OPRUIMING VAN RESTANTEN am$em wrageviw's Tocht mar Rusland IEDER BEDRIJF ZIJN EIGEN LASTEN! JOH. BOTTINGA Langestraat 28 HET PENSIOENFONDS VAN DE SPOORWEGEN SLECHTS ENKELE DAGEN NA DE DEBACLE DER VEENDAMMER HYP-BANK Vordering van curatoren toegewezen SCHANDELIJKE AAN RANDING DE KASBESTUREN ZIJN ONTSTEMD EERSTE KAMER. De ministers Reijmer en De Geer verdedigen het ontwerp Aangenomen met 15 tegen 11 stemmen Bij de voorgezette behandeling van de herziening der gemeentewet schetst minis ter R u y s de voorgeschiedenis. Aan de ver vulling van den wensch van den heer De Vlugt zou grondwetsherziening moeten voor afgaan, daar de grondwet het gemeente bestuur in handen van den Raad legt. Voor het ambt van burgemeester is de vrouw minder geschikt dan de man. De Tweede Kamer heeft de benoembaarheid der vrouw in het ontwerp gebracht en spre ker, hoewel dit een fout achtend, vond daar in geen voldoende aanleiding tot intrek king. Samenwerking van gemeenten zal zoo veel mogelijk aan intercommunale regeling worden overgelaten. Het ontwerp wordt aangenomen met 25 tegen 11 6temmen. Tegen stemmen de anti- revolutionnairen en de Chr. historischen. Aan de orde is het ontwerp ter voorzie ning in het tekort van het Spoorwegpen sioenfonds. De heer Moltmaker komt er met klem tegen op, dat bij deze maatregel geen enkele personeels-organisatie :'s gehoord en wijst ook op het eenzijdig doorvoeren van allerlei maatregelen door de Spoorwegen en waarschuwt, dat het personeel zich niet alles zal laten welgevallen. De heer Slingerberg deelt de bezwa ren van den heer Moltmaker niet in die mate en acht het beginsel juist dat ieder bedrijf hun eigen pensioenlasten moet be talen. De heer de Bruin acht aan dit ontwerp een sociaal economischen kant, hoewel de regeering suggereert, dat de kwestie is van bockhoudknndigen aard. Moreel ontoelaat baar is het dat het personeel niet is gehoord. De nieuwe last op de exploitatie zal maat regelen noodig maken die ten nadeele strek ken van het personeel en de reizigers. De heer Oudegeest (s.d.) bestrijdt het ontwerp dat onbillijk is, omdat de Staat allerlei concurrentie tegen de Spoorwegen toelaat. De heer Oudegeest (s.d.) bajtrijdt eveneens het wetsontwerp. Het pensioen fonds is opgericht in 't belang van de maat schappij, niet in dat van het personeel. De Spoorwegen is een bedrijf, dat door den Staat besprongen is doordat het allerlei concurrentie is aangedaan. Daarom is het onredelijk, dat het bedrijf nu alle lasten moet gaan dragen. Deze nieuwe last zal iedere verdere ontwikkeling van de Spoor wegen tegenhouden. De heer Koster (V.B.) gaat uitvoerig de geschiedenis na van het pensioenfonds. Te gen de voorgestelde regeling heeft spr. ern stige bezwaren. Volgens hetgeen thans voorgesteld wordt, zullen de afschrijvingen gevaar loopen en zal een tekort op de af- echrijvingsrekening kunnen ontstaan. De in 1928 getroffen regeling dienaangaande wordt hierdoor verzwakt. Daarenboven acht spr. het voorgestelde noch economisch noch moreel verdedigbaar. Het spoorwegbe drijf mag in de toekomst niet worden ver zwaard met dit zoo hoog opgeloopen te kort. Ook de wijze van boeken is aan be zwaren onderhevig. Het winstsaldo zal moeten stijgen en daardoor waarschijnlijk de vrachtprijzen, waar deze al zeer hoog zijn en misschien zelfs de reizigerstarie ven. De Spoorwegen worden te veel afhan kelijk gesteld van den Staat. Ware de Spoorwegen een particulier bedrijf geble ven, dan zou dit groote tekort niet ontstaan zijn. In de eerste plaats moeten hier de economische nadeelen van het ontwerp in aanmerking worden genomen. Spr. be houdt zich voor, zijn stem tegen