Champagne Nocton et Cie
J. A. SCHOTERMAN Zn.
DE ONTBOSSCHING WORDT EEN RAMP
per flesch f2.50
WILSONS' „ONGEVAARLIJKE" POOLTOCHT
EEN WAARSCHUWING
VOOR EUROPA
De natuur wreekt zich
WIJNHANDEL Utr.straat 17 Tel. 145
GEEN L00NSVERH00GING
IN DE MIJNEN
J. MUTTERS t
WIJZIGING VAN DE
0CTR00IWET
PER ONBERZEEER NAAR
'T BOORDEN
De technische uitrusting
icloor Prof. Dr. It. FRANCIS
demi Sec
Het groote evenwicht
verstoord.
Wanneer cle menschen de natuurwetten
niet begrijpen of minachtend voorbijgaan,
geraken zij altijd in strijd met de natuur
Hoe die strijd afloopt, kunnen wij zien aan
een treurig voorbeeld; de werkelijk ontstel
lende toestand, waarin bijna alle landen
van Zuid-Europa verkoeren. Zij hebben de
groote wet veracht die zegt dat in de na
tuur een volmaakt evenwicht tusscken de
verschillende natuurkrachten en levende
wezens heerschl, en dat icdor individu het
beste gedijen kan, wanneer allen ervoor
zorgen, dit evenwicht niet tc verstoren.
Er bestaat geon verzet tegen de natuur
wetten, geen „bcheerscbing der natuur",
zooals men in don modernen tijd zoo graag
zegt En als het een of andere wezen dit
evenwicht verstoort en tegen de wet zon
digt dan moet zijn daad zich op hemzelf
wreken. De oude bewoners van de landen
om de Middellandsche Zee schijnen deze
waarheid gekend te hebben, want zij be
schouwden de natuur als heilig, hetgeen in
de praktijk beleekent, dat zij haar niet re
deloos verwoestten. Zij kenden hun heilige
bosschen, die door hen werden ontzien.
De oorspronkelijke bewoners van Sicilië
tastten de groote bosschon op dat eiland
niet aan, de oude Grieken beschermden de
in hun land spaarzame bosschen door ze
te verklaren tot oen voorworp van gods
dienstige, vereering. De bergen van Syrië
naren bedekt met groote cedcrbosschen,
die men niet mocht betreden. Vóór den tijd
der Romeinen was Italië een met groene
bosschen bedekt land, dat door de oude
schrijvers in verrukte bewoordingen ge
schilderd wordt. Zoo moet in de oudheid
Sicilië een weelderig, vruchtbaar land zijn
geweest, tezamen mcr Egypte de koren
schuur der oude wereld. Do dichter Diodor
roemt de prachtige Siciliaansche meren, die
door dichte cikenbo§schen omringd waren
Hij zegt ergons: „In de kloven ruischtcn
bronnen met verkwikkend drinkwater; het
bloementapijt onder dc- boomen van het
woud was zóó dicht, dat de jachthonden
door de geur ervan het spoor van het wild
verloren.
Dat alles bestaat thans niet meer. In go
heel Zuid-Italië vindt men nu nog slechts
één groot bosch, het vroeger door roovers
beruchte Silowoud in Calabrié. Op Sicilië
vindt men noch bosschen, noch meren, de
„korenschuur" is uitgedroogd. Men voert
niet alleen geen koren meer uit, doch er
lieerscht zelfs hongersnood onder de boe
ren, die door een slocht pachtsysteem wor
den onderdrukt. Griekenland en de Alba-
nische gebergten zijr. een troostelooze
woestenij, alle randgebergten en eilanden
van do Oosiolijke helft der Middellandsche
Zee zijn ontboscht, de ceders van do Liba
non zijn op enkele na geveld, overal zijn dc
woeste gronden cn onvruchtbare rotsstre-
kon in oppervlakte toegenomen. Een para
dijs der menschelijke beschaving is uitge
droogd, ondergegaan, ontvolkt cn is nu voor
een groot deel van onwaarde geworden
■voor de beschaving. En dat alleen, omdat
men de natuurwet minachtte en het even
wicht door te groote ontbossching ver
stoorde.
