amêrsfooetsch dagbiab
Vrijdag 6 Februari 1931
-DE EEMIAISDER"
29e jaargang No. 186
TWEEDE BLAD
HET 11e POSTVLIEGTUIG
VERTROKKEN
Een tweede Fokker als
gezelschap
TEGEN DE GODSLASTERING
DE ROOFMOORD TECUYCK
De duivel in de
vrouw
Wilta Groenhuizen
JUWELIER
NEDERL. CENTRAAL
FILMARCHIEF
HANDELSOVEREENKOMST
VAN GENEVE
Zijn Laatste Wensch
Bemand door Hondong, Pellens, We>
ber, De Jong en twee mare
conisten
Amsterdam, 5 Februari. Het was he
den morgen vroeg op Schiphol drukker dan
gewoonlijk bij het vertrek der postvliegtui
gen naar Indic.
Oorzaak hiervan was dat behalve hel
vliegtuig voor Indic1 ook een 2c groote Fok
kermachine naar het Oosten startte. Tc 7.03
uur vertrok het 11e postvliegtuig voor In
die de P.II.A.F.K. met als bemanning de pi
loten Hondong en Pellens, de werktuigkun
digen Weber cn de Jong en de marconisten
Hegener van de N.S.F. en Pronk van Radio
Holland. Het vliegtuig heeft 192.7 K.6. post
en 1TA K.G. lading aan boord. 5 minuten ia-
ter ging de P.II.A.F.T. de lucht in.
Dit toestel een Fokker T-b met 3 Titaan
motoren heeft de K.LM verhuurd aan de
Fransclie luchtvaartmaatschappij „Air
Orient", die don dienst tusschèn Saigon en
Marseille onderhoudt.
Het Fokker toestel is bestemd voor do
dienst van Damascus naar Saigon Voorloo-
pig blijft het toestel onder Nedcrlandsche be
manning vliegen.
De vlieger Beekman zal dit toestel naar
Damascus brengen. Iiij wordt vergezeld door
een Franschc vliegenier cn een Franschen
marconist.
De beide toestellen zullen trachten geza
melijk naar Atheno te vliegen. Vandaar za)
het Indië Vliegtuig koers zetten naar Cairo
het andere vliegtuig naar Bayroulh.
De heer Hans Martin, secretaris van do
directie van do K.L.M. heeft de vliegeis he
denmorgen een goede reis gcwcnscht.
TOEPASSING DER
LAND ARBEIDERS WET.
Hot Kon. Ncd. Landbouw-Comitó
dringt op faciliteiten aan.
Het Kon. Ned. Landbouw-Comitc heeft
>nder dagteekening van 30 Januari 1931 een
schrijven, betreffende de landarbeiderswet,
aan den minister van Financien gezonden,
waarin o. a. gezegd wordt:
„Vooral in onze akkerbouwslreken, waar
de cultuur het meest arbeidsintensief is,
valt een streven op tc merken naar een
meer extensieve werkwijze, waardoor de
werkgelegenheid in het bedrijf vermindert.
Het gevolg is dat vele landarbeiders werk
loos worden. Landarbeiders, die in bet be
zit zijn van een plaatsje of eenig los land
krachlens de landarbeiderswet. zullen dan
ook zeer zeker in financieele moeilijkheden
COCGSSCHUGEVI
HERNHUTTERS
VER5CH0LLENDE SOORTEN
THEEKGEKJE3.
komen, omdat het hun in geval van werk
loosheid vrijwel onmogelijk zal vallen do
annuïteit voor rente en aflossing tc vol
doen.
Tot dusverre zijn cr nog slechts weinig
déconfitures voorgekomen, ook al omdat de
mentaliteit van onze landarbeiders een zoo
danige is, dat men zich liever tot het uiter
ste bekrimpt, dan met zijn verplichtingen
in gebreke to blijven.
Het is echter duidelijk, dat deze toestand
niet kan blijven voortbestaan.
Een der faciliteiten welke hun werden
verleend was, de althans voor de omstan
digheden in 1918, lage rentevoet van 4 pet,
welke voor het voorschot werd berekend.
