AM EPSFOORTSCH DAGBLAD BELGIE'S MILITAIRE GRENSWERKEN Dinsdag 20 januari 1931 29e Jaargang No. 171 DE SAMENWERKING MET FRANKRIJK DEMOCRATISCHE SAMEN WERKING WEER VERONTREINIGING VAN HET WATER Feuilleton Zijn Laatste Wensch j)E eemlandeb: Bedrijvigheid in Belgisch Limburg Nieuws werken te Maaseik groote bedrijvigheid. Per autobussen reden zij naar de punten, waar zij werkzaamhe den hadden te verrichten. Op het oogenblik wordt een levendige mi litaire bedrijvigheid ontwikkeld langs heel de Maaslinie boven en beneden Luik. De forten van de vroegere Maaslinie worden volkomen gemoderniseerd. Bij Eben-Emacl kornt een nieuw fort, waartoe grond wordt onteigend. De onteigeningen. ons ook door Belgische officieren opge merkt. Van hen, zoowel als van andere zijde, vernamen \ye tevens dat de door het Nedcrlandsche leger enkele jaren geleden in Zuid-Limburg en het vorige jaar in Noord-Limburg gehouden manoeuvres in Belgische militaire kringen zeer veel op zien gebaard hebben. Men heeft zich toen te Brussel afgevraagd of de Nederlandschc lc- gerautoriteiten van de Belgische militaire plannen op de hoogte zijn, wat zij weten en wat zij niet weten. Sommigen zagen in deze manoeuvres een wenk van de Nederland- sche autoriteiten! Conclusie. Wanneer men nu de zakelijke militaire gegevens naar hun juiste waarde beoor deelt, dan blijft er niets anders over, dan \ast te stellen, ten eerste: dat, al zijn deze militaire werken niet rechtstreeks tegen Nederland gericht, geen oorlogvoering te gen Nederland zelf ten dienste staan, toch voor doel hebben den nieuwen oorlog met Duitschland op Ncderlandsch gebied over te brengen, en ten tweede, dat, al heeft er geen enkele Fransche „interventie" of be moeiing met Belgie's militaire aangelegen heden plaats gehad, er dan toch een zoo danige samenwerking tusschen de generale staven van Frankrijk en België wordt on derhouden, dat de gevolgen daarvan met die van een „interventie" op één lijn kun nen worden gesteld. R.K. Volkspartij en Democratische Partij bij de a.s. vers kiezingen Naméns de ILK. Volkspartij en de Demo cratische partij verzoekt men ons mede te deelen dat in een gecombineerde vergade ring, welke Zaterdag j.l. in Den Haag is ge houden, dc dagelijksche besturen deze beide partijen het reeds vroeger aanhangige plan om samen te werken hij de aanstaande Sta ten- en Raadsverkiezingen in onderdeden hebben uitgewerkt ter adviseering aan de afdcelingcn en dat het beginsel der samen werking is neergelegd in dc volgende motie, welke met algemcene stemmen is aangeno men: „Dc besturen der R.K. Volkspartij en der Democratische partij, op 1? Januari 1931 te 's-Gravonhuge in gemeenschappelijke vergadering bijeen overwegende dat in de huidige tijdsom standigheden slechts door strikte doorvoe ring van het democratische beginsel bij het bestuur v an stad en land'uitkomst te ver wachten is; van óórdeel, dat met eerbiediging van ieders godsdienstige en ethische beginselen alleen door samenwerking der democrati sche groepen versnippering van krachten en dus schade voor de democratie kan worden voorkomen besluiten met behoud der zelfstandigheid der desbetreffende afdeelingen om in over legd afzonderlijke of gemengde lijsten in te dienen tot loyalen steun en samenwerking over en weer bij de komende verkiezingen voor Prov. Staten en gemeenteraden noodigen alle groepen en personen, die voor een herleefde belangstelling van de