f
BINNENLAND
Onze collectie wordt eiken dag
met nieuwe modellen aangevuld
Willem Groenhuizen
juwelier
De Verdwenen Delora
Woensdag 12 November 1930
4MEPöm
2£e Jaargang No. 115
TWEEDE BLAD
OVEREENKOMST MET
DE K.P.M.
Bezwaren bij den heer Cramer
N.V. COMPAGNIE LYONNaISE
DE WINKELSLUITINGSWET
NA DEN VOETBALWED
STRIJD TE BLOKZIJL
Pressie tot valsche
verklaringen?
EEN VROUWENOFFER
HET MENG-EN MAALGEBOD
HET AMSTERDAMSCHE
TORENDRAMA
FEUILLETON
_r
TWEEDE KAMER
Verlenging voor den duur van 15 jaar
Besloten wordt het wetsontwerp-Floris
Vos tot wijziging van de registratiewet te
verzenden naar de vaste commissie voor
de belastingen en het ontwerp tot wijziging
der motor- en rijwielwet naar de vaste com
missie voor de waterstaatsaangelegcnhe-
den.
Voorts wordt besloten Donderdagavond
te behandelen de begrooting van buiten-
landsche zaken en in de dagvergadering
na de algemeene beschouwingen over de
begrooting het ontwerp tot verhooging van
den gedistilleerd-accijns.
Aan de orde zijn de algemeene beschou
wingen over de rijk6begrooting.
De heer Kersten (S.G.P.) herinnert aan
de oude coalitie, noemt haar leuzen valsch
en hol, en acht geen goede christelijke po
litiek mogelijk in het verbond met Rome.
Spr. is voorstander van één groote Protes-
lantsche partij, doch de kloof tusschen de
anti-revolutionairen en sprekers partij blijft
onoverbrugbaar, indien de eerste zich niet
op het standpunt van de oude geloofsbelij
denis 6télt. Spr. behandelt voorts nog den
noodtoestand in den landbouw en betoogt
dat de regeering doof blijft voor de ge
gronde klachten. De regeering drijve de
plattelandsbevolking niet tot het uiterste.
Spr. vraagt beschermende rechten voor den
landbouw en wering van Russisch graan.
De heer Braat critiseert de regeering
ten aanzien van de landbouwpolitiek en
beschuldigt haar, dat zij de werkloosheid in
den landbouw bevordert door geen maat
regelen te nemen. Als de regeering geen
oplossing weet moet zij heengaan. Spreker
vraagt waarom alleen de ambtenaren en
niet de boeren worden beschermd. Hij
wenscht een invoerrecht op tarwe vanaf
6 per 100 K.G. en wering van Russisch
graan. Spreker dient drie moties in, die
echter geen van alle voldoende .vorden on
dersteund.
De heer Marchant constateert, dat de
sombere stemming van den minister van
financiën niet te rijmen is met het feit, dat
hij er geen bezwaar tegen had de vloot-
uitgaven voor een reeks van jaren op 11
millioen te fixeeren. Hij betreurt, dat de
regeering geen program heeft in den crisis
tijd, maar slechts enkele losse punten naar
voren schuift.
Spr. gevoelt niets voor actieve handels
politiek en de bezwaren tegen maalgebod
acht hij vooralsnog overwegend. Spr. be
strijdt het socialisme, doch werkt gaarne
mede om alleenheerschappij van sommi
gen in het productieproces te breken. Hier
ligt een taak voor den wetgever.
De heer Marchant bespreekt verder het
incident-Albarda, en betoogt dat de minis-
de volksvertegenwoordiger geen
verhoor kan afnemen en dat de regeering
zich niet veiliger zal gevoelen als zij de
sociaal-democraten uit de rijksbedrijven
weert.
De heer A 1 b a r d a schetst den interna
tionalen toestand, en acht dien economisch
en politiek zorgwekkend. In mindere mate
is dit het geval met Nederland. Spr. waar
schuwt echter tegen den eventueelen groei
van communisme en fascisme en wijst op
den slechten invloed en het gevaar van j
wapende korpsen buiten het leger.
Spr. betreurt dat geen plan schijnt te
bestaan ter bestrijding van de werkloosheid
en wenscht dat het parlement zal beslissen
in geval van mobilisatie.
De heer Knottenbelt heeft een vaste
lijn in dit kabinet gemist, dringt aan op
het in gelegenheid laten aan bedrijven om
den moeilijken tijd te boven te komen en
wenscht voorzichtigheid met de afschaffing
van de poenale sanctie in Indië en instel
ling van een economischen raad ter voor
lichting der regeering.
