Champagne Nocton et Cie J. A. SCHOTERMAN Zn. DE ONTBOSSCHING WORDT EEN RAMP per flesch f2.50 WILSONS' „ONGEVAARLIJKE" POOLTOCHT EEN WAARSCHUWING VOOR EUROPA De natuur wreekt zich WIJNHANDEL Utr.straat 17 Tel. 145 GEEN L00NSVERH00GING IN DE MIJNEN J. MUTTERS t WIJZIGING VAN DE 0CTR00IWET PER ONBERZEEER NAAR 'T BOORDEN De technische uitrusting icloor Prof. Dr. It. FRANCIS demi Sec Het groote evenwicht verstoord. Wanneer cle menschen de natuurwetten niet begrijpen of minachtend voorbijgaan, geraken zij altijd in strijd met de natuur Hoe die strijd afloopt, kunnen wij zien aan een treurig voorbeeld; de werkelijk ontstel lende toestand, waarin bijna alle landen van Zuid-Europa verkoeren. Zij hebben de groote wet veracht die zegt dat in de na tuur een volmaakt evenwicht tusscken de verschillende natuurkrachten en levende wezens heerschl, en dat icdor individu het beste gedijen kan, wanneer allen ervoor zorgen, dit evenwicht niet tc verstoren. Er bestaat geon verzet tegen de natuur wetten, geen „bcheerscbing der natuur", zooals men in don modernen tijd zoo graag zegt En als het een of andere wezen dit evenwicht verstoort en tegen de wet zon digt dan moet zijn daad zich op hemzelf wreken. De oude bewoners van de landen om de Middellandsche Zee schijnen deze waarheid gekend te hebben, want zij be schouwden de natuur als heilig, hetgeen in de praktijk beleekent, dat zij haar niet re deloos verwoestten. Zij kenden hun heilige bosschen, die door hen werden ontzien. De oorspronkelijke bewoners van Sicilië tastten de groote bosschon op dat eiland niet aan, de oude Grieken beschermden de in hun land spaarzame bosschen door ze te verklaren tot oen voorworp van gods dienstige, vereering. De bergen van Syrië naren bedekt met groote cedcrbosschen, die men niet mocht betreden. Vóór den tijd der Romeinen was Italië een met groene bosschen bedekt land, dat door de oude schrijvers in verrukte bewoordingen ge schilderd wordt. Zoo moet in de oudheid Sicilië een weelderig, vruchtbaar land zijn geweest, tezamen mcr Egypte de koren schuur der oude wereld. Do dichter Diodor roemt de prachtige Siciliaansche meren, die door dichte cikenbo§schen omringd waren Hij zegt ergons: „In de kloven ruischtcn bronnen met verkwikkend drinkwater; het bloementapijt onder dc- boomen van het woud was zóó dicht, dat de jachthonden door de geur ervan het spoor van het wild verloren. Dat alles bestaat thans niet meer. In go heel Zuid-Italië vindt men nu nog slechts één groot bosch, het vroeger door roovers beruchte Silowoud in Calabrié. Op Sicilië vindt men noch bosschen, noch meren, de „korenschuur" is uitgedroogd. Men voert niet alleen geen koren meer uit, doch er lieerscht zelfs hongersnood onder de boe ren, die door een slocht pachtsysteem wor den onderdrukt. Griekenland en de Alba- nische gebergten zijr. een troostelooze woestenij, alle randgebergten en eilanden van do Oosiolijke helft der Middellandsche Zee zijn ontboscht, de ceders van do Liba non zijn op enkele na geveld, overal zijn dc woeste gronden cn onvruchtbare rotsstre- kon in oppervlakte toegenomen. Een para dijs der menschelijke beschaving is uitge droogd, ondergegaan, ontvolkt cn is nu voor een groot deel van onwaarde geworden ■voor de beschaving. En dat alleen, omdat men de natuurwet minachtte en het even wicht door te groote ontbossching ver stoorde. Daar zijn dc Puniérs mee begonnen. In lo omgeving van hun groote kustplaatsen hebben zij de boomen cp de kustgebergten geveld om hout te verkrijgen voor de sche pen van hun groote handelsvloot. Dc Cav- thagers hebben deze praktijken ongetwijfeld overal voortgezet, waar zij slechts hun voet zetten. Doch ook de Athoners zijn niet van schuld vrij te pleiten, want voor den groo- ten strijd met Syracuse, clie tenslotte het verval van Athene ten gevolge