democratische beginselen in praktijk voelen uit, om zich bij bovengenoemde samenwer kende partijen aan tc sluiten, in ieder geval de uiterste krachten in te spannen om aan de democraten in de besturende colleges een meerderheid tc bezorgen.?" GEMEENTE-ONTVANGER LEEUWARDEN. L c c u w a r d e n. B. en W. bevelen voor een benoeming tot gemeente-ontvanger den Raad aan 1. B. Nyholt, controlur der ge meentebelastingen alhier; 2. B. Polet, veri ficateur der gemecntefinancièn alhier. BARON VAN VOORST TOT VOORST f Koninklijke vertegenwoordiging bij do begrafenis. Wij lezen in het Dagblad van N.-Brabant: Omtrent dc samenwerking tusschen de Fransche en Belgische generale staven is ons ten stelligste verzekerd, dat deze sinds den oorlog nimmer onderbroken is. Deze samenwerking is door de generale staven beider landen tot in de kleinste bizonder- heden geregeld en herhaaldelijk gewijzigd, naar gelang de noodzakelijkheid. België's taak. De taak, het Belgische leger door deze sa menwerking opgelegd is: den uitersten lin kervleugel te vormen van de samenwerken de legers. Bij een oorlog met Duitschland moet België zijn soldaten ten spoedigste vooruit schuiven in de richting Ivrefeld— KleefWezelRoergebied. Men heeft daar bij de noodzakelijkheid onder het oog ge zien van een doortocht via Nederlandsch gebied. Zoowel Zuid-Limburg als Midden- Limburg voornamelijk het smalste deel dezer provincie tusschen Maaseik (Belgic) en Havert (Duitschland), komen daar voor in aanmerking. Bij een e.v. gedwongen terugtocht trekt het leger zich terug op de verdedigingsli nie, gevormd door de Maas, het in wording zijnde Albert-kanaal en de forten van Ant werpen. Met het oog op een verder door dringen van het vijandelijk leger, worden kunstwerken uitgevoerd, die het mogelijk maken de gebieden van den Demer cn de Nethe onder water te zotten. Langs dc zeekust loopt eveneens con ver dedigingslinie, waarvan een gedeelte, n.l dat van de Fransche grens (Adinkerke) tot Nieuwpoort, aan het Fransche leger wordt overgelaten. Eveneens wordt langs de Lu- xcmburgsche grens een linie door het Fran sche leger verdedigd. Voorzoover dienstig, is gebruik gemaakt van de door de Duitschc bezetting ontwor pen strategische \verkcn. De situatie is zoo danig in stand gehouden, dat in een mini mum van tijd loopgraven kunnen worden gelegd. De Duitsche „Unterstande" enz. zijn deels als onpractisch opgeruimd, doch deels ook als strategische hulpmiddelen gehand haafd. Deze laatste liggen door het land verspreid voornamelijk nabij dc gren zen en worden door de genie onderhou den. Enkele feiten. In 1927 en de daaraanvolgende jaren zijn meerdere raaien Fransche officieren in Bel gisch-Limburg gezien. Men deelde ons op een tocht door dit gebied mede, dat Fran sche officieren herhaaldelijk daar in burger geweest zijn. In de maand Mei van bet jaar 1928 zijn Fransche stafofficieren in verschillende Belgische kazernes geweest. Op 30 Mei 1928 inspecteerden zij de Sint Anna-lcazerne te Laeken, waar de luclitdoelartillerie gele gerd is. In den zomer 1930, dus het vorige jaar, zijn door heel Belgisch Limburg Belgische stafofficieren doende geweest. In grooten getale hebben zij daar z.g. kaartoef en ingen gehouden en opmetingen verricht. De lei ding berustte bij de generaals De Poclie en de Callantav. Het hoofdkwartier was ge- ruimen tijd gevestigd te Maaseik, terwijl dit ook in andere plaatsen werd ingericht, o. a. in