het ont werp uit te brengen. De heer Janssen (r.k.) meent, dat het spoorwegpersoneel in de eerste plaats be lang heeft bij deze regeling. Zonder moei te behoeven te betalen ziet het de uitbe taling van de pensioenen verzekerd. I>e Staat en het bedrijfmoeten hier betalen. De aansprakelijkheid in 1912 was beperkt en voorwaardelijk. Echter de Staat onttrekt zich niet aan zijn verplichtingen, want de kans bestaat, dat de Staat nu meer moet betalen dan het geval zou zijn als een vast bedrag te zij nen laste werd gebracht. Voor de nadee len voor het personeel vreest spr. niet. Hij wijst erop, dat de Spoorwegen pas een classificatie hebben ingevoerd, die 8 ton kost, hoewel men wist dat de exploitatie rekening zou worden belast met minstens 4 millioen in verband met dit tekort. Minister R e ij m e r zegt, dat toet van het grootste belang is, dat spoedig een oplossing wordt gevonden. Hier was geen aanleiding tot het plegen van overleg met het personeel. Dit staat buiten deze zaak en ac belangen van het personeel zijn er met bij betrokken. Juist door het niet hoo- run van het personeel is het bewijs gele verd, dat zijn belangen geen gevaar loo pen. De heer Moltmaker heeft het wel zeer pessimistisch voorgesteld. De thans gebo den regeling is een zaak geweest van moeizaam overleg. Tc zwaar belast kan het bedrijf hierdoor niet worden, want kon het het bedrag niet betalen, dan neemt de Staat het voor zijn rekening. De ver- voerscconomie, die de heer Koster erbij haalde, kan beter besproken worden bij de begrooting van Waterstaat. Verhooging der tarieven is van dezen po6t evenmin te duchten. Minister De Geer maakt eenige op merkingen naar aanleiding van histori sche beschouwingen, die gehouden zijn. De overeenkomst van 1912 gaf geen recht- streeksche vordering op 1en Staat. Bij naasting kan een deel van het tekort on gedekt worden overgedragen. Bij slechte uitkomsten hadden de maatschappijen het recht naasting te eischen. Er is weliswaar in 1920, al is het niet formeel, genaast. Daaruit volgt juist, dat de heele mo reels kwestie niet meer aan de orde is. Deze kwestie werd dus van zuiver boek- houdkundigen aard. Ware er formeel ge naast, dan zouden de kosten dezer dek king zonder twijfel ook op de exploitatie rekening zijn gezet. Wat de rede van den heer Oudegeest betreft, is spr. liet met hem eens, dat wij in Nederland met den gelij ken uitbouw van 6poor-, water-, land- en luchtwegen tot bezuiniging moeten komen doordat al deze vervoermiddelen elkaar beconcurreercn Maar daarom zou het struisvogelpolitiek zijn als men niet ieder bedrijf zijn eigen lasten laat dragen. Het ontwerp wordt aangenomen met 15 tegen 11 stemmen. Tegen; soc.-democratcn en de heeren Kranenburg en v Embden (v.d.), Dc Bruyn (r.k.) en Koster (lib.). De voorzitter deelt mee dat hij voor nemens is de Kamer weder bijeen te roe pen tegen Dinsdag 17 Februari. Do vergadering wordt gesloten. VRAAGT UWENNU0^ W1NKELIER of N.V. HUL5KO TSazoo AMER5FQORT DE ROTTERDAMSCHE COMMUNISTEN. Van Burlnk mot een eigen lijst bij de raadsverkiezingen. In den strijd tusschen de Rotterdamsche officieel© communisten en den heer Van Burink en zijn aanhang, welke strijd dezer dagen weer ontbrand is door het bedanken van den heer Van Burink als lid van de C.P.H. is een nieuw element gekomen door do bekendmaking van het feit, dat de heer Van Burink van plan is bij de a.s raadsverkiezingen met een eigen lijst uit to komen. FAILLISSEMENT AFGEWEZEN. De Sodalitas-alfaire. De Haogsche rechtbank heeft behan deld de door mr. van Velzen namens don trustee van de obligatiehouders der Sodali- tas Medicorum Oblatorum Ordinis Sancli Benedicti ingediende aanvraag om Burgers en Co.'s Bank te 's-Gravenhago in staat van faillissement te verklaren. Nadat mr. Kunkeler het verzoek had be streden, heeft de rechtbank dc faillisse mentsaanvraag afgewezen. De procedure inzake de volstorting op de aandeelen. 