AMERSFOOmTSCH DAGBLAD
NIEUW PARIJS
Binnenland
.YOORJAARSSTOFFEN.
Zaterdag 21 Februari 1931
„DE EEMLANDER"
29e Jaargang No. 199
TWEEDE BLAD
DE INDISCHE BEGROOTING
Teruggang van inkomsten
N.V. COMPAGNIE LYONNAISE
VOORJAARSHOEDEN - BLOUSES EN PULL-OVERS.
SHAWLS
Wol on zijdei voor
Dames en Heeren
Fa. B. KRAAL
LANGESTRAAT 26
Lijstenmakerij en Kunsthandel
SB. RUITENBERG Hzn.
DAMES- en HEERENKLEED1NG
„LEERDAM"
„St. BONIFACIUS"
Feuilleton
Zijn Laatste Wensch
DE UITLATING VAN GEN.
SEYFFARDT
Langestr. 23-Tel. 217
TWEEDE KAMER.
De heer van Boetzelaer wenscht
ingrijpende bezuinigingen.
- 'Aan de orde i6 dc Indische begrooting.
Do heer Cramer zegt, dat de koloniale
vraagstukken steeds belangrijkeren moei
lijker worden. Tegenover dc meening, dat
het behoud van Indië in het belang der ar
beidersklasse is poneert spr. de stelling, dat
de arbeiders bij uitsluiting en onderdruk
king geen belang hebben, wel bij ruilver
keer tusschen onafhankelijke volken. Daar
om staan de sociaal-democraten tegenover
een regeering, die reactie inluidt uit hoofde
van den financieelen toestand. Spr. meent,
dat er geen aanleiding tot noodlottige be-
zuinigingspolitiek bestaat.
Spr. wijst erop, dat de schuld van Indië
in dc laatste jaren met honderden millioe-
nen is verminderd en acht vergrooling van
die schuld minder gevaarlijk dan do voor
genomen bezuiniging. De militaire uitgaven,
die veel te hoog zijn, richten zich tegen den
buitenlandschen vijand, maar roepen den
binnenlandschen vijand wakker, die veel
gevaarlijker is. De economische toestand
der bevolking is zeer zorgwekkend, maar in
dezen crisistijd doet de regecring niets.
De heer Cramer bespreekt voorts dc
politieke verhoudingen en meent, dat geen
samenwerking kan plaats hebben zoolang
de overheersehingspolitiek niet wordt gela
ten. De regeering diende voorts ten opzich
te van de Inlandsche beweging ruimer
standpunt in te nemen. Spr. critiseert de
bemoeiing der regeering rnet het bekende
incident met de regeeringsgemachtigde en
het tegen ir. Sockarno gewezen vonnis.
De heer Van Boetzelaer (C.H.) geeft
de klacht weer, die hij in Indië veel hoor
de n.l. over dc onvastheid van het beleid
tegenover de Inlandsche beweging, en
constateert, dat het huidige bewind zeer
vruchtbaar was met betrekking tot het ver
sterken der banden met de omliggende lan
den.
De heer v. Boetzelaer (C.H.) meent,
dat de huidige politieke verhoudingen mee
brengen, dat Nederland zich steeds meer
diijnt te beperken in zijn bemoeiing met
inwendige aangelegenheden \un Indic. De
memorie van antwoord heeft spr. over 't
algemeen bevredigd. I-Iet beleid van den
minister zal spr. niet bespreken, evenmin
als dat van den gouverneur-generaal, die
binnenkort heen gaat. Eén klacht is er:
die spr. in Indië vele malen gehoord'heeft,
n.l. dat de inlandsche wereld niet het ge
voel heeft te weten waaraan zij toe is, wat
zij mag en niet mag. Er schijnt geen vast
heid van omlijning te zijn, waardoor iedere
zekérheid ontbreekt. Die onvastheid is ook
uitgekomen bij het optreden van den re
geeringsgemachtigde in den Volksraad. Dc
hand, die het roer vasthoudt zou spr. gaar
ne wat vaster en rustiger zien.
Het huidige bewind is bijzonder vrucht
baar geweest ten opzichte van het verster
ken van de handen met omliggende landen,
Spr. zou gaarne weten hoe het eigenlijk
staat met den voorgenomen aanslag op de
heide gouverneurs, toen deze zich hij een
bezoek aan Indo-China in den trein bega
ven. De regeering schijnt publicatie te heb-
pen tegengehouden.
