Dinsdag 6 Januari 1931
-DE EEMLANDEft"
29e Jaargang No. 159
NEDERLANDERS IN
BRAZILIË
Onteigening van „Warnsborn"
en „Vijverberg"
DE BURGEMEESTERS
VACATURE TE LONNEKER
Unaniem verzoek der
bevolking
VOLKENBONDSPROPAGANDIST
UIT DE 15e EEUW
Inwijding eener Nederlandsche
kerk ie Carambehy
Ken Diitsch blad, Der Kompass, tc Curi-
tyba in -en Braziliaanschen Staat Parana,
heeft eeiigen tijd geleden een lang artikel
geplaatsl over „Carambehy, een bloeiende
kolonie an Nederlanders." Deze kolonie
van een.'5 gezinnen ligt ongeveer een uur
sporens an Ponta Grossa aan de lijn naar
Castro e werd omtrent zestien jaren gele
den gestcht. „Waar zich, schrijft het blad,
vroeger en groote vlakte uitstrekte, vindt
men thas keurige hofsteden, prachtige
rijen sefcduwrijke boomen langs de breede
toegangs/egen tot de hoeven, die omgeven
zijn doojgroote boomgaarden, voornamclijk
van perooomen. Ook appelen en wijndrui
ven woren er gekweekt. De stallen op de
hofstede zijn ruim, geheel modern en prao-
tisch inpricht; ook aan de inrichting der
varkenslkken is groote zorg besteed. Op
do wijd! vlakte grazen prachtige kudden
zwartboi Ncderlandsch vee; men treft stal
len aan net iO stuks melkkoeien, hokken
met GO t 100 zware mestvarkens, alsmede
een goe« ingerichte en voortreffelijk be
stuurde aasfabriek. Carambehykaas heeft
sinds lar zulk een goeden naam, dat de
nederzetng niet aan alle vraag kan vol
doen."
En de olonisten zijn geenszins alleen op
hun stiffijk welzijn bedacht; er slaat een
vriendeli, kerkje; de kolonisten zijn vrome
lieden, b wie de Bijbel in huis een eere
plaats irremt. Zij hebben een uitleenboe
kerij vanOO boeken, die druk gelezen wor
den, Iletijn allen werkzame, vooruitstre
vende licn."
De beligcn dezer Nederlanders zijn
mede dochet A.N.V. behartigd. Na la jaar
kerkelijkrgastvrnheid genoten te hebben
van de Dtsche Gemeente aldaar, hebben
zij hun cin kerkgebouw gekresen, dat vo
rig jaar cplechtige en feestelijke wijze in
gebruik igenomen.
De samkomst begon in het oude ge
bouw, was Pastor Wiesinger uit Castro en
broeder Vrsluys het woord voerden. De
laatste gtfcen geschiedkundig overzicht
van het omblik, dat de kolonie werd ge
sticht. Daaa betrad men het nieuwe Huis
des Hcere onder het zingen van Psalm
122:1, waai Pastor Brepohl de feestrede
hield. De litsche bladen getuigen van do
hartelijke menwerking en de eendracht
tussclien c Hollandsche en Duitschc be
volking de<olonio.
Men is vnemens naast het kerkgebouw
'der gerefor-erde gemeente ook een school
te bouwen. (Nederlander).
bekend doordat hij zitting had in verschei
dene examencommissies. Ook was hij con
sul van den A.N.W.B. Hij bereikte den leel
tijd van 75 jaar
De begrafenis zal plaats hebben op Dins
dag G Januari om écn uur op de algemeene
begraafplaats aan de Kleverlaan té Haar
lem.
Het kapverbod inmiddels
vervallen
Wat moet nu gebeuren?
R. LUYTEN. f
Bekend onderwijsman.
Te I-Iaarhis na een langdurig ziekbed
overleden lieer R. Luyten, oud-leeraar
aan de rijkieekschool voor onderwijzers
aldaar.
De heer L»?n genoot zijn opleiding aan
dezelfde schGen was voordat hij op 1 Nov.
1883 tot leojr" in de wiskunde werd be
roemd, o.a. lfd eener school op Texel. In
onderwijskriiii was tic lieer Luyten zeer
Wees spoedtevreden mei wat gij hebl,
maar niet sptir; met wat gij zijt.
