AMCDSFDOiaSCR DAI®IAD
BINNENLAND
De Verdwenen Delcra
Zaterdag 8 November 1930
•DC EEMLANDEft"
29e Jaargang No. 112
TWEEDE BLAD
Invoer van Deensch vee?
Het afsluiten van provincies
DE BOEKENDAG OP
15 NOVEMBER
Een etalagewedstrijd te
Amsterdam
WIJ ALLEEN
IJmuider Vischhandel H. GLASTRA Co. N.V.
Invoer van vee in België
Verbod opgeheven met
16 Nov. a.s.
ETAGE UITGEBRAND
FEUILLETON
Klachten over het beleid, inzake
veeuitvoer en vervoer:
verboden
De Tijd-correspondent te Deventer ver
neemt uit kringen van belanghebbenden bij
den veehandel en de veefokkerij ernstige
klachten aangaande het beleid der veteri
naire autoriteiten bij de mond- en klauw
zeer bestrijding en de daartoe genomen
maatregelen tot afsluiting van bepaalde
landsdeelen, tengevolge waarvan vooral in
het oosten des lands zoowel door de vee
houder^ als door de veehandelaren een
niet te berekenen enorme schade wordt ge
leden, onnoodig.
Wat het mond- en klauwzeer betreft, wees
men ons er op, dat in de jongste ziektepe
riode Friesland, dat geen vee-invoer heeft,
langdurig met het doorzieken heeft gesuk
keld. Zuid-Holland echter, dat juist veel
vee uit Friesland invoert en dus een sterke
besmettingskans liad, maakte, zeker juist
door snelle verspreiding der ziekte, zeer
spoedig het doorziekingsproces moe en was
er toen ook af.
In Gelderland en Overijsel heeft men
eerst al geleden door de vervoerverboden
tusschen de provincies onderling en daarop
werd men nog getroffen door de afsluiting
van de drie zuidelijke provincies voor vee-
invoer. Het doel moest zijn, deze provincies
voor de ziektebesmetting tebehoeden, doch
men kon zeer goed nagaan, dat de invoer
met consent en ook de smokkelarij de af
sluiting nutteloos zou maken.
Daar komt dan nog bij de schade, welke
zoowel elders in den lande als in do zuide
lijke provincies door bepaalde groepen van
belanghebbenden werd en wordt geleden.
Immers, in het Oosten des lands vooral,
waar de veeafzet voornamelijk in gericht op
Limburg en Noord-Brabant, liep het vee
geweldig in prijs terug, van 50 tot 30
per dier. Op de jongste Koudemarkt te De
venter moet de schade, daardoor geleden,
zeker 100.000 hebben bedragen, om niet te
spreken van de latere markten te Deven
ter, Zwolle, Zutphen en. elders. Deze schad-e
werd in de eerste plaats geleden door de
boeren, die den herfstafzet van het vee iiiet
kunnen missen en voor wie een mindere
ontvangst van '1000 of meer funest is ten
aanzien van hun bestaansmogelijkheid. An
derzijds leden de veehandelaren groote ver
liezen, orndat zij het in voorkoop geaccep
teerde vee moeten ontvangen en betalen,
hoewel zij te voren weten, er groote som
men op te zullen verliezen. Doch ook de
Limburgsche en Brabantsche boeren lijden
er schade door, voor zoover zij het in het
Oosten des lands afgezet vee behoeven. Door
het invoerverbod aldaar loopen er de prij
zen abnormaal op. De eenigen, die dezen
toestand toejuichen, zijn de groote Lim
burgsche en Brabantsche boeren, die nu
kans zien, extra geld te verdienen, doordat
zij iu het eigen vee duur kunnen afzetten
hetzij in de eigen provincies, hetzij aan den
welig tierenden smokkelhandel naar Bel
gië.
Het gevolg van deze politiek der afslui
ting van de zuidelijke provincies is verder,
dat België, op het in ons land zelf hard ge-
Blagen alarm, de grenzen voor ons vee
heeft gesloten. Men lieeft hier door onver
standige bestrijdingsmaatregelen in België
den indruk gevestigd, alsof de toestand in
ons land aangaande de gezondheid van den
veestapel buitengewoon gevaarlijk zou zijn.
Veel beter ware het geweest, de besmetting
haar natuurlijk verloop te laten of zich te
bepalen tot het afsluiten van gemeenten,
waar de ziekte bijzonder sterk optrad.