Thans, nu de rontcstandaard in het vrijo
verkeer zoo zeer is gedaald, dat het Rijk
zelve tegen 4 pet. gemakkelijk kan leenen,
is er in dit opzicht van een tegemoetko
ming aan den landarbeider* als eigenaar
van een plaatsje volgens de landarbeiders
wet, eigenlijk geen sprake meer. Alles pleit
er dan ook voor, dat de regeering tegenover
deze menschen, die bovendien door den
lagen prijs der door hen voor verkoop be
stemde producten en door de waardedaling
der gronden reeds worden getroffen, een
welwillende houding aanneemt cn bij wijze
van crisismaatregel tijdelijk ten koste van
's Rijks kas dc annuïteiten tot op dc helft
verlaagt
Een ontwerp van wet in
voorbereiding
Op de dezer dagen door ons vermelde
vraag van den heer Van Wijnbergen be
treffende strafbaarstelling van godslaste
ring, luidt het antwoord van den Minister
van Justitie:
„In de Memorie van Antwoord in zake
hoofdstuk IV van dc Itijksbegrooting voor
1931 deelde dc ondergeteekende mede (blz.
12), dat, indien men in dc uitingen, zooals
die destijds reeds enkele malen moesten
worden gesignaleerd, niet met oen inciden
teel verschijnsel te doen had, de in de
vraag bedoelde aangelegenheid ook, naar
zijn oordeel, do aandacht van den wetge
ver verdiende. Benige voorvallen van don
laatsten tijd schijnen cr op te wijzen dat het
evenvermcldc voorbehoud niet langer kan
gelden. De ondergeteekende heeft dan ook
een ontwerp van wet in voorbereiding ge
nomen.
ONGEVAL OF MOORDAANSLAG?
Vrouw met een schot in den
hals dood gevonden.
Óvezande (Zeeland), 5 Febr. Heden
avond ongeveer kwart over negen hoorde
het dienstmeisje van den koster van dc
R.-K. kerk plotseling buiten een schot val
len. Bij onderzoek bleek, dat. de 30-jarige
cchtgenoote van den koster Brakke met een
schotwond in de hals dood werd gevonden,
niet ver van dc woning. Een jachtgeweer
lag er naast. De koster zelf bevond zich op
dat moment in de pastorie. Dc politie van
Óvezande werd onmiddellijk gewaarschuwd
en stelt een onderzoek in. Üf men hier met
een ongeval of met een aanslag te doen
heeft, kon men nog niet vaststellen. Bijzon
derheden ontbreken nog.
Nader deelt men ons mede. dat het par
ket van Middelburg nog vanavond is ge
requireerd. Het stoffelijk overschot van de
vrouw is naar het R.-K. ziekenhuis in Goes
overgebracht
Uit het voorloopig onderzoek is reeds ge
bleken, dat een ongeval zoo goed als uitge
sloten moet worden geacht Er zijn ook
hagelkorrels in clc deur teruggevonden. Men
heeft geen vermoeden, wie de dader kan
zijn geweest Het onderzoek wordt -met
kracht voortgezet.
Den Bosch, 5 Febr. Het O. M. bij do
rechtbank tc den Bosch cischte heden te
gen Dirk van D. acht jaar gevangenisstraf
en tegen vrouw M. twaalf jaar gevangenis
straf in verband met den roofmoord door
hen te Cuyok gepleegd op Berend Tap.
Verdachte v. D. ontkende, volgens het
verslag m dn N.R.Ct, den moord gepleegd
te hebben; hij hal hem wel zien plegen
door de vrouw B. M. op wie hij jaloersch
was. Zelf had verd. den man met een stuk
ijzer geslagen. Er was geen afspraak ge
maakt. Met hun drieën waren zij in een
schuur. Om half drie 's nachts zei de vrouw
tot verd.: nu is het tijd. Verd. heeft Tap
.toen met liet ijzer geslagen, waarop de
vrouw hein bewusteloos sloeg. Na in een
hondendrinkbak dc bloedvlekken te hebben
afgewasschcn en het horioge van het slacht
offer te hebben genomen, heeft verd. Tap
in een kruiwagen naar een sloot gebracht
en daarin laten vallen. De man sprak nog,
waarop dc vrouw hem met een gaffel in
het hoofd stuk Vervolgens wierp zij kalk,
slroo cn zakken op hét lichaam. Met be
hulp van peper is getracht het spoor voor
politiehonden onvindbaar te maken.