had, hebben zij heele bosschen gevold om schepen te kunnen bouwen. De rooftocht op het bosch is echter pas op groote schaal voortgezet door de Romei nen. Tot op zekere hoogte moesten zij na tuurlijk rooien om voldoende ruimte te ver krijgen voor hun steden. Dat is liet natuur lijke recht van den rnensch en daartegen is ook geen bezwaar. Hij mag echter niet het evenwicht verstoren, anders koeren de natuurwetten zich tegen den rustverstoor der. Do Romeinen wisten niet het evenwicht te bewaren, dat de natuur van hun land eischic. Aanvankelijk bleef dc ontbos sching nog binnen zekére grenzen, doch de latere Romeinen braken met de eenvoudige zeden en begonnen" oen systematische ver woesting der natuur. Men zag nu den roof bouw en een steeds verder gaand verlies van alle natuurlijke gewoonten en denkwij zen, waardoor het Rorneinsche volk en het Jlomeinschc rijk tenslotte te gronde gericht .werden. De schaamteloozo speculanten reeds tijdens de regeering van Caesar zelf de lange rij der beruchte Rorneinsche multi millionnairs en tenslotte de Byzantijnen lie ten de bosschen kappen en het land op elke manier uitbuiten. De Rorneinsche edelen uit de eerste middeleeuwen beëindigden het voor driekwart reeds verrichte werk. En liet resultaat van dit alles? Het is voor con natuurvriend werkelijk ontstellend, deze «treken, die vroeger de «choonste cn vrucht baarste van Europa waren, nu tc zien als J-en dikwijls geheel woest land. Op enkele uitzonderingen na zijn alle gebergten van Zuid-Italië en Sicilië ontboscht, tcnvijl o'jk langs de Adriatische Zee de Karsf, de Dal- matische, Albanisché en Grieksche bergen woest zijn geworden, evenals een groot deel van Spanje, geheel Syrië cn bijna gchee1 Klein-Azie. Kreta, Cyprus,, Malta.zijn.ontboscht. Over- al ziet men kale rotsen, zandheuvels; de breedc steenachtige beddingen dor bergri vieren zijn bijna hei gcheele jaar droog, ter wijl het water, dat soms bij de stortregens neervalt, in enkele uren naar do zee is af gevoerd, waarna het Jand weer wekon en maanden lang ligt uit te drogen. Wilde, naakte kalkbergen zonder het minste groen strekken zich dagreizen ver uit, steen- on kiezelwocstijnén maken allen landbouw on mogelijk en zelfs dc geiten en andere die ren, die men overal in het Zuiden vindt sinds de landbouw er onmogelijk is, kun nen hier niet leven. Dc bevolking van deze streken is overa' belangrijk in getal achteruitgegaan. Er kun ncn nu niet meer zooveel menschen leven als in de oudheid. Alleen door de ontbos sching is de beschaving en de macht der Grieken voor altijd voorbij. Na dc groote overtreding tegen het bosch ging het aan tal Giieken in Griekenland, Zuid-Italië en Klein-Azië onrustbarend achteruit; men be leefde er ongeveer hetzelfde, wat wij nu in Frankrijk zien. Men stond vreemde vol ken toe, zich in het land te vestigen; men moedigde hen zelfs hiertoe aan. De Bal kanvolken, die ten Noorden van Grieken land gewoond hadden, trokken nu het land binnen; zij waren geitenhoeders en gewend aan een leven van armoede cn ontbering. Zij namen de Grieksche zeden cn bescha ving over, want zij kwamen als vreedzame kolonisten. Doch de Griekscho geest kon natuurlijk in hen niet leven en zoo ont stond een Slavisch volk. dat eerst de vree- sclijke tragedie der beschaving van het By zantijnscho rijk te zien gaf en na do ver overing daarvan door de Turken bleef voortleven in de Bilkamoestanden, die men nu nog aantreft. Turken en Bedouinen trok ken naar Klein-A?ië en Syric, waar zij alle sporen der Grieksche beschaving uitwisch- ten. Ontbossching een ramp! In Zuid-Italië werd de Grieksche cultuur verwoest door de Rorneinsche u'tbuiters. wier werk voltooid word door cle groote volksverhuizing. Ook andere landen heb ben vreemde overheerschingen t-n oorlo- Tcn gekend, ook daar zijn de volkeren