AM EPSFOORTSCH DAGBLAD
BELGIE'S MILITAIRE GRENSWERKEN
Dinsdag 20 januari 1931
29e Jaargang No. 171
DE SAMENWERKING MET
FRANKRIJK
DEMOCRATISCHE SAMEN
WERKING
WEER VERONTREINIGING
VAN HET WATER
Feuilleton
Zijn Laatste Wensch
j)E eemlandeb:
Bedrijvigheid in Belgisch Limburg
Nieuws werken te Maaseik
groote bedrijvigheid. Per autobussen reden
zij naar de punten, waar zij werkzaamhe
den hadden te verrichten.
Op het oogenblik wordt een levendige mi
litaire bedrijvigheid ontwikkeld langs heel
de Maaslinie boven en beneden Luik. De
forten van de vroegere Maaslinie worden
volkomen gemoderniseerd. Bij Eben-Emacl
kornt een nieuw fort, waartoe grond wordt
onteigend.
De onteigeningen.
ons ook door Belgische officieren opge
merkt. Van hen, zoowel als van andere
zijde, vernamen \ye tevens dat de door het
Nedcrlandsche leger enkele jaren geleden
in Zuid-Limburg en het vorige jaar in
Noord-Limburg gehouden manoeuvres in
Belgische militaire kringen zeer veel op
zien gebaard hebben. Men heeft zich toen te
Brussel afgevraagd of de Nederlandschc lc-
gerautoriteiten van de Belgische militaire
plannen op de hoogte zijn, wat zij weten en
wat zij niet weten. Sommigen zagen in deze
manoeuvres een wenk van de Nederland-
sche autoriteiten!
Conclusie.
Wanneer men nu de zakelijke militaire
gegevens naar hun juiste waarde beoor
deelt, dan blijft er niets anders over, dan
\ast te stellen, ten eerste: dat, al zijn deze
militaire werken niet rechtstreeks tegen
Nederland gericht, geen oorlogvoering te
gen Nederland zelf ten dienste staan, toch
voor doel hebben den nieuwen oorlog met
Duitschland op Ncderlandsch gebied over
te brengen, en ten tweede, dat, al heeft er
geen enkele Fransche „interventie" of be
moeiing met Belgie's militaire aangelegen
heden plaats gehad, er dan toch een zoo
danige samenwerking tusschen de generale
staven van Frankrijk en België wordt on
derhouden, dat de gevolgen daarvan met
die van een „interventie" op één lijn kun
nen worden gesteld.
R.K. Volkspartij en Democratische
Partij bij de a.s. vers
kiezingen
Naméns de ILK. Volkspartij en de Demo
cratische partij verzoekt men ons mede te
deelen dat in een gecombineerde vergade
ring, welke Zaterdag j.l. in Den Haag is ge
houden, dc dagelijksche besturen deze beide
partijen het reeds vroeger aanhangige plan
om samen te werken hij de aanstaande Sta
ten- en Raadsverkiezingen in onderdeden
hebben uitgewerkt ter adviseering aan de
afdcelingcn en dat het beginsel der samen
werking is neergelegd in dc volgende motie,
welke met algemcene stemmen is aangeno
men:
„Dc besturen der R.K. Volkspartij en der
Democratische partij, op 1? Januari 1931
te 's-Gravonhuge in gemeenschappelijke
vergadering bijeen
overwegende dat in de huidige tijdsom
standigheden slechts door strikte doorvoe
ring van het democratische beginsel bij het
bestuur v an stad en land'uitkomst te ver
wachten is;
van óórdeel, dat met eerbiediging van
ieders godsdienstige en ethische beginselen
alleen door samenwerking der democrati
sche groepen versnippering van krachten en
dus schade voor de democratie kan worden
voorkomen
besluiten met behoud der zelfstandigheid
der desbetreffende afdeelingen om in over
legd afzonderlijke of gemengde lijsten in te
dienen tot loyalen steun en samenwerking
over en weer bij de komende verkiezingen
voor Prov. Staten en gemeenteraden
noodigen alle groepen en personen, die
voor een herleefde belangstelling van de
democratische beginselen in praktijk voelen
uit, om zich bij bovengenoemde samenwer
kende partijen aan tc sluiten, in ieder geval
de uiterste krachten in te spannen om aan
de democraten in de besturende colleges
een meerderheid tc bezorgen.?"
