SPECIALE MANTELWEEK
AMERSFOORTSCH DAGB1AD
SAMENWERKING ONZER INDUSTRIE
DE EERSTE KAMER OVER DE TARWEWET
Willem Groenhuizen
Zijn Laatste Wensch
Dinsdag 20 Januari 1931
„DE EEMLANDER"
29e Jaarrang No. 172
BESCHERMING OF
BEVOORRECHTING?
JUWELIER
EEN HANDIGE OPLICHTER
GEARRESTEERD
N.V. COMPAGNIE LYONNAISE
SPOORWEGONGELUK TE
SITTARD
Aanzienlijke schade
DRINGENDE EISCH VOOR
DE TOEKOMST
Het vormen van één front
De regeering ontvangt krachtige
steun, doch ook bestrijding
Het menggebod onpractisch
Verschenen is het Voorloopig Verslag
der Eerste Kamer over het wetsontwerp,
houdende bepalingen in het belang van de
inheemsche tarweteelt.
Verscheidene leden spraken blijkens
dit verslag er hun bevreemding over uit,
dat zij, die vrijheid van beweging als het
hoogste goed plachten te beschouwen,
thans, nu hun bedrijf niet meer winstge
vend dreigt te worden, onverwijld do Re
geering om bijstand verzoeken.
Naar de opvatting van deze leden, be
hoort de Staat zich niet slechts met den
landbouw in te laten, wanneer deze een
somber perspectief biedt. Aanvaardt men
in dien tak van volkswelvaart eenmaal
steun van dc Overheid, dan zij daarvan de
consequentie, dat men ook in gunstiger
tijdsomstandigheden bereid is de bemoeie
nis van den Staat té dulden in zake de
economische positie der landarbeiders.
Sommige andere leden waren van oor
deel, dat de wetgever zich in het algemeen
niet behoort te mengen in den onderlingen
belangenstrijd tusschen de verschillende
groepen, waaruit de bevolking is samenge
steld.
De ontworpen plannen hebben dit met
protectie gemeen, dat een deel der bevol
king wordt bevoordeeld ten koste van het
overige deel. Hoewel deze leden dit beden
kelijk achtten, verklaarden zij zich bereid
over dit principicelo bezwaar heen te zien,
daar het hier geldt een tijdelijken maatre
gel tot verzachting der gevolgen eener zoo
ernstigen crisis, als in meer dan honderd
jaren in een voor ons land en volk zoo be
langrijk bedrijf als dat van den landbouw,
waarin meer dan de helft onzer bevolking
direct of indirect een bestaan vindt, is voor
gekomen. Komt hierin niet spoedig veran
dering, dan zal dit moeten uitloopen op een
algemeene débacle voor ons geheele platte
land. Deswege wenschten deze leden de Re
geering zoo krachtig mogelijk te steunen
in haar pogingen tot verlichting der gevol
gen van den heerschenden noodtoestand
mits zulks niet op onbillijke of onredelijke
wijze ga ten koste van andere groepen on
zer bevolking.
Vele leden sloten zich aan bij deze con
clusie.
Ernstige bezwaren tegen deze
wetgeving.
De leden, die bevreesd waren voor bena
deeling van groote groepen der bevolking
ten behoeve van den landbouwenden stand,
hadden ernstig bezwaar tegen de hier ge
volgde methode van wetgeving. Zij betwij
felden of de bewilliging der Statcn-Geno-
raai in een onbeperkte volmacht aan de
Regeering ter bepaling van de samenstel
ling van het tarwemeel, dat wordt vervoerd,
in voorraad gehouden of afgeleverd, in
overeenstemming is met het in Nederland
aanvaarde beginsel van den rechtstaat.
Aangaande den invloed van het ontwerp
op de bereiding en den prijs van het brood
waren verscheidene leden ervan overtuigd,
dat de verplichteng om allo in Nederland
geïmporteerde bloem niet 'in den handel
te brengen, alvorens haar te hebben ver
mengd met een zekere hoeveelheid bloera
van inlandsche tarwe, het brood in elk ge
val duurder en waarschijnlijk ook slechter
zal maken.
De verleening van steun zal volgens deze
leden voor een groot deel ten, goede komen
adn de inheemsche meelfabrikanten en
voor een ander eventueel geringer deel aan
de verbouwers van tarwe hier te lande, ter
wijl dc kosten het zwaarst zullen drukken
op de minvermogenden, die in verhouding
tot anderen hun voedsel meer in het ge
bruik van brood moeten zoeken.
