HAWEKO OPRUIMING mmsmmmm dagblad C.DEJAGER t Fa. B. KRAAL QPRummo BOODSCHAPPEN TASSCHEN NIEUW PARIJS De Verdwenen Oelora -DE eemlander: BBsgnBBBrasRiroianBmB Bieeeelaed DE FIJNSTE ZEEUWSCHE OESTERS ALLEEN in Glastra's Vischhandel Zaterdag 27 December 1930 29e Jaargang No. 152 NABETRACHTING OVER DEN GEMEENTERAAD 'LANGESTRAAT19» IsiVSOKïNG HEMDENl I LANGESTRAAT 26 Kinder- en Dames- taschfes Portemonnaie's Lijstenmakerij en Kunsthandel ÉN.V. COMPAGNIE LYONNAISE A B. RUITENBERG Hzn. .IMPERIAL" Utrechtschestraat 40 - Telefoon 92 Mogen op geen Feesttafel ontbreken! isr* Tijdig bestellen! -n ITet wcrkloozenvraagstuk hee'ft Dinsdag avond weer eens het raadsdebat voor een goed deel beheerecht. Het begon al bij de ingekomen 6tukken, waarbij een schrijven was van Burg. en Wethouders met mede deel in gen over de werkverschaffing. De Jieer Polder wees op een schrijven van den minister, waarin deze de volgende eischen stelt: 1. Bij de werkverschaffing moot 30 uur per week gewerkt worden. 2. Het uurloon moet met 2 cent verlaagd worden. 3. De halve zieklepremie moet worden af gehouden. 4. Kindertoeslag moet vervallen. Op een vraag van den heer Polder ver wees wethouder Ruitenberg naar de zin snede in het ministericelc schrijven, dat zoo de gemeente de geéischte medewerking niet verleent, de Rijkssteun zal worden in gehouden, terwijl de minister zich nog zal beraden, wat hem dan verder tc doen staat. Ten volle dus, de stok achter de deur. Men kan dit schrijven wel betreuren en afkeu ren, er zit echter niet anders op, dan zich er hij neer te leggen, zelfs ter wille van de werkaloozen. Want een zich verzetten zou zeker ten gevolge hebben, dat de crisis- steun in hooge mate zou worden belemmerd cn ook vrij zeker benadeeld. Wij denken hierbij aan een uitdrukking van den heer Schrijver, die hij een soortgelijk geval in den Raad zei: Als het niet kan, kan het niet. Ook de lieer Polder begreep de logica hiervan, maar wenschtc toch ccn protest te laten hooren on diende daartoe een motie in, welke ten slotte zonder hoofdelijke stem xning werd aangenomen. Van het standpunt van den heer PoldeP is het indienen dezer motie wel te verklaren, maar meer dan een „gebaar" kan men het toch niet noemen. Het eigenlijke debat kwam pas bij het adres van den Amersf. Bestuurdcrsbond, waarbij werd verzocht wijziging van de re geling van den crisissteun. Op zakelijke wij ze zette de heer Polder de volstrekt niet overdreven crisis uiteen cn hadden de raadsleden alleen hun gevoel kunnen laten spreken, dan zou zeker aan alle wenschen zijn tegemoet gekomen. Maar 'er zijn nu eenmaal regelen gesteld, welke liet bleek weer eens uit het schrijven van den minis ter, sterk beinvloed worden door den Haag. Tm het gevaar is volstrekt niet denkbeeldig, dat, zooals de heer Lonkbuyzcn het uitdruk te „het gevaarlijk is thans te mieren" en [misschien het risico te loopen, dat d*», be staande regeling verslechterd wordt. Boven dien kan men Burg. en Wethouders toch moeilijk verwijten geen open oog te hebben voor het werkloozonvraagstuk. Do Amers- foortsche regeling: maakt tegenover andere een goed figuur en de Burgemeester wees er nadrukkelijk op, dat B. en W. steeds stre ven naar een verbeterde regeling. Boven- dien moet niet uit het oog worden verlo ren, dat er nog andere inwoners der gemeen te zijn, die