Lanklaar-Stokheim, nabij de grens, waar de officierstafel werd gehouden in Hotel du Chemin de Fer. Door hunne aan wezigheid heerschte in deze streek een Terloops gezegd: in deze streek vinden tal van onteigeningen plaats, welke voor zeker deel niet ten behoeve van het Albertkanaal zijn, doch uitsluitend voor militaire zaken dienen. Een voorbeeld uit vele: Het landbouwers- gedoe te Canne, vlak bij dc Nederlandschc grens, op het kruispunt van den weg Ebcn- Emael naar Vroonhoven (Maastricht) en de Steenstraat, eigendom van Catharina en Pieter Lemmens, is onteigend. Op 'n goe den dag is hun aangezegd, dat zij hun huis hadden te ontruimen. Vanwege het ministe rie van Financiën werd hun als vergoeding voor een wit dubbel woonhuis, geheel on- derkelderd, met annex schuur en stal, daar naast twee bouwterreinen op de Steenstraat aan den grooten weg naar den Dries, de somma van 80.000 francs aangeboden. Een onpartijdig deskundige uit Maastricht schat te dezen eigendom op tenminste 140.000 francs. De onteigenden zijn in beroep ge gaan, waarop hun door een soort van be roepscollege, gevormd uit o. a. een gepen- sionneerd beambte en een dokter, nog 7000 francs bijgcschonken is. Voor 87,000 francs is de familie Lemmens haar eigendom kwijt; er is 'niets meer aan te doen. Zoo vergaat het meer dan een, waarom dan ook door de bevolking een bond gesticht is, die sterke actie tegen de onteigeningen voert. De Maaseiker uitvalspoort. O Wat Maaseik betreft: Reeds in October 1927 hebben geniesoldaten onder leiding van twee officieren, werkzaamheden in den toren verricht. De kerk staat niet ver van dc brug, welke de stad met dc Nedcrland sche gemeente Roosteren verbindt De kerk toren heeft een lange spits. Juist onder-het kruis aan de zijde van de Nederlandschc grens, werd een gat in den toren gemaakt. Een militaire teekenaar heeft hier verschei den dagen gewerkt en bracht het terrein, dat hij ver Overzien kon, in kaart. Daarna is dit gat door de genie-soldaten weer dicht gemaakt. Zij hebben daarbij wit-grijze leien gebruikt, die scherp afsteken tegen do blauwzwarte van den toren. Hierdoor kon men nu nog zien, waar bet gat geweest is. De toegang tot den toren vanaf bet oksaal was vroeger open. Men heeft er toen een deur gemaakt, die sedert dien op slot blijft. Thans worden ter plaatse enkele omvang rijke militaire werken uitgevoerd. Op het Gouvernementsgebouw te Hasselt is enkele weken geleden een vertrouwelijke aanbe steding gehouden onder enkele daartoe uit- genoodigdc aannemers. 1-Iet betrof het log gen van een betonnen muur op de kruin van den Maasdijk, links en rechts van de brug over de Maas, ter lengte van enkele honderden meters. Volgens bestek moet die hetonnmuur 1.50 meter in den dijk gewerkt worden en moet er 30 c.M. boven uitsteken. Nabij de hoeve De Dillen (links) en Labaar (rechts) worden twee stellingen van gewa pend beton van achter in den dijk gebouwd. Het werk was in twee doelen uitgeschre ven. Voor het eene gedeelte was de laagste inschrijver de aannemer L. Voots, uit Maaseik, voor het andere deel de aannemer R. Martin, uit Lanklaar voor een bedrag van circa anderhalf millioen francs. Was het volgens aanbesteding gegund, dan zou het werk ongeveer 130.000 francs goedkoo- per geweest zijn. De reden van het bouwen dezer werken is niet twijfelachtig cn wordt in verband gebracht met de mogelijkheid van een doortocht naar Duitschland. Zulks