j HET GROOTSTE CADEAU.
„Ventje," had Vader gezegd, kort na het
eten, „ga je met Vader mee naar boven?"
„Wat gaan we doen?" had Jannem&n een
beetje bang gevraagd: „Paardrijden, en spel
letjes?"
„Nee, iets heel anders, kom maar eens
mee. Zóó!" Eer hij het wist zat hij al hoog
en droog op Vaders schouders. Dat vond Jan
den laatsten tijd wel een beotje kinderachtig,
vooral als hij op den grond stond. Maar zat
hij eenmaal zoo dicht bij het plafond, dan
keek hij triomfantelijk naar beneden, naar
Jet, die nu ineens zoo klein leek, en naar
al de groote dingen in dc kamer, die ook al
hrein waren, veel kleinor, dan je zoo op den
grond zou denken. Toch, zoo prettig als an
ders vond hij net nu niet. Vóór het eten
was Jet, die al twaalf jaar was, met Vader
raec naar boven gegaan en schreiend terug
gekomen. Het leek, of er iets vreemds ge
beuren moest, net als heel lang geleden, toen
V allemaal zwarte mcnschen in huis goko-
ion waren cn Moeder hadden meegenomen
jii een groote, witte kist Jan's lippen gingen
verraderlijk trillen, toen hij daaraan dacht,
en toen Vader hem boven in .de studeerka
mer op don grond zette, rolde er een groote
traan over zijn wang.
„Wat is dat nu? Gaat mijn groote jongen
huilen? Kom, dat had ik toch niet van je ge
dacht Stil maar; als je nu op Vaders knie
komt zitten, zal ik je eens iets heel prettigs
mortellen. Is dat goed?"
Jan had heelemaal geen lust, om dat ook
kinderachtig le vinden. Alles was zoo vreemd
tegenwoordig: de meid, die hem al eon paar
keer heel anders had aangekeken, juffrouw
Saar, do huishoudster, dio vanmiddag nog
op hem geknord had en hem direct daarna
vreeselijk gezoend, Jet, dio gehuild had, en
Vader, ja, Va^r deed ook anders Er ging
zeker iets erg naars gebeuren. En eer Jan
het wist, lag hij al met zijn hoofd tegon Va
ders schouder to snikken, 't Scheen wel, of
het horloge in Vaders vestzak óók anders
deed: het tikte veel harder.
Maar Vader, die groote, goede Vader had
zijn kleinen jongon al tegen zich aan ge
drukt en begon zoo mooi te vertellen, dat hij
het snikken al gauw vergat cn rustig lag te
luisteren.
„Weet je, wat het overmorgen is? Ja, na
tuurlijk weet je dat. Dan komt Sinterklaas
in het land cn brengt hij alle lieve kinderen
wat moois.
Ik weet zeker- dat hij jou niet vergeten
zal.
zou Moeder gréég willen. En" hier keek
Vader zijn jongen aan „zou jij het ook
willen, vent?"
Even dacht Jan na; toen zei hij naden
kend: „Ja, ik eigenlijk ook wel..." En toen,
dringend: „Is zc erg lief, Vader net zoo lief
als Moeder?"
„Je nieuwe Moeder is heel lief, jongen, en
ze houdt veel van je."
„Kent ze me dan?"
„Ta, jou wel; Jet nog niot. Zc heeft jo al
eens gezien bij Oom Karei."
„O! is het dan juffrouw tante" (verbetorde
hij snel) „tante Jo, waar ik tante tegen
moest zeggen?"
„Ja," zei Vader, „dat is zc."
„Die vind ik erg Hef, Vader, heusch. En
wordt die mijn Moeder en Jet haar Moe
der?"
„Ja, ben je er nu blij 0111, jongen?"
„O ja," riep Jan, vroolijk nu. En ineens
werd hij gewaar, dat hij daar al dien tijd
heel kinderachtig op Vaders knie gezeten
had. Met een wip sprong hij er af. „Zal U
het niet aan..-,"
„Moedor?"
„Aan Moeder vertellen?"
„Wat?" vroeg Vader plagend.
„Natuurlijk, dat ik op Uw knie heb geze
ten."
„Mag dat niet?"
„Nee," zei Jan beslist „En wanneer..."
„Over een paar weken komt zij hier voor
goed bij ons wonen."
„O," zei Jan „dus met Sinterklaas is zij
er nog niet?"
„Dan komt zij wel op visite, den hcelen
dag."