Vele andere leden waren van oordeel dat
een ernstige proefneming met do inland
sche tarwe zal doen blijken, dat de ge
vreesde nadeclen voor do broodbereiding
niet bestaan.
Het menggebod onpractisch.
Vele leden achtten een menggebod on
practisch, omdat het geen rekening houdt
met de verschillende doeleinden, waarvoor
de inlandsche tarwe wordt gebruikt. Bo
vendien kan het voor vele importeurs den
ondergang van hun bedrijf tengevolge heb
ben, terwijl het gevaar van een abnormale
verhooging der prijzen van het gemengde
meel geenszins denkbeeldig is. Al deze be
zwaren hadden kunnen worden ondervan
gen, indien de Tweede Kamer zich zou heb
ben vereenigd met do amendementen-Boon
en -Oud. Dat de Minister deze amendemen
ten onaannemelijk heeft verklaard en ge
dreigd met intrekking van het ontwerp,
vond bij verschillende leden ernstige be
denking.
Andere leden betwijfelden of de Minister
van het eens door hem ingenomen stand
punt zou willen afwijken en stelden daar
om dc vraag of het, ook na de verwerping
van dc amendementen-Boon-Oud. binnen
het kader van het wetsontwerp, zooals dit
thans luidt, nog mogelijk wordt geacht, dat
voorzieningen in den geest dier amende
menton zouden kunnen worden getroffen.
Vele leden vreesden dat de ontworpen
maatregelen do mogelijkheid zouden opo
nen voor een ontzaglijke fraude. Enkele an
dere leden waren bevreesd voor de belem
meringen in de bedrijven, welke de cóntröl*
tengevolge zal hebben en voor de hoógp
kosten daarvan.
Bescherming #of bevoorrechting?
Enkele leden waren van oordeel, dat voi
komen ten onrechte telkens van „bescher
ming" gesproken wordt. Veel beter ware het
te spreken van „bevoorrechting", daar de
strijdvraag vrijhandel of protectie hier ge
heel buiten staat.
Sommige leden waren van oordeel, dat dp
Staat verplicht zal zijn den importeurs
cenigermate in hun eventueele verliezen te
gemoct to komen. Van vele zijden werd
hiertegenover aangevoerd, dat het geven
van schadevergoeding in dit geval tol
schromelijko consequenties zou leiden en
economisch niet wel te verdedigen is.
Een belangrijk bezwaar zagen eenige le
den hierin, dat dc tarwc-invocr zal stijgen
en de rneelinvoer dalen. De gevolgen daar
van zullen zijn, dat de leverantie van Rus
land zullen toe-, die van de Vereenigde Sta
ten zullen afnemen.
Tel. 852. Langestraat 43.
GOUDEN TROUW- EN
VERLOVINGSRINGEN.
MODERNE MODELLEN.
Reislustige dames als
slachtoffer
Amsterdam, 20 Jan. Op verzoek van
de Justitie heeft de mobiele brigade van de
Centrale Recherche gisteren te Amsterdam
gearresteerd een 44-jarigen koopman. Deze
maakte er zijn werk van met dames van
middelbaren leeftijd reizen te organiseeren
naar Duitschland en Zwitserland. Geduren
de deze reizen wist de man door valscho
voorspiegelingen van de dames, dio van de
reis wellicht meer verwachtten dan de reis
alleen, geld los te krijgen. Een Nederland-
sche dame is van dezen koopman het slacht
offer geworden tot eon bedrag van 50.000.
In verband met deze oplichting werd hij
aangehouden, doch het schijnt wel vast te
staan, dat er meer slachtoffers zijn. Van het
van bovenbedoelde dame afhandig gemaakte
geld is een groot gedeelte opgespoord.
Do man is aan den Officier van Justitie
voorgeleid.
UTRECHTSCHEWEG 10 TEL. 179 AMERSFOORT
Botsing tusschen een kolen
en een goederentrein
Sittard, 20 Jan. Op het station te Sit-
tard heeft gisteravond te 11 uur ten gevolge
van 'n verkeerden wisselstand een botsing
plaats gehad tusschen een kolen- en een
goederentrein. Do bagagewagen van den
goederentrein werd totaal vernield. In dezen
wagen bevond zich de hoofdgcleider de 43-
jarigc Klaesscns uit Vcnlo. Deze man is
met inwendige kneuzingen in hét zieken
huis alhier opgenomen. Van beide treinen
zijn nog enkele wagens omgeslagen en ver
splinterd. Dc andere staan buiten de rails.
