amêrsfooetsch dagbiab Vrijdag 6 Februari 1931 -DE EEMIAISDER" 29e jaargang No. 186 TWEEDE BLAD HET 11e POSTVLIEGTUIG VERTROKKEN Een tweede Fokker als gezelschap TEGEN DE GODSLASTERING DE ROOFMOORD TECUYCK De duivel in de vrouw Wilta Groenhuizen JUWELIER NEDERL. CENTRAAL FILMARCHIEF HANDELSOVEREENKOMST VAN GENEVE Zijn Laatste Wensch Bemand door Hondong, Pellens, We> ber, De Jong en twee mare conisten Amsterdam, 5 Februari. Het was he den morgen vroeg op Schiphol drukker dan gewoonlijk bij het vertrek der postvliegtui gen naar Indic. Oorzaak hiervan was dat behalve hel vliegtuig voor Indic1 ook een 2c groote Fok kermachine naar het Oosten startte. Tc 7.03 uur vertrok het 11e postvliegtuig voor In die de P.II.A.F.K. met als bemanning de pi loten Hondong en Pellens, de werktuigkun digen Weber cn de Jong en de marconisten Hegener van de N.S.F. en Pronk van Radio Holland. Het vliegtuig heeft 192.7 K.6. post en 1TA K.G. lading aan boord. 5 minuten ia- ter ging de P.II.A.F.T. de lucht in. Dit toestel een Fokker T-b met 3 Titaan motoren heeft de K.LM verhuurd aan de Fransclie luchtvaartmaatschappij „Air Orient", die don dienst tusschèn Saigon en Marseille onderhoudt. Het Fokker toestel is bestemd voor do dienst van Damascus naar Saigon Voorloo- pig blijft het toestel onder Nedcrlandsche be manning vliegen. De vlieger Beekman zal dit toestel naar Damascus brengen. Iiij wordt vergezeld door een Franschc vliegenier cn een Franschen marconist. De beide toestellen zullen trachten geza melijk naar Atheno te vliegen. Vandaar za) het Indië Vliegtuig koers zetten naar Cairo het andere vliegtuig naar Bayroulh. De heer Hans Martin, secretaris van do directie van do K.L.M. heeft de vliegeis he denmorgen een goede reis gcwcnscht. TOEPASSING DER LAND ARBEIDERS WET. Hot Kon. Ncd. Landbouw-Comitó dringt op faciliteiten aan. Het Kon. Ned. Landbouw-Comitc heeft >nder dagteekening van 30 Januari 1931 een schrijven, betreffende de landarbeiderswet, aan den minister van Financien gezonden, waarin o. a. gezegd wordt: „Vooral in onze akkerbouwslreken, waar de cultuur het meest arbeidsintensief is, valt een streven op tc merken naar een meer extensieve werkwijze, waardoor de werkgelegenheid in het bedrijf vermindert. Het gevolg is dat vele landarbeiders werk loos worden. Landarbeiders, die in bet be zit zijn van een plaatsje of eenig los land krachlens de landarbeiderswet. zullen dan ook zeer zeker in financieele moeilijkheden COCGSSCHUGEVI HERNHUTTERS VER5CH0LLENDE SOORTEN THEEKGEKJE3. komen, omdat het hun in geval van werk loosheid vrijwel onmogelijk zal vallen do annuïteit voor rente en aflossing tc vol doen. Tot dusverre zijn cr nog slechts weinig déconfitures voorgekomen, ook al omdat de mentaliteit van onze landarbeiders een zoo danige is, dat men zich liever tot het uiter ste bekrimpt, dan met zijn verplichtingen in gebreke to blijven. Het is echter duidelijk, dat deze toestand niet kan blijven voortbestaan. Een der faciliteiten welke hun werden verleend was, de althans voor de omstan digheden in 1918, lage rentevoet van 4 pet, welke voor het voorschot werd berekend. Thans, nu de rontcstandaard in het vrijo verkeer zoo zeer is gedaald, dat het Rijk zelve tegen 4 pet. gemakkelijk kan leenen, is er in dit opzicht van een tegemoetko ming aan den