f BINNENLAND Onze collectie wordt eiken dag met nieuwe modellen aangevuld Willem Groenhuizen juwelier De Verdwenen Delora Woensdag 12 November 1930 4MEPöm 2£e Jaargang No. 115 TWEEDE BLAD OVEREENKOMST MET DE K.P.M. Bezwaren bij den heer Cramer N.V. COMPAGNIE LYONNaISE DE WINKELSLUITINGSWET NA DEN VOETBALWED STRIJD TE BLOKZIJL Pressie tot valsche verklaringen? EEN VROUWENOFFER HET MENG-EN MAALGEBOD HET AMSTERDAMSCHE TORENDRAMA FEUILLETON _r TWEEDE KAMER Verlenging voor den duur van 15 jaar Besloten wordt het wetsontwerp-Floris Vos tot wijziging van de registratiewet te verzenden naar de vaste commissie voor de belastingen en het ontwerp tot wijziging der motor- en rijwielwet naar de vaste com missie voor de waterstaatsaangelegcnhe- den. Voorts wordt besloten Donderdagavond te behandelen de begrooting van buiten- landsche zaken en in de dagvergadering na de algemeene beschouwingen over de begrooting het ontwerp tot verhooging van den gedistilleerd-accijns. Aan de orde zijn de algemeene beschou wingen over de rijk6begrooting. De heer Kersten (S.G.P.) herinnert aan de oude coalitie, noemt haar leuzen valsch en hol, en acht geen goede christelijke po litiek mogelijk in het verbond met Rome. Spr. is voorstander van één groote Protes- lantsche partij, doch de kloof tusschen de anti-revolutionairen en sprekers partij blijft onoverbrugbaar, indien de eerste zich niet op het standpunt van de oude geloofsbelij denis 6télt. Spr. behandelt voorts nog den noodtoestand in den landbouw en betoogt dat de regeering doof blijft voor de ge gronde klachten. De regeering drijve de plattelandsbevolking niet tot het uiterste. Spr. vraagt beschermende rechten voor den landbouw en wering van Russisch graan. De heer Braat critiseert de regeering ten aanzien van de landbouwpolitiek en beschuldigt haar, dat zij de werkloosheid in den landbouw bevordert door geen maat regelen te nemen. Als de regeering geen oplossing weet moet zij heengaan. Spreker vraagt waarom alleen de ambtenaren en niet de boeren worden beschermd. Hij wenscht een invoerrecht op tarwe vanaf 6 per 100 K.G. en wering van Russisch graan. Spreker dient drie moties in, die echter geen van alle voldoende .vorden on dersteund. De heer Marchant constateert, dat de sombere stemming van den minister van financiën niet te rijmen is met het feit, dat hij er geen bezwaar tegen had de vloot- uitgaven voor een reeks van jaren op 11 millioen te fixeeren. Hij betreurt, dat de regeering geen program heeft in den crisis tijd, maar slechts enkele losse punten naar voren schuift. Spr. gevoelt niets voor actieve handels politiek en de bezwaren tegen maalgebod acht hij vooralsnog overwegend. Spr. be strijdt het socialisme, doch werkt gaarne mede om alleenheerschappij van sommi gen in het productieproces te breken. Hier ligt een taak voor den wetgever. De heer Marchant bespreekt verder het incident-Albarda, en betoogt dat de minis- de volksvertegenwoordiger geen verhoor kan afnemen en dat de regeering zich niet veiliger zal gevoelen als zij de sociaal-democraten uit de rijksbedrijven weert. De heer A 1 b a r d a schetst den interna tionalen toestand, en acht dien economisch en politiek zorgwekkend. In mindere mate is dit het geval met Nederland. Spr. waar schuwt echter tegen den eventueelen groei van communisme en fascisme en wijst op den slechten invloed en het gevaar van j wapende korpsen buiten het leger. Spr. betreurt dat geen plan schijnt te bestaan ter bestrijding van de werkloosheid en wenscht dat het parlement zal beslissen in geval van mobilisatie. De heer Knottenbelt heeft een vaste lijn in dit kabinet gemist, dringt aan op het in gelegenheid laten aan bedrijven om den moeilijken tijd te boven te komen en wenscht voorzichtigheid met de afschaffing van de poenale sanctie in Indië en instel ling van een economischen raad ter voor lichting der regeering. De vergadering wordt geschorst tot 's avonds. Te acht uur stond de Tweede Kamer voor de behandeling van het ontwerp behelzen de machtiging tot het aangaan van een overeenkomst met de N.V. Kon. Paketvaart- maatschappij, gevestigd te Amsterdam, be treffende het onderhouden van scheepvaart verbindingen in Ned.