bijna geen plaats onbezet hadden gelaten, waren allen goed gekleed cn oogenscliljo- 3ijk behoorden zij tot de groote wereld. Toe risten waren er niet onder. Enkele hecren droegen een jacket, maar zij waren overi gens in de puntjes gekleed. Ik gevoelde reeds dadelijk, dat de zaak een eigen at mosfeer had. Ik zou deze niet nader kun nen omschrijven, maar ongeacht de mede- deelingen van Louis daaromtrent, wist ik al, dat zij haar eigenaardige clientèle had en dat binnen zijn vier muren een publiek zat, dat in menig opzicht toch anders was dan het publiek dat gewoonlijk de nacht- café's van Parijs bezoekt. Monsieur Carvin bracht ons zelf naar een tafeltje, dat tegen den muur stond en niei ver van den uit gang verwijderd was In de vestiaire waren wij bevrijd van hoed en jas. Een minzame maitre d'hotel boog zich naar ons toe met de vraag, of wij soupeeren wilden en een soraraelier stond naast hom op onze orders te wachten. Carvin wenkte hen zich to ver wijderen. „Do heeren heboen vermoedelijk al gesou peerd", merkte hij op. Een flesch Pomme- ry, Goüt Anglais, en een paar biscuits. Is dat goed, Louis?'' Wij haasten ons daaraan onze goedkeu ring te hechten. Monsieur Carvin werd door een bezoeker aan het andere einde van de zaal weggeroepen cn snelde heen Louis wendde zich lot mij, Er lag een zonderlinge uitdrukking in zijn oogen. „Wel, is u teleurgesteld?" vroeg hij. „Ziet u hier niets ongewoons? Is het voor u niet anders dan elders?" „Volstrekt niet", antwoordde ik. „Eén ding is mij in het bijzonder opgevallen. Ik vind het nog al zonderling, dat een derge lijk chic restaurant ?p de bovenverdieping is ingericht, terwijl beneden een café van hot minste allooi wordt gehouden Staan zij on Jcr één directie?" „Hier boven", zeide hij, „korncn de hee ren, beneden de bedienden. Maar kijk eens goed rond, mijnheer, en zeg mij dan eens of dit geen ander publick is dan men in de andere nachtcafé's vindt." Ik volgde zijn raad cn inderdaad kreeg ik na de bezoekers wat nauwkeuriger te heb ben opgenomen den indruk, «lat we hier niet in gezelschap waren van menschen, die hun leven met nietsdoen verlummelden, maar dat zij ondanks de schijnbare zorge loosheid en vroolijkheid, waarmee zij van het oogenblik genóten, allen een levenstaak hadden of gehad hadden, dan wel nog moesten aanvaarden. Vooral een dame.die aan een tafeltje tegenover mij was geze ten, met blond haar en een marmerbleek gelaat, trok daarbij mijn aandacht. Ik vond het een bijzonder opvallende per soonlijkheid. Haar blauwe oogen lagen diep in hun kassen en zij scheen geen poging go- daan te hebben om de donkere kringen er onder weg te schminken, zoodat ze nog spre kender waren. Een prachtige collier van tur kooizen sierde haar blootcn hals, een won derlijke ster van edelgesteenten was in haar haar gestoken. Maar kleedij was van de nieuwste mode. Haar stem had iéts kwij nends, maar zij was cr niet minder bekoor lijk om. Naast haar zat een groote kerel met pikzwarte snor, bleek en met kleine wallen onder de oogen. Zijn kleedij was wat al te modieus en de kleinoodieên, welke hij droeg waren wat te opvallend. „Zeg eens", vroeg ik, „wie is die heer?" Louis boog zich naar mij toe cn zoo zacht mogelijk fluisterde h'i mij toe: „Het is een der gewichtigste personages van t gansche gezelschap. Men noemt hem wel den ongekroonden koning. Van oor sprong was hij zadelmaker. Kijk hem maar eens goed aan, nu hij niet op ons Iet. „Hoe heeft hij zijn geld verdiend?" Louis glimlachte, even zijn lippen ver trekkend. „Het is niet verstandig dergelijke vragen te doen omtrent iemand, dien men hier ont moet. Henri Bartot was destijds een der los- bandigste jongelieden van Parijs. Hij heeft de eerste organisatie \an dieven in het le ven geroepen, waaruit zich later de tegen woordige bende van apachen heeft ontwik keld." „Eu nu?" „Nu is hij er de ongenoemde leider van", fluisterde Louis. „Wie hem hedenavond be- leedigt, mag zich gelukkig noemen als hij morgenochtend nog tot de levenden be hoort" Nieuwsgierig keek ik naar den man te genover mij. Er was niets bijzonder aan hem te zien, behalve misschien dat zijn dik ke, opeengedrukte lippen en zijn forsche onderkaak spraken van brute kracht. De vrouw naast hem scheen mij onbegrijpelijk toe Ik merkte nu op, dat haar oogen blauw waren als haar turkooizen en dat haar tint iets wasachtigs had. Zij lichtte een harer armen in de hoogte en ik zag dat zij ook ge tooid waren met armbanden van lichte, blauwe slecncn. Louis zag waarheen ik keek en likte mij aan, zeggend: „Kijk niet zoo naar haar, zij hoort aan Bartot, en het is niet geraden met haar te flirten, zelfs uit de verte." Ik lachte even cn nam een slokje uit mijn glas. ,Hoor eens Louis", merkte ik op, „het wordt tijd dat je naar Londen terugkeert. De omgeving werkt te sterk op je verbeel ding." „Het is volkomen waar wat ik zeg, mijn heer', antwoordde hij norsch. Ook zij is niet te vertrouwen. Zij vindt het aardig de man nen het hoofd op hol te brengen. Het ver driet dat zij daardoor ondervinden is voor haar een aangenamo prikkeling van haar ijdelheid. Er was eens een jonge Engelsch- man, hij deed haar een briefje toekomen niet hier, maar in het Café de Paris op een morgen tegen lunchtijd. Hij was van plan den volgenden morgen uit Parijs te vertrekken. Hij vertrok niet cn men heeft nooit meer iets van hem gehoord." Er viel niet aan te twijfelen ot Louis was zelf overtuigd van dc waarheid van wat hij mij vertelde. Met eenigen tegenzin keek ik intusschen den anderen kant uit. Aleof zij Louis' waarschuwing had gehoord vertrok zij haar lippen tot een minachtend lachje. Zij boog zich voorover cn tikte Bartot op den schouder, terwijl zij hem iels in het oor fluisterde. Toen ik kort daarna in hun rich ting keek, zag ik, dat zijn oogen met een kwaadaardigen blik op de mijne waren ge richt. (Wordt vervolgd). VROOM DREESMANN. Langestraat. Speciale HU ISHOUDWEEK AANBIEDING Prima gestoffeerde Divans 25.50, 7.9.50, 17.25, 16.50, 8.90

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1930 | | pagina 5