door heen getrokken bij de groote volksverhui zing, zij hebben zich echter altijd weer we ten te herstellen. In Zuid-Europa belette echter het klimaat een nieuwe bebossching cn daarmee was ook do mogelijkheid van een weer opleven der beschaving uitgeslo ten. Dit is juist wai de ondergang dor oude beschaving zoo tragisch maakt. Met Zuiden van Europa heeft. n.l. geen klimaat, dat van nature tot boschvorming leidt. Daardoor is o.a. een eerste vereischte. dat perioden van droogte slechts bij uitzon dering zes weken aanhouden en dat althans eenmaal per jaar door een langdurigen re genval de voorraat] grondwater, waarop de boomen teren, wordt aangevuld. Waar dit niet het geval is, vin.it men geen natuur lijke bosschen; in Zuid-Rusland of in de Hongaarsche laagvlakte staan geen boo men, hoewel er nooit bosschen zijn uitge roeid door menschenh.md; zij hebben een voudig nooit bestaan. Waar er echter een maal bosschen zijn, houden deze zichzelf in stand, doordat zij de regenwolken hun water doen afgeven. De regenval wordt door de aanwezigheid van een bosch met 20 tot 60 verhoogd. Zoo heeft men in beboschte streken een harmonisch en natuurlijk evenwicht; waar men dit evenwicht echter verstoort, kan men onder bepaalde omstandigheden' het klimaat zoo veranderen, dat dc jonge op groeiende boompjes geen regen genoeg krij gen en verdorren. Dit geschiedt in die stro ken, die geen uitgesproken ..boschklimaat'' hebben en die door ontbossching juist de per 12 fl. per fl. 25 cent korting) grens overschreden en hun geschikthoid voor den boschbouw vcrloron. En zoo'n kli maat vindt men juist in dc l&ncfon om de Middellandsche Zee. Daarom is daar ook het eenmaal verwoeste bosch niet meer op gegroeid cn het vonnis dor natuur over deze aantasting van het bosch luidt, dat deze landen nu veroordeeld zijn tot een steeds verder gaande uitdroging. (Nadruk verboden) De Contact commissie voor het mijnbedrijf heeft vergaderd Heerlen, 13 Dcc. Hedon kwam de Contactcommissie voor het Mijnbedrijf in vergadering bijeen. In verband met het ein digen van de voor de jaren 1929—1930 ge troffen regeling betreffende het jaarlijksch verlof met behoud van loon verklaarden dc directies zich bereid deze regeling tot einde 1931 tc verlengen. Eenige door do vakbon den voorgestelde wijzigingen in de verlofs bepalingen meenden do directies niet te kunnen overnemen. Ten aanzien van de opnieuw door den Nederlandsclien- en den Frotestantsch-ChristeHjken Mijnworkersbond gevraagde doorbetaling van loon op Chris telijke feestdagen verwezen de directies naar het standpunt, dat zij bij de vroegere herhaaldelijk gehouden beraadslagingen over deze aangelegenheid steeds hebben in genomen. Naar aanleiding van het verzoek van den R.K. Mfjnwerkersbond, den Protes- tantscli-Christelijken Mijnworkersbond cn dc Centrale van Werknemers in het Mijn bedrijf om uitkeering van een Kerstgratifi catie aan de arbeiders, deelden de direc ties mede, dat evenals het vorig jaar aan ie deren arbeider boven de 18 jaar een be drag zal worden uitgekeerd van 5.—, ver hoogd voor de gehuwde arbeiders mot 1 voor elk kind beneden de 14 jaar, waarvoor gezinstocslag wordt, verstrekt Voor de arbeiders beneden 18 jaar be draagt de uitkeering 2.50. De directies verklaarden niet te kunnen voldoen aan den wcnsch om deze uitkeering ook uit te strekken tot de gepensioneerden. Een opnieuw door den Ncdcrlandschcn Mynwerkersbond ingediend voorstel om do loonen der minst betaalde arbeiders tc ver- hoogen, werd door dc directies niet aan vaardbaar geacht omdat bij den huidigen toestand van de mijnindustrie aan loons- verhoogingen niet te denken valt en zij bo vendien bezwaar moeten maken tegen maatregelen, welke ten gevolge zouden heb ben, dat het verschil tusschcn de loonen der geschoolde cn ongeschoolde arbeiders wordt verminderd. Bekend architect te Den Haag. 