Verd. ontkende, rlat cr een afspraak was
gemaakt om Tap to vermoorden. Of de
man geld had, weet vei'd. niet; dc vrouw
kan het geweten hebben.
Een der getuigen, rncj. R Thoonen, te
Cuyk, deelde o.a mee, dat de vrouw eens
sigarenasch van haar wilde om naar haar
beweren menschen tc genezen Later hoor
de zij, dat zij dit in bier deed om men
schen t<! bedwelmen.
Dc 45 jarige vrouw B. M. ontkende, dat
er een afspraak was gemaakt om Tap te
dooden Als het om liét geld was geweest,
had zij wel iets in de booncrisoep kunnen
doen. Zij- -bekende ascli in het bier van Tap
tc hebbeu willen doen om hem te bedwel
men en dan zijn geld lo rooven. Verd. van
D bad haar steeds aangespoord iets in de
soep te doen. Het ijzer heeft zij niet in de
handen gehud. Van D. heeft alles gedaan
en zij heeft slechts staan uitkijken. Toen
Tap lag te kermen van pijn, heeft zij hem
zes slagen met het ijzer in den nek gegeven
om éen einde aan zijn fijden te maken en
ook'in de sloot heeft '/ij hem'geslagen,-opdat
hij dc pijn niet zou voelen. Verd. erkent
na den dood van Tap góederen uit zijn kist
te hébben weggenomen.
Bij het verhoor van de getuigen vooral
van den verdachte in de vorige zaak, ge
droeg verd. zich brutaal. Zij wilde niet zwij
gen, zoodat de president haar liet wegvoe
ren. Verd. van D. riep haar na: Gij zijt de
moordenares.
ITefc O. M. constateerde, dat verd. een
scherp verstand heeft, maar haar intellect
zal haar hier niet helpen. In Mei sprak clc
vrouw over asch en was toen al bezig met
de idee cm Tap uit den weg to ruimen. Zij
is de grootste aanstichtster geweest van het
gebeurde. Vroeger is zij ernstig verdacht
van het doen verdwijnen van een man, doch
daar er geen bewijs was, is het geen straf
zaak geworden. Spreker ziet geen enkele
verzachtende omstandigheid. Dc vrouw
heeft zich meester willen maken van het
geld van Tap.
Tel. S52.
Langesiraat 43.
GOUDEN TROUW- EN
VERLOVINGSRINGEN.
MODERNE MODELLEN.
TETLERS GODGELEERD GENOOT
SCHAP.
Oude en nieuwe prijsvragen.
Directeuren van Teylere Stichting en do
leden van Teyjers Godgeleerd Genootschap
doelen mede, dat binnen den termijn geen
antwoord is ingekomen op de prijsvraag
„Eene kritische beschouwing over de nieu
were 'denkbeelden omtrent het begrip open
baring."
Uitgeschreven blijft om beantwoord te
worden vóór 1 Januari 1932 dc vraag: „Wel
ko opvatting van den Staat beantwoordt
uun het vrijzinnig Christendom?"
Nieuw uitgeschreven is de volgende prijs
vraag: „Beschrijving cn critische beoordce-
lihg van Ghandi'ö beginselen in hunne
verhouding tot het. Christendom."
De verhandelingen moeten in hot Neder-
landsch, Latijn, Fransch, Engelsch ofHoog-
duilsch, met eene Latijnscho letter onder
dc gewone en gekende voorwaarden voor
de duidelijkheid en het onbekend blijven
van den inzender vóór 1 Januari 1933 wor
den gezonden aan het Fundatiehuis van
wijlen den lieer P. Teylcr van der Mulst
te Haarlem.