Zeeland lijdt intueschen ook een geweldi
ge schade, omdat de bouwboeren daar nu
blijven zitten met groote graanvoorraden
en anders duur vee moeten aankoopen in
de eigen provincie, omdat deze van invoer
is verstoken. Alleen hebben de groote fok
kers aldaar er weer voordeel aan, tot scha
de van het algemeen belang.
Tegelijkertijd doet zich nog een ander
schadelijk verschijnsel voor. Men laat n.l.
den invoer van Deensch vee cn vleesch vrij
toe, waardoor de hier toch al overvoerde
markt nog meer wordt getroffen. Ook in
Denemarken moet men in den herfst zich
van vee ontdoen en het tamme Nederland
laat dien invoer stil toe, ondanks de daar
door geleden verliezen.
Ontkend wordt, dat de schuld bij België
ligt.
Bovendien, zoo zeide men, gaat geen
roodbont vee van hier naar België. Seder
den oorlog wil men in België het roodbonte
vee niet meer. Aanvankelijk niet, omdat
daar het roodbonte vee als „Duitsch" werd
gekenmerkt, later niet meer, omdat men
zich nu eenmaal bij het zwartbonte hield.
Ter gelegenheid van het 50:jarig
bestaan van den Ned.
Uitgeversbond.
Namens de commissie, welke de herden
king voorbereidt van het 50-jarig jubileum
van den Ned. Uitgeversbond wordt mede
gedeeld, dat de boekhandel zich levendig
interesseert voor het slagen van den Ne-
derlandschen Boekendag op 15 November
a.6. In vele, groote en kleine, plaatsen
zullen dien dag lezingen worden gehou
den, (o.a, te Amsterdam, Haarlem, Utrecht,
Zeist, Naaldwijk, Hilversum, Winterswijk,
Zwolle, Tiel, Emmen, Lochern, Amstelveen,
Breda, Rotterdam, Leeuwarden, Meppol, Bo
degraven, Zaandam, Zutfen, Brcsketis,
Tholen).
Te Amsterdam hebben de boekverkoopers
een étalagewedstrijd georganiseerd. Daar
zal de bekende jeugdschrijver J. B. Schuil
voor een gehoor van 1500 genoodigden,
jongens en meisjes, spreken in het gebouw
der Amsterdam6che Jongemannenvereeni-
ging. Te Haarlem spreekt mevr. Kooy van
Zeggelen.
OPLICHTING MET WAARDELOOS
BANKPAPIER.
Zwitser te Roosendaal
gearresteerd.
Woensdagmiddag heeft te Roosendaal een
Zwitser door met waardeloos bankpapier to
betalen, op een tweetal plaatsen getracht
geld los te maken. In hotel Goderie bestelde
hij kamers en presenteerde een bankbiljet
van honderd mark, waarop hij geld terug
ontving. Achteraf bleek den hotelhouder,
dat de man hem een vooroorlagsch bank
biljet in de handen had gestopt, waarom
hij de marechaussee waarschuwde. Deze
wist den man spoedig op het station te
arresteeren. Het bleek, dat hij op dezelfde
manier ook bij den hotelhouder Merks aan
het werk was geweest. Ook van dezen had
hij door het in betaling geven van een bank
biljet van honderd mark geld weten los te
krijgen. Het grootste deel bleek nog in zijn
bezit.
m Amersfoort koopen persoonlijk alle vlschsoorten in de
Rijksvisohhallen te IJmuiden. U is dus steeds verzekerd
van de billijkstc prijzen en de noodzakelijke kwaliteits
controle! Thuisbezorgen zonder verhooging.
Alléén: Utr.straat 40 Tel. 92 Amersfoort
Hoofdkantoor IJmuiden Opgericht 1 Mei 1909
Steeds voorhanden: Tahbot-tong, Kabeljauw, Schelvisoh,
Schol, Bot enz. Visclïconserven. Warme Croquetten en
Visohkoekjes, Heerlijke gebakken Visch, gemarineerde
Haring, Rolmops.
ONEERLIJK WINKELBEDIENDE.
Door do politie achterhaald.
's-Gravenhage, 6 Nov. In een kle
dingmagazijn liier ter stede werden in de
laatste maanden telkens heerencostuums
en andere kleedingstukken vermist.
