HAWEKO
NIEUW PARIJS
AMERSFOOHTSCH DAGBLAD
BINNENLAND
C.DEJAGES?
De Verdwenen Deta
Zaterdag 29 November 1930
.DE EEMLANDER*
22e Jaarrang No. 130
TWEEDE BLAD
DE SALARISSEN VAN DE
LEERAREN
I WOLLEN VESTEN
Fa. B. KRAAL
I LANGESTRAAT 26
Kinder- en Dames-
taschfes
Fortemonnaie's
Lijstenmakerij en Kunsthandel
Het adres voor Cadeaux
B. RUITENBERG Hzn.
Demi-saisons
Winterjassen
„LEEKDASVB"
Groote Sorteering
DE HEER VAN BURINK
GEARRESTEERD
Donker Rotterdam
roert zich
FEUILLETON
TWEEDE KAMER
Geen subsdie voor het Theosopisch
Lyceum
De motie-Braat (afschaffing van den zo
mertijd) wordt verworpen met 52 tegen 6 st
Voortgezet wordt de behandeling der On-
derwijsbegrooting, afdeeling Hooger Onder
wijs.
De Minister antwoordt den heer Van
Wijnbergen dat de regeering den tijd nog
niet rijp acht voor subsidieering van bizon
dere universiteiten. Betreffende de moge
lijkheid van de vestiging van een leerstoel
in volkshygiëne zal spr. inlichtingen vra
gen. Bezwaren bestaan tegen een leerstoel
in sexueele ethiek en ook nog steeds tegen
een leerstoel in de homoeopathie. De bezwa-
hen tegen het Tandheelkundig Instituut te
Utrecht bewijzen niet, dat do bouw onvol
doende is voorbereid.
Mevr. v. I tal liev. Embden vraagt
verbetering van huisvesting voor de medi
sche faculteit te Utrecht.
De heer v. W ij n b e r g e n vraagt gelden
voor een Collegezaal voor het Kunsthisto
risch Instituut te Utrecht.
Mevr. de V r i e s—B ruins vraagt af
doende verbetering voor het Tandheelkundig
Instituut te Utrecht.
De heer M o 11 e r vraagt verhooging van
subsidie aan het Nederlandsch Gasthuis
voor Ooglijders te Utrecht.
De Minister wijst op de verschillende
werken, die op de begrooting staan ten be
hoeve van de Utrechtsche universiteit. Het
ligt niet in de bedoeling het concentratie-
plan geheel op te geven. Op de volgende be
grooting zal geld worden uitgetrokken voor
een Collegezaal voor het Kunsthistorisch
Instituut, De overige punten zal spreker
overwegen.
Mevr. de V r i e s—B ruins en mevr.
B akk erN or t vragen verbetering van
het Academisch Ziekenhuis te Groningen.
De minister wijst er op, dat daar een
Commissie voor deze aangelegenheid be
staat. Zoodra de plannen gereed zijn zal met
de uitbreiding worden begonnen.
De heer Van Wijnbergen (R.K.)
brengt de subsidie aan de R.K. Handcls-
hoogeschóol ter. sprake. Hij meent, dat het
Zuiden wordt achtergesteld bij het Noor
den.
De heer TI Tan us (C.H.) komt op tegen
het maken van deze tegenstelling, welke
niet bestaat.
De heer Knottenbelt (Lib) bestrijdt
den heer v. Wijnbergen.
De Minister wijst op de beslissing van
Ie Kamer in 1928, waarop de regeering niet
xan terugkomen.
De heer M o 11 e r wenscht meer eenheid
in voortgezet onderwijs.
Spreker meent, dat de lagere school ver
lost moet blijven van onderwijs in Fransch.
De heer Ketelaar bepleit een betere
salarisregeling voor de leeraren.
De Minister zegt dat wanneer de sala
rissen der leeraren herzien zouden worden,
ook herzien zouden moeten worden die der
directeuren, inspecteurs en administrateurs
der departementen.
De heer Gerhard pleit voor subsidie
aan het Theosofisch Lyceum te Naarden.
De Minister wijst dit af.
Bij de afd. Nijverheidsonderwijs pleit de
heer v. d. Houven voor betere opleiding
van jonge arbeiders.
Mevr. BakkerNort vraagt uitbrei
ding van de huishoudschool in Groningen.
De heer Knottenbelt bepleit betere
opleiding van scheepsmachinisten.
Hierna wordt de vergadering verdaagd.