Door E. P_LIPS O PP EN H El.M.
Geautorrde vertaling van
Mï. KELLER.
69
Wij hadden lallen gehoord, een schot
in de gang hafcerklonkcn. Ik hield Fe
licia een oogeifl terug, maar de anderen
waren reeds n. buiten gevlogen. De
kellner cn de huiecht waren uit de dien
kamer gesneld, kamermeisje liep hui
lende met haariiort voor het gezicht
door den gang.
Midden op dfooper lag daar Delora
op den rug meijd uitgestrekte armen
en een roókendjevolver naast zich!
Ik deed toon ij at schijnbaar zeer on
gevoelig leek. Ik- al de menschen zich
om het lijk verben, ik liet aan oom
Ferdinand over jcia naar haar kamer
terug te brengen nam zelf de lift, die
mij naar omlaagicht, waarna ik het
café binnenging.
„Waar is Loui&roeg ik aan don eer
sten kellner, dier tegen het lijf liep.
„Hij is een paainuten geleden wegge
gaan, mijnheer", !voordde hij.
Bijna tegelijk (hij dit zeide, kwam
Louis aan de an zijde van het café
binnen. Hij zag met en ik nam waar,
hoe hij haastig riijn vingers z'jn das
w^er in orde brac! dat hij bij het pas-
seeren van een sp daarin keek om to
zien of zijn overli wel goed zat. Toen
ik tegenover hemid, hijgde hij hoor
baar, alsof hij hartd geloopen.
„Ja Louis", zeidelechts, „vijf trappen
af te vliegen is eermoeiend iets voor
menschen van onïeeftijd!"
Hij keek mij v/oos aan, alsof hij
niet begreep wat idoelde.
„Vijf trappen, mfcr?" herhaalde hij.
Het Volk schrijft:
De Tweede Kamer hoeft, zooals in ons
Kameroverzicht en -verslag-reeds is me
degedeeld, het, wetsontwerp tot verklaring
van het algemeen nut der onteigening van
de landgoederen „Warnsborn" en „Vijver
berg" ten behoeve van de stichting „Het
Geldensch Landschap" aangenomen cn
thans is ook het Voorloopig Verslag dei-
Eerste Kamer nopens dat wetsvoorstel ver
schenen.
Intusschcn moet het kapverbod, dat in de
laatste (lagen \an 1929 op de bosschen en
andere houtopstanden dier landgoederen
is gelegd, als vervallen worden beschouwd,
daar liet niet binnen den wettelijken ter
mijn van één jaar is gevolgd door eigen
domsovergang (op de onteigende partij)
van de onroerende goederen, waarop do
door het verbod getroffen bosschen enz.
voorkomen, terwijl ook geen geding tot
onteigening aanhangig is gemaakt, omdat
dit uit den aard dei zaak onmogelijk is,
zoolang niet bij de wet het algemeen nut
der onteigening is verklaard.
Door dezen gang van zaken is de maat
schappij, die eigenaresse is van „Warns
born' en „Vijverberg", een exploitatie van
bouwterreinen, weer volkomen vrij om met
het aanwezige houtgewas naar goeddunken
tc handelen. Men dient af tc wachten, welk
gebruik zij van die herkregen bevoegdheid
zal maken. Erg duidelijk is de nieuw in
getreden toestand ons niet en verrassingen
zijn niet uitgesloten. De oogen van heel
natuurminnend Nederland zijn gericht op
hetgeen er thans met dit kostelijk natuur
schoon gebeuren gaat.
Een benoeming die de belang;
stelling heeft van breede
kringen
Men schrijft aan de N. R. Ct.:
NOODLOTTIG MOTORONGELUK.
De motorrijder E. Jetten, uit Wehr (Duitseh
land), die Zaterdagmorgen te Sittard tegen
een ijzeren mast van do Limburgsehe Tram-
wccr-Maetschappii is gereden, is Zaterdag
middag aan de bekomen verwondingen be
zweken.
EEN WENK AAN WIELRIJDERS.
Verblindende verlichting.