landarbeider* als eigenaar van een plaatsje volgens de landarbeiders wet, eigenlijk geen sprake meer. Alles pleit er dan ook voor, dat de regeering tegenover deze menschen, die bovendien door den lagen prijs der door hen voor verkoop be stemde producten en door de waardedaling der gronden reeds worden getroffen, een welwillende houding aanneemt cn bij wijze van crisismaatregel tijdelijk ten koste van 's Rijks kas dc annuïteiten tot op dc helft verlaagt Een ontwerp van wet in voorbereiding Op de dezer dagen door ons vermelde vraag van den heer Van Wijnbergen be treffende strafbaarstelling van godslaste ring, luidt het antwoord van den Minister van Justitie: „In de Memorie van Antwoord in zake hoofdstuk IV van dc Itijksbegrooting voor 1931 deelde dc ondergeteekende mede (blz. 12), dat, indien men in dc uitingen, zooals die destijds reeds enkele malen moesten worden gesignaleerd, niet met oen inciden teel verschijnsel te doen had, de in de vraag bedoelde aangelegenheid ook, naar zijn oordeel, do aandacht van den wetge ver verdiende. Benige voorvallen van don laatsten tijd schijnen cr op te wijzen dat het evenvermcldc voorbehoud niet langer kan gelden. De ondergeteekende heeft dan ook een ontwerp van wet in voorbereiding ge nomen. ONGEVAL OF MOORDAANSLAG? Vrouw met een schot in den hals dood gevonden. Óvezande (Zeeland), 5 Febr. Heden avond ongeveer kwart over negen hoorde het dienstmeisje van den koster van dc R.-K. kerk plotseling buiten een schot val len. Bij onderzoek bleek, dat. de 30-jarige cchtgenoote van den koster Brakke met een schotwond in de hals dood werd gevonden, niet ver van dc woning. Een jachtgeweer lag er naast. De koster zelf bevond zich op dat moment in de pastorie. Dc politie van Óvezande werd onmiddellijk gewaarschuwd en stelt een onderzoek in. Üf men hier met een ongeval of met een aanslag te doen heeft, kon men nog niet vaststellen. Bijzon derheden ontbreken nog. Nader deelt men ons mede. dat het par ket van Middelburg nog vanavond is ge requireerd. Het stoffelijk overschot van de vrouw is naar het R.-K. ziekenhuis in Goes overgebracht Uit het voorloopig onderzoek is reeds ge bleken, dat een ongeval zoo goed als uitge sloten moet worden geacht Er zijn ook hagelkorrels in clc deur teruggevonden. Men heeft geen vermoeden, wie de dader kan zijn geweest Het onderzoek wordt -met kracht voortgezet. Den Bosch, 5 Febr. Het O. M. bij do rechtbank tc den Bosch cischte heden te gen Dirk van D. acht jaar gevangenisstraf en tegen vrouw M. twaalf jaar gevangenis straf in verband met den roofmoord door hen te Cuyok gepleegd op Berend Tap. Verdachte v. D. ontkende, volgens het verslag m dn N.R.Ct, den moord gepleegd te hebben; hij hal hem wel zien plegen door de vrouw B. M. op wie hij jaloersch was. Zelf had verd. den man met een stuk ijzer geslagen. Er was geen afspraak ge maakt. Met hun drieën waren zij in een schuur. Om half drie 's nachts zei de vrouw tot verd.: nu is het tijd. Verd. heeft Tap .toen met liet ijzer geslagen, waarop de vrouw hein bewusteloos sloeg. Na in een hondendrinkbak dc bloedvlekken te hebben afgewasschcn en het horioge van het slacht offer te hebben genomen, heeft verd. Tap in een kruiwagen naar een sloot gebracht en daarin laten vallen. De man sprak nog, waarop dc vrouw hem met een gaffel in het