UIT DE STAATSCOURANT.
Verleend de bronzen cere-medaillo der
Oranje-Nassau-orde aan R. O. Kolkman,
oud-koster der Gereformeerde kerk te Lo-
pik;
benoemd in do orde van Oranje-Nassau
met de zwaarden tot officier de kapitein ter
zee H. C. Louwersc. tot ridxler de officier der
marinestoomvaartdienst ie klasse J. K.
K tipper;
met ingang van 26 November 1930 eervol
ontslagen de gep. schout bij nacht II. J.
Hartkamp als lid en de kapiteins ter zee
N. M. J. Gregory en C. Rühl als plaatsver
vangende leden van den Marincraad;
benoemd in den Marineraad tot lid de
kapitein ter zeer H. A. Ramswinckel; tot
plaatsvervangende leden dc kapt. luitenants
ter zee J. L. Fürstner en II. van Nie.
Toegekend de bronzen eere-medaille in de
Oranje Nassau orde aan P. de Haan, arbei
der bij de N.V. Boele's Scheepswerven en
Machinefabrieken te Bolnes, gem. Ridder
kerk en aan J. v. Eeuwijk, arbeider op de
Waalsteenfabriek v.h. de Haas te Asperen.
benoemd tot tijd dijk leeraar aan de R. II
B. S. te Hoorn W. H. v Wijk te Amsterdam
bij beschikking van den Directeur-Gene
raai der P. T. T. is met 1 Mei 1931 aarige
wezen als directeur van het P. T. T -kantoor
te Workum de adjuact-referendaris der P
T. T., S. T. Boelsma te 's-Gravenhage (Hoofd
bestuur).
J mei en ronder mouwen
ötrechsat Tg!. 633
ONGELUK OP EEN ONBEWAAKTEN
OVERWEG.
Vrachtauto door trein gegre
pen. Een ernstig gewonde
Epe, 28 Nov. Hedenmiddag vond te Epe op
den onbewaakten overweg nabij het Weerts
park een ernstig ongeval plaats. De van
Zwolle -komende motortrein, die te 12.55 uur
te Epe arriveert reeds hij dezen overweg op
oen vrachtauto van de expediteursfirma W.
Yonleer. De chauffeur W. Schreur was met
-zijn wagen den overweg reeds gedeeltelijk
gepasseerd toen de trein den wagen van
achteren aangreep. De auto werd een eind
meegesleurd, doch de machinist van dc
trein wist deze door krachtig remmen spoe
dig tot stilstand te brengen.
Een zekere A. v. d, Wal, die naast de
chauffeur van de auto had gezeten werd
door de voorruit geworpen en liep ernstige
verwondingen op. De materieele schade zoo
wel aan de auto als aan de motorwagen is
aanzienlijk. Ook de seininrichting langs den
spoorweg was door het ongeluk defect ge
raakt. Ter plaatse waar het ongeval plaats
vond is het uitzicht op de spoorbaan en op
de onbewaakte overweg geheel vrij.
INBRAAK EN SCHIETPARTIJ.
O s s, 28 Nov. Dezer dagen was de mare
chaussee alhier een plan tot inbraak in de
villa van den fabrikant M. Hes, gelegen in
de nabijheid, van het station op het spoor
gekomen. Gisteravond hadden zich, tenein
de dit plan te verijdelen en do daders te ar
resteeren, twee marechaussee's in het huis,
waarvan de bewoners afwezig waren, ver
dekt opgesteld. Hun verwachting werd
bewaarheid toen hedennacht aan de ach
terzijde van het huis twee inbrekers ver
schenen om zich toegang tot de villa te
verschaffen.
Zij sneden daartoe een ruit van den gla
zen tuindeur open en stapten het huis
binnen. Toen tot hun niet geringe schrik
de marechaussee's plotseling te voorschijn
traden, trok een der indringers een revol
ver en loste een schot op de politiemannen.
Een der marechaussee's, de 30-jarige Pe
ters, werd getroffen in de linker-polsslag-
ador. Onmiddellijk daarop kozen dc beide
mannen het hazenpad. Er ontstond een
achtervolging, waarbij een der dieven, ze
kere Blommers, werd gegrepen cn gearres
teerd. De ander wist te ontkomen. De ge
wonde marechaussee is na verbonden te
zijn, naar het ziekenhuis te Den Bosch
overgebracht. Zijn toestand is niet gevaar
lijk.