De Rotterdamsche hoofdcommissaris van
politie schrijft:
Herhaaldelijk wordt door wielrijders ge
bruik gemaakt van lantaarns, waarvan het
licht, verblindend is. Dit kan ernstige on
gelukken veroorzaken, liet euvel kan wor
den opgeheven door de lantaarns zoovci te
dompen. dat de tegemoetkomende wegge
bruikers niet door de lichtstralen kunnen
worden getroffen. Alleen liet voor den w iel
rijder liggende wegvlak wordt dan verlicht
hetgeen ook de bedoeling moet zijn. Met
wiclrijdend publiek wordt verzocht krach
tige medewerking tc vcrleenen.
In Overijssel is op het oogenblik een bur
gemeester» vacatui e, die de volle belang
stelling heeft van breede kringen en in het
bijzónder van de bevolking van Twente.
Deze vacature is in de gemeente Lonneker,
wier burgemeester, de heer M. A. II. M.
Stroink, eenigen tijd geleden is overleden
De vraag gaat hier niet zoozeer erom, w i e
burgemeester zal worden, als wel of er cn
zoo ja, onder welke voorwaarden een bur
gemeester benoemd zal worden.
liet zich steeds uitbreidende Enschede
heeft het eigen grondgebied volgebouwd cn
reeds moesten verschillende woningcom
plexen gebouwd worden op gebied van het
Enschede geheel omringende lonneker.
Vandaar dat Enschede een krachtige actie
begon tot annexatie van Lonneker, ook voor
het verkrijgen van meer industrie-terrein.
Even krachtig was het verzet van de zijde
van Lonneker, dat als bloeiende en groeien
de plattelandsgemeente er niets voor ge
voelt gevoegd te worden bij de industrie
stad Enschede met de gevolgen van dien.
Waarbij er dan tevens op gewezen wordt,
dat het toch niet aangaat zonder meer een
gemeente van een 30 000 zielen bij een an
dere gemeente in tc lijven.
Van Enschedeesche zijde nu werd de bur
gemeester-vacature aangegrepen als een
goede gelegenheid een beslissing te krijgen,
gaande in de richting van annexatie en
wel doordat deze vacature onvervuld blijft,
waar geen kans op schijnt te zijn, of door
het benoemen van een tijdelijken burge
meester, wat ernstig overwogen wordt.
Dat hiertegen verzet zou komen van Lon
neker zijde, was te verwachten, maar hoe
spontaan en algemeen de pikeer van an
nexatie is, komt hierbij sterk naar voren.
Is het reeds een zeldzaamheid, «lat uit een
gemeent-e openlijk een eandidaat voor het
burgemeesterschap wordt aanbevolen, enn
unicum is zeer zeker, dat alle groepen, alle
schakccringen uit een gemeente één en den
zelfden eandidaat naar voren brengen.
In adressen aan den minister dringen
thans niet alleen het gemeentebestuur van
Lonneker cn alle landbouw- en aanverwan
te organisaties, maar oök'Tle geestelijkheid
en de leiders van «iljc politieke groepen
aan op dc benoeming van den heer G. W.
Stroink, een broer van den overleden bur
gemeester en thans burgemeester van
Steen wij kerwold, voorzitter van de O. L. M.
en van tal \un andere vereenigingen. Dc
heer Stroink hoeft niet gesolliciteerd, maar
verklaarde zich op dit algcmccne verzoek
bereid een benoeming tc aanvaarden.
Uit deze keuze blijkt ook, boe men zich
in Lonneker geheel on al laudbouw-gc-
meente voelt. Verder ziin audiënties aan
gevraagd bij den minister en bij den Com
missaris der Koningin. Vermoedelijk zal
laatstgenoemde reeds Maandag a.s. zijn
standpunt in deze bepalen en dienovereen
komstig adviseeren, zoodat een beslissing
binnen korten tijd te verwachten is.
UIT DE STAATSCOURANT.
Toegekend de ecre-medaillc der Ornnjc-
Nassau-orde in zilver aan W. G. Gerncr,
wonende te Haarlem, procureursklerk ten
kantore van dr. F. C. A. Dammers, te Am-
Sterdam;
in brons aan H. Hertog, binder bij dc
firma Joh. Enschedé en Zonen, te Haar
lem;
met ingang van 1 Januari op verzoek eer
vol ontslagen uit den militairen dienst de
eerste luitenant op non-activiteit J. W.