Het vermoeden rees, dat de bediende, die
in den winkel met den verkoop was belast,
aan deze diefstallen schuldig, althans mede
plichtig was. Bij onderzoek werd dit ver
moeden bewaarheid de bediende n.l., dc
24-jarige J. V., had namelijk een afspraak
met twee kennissen, den 29-jarigen J. B. en
den 31-jarigen M. T.' gemaakt, die af en toe
z.g. als client in den winkel kwamen en dan
uit handen van V. een of meer costuums
ontvingen of door hem in de gelegenheid
werden gesteld, deze kleedingartikelcn weg
te nemen.
Op hun beurt hadden zij vermoedelijk
weer een afspraak met een opkooper, dio de
costumes in ontvangst nam om ze te gelde
te maken.
Een tijdlang, n.m.l. eenigc maanden, was
dit spelletje goed gegaan, doch gisteren ge
lukte het den politie deze diefstallen op te
helderen. Tot arrestatie zoowel van J. V. en
zijn beide handlangers B. en T., als van den
van heling verdachten opkooper, J K., bij
wien een negental door den patroon her
kende costuums in beslag zijn genomen,
werd overgegaan.
Daar intusschen het aantal uit het maga
zijn vermiste costuums nogal aanmerkelijk
veel grooter dan de in beslag genomen ne
gen stuks bedraagt, wordt het onderzoek
voortgezet.
HET S.S. TJERIMAI.
Rotterdam, 5 Nov. Naar de Rotter-
clamsche Lloyd mededeelt, zal" het s.s. Tje
rïmai in het voorjaar van 1931 een touris-
tenreis gaan maken naar de Middellandsche
Zee.
De reis zal precies een maand duren. Op
26 Mei vertrekt de Tjerimai van Rotterdam
en op 26 Juni moet het schip weer hier te
ug zijn. Men heeft een voorloopig vaarplan
samengesteld cn daaruit blijkt, dat de vol
gende havens zullen worden aangedaan
van Rotterdam gaat het naar Gibraltar, Tu
nis, Napels, Sicilië en Egypte en vandaar
terugkomend zal Palestina, Athene, Malta
en Lalage worden aangeloopen.
Het s.s. Tjerimai zal het volgend jaar door
den Rotterdamschen Lloyd uit de geregelde
vaart op Batavia genomen worden. Waar
het schip nog in alle opzichten deugdelijk is,
heeft de directie gemeend deze plezierreis
te moeten organiseeren. Er zal voor deze
reis slechts één, n.l. eerste, klasse beslaan
Het schip zal er speciaal voor worden inge-
icht en een aantal tweede klasse hutten
zullen tot eerste worden verbouwd. De Tje
rimai keert volgend jaar op S Mei van zijn
latste reis naar Batavia terug cn vanaf dien
dag lot den 26sten zullen de noodige toebe-
eidselen voor de vacanticrcis worden ge
troffen. Het juiste aantal passagiers, dat
deze reis kan meemaken, staat nog niet
vast, maar vermoedelijk zullen het er een
160 zijn.
Alleen bij strenge contróle:maatrege
len. Vierdaagsche quarantaine
verlangd.
Uit Brussel wordt 6 Nov. aan do Tel. ge
meld:
Wij hebben reeds gemeld, dat do Belgi
sche veeartsenijkundigen dienst verscherp
te maatregelen voor de contrólc op den in
voer van Nederlandsch vee voorbereidt en
dan den minister van Landbouw zal voor
stellen het invoerverbod op te heffen, al
thans voor diverse invoerstations.
Deze voorbereiding is, naar wij van den
Belgischen veeartsenijkundigen dienst ver
nemen, thans zoover gevorderd, dat over een
paar dagen het ministerieel besluit zal wor
den gepubliceerd, waarbij de invoer wordt
toegestaan met ingang van 16 No
vember e.k., behalve langs de grenssta
tions Achcl, Arendonck, Strijbcek cn Meer-
sel.
Als beschermingsmaatregelen worden ech
ter dc volgende voorwaarden gesteld:
Het Nederlandsche vee moet gedurende
minstens vier etmalen vóór den uitvoer een
quarantaine ondergaan onder toezicht van
een Nederlandsch veterinair inspecteur, die
een attest moet afgeven, dat het gecontro
leerde vee niet aan blaar lijdt. De quaran
taine moet'geschieden in stallen, die door
den Nederlandschen veterinairen dienst
worden aangewezen, of wel in de hoeve van
herkomst van het vee zelf, indien in de ge
meente cn de omliggende dorpen sinds
minstens een maand geen klauwzeer meer
is voorgekomen. Bij aanvang van de vier
daagsche quarantaine moeten de dieren aan
het rechteroor gemerkt worden, waarvan in
het certificaat van den veterinairen dienst
melding moet worden gemaakt.