's-Gravcuhagc, 15 Dec. In 72-jarigen ouderdom is te Wassenaar, waar hij In de latere jaren woonde, overleden de bekende architect J. Mutters. Tal van bouwkundigo werken van groote beteekenis zijn in een tijdperk van een halve eeuw onder architectuur van den heer Mutters tot stand gekomen; genoemd mogen worden hotel-restaurant „Central" aan de Lange Poten, het hotel „Dc Tweo Steden", het Zuid-Hollandsch Koffiehuis, dc uitbrei ding van de Witte Sociëteit, een dertigtal jaren geleden, aan het Plein, de toenmalige lunchroom van Lensvelt Nicola aan de Voc- nestraat, het heerenhuis aan den Wasse- naarscheweg, tegenover de Bachm&nnstraat, waar hij zelf vele jaren heeft gewoond, win- kelperccelen als het City-magazijn aan de Hoogstraat, de vroegere Bodega op den hoek van de Hoogstraat en de Papestraat cn ten slotte verscheidene villa's en landhuizen te Wassenaar, waar hij architect-directeur van de Bouwmaatschappij Park „Do Kiovit" was. De werken van den heer Mutters ken merkten zijn smaakvollcn stijl, die niet een zijdig was, doch waarin hij zich wist aan te passen aan nieuwe stroomingen. Ook do Belgische architectuur heeft invloed op zijn arbeid gehad. Dc heer Mutters was jarenlang lid van den Raad van Bestuur van de Academie van Beeldende Kunsten, dio herhaaldelijk van zijn deskundige architectorale advie zen profileerde. Tevens was hij vele jaren lid van don Raad van Bestuur van het Museum van Kunstnijverheid en langen tijd voorzitter van de Vereeniging „Arti et Industriac", waarvan hij een van de oprichters was. Ook hacl hij zitting in het bestuur van andere organisaties als de Vereeniging tot Verede ling van het Ambacht. Hij was ridder in de orde van Oranje- Nassau en het Legioen van Eer van Frank rijk. In breeden kring zal het heengaan van architect Mutters met leedwezen worden vernomen. Het stoffelijk overschot zal Woensdag a.s. te twaalf uur op Oud Eik en Duinen alhier worden teraardebesteld. Memorie van Antwoord der Ministers De regeering wordt gesteund door vele adviezen IN HET WATER GEVALLEN EN VERDRONKEN. Vel sen, 15 December. Zaterdagavond is de wachtsman van het Ned. s.s. „Alpland", liggende bij de papierfabriek alhier, bij het aan boord helpen van zijn mede-opvaren den, tusschen de boot en den steiger in het Noordzcekanaal gevallen. Hoewel hij bc-, trekkelijk spoedig werd opgehaald, bleven alle pogingen om hem tot het leven terug te brengen; vruchteloos. Het lijk is door do politie naar de alge- meene begraafplaats overgebracht. Een expeditie, die optimistisch wordt begonnen Binnenkort vertrekt de Amerikaanscho Poolreiziger Wilkins met- een onderzeeboot naar Spitsbergen, waar de historische Ko ningsbaai cle basis zal worden voor zijn es peditie naar dc Noordpool. In Januari zal Wilkins dan eerst kleinere vaarten onder nemen om het terrein te verkennen; in Juni of Juli zal hij pas met zijn onderzeeër on der het ijs door varen en wel dwars over den Pool naar Alaska. Wilkins wordt ver gezeld door den Noorschen Poolonderzoe- kei' Harold Sverdrup en door vier Ameri kaanscho geleerden. De technische leiding berust bij clen Amerikaanschen marineoffi cier Danhower, die een groote ervaring heeft op het gebied van dufkbooten. Hij heeft tien technisch geschoolde mannen tot zijn beschikking. In Amerika worclen de voorbereidingen voor deze expeditie met groote belangstel ling gevolgd, voornamelijk omdat op één na ullc deelnemers Amerikanen zijn. Het idee is ook typisch Amerikuansch, want een nuchter denkend mcnsch zal het plan van den vliegenier Wilkins een fantastisch waagstuk vinden. Doch juist het fantasti sche trekt een Amerikaan aan. Het is ook de eerzucht van het Amerikaansche volk. dingen te volbrengen, die men in dc rest der wereld voor onmogelijk houdt Over deze expeditie