's-G r a v e n h a g e, 30 Jan. De Hooge Raad heeft heden arrest gewezen in de procedu res tusschen curatoren in het faillissement der Veendammer Hypotheekbank en vroe gere aandeelhouders van die bank. Een dier aandeelhouders, dc heer Zuider- weg, had drie aandeelen van f 1000, waarop 10 was gestort, overgedragen op verschil lende personen achtereenvolgens, waaron der J. P. H. Woltman en J. Woltman Jr., om ten slotte te komen in handen van L. W. S. Paardckooper. Bij die overdracht is Zuiderweg door di rectie en commissarissen der Veendammer ontslagen van de verantwoordelijkheid tot volstorting der aandeelen. Nadat het faillissement der Bank was uitgesproken, hebben curatoren echter bij inleiden Je dagvaarding van Zuiderweg die volstorting gevorderd. Zuiderweg verzette zich tegen die vorde ring en beroept zich daarbij op een dading tusschen curatoren cn de Woltmannen cn beweerde, dat volgens die dading de aan deelen zouden zijn volgestort door de Wolt mannen, welke volstorting verdisconteerd zou zijn in de betaling door de Woltman nen, die zij krachtens de dading hebben ge daan en welke betaling door Zuiderweg werd gesteld op een waarde van eenige mil- lioenen. De rechtbank te Amsterdam achtte dit verweer ongegrond, en wees de vordering van curatoren toe. In hooger beroep heeft het gerechtshof, na te hebben beslist, dat de onderhavige zaak moet worden beoordeeld naar het recht dat gold voor de inwerkingtreding van de wet van 2 Juli 192S (Stbl. 216), hei verweer, dat de volstorting geacht moet worden reeds te hebben plaats gehad, ver worpen en het vonnis der rechtbank be krachtigd. Than? heeft de ITooge Raad het door Zui derweg Ingestelde cassatieberoep tegen dit arrest varworpen. LOU IN DEN FAUTEUIL. Op het trambalcon. In „De Vrijheid" vertelt de lieer Hans: Ik stapte in een bijwagen van lijn 6 te Den Haag en was nauwelijk neergevallen, locn m'n verbaasde oogen op het voorbal- con een heer zagen, gezeten in een gemak kelijker. armstoel. Een keurige fauteuil. De heer zal doodkalm z'n pijpje te rooken. Zoo zout had ik liet nog nooit gegeten; een amstool op het voorbalcon van een tram, en daarin gemakkelijk, de becnen vór recht uit, een heer in dolco far niente, onder liet genot van een pijp toeback. Doch liet zou nóg zouter worden, want wie was het die aldus tramde? De heer De Visser. Dood kalm. Dood-genoeglijk. Ik geloofde m'n oogen niet en ik heb den goheclen rit het abele spel zitten aanschouwen. Totdat bij een halte de bolsjewiekschc staatsman op stond, uit de tram stapte, den stoel met een vluggen zwaai over z'n linker-schouder wierp en weg-wandelde, in de richting van z'n woning Zie, wie op zulk een eenvoud des harten een stoel transporteert, en dat nog wel wan neer je Kamerlid, Statenlid, Raadslid en jjfe- zant van Rusland bent, heeft m'n sympa thie gewonnen. Een 15-jarig meisje tweemaal het slachtoffer Men meldt uit Gouda aan de N.R.C. Woensdagavond is een 15-jarig meisje uit Reeuw ijk het slachtoffer geworden van twee aanrandingen. Het kind was tegen het vallen van den avond te voet op weg naar Gouda om een paar boodschappen te uoen. Op den Bodegraafschen straatweg reed haar een auto achterop, waarvan de bestuurder haar vroeg, of zij wilde meerij den naar Gouda. Het kind nam deze uit- noodiging aan en verzocht den bestuurder, bij aankomst te Gouda, op een bepaald punt te