AMÊOSFOOKTSCH DAGBLAD VLIEGEN IN DE WERELDRUIMTE DE VLIEGENDE WINDMOLEN Willem Groenhuizen Zaterdag 27 December 1930 -DE EEMLANDER' 2Se Jaargang No. 152 PRACTISCHE PROEVEN MET RAKETTEN Toekomstmuziek DERDE BLAD DE POSTVLUCHTEN NAAR INDIE Het zevende vliegtuig te Bandoeng aangekomen HEEFT DE AUTO-GIRO EEN TOEKOMST? Op rondvlucht door Europa JUWELIER <loor Prof. Dr. KIRCHBERGER (Berlijn) Veel vraagstukken, die niet gemakkelijk zijn op te lossen y, i a. i v - Op bot onlangs geopende vliegveld der vereeniging tot bevordering van vlnohten in de weroldroimte te Berlijn rallen binnenkort de eerste practische proeven met raket- tenvliegtnigen gedaan wor den. 's-Gravenhage, 22 Dec. 1930. (V.RB.) Niets is den mensch te vermetel: m onze dwaasheid trachten wij de goden zelf te evenaren enwij worden door Jupiter ge troffen met zijn wrekende bliksemstraal." Bijna 2000 jaar geleden uitte Horatius deze klacht, omdat zijn vriend Virgilius een boot tochtje over de Adriatische Zee had gemaakt. Thans houden niet alleen de dichters, doch ook de natuurkundigen en technici zich be zig met vluchten in de wereldruimte. Toen kortgeleden Professor Lorenz uit Danzig sprak over „rakettenvluchten in de wereld ruimte", bevonden zich honderden technici en natuurkundigen onder zijn gehoor Natuurlijk zijn rakettcnvliegtuigen en vluchten in de wereldruimte twee geheel verschillende dingen, die slechts in zooverre met elkaar in verband staan, dat er eerst rakettenvliegtuigcn moeten bestaan, voordat men zich? kan afvragen of wij met behulp daarvan vluchten in de wereldruimte kun nen doen. Er is geen enkele reden, waarom het technisch onmógelijk zou zijn, een vlieg tuig aan te drijven door middel van raket ten en ons zoodoende boven den aardbo dem te verheffen. Zoodra wij echter verder willen stijgen dan de onderste lagen, die te zamen de troposfeer worden genoemd en ons willen begeven in de daarboven liggende stratosfeer, die zich uitstrekt tot. een hoogte van ongeveer 20 K.M., komen er dadelijk vele vraagstukken aan de orde, die niet gemak kelijk te beantwoorden zijn. Het voornaamste is wel, dat daar dc lucht zooveel armer aan zuurstof is. Niet alleen is daar kunstmatige ademhaling noodig, doch tevens is het nog zeer dc vraag, of or dan nog genoeg zuuistof in dc lucht is, dat onze gassen voor het producceren der drijfkracht kunnen ontploffen. Wanneer wij ook daar voor de zuurstof moeten meenemen, zou dat een onwelkome veraicerdering van ballast beteekenen. Dit wordt nog erger door het vol gende: In Je ijlere luchtlagen ondervindt het vliegtuig minder wrijving en kan het daar door een grooterc snelheid ontwikkelen; deze snelheid is echter ook noodig om het ge wicht van het vliegtuig te compenseeren en om de stabiliteit ervan te bewaren. Toch kan die hooge snelheid, zelfs bij gebruik van bui tengewoon krachtig explodeeremie stoffen, niet bereikt worden, wanneer men geen over maat daarvan meeneemt, omdat nooit de ge- heele hoe\ celheid ontploft. Zells al maken wij de berekeningen ten aanzien van het1 i nog niet gebouwde vliegtuig zoo optimistisch mogelijk, dan moet toch de hoeveelheid mee te nemen brandstof reeds zeer groot zijn: deze hoeveelheid neemt zeer sterk toe met de afstand. Op het oogenblik zouden wij hoog stens 2000 K.M. kunnen aileggen, zoodat zelfs de droom van een rakettenvlucht naar Ame rika voorloopig nog wel een droom zal blij ven. Zoo'n vlucht naar Amerika beweegt zich nog in de gewone lucht; hoeveel moeilijker is dan niet een vlucht in de wereldruimte! Om te beginnen moet men dan dc aantrek kingskracht der aarde geheel overwiimcn. Jules