GEMEENTE-ONTVANGER LEEUWARDEN.
L c c u w a r d e n. B. en W. bevelen voor
een benoeming tot gemeente-ontvanger den
Raad aan 1. B. Nyholt, controlur der ge
meentebelastingen alhier; 2. B. Polet, veri
ficateur der gemecntefinancièn alhier.
BARON VAN VOORST TOT VOORST f
Koninklijke vertegenwoordiging
bij do begrafenis.
Wij lezen in het Dagblad van N.-Brabant:
Omtrent dc samenwerking tusschen de
Fransche en Belgische generale staven is
ons ten stelligste verzekerd, dat deze sinds
den oorlog nimmer onderbroken is. Deze
samenwerking is door de generale staven
beider landen tot in de kleinste bizonder-
heden geregeld en herhaaldelijk gewijzigd,
naar gelang de noodzakelijkheid.
België's taak.
De taak, het Belgische leger door deze sa
menwerking opgelegd is: den uitersten lin
kervleugel te vormen van de samenwerken
de legers. Bij een oorlog met Duitschland
moet België zijn soldaten ten spoedigste
vooruit schuiven in de richting Ivrefeld—
KleefWezelRoergebied. Men heeft daar
bij de noodzakelijkheid onder het oog ge
zien van een doortocht via Nederlandsch
gebied. Zoowel Zuid-Limburg als Midden-
Limburg voornamelijk het smalste deel
dezer provincie tusschen Maaseik (Belgic)
en Havert (Duitschland), komen daar
voor in aanmerking.
Bij een e.v. gedwongen terugtocht trekt
het leger zich terug op de verdedigingsli
nie, gevormd door de Maas, het in wording
zijnde Albert-kanaal en de forten van Ant
werpen. Met het oog op een verder door
dringen van het vijandelijk leger, worden
kunstwerken uitgevoerd, die het mogelijk
maken de gebieden van den Demer cn de
Nethe onder water te zotten.
Langs dc zeekust loopt eveneens con ver
dedigingslinie, waarvan een gedeelte, n.l
dat van de Fransche grens (Adinkerke) tot
Nieuwpoort, aan het Fransche leger wordt
overgelaten. Eveneens wordt langs de Lu-
xcmburgsche grens een linie door het Fran
sche leger verdedigd.
Voorzoover dienstig, is gebruik gemaakt
van de door de Duitschc bezetting ontwor
pen strategische \verkcn. De situatie is zoo
danig in stand gehouden, dat in een mini
mum van tijd loopgraven kunnen worden
gelegd. De Duitsche „Unterstande" enz. zijn
deels als onpractisch opgeruimd, doch deels
ook als strategische hulpmiddelen gehand
haafd. Deze laatste liggen door het land
verspreid voornamelijk nabij dc gren
zen en worden door de genie onderhou
den.
Enkele feiten.
In 1927 en de daaraanvolgende jaren zijn
meerdere raaien Fransche officieren in Bel
gisch-Limburg gezien. Men deelde ons op
een tocht door dit gebied mede, dat Fran
sche officieren herhaaldelijk daar in burger
geweest zijn.
In de maand Mei van bet jaar 1928 zijn
Fransche stafofficieren in verschillende
Belgische kazernes geweest. Op 30 Mei 1928
inspecteerden zij de Sint Anna-lcazerne te
Laeken, waar de luclitdoelartillerie gele
gerd is.
In den zomer 1930, dus het vorige jaar,
zijn door heel Belgisch Limburg Belgische
stafofficieren doende geweest. In grooten
getale hebben zij daar z.g. kaartoef en ingen
gehouden en opmetingen verricht. De lei
ding berustte bij de generaals De Poclie en
de Callantav. Het hoofdkwartier was ge-
ruimen tijd gevestigd te Maaseik, terwijl
dit ook in andere plaatsen werd ingericht,
o. a. in Lanklaar-Stokheim, nabij de grens,
waar de officierstafel werd gehouden in
Hotel du Chemin de Fer. Door hunne aan
wezigheid heerschte in deze streek een
Terloops gezegd: in deze streek vinden tal
van onteigeningen plaats, welke voor zeker
deel niet ten behoeve van het Albertkanaal
zijn, doch uitsluitend voor militaire zaken
dienen.
