AM EKSFOÖKTSCH DAöDIAD Donderdag 19 Februari 1931 -DE EEMLANDER" 29e Jaargang No. TWEEDE BLAD DE ANATOMISCHE LES Een onderhoud met den heer Schmidt Degener Jïrmrtw WIJ ALLEEN IJmuider Vischhandel H. GLASTRA Co. N.V. Zijn laatste Wensch liet schilderij zal sterk ver: doekt moeten worden De correspondent der X R.C.t. meldt nog: De hoofddirecteur van liet Rijksmuseum, de lieer Schmidt Degener, cri de conserva tor van de afdeeling schilderijen, jhr. Röcll, waren Dinsdagmiddag ongelukkigerwijze juist op 'n dienstreis, toen de beschadiging .van de schilderij plaats vond. Zu werden onmiddellijk telegrafisch gewaarschuwd, en waren nog vóór den avond hier ter stede terug. Spoedig na hunne aankomst hadden wij een onderhoud niet ken, waar hij wij ook gelegenheid hadden de zéér gehavende schilderij te zien. De toegebrachte schade is, naar zij uit eenzetten, inderdaad ernstig. Zij is niet te vergelijken met die, welke in 1011 aan de Nachtwacht werd toegebracht. In het ge heel heeft do dader zeven houwen op de schilderij gedaan Het ergste is aangeko men die op de staande figuur van den col- lcgcnieester Calckoen (zie de beschrijving van de schilderij). Dezó is in de eerste plaats getroffen over hel gezicht, en over dc borst, even onder den halskraag. Voor al deze slag is blijkbaar met groote kracht, in sterke opwinding of woede, toegebracht, lir gaapt op de horst oen wijde scheur, haaks van vorm, alsof dc bijl, eenmaal neergekomen, wild door liet doek is ge trokken en zoodoende naar links afweek. Zelfs is. naar de liceren Schmidt Degener en Róell ons meedeelden, het schot, waar tegen dc schilderij hing, op deze plaats ver splinterd. Als een wildeman liecft de dader er op ingehakt, getuige ook, wat verder volgt. Er is nog een tweede bijlslag aange komen op deze figuur, en wel ter hoogte van de heup, naast don onderarm. Dan .zijn er twee evenwijdige, verticale houwen ge geven in de donkere partij tusschen Calc koen eii liet cadaver met daarboven de handen van dr. Doyman: beide ook door en dooi'. Deze werden eclilrr tegengehouden door de niiddenlat van het houten kruis daarachter. Meer naar beneden ziet rnen een schram, die loopt over do schcdelkom, welke de collégemeestèr in de hand houdt. Deze is echter zeer oppervlakkig: raakt alleen het vernis. Hot meest te bejamme ren misschien is de houw die liet gelaat van het cadaver trof en die loopt van liet ïechteroog over den neus, omdat dit ge deelte van liet vroeger zoo ernstig door brand beschadigde, doek het heeft wel cléveirie! hel oorspronkelijkst was. An dere'deelen, zooals de figuur van Calckoen. waren sterk gerestaureerd. Ook lager is liet ZOUTE STOKKEN. ZOUTE AMANDELEN. ZOUTE PALfWOèRS. THEEGEBAK. lijk getroffen. Er loopt een diepe voor dwars over het witte doek, dat tegen de buik ge logd is. Dezelfde slag die dit veroorzaakte, heeft waarschijnlijk do lijst hieronder be schadigd. Een gelukkige omstandigheid bij alle on geluk is, dat de slagen mccrendccls in de donkere partijen zijn neergekomen. Maar de schade blijft niettemin groot; de schil derij zal sterk verdoekt moeten worden, meent de heer Schmidt Degener. Hij ver zekerde ons, dat de bewaking goed is ge weest en dc betrokken suppoost zijn plicht heeft gedaan. De dader heeft echter zijn kans waargenomen onmiddellijk nadat de suppoost de zaal waar de Anatomische Les hing: de tweede Rembrandt- of Anatomi sche zaal, verlaten had. Toen hij op het liooren van de bijlslagen kwam