De schade is aanzienlijk. Met treinverkeer
op de groote lijn ondervond geen vertraging.
DE MOORDAANSLAG TE LIEROP.
Roermond, 20 Jan. Hedenmiddag
werd voor de rechtbank te Roermond be
handeld de zaak tegen den 28-jarigen land
bouwer M. Theunissen, destijds woonachtig
te Lierop (Noord-Brabant), thans te Ncer-
bosch bij Nijmegen, wicn ten laste was ge
legd doodslag op zijn oom C. van der Heij
den in den morgen van 4 November van
het vorigo jaar met een schop gepleegd.
Het Openbaar Ministerie vroeg vrijspraak
vor verdachte in verband met het feit, dat
hij gebrek aan bewijs aanwezig achtte.
Uitspraak op 3 Februari a.s.
OMHOOG GEVAREN EN WEER VLOT.
Vlissingen, 20 Jan. Het Noorsche
stoomschip „Annau" is bij Fort Tennolle
omhooggevaren, terwijl het Italiaansche
stoomschip „AJsierdi" bij Zoutclande is om
hooggevaren. Beide schepen kwamen van
Antwerpen en zijn later op eigen kraoht vlot
gekomen.
Heroveren van verloren afzett
gebieden in Indië
Als gevolg van een uitnoodiging van een
voorloopig comité van actie onder leiding
van den heer Ir. J. H. H. Verloop, directeur
van Wilton-Feijenoord kwamen op den len
December j.l. in het gebouw van den Me-
taalbond te Rotterdam, een 40-tal vooraan-
saande industrieelen uit verschillende groe
pen bijeen.
Het doel hetwelk dit comité voor oogen
stond was om te komen lot een permanente
samenwerking cn overleg ten einde:
1. te geraken tot het heroveren van ver
loren afzetgebieden in Indië en elders cn zoo
mogelijk het veroveren van nieuwe.
2. het verbruik in ons land te stimulee-
ren van de industrieele en landbouwpro
ducten van eigen volk, zooveel als zulks
wenschelijk is.
3. tot samenwerking met de Regeering
te komen, ter verkrijging van een beter
functionnecrcnden cconomischen voorlich
tingsdienst in Nederland.
4. samenwerking te verkrijgen van do
producenten bedrijftaksgewqze gegroepeerd,
zoowel onderling als met dé handelslicha
men.
De industrie heeft getoond door haar bij
eenkomst te Rotterdam, dat zij aan de ver
wezenlijking van de pogingen wil mede
werken door het opbouwen van een pijler
welke kon dienen als steun voor do ver
binding met het Regeerings-instituut, dat
blijkens de toezegging in de laatste Troon
rede gevormd of vervolmaakt zoude worden
en dus de eerste pijler zal vormen, opge
bouwd volgens de principes neergelegd in
het bekende advies, opgesteld door de com
missie terzake den cconomischen voorlich
tingsdienst onder leiding van Dr. Posthuma.
Tot nu toe is naar buiten niet veel geble
ken van ernstige pogingen der Regeering om
te komen tot centralisatie van de verschil
lende verspreide afdeelingcn voor economi
sche voorlichting.
Wellicht zullen deze met meer energie
worden ondernomen, nu blijkt, dat het prac-
tischc bedrijfsleven het groote belang van
een goed en centraal georganiseerden sta-
tistisch-econoraischen voorlichtingsdienst 16
gaan inzien.
Samengaan van Regeering en particulie
ren bedrijven ter verbetering van ds groot
ste fout t.w. het gemis aan kennis omtrent
andere landen, wordt hoe langer hoe meer
een dringende en gebiedende eisch.
Om dit doel te kunnen bereiken is aller
eerst een groote mate van samenwerking
noodig tusschen de Regeering en het be
drijfsleven, door de mogelijkheid te ver
schaffen tot het verkrijgen van betrouwbaar
feitenmateriaal op economisch gebied.
Hoezeer de omstandigheden daartoe drin
gen blijkt wel uit den vrij snellen ontwik
kelingsgang van ons bedrijfsleven geduren
de de laatste 10 jaar.
Een punt, dat bij de beoordeeling van
onze positie in internationaal opzicht van
belang is, vormt onze levensstandaard ten
aanzien van eerjige naburige landen, want
als mocht blijken, dat wij op de wereld
markt niét kunnen mededingen omdat wij
een te hoogen levensstandaard hebben, dan
zoude voor Nederland de zaak er hopeloos
voorstaan.
