Willem Groenhuizen
De Verdwenen Delora
Maandag 20 October 1930 AMÊRSFOOETSCH DAGBLAD 29e Jaargang No 95
TOT REDELIJK OVERLEG BEREID
HET CONFLICT IN DE
TYPOGRAFIE
TWEEDE BLAD
Drama op den Zeedijk
te Amsterdam
De drooglegging van het
Julianakanaal
Een memorandum van
Ir. Mussert
Vee-auto te water
N.V". COMPAGNIE LYONNAISE
Tweed-Japonnen in groote verscheidenheid.
FEUILLETON
DF. EEMIANDF.R'
De rijksbemiddelaar noodigt
partijen tot een confererU
tie uit
De Rijksbemiddelaar, mr. S. do Vries Czn.
heeft Zaterdagmiddag de partijen, welke
betrokken zijn bij het dreigend conflict in
het typografenbedrijf, opgeroepen voor een
conferentie op a.s. Woensdag 22 October in
het stadhuis te Amsterdam en wel de werk
gevers om 10 uur des ochtends en de werk
nemers om 11 uur.
Amsterdam, 19 October. Komen er
geen nadere besprekingen, welke tot een
voor ons afdoend resultaat zullen leiden,
zoo zeide de heer B. Ponstein, hoofdbestuur
der van den Alg. Ned. Typografenbond
tot een verslaggever van de Tel., dan
zal Maandag 27 October de staking een feit
zijn. Gaat. do staking door, dan zullen er
13.000 t 14.000 gezellen bij betrokken zijn.
Een conflict van dergelijken omvang is zel
den nog beleefd in ons land in de laatste
jaren.
Wij, dus de vakbonden, hebben dezen
strijd niet gewenscht, ging de heer Ponstein
voort, en wij verlangen ook nog naar een
tijdige bevredigende oplossing. Alle onder
handelingen zijn afgestuit alleen op de
loonregeling. Er zijn thans zeven loonklas-
sen. Wij wenschten de tweede klasse te la
ten vervallen, waardoor Rotterdam en Den
Ilaag in de eerste klasse zouden komen en
de andere gemeenten één klasse zouden
opschuiven. Deze nieuwe indeeling kwam
neer op een loonsverhooging van 5 cent per
uur voor het gclieele land en 3 cent per uur
meer loon voor Amsterdam. Bij de hervat
ting der in September reeds afgebroken be
sprekingen deden wij wat water in den wijn
Wij verklaarden n.l. genoegen te nemen
met 2 cent verhooging op 1 November 1030,
voorts 2 cent ingaande 1 November 1931 en
op 1 November 1932 den nog resteerenden
cent er bij ,voor Amsterdam 1 Nov. 1931 al
leen nog maar 1 cent meer.) De werkgevers
wenschten één cent per uur meer te geven
resp. Jan. 1931, 1932 en 1933, hetgeen voor
ons een te groot verschil uitmaakte en
waarop de onderhandelingen toen afspron
gen. De laatste cent zou niet eens voor Am
sterdam gegeven worden.
Wij achten de gevraagde verhooging noo-
dig voor een nieuwe contractperiode, zeide
de hoofdbestuurder verder, ómdat in het
algemeen o.i. het levenspeil der arbeiders
verhoogd is. Een Haarlemmer heeft b.v.
thans bijna dezelfde uitgaven als een Am
sterdammer. En het grafisch bedrijf maakt
in het geheel niet zulk een slechte periode
door, gezien de uitbreiding van het aantal
zetmachines en drukpersen, om een ver
hooging als gevraagd wordt te weigeren.
De werkloosheid is stationnair. In 1930 is
liet bedrijf nog vermeerderd met 200 arbei
ders. De werkgevers hebben dat toegegeven
doch vreezen, dat de heerschende crisis la
ter van zeer nadeeligen invloed op het be
drijf zal zijn. Voorts is door hen gezegd, dat
het algemeen indexcijfer teruggegaan is, in
het voordeel der arbeiders Dat geef ik direct
toe, zeide de heer Ponstein, doch het index
cijfer is o.i. geen goede maatstaf. Er zijn
nieuwe behoeften, als: radio, beter onder
wijs voor de kinderen, de arbeiders en hun
gezinnen hebben behoefte aan betere klee
ding. Het indexcijfer, door de patroons be
doeld, slaat feitelijk alleen op de voedings
middelen en, om het zoo maar eens uit te
drukken, primaire of noodzakelijke klec-
ding. Bij een nieuw contract moet met de
nieuwe behoeften rekening gehouden wor
den.
