AMEPSFOOMSCH DAGBLAD
BINNENLAND
De Verdwenen Delora
Dinsdag 28 October 1930
.DE EEMLANDEft"
29e Jaargang No. 102
TWEEDE BLAD
HOE JOSEPHIENTJE ONS
LAND ZIET
Ze eten goed en glimlachen
weinig
Prof. Mr. J. V. VAN DUCK f
IJmuider Vischhandel H. GLASTRA Co. N.V.
Utrechtachestraat 40 Telef. 92
WIJZIGING DER KIESWET
GEVRAAGD
Sted. feesten zonder
Staatshoofd
DE RADI0CENSUUR
Rede van Mr. Boon
FEUILLETON
Nederlanders zijn zoo sterk als de
dijken van hun land
Joephine Baker is na een groote tour-
née door Europa en Amerik in Parijs te
ruggekeerd en vertelt aan een journalist
in de „Intransigeant' haar vele indruk
ken, of liever, deze vertelt ze in zijn blad,
als uit den mond van Josephientje opge-
teekend.
Dezer dagen was ze toegekomen aan
Nederland. Het Handelsblad heeft haar uit
spraken over ons land vertaald:
„Op Nederland", verklaart Josephientje,
„ben ik dol. Je teint er zachtjes over een
groote brug heen die wel verscheiden
kilometers lang moet zijn, ten minste zoo
leek mij een hoel groote brug over een
geel water, dat schijnt ingeslapen te zijn
on waar niets zich in weerspiegelt, een
vlakte van water en modder. En dan in
eens, aan het eind van de brug, ben je in
het echte Nederland.
„De kanalen en vaarten door de velden,
dat zijn de wegen van Nederland. Maar je"
ziet ze niet. En zoo zou je kunnen denken,
dat er wagens overheen rijden met vleu
gels er aan, dat zijn zeilen; wagens, die
heelemaal geen haast hebben.
„De Nederlanders zijn ernstige menschen
met r^6o gezichten. Zij eten goed en glim
lachen weinig, maar ze zijn vriendelijk en
het is allemaal eerlijk-gemeend. Ze zijn
bijna allen zoo sterk ate de dijken van hun
land. En ieder spreekt daar drie of vier
vreemde talen als iets heel gewoons.
„Eens, toen ik er in een klein, heel pro
per en stil, o zoo'n stil stadje was, hielden
de menschen op straat mij bij m'n mouw
vast, en zij wilden, dat ik voor ze zou dan
sen op'straat. En toen heb ik gedanst. En
allemaal vonden ze het aardig. Onder de
menschen, die naar mij stonden te kijken,
was ook een vrouw met een klein kindje
op haar arm, een echt lief kindje. Dat
nam ik uit de armen van de vrouw, zoo
maar, om het eens even een kusje te geven
en het wat te knuffelen en er een beetje
mee te dansen ook maar de moeder
keelt me woedend aan, en trok dadelijlc
het kind weer nijdig van me af
zij ontrukte haar kind aan de „wilde", be
grijpt u?
„Buiten, op het land, staan niets dan
ailemaal heel lage kleine huisje, met bloe
men; en de dames van die huisjes komen
naar buiten en wandelen er met haar gan
zen Wat is dAt aardig
„Money, money
„Troepen kinderen liepen Pepino cn mij
achterna, en riepen uit alle macht uit hun
bMle roode wangen:
„Money! Money!"
„U begrijpt, ze denken: zoo'n curiositeit
zal wel rijk zijn. En omdat wij die dikke,
gezonde wangen cn die blauwe oogen zoo
aardig vonden, deelden wij yan die heel
kleine geldstukjes uit, die net zoo blinken
als de Hollandsche ruiten.
„Den Ilaag dat is de hoofdstad van
fietsen en van baksteen. Met policemen,
die groote witte handschoenen aan heb
ben, zooals de komieke negens in een revue
dragen.
„Rotterdam en Amsterdam dat leeft
veel meer, daar is beweging in, booten,
handel, en het is vol kleur. De Hollanders
houden erg van sterke kleuren, van échte
kleuren, rood, geel
„Ik ben een maand geweest in dat land
van water, zand en denneboomen. Augus
tus—September 1928. En ik heb ervan lec-
ren houden. Daarvoor moet jc je ook klóé-
den als in dat land. En dus heb ik mij
als Hollandsche gekleed, met een witte
muts op, een langen, wijden rok aan, waar
in je verdwaald raakt, en gele klompen
aan. De charleston op gele klompen d&t
was grappig. En ik heb melk godragen in
groote blikken bussen. Wat lachten de men
schen. Pepito vooral, die lachte als een
dolle. Ik rook niet, nooit, anders zou ik
vast ook zoo'n aarden pijpje erbij opge
stoken hebben, zooals de visschersvrouwen
rooken en do visschers zelf en do boeren,
die zeer wijde broeken aan hebben en ha
rige mutsen op.