werd Dc Koningin zal zich doen vertegenwoor digen bij de begrafenis van den oud-Eerste Kamer-voorzitter, Baron van Voorst tot Voorst, Woensdag a.s. te Vileteren door haar adjudant i.b.d. luitenant-generaal Jh-. Wittert. Z.K.H. dc Prins zal persoonlijk bij dc be grafenis tegenwoordig zijn. In liet gebouw van de Eerste Kamer zijn dc gordijnen neergelaten ten tceken van rouw over het overlijden van luitenant-gene raal J. J. G. baron van Voorst tot Voorst, in leven oud-voorzitter dier Kamer. EERSTE KAMER. De vacature Vau Voorst tot Voorst. Al6 opvolger van het overleden Eersto Kamerlid J. J. G. Baron van Voorst tot Voorst wijst do lijst betreffende de verkie zingen, waarbij den laatsten keer zijn man daat is vernieuwd, aan het Tweede Kamer lid ir. L. J. M. Feber en na dezen den heer F. L. D. Nivard, wethouder van Rotterdam. AUTOBOTSING. Vaassen, 19 Jan. Een luxe auto. be stuurd door den heer Van 't Erven uit Vaas- sen, komende uit dc richting Devcnterweg en een groote autobus van dc Gebr. Brum- meikamp, eveneens uit Vaassen, kwamen hedenmorgen pl.m. elf uur op het kruispunt bij het café „De Valk" tc Vaassen met elkaar in botsing. De luxe auto werd totaal ver nield. De autobus werd licht beschadigd. Beide bestuurders, alsook de passagiers, kwamen met den schrik vrij. SLECHT WEER OP ZEE. Avontuurlijke reis van een Zweedsch stoomschip. IJ m u i d e n, 19 Jan. Het Zwcedsche stoomschip Fram, dat met een lading pa pierhout van Leningrad naar Velsen op weg was, heeft bij het binnen komen te IJ muiden gerapporteerd, dat gedurende de reis tengevolge van slecht weer een groot gedeelte van den deklast verloren is gegaan. Ditzelfde schip is, naar wij vern -men, bij het imarori der buitenhaven van IJmui den in hotsing gekomen met het uitgaande Engelsche stoomschip „Alchvmist", tenge volge van het feit dat de „Fram" uit het roer is gcloopen. De „Alchymist" heeft schade bekomen aan het bakboordachter schip en is naar IJmuiden voor evcntuecle reparatie teruggekeerd. De „Fram" werd oogenschïjnlijk niet beschadigd. BRAND IN EEN PAPIERFABRIEX. E e ï'.bee k 19 Jan. Gistermiddag om streeks S uur brak er bij de N.V. Papierfa briek „De Hoop directeur dc heer H. Bos, alhier, in een partij oud papier, liggende in de onmiddellijke nabijheid van 't fabrieks complex. een brand uit. die zich aanvanke lijk ernstig liet aanzien. De motorbrandspuiten van dc N.V. Vcr- cenigde Papierfabrieken alhier en van Brummcn waren spoedig ter plaatse en gaven met een vijftal slangen water. De oorzaak schijnt te zijn, dat jongens met vuur gespeeld hebben. Assurantie dekt de schade. INBRAAK TE AMSTERDAM. Een bontjas van 30G0 gestolen. Amsterdam, 19 Jan. In den nacht van Zaterdag op Zondag hebben dieven een bezoek gebracht aan dc kleermakerij van den lieer J. Sluzenski, Heerengracht gracht 443. Dc straatdeur is vermoedelijk met cm valsche sleutel opengemaakt. In verschil lende vertrekken is oen bezoek gebracht. Als buit is meegenomen een hecren bont jas ter waarde van 3000, benevens dc kas bevattende 50.aan klein geld, 14 gou den tiendjes benevens cenig Duitsch en Fransch geld. Van Vlissingens fabrieken te Helmond staan weer stil De Ilbld.