Een vergelijking tusschen Ncderlandsch-
en Britsch-Indië, zooals de heer Cramer
maakte, gaat volgens spr. niet op. De ver
houding en de bestuursinrichting bij ons
zijn zoo geheel anders. Met een fundamen-
tcclc herziening der Staatsinrichting moet
men voorzichtigheid betrachten. Men kan
niet alles op losse schroeven zetten en een
dergelijke herziening neemt zeer veel tijd
in heslag. Een langdurig uitstel is intus-
schcn niet raadzaam en daarom moet een
omwerking tijdig ter hand worden geno
men.
Do rcgcering beschikt thans over een goéd
georganiseerden politieken inlichtingen
dienst. Daarbij schijnen spionnen niet te
kunnen worden gemist, al is dit middel ook
niet fraai. Spr., bestrijdt het standpunt der
sociaal-democraten, die zelf geen geweld
willen gebruiken maar achter de anderen
gaan staan, die dit wèl doen. Met dc re
gecring wil hij nog niets weten van de af
schaffing der exorbitante rechten.
De heer v. Boetzelaer komt vervolgens
op de financiën van Indië. Gelukkig is men
erin geslaagd het financieel evenwicht al
thans eenigermate te bewaren. Naar alle
waarschijnlijkheid zal dc opbrengst der
middelen over 1031 teleurstelling baren.
Zonder zeer ingrijpende bezuinigingsmaat
regelen zal men de moeilijkheden niet over
winnen. Het crcdict van Indië is een zeer
tcerc zaak, waarmee voorzichtig omgegaan
moet worden. Veel verder gaande bezuini
ging op militaire uitgaven acht spr. niet
mogelijk. Er zijn wel andere objecten, waar
op veel bezuinigd kan worden. Er zijn heel
wat salarissen cn pensioenen die aan den
hoogen kant. zijn. Ook op verlofstractemen-
'ten is bezuiniging mogelijk, evenals op
reisloonen. Verder kan ccn vermogensbe
lasting worden ingevoerd.
Spr. betoogt vervolgens, dat het opnemen
van vreemdelingen in bestuursdienst zoo
veel mogelijk moet. worden beperkt, omdat
dit de werkgelegenheid voor Nederlanders
vermindert. Hoeveel vreemdelingen cn ge-
naturaliseerden zijn er in Staatsdienst?
De heer v. K e m p c n (V.B.) herinnert
eraan, hoc hij reeds vroeger heeft aange
drongen op een voorzichtige budgètairc po
litiek. Verleden jaar heeft hij voorspeld een
teruggang van de inkomsten en de omstan
digheden hebben hem in 't grelijk gesteld.
De tinprijs is voortdurend teruggcloopen cn
gekomen ver heneden de raming der In
dische regeering. De voorraden wijzen erop,
hoe ongelukkig dc tinpositie is. In de hui
dige hcgrooling is de tinprijs weer veel te
gunstig geraamd. We staan voor ccn groot
tekort op dc begrooting. Alle zeilen moeten
worden bijgezet om te voorkomen dat liet
schip strandt. In deze omstandigheden kun
nen.echter geen,njepwe belastingen worden
opgelegd. AA el kan bezuinigd worden op
hoogc salarissen, vacantiereizen enz en de
bedragen der begroeting mogen niet wor
den overschreden cn daarnaast dienen, re
serves to worden gekweekt opdat niet voort
gegaan wordt met het stuurloos drijven op
de golven der conjunctuur. Met een zooda
nige nivclleeringspoiitick kan meh dc moei
lijkheden te boven komen. Bij dc beschou
wingen van den heer Cramer kan spivzich
niet aansluiten. Wel sluit hij zich aan hij
hetgeen de heer v. Boetzelaer zeidc over
het optreden van den regccringsgcmachtig
dc tegenover ir. Goe-karno. Spr. is het ge
heel eens met den minister Ion aanzien
van diens standpunt tegenover dc volksbe
weging en gelooft, dat een juiste politiek
is een coöperatiepolitiek. Daarbij dient
vooropgesteld, dat rust en orde noodzake
lijk zijn om welvaart te waarborgen.
Mevr. B ak k e rN o r t (V.D.) bepleit de
benoeming van vrouwen in den Volksraad.
De vergadering wordt verdaagd.
UTRECHTSCHEWEG 10 TEL. 179 AMERSFOORT
Arnh. weg 32
Tel. 1069
Omlijsten van platen cn portretten
Passepartouts en ovale lijsten
BILLIJKE PRIJZEN
Utr. straat 26 - Tel. 243
Ontvangen de nieuwe
DRINKSERVIEZEN WATERSTELLEN
SERVIEZEN
LA^GESTR. 25 TEL. 308
JHR. M. J. TH. VAN DE POLL t
Verbonden aan het Kon. Jaclit-
departement.