„In Scheveningen dragen de vrouwen op
haar muts, boven haar voorhoofd, een
paar gouden voelsprieten, net als van in
secten, en dat trilt dan als ze loopen. Lange
vrouwen zijn het, met zwarte pelerines om.
Mooie vrouwen. De zee, voor Scheveningen,
is bijna altijd knorrig en gerimpeld en trekt
leelijke gezichten. De zee heeft ook niet al
tijd een mooi glad gezicht met klassieke
trekken. Maar wat een prachtige laan tus-
schen de hoornen, met wandelingen, om
van Den Haag naar Scheveningen te gaan,
naar het strand van Scheveningen, waar
koper blinkt.
„Over mijn voorstellingen in Holland zal
ik maar niet praten. Ik geloof, dat zo wel
in den smaak gevallen zijn want de
menschen hebben mij gevraagd om nog
eens weer naar Holland terug te komen.
„En ik zal er ook zeker nog eens terug
gaan. Mooie kazen, tulpen en chocolade
het is een fameus land!"
Raadsheer in den Hoogen Raad
en buitengewoon hoogs
leevaar te Amsterdam
's Gravcnhage, 27 Oct In ruim 51-
jarigen ouderdom is Zondag alhier over
leden prof. mr. J. V. van Dijck, raadsheer
in den Hoogen Raad der Nederlanden en
buitengewoon hoogleeraar aan de Gemeen
tclijke Universiteit van Amsterdam
l)e thans ontslapene werd IS November
1S78 te Goor geboren. Hij studeerde cn pro
moveerde aan de Rijksuniversiteit te Gro
ningen 28 November 190") en werd in Maart
1906 benoemd tot adjunct commies aan het
departement van Justitie te 's Gravenhage.
Na benoeming tot commies in Juli 1909, tot
hoofdcommies in Juli 1910, tot referendaris
titulair in het voorjaar 1912 en tot referen
daris in April 1913, werd hij in Maart 1910
geroepen tot de hooge functie van raad ad
viseur aan dat departement.
Zijn wetenschappelijke bekwaamheden,
vooral op het gebied van dc criminologie,
waren voor het gemeentebestuur van
Amsterdam aanleiding, mr. Van Dijck in
Maart 1922 te benoemen tot hoogleeraar in
het strafrecht, de strafvordering en de cri
minologie.
In Augustus 1926 werd prof. Van Dijck
benoemd tot raadsheer plaatsvervanger in
het gerechtshof te Amsterdam en op 27
Juni 1927 volgde zijn benoeming tot raads
heer in den lloogen Raad der Nederlanden.
Het daarop volgende jaar werd prof. Van
Dijck buitengewoon hoogleeraar.
Zijn borst is versierd met het eerctcoken
van officier in de orde van Oranje-Nassau
en dat van ridder in do orde van den Ne-
derlandschen Leeuw.
Het stoffelijk overschot van prof. Van
Dijck zal Donderdag a.s. te half twaalf op
Nieuw Eik en Duinen worden teraardebe
steld.
DE NIE"WE BOERHAAVE.
's-G ravenhagc, 27 Oct. De bij de
Haagsche Rechtbank aanhangige 'faillisse
mentsaanvrage van de N.V. „de Nieuwe
Boerhaave" is heden ingetrokken.
Dr. A. VAN DER LAAN, Amsterdam, schrijft in „Voeding
en Hygiëne", October 1930:
Onder de voedingsmiddelen dient visch, waarmee wij
dan in hoofdzaak bedoelen de gebruikelijke soorten zeevisch, een
EERSTE PLAATSIN TE NEMEN,
zoowel om hare lichtverteerbaarheid als om hare voedings
waarde
Deze soorten zeevisch koopt men in Amersfoort in den
EET MEEi. VISCH
OAN BLIJFT OE St. ANK
UEZONO EN FH IfaOH!