Een voorbeeld uit vele: Het landbouwers-
gedoe te Canne, vlak bij dc Nederlandschc
grens, op het kruispunt van den weg Ebcn-
Emael naar Vroonhoven (Maastricht) en de
Steenstraat, eigendom van Catharina en
Pieter Lemmens, is onteigend. Op 'n goe
den dag is hun aangezegd, dat zij hun huis
hadden te ontruimen. Vanwege het ministe
rie van Financiën werd hun als vergoeding
voor een wit dubbel woonhuis, geheel on-
derkelderd, met annex schuur en stal, daar
naast twee bouwterreinen op de Steenstraat
aan den grooten weg naar den Dries, de
somma van 80.000 francs aangeboden. Een
onpartijdig deskundige uit Maastricht schat
te dezen eigendom op tenminste 140.000
francs. De onteigenden zijn in beroep ge
gaan, waarop hun door een soort van be
roepscollege, gevormd uit o. a. een gepen-
sionneerd beambte en een dokter, nog 7000
francs bijgcschonken is. Voor 87,000 francs
is de familie Lemmens haar eigendom
kwijt; er is 'niets meer aan te doen. Zoo
vergaat het meer dan een, waarom dan
ook door de bevolking een bond gesticht
is, die sterke actie tegen de onteigeningen
voert.
De Maaseiker uitvalspoort.
O
Wat Maaseik betreft: Reeds in October
1927 hebben geniesoldaten onder leiding
van twee officieren, werkzaamheden in den
toren verricht. De kerk staat niet ver van
dc brug, welke de stad met dc Nedcrland
sche gemeente Roosteren verbindt De kerk
toren heeft een lange spits. Juist onder-het
kruis aan de zijde van de Nederlandschc
grens, werd een gat in den toren gemaakt.
Een militaire teekenaar heeft hier verschei
den dagen gewerkt en bracht het terrein,
dat hij ver Overzien kon, in kaart. Daarna
is dit gat door de genie-soldaten weer dicht
gemaakt. Zij hebben daarbij wit-grijze leien
gebruikt, die scherp afsteken tegen do
blauwzwarte van den toren. Hierdoor kon
men nu nog zien, waar bet gat geweest is.
De toegang tot den toren vanaf bet oksaal
was vroeger open. Men heeft er toen een
deur gemaakt, die sedert dien op slot blijft.
Thans worden ter plaatse enkele omvang
rijke militaire werken uitgevoerd. Op het
Gouvernementsgebouw te Hasselt is enkele
weken geleden een vertrouwelijke aanbe
steding gehouden onder enkele daartoe uit-
genoodigdc aannemers. 1-Iet betrof het log
gen van een betonnen muur op de kruin
van den Maasdijk, links en rechts van de
brug over de Maas, ter lengte van enkele
honderden meters. Volgens bestek moet die
hetonnmuur 1.50 meter in den dijk gewerkt
worden en moet er 30 c.M. boven uitsteken.
Nabij de hoeve De Dillen (links) en Labaar
(rechts) worden twee stellingen van gewa
pend beton van achter in den dijk gebouwd.
Het werk was in twee doelen uitgeschre
ven. Voor het eene gedeelte was de laagste
inschrijver de aannemer L. Voots, uit
Maaseik, voor het andere deel de aannemer
R. Martin, uit Lanklaar voor een bedrag
van circa anderhalf millioen francs. Was
het volgens aanbesteding gegund, dan zou
het werk ongeveer 130.000 francs goedkoo-
per geweest zijn.
De reden van het bouwen dezer werken
is niet twijfelachtig cn wordt in verband
gebracht met de mogelijkheid van een
doortocht naar Duitschland. Zulks werd
Dc Koningin zal zich doen vertegenwoor
digen bij de begrafenis van den oud-Eerste
Kamer-voorzitter, Baron van Voorst tot
Voorst, Woensdag a.s. te Vileteren door
haar adjudant i.b.d. luitenant-generaal Jh-.