toegesneld, was het al te laat. Ook twee bczoökers van dezelfde zaal, die iets verder stonden dan dc dader, een paar vreemdelingen blijk baar, werdén eerst opmerkzaam door de slagen en konden niet bijtijds ingrijpen. Dij zijn arrestatie heeft de dader aan een der suppoosten nog een stoot in de zijde gegeven, die blijkbaar zóó aankwam dat deze meende geneeskundige hulp te moe ten inroepen. Het is dus niét zóó kalm toe gegaan uls eerst verteld werd. Overigens volhardde de man tot gisteravond in zijn zonderling zwijgen. Gistermiddag heeft do wethouder voor de kunstzaken, de heer Ed. Polak, dc toege brachte schade in oogenschouw genomen. Zooals men weet is het schilderij het eigen dom van de stad Amsterdam. Heden zal de commissie van toezicht over de schilde rijenverzameling der stad bijeenkomen. In de eerstvolgende dagen zal het politietoe zicht in het Rijks-Museum versterkt en ver scherpt worden. De dader herkend. A m s t e r dam, IS Febr. Hedenmorgen vervoegde zicli aan het bureau Lcidsclie plein oen man, die meende in het gepubli céerde portret den dader te herkennen die- gisteren in het Rijksmuseum het schilderij „De Anatomische les" met een bijl heeft be schadigd. Een rechercheur ging met den man mee naar de Ulrcchtschedwarsstraac 108, waar de man zou wonen. Daar vernam hij, dat in genoemd huis woonde de familu- Ancaux. De rechercheur schreef dit fone tisch op een papiertje ou toen de Commiosa ris, dc heer Hulseboom, den verdachte den op oen papier geschreven naam „Ancaux liet zien want het was reeds gebleken dat de man heel erg doof was zeide hij „Er moet nog een e tusschen." Hiermede was dus vastgesteld, wien men voor had. Overigens blijft de man hardnek kig zwijgen. Dc vader van den verdachte, :l;e daarom werd opgeroepen, heeft zijn zoon herkend. IIij is geboren op 7 Xovcm bei' 1884 en van beroep boekhouder Ook dit beroep hoeft verdachte erkend uit te oefenen. Echter heeft hij in twaalf jaar geen werk meer gehad. Ook de vader begrijpt niet, waarom ziju zoon do daad heeft gepleegd. Hij woonds thuis en leed daardoor geen gebrek. Dc bijl, waarmee het schilderstuk is be werkt is door den vader niet herkend I-Tii had het voorwerp nooit eerder gezien. De commissaris van het. bureau Lcidscheplcin roept daarom don winkelier, die de bij. eventueel heeft verkocht,' op, om zich aan genoemd bureau tc melden. Aan een artikel van den lieer J. F. L. de Balbian Vcistcr in „Amstelodanium" van het jaar 1928. over het thans beschadigde schilderij van Rembrandt: „Anatomische les", is door ons het navolgende ontleend Rembrandt heeft liet nu beschadigde De „ANATOMISCHE LES" van Rembrandt nil hot Rijksmuseum. schilderij in 1656 geschilderd, dus 24 jaai na zijn Ontleedkundige les" van dr. Tulp Bij een brand in de Waag op 8 Novemboi 1723 word het prachtige schilderij in dc gil- dekamer der chirurgijns nagenoeg vernield, zoodal feitelijk slechts het hoofdelooze bovenlijf van Dayman, de figuur van zijn assistent Gijsbrecht Calkocn en het lijk overbleven, liet fragment heeft ook na do opheffing van het chiruigijnsgilde in 1798, nog langen tijd in de Waag gehangen. Het werd in zijn verminkten vorm althans nog bewonderd door een kunstenaar van betec- kenis, den grootcn schilder .loshua Rey nolds, toen liij in 1881 een bezoek bracht aan dc Waag (Jensen als voren, nr. 184) De kop van het lijk herinnerde hem aan Michel Angelo cn, blijkbaar doelende op het portret van Calckoen, dacht hij