De bevoorrechting der kleine
groepen moet ophouden
lil het Voorloopig Verslag der Twejde
Kamer op de begrooting van Binnenlar.«d-
sche Zaken wordt de vraag gesteld, tot wel
ke resultaten de minister is gekomen bij
de overweging van de ten vorigen jare be
pleite wijzigingen van de Kieswet, welke
de vergrooting van het aar..tal handteeke-
ningen voor do candidaatstelling van de
leden der Tweode Kamer, alsmede de vcr-
deeling van h?t land in 4 districten be
troffen. Eenige leden vragen indien, naar ze
mcenen te weten, het Centraal Stembureau
te dezer zake advies aan den minister hoeft
uitgebracht, daarvan op de hoogte te wor
den gesteld.
Vrij algemeen oordeelt men een wijziging
van de Kieswet gewenscht, waarbij de be
voorrechting. welke de kleine groepen thans
boven de groote genieten, wordt uitgeslo
ten.
Eenige leden bepleitten een verandering
in de wijze, waarop het stemmen bij vol
macht geregeld is. Zou n.iet kunnen wor
den bepaald, dat de volmacht niet alleen
voor één keer, toch ook tot wedcropzeg-
gens kan worden gegeven?
Andere leden willen de oplossing vin
den in het verstrekken aan schippers van
een legitimatickaart, tegen inlevering waar
van. zij in een willekeurige gemeente tot de
stemming zouden kunnen worden toegela
ten.
jachtdiner ten paleizc, waar zij ook over
nachtten, evenals hun personeel, jagers on
chauffeurs.
Zaterdagmorgen vertrokken dc hoeren
weder naar hunne woonplaatsen. Was Prins
Hendrik verleden jaar nog geregeld toe
schouwer, hij de jachten, thans was dc
Prins afwezig.
Ook hertog Adolf Friedrich, 's prinsen
broeder, nam dit jaar niet aan de jachten
deel, evenmin als de heer von Bulöw en
graaf Rhode.
DE VLUCHT VAN DEN HEER VAN TYEN.
Naar het Persbureau Vaz Dias uit Stam-
boul verneemt, is de heer Van Tyen op zijn
zakenvlucht naar Ned. Indiè Maandagmor
gen om 8.04 uur vandaar vcrtroskcri. We
gens slechte wecrsomstandiglwdrn z\g de
heer Van Tycn zich genoodzaakt naar Stam-
boul terug te keeren, waar hij om 10.47
landde.
ONDERZOEK NAAR PRIJZEN
IN DEN KLEINHANDEL.
Door twee hoogleeraren.
's-Gravenhage, 27 Oct. Op verzoek
van den minister van Arbeid, Handel cn
Nijverheid, hebben de heeren prof. H. A.
Kaag, te Tilburg, en prof. dr. N. J Polak,
tc Rotterdam, zich bereid verklaard een on
derzoek in te stellen naar de oorzaken,
welke de beweging der kleinhandelsprijzen
doen afwijken van die der groothandelsprij-
zen en naar de grootto dier afwijking.
DE HOFJACHTEN.
Bij de dricdaagschc Hofjachten zijn met
vijf en twintig geweren in totaal geschoten
honderd vijftig herten en vier wilde zwij
nen. lederen avond na afloop van de jacht
vereenigden de heeren jagers zich aan een
Vragen van Kamerleden omtrent
de feesten te Zwolle en
Nijmegen
In het voorloopig verslag over hoofdstuk
V (Rinnenlandsche Zaken en Landbouw)
der Rijksbegrooting voor 1931, komt nog de
volgende zinsnede voor betreffendo feeste
lijke herdenkingen te Nijmegen cn te
Zwolle.
Het had de aandacht getrokken, dat dc
Koningin niet aanwezig is geweest bij 'Ie
onlangs plaats gehad hebbende feestelijke
herdenking te Nijmpgen en te Zwolle van
voor die gemeenten belangrijke feiten. Men
meende te weten, dat dit te wijten is aan de
omstandigheid, dat door de betrokken ge
meentebesturen de in dezen gebruikelijke
stappen niet zijn gedaan. Deze stappen zou
den zijn nagelaten onder den invloed van
vertoogen van leden eener politieke partij
wclko tegen den monarchalen regeerings
vorrn gekant is. Mocht een cn ander juist
zijn, dan zouden de hierbedoelde leden tc*
gen de gevolgde gedragslijn met klem wil
len opkomen. Naar hun meening behoort
het antwoord op de vraag of het staats
hoofd bij weïkc feestelijke herdenking of
gebeurtenis ook aanwezig zal zijn, in geen
enkel opzicht beinvloed te worden door de
verlangens van hen. die den bestaanden re
gecringsvorm niet den juisten achten.