Men neemt aan hier te doen te hebben
gehad met twee leden van een bende, die
zich ook aan den onlangs hier plaats ge
had hebbenden gemaskerden roofoverval
heeft schuldig gemaakt.
Arnh. weg 32 Tel. 1069
steeds iets aparts tegen
billijke prijzen.
Utr. straat 26 - Tel. 243
Orinkserviezen - Waterstellen
Siervazen
LANGESTR. 35 TEL. 308
'LflKQESTRAAT 19®
Pull-overs, Truien, Vesten, Sportkou
sen, Handschoenen met bont
of wol. Slobkousen, Sokken.
DE VERKLARINGEN VAN MINISTER
LIPPENS.
Een Belgische parlementaire
vraag en een ministerieel
antwoord.
Naar aanleiding van de verklaringen be
treffende de zoogenaamde militaire bctec-
kenis van sommige Belgische spoorwegen
in het Ncdcrlandsch-Belgische grensgebied,
door den Belgischen minister van transport
middelen, den heer Lippens, langs den weg
van het Belgische 'j elcgraaf-Agenlschap
Bclga aan de Nederlandsche pers verstrekt,
heeft de heer Ward Hermans, het Vlaamsch-
natiöhale Kamerlid voor Mechelen, aan mi
nister Lippens de vraag gesteld, waarom
deze démenlis uitsluitend werden medege
deeld aan de Nederlandschc pers cn niet
aan de Belgische bladen, hoewel het een
zaak geldt, die ongetwijfeld niet alleen voor
de Nederlanders van belang is.
Volgens het officieel? bulletin, d.d. 27 No
vember, der vragen en antwoorden, uitge
geven door de Kamer, heeft de minister, al
dus het Vaderland, de schriftelijke vraag
van den heer Hermans beantwoord als
volgt:
„De door mij aan de Ncderlandsche pers
meegedeelde verklaring omtrent de wer
ken, welke de Nationale Maatschappij van
Belgische Spoorwegen voornemens is uit tc
voeren tusschen Brussel en Antwerpen cn
rondom de Antwerpsche havens, had enkel
tot doel, de vergissing te herstellen van en
kele Nederlandsche nieuwsbladen, volgens
welke de Belgische regeering het inzicht zou
hebben, met strategische oogmerken, dc
spoorlijn AntwerpenEsschen op vier spo
ren te brengen.
Geen enkel Belgisch Nieuwsblad had ook
maar eenig geloof gehecht aan dit tenden-
tieuse bericht, dat het eerst in de kolom
men van het Dagblad van Noord-Brabant
was verschenen; volstaan kon dus worden
met zo te zenden aan dc Nederlandsche
nieuwsbladen, welker goede trouw werd ge
schokt.
Deze terechtwijzing werd hun toegezon
den door het departement van buitenland-
sche zaken, dat, volgens het bestaande ge
bruik, aan de buitenlandsche pers mededee-
lingcn doet, welke voor Jiaar belang kunnen
hebben."
Wegens opruiing legen de politie
UIT HET OVERSTROOMINGSGEBIED.
De Beersche overlaat werkt nog.
Grav e, 28 Nov. In den stand van dc Maas
is in den afgeloopen nacht weinig veran
dering gekomen. Sedert gisterenavond ne
gen uur wijst de peilschaal 11.03 M. aan. Se
dert gisterochtend is er dus 1 c.M. val ge
weest.
De Beersche Overlaat werkt nog krachtig
over do volle lengte met een diepte van 1G
c.M. Op den El ft weg staat nog 98 c.M. water.
Sedert Donderdagmorgen vijf uur is het
water hier drie c.M. gevallen. De comrnan
deerende officieren van de troepen uit Ven-
lo en Den Bosch hebben een bezoek ge
bracht aan de omgeving van Mat's en Wyth
cn hoewel het gevaar daar ter plaatse zoo
goed als geweken is, zullen te Den Bosch
25 man gereed worden gehouden om indien
zulks noodig zou zijn, assistentie te veriee-
nen.
Do stand van de Waal bij
Nijmegen.
N ij m e g e n, 2S Nov. De Waal toonde he
denmorgen slechts 1 c.M. val. De toestand
is clan ook weinig veranderd. In den hooi-
polder is men de situatie vrijwel geheel
meester.
HANDELS- EN LANDBOUWBANK.
Dc directeur van het Groningsch
bijkantoor gearresteerd.