De controle door den Nederlandschen
veterinairen dienst moet tevens uitgebreid
worden tot het vervoer naar de grenssta
tions, zoodanig, dat onderweg alle mogelijk
heid van besmetting is uitgesloten.
Door een achteloos weggen
worpen lucifer
HULDE AAN MINISTER DONNER.
De Kamer verwacht veel van
hem.
Blijkens liet voorloopig verslag der Twee
de Kamer over hoofdstuk Justitie der Rijks-
begrooting 1931 brengen vele leden den
minister buide voor zijn werk en zijn boleid
en zij spreken de hoop uit, dat de Kamer
ook in dit parlementaire jaar belangrijken
wetgevenden arbeid op justitieel gebied met
dezen bewindsman zal kunnen behandelen.
Amsterdam, 7 Nov. Hedenmiddag te
ongeveer vijf uur werd de brandweer ge
alarmeerd voor een brand, welke was uit
gebroken op de derde verdieping van per
ceel Kromboosloot 6 bij de Nieuw markt,
welke verdieping werd bewoond door het
echtpaar S. F. Steenman. Toen de brand
weer arriveerde baande zich een dichte rook
een weg naar buiten. De bewoners waren
niet thuis. De vrouw des huizes had naar
zij later verklaarde te twee uur het huis
verlaten. Kort tevoren had zij een lucifer
gebruikt, om een gascomfor aan te steken.
Zij acht liet niet uitgesloten, dat zij dc bran
dende lucifer op den grond heeft laton val
len.
Met drie stralen, die langs do trappen ge
leid werden, tastte dc brandweer die werkte
onder leiding van hoofdbrandmeestcr Bru-
nct te Rochcbrune, het vuur aan, dat bin
nen een half uur bedwongen was.
Do derde etage bestaande uit een achter
kamertje, een keukentje, cn een alcoofje,
is geheel uitgebrand, terwijl ook, daar het
vuur door den zolder was geslagen, con deel
van de vliering is uitgebrand. Er loopt een
verzekering van f 2000.
Do benedenverdiepingen kregen water
schade.
Er was op straat veel belangstelling voor
het geval. f
UIT DE STAATSCOURANT.
Voornaamste Kon. besluiten enz.
uit de Staatscourant van hedon-
avond.
benoemd tot notaris te Apeldoorn B. van
Drimmelen, candidaat-notaris aldaar; te
Gorssel A. dc Neeling, thans notaris te Mid
delburg; te Amsterdam J. Th. A. Hermans,
candidaat-notaris te Amsterdam; te Henge
lo (Gld.) P. H. Danser, candidaat-notaris te
Rotterdam; te Beverwijk J. H. Bremmers,
candidaat-notaris en inspecteur dor re-
gistratic en domeinen te Groningen;
bij beschikking van den minister van
Staat, minister van Binnenlandscho Zaken
en Landbouw is voor het tijdvak van 12
November 1930 tot 1 November 1931 be
noemd tot leeraar aan de Rijkslandbouw-
winterschool te Emmen Ir. G. A. Thijm to
Zevenbergen.
Benoemd tot burgemeester van Krabben-
dijke Jhr. mr. G. A. Striok van Linschotcn.
DOOR EEN AUTO OVERREDEN.
Haarlem, 7 November. De 14-j. C. R.
'van Erpers Royaards wonende te Heem
stede, fietste gisterenmiddag met eenigc
vriendjes achter een autobus op den Wa
genweg te Haarlem, in de richting Heem
stede, zonder op het verkeer te letten stak
hij den weg over. Achter hem aan naderde
een auto, bestuurd door Dr. Siemens, secre
taris van de universiteit te Weenen. Deze
remde krachtig, doch kon geen aanrijding
voorkomen.
De jongens is door den auto gegrepen en
overreden. Met een schedelbreuk en eenige
wonden aan het hood is hij naar het Dia-
conessenhuis overgebracht waar hij kort
na aankomst is overleden.
DE VEENDAMMER
HYPOTHEEKBANK.
Eenige leden der Tweede Kamer mce-
nen, naar het Voorloopig Verslag over do
Justitiebegrootlng zegt. te weten, dat in
het (faillissement der Veendammor Hypo
theekbank de salarissen voor ieder der cu
ratoren bij de eerste uitdeelingslijat door de
rechtbank te Amsterdam zijn bepaald op
65.000. terwijl er nog meer uitdeelings-
lijsten te wachten zijn. Deze leden stellen
er prij6 op het oordeel van den minister
over dc aan curatoren toegekende salaris
sen te vernemen.