Wittert.
Z.K.H. dc Prins zal persoonlijk bij dc be
grafenis tegenwoordig zijn.
In liet gebouw van de Eerste Kamer zijn
dc gordijnen neergelaten ten tceken van
rouw over het overlijden van luitenant-gene
raal J. J. G. baron van Voorst tot Voorst, in
leven oud-voorzitter dier Kamer.
EERSTE KAMER.
De vacature Vau Voorst tot
Voorst.
Al6 opvolger van het overleden Eersto
Kamerlid J. J. G. Baron van Voorst tot
Voorst wijst do lijst betreffende de verkie
zingen, waarbij den laatsten keer zijn man
daat is vernieuwd, aan het Tweede Kamer
lid ir. L. J. M. Feber en na dezen den
heer F. L. D. Nivard, wethouder van
Rotterdam.
AUTOBOTSING.
Vaassen, 19 Jan. Een luxe auto. be
stuurd door den heer Van 't Erven uit Vaas-
sen, komende uit dc richting Devcnterweg
en een groote autobus van dc Gebr. Brum-
meikamp, eveneens uit Vaassen, kwamen
hedenmorgen pl.m. elf uur op het kruispunt
bij het café „De Valk" tc Vaassen met elkaar
in botsing. De luxe auto werd totaal ver
nield. De autobus werd licht beschadigd.
Beide bestuurders, alsook de passagiers,
kwamen met den schrik vrij.
SLECHT WEER OP ZEE.
Avontuurlijke reis van een
Zweedsch stoomschip.
IJ m u i d e n, 19 Jan. Het Zwcedsche
stoomschip Fram, dat met een lading pa
pierhout van Leningrad naar Velsen op
weg was, heeft bij het binnen komen te
IJ muiden gerapporteerd, dat gedurende de
reis tengevolge van slecht weer een groot
gedeelte van den deklast verloren is gegaan.
Ditzelfde schip is, naar wij vern -men,
bij het imarori der buitenhaven van IJmui
den in hotsing gekomen met het uitgaande
Engelsche stoomschip „Alchvmist", tenge
volge van het feit dat de „Fram" uit het
roer is gcloopen. De „Alchymist" heeft
schade bekomen aan het bakboordachter
schip en is naar IJmuiden voor evcntuecle
reparatie teruggekeerd. De „Fram" werd
oogenschïjnlijk niet beschadigd.
BRAND IN EEN PAPIERFABRIEX.
E e ï'.bee k 19 Jan. Gistermiddag om
streeks S uur brak er bij de N.V. Papierfa
briek „De Hoop directeur dc heer H. Bos,
alhier, in een partij oud papier, liggende in
de onmiddellijke nabijheid van 't fabrieks
complex. een brand uit. die zich aanvanke
lijk ernstig liet aanzien.
De motorbrandspuiten van dc N.V. Vcr-
cenigde Papierfabrieken alhier en van
Brummcn waren spoedig ter plaatse en
gaven met een vijftal slangen water. De
oorzaak schijnt te zijn, dat jongens met vuur
gespeeld hebben.
Assurantie dekt de schade.
INBRAAK TE AMSTERDAM.
Een bontjas van 30G0 gestolen.
Amsterdam, 19 Jan. In den nacht
van Zaterdag op Zondag hebben dieven een
bezoek gebracht aan dc kleermakerij van
den lieer J. Sluzenski, Heerengracht gracht
443. Dc straatdeur is vermoedelijk met cm
valsche sleutel opengemaakt. In verschil
lende vertrekken is oen bezoek gebracht.
Als buit is meegenomen een hecren bont
jas ter waarde van 3000, benevens dc kas
bevattende 50.aan klein geld, 14 gou
den tiendjes benevens cenig Duitsch en
Fransch geld.
Van Vlissingens fabrieken te
Helmond staan weer stil
De Ilbld.-correspondcnt te Helmond be
richt:
ITet waterschap de Aa is wederom gaan
spuien op de Zuidwillemsvaart, Dientenge
volge is opnieuw verontreiniging van dit
water ingetreden, weshalve do firma Van
Vlissingen cn Co. te Helmond zich genood
zaakt heeft gezien haar fabrieken opnieuw
stop te zetten.