Met een peinzend gezichtje liep Jan een
paar'minuten later dc kamer uit. Dc lieelc
stoommachine was hij vergoten, evenals zijn
Hans
toaaewy/
Verleden jaar, hè, stond er een echte
stoommachine op je te wachten op Sinter
klaasmorgen; wat heeft-ie dikwijls gefloten
cn gepuft! Zullen we hem dadelijk weer eens
laten werken?"
„Maar dan hard," zei Jan ineens weer blij
„Zoo hard, dat-ie heelemaal staat te tril
len. Goed? Maar dan niet dichterbij komen
dan Vader zegt, hoor! Anders zou je wel
eens een heete druppel in je gezicht kunnen
krijgen.
Jk herinner mij nog goed, hoe leelijk ik
mezelf toen heb gebrand."
„Nou, en óf," zei Jan. „Dat deed gemeen
zeer, hè Vader?"
„Alsjeblieft! Maar waar was ik ook geble
ven?"
..Bij verleden jaar, bij Sinterklaas."
„O. ja. En eerverlcden jaar, weet je dat
nog?"
Janneman ckicht even na. Toen was
Moeder ziek cn ik had drie heele groote pe
ren gekregen wel zóó groot en die heb
ik toen aan Moeder gegeven. Ik wou alles
geven maar Moeder wou alleen dc peren
hebben
Hij kon niet verder spreken. Vader had
hem hard tegen zich aangedrukt en hem een
zoen op zijn voorhoofd gegeven. Na een
oogenblfkje zei Vader: „Toen was Moeder
er nog, hè?"
Jan's gezicht betrok cn een poosje zaten
Ze allebei zwijgend voor zich uit tc kijken,
landelijk zei Vader weer wat.
„En al dien tijd heeft mijn kleine jongen
geen Moeder gehad. Luister eens, ventje, zou
je het prettig vinden als je... net uls vroc.-
gcr... weer een Moeder had, aan wio je,
nog veel beier dan aan Vader, alles kon zeg
gen cn die voor je zorgde en 's avonds in-
plaats van juffrouw Saar of Vader jc toe
dekte... hè?"
„Een Moeder?" peinsde Jan hardop. „Een
andere, hoc kan dat nou?"
„Dat kan toch wel jongen," antwoordde
Vader zacht. „Kijk eens, Moeder is van jou
cn van Vader en van Jet weggegaan, al wou
ze o zoo graag nog een hcelen tijd hij ons
blijven. Dat is nu al langen tijd geleden, al
bijna twee jaar. En nu is jultrouw Saar lieel
lief voor jou, cn voor Jet ook, maar dat
begrijp je wel zc is toch jullie Moeder
niet; alleen een Moeder kan zóó voor mijn
jongen zorgen als hij het noodig heeft. En
„!s Moeder nu eens wist, hoe lang jo al zon
der Moeder bent, zou zc het heel droevig
vinden, omdat Moededrs heel goed weten,
hoeveel een Moeder is. Ze zou niet zeggen,
dat 't niet heel goed kón, 'n andere Moeder
krijgen, maar zc zou zelf willen, dat je een
andere Moeder kreeg, een heclc, lieve, zachte
andere Moeder, die altijd thuis is, als je uit
school komt, die met jc uitgaat in dc vacan-
tie, die jc ti;oost, als jc bedroefd bent. Dat
Yadci. Hij had heusch zijn gedachten wel
noodig om het groote nieuws te venverken.
Maar Jan moest nog heel wat beleven eer
het Sinterklaas was, en eer zijn nieuwe Moe
der een heelen dag bij hem thuis zou ko
men.
In de huiskamer had hij Jet in een hoekje
zien schreien.
Jet was niet blij met de nieuwe Moeder
geweest. En toen Jau er met haar over wou
praten en vroeg, waarom ze dan niet blij was,
liep ze snikkend do kamer uit. Nu dorst hij
niets meer aan Vader tc vragen ook.
Toen Jan in bed lag, had hij haar niet
meer gezien.
Den volgenden morgen wat was toch
alles vreemd in huis had Jet aan het ont
bijt roodgeschreide oogen. En des middags
tusschcn schooltijd at ze haast niets. Jan
werd cr nog peinzender van en besloot, haar
na schooltijd nóg eens te vragen, waarom zc
niet blij was en haar dan niet weg laten
gaan, vóór hij het wist
Maar vóór hij dien middag al zijn moed
bijeengeraapt had, begon Jet er al zelf over.