Vernc wilde dc moeilijkheid oplossen door een schot in het wereldruim; dc bere keningen zijn dan zeer eenvoudig. Om aan de aantrekkingskracht van de aarde te ont komen, moet een projectiel worden afgescho ten met een aanvangssnelheid van 11,2 K.M. per seconde, <Li. meer dan 11 maal zoo snel als het snelste 6chot van de artillerie. Geen der ons nu bekende ontplofbare stoffen kan een dergelijke snelheid teweeg brougen en wanneer er zich eventueel menschen in het projectiel bevonden, zouden zij de ongehoor de versnelling niet kunnen doorstaan, plat gedrukt worden en een cllendigen dood ster ven. Nu is er nog niet eens rekening gehou den met de wrijving, die dc lucht zou ver oorzaken; daardoor zou men ten eerste een nog grootere aanvangssnelheid moeten heb ben, terwijl ten andere het projectiel door de wrijving witgloeiend zou worden. Deze grootc aanvangssnelheid met al haar bezwaren is echter overbodig, wanneer men van raketten gebruTic maakt. Men kan dan de snelheid geleidelijk vergrooten en zoo zonder gevaar voor de inzittenden de noo- dige snelheid bereiken. De raketten hebben echter ook een nadeel, dat reeds werd ge noemd: bij een schot blijft de ontplofbare stof op de aarde, bij raketten moet steeds nieuwe stof worden toegevoerd en men moot die dus meenemen en wel meer, naarmate men verder vliegt Zelfs bij dc meest opti mistische berekeningen zou men de aan trekkingskracht der aarde slechts kunnen overwinnen, wanneer 7iS van het totale ge wicht bestaat uit brandstof; liS van dat ge wicht blijft dus slechts over voor het vlieg tuig zelf, de menschen en do verdere uitrus ting. Deze verhouding is wel zeer ongunstig. En dan moet men nog terug zien te ko men; daarbij hebben wij eveneens ontplof bare stoffen noodig om remmend te kun nen optreden tegenover de aantrekkings kracht der aarde, zoodat het vliegtuig niet verpletterd wordt. Op glijvlucht e. d. be hoeven wij niet te rekenen. Wanneer wij dit alles in aanmerking nemen, moet bij het be gin van de vlucht de hoeveelheid ontplof bare stof ongeveer 64 maal zoo groot zijn als de rest van het gewicht. Wij spreken nu nog niet eens van het buitengewone gevaar, dat aan het bijeenbrengen van een dergelijke hoeveelheid ontplofbare stoffen verbonden is. Voorloopig zullen deze bezwaren dan ook wel onoverkomelijk zijn. Wij willen echter niet zoover gaan, te be weren, dat zij onoverkomelijk zullen blijven. Misschien is de weg, waarlangs wij vluchten in de wereldruimte mogelijk trachten te ma ken, wel geheel verkeerd en komt er van daag of morgen iemand op een ander idee, dat veel minder bezwaren heeft. Er kunnen nu nog onbekende natuurkrachten worden ontdekt Zoo werd er tijdens het debat, dat op de lezing van Professor Lorenz volgde, als aandrijvende kracht gesproken over de z.g. stralingsdruk, d. i. de druk, die door de lichtstralen wordt uitgeoefend en waardooi bij hooge temperatuur b.v. hemellichamen kunnen ontploffen. Onder normale omstan digheden is die stralingsdruk echter uiterst gering en bemerkt man er slechts iets van, waar een minimaal volume samengaat met een naar verhouding groote oppervlakte, zoo als b.v. bij enkele oerdiertjes of bij stofdeel tjes het geval is. Dit is natuurlijk nog veel meer toekomstmuziek dan het rakettenvlieg- tuig, want zelfs al konden wij den stralings druk op de eene of andere manier zoo ver- hoogen dat wij cr een vliegtuig mee konden aandrijven, dan is het nog een heel probleem hoe wij dien druk juist op het vliegtuig moeten laten werken. Wij zouden dan de stralingsbron moeten meenemen, maar met een op het schip meegevoerde blaasbalg kan