even goed cn ook even zwaar door de malaise worden getroffen. T.von noodzakelijk is het tc zorgen, het gemeen telijk budget niet dermate te drukken door werkloozensteun, dat vele andere malaise- slachtoffars niet nog eens worden getroffen <loor gemeentelijke maatregelen. Een heel eenvoudige oplossing deed de heer Vcrhey aan de hand. We moeten zor gen, dat de geschoolde arbeiders werk krij gen, we hebben het genoeg bij do gemeente, maar het schiet niet op. De menschen, die dit werk noocleloos ophouden (Ged. Staten) moeten worden overtuigd, dat liet noodza kelijk is, dat de grootc plannen worden goedgekeurd. Op de publieke tribune klonk een onderdrukt applaus na deze woorden. Wethouder Ruitenberg gaf in antwoord hierop een opsomming van werken, die reeds zijn goedgekeurd in totaal voor 558.000 cn van werken, die nog op goed keuring wachten, in totaal voor 833.000. Alweer een bewijs, dat het College niet heeft stilgezeten. Maar ook een bewijs, dat het toch niet zoo heel gemakkelijk is cn men er niet is met te zeggen: geef ze werk. Trouwens in de geschiedenis van het werk loosheidsvraagstuk zijn reeds lang dergelij ke klanken als van den heer Vcrhey ge hoord. Reeds in 1901 schreef Grculich in „Arbsitslosen-Unterstützung und Arbcits- nachweis", dat als regel moet worden ge steld: „de werkeloosheid is niet aan den schuld van den arbeider le danken", liet groote aantal werkeloozcn wordt door de crisis en door het gebrek aan werk bepaald, cn niet door het gedrag der enkele arbei ders". En omtrent de te vcrleenen hulp zegt Greulich: „de beste hulp voor werkeloozen is, hun werk te geven en dc moderne arbei ders onderscheiden zich daardoor het meest van liet proletariaat van het oude Rome, dat zij niet zooals dit „brood en spelen" vei*6 langen, maar in de eerste plaats werk cn slechts voor zoover dit niet kan worden ge geven, ook brood. Uitzonderingen zullen cr zeker altijd zijn, maar het meerendcel der arbeiders wil brood door eerlijken arbeid". Ook het in 1903 uitgebrachte werkeloos- heidsrapport, samengesteld door J. C. Ce ton en S. Pothuis laat zich in dien geest uit. „Van de middelen tot voorkoming van do gevolgen der werkeloosheid verdient de ver zekering dc voorkeur en wel in dien vorm, dat de vakvereenigingen werkeloosheids- verzekeringen invoeren, die gesubsidieerd worden door de Gemeente" zegt dit raport. Maar er wordt ook aandacht geschonken aan de werkverschaffing. Een der vragen aan de organisaties luidde: Hoc is Uwe mee ning omtrent werkverschaffing? De Christ. Bond van Sigarenmakers vond werkverschaffing bij wijze van barmhartig heid hoogst afkeurenswaardig, daar dit na deel ig voor een volk werkt". De Gemeentelijke Werklicdcnbond ant woordde, dat werkverschaffing „demorali- seerend werkt"- de Metaalbewerkers noem den het „geen middel tot bestrijding der werkloosheid" en beweerden zelfs dat het „absoluut niets helpt" terwijl de Stucadoors het voor „zonder eenig resultaat houden". Wel eigenaardig is het, dat D. J. Wijnkoop in een bespreking van dit rapport zegt, dat die menschcmuit gebrek aan ervaring wat boud spreken. En dan zegt hij: „Het doen uitvoeren van Staats- en Gemeentewerken in tijden van werkeloosheid, „zooveel moge lijk planmatig" verdeeld, „passende arbeid" dus met „passend loon" gelijk het in het rapport heet, zal stellig de nadecvige gevel- gen der .werkloosheid kunnen temperen cn moet gelijk de gedelegeerden van het wer- keloosheidscomité doen, staat cn gemeente tot plicht worden gesteld". Wc zouden nog kunnen wijzen op do ïu,- lerpellatie.