-Indië gedurende de jaren 1931—1945. De heer Ir. Cramer (S. D. A. P.) wees er op, dat in het voorloopig verslag is ge klaagd over de late indiening van dit ont werp. De verklaring daarvan door den Mi nister gegeven heeft spreker weinig bevre digd. Ilij gelooft, dat hij eventueelo con flicten de Paketvaartmaatschappij de over winning wel weer zal behalen. Als het loo- pende contract niet was gesloten, zal dat, zooals de heer Middendorp heeft voorge rekend, voor de regeering ruim 4 ton voor deel zijn geweest. Deze cijfers zijn nooit weerlegd en aan vrije concurrentie had dus wellicht de voorkeur moeten worden ge laten. Een gemengd bedrijf zou volgens spreker zeer wel mogelijk zijn geweest. Tegen een nieuwe overeenkomst met de Paketvaart maatschappij heeft spreker geen overwe gend bezwaar, maar het hier voorgestelde contract wenscht hij niet. Het contract is te lang. Het wordt voor 15 jaar aangegaan. Dit bezwaar is ook zeer uitvoerig in den Indischen Volksraad toegelicht. De Paket vaartmaatschappij heeft misbruik gemaakt van haar monopolistisch karakter. Daar tegen moet worden opgetreden. Spreker wil niet ontkennen dat de maatregelen cloor de regeering in het ontwerp aangeduid ver betering kunnen brengen. Tenslotte betreft het hier echter adviseerende lichamen. De vrees is niet ongemotiveerd, dat de Paket vaartmaatschappij toch tenslotte mot dit contract haar zin zal kunnen doordrijven en haar macht zal behouden. Spreker's fractie kan dit ontwerp niet steunen. Er bestaat geen enkele reden om de Paketvaartmaatschappij met een paar ton te bevoordeelen, dat hier toch zou ge schieden. Voorts dringt spreker aan op het opnemen van arbeidsvoorwaarden voor het personeel. De heer Cramer dient ten slotte een amendement in om twee ton te schrap pen, die de K. P. M. ontvangt voor diensten, die de maatschappij aan het land bewijst. De heer Beumer (A. R.) betwist, dat men aan do regeering een verwijt kan maken, dat dit ontwerp te laat is ingediend. Wij hebben hier te doen met een ontwerp, den landvoogd machtigend tot het aangaan van een zuiver privaatrechtelijke overeen komst. Met de voorgestelde regeling kan spreker zich zeer goed vereenigen. UTRECHTSCHEWEG 10 TEL. 179 AMERSFOORT Tel. 852. Langestraat 43 De voorraad tafelzilver is rijk. De heer van Boetzelaer van Dub beldam (C. H.) waarschuwt tegen de al te groote machtspositie van de maatschappij. Spr. betwijfelt of de regeering wel bedui dend© invloed op de tarieven zal kunnen uitoefenen. De heer van Kempen (V. B.) zegt, dat de K. P. M. niet alleen het publiek dient maar ook de overheid. Het is daarom noo- dig, dat de Staten-Generaal zich met dit bedrijf blijven bemoeien. Het aanhangige ontwerp biedt de regeering onmiskenbare voordeelen. Het amendement-Cramer is voor spreker geheel onaannemelijk. De heer Feb er (R. K.) is van oordeel, dat de onderhavige materie in de toekomst onderworpen moet worden aan de ordon nantie-wetgeving. Aan de Indische regeering kan niet verweten worden, dat zij de onder handelingen niet scherp genoeg gevoerd heeft. Spr. heeft waardeering voor de voor treffelijke wijze, waarop de K. P. M. den dienst onderhoudt. De overeenkomst biedt