men het geen wind in dc zeilen blazen. Toch is het idee niet zoo vreemd, als het er uitziet en misschien moeten wij hierin zelfs de oplossing vail het vraagstuk begroeten. Maar wij hebben nog den tijd. Dit jaar zal de stralen wagen nog niet rijdon en het vol gende jaar evenmin. Men ziet echter uit een en ander wel, dat cr nog andere moeilijkhe den aan verbonden zijn dan alleeu de straf fende bliksemstraal van den vertoornden Jupiter. Het achtste postvliegtuig van Schiphol vertrokken Volgens bij de K. L. M. ingekomen tele gram is hot zevende post vliegtuig naar Indië, de P.H.A.E.O., op den Eersten Kerst dag des morgens te 5.35 van Medan ver trokken cn te 11.25 uur tc Palembang aan gekomen. Te 12.30 uur vertrok hot vlieg tuig naar Batavia, waar het 14.50 uur arri veerde. Vandaar vloog het, vertrekkende te 15.45 uur. naar Bandoeng, waar de P. H. A. E. O. Donderdagmiddag te 16.30 uu'r aan kwam. Amsterdam, 25 Dec. Op den Eersten Kerstdag is het achtste postvliegtuig van do K.L.M. naar Indië, de P.H.A.F.O., ver trokken. De bemanning, dio met dit vlieg tuig de groote vlucht op dezen feest dag aanvaardde, bestaat uit do vliegers Tcpas cn van Onlangs en den werktuig kundige Buitenhuis. Toen de 232 K.G. post en 30 K.G. lading waren ingeladen, dc mo toren in orde waren bevonden, weid af scheid genomen van familie en K. L. M.- érs ook de heer Plesman, directeur van onze nationale luchtvaartmaatschappij was weer aanwezig en precies te acht uur Donderdagochtend startte de P.H.—A.F.O. Eenmaal nog cirkelde de Fokker in den triesten Kerstochtend over Schiphol en toen verdween de groote vogel in Zuidoostelijke richting. Het vertrek van de P.H.—A.F.O. op Eer sten Kerstdag bewijst wel, dat thans van een geregelden dienst kan worden gespro ken. In de eerste dagen van het nieuwe jaar hopen de vliegers do meegenomen post in Insulindc af te leveren. Het achtste postvliegtuig is Donderdag middag te 12.20 uur to Neurenberg ge land. Om 12.45 uur werd de reis voortgezet en om 13.50 uur arriveerde het toestel te Weenen. Aan boord is alles wel. Zaterdag wordt de tocht voortgezet. Een kromme sprong van den constructeur of het vlieg- tuig der toekomst?. 's-Giavenhage, 15 Dec. 1030. (V.P.B.). In het voorjaar van 1026 werden er al fo to's uit Spanje gepubliceerd, waarop men een vliegtuig kon zien met horizontaal staande molenwieken inplaats van dc ge wone draagvlakken. Men schonk er toen geen aandacht aan. Alle buitennissigc uit vinders werpen zich altijd op het vliegtuig en elk jaar kunnen wij de vreemdsoortigste producten op dat gebied zien. Do ideëen zijn gewoonlijk niet nieuw en reeds omstreeks 1900 beproefd en ondeugdelijk bevonden; het feit dat van al die modellen alleen het nu gangbare zich heeft weten te handhaven, bewijst wel, dat dit het meest het ideaal benaderde. Men voelt dus uit den aard der zaak weinig lust, met een van die fantasti sche machines van voren af aan te begin nen. In den zomer van 1926 hoorden wij, dat het windmolenvliegtuig in Engeland met succes gevlogen had cn in den herfst van dat jaar kwam het in Duitschland, waar het eveneens bewijzen gaf van een uitstekend vliogvermogen. In tegenstelling met andere fantastische gedrochten vloog het en goed. Het was dus geen utopie. De deskundigen glimlachten er nog wel om, maar zij schon ken er tenminste aandacht aan. Thans vliegt het reeds met gemak de grootste trajecten op het Europeesche vasteland. Dc vliogcrs, die het hier en daar hebben mogen bestu ren, zijn er enthousiast over. En enkelen noemen het reeds het vliegtuig der toekomst Doch hier kan ik niet met de voorstanders