-Troelstra inzake de werkloos heid, wolke 14 Oct. 1908 in dc Tweede Ka mer gehouden werd en. waarbij mr. TroeL- stra zich met nadruk losmaakte van de Marxistische crisis-theorie en zich rnet de noodige voorzichtigheid uitliet over de „Ver- j elendungstheorie". Verder op de ondervin dingen opgedaan bij de tc werkstelling van v erkloozen bij verschillende Rijks- en; Pro vinciale werken. Maar wc mccncn voldoen de aangetoond to hebben, dat we met hot simpele „geef ze werk" er niet zijn. Ook wij vinden dat de eenig goede oplossing, maar erkennen tevens, dat de praktijk het niet al tijd mogelijk maakt het theoretisch goed te verwezenlijken. Vandaar dan ook, dat hij één zijn van gedachte en wil, zij die niet met de praktische uitvoering zijn belast er vaak zoo lieel anders tegenover staan dan zij, die slechts aan tc geven hebben, lioa ze liet wel graag zouden willen hebben. Voor 't overige meenen we wel naar liet verslag in ons blad van Woensdag tt mogen er wij zen. GROOTE SORTEERING Pull-Overs, Truien, Vesten Sportkousen, Slobkousen Sokken, Handschoenen met bont of wol Uirecbtschesit-aat Tel. 633 Arnh. weg 32 Tel. 1069 HET ADRES VOOR CADEAUX - Steeds iets 3parts tegen billijke prijzen TRECHT IEI5T UTRECHTSCKEWEG 10 TEL. 17S AMERSFOORT ÜP IJtr. straat 26 - Tel. 243 van Coupons, Restanten geschikt voor Costuum, Overjas, a Demi, Mantel enz B Leer div. uitvoeringen. LANGESTR. 33 TEL. 308 UIT DE STAATSCOURANT. Benoemd tot substituut-griffier bij de rechtbank te Amsterdam mr. F. Tholleman, advocaat te Botterdam; te Ticl mr. G. van Itallie, advocaat en pro cureur en wnd. griffier bij de rechtbank te Ticl. Met ingang van 1 Jan. '31 wordt do ma joor F. B. Mensing van het 13e regiment in fanterie overgeplaatst naar het 21c regiment infanterie met bestemming voor de functie van ipajoor voor speciale diensten van dit corps en de majoor A. N. C. F. Keyzer van het 21e reg. infanterie overgeplaatst naar het lGe regiment infanterie met bestemming voor de functie van hoofdinstructeur-com mandant van de regimentsschool hij dit corps; do officier van gezondheid lc klasse A. C. N. Janssen van liet militaire hospitaal te Utrech wordt met ingang van 2 Jan. '31 voor den tijd van twee maanden gedeta cheerd ten bureele van den inspecteur van den geneeskundigen dienst der landmacht lc 's-Gravenhage; de 2c luitenant J. C. van Ilouweringe van het 18e regiment infanterie is overgeplaatst bij het corps pontonniers cn torpedistcn cn bestemd \oor het garnizoen Dordrecht. Den verificateur der invoerrechten en ac- cynsen M. Danser tc Rotterdam de persoon lijke titel van controleur der invoerrechten en accynsen verleend, cn is met 1 Jan. be noemd tot verificateur der invoerrechten te Rotterdam P. N. Fabcr, kommies-verifica teur der directe belasting aldaar. Benoemd tot ontvanger der directe be lastingen en accynzen te Meersscn J. N. van Dieten Rijksklerk der directe belasting, in voerrechten en accynzen ter inspectie Sit tard. Met ingang van 1 Januari is aan E. Sla terus te Utrecht op zijn verzoek eervol ont slag verleend als commies bij het staats- boschbehecr. AUTO