-correspondcnt te Helmond be richt: ITet waterschap de Aa is wederom gaan spuien op de Zuidwillemsvaart, Dientenge volge is opnieuw verontreiniging van dit water ingetreden, weshalve do firma Van Vlissingen cn Co. te Helmond zich genood zaakt heeft gezien haar fabrieken opnieuw stop te zetten. De verontreiniging van het kanaalwater door het Aa-water, voornamelijk met hu- musstoffen en kalk levert, gelijk wij reeds vroeger hebben medegedeeld, voor de ka- toenfabrieken gevaar op. Zij hebben per uur 1000 M3 water noodig, een hoeveelheid die niet maar zoo even gezuiverd kan wor den. Deze strijd tusschen hot belang van den landbouw die van den overlast van het hooge water bevrijd moet worden en van de industrie, die door de waterveront reiniging wordt bedreigd, duurt nu reeds bijna twee jaren. Waterstaat heeft de zaak in onderzoek, maar tot een afdoend plan voor een oplossing is het nog niet gekomen. De maatregel die thans weer door do firma Van Vüssingen moest worden genomen, treft 800 arbeiders in hun bestaan. Nader verneemt het blad: Men heeft getracht de spuiing te verrich ten op Zaterdagmiddag en Zondagmorgen. Evenwel heeft de geweldige regenval der laatste dagen langer spuien noodzakelijk gemaakt. Indien dit regenweer aanhoudt, kan de stopzetting der fabrieken van lan gen duur zijn. Van de zijde der directie vernamen wij echter, dat zoodra het water weer bruikbaar is, de fabriek onmiddellijk in gang zal worden gezet. UIT DE STAATSCOURANT. Benoemd tot ridder in do orde van den Nederlandschcu Leeuw T. H. A. M. van der Marck, geestelijk adviseur dor Coöperatieve Centrale Boerenleenbank tc Eindhoven, wo nende tc Roermond. Bij K.B. zijn benoemd lot ridd-.r in de orde van Oranje Nassau, de heer M. vrn. Riel, adj. directeur van het Kon. Ned. Me teorologisch Instituut tc Bilt, leider van de Ocdanografische expeditie van Juli 1929 tot November 1930 in Nederl. Indic en dc luite nant ter zee le klasse F. Pinke. Is ontbonden de Staatscommissie Inge steld bij K.B. van 7 Januari 1921, no. 50 be treffende liet tot stand brengen van een ver beterde scheepvaartverbinding van Amster dam naar don Bovcn-Rijn. Bij beschikking van den ;ministcr van financiën is dc ontvanger der registratie en domeinen C. J. de Lussanet de la Sablo* nière verplaatst van het kantoor Delft naar het kantoor der invoerrechten enz. te 's- Gravcnliagc. Is do ontvanger der directe belastingen enz. D, II. Schaars verplaatst van het kan toor Eist naar het kantoor Epe. Bij beschikking van den Minister van Binncnlandsche Zaken en Landbouw is met ingang van 1 Februari 1931 benoemd tot lid van de commissie van toezicht van de rijks- landbouw winterschool te Vcendara de heer K. Topper te Zuid-Wending, gemeente Veen- dam. AFSCHEID EN INTREDE VAN DS. M. C. VAN WIJHE. De vrijzinnige dominee M. C. van Wijhe, lid van dc S.D.A.P, voorheen predikant to Barchem en hoofdredacteur van Kerk en Volk, zal op Zondag 1 Februari e.k. afscheid nemen van de Ned. Ilerv. gem. te Nieuw- veen en zal op Zondag 8 Februari d.a.v. in trede doen in de Ned. Herv. gem. te Pur- merend. Als een bizonderheid kan nog ge meld worden, dat ds. Van Wijhe, in zijn nieuwe gemeente zal worden bevestigd door zijn rcchtzinnigen ambtgenoot ds. E. H. Wieringa. Elk woord, dat niet door een daad ge steund wordt, verzwakt. RAMSAY MACDONALD. („Ueber den Tod hinaus"). Roman van ANNY VON PANHUYS. Uit het Duitsch door W. H. C. BOULLAARD. 