aan een coloriot van Titiaan. De administrateurs van het cliirurgijns- woduwenfonds verkochten het stuk op 20 December 1841 bij C. F. Roos in liet Huis niet de Hoofden, voor 660(') aan den kunstkooper Chaplin te Londen. Deze ver kocht het in 1845 weder aan E. P. Owen te Cheltenham. ITier te lande is nog langen tijd onbe kend gebleven, waar het fragment was be land. Tot de verzameling kunstwerken van jhr. dr. J. P. Six behoorde, althans reeds vóór 1S73, een schetsje door Rembrandt van een onbekende anatomie. De zoon van den eigenaar, jhr. J. Six, student te Am sterdam, stelde daarin levendig belang. Het schetsje werd gereproduceerd o. a. ook in buitenlandscho tijdschriften en langs dien weg is de jonge Six het schilderij op het spoor gekomen, dooi- artikelen van George Wallis in liet „Art Journal" (187'J) en van dr. J. P. Ri-chter in „Lützows Zcitschift" f1880). Zelf heeft Six in een gedocumen teerd artikel (in den „Ned. Spectator" van 1882, hl. 168) over „Twee verloren schilde rijen van liet Amsterdamsche chirurgijns- gild", dc vci'dere geschiedenis beschreven. Dr. Richter hield hem op de hoogte en hij ontzag geen moeite om het kunstwerk voor ons land te herwinnen. Daartoe trachtte hij te Amsterdam geld bijeen te brengen. B. en W. wilden ten hoogste G00 besteden, maar een aantal kunstlievende Amsterdammers (in liet artikel alle 33 genoemd) verklaar den zich bereid hij te dragen, indien het stuk nóg meer zou moeten kosten. Six ging zelf naar Engeland, waar het schilderij in- tusschen zelfs tweemaal in veiling was ge bracht, maar toch nog niet verkocht. Er was niet, of zoo goed als niets op geboden, vooral omdat hot bekend was, dat de eige naars liet niet beneden den taxatieprijs van 500 pond sterling wilden laten gaan. Si.x ^as zoo gelukkig het voor 1400 tc kunnen koopen, en hel naar Amsterdam terug te brengen! Zoo werd dus een stuk voor ons land behouden, dat, Iioo deerlijk gehavend het ook moge zijn (twee negende van het oorspronkelijke is slechts overgebleven), door schilders en kenners als een der grootste meesterwerken van Rembrandt wordt aangemerkt. Toen Six in het vol gende jaar (1883) promoveerde, heeft hij bij zijn proefschrift de stelling verdedigd, dat Rembrandt voor dc ligging van het lijk op den Dcyman een piëta van Mantcgna (te Milaan) als model had genomen. (Later in „Oud-Holland"', 1905, blz. 37, nog toege licht). In 1882 is liet zoo gelukkig verkregen schilderij niet in het Trippenhuis opgeno men, maar, evenals de verzameling Van der Hoop, tentoongesteld in de Oudmanhuis- poorl. De teckening uit de collectic-Six was er naast, geplaatst. In 1885 is het stuk over gebracht naar het Rijksmuseum. Drie jaar later heeft prof. Wijnveld het hoofd van Deyman en den achtergrond er bijgeschil derd. Terecht zijn die hijschilderingen later door do lijst bedekt. Met gerechtvaardigde» trots mocht de hoer Six zich verheugen over zijn geslaagde bemoeiingen in 1SS2. Omtrent den dader van de beschadiging van Rembrandt's schilderij verneemt het Hbld. nog, dat hij ook Woensdagmiddag zijn rol van den zwijger heeft voortgezet. Op geen enkele vraag, schriftelijk of monde ling gesteld, wenschte hij te antwoorden. Wel deelde hij mede. van zijn kinderjaren af doof te zijn geweest. En ook weigerde hij dc processen-verhaal van zijn „verhoo- ren" tc leekcncn. Alleen weck hij af van zijn aanvankelijk voornemen om te eten noch le drinken, want voedsel nam hij Woensdag wèl tot