Jaarlijksche algemeene
vergadering
r a v c n li a g e, 5 Febr. Onder voor
zitterschap van prof. mr. R. Fruin had gis
teren de jaarlijksche algemeene vergade
ring plaats, van do vereeniging Neder-
landsch Centraal Filmarchief. In deze ver
gadering werden herkozen tot leden van
het bestuur de aftredende heeren jhr. mr.
dr. E. A. van Beresteyn, II. ter Hall en D.
van Staveren, terwijl gekozen werden mr.
A. Lc Cosquino de Bussy, gemeente-archi
varis van Amsterdam en mr. J. A. van
Thiol, substituut officier van justitie te Am
sterdam In deze vergadering deed dr. W.
P. Jorissen belangrijke mededeelingen over
dc voorzorgsmaatregelen, die in acht geno
men dienen te worden bij het bewaren van
films, zulks in verband met een rapport,
dat uitgebracht is door de vereeniging van
electrolorren cn röntgenologen. Aan dr. Jo
rissen werd verzocht, in deze aangelegen
heid het Filmarchief te willen adviseeren
door een schiiftelijk rapport tc willen in
dienen.
Door '/lekte van den penningmeester, mr.
D. W. K dc Roo dc la Faille, kon diens
rekening en verantwoording niet worden
goedgekeurd. Het bestuur werd. gemach
tigd dit later tb doen cn do rekening en
verantwoording daarna te publiceereii in
„Het Lichtbeeld."
Het jaarverslag van den secretaris, den
heer D. S. van Zuiden, werd goedgekeurd
Hieraan wordt ontleend, dat het buiten
land met bclangste.ling de werkzaamheden
van het N.C.F. volgt en dat dc instelling in
regoeringskringen voldoenden steun geniet
bij haar werkzaamheden. Het verslag zegt,
dat de mogelijkheid onder dc oogen gezien
moet worden zelf Pms te doen maken, bet
geen bij samenwerking van regeerings- en
andere belanghebbenden niet onmogelijk zal
zijn. Ook werden de circulaires gememo
reerd, die op 13 Januari 1930 van den mi
nistcr van onderwijs, kunsten en weten
schappen cn op 16 Juni 1930 van den mi
nister van binnenlandschc zaken on land
bouw zijn uitgegaan. Ilicrop is dc boycot
door den Nederl indschen Bioscoopbond
over bel N.C.F. uitgesproken. In een aan
het verslag toegevoegd memorandum wordt
uiteengezet, hoe dc daaraan voorafgaande
correspondentie met den heer D. Hambur
ger Jr., voorzitter van den Bioscoopbond,
tot niets geleid heeft, hoewel van de zijde
van het N.C.F. alles gedaan is om door
f ussclienkomst van genoemden heer Ham
burger met den Bioscoopbond tot een rege
ling te komen.
Aan bet verslag is toegevoegd een lijst
van aanwinsten van films in 193U. Het zal
in zijn geheel in „liet Lichtbeeld" worden
opgenomen.
Memorie van Antwoord of
het V'V. der Eerste
Kamer
Verschenen is de memorie vau antwoord
op het voorloopig verslag over het wets
ontwerp tot goedkeuring van da handels
overeenkomst van Gonève van 2i Maart
1930 het bijbehoorend protocol. Do minister
zegt daarin o.m. dat bij, het beoordeelen van
den indruk, dien dc vertraging vau dit ont
werp gemaakt kan hebben, men niet uit het
oog moet verliezen, dat uitstel van bekrach
tiging bij dc economische overeenkomsten
tc Génèvc in den laatsten tijd tot stand
gekomen, geen uitzondering is cn dat mits
dien do regeeringen van andere landen niet
in do verzoeking zullen zijn gekomen, de
oorzaak van de tegenwoordige vertraging
tc zoeken in allerlei redenen, in liet voor
loopig verslag ondersteld.
Bij de verklaring dat dc indiening o.m.
door de zomervacanties is vertraagd heeft
de regeering geenszins de activiteit harcr
ambtenaren op het oog gehad. Het ging
hier namelijk over de medewerking van
particuliere zijde aan socialen arbeid.