Uit een artikel in de Engelsche „Econo
mist" van 18 November blijkt duidelijk dat
de kosten van levensonderhoud iu Neder
land zelfs zeer gunstig afsteken bij die der
omliggende landen; het cijfermateriaal is
bijeengebracht door de Unilever (Margarine
Unie) en is door het betrouwbare serieuze
en wereldbekende economisch blad als de
„Economist" de overneming waardig ge
keurd.
Alleen JJelgië wijst een lagere standaard
aan, maar wanneer daar te lande de eischen
der werkenden dringender gaan worden ten
aanzien der sociale wetgeving en de koston
voor de bedrijven evenals voor de indivi
duen hooger worden, dan is het zeer do
vraag, of ook daar, evenals in Frankrijk en
Engeland, de levensstandaard niet belang
rijk hooger zal worden.
Vergoten mag niet worden, dat Nederland
op dit gebied veel landen vor vooruit is.
Wat wij hier echter zeer missen in tegen
stelling tot b.v. Duitschland, Amerika, Japan
en zelfs Frankrijk, dat is de onderlinge sa
menwerking der industrie-groepen.
Zonder die samenwerking, welke een dui
delijk uitgesproken karakter moet dragen,
is het voor de Regeering practisch onmo
gelijk houvast in het bedrijfsleven te vinden
voor de maatregelen, die zij zou hebben te
nemen.
Sterk individualistische gevoelens bij ons
volk, verzet tot het uiterste om baas te blij
ven, groote overdrijving van alles wat uit
den vreemde tot ons komt, doen vaak con
currentie vormen ontstaan, die een menta
liteit scheppen, welke op het gebied van
gemeenschappelijke belangen, zooals hier
een eerste vereisebto is, misplaatst is.
Door samenwerking vormt de industrie
één front, zoo dringend noodzakelijk in de
moeilijke periode, die wij voor den boeg
hebben; de tweede pijler is gevormd voor do
economische brug, die binnenkort zal wor
den geslagen om de verschillende gebieden
te verbinden, Dc eerste pijler, de Regeering
en de tweede pijlerhet gegroepeerde,
ingerichte Nederlandsche bedrijfsleven
kunnen een hechte basis vormen, waarop
verder zal kunnen worden voorgebouwd.
UIT DE STAATSCOURANT.
Benoemd tot notaris te Dordrecht mr. F.
J. Sigmond, candidaat-notaris te Dordrecht;
herbenoemd tot kantonrechter-plaatsver-
vanger in de kantons: Amsterdam, mr. D.
K. G. de Jong; Arnhem, mr. R. van Maare
Bzn.; Zutphen, mr. J. A. C. van Heusden;
Gulpen, H. J. L. Merkelbach; Assen, mr.
A. W. Westra van Holthe; Almelo, mr. G.
D. B. ter Braa/kc; Medemblik, J. W. H. Rees;
Eist, mr. E. O. J. Baron van Hoevell tot
Westerflier; Nijmegen, mr. H. J. C. van
Scherpenberm, mr. J. Santman; Heusden,
H. J. van Eggelen.
Bij K. B. is de heer C. C. do Bruin be
noemd tot leeraar aan de R.H.B.S. to Oud"
Beierland
is aan J. Sabelis met ingang van 1 Maart
1931 op zijn verzoek eervol ontslag ver
leend als leeraar aan de R.H.B.S. te Brielle;
is aan mr. B. M. Berger, burgemeester
van Venlo, op zijn verzoek eervol ontslag
verleend al6 lid van den Radioraad en van
dc Radio-Omroep contróle-commissie met
dankbetuiging voor de door hem als zoo-
danig bewezen diensten, en voor het tijd
vak van dit besluit (10 Jan. 1931) tot en
met 31 Dec. 1933 benoemd tot lid van den
Radioraad mr. P. J. A. Kleene, ambtenaar
van het O.M. bij het kantongerecht te
Roermond.
J. J. ROOVERS
Amsterdam, 20 Jan. De gemeente
secretaris te dezer stede de heer J. J. Roo-
vers is heden 65 jaar geworden. De geluk-
wenschen zijn hem vandaag van alle kanten
toegestroomd, zoowel van de zijde van hot
Stadhuis als van daarbuiten. Voorzeker
een bewijs van de hartelijke genegenheid
die men den gemeente-secretaris toedraagt.