zich. Zijn vader ver klaarde, dat zijn zoon niet ziek is, van sto ring zijner geestelijke vermogens schijnt geen sprake te zijn. Daar het politie-ondorzoek geëindigd is, is de ma"n Woensdagmiddag weer op vrijo voeten gesteld. - De commissie van toezicht van schilde rijen der stad Amsterdam is gistermorgen bijeengekomen en heeft de beschadigde „Anatomische les" in oogenschouw geno men. Do commissie hoeft besloten tot ver doeking van het stuk over tc gaan. Vermoedelijk zullen lilormeo zes woken heengaan. URKER-SCHOKKER GEZONKEN. De bemanning met moeite gered. 's-Gravonhage, IS Febr. Toen do Urker-schokker U. K. 53 hedenmiddag om half twee dc Scheveningscho haven wilde aandoen, is hij hij het draaien tegen liet zuidelijk hoofd van het Vervcrschingska- naal gevaren. Do logger sloeg lek cn is daarna gezonken. Dc 3 opvarenden wisten zich aan do mast vast tc houden, waarna zij door do molorrcddingsboot mot veel moeite kon den worden gered. Geheel verkleumd zijn zij door dc zor gen van liet bestuur der Reddingmaat schappij door den Geneeskundigen Dienst ter observatie naar liet Ziekenhuis aan den Zuidwal gebracht. FE77LE BRAND TE ALMELO Kloedingmagazijn uitgebrand. Almelo, 18 Febr. In den vroegen mor gen heeft een felle brand gewoed in het klecdingmagazijn van den hoer G. Wessels aan de Grootcstraat. Het pand brandde to taal uit. Eerst, in den loop van den morgen 'kon do brandweer het, vuur meester wor den. Dè schade beloopt, een aanzienlijk be drag, doch kon nog niet geheel worden vastgesteld. Groote voorraden .sloffen cn cenige machines zijn verbrand. De oorzaak van den brand is onbekend. VRACHTAUTO DOOR LOCAALTREIN GEGREPEN. Amsterdam, 18 Febr. Hedenmiddag heeft de locaaltrein die te 12.45 uur van het station Willemspark aankomt bij den overweg aan den Molenweg in de gemcento Nieuwer-Amstol oen vrachtauto aangereden. De auto werd van acliter gegrepen, waar door een stuk vnn dé auto werd afgeslagen. Van <dc locomotief sloeg oen lantaarn af. Persoonlijke ongelukken kwamen niet voor. BRAND IN EEN KAPITALE BOERDERIJ. Schildwpldo, 18 Febr. Hedenmiddag omstreeks 1 uur brak brand uit in de kapi tale boerderij beboerende aan A. B„ Brookc- ma te Schildwölde; een der fbaaiste boer derijen van do welvarende Woldestreek. De vermoedelijk oorzaak was kortsluiting, liet vee en de inboedel in het voorgodeelle van het huis kon worden gered, liet achterge deelte van het gebouw brandde geheel uit. Dc schade wordt door verzekering gedekt. m Amersfoort koopen persoonlijk alle vlschsoorten in de Rijksvischhallen te IJmuiden. U is dus steeds verzekerd \an dc billijksle prijzen en do noodzakelijke kwaliteits controle! Thuisbezorgen zonder verhooRing. Alléén: Utr.straat 40 -- Tel. 92 Amersfoort Hoofdkantoor IJmuiden Opgericht 1 ïóei 1909 Steeds voorhanden: Tarbot, Tong, Kabeljauw, Schelvisch. Schol, Bot enz. Viscliconserven. Wanne Crorjuetten en Vischkoekjes, Heerlijke gebakken Visch, gemarineerde llaring, Rolmops. Er zijn er; die door het leven gaan als door een laan van mild bedroefde vreugden. Alb. Plasschaert. („Ueber den Tod hinaus"). Roman van ANNY VON PANHUYS. Uit het Duitsch door W. H. C. BOULLAARD. SS Peinzend keek Maurcr voor zich heen. „Neen mijnheer", verklaarde hij opnieuw, „ik weet niets. Zeker, do professor was al tijd vriendelijk en goed jegens mijMau- rer's stem omfloerste zich lichtelijk ,.en dikwijls vertelde hij mij van allerlei, maar in den laaUsten tijd was ln.i nogal