De verontreiniging van het kanaalwater
door het Aa-water, voornamelijk met hu-
musstoffen en kalk levert, gelijk wij reeds
vroeger hebben medegedeeld, voor de ka-
toenfabrieken gevaar op. Zij hebben per
uur 1000 M3 water noodig, een hoeveelheid
die niet maar zoo even gezuiverd kan wor
den. Deze strijd tusschen hot belang van
den landbouw die van den overlast van
het hooge water bevrijd moet worden en
van de industrie, die door de waterveront
reiniging wordt bedreigd, duurt nu reeds
bijna twee jaren. Waterstaat heeft de zaak
in onderzoek, maar tot een afdoend plan
voor een oplossing is het nog niet gekomen.
De maatregel die thans weer door do firma
Van Vüssingen moest worden genomen, treft
800 arbeiders in hun bestaan.
Nader verneemt het blad:
Men heeft getracht de spuiing te verrich
ten op Zaterdagmiddag en Zondagmorgen.
Evenwel heeft de geweldige regenval der
laatste dagen langer spuien noodzakelijk
gemaakt. Indien dit regenweer aanhoudt,
kan de stopzetting der fabrieken van lan
gen duur zijn.
Van de zijde der directie vernamen wij
echter, dat zoodra het water weer bruikbaar
is, de fabriek onmiddellijk in gang zal
worden gezet.
UIT DE STAATSCOURANT.
Benoemd tot ridder in do orde van den
Nederlandschcu Leeuw T. H. A. M. van der
Marck, geestelijk adviseur dor Coöperatieve
Centrale Boerenleenbank tc Eindhoven, wo
nende tc Roermond.
Bij K.B. zijn benoemd lot ridd-.r in de
orde van Oranje Nassau, de heer M. vrn.
Riel, adj. directeur van het Kon. Ned. Me
teorologisch Instituut tc Bilt, leider van de
Ocdanografische expeditie van Juli 1929 tot
November 1930 in Nederl. Indic en dc luite
nant ter zee le klasse F. Pinke.
Is ontbonden de Staatscommissie Inge
steld bij K.B. van 7 Januari 1921, no. 50 be
treffende liet tot stand brengen van een ver
beterde scheepvaartverbinding van Amster
dam naar don Bovcn-Rijn.
Bij beschikking van den ;ministcr van
financiën is dc ontvanger der registratie en
domeinen C. J. de Lussanet de la Sablo*
nière verplaatst van het kantoor Delft naar
het kantoor der invoerrechten enz. te 's-
Gravcnliagc.
Is do ontvanger der directe belastingen
enz. D, II. Schaars verplaatst van het kan
toor Eist naar het kantoor Epe.
Bij beschikking van den Minister van
Binncnlandsche Zaken en Landbouw is met
ingang van 1 Februari 1931 benoemd tot lid
van de commissie van toezicht van de rijks-
landbouw winterschool te Vcendara de heer
K. Topper te Zuid-Wending, gemeente Veen-
dam.
AFSCHEID EN INTREDE VAN
DS. M. C. VAN WIJHE.
De vrijzinnige dominee M. C. van Wijhe,
lid van dc S.D.A.P, voorheen predikant to
Barchem en hoofdredacteur van Kerk en
Volk, zal op Zondag 1 Februari e.k. afscheid
nemen van de Ned. Ilerv. gem. te Nieuw-
veen en zal op Zondag 8 Februari d.a.v. in
trede doen in de Ned. Herv. gem. te Pur-
merend. Als een bizonderheid kan nog ge
meld worden, dat ds. Van Wijhe, in zijn
nieuwe gemeente zal worden bevestigd door
zijn rcchtzinnigen ambtgenoot ds. E. H.
Wieringa.
Elk woord, dat niet door een daad ge
steund wordt, verzwakt.
RAMSAY MACDONALD.
(„Ueber den Tod hinaus").
Roman van ANNY VON PANHUYS.