De heer Roovers heeft met Maart a.s. de
gemeente 35 jaar gediend, nadat hij tevoren
in Noord-Brabant en in Zuid-Holland
secretaris-werkzaamheden heeft verricht.
Uit een hart, waarin hevige driften koken,
moeten noodwendig verstand-benemende
dampen naar boven stijgen.
YOUNG.
G.Ueber den Tod hinaos").
Roman van ANNY VON PANHUYS.
Uit bet Duitsch door
V. H. C. BOULLAARD.
Nu waren zij bij het museum. Eenigszin9
gedrukt besteeg de professor de twee
breede, steenen treden naar den ingang, op
de bovenste had hij den ouden Thomas ge
zien. Als een visioen meende hij hem weer
op dezelfde plaats te zien staan en met ge
weld moest hij die herinnering van zich af
schudden.
Het schilderijmuseum was eens het slot,
dat door de hertogen van Schneiditz Stei-
nigen werd bewoond, doch anderhalve eeuw
geleden kreeg het de bestemming, die het
thans nog had. Ook eenige beeldhouwwer
ken behoorden tot het besit van hot mu
seum.
Het was niet gemakkelijk den bouw
stijl van het reusachtige gebouw in een be
paalde klasse te rangschikken. Wel was het
oorspronkelijk in gotischen stijl opgebouwd,
maar daarna had de fantasierijke vroeg
renaissance er iets aan toegevoegd, terwijl
eenige versierselen en zuiltjes verrieden,
dat ook de barok-tijd niet zonder zijn spoor
te hebben achtergelaten aan Schneiditz was
voorbijgegaan. Trots zijn interessant verle
den was de indruk, die het uitwendige van
het gebouw teweegbracht, over het alge
meen nuchter en plomp. Bij het binnentre
den kwam men in een ruime hal, in welker
midden een wenteltrap, zooals men die in
het Palazzo Barberini te Rome vindt, welke
naar de volgende verdieping leidde. Deze
interessante trap was een bijzondere be
zienswaardigheid voor vreemdelingen, die
Schneiditz bezochten.
De in een der pijlers aangebrachte elec-
trische klok wees op drie uur. Op dit uur
placht het gewoonlijk zeer stil te zijn in het
museum en ook nu was dit het geval.
De portier, die zich verveelde en in de
hal liep te ijsberen, groette den professor en
diens dochter zeer eerbiedig en meldde, dat
het portret reeds in de directeurskamer
was gebracht en de drie mannen, die het
gebracht hadden, stonden te wachten om
het op te hangen.
Met een vriendelijk „dank je wel" ging
de professor naar de wenteltrap. Else volg
de haar vader, die tijdens het naar boven
gaan af en toe halt hield; zijn hart was
weer aan 't spoken.
Else leed er zeer onder, dat haar vader al
zoo lang sukkelend was. IIoo gaarne zou ze
een offer gebracht hebben, indien dit zijn
hartkwaal en zijn zenuwgestel had kunnen
genezen. Sinds gisteren, toen haar vader
haar de last van die twee maanden proef
tijd van de schouders had genomen, had zij
hem nog meer lief dan te voren.
De trap eindigde op een breeden gang,
waarop eenige smallere gangen uitkwa
men. Groote deuren verleenden toegang
naar de vele zalen. Aan het einde van den
hoofdingang stonden diie mannen, die hun
pet afnamen. Een hunner opende de deur,
waartegen hij leunde, voor vader en doch
ter. Zij waren nu in de directeurskamer,
een zeer ruim vertrek met door den tijd
verbleekte brocaatstof tegen de wanden en
een a la Watteau beschilderd plafond. In
een hoek stond een met rood fluweel be
kleed bankje, waarop de professor ging
zitten. Zoekend gleed zijn blik door het ver
trek, dat er door zijn koelheid weinig
vriendelijk uitzag. Tegenover hern, aan een
der lange zijden, hingen de drie portretten
van zijn voorgangers, die evenals hij, hun
zilveren jubileum hadden mogen vieren
Ginds in den hoek stond ook zijn portret,
dat hier zou komen te hangen. Reeds jaren
geleden waren de haken volgens de aan
wijzingen van den lijstenmaker in den
muur gedreven, zoodat men het schilderij
slechts had op te hangen.
„Jullie kunt nu het doek afnemen en 't
schilderij ophangen", riep de professor den
mannen toe, die vlug deden wat hun was
opgedragen. Na hun een goede fooi te heb
ben gegeven, liet hij hen gaan.