Daar zijn dc Puniérs mee begonnen. In
lo omgeving van hun groote kustplaatsen
hebben zij de boomen cp de kustgebergten
geveld om hout te verkrijgen voor de sche
pen van hun groote handelsvloot. Dc Cav-
thagers hebben deze praktijken ongetwijfeld
overal voortgezet, waar zij slechts hun voet
zetten. Doch ook de Athoners zijn niet van
schuld vrij te pleiten, want voor den groo-
ten strijd met Syracuse, clie tenslotte het
verval van Athene ten gevolge had, hebben
zij heele bosschen gevold om schepen te
kunnen bouwen.
De rooftocht op het bosch is echter pas
op groote schaal voortgezet door de Romei
nen. Tot op zekere hoogte moesten zij na
tuurlijk rooien om voldoende ruimte te ver
krijgen voor hun steden. Dat is liet natuur
lijke recht van den rnensch en daartegen
is ook geen bezwaar. Hij mag echter niet
het evenwicht verstoren, anders koeren de
natuurwetten zich tegen den rustverstoor
der. Do Romeinen wisten niet het evenwicht
te bewaren, dat de natuur van hun land
eischic. Aanvankelijk bleef dc ontbos
sching nog binnen zekére grenzen, doch de
latere Romeinen braken met de eenvoudige
zeden en begonnen" oen systematische ver
woesting der natuur. Men zag nu den roof
bouw en een steeds verder gaand verlies
van alle natuurlijke gewoonten en denkwij
zen, waardoor het Rorneinsche volk en het
Jlomeinschc rijk tenslotte te gronde gericht
.werden.
De schaamteloozo speculanten reeds
tijdens de regeering van Caesar zelf de
lange rij der beruchte Rorneinsche multi
millionnairs en tenslotte de Byzantijnen lie
ten de bosschen kappen en het land op elke
manier uitbuiten. De Rorneinsche edelen uit
de eerste middeleeuwen beëindigden het
voor driekwart reeds verrichte werk. En
liet resultaat van dit alles? Het is voor con
natuurvriend werkelijk ontstellend, deze
«treken, die vroeger de «choonste cn vrucht
baarste van Europa waren, nu tc zien als
J-en dikwijls geheel woest land. Op enkele
uitzonderingen na zijn alle gebergten van
Zuid-Italië en Sicilië ontboscht, tcnvijl o'jk
langs de Adriatische Zee de Karsf, de Dal-
matische, Albanisché en Grieksche bergen
woest zijn geworden, evenals een groot deel
van Spanje, geheel Syrië cn bijna gchee1
Klein-Azie.
Kreta, Cyprus,, Malta.zijn.ontboscht. Over-
al ziet men kale rotsen, zandheuvels; de
breedc steenachtige beddingen dor bergri
vieren zijn bijna hei gcheele jaar droog, ter
wijl het water, dat soms bij de stortregens
neervalt, in enkele uren naar do zee is af
gevoerd, waarna het Jand weer wekon en
maanden lang ligt uit te drogen. Wilde,
naakte kalkbergen zonder het minste groen
strekken zich dagreizen ver uit, steen- on
kiezelwocstijnén maken allen landbouw on
mogelijk en zelfs dc geiten en andere die
ren, die men overal in het Zuiden vindt
sinds de landbouw er onmogelijk is, kun
nen hier niet leven.