Ze waren alleen in de huiskamer Juffrouw
Saar was in de keuken en Vader was nog
niet thuis. Jet zat zwijgend op dc divan. Toen
Jan in haar buurt kwam, keek hem zóó
smeekend aan, dat hij naast haar ging zit
ten.
„Ben je nog bedroefd, Jet?" vroeg hij aar
zelend.
Jet klemde haar lippen opeen, om haar
tranen niet tc laten overloopcn. Maar het
lukte niet. De tranen kwamen toch, ze snikte
wild en eerst na een tijdje was zc zooveel
bedaard, dat ze spreken kon.
„Vin-jij het niet vreeselijk, dat wc een
nieuwe Moeder krijgen?" Tusschon een paar
heftige na-snikken door kwam het er uit
„Ncc-ee," antwoordde Jan. „Vader zegt
toch
Driftig keerde Jet zich om. „Wat geeft dat,
wat Vader zegt. Ze komt tóch en Vader wil
het óók cn niemand denkt cr moer om
Moeder; een andere, in Móeders plaats. Dat
kan toch nooit!"
„Maar..." waagde Jan te zeggen.
„Ja, jij hebt gemakkelijk praten, jij hebt
Moeder niet zoo gekend als ik. Jc was nog
zoo jong toen ze Jet kon niet verder.
Haar schouders schokten zoo van het snik
ken, dat Jan niet wist, wat hij moest doen.
Toen Jet weer wat bedaarde, zei hij:
„Maar Moeder zou het toch ook willen. Va
der zei 't zelf."
„Dat weet ik juist niet," antwoordde Jet
„Als ik dat maar wist...*
„Maar Vader zei het toch. En dan is 't
zoo," besliste Jan. „Heb jij haar wel eens ge
zien?"
„Wie? Haar?"
Jan knikte.
„Nee
„O, dan weet je niet hoe aardig ze is. Ik
beb haar gezien," vertelde lilj, trots, dat hij
nu eens meor wist dan Jet, en ook omdat
hij voelde, dat ze aandachtig luisterde.
„Ik heb haar gezien on als jc wist, hoe
lief ze is cn hoe prottig ze tegen mij gepraat
heeft, zou je zoo bedroefd niet zijn."
Op hetzelfde oogenblik kwam Juf binnen.
„Komen jullie eten?" Vader komt vanavond
iaat thuis. Kom Jetteke, ga jc mee?
Juf bedoelde het goed, maar dc toon waar
op ze, een beetje troostend, tot Jet sprak,
maakto Jet opnieuw weck. En met een be
drukt gezicht volgdo Jan.
Heel ongemerkt was er twijfel in hem ge
komen.
Hot was niet zoo'n gezellige avond, als de
avonden vóór Sinterklaas anders waren.
Iuplaats van aan Sinterklaascadeautjes,
dacht Jan er aan, of de komst van do nieu
we Moeder wel werkelijk zoo prettig was.
En Jet, stil en met een bleek gezichtje, dacht
aan haar gestorven Moeder, in wier plaats
nu een andere komen zou.
In tweo kamers, in tweo bedden in dit
huis schreiden dien avond tweo kinderen
zich in slaap.
Plotseling zoo leek het ging dc deur
van Jan's slaapkamertje open.
Eer Jan liet wist was liet gebeurd: Sint-
Nieolaas zat aan zijn bed!
Toch vond hij het niet vreemd, was hij niet
eens hang. En al was hij in 't begin bang
geweest, lang zou hij liet niet gebleven zijn,
want Sinl-Nicolaas begon vriendelijk tegen
hein te praten, vroeg hem van school, van
zijn kameraadjes, van zijn stoommachine...
Ja, herinnerde hij hét zich, precies zoo aar
dig en vriendelijk had hij zich Sint-Nicolaas
altijd voorgesteld, cn hij antwoordde zonder
mankeeren. Hij voelde zich echt op zijn ge
mak, zoo alleen met dien goedhartigon Sin
terklaas.
Dc Sint scheen alles te weten. Dat Jet en
hij een nieuwe Moedor kregen, dat Vader het
hem zelf verteld had en dat Jet er bedroefd
om was.
„Maar hoe vind jij het?" vroeg Sinterklaas,
en hij keek hem daarbij diep in de oogen,
zoodat Jan verlegen werd. Maar niet alleen
om dat kijken was hij verlegen, ook om
dat hij eigenlijk niet goed wist, wat hij zeg
gen zou. Eerst had hij het wel prettig gevon
den, een nieuwe Moeder te krijgen, maar nu
Jet het zoo verschrikkelijk vond wist hij niot
meer, of het juist niet verkeerd was, het pret
tig te vinden.