gesloten.' „Gaf de professor je ook een reden op .voor zijn reis naar Berlijn?" vroeg Pohl. „Zeker, hij wilde een schilderij, daarop men hem opmerkzaam had gemaakt, voor het museum koopen." Mevrouw Berner wisselde een snellen Mik met Pohl. Waarom had dc overledene toch tegenover iedereen die uitvlucht als dekmantel voor zijn reis verzonnen, een reis, die hij, zooals nu bleek, uitsluitend had verzonnen om het geld le halen De weduwe had wel gelijk toen zc zei, dat haar man haar nog na zijn dood een raadsel ter oplossing hacï voorgelegd. En toch was de overledene bij zijn leven nooit, eert vriend .van geheimzinnig doen geweest. „Weet je ook niet, Maurcr, of de profes sor, nadat hij weer uit Berlijn terug was, buitenshuis ergens heen is geweest, waar van niemand iets wist of 11ij kon zijn zin niet voltooien, een ge luid, dat over Maurer's lippen kwam, deed hem opkijken. Mevrouw Berner en Pohl keken vol spanning naar Mauser, wiens gezicht ver ried, dat hem juist ïets le binnen schoot, dat misschien van belang was. „Ik weet natuurlijk niet", zei hij weife- j lend, „of hetgeen ik weet te vertellen, met dat geld iets te maken heeft. „Vertel maar op", moedigde Pohl hem aan, „de geringste aanwijzing kan voor ons nuttig zijn." „Ja, maar 't is een zonderlinge geschie denis." Maurcr trok aan de knoopen van zijn jas, alsof dit hem op weg zou helpen hoe te beginnen. Een goed redenaar was hij niet maar eindelijk meende hij te weten hoe van wal tc steken en op de korte manier, die hem eigen was, vertelde hij het navolgendein den voormiddag van den dag' na dc reis naar Berlijn werd het por tret van den professor uit huis gehaald, om naar liet museum te worden gebracht en toen hij met de mannen, die dat zouden doen. in het salon kwam waar het portret stond, had hij zich er over verbaasd, dat daar nog een licht brandde. Er moest des avonds of 's nachts iemand zijn geweest, die vergeten had het ui£ te draaien. Toen hij, Maurcr, de luiken opende, zag hij bij het. zicli omwenden hoe de professor, die inmiddels ook was binnengekomen, met de punt van zijn voet een stuk papier on der een fauteuil schoof. Hier werd de spreker eenigszins verle gen men spreekt immers ongaarne over eigen nieuwsgierigheidMaar in dit geval moest hij die 'wel bekennen. Na een korte aarzeling venolgde hij „Ik wou graag weten, wat dal voor papier was, dat blijk baar niemand mocht' zien cn toen ik mij bukte de professor stond juist met den rug naar mij toe en vlug onder den fau teuil keek, bemerkte ik, dat het papier een bankbiljet van duizend mark was." „Ben je daar zeker van vroeg mevrouw Berner gejaagd, terwijl Pohl ingespannen zat na te denken over wat hij vernam. „Jawel, mevrouw, heel zeker, hel was een bankbiljet van duizend mark", ant woordde Maurer beleefd maar beslist. „Daarop moest ik de mannen tot aan de huisdeur geleiden en toen ik in het salon terugkwam, was de professor verdwenen cn het bankbiljet ook." „Zonderling", vond Pohl en wendde zich tot mevrouw^ Berner,- die ademloos naar Maurer had zitten luisteren. „En daar valt rae nog iets in. wat er ook bij behoort", zei Maurer bescheiden. Een handbeweging van den bankdirec teur noodigdo hem uit ongedwongen door te praten. Maurer vertelde ïiu wat bij nog meer wist. Dienzelfden voormiddag, na het ge beurde roet het. bankbiljet, vroeg juffrouw Else^ hem of hij des nachts in het salon was geweest, want zij had duidelijk ge hoord, dat iemand sluipenderwijze voorhij