bestaat reeds een gc heele bibliotheek. Honderden natuuronder zoekers cn andere geleerden, uitvinders, waarzeggers en belangstellende burgers KAPITEIN WILKINS. zonden hun bijdragen en voorstellen naar het bureau van Wilkins, die binnen het jaar zijn plan in alle bijzonderheden had uitge werkt In dien tusschentijd was een oor logsduikboot der Amerikaansche marine omgebouwd tot de duikboot voor zijn ex peditie. En terwijl men vroeger zooveel sprak over de moeilijkheden, die aan dezen tocht, verbonden waren, doiiki men er nu aan als aan de meest ongevaarlijke Pool expeditie, die ooit is ondernomen. Het is zeker waar, dat men nooii ccn Poolexpeditie zoo optimistisch begonnen is. Als men de opstellen der Amerikaansche geleerden over dit onderwerp of de rede voeringen van kapitein Wilkins zelf leest, zou men denken, dat de tocht onder het ijs een plezierreisje was. Elke moeilijkheid is van tevoren onder het oog gezien, onder zocht en opgeheven. De onderzeeër is een technisch wonder, waarbij de „Nautilus" van Jules Verne een armzalige kano was. Is dit optimisme echter gerechtvaardigd? Wij meenen van niet. De grootste moeilijkheid is de onbetrouw bare toestand van het ijs. Zal het mogelijk zijn, op bepaalde tijdstippen naar de op pervlakte te stijgen voor het doen van ver schillende waarnemingen? Zal men althans den luchtvoorraad van de boot tijdig kun nen vernieuwen? Dit alles hangt af van do dikte van de ijslaag. Do technici meenen nu installaties to hebben bedacht, die geschikt zijn voor de meest dikke ijslaag. Het eenvoudigste en tevens het krachtigste wapen der boot is haar' eigen opwaarts stuwende kracht. Wanneer de watertanks der boot leeg zijn, bedraagt deze kracht 150 ton. Zij wordt ge concentreerd in den zwaar gepantserden toren op de commandobrug, die het ijs moet doen barsten, waarna de bemanning de boot door dezen toren kan verlaten. Wil kins is n.l. van meening, dat in den zomer deze ijslagen niet zoo dik zijn, of zij' barsten bij een druk van 40 Ion. Wanneer het ijs niet op dezo manier ge broken kan worden, laat men aan den top van den toren een cirkelzaag werken om een gat uit het ijs te zagen en in geval van nood bezit de boot nog een electrische smeltinrichting en tenslotte spiraalboren, die gaten in het ijs kunnen maken, waar in men chemicaliën doet om het ijs te doen smelten. „Zoo kunnen wij zelfs door ij3 van 4 M. dikte heenkomen I" roept Wilkins enthousiast uit. Doch al9 het ijs dikker is? Dan moet men ook volgens Wilkins beneden blijven, doch dan kan men nog gaten in het ijs boren en daardoor lucht innemen. Deze gaten Aan de Memorie van AntwoorJ op het Wetsontwerp tot wijziging van de artikelen 35, 47 en 49 der Octrooiwet ontleenen we: Toen indertijd in 1910 onze Octrooiwet tot stand kwam is daarin oen termijn van 15 jaren als geldigheidsduur van het Octrooi aangenomen, wijl zulks in overeenstemming was met den duur van het octrooi, zooals deze in het meerendeel der buitenlandeche Octrooiwotten was vastgesteld. Het staat foitolijk vast, dat sedert in vorschillendc bui tenlandeche wetten, in het bijzonder in dc latere jaren, do regeling van den geldig heidsduur van het octrooi met enkele jaren is verlengd. Do regeoring heeft 1 ct advies ingewonnen van den Nljvcrheidsraad en do Kamers van Koophandel te Amsterdam en Rotterdam. Do Nijverheidsraad vestigt, met erkenning overigens van het nadeel, dat een voldoende beschermingstormijn neeft als prikkel voor dio industrieën, die groote sommen aanwen den voor onderzoekingswerk, zulks op een tijdstip, dat veelal Je praktijk nog niet voor een directe toepass;ng der uitvinding rijp is, cn die zich daartoo slochts dan verantwoord zullen achten, indien zij zekerheid hebben, dat hot aan het onderzoek bestede geld voor haar vruchten zal dragen. Zijn ccnclusie