12 Wie had da^ licht ontstoken? Maurer zat er altijd nauwkeurig achter heen, dat er geen stroom onnoodig werd verbruikt en inet het vrouwelijk dienstpersoneel was hij op dit punt altijd op voet van overleg. Zeker was of het kamermeisje of de keukenprin ses in het salon geweest en had vergeten het licht uit te draaien. Maar was het mis schien de professor zelf geweest, die nog even naar zijn portret was gaan kijken cn bij het weggaan bij vergissing het lampje had laten branden? Maurer stond nog steeds op den drempel en achter hem de drie andere mannen. Daar kwam juist de professor aan om den drie mannen nog iets te zeggen betreffende het transport Maurer wendde zich dadelijk tot hem en vroeg haastig of de professor mis schien in het salon was geweest en vergeten had het licht uit te draaien. „Ik ben niet in het salon geweest". Berner keek, toen hij dit schouderophalend ant woordde, Maurer nauwelijks aan, maar als een plotseling oplaaiende, donliere vlam steeg het Moed hem naar zijn gezicht. Ver baasd zag Maurer zijn meester aan, die daar als een schooljongen bloosde, alsof hij op een stoutigheid werd betrapt. Daar bestond toch geen reden voor, dacht Maurer, want het zou toch zoo'n wonder niet zijn gewekt, indien de professor zijn portret, voordat het werd weggehaald, nog eens had willen zien, maar deze scheen daarover anders te den ken en een onschuldige vraag als een onge pastheid te beschouwen. Maurer hinderde alleen maar het onnoodig laten branden van het licht, maar als de professor dat niet zoo erg vond, wat ging het hem dan verder aan? Vlug draaide hij 't licht uit en stootte de blinden open, zoodat de kamer in een zee van licht werd gezet, dat uit alle hoeken de duisternis verdreef. Zoo kwam 't, dat Ber ner naast een fauteuil, half daarachter er- borgen, een klein, bruinachticr papier zag liggen. Hij schrok, als had hij iets kwaads bedreven. Wat een onvoorzichtigheid! Een wolk trok over zijn voorhoofd en heimelijk hing zijn blik aan dat bruine panier, dat hem vannacht uit de hand moest zijn geval len. Ongemerkt gin,= hij er heen en stiet hei met de punt van zijn voet wat verder onder den fauteuil. Maurer, die juist met het openen der laatste blinden gereed was en zich toen omwendde, ontging die beweging niet en terwijl de professor den drie mannen in structies gaf, hoe zij het met een grooten, linnen doek omhulde schilderij moesten dragen, bukte Maurer zich wat en wierp een snellen blik onder den fauteuil en bijna had hij hoorbaar aan zijn verbazing uiting gege ven want daar lag waarachtig een biljet van duizend mark! Hoe kwam dat hier! Je strooit toch zoo maar geen bankbiljetten rond! Op zijn minst was het zonderling en ook was het zonderling, dat de professor het biljet met voordacht onder den fauteuil had geschoven, 'alsof niemand het mocht zien. Maurer's gedachtcngang werd onder-j broken, toen zijn meester hem zeide de drié mannen, die het schilderij droegen, tot dé voordeur te begeleiden. Toen de knecht in het salon terugkeerde, was de professor daar niet meer en hij conL stateerd dat ook het bankbiljet was ver dwenen. Zoq, zoo peinzend verwijderde hij zich. Er scheen dus verband le bestaan, combi neerde hij,- tusschen het lampje, dat nog brandde, en het bankbiljet van duizend mark en dat verband was den professór bekend, vandaar diens verwarring wegens de onschuldige vraag betreffende het op klaarlichten dag nog brandende lampje. „Merkvvatfrdig, heel merkwaardig", mom pelde de man tamelijk luid voor zich heen, waarbij hij zoo in gedachten was, dat hij niet eens bemerkte, dat Else uit een der kamers kwam. „Wat is er dan zoo merkwaardig Mau rer?" vroeg ze glimlachend. Verlegen