stoppen. De man gaf aan dit ver zoek geen gehoor; naar hij zeide, moest hij een paar straten verder een boodschap doen, daarna zou hij haar terugbrengen riaar do straat, waar zij moest zijn. In plaats daarvan sloeg de auto den weg naar Rotterdam in, wat het meisje niet bemerk te. Op een eenzamen polderweg nabij Nieu- werkerk aan den l.Tssel heeft de man haar aangerand en in het donker achtergelaten. Na ecnigen tijd ontmoette zij een man op een fiets, die vroeg, waarom zij liep te huilen. Het meisje vertelde wat er met haar gebeurd was. De fietser toonde zich zoor verontwaardigd en bood aan, haar achter op zijn fiets naar Gouda te brengen. Onderweg heeft deze man zich echter eveneens aan haar vergrepen, om daarna langs een donkeren zijweg te verdwijnen. Te voet is het kind naar Gouda gegaan en vervolgens met den autobus naar Reeu- wijk. De bestuurder van den auto is nog den zelfden avond te Reeuwijk aangehouden. Hij heeft zijn daad bekend. De tweede aan rander wordt nog gezocht. DE HOOGE WATERSTAND. Was van de Maas. Maastricht, 30 Jan. De Maas is in den afgeloopen nacht 54 c.M. gewassen. De peilschaal aan de Maasbrug wees aan 3.57 M., hetgeen 45.58 M. boven N.A.P. is. Het dorp Hcugem is ondergeloopen, terwijl het water liet dorp Limmel reeds binnenkomt. De Maas is nog steeds wassende. Uit België wordt geseind, dat dc Sambrc langzaam valt. Het is dezen winter reeds cle vijfde maal, dat cle Maas buiten haar oevers treedt. XXXI Eindelijk vroeg ik hun, of mijne zusters en broeder nog leefden cn beefde om hun antwoord te vernemn. Zij zeiden mij, dat mijne zusters nog leefden, doch dat mijn broeder reeds voor 8 maanden begraven was. Dit berigt trof mij geweldig en mijn voorgevoel was dus werkelijk bewaarheid. Men besloot nu mijne zuster, die te Amster dam woonde, en die mij voor dood hield, voorzigtiglijk op mijn komst voor te berei den. Ik verlangde ontuitsprekelijk naar het oogenblik, waarop ik haar weder zoude zien en toen ik het eindelijk niet langer uit kon- de houden, begaf ik mij naar haar woning. Ik vloog in hare armen en wij konden beiclo van blijdschap niet tot bedaren komen. Ein delijk zeide zij, o Karei, nu is het wel, nu heb ik toch eenen broeder weer, want Wil lem is reeds dood. Ik vroeg haar waarom zij nog rouwkleeren droeg, daar toch de rouw over hem reeds lang uit was! Dit is over u, zeide zei, want men had ons berigt, dat ge dood waart. Met de hartelijkste blijd schap ontdeed zij zich nu dadelijk van haar rouwgewaad. Ik bragt nu bij haar een ge lukkigen dag door en begaf mij s'anderen daags naar Alphen. Ook mijn jongste zuster was niet minder verblijd over het wederzien van den reeds dood geloofden broeder. Zoo was ik dan weder in menn vaderland teruggekeerd, maar alle mijne gelukkige uitzigten waren verdwenen. In den jaren 1912 was ik reeds tot hoofdofficier gedesig- neerd, toen de slag aan de Berezina op eens mijne hoop vernietigde. Nu kwam ik weder uit mijne gevangenschap terug, arm cn berooid. De armee waaronder ik gediend had, bestond niet meer. Een nieuwe was inderzelven plaats gekomen, waar meest al lo officiersplaatsen reeds vervuld en zelfs nog vele officieren overkompleet waren. ITet vooruitzigt was dus duister voor mij. Daar ik beruste in deze bestiering der voorzie nigheid, vertrouwde op hare zorg, en Irooste mij met het denkbeeld, dat mijn va derland gerecl en weder vrij was. Aan haar bragt ik vrijwillig mijn geluk ten offer. Daar ik echter nu geheel zonder bestaan was, en niet gaarne van de weldaden mijner familie wilde leven, moest ik pogingen doen om weder geplaatst te worden. Ik begaf mij dus den 3 October naar 's-Gravonhage