Westenberg, van liet wapen der infanterie;
met ingang van 1 Januari op verzoek eer
vol ontslagen G. Stel als burgcrondcrw ijzer
bij de opleiding der zeemacht;
met ingang van 1 Januari op verzoek
eervol ontslagen uit den militairen dienst
dc eerste luitenant J. N. Swaan, van het
regiment genietroepen.
Op verzoek wegens gezondheidsredenen
rnet ingang van 1 Februari a.s. eervol ont
slagen de rijksinspecteur vail dc Ncd.
Spoorwegen J. C. Loman, te 's Gravenhage,
cn is met dien datum als zoodanig be
noemd J Canters, ter standplaats Arnhem;
benoemd tot elcctrotechniscli hoofdamb
tenaar bij de telegrafie cn telefonie G. A
Boor en G. Emmerik, thans electro technisch
ambtenaar resp. tc Vlissingcn en te 's Gra
venhage (directie T. D
benoemd bij het departement van finan
ciën tot ndjunct-commics bij de rijkskan
toren der directe belastingen enz. M.
K ra yenbrink;
benoemd tot griffier bij het kantonge
recht:
OVERTREDING TARIEFBEPALING IN
HET BOEKDRUKKERSBEDRIJF.
Eisch tot boete door den rech-
ter toegewezen.
De Maasbode meldt:
Twee boekdrukkei s uit Heerlen hadden
meerdere transacties aangegaan beneden
het tarief van de bindende handleiding
voor de berekening van handelsdrukwerk
cn dc Rechtspraak-Commissie vorderde te
genovcr beide leden van de Fed. der Werk
gevers-Organisatie in het Boekdrukersbe-
drijf zeven disciplinaire maatregelen met
even veel geldelijke beboetingen.
Toen de leden taal noch toeken van leven
gaven, stelde de Federatie bij «1c Civiele Ka
mer der Arrondissemcnts-Rechtbank te
Maastricht een eisch tot betaling in.
Door de beide boekdrukkers werd be
twist hunne gohoudenheid om de boeten tc
betalen, op grond, dat de bedoelde uitspra
ken dier rechtspraak-commissie niet bin
dend zouden zijn, omdat die commissie een
orgaan is van eischcrs, die daardoor rech
ter zou zijn in eigen zaak en de desbetref
fende dc bepalingen en de dientengevolge
lusschen partijen gesloten overeenkomst
zou zijn in strijd met de openbare orde en
goede zeden.
Dc Rechtbank ging echter met deze
zienswijze niet mee en oordeelde, dat be
palingen cn'statuten en reglementen, waar
bij leden van vereenigingen zich bij voor
baat verklaren te onderwerpen aan het
oordcel en de uitspraak hetzij van liet be
stuur, hetzij van een ingevolge de geldende
statutairo voorschriften door bestuurs of al
gemeene vergadering aangewezen orgaan,
niets bevatten wat met goede zeden of
openbare orde onvereenigbaar is, waar
toch ieder lid door zijn toetreden blijk
geeft, daarmede genoegen te nemen.
Dc gedaagde boekdrukkers werden dan
ook veroordeeld lot het betalen eener zij
het verminderde boete cn de proceskos
ten.
Een monument vooi den
Abbé Saint-Pierre
Het mag algemeen bekend worden ver
ondersteld, dat in de afgeloopen eeuwen hei
aantal ontwerpen, dat is gepubliceerd ter
zake van volkenbond of staten-organisatie,
niet gering is. Onder de ontwerpers neemt
echter in dc eerste helft der achttiende eeuw.
de Abbé de Saint-Pierre, afkomstig uit St.
Pierre EEglise in Norm&ndiö een bizonderö
plaats in. Zijn ontwerp toch bedoelde niet
slechts ccn Volkenbond te scheppen, maar
geheel een internationale organisatie op to
bouwen voor de samenleving dor volken.