van dit type meegaan. Ik ben van meening, dat dit de gewone overschatting is, die aan nieuwe ideëen ten deel valt en ze dikwijls meer belemmert dan bevordert. Zoo denkt men onwillekeurig aan het motorschip van Flettner, dat vergeten raakte, omdat het niet van vandaag op morgen een omwenteling in de scheepvaart bracht. Ditzelfde gevaar bedreigt dc „Autogiro". Zoo vertelt men er van, dat zij loodrecht kan starten. Dat is nu wel, waar de meeste menschen van droo men, die hun vliegtuig op het dak van hun huis willen laten landen, en vele uitvin ders hebben dan ook naar zoo'n helicopter gezocht, doch dat is nog geen reden, waar om men een autogiro ermee behoeft te ver wisselen. Anders wendt het publiek zich te leurgesteld er van af, wanneer blijkt, dat de autogiro geen helicopter is. Een helicopter heeft een of meer horizon taal geplaatste propellers, die het vliegtuig loodrecht omhoog moeten heffen. Een tweede loodrecht staande propeller dient dan voor de horizontaio voortbeweging. Zulke machi nes zijn ontelbare malen geconstrueerd, doch zij vlogen niet. En dat was maar goed ook, want zoo'n helicopter wordt alleen door de motorische kracht zwevende gehouden en als die kracht opgeheven wordt, valt het als een steen naar beneden. Dela Cierva heeft echter een geheel andere constructie. Zijn horizontaal liggende wind molen wordt niet door motorische kracht aangedreven, doch neemt alleen de plaats in der onbeweeglijke draagvlakken, die een gedeelte van de in horizontale richting wec kende drijfkracht van de propeller m dra gende kracht omzet Dela Cierva werd op zijn ideo gebracht door de zaden van de ahornboom, die elk bestaan uit twee vleu gels; in het zwaartepunt van deze vleugels bevindt zich dc eigenlijke zaadkorrel. Wan neer de boom het zaad loslaat,, raken dc vleugels in draaiende beweging cn kan het zaad nog een paar honderd meter stijgen natuurlijk zonder eenige motorische kracht. Als er geen wind is, vallen de zaden lang zaam op den grond, waarbij de ronddraaien de vleugels als valscherm, dus als rem werken. Wanneer tijdons de val nog een zuchtje wind komt zetten de ronddraaiende vleugels een deel van die drijfkracht om in dragende kracht, terwijl de rest dient om het zaadje nog een flink eind voort te bewegen. Wanneer men met het windmolenvlieg tuig opstijgt en vervolgens den motor afzei om het vliegtuig tc laten vallen, dan zal dit bij windstilte langzaam loodrecht dalen, doch als er wind is, zal het nog een heel stuk in glijvlucht kunnen afleggen. De wind zal n.l. de molenwieken doen draaien, deze zullen de omringende lucht naar onderen drukken en daardoor ontstaat dezelfde uit werking, die men bij een helicopter door motorische kracht bereiken wil. Dezelfde taak wordt bij onze gewone vliegtuigen door de vleugels vervuld. Zeilvliegtuigen hebben ook geen eigen motorische kracht en zij leg gen toch groote afstanden af en kunnen zich op aanmerkelijke hoogte boven het vliegveld verheffen. Deze zeilvliegtuigen moeten echter een betrekkelijk groot© eigen snelheid bezitten, wil men voldoende draag kracht ontwikkelen om op de draagvlakken te werken. Het voordcel van de autogiro is dan ook, dat men daar reeds bij geringer snelheid voldoende draagkracht ontwikkelt. Hierdoor kan het na een korten aanloop starten en zonder noemenswaardige uitloop landen. In do lucht heeft men een grootere veiligheid dan in de gewone vliegtuigen, want een windmolenvliegtuig zal nooit neer storten als de snelheid te gering wordt door een defect aan den motor, het zal nog gc- ruimen tijd in do lucht blijven zweven en in het uiterste geval werkt