Naar aanleiding van de vraag of bekrach
tiging door Nederland na 25 Januari j.l.
inderdaad nog juridische gevolgen kan heb
ben, wijst de mmislcr cr nogmaals op, dat
het niet zeker is, of de termijn van 25 Ja
nuari 1930 al dan niet peremptoir is te
achten. Voor het geval dit wèl zoo is, zou
art XIV van toepassing zijn. Practischo na
doelen kunnen op dit oogenblik niet wor
den gezien. De regeering is het eens mot
de leden, die betoogden, dat do regeering
zeer voorzichtig moet zijn in het sluiten
van verdragen, waarin slechts ten aanzien
van een klein aantal Staten toegezegd
wordt, dat niet tot vorhooging van invoer
rechten zal worden overgegaan en dan na
tuurlijk onder het biding, dat die Staten
ook hunnerzijds iets moeten prestoeren. De
werking der mcestbegunetigingsclausule
zou Nederland binden ten aanzien van tal
rijke Staten, die niet bij een verdrag als
bovenbedoeld partij zouden zijn en die dien
tengevolge Nederland geen contraprestaties
zouden geven. Dit behoort geen systeem to
worden.
DINER AAN HET DIPLOMATIEKE KORPS
's-Gra.v.cnhage, 5 Febr. De Turksche
zaakgelastigde, Esat Gemal Bey, heeft gis
teravond in hotel des Indes aan liet corps
diplomatique én vcrschillendo Nederland*
schc autoriteiten ecu diner aangeboden.
Tot do gasten behoorden minister Bee-
laerts van Blokland, de secretaris van den
minister, jhr. van Recncn, de chef van do
afdeelin? diplomatieke zaken aan het de
partement van buitenlandsche zaken, mr.
van Klcffcns cn prof. van Hamel, oud-hoo*
ge commissaris in Danzig.
Van het corps diplomatique zaten aan
de dektn, de heer von Adlercreutz, ge
zant van Zweden en de gezanten van Zwit
serland, Spanje, Italië, Hongarije, Brazilio
cn Polen.
ONDERHANDELINGEN MET
DUITSCHLAND.
liet Kon. Xed. Landbou w-Comité heeft
onder dagteekening van 26 Januari 1931 eeil
schrijven gei iclit aan den minister van
Binnenlandschc Zaken cn Landbouw,
waarin het zijn volle instemming heeft be
tuigd met het adres, dat de Katholieke Ncd.
Boeren- cn Tiiindersbond onder dagteeke
ning van 23 December 1930 aan genoemden
minister gezonden heeft, waarbij werd op
gekomen tegen de uitsluiting van land- eri
tuinbouwbclangen bij de onderhandelingen
over een handelsverdrag met Duitschland,
terwijl levens op vertegenwoordiging vau
het land- cn tuinbouwbedrijfsleven in de 011-
derhandclingscommissie werd aangedron
gen.
Niemand is vrij, die niet meester is over
zich zei ven.
(„Ueber den Tod hinous").
Roman van ANNY VON PANHLYS.
Uit het Duitscli door
W. II. C. BOULLAARD.
07
„I' dien u uit -w humeur bent, mijnli'er
de Ruyter, dan ga ik liever heen"; von
Weiden wilde opslaan.
..Blijf zitten", klonk dc Ruyter's stem als
het verre rollen van den donder, „eerst zult
u vernemen, dat ik precies weet, welk een
nette meneer u bent."
Von Weidén sprong op: „Ik verzoek u
beleefd
„U hebt niets te verzoeken en moest u
schamen, een oude man als mij als mede
plichtige in een daad, die het daglicht
schuwt, te hebben betrokken" Over zijn
ganschè lichaam bevend cn zachtjes spre
kende vervolgde hij: „Natuurlijk wist ik
niet, waar het om ging', dat is de een1 ge
verontschuldiging, die ik kan aanvieren
cru mijn geweten, zij hefc ook 6lechts ten
deele, te zuiveren. Anders zou het leven
*hj ondiagelijk zijn."