hoofd stuk Vervolgens wierp zij kalk, slroo cn zakken op hét lichaam. Met be hulp van peper is getracht het spoor voor politiehonden onvindbaar te maken. Verd. ontkende, rlat cr een afspraak was gemaakt om Tap to vermoorden. Of de man geld had, weet vei'd. niet; dc vrouw kan het geweten hebben. Een der getuigen, rncj. R Thoonen, te Cuyk, deelde o.a mee, dat de vrouw eens sigarenasch van haar wilde om naar haar beweren menschen tc genezen Later hoor de zij, dat zij dit in bier deed om men schen t<! bedwelmen. Dc 45 jarige vrouw B. M. ontkende, dat er een afspraak was gemaakt om Tap te dooden Als het om liét geld was geweest, had zij wel iets in de booncrisoep kunnen doen. Zij- -bekende ascli in het bier van Tap tc hebbeu willen doen om hem te bedwel men en dan zijn geld lo rooven. Verd. van D bad haar steeds aangespoord iets in de soep te doen. Het ijzer heeft zij niet in de handen gehud. Van D. heeft alles gedaan en zij heeft slechts staan uitkijken. Toen Tap lag te kermen van pijn, heeft zij hem zes slagen met het ijzer in den nek gegeven om éen einde aan zijn fijden te maken en ook'in de sloot heeft '/ij hem'geslagen,-opdat hij dc pijn niet zou voelen. Verd. erkent na den dood van Tap góederen uit zijn kist te hébben weggenomen. Bij het verhoor van de getuigen vooral van den verdachte in de vorige zaak, ge droeg verd. zich brutaal. Zij wilde niet zwij gen, zoodat de president haar liet wegvoe ren. Verd. van D. riep haar na: Gij zijt de moordenares. ITefc O. M. constateerde, dat verd. een scherp verstand heeft, maar haar intellect zal haar hier niet helpen. In Mei sprak clc vrouw over asch en was toen al bezig met de idee cm Tap uit den weg to ruimen. Zij is de grootste aanstichtster geweest van het gebeurde. Vroeger is zij ernstig verdacht van het doen verdwijnen van een man, doch daar er geen bewijs was, is het geen straf zaak geworden. Spreker ziet geen enkele verzachtende omstandigheid. Dc vrouw heeft zich meester willen maken van het geld van Tap. Tel. S52. Langesiraat 43. GOUDEN TROUW- EN VERLOVINGSRINGEN. MODERNE MODELLEN. TETLERS GODGELEERD GENOOT SCHAP. Oude en nieuwe prijsvragen. Directeuren van Teylere Stichting en do leden van Teyjers Godgeleerd Genootschap doelen mede, dat binnen den termijn geen antwoord is ingekomen op de prijsvraag „Eene kritische beschouwing over de nieu were 'denkbeelden omtrent het begrip open baring." Uitgeschreven blijft om beantwoord te worden vóór 1 Januari 1932 dc vraag: „Wel ko opvatting van den Staat beantwoordt uun het vrijzinnig Christendom?" Nieuw uitgeschreven is de volgende prijs vraag: „Beschrijving cn critische beoordce- lihg van Ghandi'ö beginselen in hunne verhouding tot het. Christendom." De verhandelingen moeten in hot Neder- landsch, Latijn, Fransch, Engelsch ofHoog- duilsch, met eene Latijnscho letter onder dc gewone en gekende voorwaarden voor de duidelijkheid en het onbekend blijven van den inzender vóór 1 Januari 1933 wor den gezonden aan het Fundatiehuis van wijlen den lieer P. Teylcr van der Mulst te Haarlem. Jaarlijksche algemeene vergadering r a v c n li a g e, 5 Febr. Onder voor zitterschap van prof. mr. R. Fruin had gis teren de jaarlijksche algemeene vergade ring plaats, van do vereeniging Neder- landsch Centraal Filmarchief. In deze ver gadering werden