Wat nu de vrees der werkgevers voor te-
ïugslag door de malaise aangaat, deze
vrees is o. i., aldus de heer Ponstein, ge
heel ongegrond. Blijkt het bedrijf de ver
hoogde loonen niet te kunnen dragen, dan
dan de volgens art. 26 van het contract be
staande looncommissic een uitspraak doen.
Het standpunt der typografen.
De voorzitter van den Algem. Ned. Typo
grafenbond, tevens voorzitter van de arbei
dersafgevaardigden ter conferentie mot de
werkgevers, de heer F. van der Wal, heeft
aan een verslaggever van het Hbd. o.a. me
degedeeld:
„Ofschoon de woordvoerders der gezellen
hadden besloten, ter wille van het behoud
van de colletieve arbeidsovereenkomst en
wat daaraan annex is, in tegemoetkomingen
tot het uiterste te gaan, kon dit aanbod
;het aanbod der werkgevers n.l. van oen
geleidelijke loonverhooging van 3 cent)
niet door hen worden geaccepteerd.
„Waren de werkgevers nog een kleine
schrede verder gegaan met hun aanbod, dan
zou zeer waarschijnlijk door de werklieden
afgevaardigden besloten zijn, het aanbod
aan het oordeel hunner organisaties te on
derwerpen. Dan hadden de besprekingen
verder kunnen worden gevoerd om ten
slotte te zien, of liet gcheele resultaat in
redelijkheid te acceptecren was."
„Acht gij echter thans alle toenadering
tusschen partijen onmogelijk vroegen wij.
Het antwoord luidde: „Aan óns zal het
niet liggen! Wij zijn nog steeds bereid tot
iedere redelijke oplossing mede te werken
doch daarvoor is ook de andere partij noo-
dig r
„Zoolang het conflict nog niet tot daad
werkelijken strijd is gekomen blijft het her
stellen van het gebroken contact nog steeds
mogelijk.
„Wat dit betreft
„Tot redelijk overleg zijn wij altijd be
reid
UIT DE STAATSCOURANT.
Bij K.B. is verleend de gouden eere-me
daille der Oranje Nassau-orde aan G. Vo
gel, evangelist van de Ned. Evangelische
Protestantsche Vcrceniging te Weldam, ge
meente Marbclo.
Bij K.B. is met ingang van 1 November '30
I. de luitenant-kolonel W. J. D. Havclaar
commandant van het 2e regiment veldartil
lerie, eervol ontheven uit zijn tegenwoordig
commando en ingedeeld bij den staf van
het wapen der artillerie;
II. benoemd en aangesteld:
A. tot generaal-majoor, commandant van
de Ille divisie, de kolonel P. Donk, van het
wapen der infanterie, thans belast met het
bevel over de Ille divisie;
B. bij het dienstvak der militaire inten
dance, tot luitenant-kolonel-intendant de
majoor-intendant A. Nu mans, intendant bij
de IVe divisie;
C. bij het wapen der infanterie,
le. tot luitenant-generaal, de generaal-ma
joor P. J. van Munnekrede, van het wapen,
lid van het Hoog Militair Gerechtshof;
2e. tot commandant van het I5e regiment
infanterie de luitenant-kolonel II. J. A. Hag-
dorn, commandant van het 2e regiment in
fanterie, zulks onder eervolle ontheffing uit
zijn tegenwoordig commando;
3e. tot luitenant-kolonel bij den staf der
Vc infanterie brigade de majoor J. T. van
Bcyeren, van dien staf;
4e. tot luitenant-kolonel, commandant res
pectievelijk van het 18e, het 2e en het 3e
regiment infanterie de majoors H. A.
Ephraim, F. II. Jochim van Nootdorp en
J. J. Quadekkcr, onderscheidenlijk van het
21e, het 20e en het 5e regiment infanterie;
D. bij het wapen der artillerie,
le. tot kolonel, commandant van do Ille
artillci'ièbrigade, de luitenant-kolonel A. M.
Geesink, van den staf der artillerie, toegc
voegd aan den inspecteur van liet wapen;
2e. tot commandant van liet korps luclit-
doelartilleric de luitenant-kolonel J. C. Tin
bergen, van den staf der artillerie;
3e. tot commandant t an liet 2o regiment
veldartillerie de luitenant-kolonel J. II. Car-
stens, van dat korps;
4c. tot luitenant-kolonel, commandant van
liet 3e regiment veldartillerie, de majoor
jhr. K. F. Quar.es van Ufford, van liet 7e
regiment veldartillerie;
E. bij het dienstvak der militaire admi
nistratie:
le. tot luitenant-kolonel de majoor J. J
Mac-Kcnzie, controleur der militaire ad
ministratie;
2c. tot controleur der militaire admini
stratio de majoors H Uggink en G. J. K.