Uit het Duitsch door
W. H. C. BOULLAARD.
12
Wie had da^ licht ontstoken? Maurer zat
er altijd nauwkeurig achter heen, dat er
geen stroom onnoodig werd verbruikt en
inet het vrouwelijk dienstpersoneel was hij
op dit punt altijd op voet van overleg. Zeker
was of het kamermeisje of de keukenprin
ses in het salon geweest en had vergeten
het licht uit te draaien. Maar was het mis
schien de professor zelf geweest, die nog
even naar zijn portret was gaan kijken cn
bij het weggaan bij vergissing het lampje
had laten branden?
Maurer stond nog steeds op den drempel
en achter hem de drie andere mannen. Daar
kwam juist de professor aan om den drie
mannen nog iets te zeggen betreffende het
transport Maurer wendde zich dadelijk tot
hem en vroeg haastig of de professor mis
schien in het salon was geweest en vergeten
had het licht uit te draaien.
„Ik ben niet in het salon geweest". Berner
keek, toen hij dit schouderophalend ant
woordde, Maurer nauwelijks aan, maar als
een plotseling oplaaiende, donliere vlam
steeg het Moed hem naar zijn gezicht. Ver
baasd zag Maurer zijn meester aan, die daar
als een schooljongen bloosde, alsof hij op
een stoutigheid werd betrapt. Daar bestond
toch geen reden voor, dacht Maurer, want
het zou toch zoo'n wonder niet zijn gewekt,
indien de professor zijn portret, voordat het
werd weggehaald, nog eens had willen zien,
maar deze scheen daarover anders te den
ken en een onschuldige vraag als een onge
pastheid te beschouwen. Maurer hinderde
alleen maar het onnoodig laten branden
van het licht, maar als de professor dat niet
zoo erg vond, wat ging het hem dan verder
aan? Vlug draaide hij 't licht uit en stootte
de blinden open, zoodat de kamer in een zee
van licht werd gezet, dat uit alle hoeken de
duisternis verdreef. Zoo kwam 't, dat Ber
ner naast een fauteuil, half daarachter er-
borgen, een klein, bruinachticr papier zag
liggen. Hij schrok, als had hij iets kwaads
bedreven. Wat een onvoorzichtigheid! Een
wolk trok over zijn voorhoofd en heimelijk
hing zijn blik aan dat bruine panier, dat
hem vannacht uit de hand moest zijn geval
len. Ongemerkt gin,= hij er heen en stiet hei
met de punt van zijn voet wat verder onder
den fauteuil.
Maurer, die juist met het openen der
laatste blinden gereed was en zich toen
omwendde, ontging die beweging niet en
terwijl de professor den drie mannen in
structies gaf, hoe zij het met een grooten,
linnen doek omhulde schilderij moesten
dragen, bukte Maurer zich wat en wierp een
snellen blik onder den fauteuil en bijna had
hij hoorbaar aan zijn verbazing uiting gege
ven want daar lag waarachtig een biljet
van duizend mark! Hoe kwam dat hier! Je
strooit toch zoo maar geen bankbiljetten
rond! Op zijn minst was het zonderling en
ook was het zonderling, dat de professor
het biljet met voordacht onder den fauteuil
had geschoven, 'alsof niemand het mocht
zien. Maurer's gedachtcngang werd onder-j
broken, toen zijn meester hem zeide de drié
mannen, die het schilderij droegen, tot dé
voordeur te begeleiden.
Toen de knecht in het salon terugkeerde,
was de professor daar niet meer en hij conL
stateerd dat ook het bankbiljet was ver
dwenen.
Zoq, zoo peinzend verwijderde hij zich.
Er scheen dus verband le bestaan, combi
neerde hij,- tusschen het lampje, dat nog
brandde, en het bankbiljet van duizend
mark en dat verband was den professór
bekend, vandaar diens verwarring wegens
de onschuldige vraag betreffende het op
klaarlichten dag nog brandende lampje.
„Merkvvatfrdig, heel merkwaardig", mom
pelde de man tamelijk luid voor zich heen,
waarbij hij zoo in gedachten was, dat hij
niet eens bemerkte, dat Else uit een der
kamers kwam.