haar kamerdeur was gegaan cn toen meen de zij de deur van het salon te hebben hooren knarsen. „Die knarst altijd erg, niettegenstaande ik haar dikwijls 6meer." „En verder?" vroeg Pohl haastig, terwijl mevrouw Berner met steeds stijgende aan dacht naar Maurer luisterde. „Ja, veel meer weet ik niet. Ik zei tegen juffrouw Else, dat zij zich zeker had yer- gist, want ik had een gevoel, dat ik haar maar niets van het brandende licht en van het bankbiljet moest vertellen. Juffrouw Else zei me, dat noch haar vader, noch een der dienstmeisjes in het salon was geweest, daarnaar had zij geïnformeerd." „Heel zonderling", liet Pohl zich weer ontvallen. Hij verzocht Maurer dringend ook verder het stilzwijgen te bewaren over hetgeen hij had waargenomen en na hem te hebben bedankt voor zijn inlichting, die cr inderdaad toe zou kunnen bijdragen het verdwenen geld terug te vinden, ging de knecht heen. Nauwelijks had de oude huisknecht de kamer verlaten, of mevrouw Berner sprong overeind. Zij kon en wilde zich niet meer bcheerscbon. „Laat iemand daar nu eens uit wijs wor den!" riep ze geërgerd, „inplaats. van ge makkelijker wordt het raadsel steeds on- doorgrondelijker. Aan hetgeen Maurer heeft verteld, kan niet worden getwijfeld, want ik herinner me, dat mijn dochter de vorige week vroeg of ik nachts in het 6alon was geweest." Met haastige schreden liep zij de kamer heen en weer, zooals zij altijd deed wan neer iets haar had opgewonden. „Het gaat mij evenals u, mevrouw, ook ik sta voor een raadsel", sprak Pohl pein zend. „Uw man haalt het geld, spreekt van aanwending ten bate van zijn gezin cn verbergt het geld daarna zoo, dat niemand het flauwste vermoeden heeft waar of in wiens handen het zicli bevindt. In elk ge val ga ik nu dadelijk naar uw advocaat, om over alles met hem te spreken ten minste, indien het uw goedkeuring kan wegdragen." „Doe wat u goeddunkt, mijnheer Pohl, ik machtig u tot alles." Mevrouw Berner was weer rustiger geworden. „Tot alles, mevrouw?" vroeg Pohl lang zaam en beteekenisvol, terwijl zijn vraag schalks klonk. „Aangezien u een vriend van mijn man waart en ook voor mij een vriend wil zijn, ja, daarom machtig ik u tot alles" ant woordde zij schertsend, en zij stond cr zelf verbaasd over. dat zc, trots haar gedrukte stemming, zich liet mecsleepen door den toon, dien Pohl aansloeg „Er zal een dag komen mevrouw, dat ik mij zal veroorloven u aan deze woorden te herinneren'', sprak Pohl en keek de mooie vrouw daaibij diep in de oogcu, die met. een lichten schrik zijn blik ontweken. Een oogenblik stond de slagvaardig© vrouw verlegen, maar ook niet meer dan een oogenblik, want bemerkend dat Else den bezoeker nog niet had begroet, zei ze „Ik moet toch eens even gaan zien waar Else is; wil rae dus een oogenblik veront schuldigen", cn ging de kamer uit. De verstandige bankdirecteur glimlachte. Hij begreep heel goed, dat Magda over dit kiesche onderwerp voorloopig niets wensch- te te hooren. Later kon hij or immers op terugkomen en dan des te grondiger „Else is niet in huis. zij schijnt met Zer- nikow ergens in den tuin te zijn", met deze woorden kwam mevrouw weer de kamer binnen. „Dan hoop ik uw dochter later tc begroe ten want nu ga ik naar den advopaat cn niet waar, mevrouw, de mededeelingen van Maurer hebben toch wel uw vertrouwen je gens uw aanstaanden schoonzoon opgehe ven (Wordt vervolgd!»

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1931 | | pagina 5