De vergadering wordt geschorst tot
's avonds.
Te acht uur stond de Tweede Kamer voor
de behandeling van het ontwerp behelzen
de machtiging tot het aangaan van een
overeenkomst met de N.V. Kon. Paketvaart-
maatschappij, gevestigd te Amsterdam, be
treffende het onderhouden van scheepvaart
verbindingen in Ned.-Indië gedurende de
jaren 1931—1945.
De heer Ir. Cramer (S. D. A. P.) wees
er op, dat in het voorloopig verslag is ge
klaagd over de late indiening van dit ont
werp. De verklaring daarvan door den Mi
nister gegeven heeft spreker weinig bevre
digd. Ilij gelooft, dat hij eventueelo con
flicten de Paketvaartmaatschappij de over
winning wel weer zal behalen. Als het loo-
pende contract niet was gesloten, zal dat,
zooals de heer Middendorp heeft voorge
rekend, voor de regeering ruim 4 ton voor
deel zijn geweest. Deze cijfers zijn nooit
weerlegd en aan vrije concurrentie had dus
wellicht de voorkeur moeten worden ge
laten.
Een gemengd bedrijf zou volgens spreker
zeer wel mogelijk zijn geweest. Tegen een
nieuwe overeenkomst met de Paketvaart
maatschappij heeft spreker geen overwe
gend bezwaar, maar het hier voorgestelde
contract wenscht hij niet. Het contract is te
lang. Het wordt voor 15 jaar aangegaan.
Dit bezwaar is ook zeer uitvoerig in den
Indischen Volksraad toegelicht. De Paket
vaartmaatschappij heeft misbruik gemaakt
van haar monopolistisch karakter. Daar
tegen moet worden opgetreden. Spreker wil
niet ontkennen dat de maatregelen cloor de
regeering in het ontwerp aangeduid ver
betering kunnen brengen. Tenslotte betreft
het hier echter adviseerende lichamen. De
vrees is niet ongemotiveerd, dat de Paket
vaartmaatschappij toch tenslotte mot dit
contract haar zin zal kunnen doordrijven
en haar macht zal behouden.
Spreker's fractie kan dit ontwerp niet
steunen. Er bestaat geen enkele reden om
de Paketvaartmaatschappij met een paar
ton te bevoordeelen, dat hier toch zou ge
schieden. Voorts dringt spreker aan op het
opnemen van arbeidsvoorwaarden voor het
personeel. De heer Cramer dient ten slotte
een amendement in om twee ton te schrap
pen, die de K. P. M. ontvangt voor diensten,
die de maatschappij aan het land bewijst.
De heer Beumer (A. R.) betwist, dat
men aan do regeering een verwijt kan
maken, dat dit ontwerp te laat is ingediend.
Wij hebben hier te doen met een ontwerp,
den landvoogd machtigend tot het aangaan
van een zuiver privaatrechtelijke overeen
komst. Met de voorgestelde regeling kan
spreker zich zeer goed vereenigen.
UTRECHTSCHEWEG 10 TEL. 179 AMERSFOORT
Tel. 852. Langestraat 43
De voorraad tafelzilver is rijk.
De heer van Boetzelaer van Dub
beldam (C. H.) waarschuwt tegen de al te
groote machtspositie van de maatschappij.
Spr. betwijfelt of de regeering wel bedui
dend© invloed op de tarieven zal kunnen
uitoefenen.
De heer van Kempen (V. B.) zegt, dat
de K. P. M. niet alleen het publiek dient
maar ook de overheid. Het is daarom noo-
dig, dat de Staten-Generaal zich met dit
bedrijf blijven bemoeien. Het aanhangige
ontwerp biedt de regeering onmiskenbare
voordeelen. Het amendement-Cramer is
voor spreker geheel onaannemelijk.
De heer Feb er (R. K.) is van oordeel,
dat de onderhavige materie in de toekomst
onderworpen moet worden aan de ordon
nantie-wetgeving. Aan de Indische regeering
kan niet verweten worden, dat zij de onder
handelingen niet scherp genoeg gevoerd
heeft. Spr. heeft waardeering voor de voor
treffelijke wijze, waarop de K. P. M. den
dienst onderhoudt. De overeenkomst biedt
eenige garantie tegen het vaststellen van
willekeurige tarieven.