staarde hij het blonde meisje aan. „Niets is merkwaardig, heelemaal niets", stotterde hij, „wat zou er merkwaar dig zijn?" Else lachte hardop. „Jij bent me ook een grappenmaker, Maurer; eerst vertel je je zelf in een alleenspraak dat je ergens iei6 merkwaardigs vindt en nu ik er naar in formeer, vraag je mij wat er wel merk waardig zou zijn. Maurer was al bij de Berner's in betrek king, toen Else geboren werd en die twee waren altijd beste vrienden geweest. „Maar er valt mij iets in", vervolgde het meisje, terwijl haar gezicht ernstiger werd. „Was jij vannacht in het salon?" „Of ik in 't salon was?" herhaalde de man verwonderd. „Iloe komt u daar zoo op, juf frouw?" „Je antwoordt me vandaag altijd met een wedervraag." „Laat ik u dan zeggen, juffrouw, dat ik vannacht niet in het salon ben geweest, maar mag ik u nu vragen hoe u daarop kwaamt?" „Natuurlijk mag je dat. De zaak is heel eenvoudig. Ik was vannacht nog tamelijk laat op, om een gewichtigen brief tc schrij ven." Een glimlach van geluk kwam om haar mooion mond, omdat ze dacht aan de aanleiding tot dien brief. „Het was doodstil in huis, toen ik opeens op den gang voor mijn kamer de planken zachtjes hoorde kraken, alsof iemand zonder schoenen aan 6nel en voorzichtig voorbij liep. Een oogen blik later meende ik het piepen te hooren, dat ontstaat als de salondeur geopend of gesloten wordt." Aandachtig hoorde Maurer toe. Bijn* had hij weer, merkwaardig" gezegd, maar hij beheerschte zich en zei slechts: „Misschien is 't een van de dienstmeisjes geweest." „Neen", zei Else dadelijk, „die heb ik al ondervraagd." „Ook niet, Moeder lachte mij uit, toen ik haar vertelde wat ik vannacht meende te hebben gehoord. Ze zei dat 't zenuwachtig heid was, omdat ik 's nachts brieven schreef inplaats van te slapen. Maurer glimlachte, want Else had haar ouden vriend onder geheimhouding al lang haar verhouding tot Walter Zernikow ver teld. „Ja. als mevrouw er niet geweest is, en de dienstmeisjes niet en ik ook niet," be gon Maurer weer, „dan kan alleen de pro fessor er geweest zijn." Else schudde ontkennend het hoofd. „Va der heb ik ook al gevraagd en die ant woordde mij ongeveer hetzelfde als moe der." „Dan zullen uw ouders wel gelijk heb ben", zei de knecht glimlachend, maar bij zich zelf dacht hij, dat, wat den professor betreft, er iets toch niet in den haak was. Maar dit mocht hij niet hardop zeggen en ten slotte ging het hem ook niet aan wat de professor 's nachts in het salon had ge daan. Alleen wist hij, dat deze daar toen een bankbiljet van duizend mark had ver loren en het licht had laten branden, maar hoe hij ook nadacht, hij kon er niet uit wijs worden. In elk geval een heel, heel merkwaardige geschiedenis, constateerde Maurer, toen hij een paar minuten later begon met zilver- poetsen. De professor cn Else hadden afgesproken om na het middageten naar het schilderij museum te gaan, want hij wilde tegenwoor dig zijn bij het ophangen van het portret. Vroolijk babbelend liep Else naa6t haar vader. Dat zij zich over het leven verheug de, stond duidelijk op haar mooie gezichtje te lezen en 't was haar net alsof de dorre bladeren, die op den weg lagen en onder haar voeten ritselden, haar wondermooie dingen toefluisterden. Sinds gisteren vond zij, dat de wereld nog veel, veel heerlijker was dan te voren. (Wordt vervolgd).

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1931 | | pagina 5