Uw hart is nooit ledig: als er geen engel
in woont, neemt de duivel er zijn intrek.
Door E. PHILLIPS OPPENHE1M.
Geautoriseerde vertaling van
Mr. G. KELLER.
Zij deed haar hoed af en legde deze met
een gebaar van verademing op tafel.
„Ga als het u belieft een oogenblik zit
ten," zeide zij, „ik moet eens even naden
ken."
Zij zette zich op dc sofa en bleef met het
gelaat in de handen als in gepeins verdiept
zitten. Daar ik gevoelde, dat zij behoefte
aan stilte had, zeide ik geen woord. Eenige
oogenblikkcn gingen aldus voorbij, toen de
stilte plotseling werd verbroken door het
gerinkel van de telefoon. Zij liet haar han
den zakken en keek mij met geopenden
mond en wijd opengesperde oogen aan. Ik
deed een schrede naar het toestel, maar zij
wenkte mij te blijven staan. „Wacht even,
laat mij nadenken!"
Zij was opgestaan en wij keken elkaar
over de tafel aan, met de telefoon tusschen
ons.
„Is u van plan te luisteren?" vroeg ik.
„Ik ben zoo bang!" antwoordde zij. „Ik
weet niet wat er gaat gebeuren. Ik ben
bang! Neemt u den hoorn en zeg mij wie
er aan het toestel is."
»Wilt u dat bepaald wetend
„Dadelijk! Anders zijn ze misschien weer
weg."
Het toestel belde nogmaals en ik nam
den hoorn ter hand, met de vraag:
„Met wien spreek ik?"
„Is dit het apartement van den heer
Delora?" was de wedervraag.
„Ja, wat wenscht u?"
„Ik wensch juffrouw Felicia Delora aan
het toestel te hebben?"
„Wien kan ik zeggen?"
„Dat doet er niet, toe," was het antwoord.
„Wees zoo vriendelijk haar te vragen aan
het toestel te komen juffrouw Felicia
Delora."
Ik nam den hoorn van het oor cn wendde
mij tot haar:
„Daar is iemand, die u spreken wil."
„Wie is het'? Wil hij zijn naam niet zeg
gen? Herkende u dan de stem?"
Ik aarzelde even alvorens ik zeide: „Ik
ben er niet zeker van, maar de stem leek
op die van uw oom."
Zij nam nu den hoorn ter hand. Wat er
hierna gebeurde tusschen haar en den per
soon aan 't andere einde van 't toestel kan
ik natuurlijk niet navertellen. Alles wat ik
weet was, dat zij met korte tusschenpoo-
zen zeide:
„Ja! Neen! Ja! Dat beloof ik!" Daarop
legde zij den hoorn weer neder en keek mij
aan, terwijl zij verklaarde:
„Het geheim is opgelost. Mijn oom heeft
een paar vrienden ontmoet en is een kor
ten tijd in hun gezelschap gebleven om
eenige zaken te bespreken. Het spijt mij
erg, dat ik u zooveel last heb bezorgd. Ik
behoef me niet langer dngerust te maken
Alles is opgehelderd."
Ik boog en richtte mijn schreden naar de
deur, doch achtte mij verplicht tot de ver
klaring: „Zoo ik u nog op de een of andere
wijze van dienst kan zijn..."
„Dan zal ik het u zeker vragen", ant
woordde zij, mij ernstig aanziende. ,Dat
meen ik werkelijk."
„Het nummer van mijn kamer is 198",
vervolgde ik. „Ik heb mijn kamers t vee
verdiepingen hooger dan u. Vergeet niet
mijn hulp in te roepen, wanneer u een
vriend noodig heeft."
„Ik zal het werkelijk niet vergeten", ant
woordde zij vriendelijk
Als in een plotselinge opwelling slak zij
mij haar hand toe, een kleine, blanke hand
met tamelijk lange vingers, die ongewoon
keurig waren gemanicuurd. Zij droeg
6lechts een enkelen ring, waarin een
prachtige, ongeslepen smaragd was gezet
ik drukte haar vingers even en bracht ze
naar mijn lippen.
„Ik ben altijd gaarne tot uw dienst', ver
klaarde ik rustig, „hoe veel of hoe weinig
u mij ook gelieft mede te deelen. Wel te
rusten."