De heer W ij n k o o p (C. P.) zegt de eene
uitbuiter niet tegen den anderen te willen
verdedigen. Spr. is dan ook tegen het voor
gestelde contract.
De heer J o e k e s (V. D.) is van meening
dat het nieuwe contract beduidende voor
deelen biedt bij den huldigen toestand. Spr.
zou wel gaarne zien, dat in het contract den
weg geopend wordt tot opzegging op kor
ten termijn.
De Minister van Koloniën zegt,
dat het tot stand brengen van een gemengd
bedrijf de toestemming van beide partijen
behoeft. De K. P. M. zal er niet toe te bren
gen zijn. De termijn van 15 jaar levert geen
bezwaren op. Spr. voelt niets voor het
scheppen van de mogelijkheid het contract
op korten termijn op te kunnen zeggen. Wat
betreft de opmerking aangaande de positie
van het personeel der K. P. M., zegt spreker
dat men moet afwachten, wat de nieuwe
arbeidsvoorwaarden zullen geven. De kwes
tie van het vervoer van mindere militairen
met de schepen der K. P. M. heeft sprekers
aandacht. Aanneming van het ontwerp is
voor Indië van groot belang. Het niet aan
vaarden van de voorgestelde regeling zou
een belangrijk nadeel berokkenen. Spr. ont
raadt het amendementcCramer.
De heer W ij n k o o p repliceert.
De stemming over bet amendement-Cra
mer wordt bepaald op hedenmiddag 1 uur
bij den aanvang der zitting.
Vrijheid die men zonder overheids
hulp niet verkrijgen kan
Herziening der Zondagswet
Verschenen is de memorie van antwoord
aan de Eerste Kamer inzake het ontwerp
tot regeling van de winkelsluiting. In den
handeldrijvenden middenstand als geheel
genomen geldt volgens den minister ook
thans nog steeds datgene, wat reeds zoovele
jaren tot uiting kwam, n.l. verlangen naar
meer vrijheid, een vrijheid die men zonder
overheidshulp, welke den invloed der tegen
werkende elementen moet uitschakelen,
niet bij machte is te verkrijgen. Het is deze
vrijheid welke het ontwerp, eenmaal wet ge
worden, zal kunnen brengen. Het voorne
men der regeering is om na afhandeling
van het onderhavige ontwerp de herziening
der Zondagswet ter hand te nemen.
Preventieve hechtenis gelast tegen
de verdachten
Zooals is medegedeeld, hebben vijf perso
nen tegen wie proces-verbaal was opge
maakt wegens de gebeurtenissen bij den
voetbalwedstrijd te Blokzijl, een klacht in
gediend tegen den gemeenteveldwachter J.
Hoedcmaker, die verschillende menschcn
had verwond.
Het Volk meldt, dat do officier van justi
tie deze klacht naast zich heeft neergelegd
en een vervolging heeft ingesteld tegen 5
personen wegens het plegen van geweld
tegen genoemden veldwachter, terwijl te
vens een bevel van bewaring van verdach
ten is uitgevaarigd. De officier heeft daarbij
overwogen, „dat uit na te noemen omstan
digheden blijkt, dat een besla van gevaar
voor samenspanning van verdachten met
getuigen de preventieve hechtenis recht
vaardigt."
Als omstandigheden worden genoemd,
dat de verdachten en de getuigen, zooals uit
het politieonderzoek blijkt, niet de gehcele
waarheid hebben verklaard en dat als de
verdachten in vrijheid blijven, zij^ in de
gelegenheid zijn, zoodra zij kennis'dragen
van hetgeen hun wordt ten laste gelegd,
omtrent de door hen af te leggen verkla
ringen, zich nader kunnen verstaan.
Mr. J. E. W. Duijs heeft zich bereid ver
klaard de verdachten van kosteloozen
rechtsbijstand te voorzien.
Aan de Tel. wordt nog gemeld, dat Zater
dag te Zwolle het onderzoek in zake de
relletjes is voortgezet. Sensationeele onthul
lingen kwamen hierbij aan het licht.
Onder de getuigen bevinden zich twee
jongens, waarvan een, 'n jongen van 17
jaar, op bevel van den burgemeester in de
cel zou zijn gestopt. Deze zou volgens zijn
bewering door dreigementen van straf, ge
dwongen zijn tot het afleggen van valsche
verklaringen, o. m. dat de gemeenteveld
wachter door vijf personen zou zijn aange
grepen. Voor den rechter-commissaris her
riep do jongen zijn voor den burgemeester
afgelegde verklaringen.