Groningen, 28 Nov. De directeur van
het bijkantoor der Handels- en Landbouw-
bank te Groningen, M. H. W. die tevens di
recteur is van cle Groninger Discontobank,
is gisteren aangehouden en na verhoor
door den rcchter-commissaris in bewaring
gesteld. Hij wordt verdacht van het plegen
van onregelmatigheden in de administra
tie van beide banken.
Rotterdam, 28 Nov. Er Is vanmiddag
een nieuw element gekomen in de werk-
loozen-relletjes, dio sinds eenige dagen to
Rotterdam voorkomen, door de arrestatie*
van het communistisch gemeenteraadslid
G. van Burink. De heer v. B. heeft gister
avond in de vergadering in het Verkoop
lokaal ecnigc dingen gezegd, dio als op
ruiing worden beschouwd. Zoo heeft hij
verteld, dat de stakende landarbeiders in
Groningen, hem tijdens de staking aldaar
hebben meegedeeld, hoe men een agent to
paard onschadelijk kan maken, nl. door
hem zijn voet uit den stijgbeugel to trek
ken cn hem dan een beentje te lichten.
Voorts heeft hij aangedrongen op het
vernielen van ruiten in de Hoogstraat.
Deze feiten zijn gerapporteerd aan den
commissaris van den actie ven dienst, die
daarop twee rechercheurs heeft uitgezon
den met last den heer v. B. te arresteeren.
De rechercheurs troffen hem om 5 uur aan
op den Goudschen Singel, vanwaar zij hem
zonder dat zich een incident voordeed,
hebben overgebracht naar het hoofdbureau
van politie aan het Haagscho Veer, waar
de heer v. B. door den betrokken commis
saris is verboord. Daarna is hij in verze
kerde bewaring gesteld.
Den geheelen middag is het in de stad
onrustig geweest, zoodat de politie her
haaldelijk kleine samenscholingen uit el
kaar had moeten drijven. Daarbij is zoo nu
en dan druk van sabel cn gummistok ge
bruik gemaakt.
Tegen tienen verspreidde zich de tijding
onder de werkloozen en hun aanhang van
opgeschoten jongens, dat v. B. was gear
resteerd. Onmiddellijk trok een groote
troep naar het hoofdbureau, waar iedere
poging tot demonstratie door een geduch
te aframmeling in de kiem werd gesmoord.
Daarna is het nog lang zeer onrustig ge
bleven. De onruststokers zijn gaandeweg
afgezakt naar het politiebureau Lange To
renstraat-Oppert, waar zij het tot 11 uur
de politie geducht lastig hebben gemaakt.
Herhaalde malen heeft men hier moeten
chargeeren en de straten moeten lecg-
slaan. Tal van herriemakers hebben leelij-
ke klappen opgeloopen. Eerst laat in den
avond kon men de relletjesmakers zoo ver
spreiden over den Goudschon Singel, dat
het. met hun actio vrijwel gedaan was.
In den loop van den dag zijn twee per
sonen aangehouden. De een was een zee
man, die met een steen in zijn handen
betrapt werd, toen hij anderen aanzette tot
gooien op de politie en dc ander was een
jongen, die zich in een relletje verzette.
De eerste is wegens opruiing opgesloten,
de andere na kalmeering weer vrijgelaten.
Het is waarschijnlijk dat v. B. zal wor
den overgebracht naar het huis van bewa
ring. Immers herhaling van het misdrijf,
waaraan hij zich schuldig heeft gemaakt,
en waarvoor tot k jaar gevangenisstraf kan
worden gegeven, is te vreezen.
DE ONTSNAPTE GEVANGENEN TE
TUBBERGEN.
Weer aangehouden,
Tubbergen, 28 Nov In den afgeloopen
nacht zijn door de politie te Rotterdam ge
arresteerd Van E. cn G., heiden beruchte in
brekers, die eenige dagen geleden uit de po
litiecellen te Tubbergen wisten tc ontsnap
pen. Zij zijn van Rotterdam op transport ge
steld naar Almelo, waar zij hedenavond
door de politie te Tubbergen worden over
genomen cn naar die plaats worden over
gebracht. Zij hebben een reeks inbraken met
geweldpleging op hun geweten.
Door E. PHILLIPS OPPENHF.1M.
G9autoriseerde vertaling van
Mr. G. KELLER.
40
„Heeft u de politie er al in gekend?"