en vervoegde mij bij het departement van oor log om mijnen dienst aan te bieden. Ik werd gelast mijnen staat van dienst op te maken welken ik 's anderen daags inlever de, met bijgevoegd verzoek om geplaatst te worden. Een goed vriend, dc B. genaamd, wien ik voor eenige jaren in Oostvriesland had leeren kennen, bood mij dadelijk zijne hulp en bcijstand aan, waarvan ik dank baar gebruik maakte. Mij werd dadelijk hal ve soldij toegelegd, en na mijn adres op gegeven te hebben, verliet ik de residentie, in de hoop intusschen mijn verblijf ten hui ze mijnor zuster te Alphen om aldaar mijn bestemming af te wachten. Doch toen dit eenige weken geduurd had. besloot ik naar 's-Gravenhage terug te keeren, denkende aldaar beter in de gelegenheid te zullen zijn om mijne sollicitatie te bevorderen, waar omtrent echter het uitzigt niet zeer vleijncl was, want hoe velen liepen hier niet, die hetzelfde bedoelden als ik. Eindelijk waagde ik het mij in persoon bij den sou- vereinen vorst te vervoegen en hoogstder- zelve mijne belangen mondeling voor te chagen. Ik deed dit met vrijmoedigheid. Z. K. H. hoorde mij minzaam aan, en het ge volg van deze audiëntie was, dat ik 4 dagen daarna eene aanstelling kreeg als kapitein bij een bataillon van Lieni, hetwelk te De venter in garnizoen lag. Ik begaf mij on verwijld derwaarts en vatte nu mijn oud handwerk weder op, met het vaste voor nemen, om door dc getiouwe vervulling mijner pligten, als soldaat en als burger van het nu weer vrije Nederland, mij de achting mijner mede burgeren, en de gunst van onzen geëerbiedigden koning waardig te maken. En hiermede eindigt dus het vorhaal der lotgevallen, die ik gedurende cle 2 jaren ivan 25 Julij 1812 tot 1 October 1814) onder vonden heb, lotgevallen, die inderdaad merkwaardig genoeg zijn, om bekend ge maakt te worden. Ik heb pijn cn smart, hon ger en koude, mishandeling en vernedering geleden, ben door ziekte aan den oever des di ods geweest, maar ik heb ook tevens dc hoogste genoegens des levens gesmaakt Ik heb deelnemende vriendschap, belangloze hulpvaardigheid en edele menscblievend- licid gevonden. Ik heb even als Ulyssus vele steden en landen gezien en zeden van men- schen en volkeren beschouwd. Ik heb on meedogende gevoellooze barbaren, maar ook de edelste rnenschen leeren kennen, ontel- hare malen aan den docd blootgesteld, ben in het leven gespaard, terwijl zoo vele dui zenden mijner krijgsmakkers en landgenoo- ten door lood of staal, door ziekte of koude den dood vonden, en sommigen een ver schrikkelijk uiteinde hadden. Voor dit alles hebt gij mij genadiglijk bewaard, o goede voorzienigheid. Gij hebt mij uit duizenden gevaren gered! Gij hebt menigmaal een mengsel van zoetigheid in den bitteren kelk mijns lijden gestort! Gij hebt mij gezond en behouden in mijn vaderland, in den kring Verlenging van de uitkee* ringsduur der kassen Audiëntie bij den minister Amsterdam, 30 Jan. Hedenmiddag vergaderde het bestuur van het N.V.V. met dc bij het N.V.V. aangesloten bonden in zake de heden gepubliceerde circulaire van den Minister van Arbeid, betreffende ver lenging van don uitkeeringsduur der werk- loosheidskassen Ten zeerst waren de Kasbesturen ont stemd over het door den Minister ingeno men standpunt, hetwelk zeer belangrijk afwijkt van het advies, hetwelk door de be treffende Advies-Commissie voor de Werk loosheidsverzekering was uitgebracht Na uitvoerige besprekingen werd het be stuur van het N.V.V. opgedragen, in samen werking met do andere Vakcentralen een spoed-audiéntie met den Minister van Ar beid aan te vragen, ten einde de verschil lende bezwaren, welke tegen de voorge