„Wat is er dan zoo merkwaardig Mau
rer?" vroeg ze glimlachend.
Verlegen staarde hij het blonde meisje
aan. „Niets is merkwaardig, heelemaal
niets", stotterde hij, „wat zou er merkwaar
dig zijn?"
Else lachte hardop. „Jij bent me ook een
grappenmaker, Maurer; eerst vertel je je
zelf in een alleenspraak dat je ergens iei6
merkwaardigs vindt en nu ik er naar in
formeer, vraag je mij wat er wel merk
waardig zou zijn.
Maurer was al bij de Berner's in betrek
king, toen Else geboren werd en die twee
waren altijd beste vrienden geweest.
„Maar er valt mij iets in", vervolgde het
meisje, terwijl haar gezicht ernstiger werd.
„Was jij vannacht in het salon?"
„Of ik in 't salon was?" herhaalde de man
verwonderd. „Iloe komt u daar zoo op, juf
frouw?"
„Je antwoordt me vandaag altijd met een
wedervraag."
„Laat ik u dan zeggen, juffrouw, dat ik
vannacht niet in het salon ben geweest,
maar mag ik u nu vragen hoe u daarop
kwaamt?"
„Natuurlijk mag je dat. De zaak is heel
eenvoudig. Ik was vannacht nog tamelijk
laat op, om een gewichtigen brief tc schrij
ven." Een glimlach van geluk kwam om
haar mooion mond, omdat ze dacht aan de
aanleiding tot dien brief. „Het was doodstil
in huis, toen ik opeens op den gang voor
mijn kamer de planken zachtjes hoorde
kraken, alsof iemand zonder schoenen aan
6nel en voorzichtig voorbij liep. Een oogen
blik later meende ik het piepen te hooren,
dat ontstaat als de salondeur geopend of
gesloten wordt."
Aandachtig hoorde Maurer toe. Bijn* had
hij weer, merkwaardig" gezegd, maar hij
beheerschte zich en zei slechts: „Misschien
is 't een van de dienstmeisjes geweest."
„Neen", zei Else dadelijk, „die heb ik al
ondervraagd."
„Ook niet, Moeder lachte mij uit, toen ik
haar vertelde wat ik vannacht meende te
hebben gehoord. Ze zei dat 't zenuwachtig
heid was, omdat ik 's nachts brieven schreef
inplaats van te slapen.
Maurer glimlachte, want Else had haar
ouden vriend onder geheimhouding al lang
haar verhouding tot Walter Zernikow ver
teld.
„Ja. als mevrouw er niet geweest is, en
de dienstmeisjes niet en ik ook niet," be
gon Maurer weer, „dan kan alleen de pro
fessor er geweest zijn."
Else schudde ontkennend het hoofd. „Va
der heb ik ook al gevraagd en die ant
woordde mij ongeveer hetzelfde als moe
der."
„Dan zullen uw ouders wel gelijk heb
ben", zei de knecht glimlachend, maar bij
zich zelf dacht hij, dat, wat den professor
betreft, er iets toch niet in den haak was.
Maar dit mocht hij niet hardop zeggen en
ten slotte ging het hem ook niet aan wat
de professor 's nachts in het salon had ge
daan. Alleen wist hij, dat deze daar toen
een bankbiljet van duizend mark had ver
loren en het licht had laten branden, maar
hoe hij ook nadacht, hij kon er niet uit
wijs worden.
In elk geval een heel, heel merkwaardige
geschiedenis, constateerde Maurer, toen hij
een paar minuten later begon met zilver-
poetsen.
De professor cn Else hadden afgesproken
om na het middageten naar het schilderij
museum te gaan, want hij wilde tegenwoor
dig zijn bij het ophangen van het portret.
Vroolijk babbelend liep Else naa6t haar
vader. Dat zij zich over het leven verheug
de, stond duidelijk op haar mooie gezichtje
te lezen en 't was haar net alsof de dorre
bladeren, die op den weg lagen en onder
haar voeten ritselden, haar wondermooie
dingen toefluisterden. Sinds gisteren vond
zij, dat de wereld nog veel, veel heerlijker
was dan te voren.
(Wordt vervolgd).