„Neen", antwoordde Lamartine. "Wij heb
ben alles naar Brazilië geschreven, met het
verzoek ons telegrafisch te antwoorden. In-
tusschen", ging hij een beetje aarzelend
voort, „heeft u het in de afgeloopen nacht
niet getroffen, dat juffrouw Delora het met
dien ploert van een Louis eens was en mee
gedaan heeft aan dien aanslag op mij?"
„Daar geloof ik niets van!"
Met een ietwat cynisch lachje merkte de
jongeman op:
„Toch zou het nog al natuurlijk zijn!"
„U zou toch niet in ernst willen beweren,
dat een jongedame van den stand van juf
frouw Delora zich zou verlagen om met een
oberkellner samen te zweren."
„Kapitein Rotherby", antwoordde mijn
nieuwe kennis, „ik weet van niets en ik be
grijp niets. Ik weet alleen, dat de geschie
denis van Delora mij niet minder dan mijn
chef in groote verlegenheid brengt. Wij heb
ben belangrijke mededeelingen voor den
heer Delora en hij is onvindbaar."
„Maar het is toch niet mogelijk, dat in
Londen een mensch verdwijnt!"
„Een mensch kan overal zoek raken", ant
woordde Lamartine droogjes, „als menschen
als Louis daar belang bij hebben. Intus-
schen is het toch niet verstandig van ons
onze wederzijdsche bevindingen met elkaar
te vergelijken, wanneer wij geen van beiden
iets met zekerheid weten. Mocht ik iets te
weten komen omtrent het verblijf van den
heer Delora
Ik reikte hem ijlings mijn kaartje over, er
bijvoegende:
„Laten wij elkarföer op de hoogte houden
Ik ben daartoe gaarne bereid."
Hij boog en met een vriendelijk handge
baar nam hij afscheid van mij.
HOOFDSTUK XXII.
Ik zag van het plan af om mij reeds in
den ochtend aan het hotel Milan te vervoe
gen, doch orn6tre?.ks vijf uur in den namid
dag stapte ik er binnen en gaf aan den hotel
portier mijn kaartje voor juffrouw Delora
af. Hij keek mij een beetje verbaasd aan,
maar ik verleide hem, dat ik door omstan
digheden gedwongen was mijn bezoek een
paar dagen uit te stellen.
„Vanmorgen heeft juffrouw Delora twee
maal naar u laten vragen, mijnheer, en ik
heb uw adres buiten de stad opgegeven."
„Dat is in orde", antwoordde ik. Maar is
intusschen de heer Delora al geschikt om
bezoek te ontvangen?"
„Nog niet, mijnheer, 't Is intuschen een
rare geschiedenis met diens terugkeer!
Geen sterveling heeft hem gezien."
Ik knikte, doch ging daar niet verder op
in. Kort daarop kwam de jongen, die mijn
kaartje had bovengebracht, terug met de
boodschap, dat het juffrouw Delora zeer
aangenaam zou zijn als ik boven kwam. Ik
volgde hem naar kamer 157 en, vond daar
Felicia alleen. Zij stond van de sofa op,
toen ik binnentrad, en wachtte tot de jongen
weer verdwenen was. Daarop strekte zij
haar beide handen uit en er lag iets in haar
blik, waaraan ik geen weerstand vermocht
te bieden. Ik schaamde mij plotseling om al
mijn booze verdenkingen.
„Dus u is toch maar teruggekomen?" zei-
de zij vriendelijk. „Ik vind dat zeer aardig
van u kapitein. Ik heb het eenzaam, ja
hcusch zeer eenzaam. Ik gevoel mij zenuw
achtig en niet op mijn gemakging zij
voort, naast mij staand en tot mij opziende.
„U kunt zich dat wel voorstellen, kapitein.
Ik had mij al zoovele jaren verheugd op
deze reis naar Londen, en nu is alles in de
wbr gestuurd en gevoel ik mij diep on
gelukkig."
„En uw oom?"
„Och men heeft mij voorgelogen!" riep zij
uit. „Hij is niet terug Ik ben geheel alleen.
ITij komt niet hier en men staat mij niet too
naar hem toe te gaan. Maar wilt u niet gaan
zitten, kapitein? U heeft toch geen haast? U
gaat toch niet direct weer weg?"
„Wel neen, vooral nu niet!" stelde ik haar
gerust. „Ik heb weer eens ervaren, dat de
wereld toch geweldig klein is. Ik kom hier
een formeel e vi6ite maken namens mijn
broeder die invalide is.