stelde regeling bestaan, aan den Minister kenbaar te maken en op verbetering der regeling aan te dringen. Vrijdag vergaderde het bestuur van het R.K. Werkliedenverbond mot de besturen der vverkloozenkassen van aangesloten Vakbonden, ter bespreking van de bepa lingen, door den Minister van Arbeid, Han del en Nijverheid vastgesteld omtrent ex tra-subsidie aan werkloozenkassen ter verlenging van den reglcmentairen uitkee ringsduur met hoogstens 6 weken. De vergadering betreurde, dat de rege ling zoolang op zich heeft laten wachten, wijl reeds vele leden hun reglementaire uitkeering hebben genoten. Als 'n eerste tegenvaller werd geconsta teerd, dat niet de geheele kosten der ver lenging voor rekening van de Overheid kunnen worden gebracht, doch dat de helft van het op 31 December j.l. voorhanden zijnde geld, hetwelk bijeengebracht is oro aan de reglementaire verplichtingen te kunnen voldoen, zal moeten worden ge offerd voor uitkeering aan crisiswerkloo- zen. Voorts werden nog enkele andere moei lijkheden en wenschen naar voren ge bracht. Besloten werd alle pogingen in het werk te stellen om alsnog de gewenschte verbe teringen te verkrijgen. Naar wij vernemen is tegen Maandag a.s. de drie groote Vakcentrales, het N.V.V., het R.K.W.V. en het C.N.V. eene audiëntie bij den Minister aangevraagd WEG AFGESLOTEN. Deurnc, 30 Jan. Naar wij vernemen heeft de Directie van da Maatschappij „Helenaveen" gisteren eenige wegen te Griensvon afgesloten. Hieronder behoort ook de grintweg bij het station Helenaveen, waardoorheen een sloot is gegraven, zoo dat het verkeer van Deurne via Griensven naar Horet-Venlo, niet meer mogelijk is. De Burgemeester van Deurne heeft on middellijk pogingen in het werk gesteld deze afsluiting te doen opheffen en in over leg met den Burgemeester van Horst, onder welke gemeente deze weg van ganoemde Maatschappij gelegen is, den Officier van Justitie tc Roermand in kennis gesteld. Deze hoeft ter plaatse reeds een onderzoek ingesteld. Het verkeer ondervindt hierdoor natuur lijk groote vertraging. Zoo moet men om van Helmond naar Venlo te komen, den weg nemen via Deurne en Venray, hetgeen een omweg is van ongeveer 12 K.M. mijner naast bestaanden teruggevoerd. U, u alleen, zij daarvoor mijn vurigste dank toe- gebragt. En welk gewigtige gebeurtenissen hadden er gedurende mijne afwezigheid plaats ge had! Welke veranderingen waren er voor gevallen. Bij mijn vertrek was mijn vader land nog onderworpen aan do heerschappij van eenen geweldenaar, die er zich op de wjllokeurigste wijze meester van gemaakt had, en zuchtte onder het knellend juk der vernederendste slavernij. Nu integendeel was hot weder vrij. De Nederlandsche natie had hare onafhankelijkheid en zelfstandig heid weder gekregen en met dezelve hare -joude veerkracht, en begon met snelheid te verheffen, uit den lagen staat, waarin 't ver zonken geweest was. Ik verheugde mij in deszelfs herlevende bloei. Nog eenmaal, wel is waar, moest het eenen zwaren schok door staan, nog eenmaal was haar pas herbo- rene vrijheid op het punt om weder vernie tigd te worden. Doch ook deze storm dreef gelukkig voorbij cn de aloude moed der Nederlanderen schitterde op het luister rijkst in deze dagen van gevaar. Mogt dit de laatste beproeving zijn, welke de Neder landsche deugd moest ondergaan. Mogt. de vrijheid, en onafhankelijkheid onzer natie op onwrikbare gronden rusten. Mogt hare zoolang kwijnende welvaart langzamerhand herleven, en eindelijk weder tot die schit terende hoogte stijgen, als in de gelukkige dagen onzer voorvaderen!

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1931 | | pagina 10