Ik begaf mij naar mijn kamers en knapte
mij wat op. Vervolgens ging ik naar berio-
den en liet mij vvat avondeten brengen
.Louis is nog niet terug, wel?" zeide ik
terloops tot den kellner die mij bediende
„Nog niet, mijnheer. Wij verwachten hem
morgen, in den loop van den ochtend. Is
mijnheer ook te Parijs geweest?"
Ik knikte bevestigend en ging niet ver
eer op het onderwerp door. Toen ik een
half uur later naar mijn kamers terug
keerde, bleef ik even een praatje maken
met den portier.
„Mijnheer Delora is nog niet verschenen,
mijnheer", begon hij.
„Neen", antwoordde ik, „er schijnt een
kleine vergissing in het spel te zijn. Ik
meen dat bij met zijn nicht heeft getele
feneerd."
De portier keek mij een beetje verbaasd
aan en zeide:
„Het is toch wel curieus, mijnheer, maar
er schijnen heel wat menschen te zijn, die
den heer Delora willen spreken. In de laat
ste dagen hebben wij zeker wel een dozijn
aanvragen gehad om hem te spreken en
alle aanvragers hebben geweigerd hun
naam op te geven."
„Zakenvrienden misschien", antwoordde
ik. „De heer Delora is overgekomen, denk
ik ,om met zijn kenniséen hier goede vrien
den te blijven."
De portier liet een bescheiden doch ge
heimzinnig kuchje hooren en volstond met
de opmerking: „Dat zal wel zoo zijn, mijn
heer."
Ik vervolgde mijn weg naar mijn kamers,
daar ik er niet op gesteld was het gesprek
voort te zetten. Toch gevoelde ik, dat er
iets achter dat alles stak. Ashley wist of
\crmoedde iets, dat hij mij zeker met een
kleine aanmoediging mijnerzijds zou heb
ben medegedeeld. Na nog een laatste siga
rel te hebben aangestoken, probeerde ik de
zaak voor mijzelve tot klaarheid te bren
gen. In de eerste plaats was ik in aanra
king gekomen met deze menschen, dieniets
merkwaardigs vertoonden behalve de uit
gesproken vreemde nationaliteit van den
man en de goede smaak en de schoonheid
van het meisje.
Ik had ze gezien in een hoogst fat
soenlijke omgeving te Parijs en vervol
gens in een restaurant, dat, naar Louis
ronduit had erkend, de verzamelplaats
was van menschen, die een leven leiden
waaraan een luchtje was. Ik was tegelijk
met hen naar Engeland overgestoken en
zoo hun aanwezigheid in den trein niet de
verklaring was, waarom Louis mij zoo over
haast had laten vertrekken, dan moest het
hem toch een voldoening geweest zijn te
gelooven, dat ik misschien met hen in ken
nis zou komen. Gedurende de gansche reis
had geen van beiden ook maar de geringste
poging gedaan om met mij kennis te ma
ken. Dat dit tenslotte niettemin had plaats
gehad, was ongetwijfeld alleen aan het toe
val toe te schrijven. Ik twijfelde geen
oogenblik dat het meisje aanvankelijk zeer
verstoord op mij was geweest. Het was
even zeker, dat haar oom geen oogenblik
van een wensch had doen blijken om met
mij kennis te maken. Ik moest weer den
ken aan zijn wonderlijke ongerustheid,
toen wij Londen naderden, zijn geprevelde
verontschuldiging van zijn zeeziekte en zijn
eenigszins zonderling gedrag om zijn nicht
je alleen aan mij toe te vertrouwen, hoe
wel ik een volslagen vreemdeling voor hem
was, terwijl hij zich haastte naar een botaL
waar hij zich ten slotte niet eens had ver
toond. Was hij inderdaad de man die per
telefoon met het meisje had gesproken,
dan wist zij vermoedelijk meer van deaaak
of dan ik. Waarschijnlijk had hij haai' een
uitleg van zijn afwezigheid gegeven, maar
dan had hij toch ongetwijfeld aan haar ge
heimhouding opgelegd. Wat was de betee-
kenis van het geheimzinnig gedoe? Waar
voor was hij bevreesd? Wie was die jonge
man, die na zijn vertrek op het Charing
Cross Station van zoo groote belangstel
ling voor zijn nicht en mij blijk had ge
geven? Was het misschien iemand, dien hij
wenschte te ontloopen? Een detective, of
een verklikker misschien? Het raadsel was
niet gemakkelijk op te lossen.
(Wordt yeryplgd)".