Voor Nederland is bovendien van belang,
dat in dit ontwerp aanvankelijk aan Utrecht
als hoofdstad der organisatie een bizonderfl
plaats was gegeven. De Abbe do Saint-Picrra
achtte een Hollandsche stad daarvoor aan
gewezen, omc(at de Hollanders hem meer
internationaal voorkwamen dan welk volk
ook.
Onder leiding van den prefect van Kefi
departement dc la Manche cn onder eere-
voorzittersehap van minister Briand is nu
to Cherbourg ccn comité gevormd, dat ton
doel hoeft een bescheiden monument voor
de nagedachtenis van dezen pionier der Vol-
kenbcndsgedachte op tc richten.
Gezien de bizondere belangstelling, die da
figuur van den Abbé de Saint-Pierre in Hol
land steeds liceft mogen ondervinden, heeft
het Fransche comité aanraking met Neder
land gezocht. De Vcreeniging voor Volken
bond en Vrede heeft, teneinde te pogen bij-
Idragen voor dat doel te verzamelen, een
klein comité gevormd, dat onder leiding
jstaat van zijn nieuw opgetreden voorzitter,
den heer jhr. rar. dr. H. A. van Karnebeek,
en waarin naast dezen o.m. zitting hebben
prof. A. Anema, mr. J. F. Andrcoli, voorzit
ster van do Ilaagsche afd. van don R.-K.
Vredesbond, mr. J. Limburg, dr. J. ter Meu-
en, bibliothecaris van het Vredespaleis, mr.
van Rijckevorsel, commissaris der Ko-
ïingin in Noord-Brabant, mr. G. van Sloo-
en, secretaris der Ned. Vcreeniging voor
Intern, recht en IT. van der Mandere, J. van
Kassaustraat 93. den Ilnag, die tevens het
.«lecretariaat der commissie op zich heeft ge-
ilomen.
DE DREIGENDE UITSLUITING IN HET
ZEEVISSCHERIJBEDRIJF.
Conferentie met den rijksbe-
middclaar.
's Gravenhage, 5 Jan. In verband
met de weigering der reeders om de sche
pen naar zeo te zenden zonder de afslui
ting van een collectief contract, meldt men
oils van werknemerszijde, dat de visschers
het standpunt in nemen, dat er geen con
flict bestaat, maar dit door de reeders ge
schapen wordt. Immers de visschers willen
op de voorwaarden die aangeboden worden
naar zee. Voor de haringvisschcrij, die pas
in Juni begint, achten zij echter de voor
waarden niet van dien aard, dat zij daarop
een collectief contract voor 3 jaar weïl-
schen aan te gaan.
Dc rijksbemiddelaar, de heer Van IJsscl-
stein, heeft partijen opgeroepen tot een
conferentie in het departement van arbeid,
handel cn nijverheid op Woensdagmorgen.
Do rijksbemiddelaar houdt dan om halt elf
besprekingen met de reeders en om half
twaalf met de samenwerkende werkne
mersorganisaties.
„Jawel", zei ik hoofdknikkend, „ik heb
de lift genomen, Louis. Delora ligt boven
in de gang vlak bij zijn kamer, met een
kogel in het hoofd. Ik zou wel een» willen
weten of hij zelf dat schot zou hebben ge
lost, dan wel of iemand"
„Of iemand wat?" vroeg Louis zacht.
„Nu het kan me eigenlijk niet schelen",
vervolgde ik schouderophalend. „De waar
heid zal toch wel aan het licht treden, ook
zonder dat ik er mij mede bemoei. Maar
ik zou willen vragen of je ecnig idee hebt
wat er met die twee honderd duizend Pond
is gebeurd."
„Ik, mijnheer!" Louis stak beide handen
uit en vervolgde: „Delora heeft eenige uren
tijd gehad om ze weg te bergen. Als hij
mijn raad had gevolgd, dan zou hij nu met
een automobiel op weg zijn naar de Zuid
kust. Wat het geld aangaat, nu, dat zal
wel ergens zijn."
„Ja, dat denk ik ook, Louis/' erkende ik.
„Delora was een prutser/' vervolgde
Louis met nadruk. „Het spel was in zijn
handen. Zelfs het opduiken van zijn broe
der leverde geen direct gevaar voor hem
op. Hij had toch een volkomen in orde
zijn legim'tatiekaart' in zijn bezit en daar
kon niemand iets tegen inbrengen!"