eenige garantie tegen het vaststellen van willekeurige tarieven. De heer W ij n k o o p (C. P.) zegt de eene uitbuiter niet tegen den anderen te willen verdedigen. Spr. is dan ook tegen het voor gestelde contract. De heer J o e k e s (V. D.) is van meening dat het nieuwe contract beduidende voor deelen biedt bij den huldigen toestand. Spr. zou wel gaarne zien, dat in het contract den weg geopend wordt tot opzegging op kor ten termijn. De Minister van Koloniën zegt, dat het tot stand brengen van een gemengd bedrijf de toestemming van beide partijen behoeft. De K. P. M. zal er niet toe te bren gen zijn. De termijn van 15 jaar levert geen bezwaren op. Spr. voelt niets voor het scheppen van de mogelijkheid het contract op korten termijn op te kunnen zeggen. Wat betreft de opmerking aangaande de positie van het personeel der K. P. M., zegt spreker dat men moet afwachten, wat de nieuwe arbeidsvoorwaarden zullen geven. De kwes tie van het vervoer van mindere militairen met de schepen der K. P. M. heeft sprekers aandacht. Aanneming van het ontwerp is voor Indië van groot belang. Het niet aan vaarden van de voorgestelde regeling zou een belangrijk nadeel berokkenen. Spr. ont raadt het amendementcCramer. De heer W ij n k o o p repliceert. De stemming over bet amendement-Cra mer wordt bepaald op hedenmiddag 1 uur bij den aanvang der zitting. Vrijheid die men zonder overheids hulp niet verkrijgen kan Herziening der Zondagswet Verschenen is de memorie van antwoord aan de Eerste Kamer inzake het ontwerp tot regeling van de winkelsluiting. In den handeldrijvenden middenstand als geheel genomen geldt volgens den minister ook thans nog steeds datgene, wat reeds zoovele jaren tot uiting kwam, n.l. verlangen naar meer vrijheid, een vrijheid die men zonder overheidshulp, welke den invloed der tegen werkende elementen moet uitschakelen, niet bij machte is te verkrijgen. Het is deze vrijheid welke het ontwerp, eenmaal wet ge worden, zal kunnen brengen. Het voorne men der regeering is om na afhandeling van het onderhavige ontwerp de herziening der Zondagswet ter hand te nemen. Preventieve hechtenis gelast tegen de verdachten Zooals is medegedeeld, hebben vijf perso nen tegen wie proces-verbaal was opge maakt wegens de gebeurtenissen bij den voetbalwedstrijd te Blokzijl, een klacht in gediend tegen den gemeenteveldwachter J. Hoedcmaker, die verschillende menschcn had verwond. Het Volk meldt, dat do officier van justi tie deze klacht naast zich heeft neergelegd en een vervolging heeft ingesteld tegen 5 personen wegens het plegen van geweld tegen genoemden veldwachter, terwijl te vens een bevel van bewaring van verdach ten is uitgevaarigd. De officier heeft daarbij overwogen, „dat uit na te noemen omstan digheden blijkt, dat een besla van gevaar voor samenspanning van verdachten met getuigen de preventieve hechtenis recht vaardigt." Als omstandigheden worden genoemd, dat de verdachten en de getuigen, zooals uit het politieonderzoek blijkt, niet de gehcele waarheid hebben verklaard en dat als de verdachten in vrijheid blijven, zij^ in de gelegenheid zijn, zoodra zij kennis'dragen van hetgeen hun wordt ten laste gelegd, omtrent de door hen af te leggen verkla ringen, zich nader kunnen verstaan. Mr. J. E. W. Duijs heeft zich bereid ver klaard de verdachten van kosteloozen rechtsbijstand te voorzien. Aan de Tel. wordt nog gemeld, dat Zater dag te Zwolle het onderzoek in zake de relletjes is voortgezet. Sensationeele onthul lingen kwamen hierbij aan het licht. Onder de getuigen bevinden zich twee jongens, waarvan een, 'n jongen van 17 jaar, op bevel van den burgemeester in de cel zou zijn gestopt. Deze zou volgens zijn