herkozen tot leden van het bestuur de aftredende heeren jhr. mr. dr. E. A. van Beresteyn, II. ter Hall en D. van Staveren, terwijl gekozen werden mr. A. Lc Cosquino de Bussy, gemeente-archi varis van Amsterdam en mr. J. A. van Thiol, substituut officier van justitie te Am sterdam In deze vergadering deed dr. W. P. Jorissen belangrijke mededeelingen over dc voorzorgsmaatregelen, die in acht geno men dienen te worden bij het bewaren van films, zulks in verband met een rapport, dat uitgebracht is door de vereeniging van electrolorren cn röntgenologen. Aan dr. Jo rissen werd verzocht, in deze aangelegen heid het Filmarchief te willen adviseeren door een schiiftelijk rapport tc willen in dienen. Door '/lekte van den penningmeester, mr. D. W. K dc Roo dc la Faille, kon diens rekening en verantwoording niet worden goedgekeurd. Het bestuur werd. gemach tigd dit later tb doen cn do rekening en verantwoording daarna te publiceereii in „Het Lichtbeeld." Het jaarverslag van den secretaris, den heer D. S. van Zuiden, werd goedgekeurd Hieraan wordt ontleend, dat het buiten land met bclangste.ling de werkzaamheden van het N.C.F. volgt en dat dc instelling in regoeringskringen voldoenden steun geniet bij haar werkzaamheden. Het verslag zegt, dat de mogelijkheid onder dc oogen gezien moet worden zelf Pms te doen maken, bet geen bij samenwerking van regeerings- en andere belanghebbenden niet onmogelijk zal zijn. Ook werden de circulaires gememo reerd, die op 13 Januari 1930 van den mi nistcr van onderwijs, kunsten en weten schappen cn op 16 Juni 1930 van den mi nister van binnenlandschc zaken on land bouw zijn uitgegaan. Ilicrop is dc boycot door den Nederl indschen Bioscoopbond over bel N.C.F. uitgesproken. In een aan het verslag toegevoegd memorandum wordt uiteengezet, hoe dc daaraan voorafgaande correspondentie met den heer D. Hambur ger Jr., voorzitter van den Bioscoopbond, tot niets geleid heeft, hoewel van de zijde van het N.C.F. alles gedaan is om door f ussclienkomst van genoemden heer Ham burger met den Bioscoopbond tot een rege ling te komen. Aan bet verslag is toegevoegd een lijst van aanwinsten van films in 193U. Het zal in zijn geheel in „liet Lichtbeeld" worden opgenomen. Memorie van Antwoord of het V'V. der Eerste Kamer Verschenen is de memorie vau antwoord op het voorloopig verslag over het wets ontwerp tot goedkeuring van da handels overeenkomst van Gonève van 2i Maart 1930 het bijbehoorend protocol. Do minister zegt daarin o.m. dat bij, het beoordeelen van den indruk, dien dc vertraging vau dit ont werp gemaakt kan hebben, men niet uit het oog moet verliezen, dat uitstel van bekrach tiging bij dc economische overeenkomsten tc Génèvc in den laatsten tijd tot stand gekomen, geen uitzondering is cn dat mits dien do regeeringen van andere landen niet in do verzoeking zullen zijn gekomen, de oorzaak van de tegenwoordige vertraging tc zoeken in allerlei redenen, in liet voor loopig verslag ondersteld. Bij de verklaring dat dc indiening o.m. door de zomervacanties is vertraagd heeft de regeering geenszins de activiteit harcr ambtenaren op het oog gehad. Het ging hier namelijk over de medewerking van particuliere zijde aan socialen arbeid. Naar aanleiding van de vraag of bekrach tiging door Nederland na 25 Januari j.l. inderdaad nog