„Behalve wanneer men wist, dat hij van
plan was om de opbrengst van den ver
koop in eigen zak te doen verdwijnen."
„Dat zou moeilijk te bewijzen zijn ge
weest, zoo hij verkozen had 't tegendeel te
verzekeren", merkte Louis op. „Vanhallon
zou bitter weinig hebben kunnen inbren
gen, zoo het geld in zijn handen was ge
komen."
„En de Chineesche gezant dan?"
„Zijn documenten zouden zeer voldoen
de zijn. ITij heeft de schepen en dus waar
voor zijn geld. Neep, er was voor Delora
geen enkele reden om te wanhopen. Wer
kelijk, in het laatste uur heeft bij zich als
een kind gedragen. Maar mijnheer boude
het mij ten goede
Louis snelde weg en ik zag hoe hij glim-
iachend'een stelletje laatkomers naar een
tafel geleidde. Ik bleef naar hem staan kij
ken. Er schuilde toch iets buitengewoons
in dien man! Ik was vast overtuigd, zelfs
bp dat oogenblik. nog, dat hij achter de^
schermen blijvend het heele plan van die
oplichterij, in ieder geval het grootste deel
i van, had bekokstoofd Ik geloofde even
zeer, dat het zijn hand was geweest, die
Delora naar de andere wereld had gehol
pen. F.n nu stond hij daar, enkele minuten
na het drama waarin hij de hoofdrol had
vervuld, rustig met zijn gasten te praten,
ze adviseerend omtrent de wijnkaart cn zo
een of anderen schotel aanprijzend. Intus-
schcp lag boven Delora met een blauw
plekje bij zijn slaap... Het was het bewijs,
dat de theorie van liet overleven van de
krachtigste individuen ook geldt voor de
misdaad!
Ik ging weer naar boven. De Chineesche
jgezant, Vanhallon en Lamartine zaten in
'druk gesprek in de zitkamer van den ver
moorde. Na een oogenblik aarzclens ver-
ochten zij mij ook deel tc nemen aan de
nnfercntic Men had eeir wissel van honderd
:esfcig duizend Pond in de portefeuille van
Ion doode gevonden, maar bankpapier tot
L*n gezamenlijke waarde van veertig duizend
jj'ond was spoorloos verdwenen! Zij keken
liiij eens aan en Lamartine deelde mij me
de wat hun gedachten bozig hield. Zij moes
lim weten waar dat bedrag was verborgen
en hij zeide:
„Wij hebben cenig vermoeden, wat de
junge dame betreft'
„Nu, dat kunt u gerust laten varen!" zei
ill droogjes. „Ik geef er mijn woord op, dat
van het heele plan niets lieeft afgevve-
a en er nu nog niets van begrijpt. Zij is
vast overtuigd, dat haar oom op vol-
men eerlijke wijze getracht heeft de op-
ïcht, waarvoor zijn broeder naar Europa
s gegaan, na te komen. U kunt u ge-
t de moeite sparen tusschen haar ba-
;c naar het geld te zoeken."
Maar waar kan het dan gevlogen zijn?"
eg Vanhallon. „Die man had geen tijd
om* het weg te maken."
Ik deed mijn mond open om wat te zeg
gen maar besloot toch liever te zwijgen.
Waarom ook niet? Ik had mijn doel be
reikt en had de overtuiging verworven,
dat het een dwaasheid is zich te bemoeien
met dingen, die je niet aangaan. Daarom
hield ik mijn mond. Ik ging naast de dame
met de turkooizen zitten en vroeg haar;
ga
„Wilt u mij eens vertellen, hoe u hem
heeft gevonden? Is hij werkelijk ziek ge
weest, of hoe heeft het zich toegedragen?"
Ik wees met het hoofd in dc richting
waar Ferdinand Delora was sezeten. Nog
altijd keek hij even kinderachtig onnoozel
voor zich uit. Het drama, dat zich kort
te voren in zijn onmiddellijke nabijheid
had afgespeeld, had blijkbaar geen indruk
op hem gemaakt.