het automatisch als een parachute. De autogiro heeft echter ook nadoelen, waardoor de prestaties ervan beperkt zijn. De grootere draagkracht doet afbreuk aan de snelheid. Bovendien staat zij met haar on ontbeerlijken romp, waarin motor, piloot en vracht worden geborgen, lijnrecht tegenover het nu zoo vurig begeerde en eindelijk ver wezenlijkt ideaal van den vliegenden vieu- gel, waarbij alle lasten in den vleugel zelf ondergebracht worden. Hoe dit ook zij, dc auto-giro heeft een onschatbaar voordeel: do veiligheid is grooler dan bij eenig ander type, dat men tot dusver gekend heeft. Als sport- en verkeersvliegtuig zal het dus zijn weg wel vinden. Doch wij zullen in de toe komst nog meer dan nu behoefte hebben aan reuzenvliegtuigen cn aan zeer snelle vlieg tuigen. Het is onwaarschijnlijk, dat de auto giro zich ooit in die richting zal ontwikke len. En dat zal toch noodig zijn, wil het ooit het vliegtuig der toekomst worden. Voor do verbreiding van het spoilvliegen kan het echter goede diensten bewijzen. (Na,druk verboden). Tel. 852 -- Gevestigd 1885 MODERN HANDGEDREVEN ZILVERENWERKEN. ii. Daar wij hier weder rusiaag nieiaeii, moesten wij des anderen daags onze nede rige komplimenton gaan maken aan ver schillende Fransche generaals, welke zich alhier verzameld hadden. Wij kruisten dus de stad rechts en links door, om voor hunne excellenties een krommen rug te maken. En daar al deze vermoeienis*n mij voor kwamen wol tegen eencn marsch te kunnen opwegen, zoo begrepen wij, mijnen eerste Lieut. Herkenratb en ik, nu wel eens rust dag te mogen Louden; en wij besloten dus, om, als groote heeren, in eene koets naar Altona te laten voeren; werwaarts wij de overige menigte tc voet zagen heentrekken. Hier namen wij onzen intrek in een voor naam logement buiten dc stad cn lieten al daar een middagmaal gereed maken. Wij hadden geen reden öm ons over onzen kok le beklagen (want het eten was lekker) maar minder om ons over do rekening van den kastelein te verheugen doch wat zou den wij daartegen doen? Wen brachten dus dezen dag zeer aangenaam door, en zouden nog wel lust gehad hebben om er den avond en *n gedeelte van den nacht aan te knoo- pen; dan het denkbeeld, dat wij des anderen •Jaags weer vroegtijdig op weg moesten, en dat ons een lange en moeilijke tocht te doen stond, en wij dus onze krachten zoo veel mogelijk moesten sparen, weerhield ons daarvan. En inderdaad, ik heb ondervon den, dat er een gezond en sterk lichaamsge stel toe behoort om de menigvuldige cn zware vermoeienissen, van zulk een krijg tocht onafscheidelijk door te staan. Wij be gaven ons dus vroegtijdig naar bet stadje Bergerdorf, en den volgenden dag naar Mol- lin. Hier zag ik de plaats waar de vermaar de Tijl Uilenspiegel, kluchtige gedachtenis, begraven ligt. Er staat een eenvoudige graf naald op, en bij dezelve een grooten boom in welken duizenden van spijkers geslagen zijn: want elk, die deze grafplaats bezoekt, slaat er, ter gedachtenis, een spijker in. Ook vertoonde men ons een paar sporen, een spiegel en een bril, welke niet van de kleinste soort waren. Of dit zinnebeelden van zijn satirieken geest waren, weet ik niet. Vervolgens kwamen wij in het Mecke- lenburg-Schwerinsche vlek Gadebusch; cn des anderen daags te Schwerin. Hier was ik bij een justitiocommissaris gelogeerd, wel ke, benevens zijn vrouw, ongemeen vrien delijk en voorkomend waren. Ik zou hier dus genoegelijkc oogcnblikkcn hebben kun nen doorbrengen, daar wij hier weder rust dag hielden; doch een kleine onpasselijk heid beroofde mij van dit genot. Deze stad leverde overigens voor mij