juridische gevolgen kan heb ben, wijst de mmislcr cr nogmaals op, dat het niet zeker is, of de termijn van 25 Ja nuari 1930 al dan niet peremptoir is te achten. Voor het geval dit wèl zoo is, zou art XIV van toepassing zijn. Practischo na doelen kunnen op dit oogenblik niet wor den gezien. De regeering is het eens mot de leden, die betoogden, dat do regeering zeer voorzichtig moet zijn in het sluiten van verdragen, waarin slechts ten aanzien van een klein aantal Staten toegezegd wordt, dat niet tot vorhooging van invoer rechten zal worden overgegaan en dan na tuurlijk onder het biding, dat die Staten ook hunnerzijds iets moeten prestoeren. De werking der mcestbegunetigingsclausule zou Nederland binden ten aanzien van tal rijke Staten, die niet bij een verdrag als bovenbedoeld partij zouden zijn en die dien tengevolge Nederland geen contraprestaties zouden geven. Dit behoort geen systeem to worden. DINER AAN HET DIPLOMATIEKE KORPS 's-Gra.v.cnhage, 5 Febr. De Turksche zaakgelastigde, Esat Gemal Bey, heeft gis teravond in hotel des Indes aan liet corps diplomatique én vcrschillendo Nederland* schc autoriteiten ecu diner aangeboden. Tot do gasten behoorden minister Bee- laerts van Blokland, de secretaris van den minister, jhr. van Recncn, de chef van do afdeelin? diplomatieke zaken aan het de partement van buitenlandsche zaken, mr. van Klcffcns cn prof. van Hamel, oud-hoo* ge commissaris in Danzig. Van het corps diplomatique zaten aan de dektn, de heer von Adlercreutz, ge zant van Zweden en de gezanten van Zwit serland, Spanje, Italië, Hongarije, Brazilio cn Polen. ONDERHANDELINGEN MET DUITSCHLAND. liet Kon. Xed. Landbou w-Comité heeft onder dagteekening van 26 Januari 1931 eeil schrijven gei iclit aan den minister van Binnenlandschc Zaken cn Landbouw, waarin het zijn volle instemming heeft be tuigd met het adres, dat de Katholieke Ncd. Boeren- cn Tiiindersbond onder dagteeke ning van 23 December 1930 aan genoemden minister gezonden heeft, waarbij werd op gekomen tegen de uitsluiting van land- eri tuinbouwbclangen bij de onderhandelingen over een handelsverdrag met Duitschland, terwijl levens op vertegenwoordiging vau het land- cn tuinbouwbedrijfsleven in de 011- derhandclingscommissie werd aangedron gen. Niemand is vrij, die niet meester is over zich zei ven. („Ueber den Tod hinous"). Roman van ANNY VON PANHLYS. Uit het Duitscli door W. II. C. BOULLAARD. 07 „I' dien u uit -w humeur bent, mijnli'er de Ruyter, dan ga ik liever heen"; von Weiden wilde opslaan. ..Blijf zitten", klonk dc Ruyter's stem als het verre rollen van den donder, „eerst zult u vernemen, dat ik precies weet, welk een nette meneer u bent." Von Weidén sprong op: „Ik verzoek u beleefd „U hebt niets te verzoeken en moest u schamen, een oude man als mij als mede plichtige in een daad, die het daglicht schuwt, te hebben betrokken" Over zijn ganschè lichaam bevend cn zachtjes spre kende vervolgde hij: „Natuurlijk wist ik niet, waar het om ging', dat is de een1 ge verontschuldiging, die ik kan aanvieren cru mijn geweten, zij hefc ook 6lechts ten deele, te zuiveren. Anders zou het leven *hj ondiagelijk zijn." Von Weiden stond met samengetrokken ■wenkbrauwen en nerveus speelden zijn handen rnet zijn baard. „Mijn waarde mijn heer de Ruyter, u bent ziek en weet niet u