De burgemeester heeft thans de order
uitgevaardigd, waarbij wordt bepaald, dat
alle vermakelijkheden, die in de komende
wintermaanden te verwachten zijn, om 10
uur moeten zijn beëindigd. De ontstemming
over deze order is groot. Voor a.s. Woens
dag is een spoedeischende Raadsvergade
ring aangevraagd, waarbij afhandeling der
agenda van de vorige zitting wordt verlangd
en vragen zullen wordeh gesteld inzake het
voetballen op Zondag en omtrent bovenge
noemde order.
Een dame, die aanbiedt voor
kapitein Borren de
straf te ondergaan
Naar wij vernemen ie bij het Hoog Mili
tair Gerechtshof een brief ingekomen van
een alleenwonende dame te Amsterdam,
waarin wordt medegedeeld, dat zij het niet
met haar hoog ontwikkeld nationaliteitsge
voel kan overeenbrengen, dat kapitein
Borren wegens den bekenden overval op
Curagao 24 uren celstraf zal moeten on
dergaan.
Daarom heeft zij aangeboden om in plaats
van kapitein Borren de hem opgelegde straf
uit te zitten onder voorwaarde, dal haar
naarn in dat geval niet zou worden bekend
gemaakt
Wetsontwerp in het belang der
inheemsche tarweteelt
Ingediend is een wetsontwerp houdende
bepalingen in het belang van de inheemsche
tarweteelt. Daarin wordt o.a. bepaald, dat
bij algemecnen maatregel van bestuur kan
worden verboden of niet dan voorwaarde
lijk toegestaan het vervoeren, voorhanden
hebben of afleveren van tarwemeel of tar
webloem, waarvan do samenstelling niet
voldoet aan door den minister te stellen
eischen. Bij algemeenen maatregel van be
stuur kunnen verder voorschriften worden
gegeven betreffende levering van hier te
lande verbouwde tarwe en van daaruit ge
wonnen tarwemeel en tarwebloem. Een
commissie zal kunnen worden benoemd, die
tot taak heeft de regeering van advies te
dienen. Overtredingen zullen worden ge
straft met hechtenis van ten hoogste zes
maanden en met geldboete van ten hoogste
f 10,000. Bij aanneming zal de wet in wer
king treden op den dag ria dien harer af
kondiging.
De gevolgen voor de Am-
sterdamsche voedselvoorzie
ning.
Het Hlbd. verneemt, dat op verzoek van
wethouder Dc Miranda, do directeuren van
het Marktwezen en van de gemeentelijke
Levensmiddelenvoorziening, de heeren ir. C.
H. Claassen en dr. A. van der Laan, een
schriftelijk advies hebben uitgebracht over
dc gevolgen voor de Amsterdamsche voed
selvoorziening bij dc invoering van het
maal- en meelgebod.
De adviseurs verklaren dat fc Amsterdam
het controleeren van het gebod praktisch
onmogelijk, dus onuitvoerbaar zal zijn.
Zij zijn voorts van oordeel dat het van
kracht worden van den maatregel stijging
van den broodprijs tengevolge zal hebben
en de boeren daardoor zullen worden ge
holpen door dc groote gezinnen der arbei
dersbevolking. Zij geven den wethouder in
overweging B. en W. te verzoeken zich met
een adres tot de regeering te wenden waar
in haar de geopperde bezwaren worden uit
eengezet.
De verdedigers noemen de
berichten onjuist en
overdreven
Amsterdam, 11 Nov. De verdedigers
van den leidekkerspatroon, mr. J. de Vriezo
te Amsterdam en mr. J. J. Veurman te Den
Haag, verzoeken ons mede te deelen, dat
de courantenberichten omtrent het „afsohu-
welijke drama" voor het grootste gedeelte
onjuist en overdreven zijn.
De justitie heeft de zaak in onderzoek; er
zijn bezwarende verklaringen tegen den
verdachte afgelegd en daarnaast zijn er
feiten, die zijn ontkentenis staven.
In elk geval staat vast, dat er niemand
is, die gezien heeft, dat verdachte iemand
van den toren zou hebben gegooid, terwijl
ook niemand den ongelukkige beeft zien
vallen.