TE WATER. Een geneesheer verongelukt. Slagharen, 24 Dec. Hedenavond reed dr. Cysouw, geneesheer, tc Lutten, met zijn auto jn het kanaal. JHij verdronk jammer lijk. Het ongeluk is waarschijnlijk gebeurd doordat de wagen slipte. Dr. C. was eerst korten tijd geleden ge huwd cn had zich toen te X-uttcii gevestigd. DE NAGEMAAKTE LAMPJES VAN BOGTMAN. Geen overtreding van de auteurswet. A ni s t c r d a m, 23 Dcc. De Vijfde Kamer der Rechtbank deed heden uitspraak in de strafzaak tegen den 31-jarigen directeur van een Naaml. Vennootschap J. S. tc Hil versum, die terecht had gestaan, verdacht van overtreding van dc auteurswet. Verd. zou de versiering van lampjes, ont- VRIJ NEDERLAND. (Alle rechten voorbehouden). Zwaar-gebaarde mannen zitten Met hun baard hier in de maag, Maandags als de kappers sluiten Ons wacht dus een baarden-plaag! Heeren met te lange lokken Zitten dan, hoe wonderbaar. Zelfs met lieven gladdon knikkei\ Met de handen in het haar! Permamenten 's Maandagsmiddags Zal hier voortaan niet oneer gaan, Ongepermanent zal ieder Permanent „geschoren" staan! Bobby-, Shinglcd-, page-knippen, Doet men op deez' middag niet, Bij 't beruchte Maandag-,.houden" Komt dit MaandagschC verdriet! Alle wceksche dagen werken Is iets uit de oude doos! Daardoor zijn wc 's Maandagsmiddags Voortaan heerlijk „kapper-loos" 't Is me toch een rare wereld, In deoz' hoogst beschaafden tijd! Overal heerscht een malaise En die zijn we nog niet kwijt! Wie geen arbeid meer kan vinden, Kijkt men vaak als „pauper" aan, Wie wil werken wordt het wett'lijk Af cn toe niet toegestaan! Zakcnmenschen lobben, zwoegen, Hcusch daar weten w'alles van! En dc* Slaat, die 't wenk verbiedt som? Klopt wel om do winsten an! 't Is in dezen tijd van „vrijheid" Dat de Nedcrlandsche wet, Voor de kwijnende bedrijven Soms nog 't woord „Gesloten" zet! Zoo drijft men in 't duro Holland Met onz' vlijt en werklust spot! 'k Vraag me af: „Waarom niet alles In de toekomst hier op slot! 's Zaterdags één uurtje open Was misschien nog niet zoo slecht Op dat uur kon dan de fiscus Met het dwangbevel terecht. GROEGROE. worpen door den Kunstnijvcraar Bogtman hebben nagemaakt. De rechtbank sprak verd. vrij, daar zij de tenlastegclcgcle feiten niet bewezen achtte. EEN BRUTAAL STUKJE. 's-G r a v e n h a g e, 24 Dec. Bij de firma fj, op de Laan van Meerdcrvoort werd giste ren plotseling cfe deur opengeworpen en kwam een man den winkel binnen. Hij deed een greep in een collectie byou- terieen, welke uitgestald waren en ging er vandoor met een collier, dat echter later slechts een imitatie-collier bleek tc zijn. Do man holde weg, doch werd achtervolgd Gedurende deze achtervolging wierp hij het collier weg en wist zelf le ontkomen. De minst behoeftige is hij, die 't minst begeert. SEN EC A. Door E. PHILLIPS OPPENHEIM. Geautoriseerde vertaling van Mr. G. KELLER. G2 „Waarom vraagt u dat riep Delora ver. baasd uit. „Omdat ik haar wil trouwen," antwoord de ik. „Als u tot overmorgen wacht n.et iets te doen, kapitein Rotherby, dan kunt u haar trouwen en krijgt u een huwelijksgift van vijftig duizend pond mede naast wat oom Nicholas haar wil schenken." „U overstelpt mij!" riep ik, terwijl ik liaar de deur toeging. Hij maakte geen enkel gebaar dal er op doelde dat hij mij tegen wilde houden. Plot seling keerde ik mij