bewering door dreigementen van straf, ge dwongen zijn tot het afleggen van valsche verklaringen, o. m. dat de gemeenteveld wachter door vijf personen zou zijn aange grepen. Voor den rechter-commissaris her riep do jongen zijn voor den burgemeester afgelegde verklaringen. De burgemeester heeft thans de order uitgevaardigd, waarbij wordt bepaald, dat alle vermakelijkheden, die in de komende wintermaanden te verwachten zijn, om 10 uur moeten zijn beëindigd. De ontstemming over deze order is groot. Voor a.s. Woens dag is een spoedeischende Raadsvergade ring aangevraagd, waarbij afhandeling der agenda van de vorige zitting wordt verlangd en vragen zullen wordeh gesteld inzake het voetballen op Zondag en omtrent bovenge noemde order. Een dame, die aanbiedt voor kapitein Borren de straf te ondergaan Naar wij vernemen ie bij het Hoog Mili tair Gerechtshof een brief ingekomen van een alleenwonende dame te Amsterdam, waarin wordt medegedeeld, dat zij het niet met haar hoog ontwikkeld nationaliteitsge voel kan overeenbrengen, dat kapitein Borren wegens den bekenden overval op Curagao 24 uren celstraf zal moeten on dergaan. Daarom heeft zij aangeboden om in plaats van kapitein Borren de hem opgelegde straf uit te zitten onder voorwaarde, dal haar naarn in dat geval niet zou worden bekend gemaakt Wetsontwerp in het belang der inheemsche tarweteelt Ingediend is een wetsontwerp houdende bepalingen in het belang van de inheemsche tarweteelt. Daarin wordt o.a. bepaald, dat bij algemecnen maatregel van bestuur kan worden verboden of niet dan voorwaarde lijk toegestaan het vervoeren, voorhanden hebben of afleveren van tarwemeel of tar webloem, waarvan do samenstelling niet voldoet aan door den minister te stellen eischen. Bij algemeenen maatregel van be stuur kunnen verder voorschriften worden gegeven betreffende levering van hier te lande verbouwde tarwe en van daaruit ge wonnen tarwemeel en tarwebloem. Een commissie zal kunnen worden benoemd, die tot taak heeft de regeering van advies te dienen. Overtredingen zullen worden ge straft met hechtenis van ten hoogste zes maanden en met geldboete van ten hoogste f 10,000. Bij aanneming zal de wet in wer king treden op den dag ria dien harer af kondiging. De gevolgen voor de Am- sterdamsche voedselvoorzie ning. Het Hlbd. verneemt, dat op verzoek van wethouder Dc Miranda, do directeuren van het Marktwezen en van de gemeentelijke Levensmiddelenvoorziening, de heeren ir. C. H. Claassen en dr. A. van der Laan, een schriftelijk advies hebben uitgebracht over dc gevolgen voor de Amsterdamsche voed selvoorziening bij dc invoering van het maal- en meelgebod. De adviseurs verklaren dat fc Amsterdam het controleeren van het gebod praktisch onmogelijk, dus onuitvoerbaar zal zijn. Zij zijn voorts van oordeel dat het van kracht worden van den maatregel stijging van den broodprijs tengevolge zal hebben en de boeren daardoor zullen worden ge holpen door dc groote gezinnen der arbei dersbevolking. Zij geven den wethouder in overweging B. en W. te verzoeken zich met een adres tot de regeering te wenden waar in haar de geopperde bezwaren worden uit eengezet. De verdedigers noemen de berichten onjuist en overdreven Amsterdam, 11 Nov. De verdedigers van den leidekkerspatroon, mr. J. de Vriezo te Amsterdam en mr. J. J. Veurman te Den Haag, verzoeken ons mede te deelen, dat de courantenberichten omtrent het „afsohu- welijke drama" voor het grootste gedeelte onjuist en overdreven zijn. De justitie heeft de zaak in onderzoek; er zijn bezwarende verklaringen tegen den verdachte afgelegd en daarnaast zijn er feiten, die zijn ontkentenis staven. In elk geval staat vast, dat er niemand