Gaarne zouden dezelfde leden vernemen,
welk college of orgaan in elk der beid»*
genoemde gemeenten voor do begane on
juistheid verantwoordelijk is te stellen
HET CONFLICT IN DE TYPOGRAFIE.
Naar het Deventer Dagblad verneemt,
heeft het hoofdbestuur van den Nederl. Gra-
fischen Bond de houding der gedelegeerden
en de ondcrhandelingscommissic voor een
nieuwe collectieve arbeidsovereenkomst
goedgekeurd en besloten zij den leden te
adviseeren het overeengekomene te aan
vaarden.
DE CARNEGIESTICHTING.
Den Haag, 25 Oct. Bij K. B. is herbo
noemd tot bestuurder, tevens secretaris
penningmeester der Carnegiostichting, prof
mr. dr. J. P. A. Francois, administrateur bG
het departement van buitenlandsche zaken
Mr. G. A. Boon.
Verzet tegen de preventieve
censuur
's-G ravenhage, 27 Oct. Mr. G. A. Boon
iceft hedenavond in en vergadering van do
Haagsche afdecling
van den Vrijheids
bond gesproken over
,Dc radiocensuur".
Spr. wildo het nu
niet hebbon over de
radio-distribntle.
Deze kwestie rust
niet, maar zo is mo-
inenteel niet aan do
BB orde. Dat er kwestie
- ffrfofr-jfi gekomen over de
radiocensuur noemt
Bpr. „dor Fluch der
Bósen Tat"
Spr. ging de oorzaak na. welke tot het
conflict geleid heeft en do Interpellatie-
Albania veroorzaakt heeft. Op den voor
grond wil spreker zetten, dat de Kamer vol
komen cn welbewust de censuur heeft aan
vaard. Eerst geruimen tijd later zijn er
eenige protesten gehoord. Spr. zette het
verschil uiteen tusschen het algemeen pro
gramma en het programma der omroep-
vereenigingen. Voor het algemeen pro
gramma draagt de regeering een zekero
verantwoordelijkheid. Spr. gelooft niet, dat
de radio contrdlc-commissie haar taak goed
opvat bij de beoordeeling van het algemeen
programma. Het criterium moet zijn, dat
niemand er aanstoot aan kan nemen, maar
de commissie stelt zich op hot standpunt,
dat het uitgezondene iedereen genoegen
moet doen. En zoo komt men tot de gekste
gevallen, waarvan spreker verschillende
voorbeelden aanhaalt. Zelfs moest nog
overwogen worden of het Wilhelmus wel op
een algemeen Nederlandsch programma
thuis behoort.
In die Algemeene Programma-commissie
zitten menschen van allerlei richting. Maar
zij bemerken wel, dat het rustiger wordt
en in de toekomst zal de toepassing wel wat
soepeler worden. Een preventieve censuur
zal echter altijd onmisbaar blijven.
Het eigenlijke strijdpunt is echter het pro
gramma der omroepverenigingen. Hier
verzet men zich ten stelligste tegen de pre
ventieve censuur. De heer Albarda zegt nu
wel, dat men de programma's best kan
overlaten aan de vereenigingen, maar spre
ker toont met vele voorbeelden aan, dat re
pressie niet voldoende is. doch dat ook bij
dc bijzondere programma's preventief toe
zicht noodzakelijk is Echter moet er een
beroepsinstantie komen en spreker twijfelt
er niet aan of deze zal ook worden inge
steld.
Spr. acht het een gewenschte regeling, dat
dc commissie repressief aan een omroepver-
eoniging voor eenigen tijd den zendtijd kan
ontnemen en deze over dc andero vereeni
gingen verdeelt. Maar dan moet do politiek
ook uit de radio verdwijnen.
Er is geen land ter wereld waar do toe
stand zoo is als hij ons, wat spreker met
voorbeelden uit de wetgevingen der ver
schillende landen op dit gebied aantoont.