zegt; ik begrijp er geen wotyrd van. Hij haalde de schouders op. „Indien u ech ter de kleine grap bedoelt" hij trachtte to glimlachen, maar dat gelukte hem niet, want de kleine rnan stoof op hem af en plaatste zich vlak voor hem, terwijl hij hem toesistc: „Een kleine grap! Ja, ja, een allergees tigst grapje was 't, dat u rnet mijn hulp hebt gemaakt." Iiij kneep zijn handen in een als om zich zelf tc beletten von Weiden een klap in zijn gezicht te geven, „maar die grap kostte het leven van een mensch!" „Zoo?" zeide de ander onverschillig. „Ja! Piofeesor Berner stierf, nadat de oude Thomas hem ten tweeden mulo was verschenen." „Louter toeval!" klonk spottend het ant woord. ..De professor was al jur^n lang lij dend." „Daarvan hebt u geen woord gezegd, toen u mij verzocht „dc kleine grap" 'te ensce- neeren, anders zoudt u mij daartoe nooit hebben kunnen overhalen. O mijn God. wat heb ik gedaan!" De oude man zonk in den naastbij staanden stoel neer cn staarde voor zich uit, „een moordenaar ben ik in mijn eigen oogen, een moorde naar." Von Weiden voelde zich onbehaaglijk Ie moede. „U hebt u in de laatste dagen met pakken zeker te veel vermoeid, uw zenu wen zijn overspannen, daarom zal ik ver vreten wat u hebt gezegd. Ik vernam reeds van uw dochter, dat u morgenavond zult vertrekken", voegde hij er op eenigszins vragenden toon aan toe. De Ruyter keek op. „Ja, morgenavond vertrekken wij als vluchtelingen gaan wij heen, want de grond brandt mij hier onder de voeten, waar mij reeds een blik uit het venster herinnert aan „dc kleine erap". Op de laatste woorden légde hij den klemtoon. „Gewetenswroeging drukt me." Plotseling werd zijn stem heel rustig en beheerscht: „Ik verzoek u weer te gaan zitten, mijnheer von Weiden, gaarne zou ik eens herhalen, hoe de gehecle zaak zich heeft ontwikkeld." „Ik heb geen iijd en moet weg." Mijnheer von Weiden, wij zien elkaar vandaag voor de laatste maal; een paar minuten zullen u dus wel onverschillig zijn", zei de Ruyter, terwijl de ander be sluiteloos bleef staan. „Indien u mij liever staando aanboort, vind ik dat ook goed. Om u niet te lang tc houden zal ik kort zijn." Iiij haalde diep adem en begon: „Toen ik hier uw kleine huis betrok, hebt gij u aanvankelijk weinig om mij bekom merd, totdat u plotseling belang begon te stellen in uw huurder. U kwam dikwijls cn langzamerhand schepte u een kennelijk behagen in den omgang met ons en u hebt het niet beneden uw waardigheid geacht, mij op een dag een plannetje te openba ren, ja, mij daarin de hoofdrol te laten spelen. Ik moest een oude, spokende ba ron voorstellen, om zooals u zeidet een u bekenden heer. professor Berner, zoo'n klein beetje aan het schrikken te maken. Alles was maar een grapje.' Von Weiden knikte. „Zeker, maar u be hoeft die historie toch nu niet op te ra kelen." Zonder zich van de wijs te laten bren gen, vervolgde de ander: „Ik dacht werke lijk, dat het slechts om een grap ging, ja, ik vond het zelfs vermakelijk zoo'n beetje voor spook te spelen. Bij de tweede opvoe ring van deze klucht echter kreeg ik angst en wel omdat ik den slanken man, wien de grap trof, in elkaar zag zakken. U sprak van een „onschadelijke bewusteloosheid", toen. ik u,.den volgenden dag vroeg wat er eigenlijk was gebeurd, hoewel u op dat oogenblik wist wat ik