Dc bevolking van deze streken is overa'
belangrijk in getal achteruitgegaan. Er kun
ncn nu niet meer zooveel menschen leven
als in de oudheid. Alleen door de ontbos
sching is de beschaving en de macht der
Grieken voor altijd voorbij. Na dc groote
overtreding tegen het bosch ging het aan
tal Giieken in Griekenland, Zuid-Italië en
Klein-Azië onrustbarend achteruit; men be
leefde er ongeveer hetzelfde, wat wij nu
in Frankrijk zien. Men stond vreemde vol
ken toe, zich in het land te vestigen; men
moedigde hen zelfs hiertoe aan. De Bal
kanvolken, die ten Noorden van Grieken
land gewoond hadden, trokken nu het land
binnen; zij waren geitenhoeders en gewend
aan een leven van armoede cn ontbering.
Zij namen de Grieksche zeden cn bescha
ving over, want zij kwamen als vreedzame
kolonisten. Doch de Griekscho geest kon
natuurlijk in hen niet leven en zoo ont
stond een Slavisch volk. dat eerst de vree-
sclijke tragedie der beschaving van het By
zantijnscho rijk te zien gaf en na do ver
overing daarvan door de Turken bleef
voortleven in de Bilkamoestanden, die men
nu nog aantreft. Turken en Bedouinen trok
ken naar Klein-A?ië en Syric, waar zij alle
sporen der Grieksche beschaving uitwisch-
ten.
Ontbossching een ramp!
In Zuid-Italië werd de Grieksche cultuur
verwoest door de Rorneinsche u'tbuiters.
wier werk voltooid word door cle groote
volksverhuizing. Ook andere landen heb
ben vreemde overheerschingen t-n oorlo-
Tcn gekend, ook daar zijn de volkeren door
heen getrokken bij de groote volksverhui
zing, zij hebben zich echter altijd weer we
ten te herstellen. In Zuid-Europa belette
echter het klimaat een nieuwe bebossching
cn daarmee was ook do mogelijkheid van
een weer opleven der beschaving uitgeslo
ten. Dit is juist wai de ondergang dor oude
beschaving zoo tragisch maakt.
Met Zuiden van Europa heeft. n.l. geen
klimaat, dat van nature tot boschvorming
leidt. Daardoor is o.a. een eerste vereischte.
dat perioden van droogte slechts bij uitzon
dering zes weken aanhouden en dat althans
eenmaal per jaar door een langdurigen re
genval de voorraat] grondwater, waarop de
boomen teren, wordt aangevuld. Waar dit
niet het geval is, vin.it men geen natuur
lijke bosschen; in Zuid-Rusland of in de
Hongaarsche laagvlakte staan geen boo
men, hoewel er nooit bosschen zijn uitge
roeid door menschenh.md; zij hebben een
voudig nooit bestaan. Waar er echter een
maal bosschen zijn, houden deze zichzelf
in stand, doordat zij de regenwolken hun
water doen afgeven. De regenval wordt
door de aanwezigheid van een bosch met
20 tot 60 verhoogd.
Zoo heeft men in beboschte streken een
harmonisch en natuurlijk evenwicht; waar
men dit evenwicht echter verstoort, kan
men onder bepaalde omstandigheden' het
klimaat zoo veranderen, dat dc jonge op
groeiende boompjes geen regen genoeg krij
gen en verdorren. Dit geschiedt in die stro
ken, die geen uitgesproken ..boschklimaat''
hebben en die door ontbossching juist de
per 12 fl. per fl. 25 cent korting)
grens overschreden en hun geschikthoid
voor den boschbouw vcrloron. En zoo'n kli
maat vindt men juist in dc l&ncfon om de
Middellandsche Zee. Daarom is daar ook
het eenmaal verwoeste bosch niet meer op
gegroeid cn het vonnis dor natuur over
deze aantasting van het bosch luidt, dat
deze landen nu veroordeeld zijn tot een
steeds verder gaande uitdroging.