De verdediging weet evenmin als de
justitie of de verdachte schuldig of on
schuldig is, de verdachte ontkent hardnek
kig en met verontwaardiging. Men zij
voorzichtig met het trekken van conclusies
en wachte rustig het verloop van de proce
dure af. Niemand heeft recht om den ver
dachte te brandmerken en zijn familie te
dupeeren, voordat het vonnis is geveld.
Geluk is deugd, maar het ware geluk
ei6cbt grooten lijdensdurf.
Door E. PHILLIPS OPPENHEIM.
Geautoriseerde vertaling van
Mr, G. KELLER.
„Ja, hij is met den nachttrein gekomen",
antwoordde Helmsley. „Ik had niet ge
dacht, dat hij reeds zoo vroeg zou zijn.
U zult hem ongetwijfeld tegen lunchtijd
in het café zien."
Ik nam nu afscheid van den directeur
en keerde naar mijn kamer terug.
„Mocht juffrouw Delora terugkeeren",
zeide ik tot den portier onderwijl ik naar
de lift ging, „laat mij dat dan even weten.
Ik ga op mijn kantoor een paar brieven
schrijven."
„Juffrouw Delora kwam juist binnen,
toen u den voortuin overstak. Zij is naar
baar kamer gegaan."
„Alleen?"
„Ik meen gezien te hebben, dat een heer
haar vergezelde", antwoordde de portier.
„Zal ik haar even opbellen om te vragen
of ze u ontvangen kan
Ik aarzelde een oogenblik. Ik herinnerde
mij, dat zij mij verzekerd had geen enkelen
vriend te Londen te hebben, maar ten
Blotte zeide ik
„'Ja, doe dat maar, zeg haar, dat het mij
zeer aangenaam zal zijn als zij mij wil ont
vangen."
De portier telefoneerde naar boven en een
paar oogenblikken later kwam hij uit de
telefooncel met de mededecling
„Hetizal juffrouw Delora zeer aangenaam
zijn als u zoo vriendelijk zou .willen wezen
over een kwartier bij haar to komen."
Ik knikte en begaf mij naar de lift. Flot
was mij alsof mijn sigaret me niet meer
smaakte. Ik onderging blijkbaar een
nieuwe sensatie en wel van niet aangena-
men aard. Daarmede ging gepaard een
grcnzelooze nieuwsgierigheid, wie de heer
was, die thans bij Felicia was
HOOFDSTUK XIII.
In spanning wachtte ik af tot de laatste
seconde van het kwartier voorbij was, om
daarna aan haar zitkamer aan te kloppen.
Felicia deed mij zelve open. Zij was alleen
maar gekleed om uit te gaan. Zij was nog
erg bleek en de donkere schaduwen onder
haar oogen verrieden een slapeloozen nacht.
Ik meende op te merken, dat zij mij een
beetje verlegen ontving. Zij bleef staan en
noodigde mij niet eens uit om te gaan
zitten."
„Ik hoop, dat u vanmorgen iels naders
omtrent uw oom heeft vernomen", begon ik.
Zij antwoordde hoofdschuddend„Ik heb
niets van eenig belang gehoord."
„Dat spijt mij werkelijk en ik vrees, dat u
zich ernstig bezorgd over hem gaat maken."
Terwijl zij schijnbaar al haar aandacht
besteedde aan een knoopje van haar hand
schoen, antwoorde zij „Ja, dat doe ik in
derdaad. Ik maak mij zoo ongerust, dat ik
haast niet meer weet wat. ik doe:"
„Maar als ik u vragen mag, waaKwn,
vindt u het dan niet goed, dat ik mij tot
de politie wend en verzoek een onderzoek
in te stellen Als u dat liever heeft, zou
den wij ook een particulier detective in
den arm kunnen nemen. Ik meen het ern
stig, dat hier handelend moet worden op
getreden."
Hoofdschuddend verklaarde zij eenvoudig
weg „ik durf niet."
„U durft niet
„Ja, want als hij dan terugkomt", liet zij
er als toelichting op volgen, „zou hij ver
schrikkelijk hoos op mij zijn. Die oom van
mij is een zeer excentriek persoon. Hij doet
soms allervreemdst en duldt niet, dat men
hem naar aanleiding daarvan iets vraagt."
„Maar hij mist tocht het recht," mopperde
ik verstoord, „u zoo maar in een vreemd
hotel achter te laten, zonder eenig dienst
personeel, zonder een woord tot afscheid
of toelichting. Ik vind dat eenvoudig onge
rijmd."