is, dat, gezien ook den in andere landen vast- gesteldcn geldigheidsduur, de voorgestelde verlonging als redelijk moet worden be schouwd. Do beide Kamers van Koophandel kon den zich eveneens met dc voorgenomen ver lenging vereenigen. Gesteund door deze adviezen acht de re georing de indiening van het onderhavig® wetsontwerp zeker gerechtvaardigd Indien de wet met de daaraan verbonden hcrstelregeling ongewijzigd tot stand zou komen, z ju zich het geval kunnen voor loen, dat van een octrooi, hetwelk wegers niet- belaling van de verschuldigde Jrarcijnsen vervallen is vóór den afloop van 'Jon termijn van 5 jaren, binnen wolken nietigverklaring van een octrooi kan worden gevraagd, en welk octrooi ingovolgo artikel 2, eer'te lid, van het ontwerp zal kunnon herleiden geene vordering tot nietigverklaring meer kan worden ingediend, wijl de tijd, gedurende welken het octrooi vervallen is geweest, vol gens het tweede lid van dat artikel voor de vaststelling van den duur wordt raedegere- kend. Het schijnt gewenscht alsnog aan d't pezwaar tegemoet te 1 omen door de bepaling van artikel 2, tweede I'd, van het ontwerp in dier voege aan te vullen, dat de daarin be doelde tijd niet mcdelelt voor de toppa Ping van den termijn, aangegeven in artikel 51, lid 2 der Octrooiwet. WIELRIJDERS OP HET RIJWEILPAD. Een niet op den rijweg. Door den Bond van Vrijwillige Verkeers- Inspectiën in Nederland is aan den Minis ter van Waterstaat een verzoekschrift ge richt om aan wielrijders te verbieden bij modern aangelegde wegen met een behoor lijk rijwielpad gedacht wordt o.a. aan liet gedeelte van den rijksweg Bcnnobroek— Haarlem en den weg Soesterberg—Amers foort van den grooten rijweg gebruik tc maken. Wielrijders zijn op de rijwegen, vooral bij regenachtig weder wanneer er kans op slip pen bestaat, een groot gevaar. kan men zelfs nog maken in ijs van 20 M. dikte. Nu hoopt Wilkins cchtor, dut het in het geheel niet noodig zal zijn, het ijs te bre ken. Volgons zijn ervaringen, die door Sverdrup en andere poolreizigers bevestigd worden, vindt men 's zomers in de Poolzee groote wakken in het ijs, zoodat de boot ge makkelijk aan de oppervlakto kan komen. Gevaar vol. invriezen schijnt ooh niet to bestaan, omdat de temporatuur van het water nog iets boven het vriespunt ligt. Men kan de dikte van het ijs meten met een vornuftig uitgedacht toestolletje, be staande uit een langs het ijs loopend klein rad, dat bevestigd is aan een lango, verti caal beweegbare stang. Wanneer het schip nu op dezelfde hoogte blijft varen en eventuccle hoogteverschillen kunnon ook gemeten en in rekening gebracht worden dan geeft dus het op- en neergaan van het wieltje het dunner resp. dikker worden van het ijs aan. Bovendien is de onderzeeër voorzien van een installatie, waardoor een duiker onder water in en uit het schip kan gaan; met sterke schijnwerpers kan mon de onderzee- sche fauna en flora bestudeeren door dc kijkgaten met dik glas. Een bezwaar is echter, dat het schip slechts 10 zeemijlen kan varen zonder lucht in te nemen en 200 zondor de accumulatoren bij te laden. Toch zou dc tocht zonder bezwaar gemaakt kun nen worden en het optimisme der Ameri kanen zou gerechtvaardigd zijn, als er inderdaad geen andere moeilijkheden zijn dan die men thans onder het oog gezien heeft. Doch onvoorziene moeilijkheden blijveu er bestaan bij elke ontdekkingsreis in on bekend gebied en de omstandigheden in het water onder dc ijslaag der Poolzee zijn nog absoluut onbekend. Men kan er allerlei on aangename verrassingen beleven. De expe ditie kan dus werkelijk „ongevaarlijk" doch ook zéér gevaarlijk zijn. Zij heeft het zelfde groote risico te verwachten als alle andere ondorzoekingsreizon. Dr. W. HEINEMAN. (Nadruk verboden)'.

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1930 | | pagina 6