(Nadruk verboden)
De Contact commissie voor
het mijnbedrijf heeft
vergaderd
Heerlen, 13 Dcc. Hedon kwam de
Contactcommissie voor het Mijnbedrijf in
vergadering bijeen. In verband met het ein
digen van de voor de jaren 1929—1930 ge
troffen regeling betreffende het jaarlijksch
verlof met behoud van loon verklaarden dc
directies zich bereid deze regeling tot einde
1931 tc verlengen. Eenige door do vakbon
den voorgestelde wijzigingen in de verlofs
bepalingen meenden do directies niet te
kunnen overnemen. Ten aanzien van de
opnieuw door den Nederlandsclien- en den
Frotestantsch-ChristeHjken Mijnworkersbond
gevraagde doorbetaling van loon op Chris
telijke feestdagen verwezen de directies
naar het standpunt, dat zij bij de vroegere
herhaaldelijk gehouden beraadslagingen
over deze aangelegenheid steeds hebben in
genomen. Naar aanleiding van het verzoek
van den R.K. Mfjnwerkersbond, den Protes-
tantscli-Christelijken Mijnworkersbond cn
dc Centrale van Werknemers in het Mijn
bedrijf om uitkeering van een Kerstgratifi
catie aan de arbeiders, deelden de direc
ties mede, dat evenals het vorig jaar aan
ie deren arbeider boven de 18 jaar een be
drag zal worden uitgekeerd van 5.—, ver
hoogd voor de gehuwde arbeiders mot 1
voor elk kind beneden de 14 jaar, waarvoor
gezinstocslag wordt, verstrekt
Voor de arbeiders beneden 18 jaar be
draagt de uitkeering 2.50. De directies
verklaarden niet te kunnen voldoen aan
den wcnsch om deze uitkeering ook uit te
strekken tot de gepensioneerden.
Een opnieuw door den Ncdcrlandschcn
Mynwerkersbond ingediend voorstel om do
loonen der minst betaalde arbeiders tc ver-
hoogen, werd door dc directies niet aan
vaardbaar geacht omdat bij den huidigen
toestand van de mijnindustrie aan loons-
verhoogingen niet te denken valt en zij bo
vendien bezwaar moeten maken tegen
maatregelen, welke ten gevolge zouden heb
ben, dat het verschil tusschcn de loonen
der geschoolde cn ongeschoolde arbeiders
wordt verminderd.
Bekend architect te
Den Haag.
's-Gravcuhagc, 15 Dec. In 72-jarigen
ouderdom is te Wassenaar, waar hij In de
latere jaren woonde, overleden de bekende
architect J. Mutters.
Tal van bouwkundigo werken van groote
beteekenis zijn in een tijdperk van een
halve eeuw onder architectuur van den heer
Mutters tot stand gekomen; genoemd mogen
worden hotel-restaurant „Central" aan de
Lange Poten, het hotel „Dc Tweo Steden",
het Zuid-Hollandsch Koffiehuis, dc uitbrei
ding van de Witte Sociëteit, een dertigtal
jaren geleden, aan het Plein, de toenmalige
lunchroom van Lensvelt Nicola aan de Voc-
nestraat, het heerenhuis aan den Wasse-
naarscheweg, tegenover de Bachm&nnstraat,
waar hij zelf vele jaren heeft gewoond, win-
kelperccelen als het City-magazijn aan de
Hoogstraat, de vroegere Bodega op den
hoek van de Hoogstraat en de Papestraat cn
ten slotte verscheidene villa's en landhuizen
te Wassenaar, waar hij architect-directeur
van de Bouwmaatschappij Park „Do Kiovit"
was.
De werken van den heer Mutters ken
merkten zijn smaakvollcn stijl, die niet een
zijdig was, doch waarin hij zich wist aan
te passen aan nieuwe stroomingen. Ook do
Belgische architectuur heeft invloed op zijn
arbeid gehad.
Dc heer Mutters was jarenlang lid van
den Raad van Bestuur van de Academie
van Beeldende Kunsten, dio herhaaldelijk
van zijn deskundige architectorale advie
zen profileerde.
Tevens was hij vele jaren lid van don
Raad van Bestuur van het Museum van
Kunstnijverheid en langen tijd voorzitter
van de Vereeniging „Arti et Industriac",
waarvan hij een van de oprichters was. Ook
hacl hij zitting in het bestuur van andere
organisaties als de Vereeniging tot Verede
ling van het Ambacht.