„Ilenri, de heer Bartot,.had rnij alles
van de zaak medegedeeld. Het plan was
oorspronkelijk van hem. Ze hebben later
geprobeerd de zaak te bespoedigen buiten
hem om. Henri ging daarom naar Londen
en heeft daar den dood gevonden. Zooveel
weet ik, doch wie zal zeggen, hoeveel meer
er van te vertellen valt? Maar ik besloot
wraak te nemen. Ik wist naar welk gesticht
men hem had laten brengen, een particu
liere ziekeninrichting, die slechts weinigen
als hersteld verlieten. Maar ik vervoegde
mij daar cn bezwoer, dat ik zijn dochter
was. Ik joeg ze allen een doodsangst op
het lijf, omdat ik wist dat hem vergift
was toegediend, waardoor hij zijn denk
vermogen kwijt was. Zij achtten hem on
schadelijk en berustten er in, dat hij met
mij mee ging. Ik stak met hem naar En
geland over en bracht hem hier.
„En wat gaat u nu doen?" vroeg ik.
„Nu moet ik terug', antwoordde zij,
.maar Ilenri is ten minste gewroken!"
Zij boog zich naar mij toe cn fluisterde
mij in het oor:
„Deel aan hen, die zich met zijn verzor
ging belasten, mede, dat hij niet lang meer
kan leven. De dokters hebben mij dat ver
zekerd. Het is een kwestio van weken."
Ik ging met haar naar de deur cn merkte
met gedempte stern op:
„Het is een dure reis voor u geweest..."
„Henri heeft mij alles nagelaten", ant
woordde zij met een lachje, „aan geld heb
ik waarlijk geen behoefte. Maar dc bedoe
ling van uw woorden waardeer ik".
Zij zuchtte eens cn na een blik te heb
ben geworpen naar Felicia's kamer, ging
zij met haastige schreden weg. Ik keerde
langzaam terug. Een paar minuten later
kwam Felicia weer binnen en zette zich
naast haar oom. De anderen waren allen
vertrokken cn wij waren alleen.
„Lieveling", zeide ik, „hier mag je niet
langer blijven. Je moet met je oom met
mij meekomen."
Zij stak haar handen uit cn fluisterde!
„Waar je maar wilt, beste Austen.
Een jaar later stelde ik Felicia voor irt
het Milan Ilotel te gaan lunchen. Zij werd
niet zenuwachtig, toen zij dit voorstel hoor
de, maar was even nieuwsgierig als ik om
te zien, of Louis daar nog was.
„Er valt geen oogenblik aan te twijfe
len", zei ik, „of je oom Maurice had het
bedrag van veertig duizend Pond in bank
papier ontvangen. Toen men hem, door een
revolverschot gedood, optilde, vond men
in zijn portefeuille een wissel ten bedrage
van honderd zestig duizend Pond. 't Bank
papier was verdwenen. En nu zou ik wel
eens willen weten, waarheen dat geld ge
stoven is."
„Ja, ik ook!" verklaarde zij.
Een kellner, dien ik van vroeger kende,
kwam ons begroeten. Ik informeerde bij
hem naar Louis en hij deelde ons mede:
„Louis is een geluksvogel geweest. Een
familielid kwam te overlijden en liet hem
zijn heele fortuin na. Het hotel van Benzoli
in St. James Street stond te koop en Louis
kocht het Het gaat hem prachtig."
„Die gelukkige Louis!" zei ik halfluid.
„En hoe groot was die nalatenschap? Weet
je dat misschien ook?"
„Ik heb gehoord", antwoordde d» kellner
met gedempte stem, „dat het zeker wel
veertig duizend pond geweest zijn!"
„Zoo wordt de ondeugd beloond!" fluis
terde ik Felicia toe.
„Mijnheer gaat zeker wel eens kijken ia
het Café Benzoli ging de kellner voort.
„De keuken is er uitmuntend en vele van
Louis' vrienden zijn hem gevolgd."
Felicia en ik keken elkander eens met
een glimlachje aan.
„Nu, dat zou misschien wel eens kunnen
gebeuren", merkte zij ietwat aarzelend op.
„Neen hoor", verklaarde ik beslist, „ik
houd me toch maar liever aan het Milan
Hotel."
EINDE