Sneep, beiden van liet dienstvak;
F. bij het reserve-personeel der land
macht:
bij het wapen der infanterie,
tot reserve-luitenant-kolonel, de reserve
majoors J. G. G. Bruscher, T. A. J. van Tien-
hoven, J. F. van Mansvelt, P. Volbeda en F
H. Plager, respectievelijk van het 3e, liet
15e, het 13e, het 15e regiment infanterie en
het regiment Jagers;
III. do kapitein J. P. H. van Aalst, van
het 11e regiment infanterie, in zijn rang en
ouderdom van rang overgeplaatst bij het
dienstvak der militaire intendance;
IV. de kapitein der militaire administra
tie J. H. van Hoorn, werkzaam hij het tic
partement van 'Defensie, overgeplaatst bij
het regiment grenadiers.
27'jarige man door een publieke
vrouw vermoord
Amsterdam, 18 October. In den af-
gcloopen nacht liccft zich op den Zeedijk
een drama afgespeeld. Het was ongeveer
half twee toen een 30 arige publieke vrouw,
op den Zeedijk bekend onder den naam
Zwarte Riek, de straat is opgegaan, om den
man, met wien zij leefde, den 27-jarige II.
op te zoeken. Toen zij den man op straat
ontmoette kwam het tusschen hen tot een
twist. Dc man gaf de vrouw een klap, waar
op „Zwarte Riek" op hem aanvloog. De
man stortte neer en werd door omstanders
opgenomen. Zij brachten hem n^ar het Bin
nengasthuis waar hij spoedig is overleden.
Hier bleek, dat hij een steek had in dc
borst. De vrouw werd hedenmorgen door
dc politie gearresteerd Zij ontkent echter
te hebben gestoken. Getuigen hebben echter
gezien dat zij den man een steek in den
borst toebracht.
DOODGEVONDEN LANGS DEN
WEG.
Misdrijf of ongeluk
,'s-Hertogenbosch, 18 October. Heden in
den vroegen morgen is to St. Michiels Ges
tel in een sloot naar Gemonde het lijk gc-
vanden van een 23-jarigen jongeling, ge
naamd A. v. Breughel, woonachtig te St.
Michiels Gestel. De jongeman werd sinds
Woensdag vermist, op welken dag hij zich
naar de kermis tc Gemonde begaf waar zijn
verloofde woonde. Aangezien dc schedel
van den jongeman geheel gespleten was en
het rijwiel, dat boven op liet lijk in de
sloot lag, geheel was vernield, is de moge
lijkheid niet uitgesloten dat de jongeling
door een auto is oven eden en daarna in de
sloot is geworpen. In hoeverre hier van
misdrijf sprake is wordt door dc justitie
onderzocht.
Wei is de beleekenis van die
nationale bedreiging?
Ir. A. A. Mussert heeft een memorandum
geschreven voor dc Nationale Unie „Over
dc Waarde van de Belgische Bedreiging in
zake dc Voeding van liet .Tuliana-Kanaal",
dat thans met een voorwoord 'n naam van
het bestuur der N. U. is uitgegeven en waar
van dc hoofdstrekking hieronder wordt
weergegeven.
Na den tegen woord igon toestand te heb
ben beschreven en aangetoond te hebben
in hoever wij afhankelijk zijn van het water
uit België, besluit ïr. Mussert zijn hoofd
stukje „Dc Ernst der Bedreiging" als volgt.
In ronde getallen uitgedrukt, is dus
dc conclusie, dat in de droge drie maan
den van het jaar dc energie-opwekking
gedurende één maand stil zou liggen en
gedurende twee maanden in meerdere
of mindere mate zou moeten worden
gemenageerd.
Bij het voorontwerp voor deze ener
gie-opwekking is er reeds op gerekend,
dat zij gedurende 14 dagen per jaar stil
zou liggen en gedurende H/o maand in
meerdere of mindere mate zou worden
belemmerd.
Tevens zou de voeding van 't Juliana
kanaal, noodig voor het op peil houden
van het water, ten behoeve van de
scheepvaart, gemiddeld gedurende één
maand per jaar worden bedreigd."