Hij was ridder in de orde van Oranje-
Nassau en het Legioen van Eer van Frank
rijk.
In breeden kring zal het heengaan van
architect Mutters met leedwezen worden
vernomen.
Het stoffelijk overschot zal Woensdag a.s.
te twaalf uur op Oud Eik en Duinen alhier
worden teraardebesteld.
Memorie van Antwoord
der Ministers
De regeering wordt gesteund
door vele adviezen
IN HET WATER GEVALLEN EN
VERDRONKEN.
Vel sen, 15 December. Zaterdagavond is
de wachtsman van het Ned. s.s. „Alpland",
liggende bij de papierfabriek alhier, bij het
aan boord helpen van zijn mede-opvaren
den, tusschen de boot en den steiger in het
Noordzcekanaal gevallen. Hoewel hij bc-,
trekkelijk spoedig werd opgehaald, bleven
alle pogingen om hem tot het leven terug
te brengen; vruchteloos.
Het lijk is door do politie naar de alge-
meene begraafplaats overgebracht.
Een expeditie, die optimistisch
wordt begonnen
Binnenkort vertrekt de Amerikaanscho
Poolreiziger Wilkins met- een onderzeeboot
naar Spitsbergen, waar de historische Ko
ningsbaai cle basis zal worden voor zijn es
peditie naar dc Noordpool. In Januari zal
Wilkins dan eerst kleinere vaarten onder
nemen om het terrein te verkennen; in Juni
of Juli zal hij pas met zijn onderzeeër on
der het ijs door varen en wel dwars over
den Pool naar Alaska. Wilkins wordt ver
gezeld door den Noorschen Poolonderzoe-
kei' Harold Sverdrup en door vier Ameri
kaanscho geleerden. De technische leiding
berust bij clen Amerikaanschen marineoffi
cier Danhower, die een groote ervaring
heeft op het gebied van dufkbooten. Hij
heeft tien technisch geschoolde mannen tot
zijn beschikking.
In Amerika worclen de voorbereidingen
voor deze expeditie met groote belangstel
ling gevolgd, voornamelijk omdat op één na
ullc deelnemers Amerikanen zijn. Het idee
is ook typisch Amerikuansch, want een
nuchter denkend mcnsch zal het plan van
den vliegenier Wilkins een fantastisch
waagstuk vinden. Doch juist het fantasti
sche trekt een Amerikaan aan. Het is ook
de eerzucht van het Amerikaansche volk.
dingen te volbrengen, die men in dc rest
der wereld voor onmogelijk houdt
Over deze expeditie bestaat reeds een gc
heele bibliotheek. Honderden natuuronder
zoekers cn andere geleerden, uitvinders,
waarzeggers en belangstellende burgers
KAPITEIN WILKINS.
zonden hun bijdragen en voorstellen naar
het bureau van Wilkins, die binnen het jaar
zijn plan in alle bijzonderheden had uitge
werkt In dien tusschentijd was een oor
logsduikboot der Amerikaansche marine
omgebouwd tot de duikboot voor zijn ex
peditie. En terwijl men vroeger zooveel
sprak over de moeilijkheden, die aan dezen
tocht, verbonden waren, doiiki men er nu
aan als aan de meest ongevaarlijke Pool
expeditie, die ooit is ondernomen.
Het is zeker waar, dat men nooii ccn
Poolexpeditie zoo optimistisch begonnen is.
Als men de opstellen der Amerikaansche
geleerden over dit onderwerp of de rede
voeringen van kapitein Wilkins zelf leest,
zou men denken, dat de tocht onder het ijs
een plezierreisje was. Elke moeilijkheid is
van tevoren onder het oog gezien, onder
zocht en opgeheven. De onderzeeër is een
technisch wonder, waarbij de „Nautilus"
van Jules Verne een armzalige kano was.