eerst later vernam, dat de professor inmiddels was overleden.1 Wederom sprong de oude rnan op. „Toen mij dat ter oore kwam, wilde ik mij aan het gerecht overleveren en ook uw naam (oemen, want wij beiden doodden hem." „Schreeuw toch zoo niet", von Weiden a as krijtwit geworden. „Maar ik bezon mij nog bijtijds,", ver volgde do andere, zonder op de interruptie acht te slaan, „ter wille van mijn kind mocht ik met den rechter niet in conflict komen, Een eerlijk, geregeld levén ligt ach ter mij, ik durfde iedereen recht in de oogen te zien en dat móet zoo blijven, al thans voor het oog der wereld. Aan den wereldlijken rechter wil ik mij niet onder werpen, want Ada moet het geloof in ha ren vader behouden, maar de rechter „ge weten", die in mijn binnenste woont, zal mij des te onbarmhartiger veroordeelen". Hij trad nader op von Weiden toe. „En omdat ik ter wille van mijn kind niets met den rechter te maken mag hebben, moet ik zoo snel mogelijk weg, want toen de oude Thomas ten tweede male verscheen, bevond de professor zich niet alleen. Er is dus nog een mensch, die uit de 6chool zou kunnen klappen". „Men zou hem uitlachen", viel von Wei den hem in de rede, „bovendien heeft die persoon misschien niets gezien", voegdo hij nadenkende, er aan toe en toen beslister: „Zeker heeft die niets gezien, anders zou hij zich wel tegenover mij geuit hebben, want behalve hij, was ook ik er bij, toen de bewustelooze professor naar hui6 werd gedragen". „Dat stelt me een beetje gerust", zei de Ruyter als tot zich zelf sprekend en zich toen weer tot von Weiden wendend: -En nu wil ik u ook nog zeggen, waarom of tf mij voor die zoogenaamde grap noodi£ hadt". Von Weiden dwong zich tot een glim* ïach. „Wel, als u lU6t daartoe gevoelt, ga dan voor mijn part uw gang. Ik merk wel, dat ik hier toch niet weg kan, voordat u al uw fantasieën aan mij gelucht hebt. Nog maals moet ik er u echter op wijzen, dat mijn tijd zeer, zeer beperkt is". „Dus dan maar snel, mijnheer von Wei den". Het was of de kleine man grootcr werd en zijn oogen boorden zich in die van den ander. „Eerstens was professor Berner lijdende en zeer nerveus, een schrik kon zijn dood veroorzaken dat wist u. Twee dons: de professor was directeur van hefc schilderijmuseum, een post waarop u a! lang voor uw schoonzoon hebt geaasd. Toen de professor stierf, werd die post vacant"* Hij wachtte even. „Zoo, nu ziet u, dat ik alles weet. Had ik alles vroeger geweten, dan had ik mij met die zaak werkelijk niet ingelaten. En nu", lonk het scherp en hel der, „hebben wij met elkaar afgerekend; wat ik noodig vond te zeggen heb ik ge zegd en thans verzoek ik u onmiddellijk; mijn woning te verlaten". „Dwaas", mompelde von Weiden en ging heen zonder een tweede woord te zeggen- Hij was blij er zoo goedkoop af te komen* Eerst op straat werd hij zich bewust welk een jammerlijke rol hij zooevcn had ge speeld maar dadelijk daarop glimlacht© hij weer tevreden. Goddank, dat die stapel* gekke Nederlander niet aan zijn eerste in* geving had gehoor gegeven en naar den Kadi was geloopen. Wat een schandaal zou dat veroorzaakt hebben! Morgon ver trok de Ruyter voorgoed uit Schneiditz en dan was hij van den man met het nauw* geweten af, (Wordt vervolg^ J

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1931 | | pagina 5