Eindelijk had zij haar handschoenen
dichtgeknoopt cn nu keek zij mij aa.n met
een wonderlijk glimlachje om de hoeken
van haar mond, terwijl zij de handen op
haar rug legde.
„Kapitein Rotherby", zeide zij, „er zijn
in de wereld heel wat dingen die boven ons
verstand gaan. Ik gevoel mij diep onge
lukkig en boogst verlegen met den toe
stand, maar ik weet wat mijn oom van mij
verwacht wat ik doen zal. Het is zijn
waarachtige wensch dat ik mij kalm houd
en geduld oefen."
Ik zweeg een paar oogenblikken. Het
werd lastig om met baar te praten.
„U is vanochtend uit geweest, niet
waar?" zoi ik een beetje kortaf.
„Zeker, maar ik geloof niet, dat van irrtj
kan worden verwant,««dat-ïNvTT im\ mede*
doelen waar ik geweest ben. Ik ben alleen
naar een adres geweest, waar ik meende
iets nieuws omtrent hem te vernemen."
„U is met een mijnheer teruggekomen."
„Neen, geen mijnheer," viel zij mij
vriendelijk in de rede. „Dat moet u niet
denken, kapitein Rotherby. Het was een
persoon, dien ik verwachtte. „Wees niet
boos op me," vervolgde zij, haar blikken
schuchter op mij richtend, „dat er wel wat
is, dat ik u niet vertel."
„Neen, boos ben ik niet," antwoordde ik
kalm. „Ik zou alleen willen zeggen, dat,
indien het u mogelijk was mij uw volle
vertrouwen te sohenken, het naar mijn in
zien wel zoo goed zou zijn. Maar ik moet
er bijvoegen, dat ik niet door nieuwsgie
righeid wordt gedreven Ik nu, ik ge
voel iets meer dan zuivere belangstel
ling
Zij reikte mij beide handen en 6loog
haar oogen naar mij op. Zij glansden als
of er tranen in waren gekomen.
„O, ik geloof u ten volle kapitein Ro
therby", zeide zij, „en ik zou mij overge
lukkig achten zoo ik u alles mocht mede-
deelen wat mij verontrust, alles wat ik op
het oogenblik niet begrijp. Maar ik mag
dat niet, ik mag dat juist niet."
„Wanneer u het oogenblik dan wel ge
komen acht, ben ik bereid naar u te luis
teren. En als u mijn diensten noodig
heeft, dan sta ik lot uw beschikking."
„U vertrouwt mij dus nog een klein
beetje?" vroeg zij haastig.
„Onvoorwaardelijk!"
„U gevoelt zich niet geërgerd., dat ik u
nog eens moet zeggen, dat ik uitga en dat
ik on vergezeld wil blijven?"
„Wel neen!" verklaarde ik. „Als mijn
hulp noodig heeft, dan bon ik steeds be-
rtf&
„U is wel heel vriendelijk voor me. Zou
het u mogelijk zijn een paar minuten
voor mij over te hebben, dat we nog ca**
praten kunnen?"
„Op elk uur van den dag" antwoordde ik.
„Zeggen wij dan vijf uur. Komt u dan
hier en houd me een beetje gezelschap.
Als u misschien vanavond niets beter te
doen heeft
„Ik heb niets te doen," haastte ik mij
haar te verzekeren.
„Ik weet nog niet, of ik lust zal hebben
om uit te gaan, maar ik zou u in ieder
geval nog eens gesproken willen hebben."
„U kunt op mij rekenen," belooide ik.
„Ik moet alleen binnenkort voor korten
tijd naar Norfolk..."
„Naar Norfolk?" viel zij mij in de rede.
„Is dat ver hier vandaan?"
„Maar een paar uur sporens.'*
„En blijft u daar?"
Ik schudde het hoofd en zeide: „Denke
lijk niet. Ik ben van plan terug te keeren
nadat ik mijn broeder de band heb ge
drukt."
„Waarom komt u zoo gauw terug?"
vroeg zij, mij aanziende.
„Omdat ik u misschien van dienst zou
kunnen zijn."
„U is toch wel zoo vriendelijk voor mij,"
zeide zij op ernstigen toon. „En dan te
bedenken, dat ik, toen ik u voor het eerst
zag, u voor een man hield, die Maar
dat doet niets ter zake," besloot zij haas
tig ..Doe mij het genoegen met mij naar
de lift te gaan en voor mij te bellen. Ik
weet geen weg in al die gangen."
(Wordt vervolgd).