Is dit optimisme echter gerechtvaardigd?
Wij meenen van niet.
De grootste moeilijkheid is de onbetrouw
bare toestand van het ijs. Zal het mogelijk
zijn, op bepaalde tijdstippen naar de op
pervlakte te stijgen voor het doen van ver
schillende waarnemingen? Zal men althans
den luchtvoorraad van de boot tijdig kun
nen vernieuwen? Dit alles hangt af van do
dikte van de ijslaag.
Do technici meenen nu installaties to
hebben bedacht, die geschikt zijn voor de
meest dikke ijslaag. Het eenvoudigste en
tevens het krachtigste wapen der boot is
haar' eigen opwaarts stuwende kracht.
Wanneer de watertanks der boot leeg zijn,
bedraagt deze kracht 150 ton. Zij wordt ge
concentreerd in den zwaar gepantserden
toren op de commandobrug, die het ijs moet
doen barsten, waarna de bemanning de
boot door dezen toren kan verlaten. Wil
kins is n.l. van meening, dat in den zomer
deze ijslagen niet zoo dik zijn, of zij' barsten
bij een druk van 40 Ion.
Wanneer het ijs niet op dezo manier ge
broken kan worden, laat men aan den top
van den toren een cirkelzaag werken om
een gat uit het ijs te zagen en in geval van
nood bezit de boot nog een electrische
smeltinrichting en tenslotte spiraalboren,
die gaten in het ijs kunnen maken, waar
in men chemicaliën doet om het ijs te doen
smelten. „Zoo kunnen wij zelfs door ij3 van
4 M. dikte heenkomen I" roept Wilkins
enthousiast uit.
Doch al9 het ijs dikker is? Dan moet men
ook volgens Wilkins beneden blijven, doch
dan kan men nog gaten in het ijs boren
en daardoor lucht innemen. Deze gaten
Aan de Memorie van AntwoorJ op het
Wetsontwerp tot wijziging van de artikelen
35, 47 en 49 der Octrooiwet ontleenen we:
Toen indertijd in 1910 onze Octrooiwet tot
stand kwam is daarin oen termijn van 15
jaren als geldigheidsduur van het Octrooi
aangenomen, wijl zulks in overeenstemming
was met den duur van het octrooi, zooals
deze in het meerendeel der buitenlandeche
Octrooiwotten was vastgesteld. Het staat
foitolijk vast, dat sedert in vorschillendc bui
tenlandeche wetten, in het bijzonder in dc
latere jaren, do regeling van den geldig
heidsduur van het octrooi met enkele jaren
is verlengd.
Do regeoring heeft 1 ct advies ingewonnen
van den Nljvcrheidsraad en do Kamers van
Koophandel te Amsterdam en Rotterdam.
Do Nijverheidsraad vestigt, met erkenning
overigens van het nadeel, dat een voldoende
beschermingstormijn neeft als prikkel voor
dio industrieën, die groote sommen aanwen
den voor onderzoekingswerk, zulks op een
tijdstip, dat veelal Je praktijk nog niet voor
een directe toepass;ng der uitvinding rijp is,
cn die zich daartoo slochts dan verantwoord
zullen achten, indien zij zekerheid hebben,
dat hot aan het onderzoek bestede geld voor
haar vruchten zal dragen. Zijn ccnclusie is,
dat, gezien ook den in andere landen vast-
gesteldcn geldigheidsduur, de voorgestelde
verlonging als redelijk moet worden be
schouwd.
Do beide Kamers van Koophandel kon
den zich eveneens met dc voorgenomen ver
lenging vereenigen.