Zeer veel dingen worden gezegd, welke
niet door den beugel kunnen Maar de heer
Albarda, de meest 'verantwoordelijke so
ciaal-democraat, geeft hierin een slecht
voorbeeld. Heeft hij niet in een congres ge
zegd, dat wanneer de regeeringen den oor
log ontketenen, alls middelen, ook niet-
grondwettige, geoorloofd zouden zijn. Deze
redevoering wilde hij niet ter inzage aan de
contróle-commissie geven en is daarom ook
niet uitgezonden.
Wanneer de politiek in den aether verbo
den wordt, verdwijnen meteen al die kleine
vereenigingen.
Verdwijnt echter de politiek niet uit de
radio, dan vraagt spreker ook recht voor
den liberalen omroep.
Tenslotte sprak mr. Boon de hoop uit, dat
men eindelijk zal gaan inzien dat Neder
land zich de risée maakt van heel de be
schaafde wereld, en dat deze zaak nu eens
op geheel anderen voet geregeld zal worden.
Voor de wereld is niets zoo overtuigend als
succes; gewillig buigt hij zich voor het ge
luk van den roem.
v. RANKE.
Dor E. PHILLIPS OPPENHEIM.
Geautoriseerde vertaling van
Mr. G. KELLER.
12
„Misschien had u wel een aangenamer
samenkomst?''
„Onmogelijk, mademoiselle!" antwoord
de ik.
Ik was het café binnengegaan, zonder er
«en oogenblik aan te denken, het hof aan
de jonge dame te maken. Ik gevoelde in
de eerste plaats belangstelling voor haar,
omdat ook zij een habitué was van dat ge
heimzinnige café en ook omdat ik reeds
onmiddellijk had gevoeld, dat zij nog een
andere reden dan de meest voor de hand
liggende had om mij dat briefje te doen
toekomen. Intusechen was het zaak voor
mij dit niet aan haar te laten merken en ik
aarzelde dan ook geen oogenblik m, toen
ik op haar uitnoodiging op de sofa nanet
haar had plaats genomen, haar hand te
grijpen. Zij trok deze niet terug, Joch gaf
ook geen enkel teeken van aanmoediging.
„Mijnheer", begon zij, „bega, wat ik u
bidden mag. geen onbezonnen dingen. Het
is misschien erg dwaas van mij geweest u
te verzoeken hier te komen. Wij kunnen
hier enkele minuten rustig praten mis
schien zien we elkander nog eens weder,
maar ik ben altijd bevreesd voor wat er
kan gebeuren."
„Mijnheer Bartot?" vroeg ik.
Zij knikte bevestigend en antwoordde:
„Ja, hij is buitengewoon jaloersch."
„Gaat u eiken avond met hem naar het
restaurant op de Place d'Anjou?"
„Ik kom daar zeer dikwijls. Als ik mij
niet vergis is mijnheer daar een vreemde
ling?"
„Inderdaad, gisteravond ben ik er voor
de eerste maal geweest."
„En u is er heengegaan", zeide zij, met
haar ledig likeurglaasje spelend, „in gezel
schap van Louis?"
„Inderdaad", erkende ik.
„Louis brpngt daar nooit iemand zonder
een bepaald? bedoeling."
„Kent u Louis dan?" vroeg ik.
Zij trok de wenkbrauwen op en vervolg
de: „Dien kent iedereen! Een grooter mooi
prater bestaat er op de wereld niet.'
„Louis zou zich gevleid gevoelen, wan
neer hij dat hoorde."
„Louis kent zichzelve en hij weet dat
ook anderen hem kennen. Het speet me
werkelijk, mijnheer in zijn gezelschap te
zien."
„Wel bedankt voor zooveel belangstel
ling", zeide ik
Zij wierp voor de eerste maal een bTik
naar mij waarin iets van coquetterie was
te lezen.
„Ik geloof wel van mijn belangstelling
blijk te geven door mijnheer hier te ont
moeten", zeide zij zacht. „Vertel mij eens,
hoe het kwam, dat u daar met Louis was."
„Rein toeval", antwoordde ik. „Ik ont
moette hem toen ik uit de opera kwam. Ik
verveelde mij cn we gingen samen naar
Montmartre. Ik geloof, dat ik mij daar nog
érger verveelde en toen stelde Louis voor
aan het café des Deux Epingles een bezoek
te brengen."
„Wist u", ging zij voort, „dat u daar- den
man zou ontmoeten met wien u .handge
meen is geweest?"
Ik schudde het hoofd en antwoordde: „Ik
had er niet het minste idee van."