tot hem. Waarom zou ik hem nog niet een enkele kans geven? „Mijnheer Delora", zeide ik. „van het oogenblik af, dat u op het Charing Cross Station verdween, heb ik de vaste overtui ging verkregen, dat u betrokken is bij een schandelijke, zoo niet misdadige onderne ming. Ik ben op dit oogenblik nog die Dtec- ning toegedaan. Daartegenover staat de mogelijkheid, dat u betrokken is volgens uw zeggen bij een onderneming van poli- k.ni\ jjL-Axubtfgit aard, isglka im" geheim-) zinnig gedoe onvermijdelijk met zich brengt. Ik wensch volstrekt niet tot uw vijanden te behooren of u te dwarsboomen bij een of andere wettige handeling. Zoo u béreid is mij in uw vertrouwen te nemen, zal u blijken, dat ik volstrekt niet onrede lijk ben." Delora maakte een buiging. Ik zag hoe zijn witte tanden onder zijn zwarte snor blonken en ik begreep, dat hij voornemens was den strijd niet op te geven. „Kapitein, zeide hij. „ik hen u zeer dank baar voor uw aanbod, maar ik heb geen behoefte aan nog meer bondgenooten. Zend uw telegram weg, zoo gauw u wilt. u zult daarmede enkel onheil stichten waarover u zich spoedig zult hebben le schamen. Ik haalde de schouders op en vertrok. Niemand verscheen om mij uit te laten, maar ik ontgrendelde de deur zelf en stapte in mijn taxi met een zucht van ver lichting. Ik gevoelde onwillekeurig, dat ik aan een gevaar was ontkomen, dat ik niet zou kunnen omschrijven, maar dat onge twijfeld in dat bochtige, onherbergzame huis als een zwaard van Damocles boven mijn hoofd heeft gehangen. HOOFDSTUK XXXVI. Zoodra ik in het hotel van mijn broeder was teruggekeerd, belde ik den portier van hel Milan Hotel op en deelde hem mede, waar ik mij bevond. Hierna stelden mijn broeder en ik een telegram op aan het adres van Dicky, dat ik dankbaar wais niet uit mijn zak te hoeven betalen. Ik had Ralph nu geheel in mijn vertrouwen geno men en ik bemerkte met genoegen, dat hij vrijwel dezelfde opvatting omtrent Delora's houding huldigde als ik. Het telegram luid de &lS fcOlgtt l „Heb Dolera gesproken. Zijn houding zeer geheimzinnig. Verbergt zich zon der nicht. Heb hem herhaaldelijk ge zien met Chinceschen gezant. Trachtte mij om te koopen met groot bedrag als ik niet voor Donderdag seinde. Vrees iets niet in den haak." „Zou het niet mogelijk zijn, Ralph, dat ik hier vannacht bleef slapen? vroeg ik, na dat te hebben afgehandeld. „Natuurlijk, beste kerel", antwoordde mijn broeder. „Om je de waarheid te zeg gen, acht ik het hier veiliger voor je dan in het Milan Hotel. Ilct was een vermoeiende dag voor mij geweest en ik viel in siaap zoodra mijn hoofd op het kussen lag. Ik werd echter wakker gemaakt door de schel van de te lefoon, die vlak bij mijn hoofdeinde stond. Ik had geen idee van den tijd, maar uit de alom hecrschende stilte leidde ik af, dat ik eenige uren had geslapen. Ik nam den hoorn en zette dezen tegen mijn oor. Het bleek de portier van het Milan Hotel te zijn, die mij vroeg, of ik mijn kamer in zijn hotel voor dezen nacht ook had afge staan aan een ander. „Neen. natuurlijk niet", antwoordde ik. „Maar waarom vraag je daf?" ,,'t Is een zonderlinge geschiedenis, mijn heer. Er kwam hier een paar uur geleden een heer met een valiesje in de hand. Hij liet mij een kaartje van u zien e-n ver klaarde dat hij van u verlof had gekregen om in uw kamer te