Gesteund door deze adviezen acht de re
georing de indiening van het onderhavig®
wetsontwerp zeker gerechtvaardigd
Indien de wet met de daaraan verbonden
hcrstelregeling ongewijzigd tot stand zou
komen, z ju zich het geval kunnen voor loen,
dat van een octrooi, hetwelk wegers niet-
belaling van de verschuldigde Jrarcijnsen
vervallen is vóór den afloop van 'Jon termijn
van 5 jaren, binnen wolken nietigverklaring
van een octrooi kan worden gevraagd, en
welk octrooi ingovolgo artikel 2, eer'te lid,
van het ontwerp zal kunnon herleiden geene
vordering tot nietigverklaring meer kan
worden ingediend, wijl de tijd, gedurende
welken het octrooi vervallen is geweest, vol
gens het tweede lid van dat artikel voor de
vaststelling van den duur wordt raedegere-
kend. Het schijnt gewenscht alsnog aan d't
pezwaar tegemoet te 1 omen door de bepaling
van artikel 2, tweede I'd, van het ontwerp in
dier voege aan te vullen, dat de daarin be
doelde tijd niet mcdelelt voor de toppa Ping
van den termijn, aangegeven in artikel 51,
lid 2 der Octrooiwet.
WIELRIJDERS OP HET RIJWEILPAD.
Een niet op den rijweg.
Door den Bond van Vrijwillige Verkeers-
Inspectiën in Nederland is aan den Minis
ter van Waterstaat een verzoekschrift ge
richt om aan wielrijders te verbieden bij
modern aangelegde wegen met een behoor
lijk rijwielpad gedacht wordt o.a. aan
liet gedeelte van den rijksweg Bcnnobroek—
Haarlem en den weg Soesterberg—Amers
foort van den grooten rijweg gebruik tc
maken.
Wielrijders zijn op de rijwegen, vooral bij
regenachtig weder wanneer er kans op slip
pen bestaat, een groot gevaar.
kan men zelfs nog maken in ijs van 20 M.
dikte.
Nu hoopt Wilkins cchtor, dut het in het
geheel niet noodig zal zijn, het ijs te bre
ken. Volgons zijn ervaringen, die door
Sverdrup en andere poolreizigers bevestigd
worden, vindt men 's zomers in de Poolzee
groote wakken in het ijs, zoodat de boot ge
makkelijk aan de oppervlakto kan komen.
Gevaar vol. invriezen schijnt ooh niet to
bestaan, omdat de temporatuur van het
water nog iets boven het vriespunt ligt.
Men kan de dikte van het ijs meten met
een vornuftig uitgedacht toestolletje, be
staande uit een langs het ijs loopend klein
rad, dat bevestigd is aan een lango, verti
caal beweegbare stang. Wanneer het schip
nu op dezelfde hoogte blijft varen en
eventuccle hoogteverschillen kunnon ook
gemeten en in rekening gebracht worden
dan geeft dus het op- en neergaan van het
wieltje het dunner resp. dikker worden van
het ijs aan.
Bovendien is de onderzeeër voorzien van
een installatie, waardoor een duiker onder
water in en uit het schip kan gaan; met
sterke schijnwerpers kan mon de onderzee-
sche fauna en flora bestudeeren door dc
kijkgaten met dik glas. Een bezwaar is
echter, dat het schip slechts 10 zeemijlen
kan varen zonder lucht in te nemen en 200
zondor de accumulatoren bij te laden. Toch
zou dc tocht zonder bezwaar gemaakt kun
nen worden en het optimisme der Ameri
kanen zou gerechtvaardigd zijn, als er
inderdaad geen andere moeilijkheden zijn
dan die men thans onder het oog gezien
heeft.
Doch onvoorziene moeilijkheden blijveu
er bestaan bij elke ontdekkingsreis in on
bekend gebied en de omstandigheden in het
water onder dc ijslaag der Poolzee zijn nog
absoluut onbekend. Men kan er allerlei on
aangename verrassingen beleven. De expe
ditie kan dus werkelijk „ongevaarlijk"
doch ook zéér gevaarlijk zijn. Zij heeft het
zelfde groote risico te verwachten als alle
andere ondorzoekingsreizon.
Dr. W. HEINEMAN.
(Nadruk verboden)'.