Zij boog zich een eindje naar mij toe en
zeide:
„Indien u belust is op avonturen, mijn
heer, dan moet u zich niet door Louis laten
vergezellen. Hij weet niet wat vrienden
zijn, hij kent alleen zich zelf. Het is een
zeer gevaarlijk metgezel. Er zijn wel ande
ren cn beteren, die u tot metgezellen moest
maken."
„Mademoiselle", antwoordde ik met een
blik in haar oogen, „dat alles is van niet
zoo bijster groot belang. U deed mij in den
afgeloopen nacht een briefje toekomen.
Wanneer zal ik het geluk mogen hebben
u nogmaals te bewonderen in dat mocie,
blauwe costuum en u mede te nemen naar
den schouwburg, een souper of waarheen
u wilt?"
Zü wierp een blik naar mij van onder
haar wimpers. Het gordijn was niet neer
gelaten en 't zachte zonnelicht speelde over
haar gelaat Zij was dik gepoeierd en flink
geverfd, gelijk tegenwoordig alle krtappe
vrouwen doen, maar baar trekken waren
mooi en haar oogen hoogst bekoorlijk.
„O, mijnheer riep zij uit, „dat zou dub
bel onvoorzichtig wezen' Het is inderdaad
niet verstandig van u om zich al te veel in
Parijs te laten zien. Die arme mijnheer Ta-
pilow heeft het danig tc kwaad gehad."
„Mademoiselle", yoizekeide ik haar, „er
zijn oogenblikken waarop gevaar van geen
bcteekenis is.''
„Zijn alle Kngelschen zoo galant
„Wol als zij in eenzelfde verleiding ver
keeren."
„IJ verstaat de kunst van complimentjes
tc maken uitnemend."
„Dat is een kunst, waarin ik nooit sterk
tvas.''
Zij slaakte een zucht. Ik begreep opper
best, dat zij met zeker ongeduld dit duel
met woorden streed en er andere dingen
waren, waarover zij craag wilde spreken.
Ten slotte vroeg zij mij
„Vertel mij eens. mijnheer, wat die Ta
pilow tegenover u had misdreven."
„Vergeef het mij. maar dat is een znak
tusschen hem cn mij."
„En Louis dan
„Louis weet van niets.
Zij keek mij verbaasd aan. Zij was blijk
baar overtuigd, dat Louis mij daarheen had
meegenomen met het doel mij daar Tapi-
low te doen ontmoeten cn zij had reden de
waarheid te willen uitvisschen.
„Natuurlijk was het een vrouwenkwestie",
prevelde zij, „de vriendin van mijnheer o!
misschien een of andero bloedverwante. Ik
ben erg jaloersch van aard. Zeg me dui
maar gauw. dat het een familiebetrekking
gold."
..Mademoiselle", antwoordde ik ernstig
..ik kan onmogelijk met u praten over de
■v.rzaak van het geschil tusschen dien man
en mij. Vergeef mij. dat ik u er op wijs, dat
het een zeer pijnlijk onderwerp vcor mij is
Vergeef het mij ook, dat ik er u op wijs"
ging ik voort, terwijl ik ook haar andere
hand in de mijne nam, „dat toen ik u die
paar regels zag krabbelen en u ze aan mij
deed toekomen en ik nu hier ben gekomen
het niet met do bedoeling is om op vragen
betreffende andere personen te antwoor-
Jen."
Zij keek mij aan. Het waren ongewoon en
wonderlijk blauwe oogen. Daarna schudde
'ij het hoofd en trok met een zucht haar
handen terug.
„Maar mijnneer", zeide zij, „daarna is er
heel wat gebeurd. U moet u niet te Parijs
laten zien. Het is voor u wenschelijk om
zoo spoedig mogelijk naar Engeland terug
•e keeren."
„Och, ik ben hier volkomen veilig
„Dan is de zaak dus in orde gekomen!"
riep zij haastig uit. „Louis is in ieder geval
een vriend van mijnheer. Hij heeft mis
schien..
„Laten wij niet langer over deze zaak
-preken" verzocht ik, „ik wilde liever...."
Zij hief het hoofd omhoog en schoof een
eindje van mij af, terwijl zij zenuwachtig
r.aar de deur keek.
'.zL (Wordt vervolgd).
VROOM DREESMANN
Langes'raat.
3zst:kte 2 pers. Satinet dekens
in zeer mooie kleurstellingen
8.90, 6.75.
Dezelfde in 1 pers. maat 5.90, 5.40.