niets nieuws op, daar ik er reeds in 1807 geweest was. Ik her innerde mij nog, toen aldaar een regiment Spaansche cavallerie gezien te hebben, wel ke allen op schoone Andalusische hengsten reden. Den volgenden dag marcheerden wij op Sternberg, en van daar op Gustrow. Hier vond ik weder een vrind welken ik in 1807 bad leeren kennen. Het wederzien, na zoo een lange scheiding, verschafte ons beiden zeer genoegelijke oogenblikken. Wij zelden elkander bier voor de tweede ep denkelijk voor de laatste maal, vaarwel; want het is niet zeer waarschijnlijk dat \vy elkander 'A& I CTJLELK.Z.EER. TATOOEn^;* I <7 ryn, 0\fL EEN ÖROOT op deze wereld weder ontmoeten zullen. Van Gustrow trokken wij op Feterow. Hier kreeg ik mijn intrek ten huize van een zeer fatsoenlijk man, welke een groot liefhebber was van veel en goede wijn tc drinken. Hij scheen het plan te hebben, om mij eens op den toets te zetten; dan ik toonde hem, dat ik voor geen klein gerucht je vervaard was, en, als het er op aan kwam, mijn man wel durfde te staan; zoo dat mijn goede hospes met mij zijn oogmerk niet kon bereiken. Vervolgens kwamen wij, over Stevenha gen, te i\eubzandenburg. Buiten deze stad stroomt een beekje, hetwelk zeer vischrijk is, cn waarin men ónder anderen vele kreef ten vindt, die zeer lekker smaken. Terwijl wij hier rustdag hielden, liet ik mij een paar zakken aan beide zijden van het zadel vastmaken, teneinde daar in deze en geeno benoodigdhedeu to kunnen mede voeren; dit verschafte mij onderweg veel gemak en genoegen. Van hier ging het over Woldeck en Pase- walk. Dit plaatsje herinnerde- fk mij nog zeer goed; daar wij in het Jaar 1807, toen wij door de Zweden van Straalsund terug ge dreven werden, hierheen retireerden; alhoe wel het ons veertien dagen daarna gelukte, hen weder terug te drijven tot aan de rivier de Peene, welke Pruisisch cn Zweedscb Pommeren van elkander scheidt; waarop vervolgens een stilstand van wapenen volg de. Van hier kwamen wij te Plauwen, en ver volgens in dc stad en vesting Stettin, gele gen aan de Hvier de Oder. Ik zag aldaar het marmeren standbeeld van Fredcrik den Grooten, staande op een verheven voetstuk, door een Ijzeren hek omringd. Hier werden onzo geweren gekalihriseerd, teneinde in de munitie te kunnen voorzien; dewijl wij nog geweren hadden van zestien kogels in een pond, en nog geen Fransch model ontvan gen hadden; schoon wij met den naam van Franschen bestempeld werden, en raon ons niet zelden deed gevoelen, dat er geen Hol landers meer bestonden, en dat zelfs de naam van Holland uit de lijst der volkeren was uitgeschrapt. Wat ik, in wiens aderen echt Hollandsch bloed stroomt, hierbij ge voelde, en hoe vurig ik wenschte eenmaal in de gelegenheid te mogen zijn om de eer onzer natie, die door overmoedige verove raars zoo deerlijk vertrapt werd. tc wreken, kan elk waar Hollander lichelijk beseffen. En inderdaad, welke natie verdiende min der zulk een grievende vernedering te on dergaan, dan de onze, wier naam in de ge schiedenis met zoo vele luister praalt. Doch wat was voor den onbeschaaraden trots der Franschen heilig? daar zelfs do Minister van buitenlandsche zaken, dc Hertog van Cadore, openlijk durfde beweren, dat Hol land slechts con aanspoelsel was van het slik der Fransche rivieren! Dap, Gode zij dank! deze smaad is uitgewischt, en de Hollanders hebben den Franschen bij Wa terloo getoond, dat er nog een Holland be stond. Doch laat ons deze onaangename herinneringen daarlaten, cn weder tot ons verhaal terug keeren. J->«£TlENC.tCH XJ-K

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1930 | | pagina 9