In het volgende hoofdstuk wordt onder
zocht, welke de middelen tot afweer zijn,
waarover Nederland beschikt. Deze zijn
hierin gelegen, „dat men naast iedere sluis
van het Juliana-Kanaal (behalve naast die
bij Maastricht) een bcmalingsinstallatic
bouwt van afdoende capaciteit om ook in
de droogste tijden de verschillende kanaal-
panden op de gcwcnschte hoogte te hou
den".
Na dan tc hebben nagegaan hoe enkele
van onze groote kanalen door bemaling op
peil gehouden worden, concludeert dc
schrijver;
„Wij hebben gezien, dat bij een Maas-
wateroorlog, het Juliana-Kanaal gemid
deld een maand per jaar zou moeten
worden bemalen, hetgeen zou overeen-
'komen met 750 maaluren, uit welk cijfer
blijkt, dat de bemalingspositie van het
Juliana-kanaal gunstiger is dan die van
de bovengenoemde kanalen. Wanneer
men daarenboven bedenkt, dat do be
malingsinrichtingen voor het Juliana-
Kanaal gebouwd zouden worden in een
gedeelte van ons land waar de produc
tiekosten van electrischen stroom ge
ring zijn en daarenboven in hoofdzaak
zal worden afgenomen in zomernachten,
dan is het duidelijk, dat het middel
tot afweer, dat deze stroom, dc bema
ling, ook uit financieel oogpunt geen
bezwaren zal opleveren."
Verder onderzoekt de auteur dan hoe
hoog de kosten van een dergelijke bemaling
zouden kunnen zijn en komt dan tot dc vol
gende conclusie van zijn memorandum:
De slotsom kan na het bovenstaande
kort zijn. Nederland heeft in de laatste
Langestraat 43.
Gedipl. horlogemaker le klasse.
Reparatieinrichting aan huis.
Tel. 852.
halve eeuw, behalve voor het gewone
onderhoud, 95 millioen gulden aan do
Maas e.a. ten ko«te gelegd. Het heeft
besloten binnen enkele jaren nog 40
millioen gulden to bestoden, makende
een totaal van 135 millioen. alles in ron
de getallen.
Welnu, de Belgische bedreiging be
staat daarin, dat deze rekening van 135
millioen gulden zou moeten worden ver
hoogd tot 136 of in het ongunstigste ge
val tol 137 millioen.
Een locslag van IA pCt. geheven door
een eventueel onvriendelijken nabuur
op een rekening, uitgeschreven door on
aangename natuurlijke omstandigheden!
Dc brocure bevat twee tabellen van water
afvoer en een kaartje van de vaarwateren
n Zuid-Oost Nederland.
11 koeien verdronken, de chauf*
feur ernstig gewond
M c p p e 1, 18 Oct. Bij Dievci brug is gis
teravond een vee auto van den expediteur
B. Bruinsma met een luxe auto uit Gro
ningen in botsing gekomen, waarbij de vee-
auto over de tramrails in dc Smildervaart
reed. In do vee-auto bevonden zich 13 koei
en, waarvan 11 verdronken De chauffeur
Bruinsma is ernstig gewond.
BEREDEN ARTILLERIE.
Kornets-examen aan de school
van R.O. te Ede.
Bij do school voor reserve-officieren dor
bereden artillerie te Ede hebben voldaan
aan het examen voor kornet, en komen na
der in aanmerking voor een bonoeming tot
reserve-2e luitenant bij dat wapen, de leer
lingen dier school. G. H. van Bergen, N. C.
Beudckcr, A. A. C. FÓlkcrsma, K. H. tiaar-
landt, A. van der Giessen, H. Hofstede de
Groot, jhr. C. C. van Lidt dc Jeude, J. B.
Pot, T. Proost. C. A. B. A. M. Schade, G. F.
Schoor el en J. L. Winkelman.
R.K. UNIVERSITEIT TE NIJMEGEN.
Dies Natalis.
N ij m e g e n, 17 Oct. Ter gelegenheid van
den tweeden dies natalis der R.K. Universi
teit werd hedenmorgen half elf in de St.
Augustinuskerk te Nijmegen door pater
prof. mr. W. Duvnstee C.S.S.Rgeassisteerd
door pater van den Ecrcnbeemt C.S.S.R. cn
pater Castermans een plechtige H. Mis op
gedragen.