„Ik weet liet niet, Sinterklaas," hakkelde
hij.
En nu deed Sinterklaas wat Vader ook ge
daan zou hebben. Hij schooi een beetje dich
terbij, lachte hem bemoedigend toe en zei:
Je weet het niet, hè? Dat komt omdat je
eerst blij was met het groote nieuws cn
toen zag, dat Jet cr bedroefd om was. Je
denkt, dat Vader het weet en dat Jet het
weet, maar één van beiden kan het toch
maur werkelijk weten, is het niet?"
„Ja Sinterklaas." zei Jan zachtjes.
„En wie zou het nu het beste weten van
de twee?"
Vader natuurlijk," antwoordde Jan met
overtuiging. „Maarliet hij er op volgen,
„Jet huilde zoo erom!"
„Ik begrijp het wel, hoor jongen," zei Sin
terklaas zóó vriendelijk, dat Jan er tranen
van in de oogen kreeg, „ik begrijp wel, dat
jc bent gaan twijfelen na wat Jet je verteld
heeft, maar dat komt, omdat jij Jet niet goed
begrijpt. Jet heeft haar eigen jullie eigen
Moeder heel goed gekend, veel beter dan
jij. omdat je nog zoo jong was, toen ze van
jullie wegging, en nu kan zc er maar niet
aan wennen een ander in de plaats van haar
eigen Moeder te zien. Het lijkt haar vreese
lijk, omdat ze jullie nieuwe Moeder nog niet
gezien heeft en daarom nog niet weet, hoe
goed en lief ze is. Jij weet dat wel, en daar
door kon jc blij zijn. Als Jet haar ziet..."
Sinterklaas wachtte even: Jan keek hem met
groote oogen aan en wou dc woorden wel
uit Sinterklaas' mond trekken „als Jet
haar ziet, zal ze zoo bedroefd niet meer zijn
en als zc met haar gepraat heoft, zoo pret
tig als jij zal ze ook blij wezen. En al
heel gauw zullen jullie geen van beiden Moe
der meer villen missen"
Jan ontwaakte.
Verwonderd keek hij do kamer rond, die
leeg lag in liet morgenlicht. Vaar was Sin
terklaas?
Langzaam werd het hem helder, dat hij
gedraoiïid had. Het gaf even een teleurstel
ling, maar niet lang. Toen hij terugdacht
aan wat Sinterklaas hem in zijn droom had
verteld, begreep hij, dat hij heelemaal gemi
reden had, om teleurgesteld te zijn, veeleer
om blij te wezen. Met Jet zou het immers
goed komen?
En óf het goed werd?
Het werd de prettigste Sinterklaasdag,
dien ze ooit beleefd hadden.
Tante Jo, die nu „Moeder" heette, was nog
geen uur in do kamer, of Jebwas niet van
haar weg te krijgen. Ze moest al haar ca-
deaux zien en zegger?, hoe ze ze vond. En
toen Moeder wegging, hing Jet aan haar ar
men en fluisterde zij haar tusschcn twee om
helzingen in: „Maar U bent het grootste ca
deau!"
Dikwijls dien dag keek Vader eens naar
Jan en Jan eens naar Vader en dan wisten
zc het samen wel.
P. VAN RENSSEN.
SURPRISE.
Een St. Nicoiaas-vertelling.
Hij had het dan toch maar gedaan. Zoo
bijster goed was het jaar wel niet geweest,
maar do Suiker had hem er weer eon beetje
bovenop geholpen cn kon hij Lucie ooit
iets weigeren?
Ze had het hem wol niet gevraagd, maar
de laatste keer hadden zij samen gewinkeld
en toon had zij zoo vol aandacht stil gestaan
voor die etalage, en zoo ingespannen getuurd
naar die cénen ring, dat hij wel cei> rund
geweest zou zijn, als hij het niet gemerkt
had! Vragen wilde zij niet, dat voelde hij
wel
Zóó was Lucie nou: bescheiden, angst
wekkend, onnatuurlijk bescheiden soms! Hij
vond het af en toe wel wat verducht. Als hij
zoo zijn zakenvrienden hoorde over dc
eischen cn caprices hunner echtgcnooten,
dan móest hij eensklaps met een soort ver
bazing deuken aan zijn kleine blonde Lucio,
die nóóit iets vroeg, tenzij het dan ooK strikt
noodzakelijk was.
zitkamer bij den haard, met Lucie, die zoo
prettig kon vertellen van haar dagelij kschc
bezigheden en dio daarbij zoo goed wist tc
luisteren naar wat hij op z'n hart hadZe
zou wel verrast zijn, dat hij zoo vroeg kwam.