Een tijd lang spraken vader en dochter
geen woord; er heerschte een plechtig zwij
gen, terwijl zij naar het portret keken, dat
in zijn mahoniehouten lijst zoo forsch en
zwaar daar van dien wand op hen neerzag.
Beider gemoed werd hier in de middagstil
te, die hen omgaf, bewogen door allerlei
gedachten.
Eindelijk verbrak de vader het zwijgen.
Hij trad op Else toe en legde zacht zijn arm
op haar schouder. „Eens zal Zeker mijn
portret weer naar huis gehaald worden
niet waar, mijn kind?"
„Maar vader", klonk lief verwijtend haar
antwoord, „begint u daar nu weer over?"
„Ik moet wel, Else, ik kan niet anders.
Kijk eens, ik weet heel goed dat jullie,
moeder en jij, me liefhebt, maar niettemin
kan ik niet dikwijls genoeg hooren, dat jul
lie na mijn dood mijn portret weer naar
huis zult laten brengen."
„Wil ik 't u schriftelijk bevestigen, va
der?" Else trachtte een schertsenden toon
aan te slaan, maar *t ging haar niet goed
af, want het naar haar toegebogen bleeke
gezicht van haar vader, dat diens boosaar
dige kwaal verried, bracht haar van streek.
„Neen kind, ik geloof aan je woorden,
ook zonder dat je die schriftelijk beves
tigt". Vermoeid glimlachte hij. „Maar ik
verheug me, dat de hertog na mijn dood
zal bemerken, dat niet bij alle menschen
de ijdelheid van het gezin boven de liefde
gaat. Van mijn gezin ten minste ben ik
zeker.
Of hij van zijn zaak, zoo ging hem door
het hoofd, werkelijk wel zoo zeker zou zijn
geweest, indien alleen zijn vrouw daarbij
betrokken ware geweest die vraag zou
hij niet zoo snel hebben kunnen beant
woorden.
Star keken de vier portretten neer op
vader en dochter. Daar links, het eerste
van de rij, stelde den baron Thomas voor.
Berner richtte zijn blik naar het portret,
dat ten voeten uit was geschilderd. Een
heel klein, smal mannptje moest de oude
Thomas geweest zijn; -p zijn uitgewroogd,
rimpelig gezicht lag een glimlach en de
poederpruik met het stijve staartje zag er
bijna grotesk uit.
Het portret, dat er naast hing, was dat
van den dikken Achim von Siddow, een
man met een gemoedelijk gezicht" met volle
wangen en kleine, half dichtgeknepen oog
jes. Zijn kunstig geplooide kanten jabot
was wel het meest opmerkenswaardig van
den heer Achim on Siddow. De derde van
de rij was een waardig kijkend heer met
zorgelijk samengetrokken wenkbrauwen
en hooge vadermoorders; het beetje haar
op zijn hoofd verried veel, al te veel pom
made. Deze heer met het plechtige gelaat
heette, toen hij nog door de straten van
Schneiditz wandelde, Fraugott von Bar-
wald; nakomelingen van hem woonden
thans nog in de residentie,
„U ziet er 't deftigst uit", fluisterde Else
haar vader toe en er lichtte trots in haar
oogen. „Jammer", voegde zij er peinzend
aan toe, „dat u van een plechtige onthul
ling van het schilderij niets hebt willen
weten."
„Je weet, kindlief, ik houd niet van zulk
geparadeer in het openbaar; ik zal blij zijn
als dat jubileumfeest heelemaal voorbij is.
„U bent in alles zoo bescheiden, vader."
Else bracht zijn hand aan haar lippen en
vond, dat een jubileum toch iets wonder
schoons was vooral zooals met haar het
geval was wanneer daarbij tegelijk je en
gagement publiek mocht worden.
De professor scheen haar gedachten te
hebben geraden, hij trok zijn kind naar zicU
toe en kuste het. „Mijn lieveling, wordt
maar heel, heel gelukkig!"
Met groote oogen keek Else haar vader
aan. Wat beduidde dat? Zijn woorden klon
ken bijna als een afscheid. Iets dergelijk*
scheen de professor zelf te vinden, want,
hij liet Else los en zei op een toon, dien hij
trachtte ongedwongen te doen klinken: „Ik
begin bijna te gelooven. dat ik haast even
plechtig kijk als de dikke Fraugott vou
Barwald", daarbij wijzende naar het portret
van den heer met de vadermoorders.
{Wordt ▼errolgdj