Hedenmiddag tc drie uur hield in de klei
ne concertzaal van dc vcreeniging de rector-
magnificus der R.K. Universiteit, dr. Engel
hart Drcrup dc Dies-rede over: „Dc Griek-
schc uitgave van het Nieuwe Testament
Daarna bood prof. Drerup do portretten
aan van wijlen prof. dr. H. Huybers en van
prof. dr. V. Sormani, met een dankwoord
aan het comité, dat dit geschenk mogelijk
had gemaakt.
UTRECHTSCHEWEG 10 - TEL. 179 - AMERSFOORT
In dezelfde mate als ge wilt ontvangen
moet ge geven; wilt ge een geheele ziel, geef
dan geheel een leven.
RUCKERT.
Door E. PHILLIPS OPPENHEIM.
Geautoriseerde vertaling van
Mr. G KELLER.
- 5
Monsieur Carvin boog en zoide:
„Voor mijn vriend Louis heeft men wel
wat over. Maar geloof mij, mijnheer het pu
bliek vindt mijn klein restaurant erg aan
trekkelijk en het biedt zoo bitter weinig
ruimte helaas."
Haast tegelijk dat hij dit zeido betraden
wij de zaal. Deze was grooter dan ik had
gedacht, maar de stijl van de versiering
en het gehccle aanzien van de ruimte ver
schilde hemelsbreed met het café in de
gclijkstraatsche verdieping. De tint, waar
in alles was gehouden, was een beetje som
ber voor een Fransch restaurant en de ver
lichting was wat minder schel. De wanden
waren bekleed met een soort van donker
mahonie cn het plafond was beschilderd
met een allegorische voorstelling, waarvan
ik echter aanvankelijk de bijzonderheden
niet kon onderscheiden. Dc bezoekers, die
bijna geen plaats onbezet hadden gelaten,
waren allen goed gekleed cn oogenscliljo-
3ijk behoorden zij tot de groote wereld. Toe
risten waren er niet onder. Enkele hecren
droegen een jacket, maar zij waren overi
gens in de puntjes gekleed. Ik gevoelde
reeds dadelijk, dat de zaak een eigen at
mosfeer had. Ik zou deze niet nader kun
nen omschrijven, maar ongeacht de mede-
deelingen van Louis daaromtrent, wist ik
al, dat zij haar eigenaardige clientèle had
en dat binnen zijn vier muren een publiek
zat, dat in menig opzicht toch anders was
dan het publiek dat gewoonlijk de nacht-
café's van Parijs bezoekt. Monsieur Carvin
bracht ons zelf naar een tafeltje, dat tegen
den muur stond en niei ver van den uit
gang verwijderd was In de vestiaire waren
wij bevrijd van hoed en jas. Een minzame
maitre d'hotel boog zich naar ons toe met
de vraag, of wij soupeeren wilden en een
soraraelier stond naast hom op onze orders
te wachten. Carvin wenkte hen zich to ver
wijderen.
„Do heeren heboen vermoedelijk al gesou
peerd", merkte hij op. Een flesch Pomme-
ry, Goüt Anglais, en een paar biscuits. Is
dat goed, Louis?''
Wij haasten ons daaraan onze goedkeu
ring te hechten. Monsieur Carvin werd door
een bezoeker aan het andere einde van de
zaal weggeroepen cn snelde heen Louis
wendde zich lot mij, Er lag een zonderlinge
uitdrukking in zijn oogen.
„Wel, is u teleurgesteld?" vroeg hij. „Ziet
u hier niets ongewoons? Is het voor u niet
anders dan elders?"
„Volstrekt niet", antwoordde ik. „Eén
ding is mij in het bijzonder opgevallen. Ik
vind het nog al zonderling, dat een derge
lijk chic restaurant ?p de bovenverdieping
is ingericht, terwijl beneden een café van
hot minste allooi wordt gehouden Staan zij
on Jcr één directie?"
„Hier boven", zeide hij, „korncn de hee
ren, beneden de bedienden. Maar kijk eens
goed rond, mijnheer, en zeg mij dan eens
of dit geen ander publick is dan men in de
andere nachtcafé's vindt."
Ik volgde zijn raad cn inderdaad kreeg ik
na de bezoekers wat nauwkeuriger te heb
ben opgenomen den indruk, «lat we hier
niet in gezelschap waren van menschen,
die hun leven met nietsdoen verlummelden,
maar dat zij ondanks de schijnbare zorge
loosheid en vroolijkheid, waarmee zij van
het oogenblik genóten, allen een levenstaak
hadden of gehad hadden, dan wel nog
moesten aanvaarden. Vooral een dame.die
aan een tafeltje tegenover mij was geze
ten, met blond haar en een marmerbleek
gelaat, trok daarbij mijn aandacht.