Anders werd het toch meestal half acht In
geen maanden was hij om half zeven thuis
gekomen.
Henk legde het avondblad naast zich neer,
hij kon er zijn aandacht niet bij bepalen. Al
die ongelukken, al die politieke berichten...
het interesseerde hem vandaag niet.
Er was maar één ding, wat hem interes
seerde: gauw thuis to zijn en weer greep
zijn hand naar hot kleine doosje, veilig go-
borgen in zijn diepe jaszak. Dan liep dc trein
het station van Heidedorp binnen.
Haastig sloeg hij de richting van zijn huis
in. Het was vinnig koud. Een vrics-heldere
nacht stond over het land. Do sterren fon
kelden. Een scherpe wind woei langs de
laan, welke hij volgde. Hij was nu niet vor
meer van huis. Daurginds bij Huizo Erica
moest hij rechtsaf, dan nog enkele tientallen
meters... on door dc boomen zag h\j het
licht al branden.
Behoedzaam liep hij het tuinpad ze
moest niet hooren, dat hij er al aankwam.,.
Even keek hij door de brcede ramen
Daar zat LucieMaérHot was Henk
alsof het hem plotseilng duizelde. Een licht
gevoel wervelde door zijn hoofd. Hij moest
even de oogen sluiten. Zijn handen balden
zich tot vuisten.
liet was niet waar! Het mocht niet waar
zijn. Hij had verkeerd gekeken. Weer boog
hij zich naar het raam.
Nee, hij had zich niet vergist. Op de leu
ning \an een der fauteuils zat Lucie, en haar
hand streek licht als liefkoozend door het
haar van een anderAVie was dat? Donker
was hij, dat was het eenige wat Henk zag,
En dit jaar was zij al héél zuinig geweest.
Ze wist, dat de zaken niet al tc rooskleurig
waren gegaan. Ze wist ook, dat het buiten
wonen dubbele kosten had meegebracht.
Toen sb nog in de greote stad woonden, was
het kantoor aan huis geweest dat scheel
de veel. Maar sinds haar ziekte en het ad
vies van den dokter: buitenlucht, door de
bosschen loopen ging dat niet meer.
Ze hadden een aardig villu'tje gevonden,
een kwartier afstand van Ileidedorp, dat on
geveer een half uur sporens van dc groote
stad lag. Kortom: ze waren forensen gewor
den.
lederen ochtend ging hij, Henk, de deur
uit, kwam eerst 's avonds laat terug. Blij
wéér ver le zijn van het jachtende stadsle
ven. Dc week ends waren altijd prettige da
gen. Henk hield van buiten. Hij kon uren
lang met zijn hond over dc hei zwerven of
door de bosschen, hij werkte met een hard
nekkige ijver op het zandige stukje grond,
dat hij weidsch betitelde: onze tuin - cn
ook Lucio scheen ervan te houden.
Hij had zich wel 's ongerust gemaakt.
Tenslotte kwam zij uit do groote stad, was
er geboren, had er geleefd. Zou de veran
dering niet al te bruusk geweest zijn? Er
waren geen bioscopen en geen schouwbur
gen, geen tea-rooms en geen dancings..
Maar neen, ook Lucie scheen zich geschikt
tc hebben. Zij hadden een paar aardige ken
nissen en iedereen zei van Honk en Lucie,
dat hun huwelijk in deze tijden een exceptie
was. Alsof zij afgunstig waren op dit geluk...
De kraag hoog-opgeslagon, handen in de
zakken van zijn wijden ulster, stapte Henk
naar het station. Hij kon 17.26 nog gemak
kelijk halen. Op een avond als deze, op St.
Nicolaasavond wilde hij tenminste eens
vroeg thuis zijn. Dat had hij cr wel aan
verdiend.
Het was een ellendig-drukke dag geweest.
Met de ouwe Yerslooten had hij uren-lang
geconfereerd over dc belegging van wat ka
pitaal, die kerel was zoo eigenwijs als ik-
weet-niet-wat, 'geen behoorlijk woord mee te
praten, koppig cn eigenzinnig. Enfin, het
was nu voorbij cn in z'n rechterjaszak voel
de hij het kleine doosje, waarin de ring mot
dien prachtig-glanzenden smaragd, waar
dat wist Henk zeker! Lucie naar snakte.