slapen. Maar ik ge voelde me toch niet gerust over de zaak en daarom nam ik de vrijheid om het Cla- ridge. Hotel op te bellen en te vragen of u daar ook was. Ik dacht zoo," dat als u van £lan iyas geweest u\y J^m^tijdeli& aan. een ander af te staan, u ons dat wel zou hebben medegedeeld." „Daar heb je gelijk in. Ashley. Ik heb de kamer aan niemand geleend. Ga liever da delijk zelf eens informeeren wie het is. Wil je misschien, dat ik zelf kom kijken." „Neen, ik zal u straks nog eens opschel len, nadat ik hoven ben geweest." „Maar al6 ik je vragen mag, zag die man er misschien als een Franschman uit?" „Ik zou het u niet kunnen zeggen", ant woordde de portier. „Maar over een paar minuten bel ik u nog even op. Ik ga naar boven om zelf de zaak te onderzoeken." Ik bleef op den rand van mijn bed zit ten wachten. Er waren nos geen tien mi nuten verloopcn of de -telefoon ging over en het was Ashley weder. „Ik hel u van uw zitkamer uit op, mijn heer. Er is hier geen sterveling, maar er is wel iemand geweest, want de kamerdeur was geopend. Voor zoover ik kan nagaan is er niets weggenomen, maar men heeft een flcsch met chloroform laten vallen cn die is gebroken, zoodat de vloeistof over den vloer van uw slaapkamer is gevloeid Ik heb bovendien den sterken indruk ge kregen, dat iemand door de ecne deur do kamer heeft verlaten, toen ik uw zitkamer binnenkwam." „Dan kom ik maar dadelijk zelf eens kij ken. Ik zal me zoo spoedig mogelijk aan- kieeden.'' „Ik vroeg mezelven juist af, mijnheer, of ik u wel zou raden dat te doen. Het uiterlijk van dien man stond mij niet aan, en ik vrees dat hij niét veel goeds in den zin had. Hij moet nu ergens in het hotel zitten." „En je zegt, dat er niets overhoop is ge-, haalcUu -1 -*■ - -- - -1 „Volstrekt niets, mijnheer. Neen, h® kwam niet om te stelen!" „Neen, dan kan ik wel hegrijpen, wat bij '.r. het sch.'ld voerde. Misschien heb je wel gelijk. Ik zal niet vóór morgenochtend ko men." „Nu, als er nog wat gebeurt, mijnheer, eal ik het u dadelijk laten weten. Wel te rustel^ mijnheer." Ik kroop weer onder de wol, maar kon niet dadelijk den slaap weer vatten. Er viel geen oogenblik aan te twijfelen, of mijn on« bekende bezoeker had gehandeld op Instiga tie van Delora, terwijl het doel van zijn be zoek was geweest te voorkomen, dat ik bet telegram verzond, dat intusschen al weg was. Ik stond op om te controleeren, of mijn deur wel goed was gcssloten. Ik moet tot mijn schande bekennen, dat ik op dat oogenblik een huivering van vrees door mijn deur wel goed was gesloten. Ik moet geen oogenblik meer of, of die Delora was zoo niet een bedrieger, dan toch deelnemer aan een of andere ernstige misdaad. Eil l elicia! Ik bekeek de zaak van alle kanten. Het was niet aan te nemen, dat Delora niets meer zou zijn dan een gewone bedrieger. Felicia had er geen bezwaar tegen om met hem te reizen. Zij kende hem als «aar oom en hij moest ook wel haar oom zijn, ten-zij ze mtj ook had bedrogen. Ik voelde bet bioed in mijn aderen stollen bij die gedaebta en ik wierp haar dan ook verre van mg. Felicia was onwrikbaar hoven alle verden* king verheven' Misschien was Delora door Louis en zijn vrienden medegeslcept in da onderneming, welke deze dan ot*k mocht zijn. .j^fWordt yeorolgdfcj

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1930 | | pagina 5