Von Weiden stond met samengetrokken
■wenkbrauwen en nerveus speelden zijn
handen rnet zijn baard. „Mijn waarde mijn
heer de Ruyter, u bent ziek en weet niet
u zegt; ik begrijp er geen wotyrd van.
Hij haalde de schouders op. „Indien u ech
ter de kleine grap bedoelt" hij trachtte
to glimlachen, maar dat gelukte hem niet,
want de kleine rnan stoof op hem af en
plaatste zich vlak voor hem, terwijl hij
hem toesistc:
„Een kleine grap! Ja, ja, een allergees
tigst grapje was 't, dat u rnet mijn hulp
hebt gemaakt." Iiij kneep zijn handen in
een als om zich zelf tc beletten von Weiden
een klap in zijn gezicht te geven, „maar die
grap kostte het leven van een mensch!"
„Zoo?" zeide de ander onverschillig.
„Ja! Piofeesor Berner stierf, nadat de
oude Thomas hem ten tweeden mulo was
verschenen."
„Louter toeval!" klonk spottend het ant
woord. ..De professor was al jur^n lang lij
dend."
„Daarvan hebt u geen woord gezegd, toen
u mij verzocht „dc kleine grap" 'te ensce-
neeren, anders zoudt u mij daartoe nooit
hebben kunnen overhalen. O mijn God.
wat heb ik gedaan!" De oude man zonk in
den naastbij staanden stoel neer cn
staarde voor zich uit, „een moordenaar
ben ik in mijn eigen oogen, een moorde
naar."
Von Weiden voelde zich onbehaaglijk Ie
moede. „U hebt u in de laatste dagen met
pakken zeker te veel vermoeid, uw zenu
wen zijn overspannen, daarom zal ik ver
vreten wat u hebt gezegd. Ik vernam reeds
van uw dochter, dat u morgenavond zult
vertrekken", voegde hij er op eenigszins
vragenden toon aan toe.
De Ruyter keek op. „Ja, morgenavond
vertrekken wij als vluchtelingen gaan
wij heen, want de grond brandt mij hier
onder de voeten, waar mij reeds een blik
uit het venster herinnert aan „dc kleine
erap". Op de laatste woorden légde hij
den klemtoon. „Gewetenswroeging drukt
me." Plotseling werd zijn stem heel rustig
en beheerscht: „Ik verzoek u weer te gaan
zitten, mijnheer von Weiden, gaarne zou ik
eens herhalen, hoe de gehecle zaak zich
heeft ontwikkeld."
„Ik heb geen iijd en moet weg."
Mijnheer von Weiden, wij zien elkaar
vandaag voor de laatste maal; een paar
minuten zullen u dus wel onverschillig
zijn", zei de Ruyter, terwijl de ander be
sluiteloos bleef staan. „Indien u mij liever
staando aanboort, vind ik dat ook goed.
Om u niet te lang tc houden zal ik kort
zijn." Iiij haalde diep adem en begon:
„Toen ik hier uw kleine huis betrok, hebt
gij u aanvankelijk weinig om mij bekom
merd, totdat u plotseling belang begon te
stellen in uw huurder. U kwam dikwijls
cn langzamerhand schepte u een kennelijk
behagen in den omgang met ons en u hebt
het niet beneden uw waardigheid geacht,
mij op een dag een plannetje te openba
ren, ja, mij daarin de hoofdrol te laten
spelen. Ik moest een oude, spokende ba
ron voorstellen, om zooals u zeidet
een u bekenden heer. professor Berner,
zoo'n klein beetje aan het schrikken te
maken. Alles was maar een grapje.'
Von Weiden knikte. „Zeker, maar u be
hoeft die historie toch nu niet op te ra
kelen."
Zonder zich van de wijs te laten bren
gen, vervolgde de ander: „Ik dacht werke
lijk, dat het slechts om een grap ging, ja,
ik vond het zelfs vermakelijk zoo'n beetje
voor spook te spelen. Bij de tweede opvoe
ring van deze klucht echter kreeg ik angst
en wel omdat ik den slanken man, wien de
grap trof, in elkaar zag zakken. U sprak
van een „onschadelijke bewusteloosheid",
toen. ik u,.den volgenden dag vroeg wat er
eigenlijk was gebeurd, hoewel u op dat
oogenblik wist wat ik eerst later vernam,
dat de professor inmiddels was overleden.1
Wederom sprong de oude rnan op. „Toen
mij dat ter oore kwam, wilde ik mij aan
het gerecht overleveren en ook uw naam
(oemen, want wij beiden doodden hem."