Ze zou oogen opzetten! Want tenslotte had
den zc zoo half en half afgesproken/ dat ze
dit jaar geen werk zouden maken van St.
Nirolaas.
„Het was tQch eigenlijk een kinderfeest!"
had Lucie heel verstandig gezegd. En Henk
had het be-aamd.
„En we zijn zoo langzamerhand groote,
zwaarwichtige mcnschen geworden!" was zij
verdcr-gegaau. En ook daarop had hij zwij
gend geknikt.
In den trein vond hij nog een hoek-plaats-
je vrij. Hot was vol, overigens. Menschen
met vrooliike gezichten, de móesten beladen
met allerlei pakjes. Daar had jo Chris Ver
berg met z'n vrouw. Zeker inkoopen gedaan.
De stakker bezweek bijna onder den last
Tja, als je met Clara Verberg getrouwd
was!Dat viel niet mee!
IJlings snelde dc trein door het donkero
landschap. Maar liet ging Henk veel te lang
zaam. Hij betrapte er zich zelf op, dat hfj er
na,»r verlangde thuis tc zijn, in z'n gezellige
on ook dat die ander heel gemakkelijk lang
uit lag in zijn stoel, dronk van zijn port als
ofalsóf hij er thuis hoorde! Hij scheen
tc pralen, Iienk zag, hoe zijn hand heftig
gebaarde, hoe Lucic aandachtig naar hem
scheen tc luisteren cn zijn haar streelde en
haar hoofdje tegen het zijne vleide...
Plotseling eindeloos-vermoeid voelde Henk
zich. Alles aan hem scheen verlamd. Lang
zaam liep hij het tuinpad weer terug^ den
weg over, het bosch inIn z'n rechterhand
klemde hij Lucie's cadeau. Een mooie thuis
komst! Als hij niet zoo vroeg was gekomen,
had hij niets gemerkt natuurlijk! De hemel
wist hoe lang dit spelletje nu al duurde.
Maanden misschien
AVas dat Lucio? AVas haar bescheidenheid,
alles wat haar voor hem zoo aantrekkelijk
maakte, waarom hij van haar hield, alleen
maar een mask'
Het was or ,»eer tien uur, toen hij het
tuinpad weer opliep. Hij deed geen moeite
zachtjes to loopen. Het kon hern niets meer
scholen. Hij was in die enkele uren met
zichzelf in het reine gekomen: er zouden
maatregelen getroffen moeten worden...
Morgen zou hij naar Jacques Buma gaan, die
zou hen scheiden. Had 'ie ook 'es een cliënt!
Moe voelde hij zich en rillerig...
Dan ging de deur open. Lucie stond in de
opening. „Jongen, ik hoorde jc aankomen.
Wat ben jc laat! En ik heb juist zoo'n aar
dige verrassing voor jc!"
Een pijnlijk lachje gleed om Henk's mond.
Ja, ja, het was een héél aardige verrassing.
Het kan niet aardiger. Het was trouwens
een avond >oor verrassingen, St. Nicolaas.
Maar hij had de zijne al te pakkenJ
Ilij hing zijn jas op
„Kijk eens achter je, Henk!"
Hij deed het werktuigelijk.
Maar... dat was Fred!... Fred stond
daar, z'n jongere broer, terug uit IndiÖ...
Hij voelde zijn hand schuddden en een ste
vige klap op zijn schouder.
„Kerel, wat bon ik blij, dat ik je weer zie.
Druk gehad? Jo ziet cr niet bijster floris
sant uit!"
Hij lachte, kon geen woord uitbrengen, 'n
Idioot w as hij geweest!" 'n Stomme jaloer-
sche gekHoc had hij dat ooit van Lucie
kunnen denken
Gedrieën gingen zij naar binnen... Lucie
kreeg haar ring.
„Hoe wist jc dat ik die zoo graag
„Ik heb je gezicht toch gezien!"
„En nou heb ik niets voor jou, geen enkel
cadeautje. AVe hadden toch afgesproken
dat
„AA'eet ik wel, weet ik wel" glimlachte
Henk. „Maar mijn surprise heb ik al en ik
ben cr best tevreden mee!"
„Jammer, dat je zoo laat was pruilde
Lucie.
„Héél jammer" beaamde Henk vol over
tuiging.
"TRHOEVEN.