is, die gezien heeft, dat verdachte iemand van den toren zou hebben gegooid, terwijl ook niemand den ongelukkige beeft zien vallen. De verdediging weet evenmin als de justitie of de verdachte schuldig of on schuldig is, de verdachte ontkent hardnek kig en met verontwaardiging. Men zij voorzichtig met het trekken van conclusies en wachte rustig het verloop van de proce dure af. Niemand heeft recht om den ver dachte te brandmerken en zijn familie te dupeeren, voordat het vonnis is geveld. Geluk is deugd, maar het ware geluk ei6cbt grooten lijdensdurf. Door E. PHILLIPS OPPENHEIM. Geautoriseerde vertaling van Mr, G. KELLER. „Ja, hij is met den nachttrein gekomen", antwoordde Helmsley. „Ik had niet ge dacht, dat hij reeds zoo vroeg zou zijn. U zult hem ongetwijfeld tegen lunchtijd in het café zien." Ik nam nu afscheid van den directeur en keerde naar mijn kamer terug. „Mocht juffrouw Delora terugkeeren", zeide ik tot den portier onderwijl ik naar de lift ging, „laat mij dat dan even weten. Ik ga op mijn kantoor een paar brieven schrijven." „Juffrouw Delora kwam juist binnen, toen u den voortuin overstak. Zij is naar baar kamer gegaan." „Alleen?" „Ik meen gezien te hebben, dat een heer haar vergezelde", antwoordde de portier. „Zal ik haar even opbellen om te vragen of ze u ontvangen kan Ik aarzelde een oogenblik. Ik herinnerde mij, dat zij mij verzekerd had geen enkelen vriend te Londen te hebben, maar ten Blotte zeide ik „'Ja, doe dat maar, zeg haar, dat het mij zeer aangenaam zal zijn als zij mij wil ont vangen." De portier telefoneerde naar boven en een paar oogenblikken later kwam hij uit de telefooncel met de mededecling „Hetizal juffrouw Delora zeer aangenaam zijn als u zoo vriendelijk zou .willen wezen over een kwartier bij haar to komen." Ik knikte en begaf mij naar de lift. Flot was mij alsof mijn sigaret me niet meer smaakte. Ik onderging blijkbaar een nieuwe sensatie en wel van niet aangena- men aard. Daarmede ging gepaard een grcnzelooze nieuwsgierigheid, wie de heer was, die thans bij Felicia was HOOFDSTUK XIII. In spanning wachtte ik af tot de laatste seconde van het kwartier voorbij was, om daarna aan haar zitkamer aan te kloppen. Felicia deed mij zelve open. Zij was alleen maar gekleed om uit te gaan. Zij was nog erg bleek en de donkere schaduwen onder haar oogen verrieden een slapeloozen nacht. Ik meende op te merken, dat zij mij een beetje verlegen ontving. Zij bleef staan en noodigde mij niet eens uit om te gaan zitten." „Ik hoop, dat u vanmorgen iels naders omtrent uw oom heeft vernomen", begon ik. Zij antwoordde hoofdschuddend„Ik heb niets van eenig belang gehoord." „Dat spijt mij werkelijk en ik vrees, dat u zich ernstig bezorgd over hem gaat maken." Terwijl zij schijnbaar al haar aandacht besteedde aan een knoopje van haar hand schoen, antwoorde zij „Ja, dat doe ik in derdaad. Ik maak mij zoo ongerust, dat ik haast niet meer weet wat. ik doe:" „Maar als ik u vragen mag, waaKwn, vindt u het dan niet goed, dat ik mij tot de politie wend en verzoek een onderzoek in te stellen Als u dat liever heeft, zou den wij ook een particulier detective in den arm kunnen nemen. Ik meen het ern stig, dat hier handelend moet worden op getreden." Hoofdschuddend verklaarde zij eenvoudig weg „ik durf niet." „U durft niet „Ja, want als hij dan terugkomt", liet zij er als toelichting op volgen, „zou hij ver schrikkelijk hoos op mij zijn. Die oom van mij is een zeer excentriek persoon. Hij doet soms allervreemdst en duldt niet, dat men hem naar aanleiding daarvan iets vraagt." „Maar hij mist tocht het recht," mopperde ik verstoord, „u zoo maar in een vreemd hotel achter te laten, zonder eenig dienst