Ik vond het een bijzonder opvallende per
soonlijkheid. Haar blauwe oogen lagen diep
in hun kassen en zij scheen geen poging go-
daan te hebben om de donkere kringen er
onder weg te schminken, zoodat ze nog spre
kender waren. Een prachtige collier van tur
kooizen sierde haar blootcn hals, een won
derlijke ster van edelgesteenten was in haar
haar gestoken. Maar kleedij was van de
nieuwste mode. Haar stem had iéts kwij
nends, maar zij was cr niet minder bekoor
lijk om. Naast haar zat een groote kerel met
pikzwarte snor, bleek en met kleine wallen
onder de oogen. Zijn kleedij was wat al te
modieus en de kleinoodieên, welke hij droeg
waren wat te opvallend.
„Zeg eens", vroeg ik, „wie is die heer?"
Louis boog zich naar mij toe cn zoo zacht
mogelijk fluisterde h'i mij toe:
„Het is een der gewichtigste personages
van t gansche gezelschap. Men noemt hem
wel den ongekroonden koning. Van oor
sprong was hij zadelmaker. Kijk hem maar
eens goed aan, nu hij niet op ons Iet.
„Hoe heeft hij zijn geld verdiend?"
Louis glimlachte, even zijn lippen ver
trekkend.
„Het is niet verstandig dergelijke vragen
te doen omtrent iemand, dien men hier ont
moet. Henri Bartot was destijds een der los-
bandigste jongelieden van Parijs. Hij heeft
de eerste organisatie \an dieven in het le
ven geroepen, waaruit zich later de tegen
woordige bende van apachen heeft ontwik
keld."
„Eu nu?"
„Nu is hij er de ongenoemde leider van",
fluisterde Louis. „Wie hem hedenavond be-
leedigt, mag zich gelukkig noemen als hij
morgenochtend nog tot de levenden be
hoort"
Nieuwsgierig keek ik naar den man te
genover mij. Er was niets bijzonder aan
hem te zien, behalve misschien dat zijn dik
ke, opeengedrukte lippen en zijn forsche
onderkaak spraken van brute kracht. De
vrouw naast hem scheen mij onbegrijpelijk
toe Ik merkte nu op, dat haar oogen blauw
waren als haar turkooizen en dat haar tint
iets wasachtigs had. Zij lichtte een harer
armen in de hoogte en ik zag dat zij ook ge
tooid waren met armbanden van lichte,
blauwe slecncn.
Louis zag waarheen ik keek en likte mij
aan, zeggend:
„Kijk niet zoo naar haar, zij hoort aan
Bartot, en het is niet geraden met haar te
flirten, zelfs uit de verte."
Ik lachte even cn nam een slokje uit
mijn glas.
,Hoor eens Louis", merkte ik op, „het
wordt tijd dat je naar Londen terugkeert.
De omgeving werkt te sterk op je verbeel
ding."
„Het is volkomen waar wat ik zeg, mijn
heer', antwoordde hij norsch. Ook zij is niet
te vertrouwen. Zij vindt het aardig de man
nen het hoofd op hol te brengen. Het ver
driet dat zij daardoor ondervinden is voor
haar een aangenamo prikkeling van haar
ijdelheid. Er was eens een jonge Engelsch-
man, hij deed haar een briefje toekomen
niet hier, maar in het Café de Paris op
een morgen tegen lunchtijd. Hij was van
plan den volgenden morgen uit Parijs te
vertrekken. Hij vertrok niet cn men heeft
nooit meer iets van hem gehoord."
Er viel niet aan te twijfelen ot Louis was
zelf overtuigd van dc waarheid van wat hij
mij vertelde. Met eenigen tegenzin keek ik
intusschen den anderen kant uit. Aleof zij
Louis' waarschuwing had gehoord vertrok
zij haar lippen tot een minachtend lachje.
Zij boog zich voorover cn tikte Bartot op
den schouder, terwijl zij hem iels in het oor
fluisterde. Toen ik kort daarna in hun rich
ting keek, zag ik, dat zijn oogen met een
kwaadaardigen blik op de mijne waren ge
richt.
(Wordt vervolgd).
VROOM DREESMANN.
Langestraat.
Speciale
HU ISHOUDWEEK AANBIEDING
Prima gestoffeerde Divans
25.50, 7.9.50, 17.25, 16.50, 8.90