„Schreeuw toch zoo niet", von Weiden
a as krijtwit geworden.
„Maar ik bezon mij nog bijtijds,", ver
volgde do andere, zonder op de interruptie
acht te slaan, „ter wille van mijn kind
mocht ik met den rechter niet in conflict
komen, Een eerlijk, geregeld levén ligt ach
ter mij, ik durfde iedereen recht in de
oogen te zien en dat móet zoo blijven, al
thans voor het oog der wereld. Aan den
wereldlijken rechter wil ik mij niet onder
werpen, want Ada moet het geloof in ha
ren vader behouden, maar de rechter „ge
weten", die in mijn binnenste woont, zal
mij des te onbarmhartiger veroordeelen".
Hij trad nader op von Weiden toe. „En
omdat ik ter wille van mijn kind niets met
den rechter te maken mag hebben, moet
ik zoo snel mogelijk weg, want toen de
oude Thomas ten tweede male verscheen,
bevond de professor zich niet alleen. Er is
dus nog een mensch, die uit de 6chool zou
kunnen klappen".
„Men zou hem uitlachen", viel von Wei
den hem in de rede, „bovendien heeft die
persoon misschien niets gezien", voegdo hij
nadenkende, er aan toe en toen beslister:
„Zeker heeft die niets gezien, anders zou
hij zich wel tegenover mij geuit hebben,
want behalve hij, was ook ik er bij, toen
de bewustelooze professor naar hui6 werd
gedragen".
„Dat stelt me een beetje gerust", zei de
Ruyter als tot zich zelf sprekend en zich
toen weer tot von Weiden wendend: -En
nu wil ik u ook nog zeggen, waarom of tf
mij voor die zoogenaamde grap noodi£
hadt".
Von Weiden dwong zich tot een glim*
ïach. „Wel, als u lU6t daartoe gevoelt, ga
dan voor mijn part uw gang. Ik merk wel,
dat ik hier toch niet weg kan, voordat u
al uw fantasieën aan mij gelucht hebt. Nog
maals moet ik er u echter op wijzen, dat
mijn tijd zeer, zeer beperkt is".
„Dus dan maar snel, mijnheer von Wei
den". Het was of de kleine man grootcr
werd en zijn oogen boorden zich in die van
den ander. „Eerstens was professor Berner
lijdende en zeer nerveus, een schrik kon
zijn dood veroorzaken dat wist u. Twee
dons: de professor was directeur van hefc
schilderijmuseum, een post waarop u a!
lang voor uw schoonzoon hebt geaasd. Toen
de professor stierf, werd die post vacant"*
Hij wachtte even. „Zoo, nu ziet u, dat ik
alles weet. Had ik alles vroeger geweten,
dan had ik mij met die zaak werkelijk niet
ingelaten. En nu", lonk het scherp en hel
der, „hebben wij met elkaar afgerekend;
wat ik noodig vond te zeggen heb ik ge
zegd en thans verzoek ik u onmiddellijk;
mijn woning te verlaten".
„Dwaas", mompelde von Weiden en ging
heen zonder een tweede woord te zeggen-
Hij was blij er zoo goedkoop af te komen*
Eerst op straat werd hij zich bewust welk
een jammerlijke rol hij zooevcn had ge
speeld maar dadelijk daarop glimlacht©
hij weer tevreden. Goddank, dat die stapel*
gekke Nederlander niet aan zijn eerste in*
geving had gehoor gegeven en naar den
Kadi was geloopen. Wat een schandaal
zou dat veroorzaakt hebben! Morgon ver
trok de Ruyter voorgoed uit Schneiditz en
dan was hij van den man met het nauw*
geweten af,
(Wordt vervolg^ J