personeel, zonder een woord tot afscheid of toelichting. Ik vind dat eenvoudig onge rijmd." Eindelijk had zij haar handschoenen dichtgeknoopt cn nu keek zij mij aa.n met een wonderlijk glimlachje om de hoeken van haar mond, terwijl zij de handen op haar rug legde. „Kapitein Rotherby", zeide zij, „er zijn in de wereld heel wat dingen die boven ons verstand gaan. Ik gevoel mij diep onge lukkig en boogst verlegen met den toe stand, maar ik weet wat mijn oom van mij verwacht wat ik doen zal. Het is zijn waarachtige wensch dat ik mij kalm houd en geduld oefen." Ik zweeg een paar oogenblikken. Het werd lastig om met baar te praten. „U is vanochtend uit geweest, niet waar?" zoi ik een beetje kortaf. „Zeker, maar ik geloof niet, dat van irrtj kan worden verwant,««dat-ïNvTT im\ mede* doelen waar ik geweest ben. Ik ben alleen naar een adres geweest, waar ik meende iets nieuws omtrent hem te vernemen." „U is met een mijnheer teruggekomen." „Neen, geen mijnheer," viel zij mij vriendelijk in de rede. „Dat moet u niet denken, kapitein Rotherby. Het was een persoon, dien ik verwachtte. „Wees niet boos op me," vervolgde zij, haar blikken schuchter op mij richtend, „dat er wel wat is, dat ik u niet vertel." „Neen, boos ben ik niet," antwoordde ik kalm. „Ik zou alleen willen zeggen, dat, indien het u mogelijk was mij uw volle vertrouwen te sohenken, het naar mijn in zien wel zoo goed zou zijn. Maar ik moet er bijvoegen, dat ik niet door nieuwsgie righeid wordt gedreven Ik nu, ik ge voel iets meer dan zuivere belangstel ling Zij reikte mij beide handen en 6loog haar oogen naar mij op. Zij glansden als of er tranen in waren gekomen. „O, ik geloof u ten volle kapitein Ro therby", zeide zij, „en ik zou mij overge lukkig achten zoo ik u alles mocht mede- deelen wat mij verontrust, alles wat ik op het oogenblik niet begrijp. Maar ik mag dat niet, ik mag dat juist niet." „Wanneer u het oogenblik dan wel ge komen acht, ben ik bereid naar u te luis teren. En als u mijn diensten noodig heeft, dan sta ik lot uw beschikking." „U vertrouwt mij dus nog een klein beetje?" vroeg zij haastig. „Onvoorwaardelijk!" „U gevoelt zich niet geërgerd., dat ik u nog eens moet zeggen, dat ik uitga en dat ik on vergezeld wil blijven?" „Wel neen!" verklaarde ik. „Als mijn hulp noodig heeft, dan bon ik steeds be- rtf& „U is wel heel vriendelijk voor me. Zou het u mogelijk zijn een paar minuten voor mij over te hebben, dat we nog ca** praten kunnen?" „Op elk uur van den dag" antwoordde ik. „Zeggen wij dan vijf uur. Komt u dan hier en houd me een beetje gezelschap. Als u misschien vanavond niets beter te doen heeft „Ik heb niets te doen," haastte ik mij haar te verzekeren. „Ik weet nog niet, of ik lust zal hebben om uit te gaan, maar ik zou u in ieder geval nog eens gesproken willen hebben." „U kunt op mij rekenen," belooide ik. „Ik moet alleen binnenkort voor korten tijd naar Norfolk..." „Naar Norfolk?" viel zij mij in de rede. „Is dat ver hier vandaan?" „Maar een paar uur sporens.'* „En blijft u daar?" Ik schudde het hoofd en zeide: „Denke lijk niet. Ik ben van plan terug te keeren nadat ik mijn broeder de band heb ge drukt." „Waarom komt u zoo gauw terug?" vroeg zij, mij aanziende. „Omdat ik u misschien van dienst zou kunnen zijn." „U is toch wel zoo vriendelijk voor mij," zeide zij op ernstigen toon. „En dan te bedenken, dat ik, toen ik u voor het eerst zag, u voor een man hield, die Maar dat doet niets ter zake," besloot zij haas tig ..Doe mij het genoegen met mij naar de lift te gaan en voor mij te bellen. Ik weet geen weg in al die gangen." (Wordt vervolgd).

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1930 | | pagina 5