Zij keek mij met stómme verbazing aan
en verklaarde mij niet te begrijpen. Ik ver
telde haar van den brief van mijn broeder
uit Zuid-Amerika en zij luisterde met be-
langstcllling, waar tusschen zich ook een
weinig vrees mengde.
„Tóch wel wonderlijk, maar intusschen
ook wel aardig, verklaarde zij, toen ik ge
ëindigd was. „Maar vertel me eens, heeft uw
broeder in zijn brief het over oom Maurice
of over oom Ferdinand?"
„Hij heeft geen van beide voornamen ge
noemd, heeft alleen verklaard, dat een der
heeren Delora met zijn nichtje een bezoek
aan Londen zou brengen cn hij verzocht ons I
al wat in zijn vermogen lag te doen om hun
het verblijf zoo aangenaam mogelijk te ma
ken. Maar toen ik hierheen ging, is bij mij
onderweg een idee opgekomen."
„En dat is?"
„Waarom zou u niet met mij medegaan
naar Norfolk, naar mijn tante? Als ik haar
inlicht, zal zij dadelijk een telegram aan u
zenden en dan zouden wij allen tezamen op
Feitham, in het huis van mijn in Norfolk,
eenigen tijd kunnen doorbrengen. Hier ge
voelt u zich niet op uw gemak en verveelt u
zich doodelijk. Waarbij dan nog komt", liet
ik er met nadruk op volgen, „dat u hier in
aanraking komt met menschen, waarmee
u liefst niets moest te maken hebben."
„Als het me maar mogelijk was!" zeide zij
met een zucht, „als het me maar mogelijk
was!"
„Waarom niet? De heer Delora brengt aan
Londen bezoek met een introductie, welke
bij voorbaat voor mij een verbod inhoudt
om critiek uit te oefenen op zijn vrienden cn
kennissen, hoe wonderlijk die kring ook
rnoge zijn. Eén ding staat voor mij vast en
dat is, dan u hier niet alleen mag blijven,
orn op het eompas te zeilen van een ober
kellner om feitelijk naar de pijpen te dan
sen van menschen, van wier bestaan u zich
zelfs niet bewust mocht zijn. Kom, wees
flink en ga met mij mede!"
Een blosje kleurde haar wangen en haar
oogen glinsterden van opwinding.
„Ik ben hier tot niets nut!" riep ze uiL
„Waarom zou ik niet? En gaat u dan ook
mede kapitein Rotherby?"
'k zou u daarheen brengen en ik zou mijn
beste beentje voorzetten om u het leven
zoo prettig mogelijk te doen zijn."
„Nu dan vraag ik, of ik mag! Vanavond
py!"
„Aan wien? Aan Louis?"
„Neen antwoordde zij hoofdschuddend.
„Aan mijn oom."
„Ziet u hem dan?"
„Hij zal telefoneeren, hij heeft het be
loofd."
Ik boog mijn hoofd naar haar toe en om
vatte haar beide handen.
„Felicia, zeide ik houtweg, „ik ben een
vriend van u. De brief, waarover ik met u
heb gesproken, levert daarvoor het bewijs.
Ik wil alleen het goede voor je. Deel mij
toch mede, welke reden uw oom kan hebben
om zich op deze allerwonderlijkste wijze te
gedragen en zich ook maar één oogenblik
af te geven met menschen van het allooi van
Louis en zijn vrienden."
Elk spoor van opgewektheid verdween
weer van haar gelaat en zij zag er weer
even bleek en somber uit als te voren.
„Ik kan het u niet zeggen antwoordde
zij ten slotte. „Ik kan dat niet, omdat ik het
niet durf! Ik heb het beloofd! U moet niet
vergeten, dat oom zooveel jaren te Parijs
heeft vertoefd
„En ik meende, dat hij linea recta uit
Zuid-Amerika naar Europa was gekom«n!"
„Jawel, maar daarvóór moet u niet verge
ten!" riep ze haastig uit. Hij houdt nu een
maal van geheimzinnigheid. Hij vindt het
aardig om met wonderlijke menschen in
aanraking te komen. En ik geloof ook",
voegde zij er aan toe, „dat hij op het oo
genblik zaken onderhanden heeft, welke ter
wille van andere menschen geheim moeten
worden gehouden. Ja, ik begrijp best, dat u
dit alles erg vreemd moet toeschijnen. Maar
ik hoop, dat u zult aannemen, dat ik vol
dankbaarheid voor uw vriendelijkheid ben
en u graag alles zou medcdeelen als ik het
mocht?"
(Wordt vervolg^.