's-G r a o n h a g c, 20 Februari. I-Iicr ter
slede is op 49-jari.gcn leeftijd overleden de
heer Jlir. M. J. Th. van de Poll, die gedu
rende een twintigtal jaren verbonden is ge
weest aan hot Koninklijk Jachtdepartémcnt.
Dc thans ontslapene werd den len Janu
ari 1911 benoemd tot Jachtjonkcr bij ge
noemd departement, in beheer bij dc Ko
ninklijke Houtvesterij en met ingang van
IS December 1926 werd Jhr. van de Poll,
die zijn woonplaats had gevestigd op bet
kasteel „Schonfelds" in Luxemburg, be
noemd tot Ja germ Qestgr i.b.d. van II. M. de
Koningin.
Jhr. van dc Peil was ccreridder der Bai
ley van Brandenburg der Johannitcrordc.
Dc teraardebestelling van het stoffelijk
overschot zal plaats hebben a.s. Maandag
op dc begraafplaats te Westervcld, na aan
komst van den trein 11.10 uur.
Oprichting van een Instituut
voor Kerkelijke kunst"
A mS ter d a m, 20 Febr. Te Amsterdam
is opgericht dc stichting: „Instituut voor
Kerkelijke Kunst." Deze nieuwe stichting
stelt zich ten dool do kerkelijke kunst in
Nederland te bevorderen, bemiddelend op
tc treden tusschen kunstenaar en opdracht
gever, door het houden van tentoonstellin
gen, het geven van inlichtingen, enz.
Zoowel op het gebied der paramenlick
als dat der beeldhouw- en schilderkunst
alsmede kerkelijke edelsmeedkunst, hoopt
zij op te treden. Hiertoe werd reeds mede
werking verkregen van belangrijke Noder-
landscho kunstenaars. Ook verscheidene
buitenlandsche artisten van naam zegden
hun medewerking toe.
Dc stichting krijgt-binnenkort tc Amster
dam dc beschikking over eigen toonzalen
en atelier. Het voorloopig adres van het
secretariaat der stichting is Loidsche-
gracht 18 te Amsterdam.
Het bestuur bestaat uit:
G. W. II. Baard, directeur van het Stede
lijk Museum te Amsterdam, voorzitter; I-I.
A. P. C. v. d. Waarden, Deken tc Almelo;
II W. .T. Hoosemans, pastoor -te Amster
dam; W. Nol et, pastoor tc Amsterdam;
Willem Nieuwenhuis teAmsterdam; II.
Ndissen te Bilthoven: Baron II. van Lams-
wcerdc, te Amsterdam; W. A. Maas, archi
tect tc Utrecht; Mr. Dr. P. J. Wittcman, le
Amsterdam, secretaris II. J. A. M. Cocbergh
accountant te Amsterdam, gedelegeerde
van het» bestuur.
Tot directeuren werden gekozen:
Clemens Meuleman, reeds jaren op dit
gebied werkzaam en Otto Koch, beiden te
Amsterdam.
Het bestuur zal hoogstwaarschijnlijk nog
worden uitgebreid rnet twee gezaghebben
de personen uit de bisdommen Den Bosch
cn Boermond.
Ten kantore van mr. dr. P. J. Witleman
had gistermiddag de oprichtingsvergade
ring plaats.
Als men ouder wordt, is er maar één ge
dachte. die ons werkelijk bedroeven kan, en
die is: zich niet genoeg te hebben gegeven.
Eleonora Duse.
G.Ueber den Tod hinans").
Roman van ANNY VON PANHUYS.
Uit het Duitsch door
W. H. C. BOULLAARD.
40
„Ja," zei de moeder, en toen vertelde ze
alles wat de bankdirecteur haar had meege
deeld en wat zij van Maurer had vernomen
„De zaak wordt steeds ingewikkelder", be
sloot zij, terwijl een rimpel zich in haai'
voorhoofd groefde.
Het jonge meisje had met de meeste aan
dacht naar de rnededeelingcn harer moeder
geluisterd, zonder die zelfs met een enkel
woord te onderbreken. Nu nam' zij echter
zelf het woord. „Ik begrijp evenmin wat
vader aanleiding gaf tot die zonderlinge
daad, het geld zoo heimelijk van de bank af
te nemen, maar dat het niets kwaads of
leelijks was, dat hem daartoe dreef, staat
zoo vast als een rots", zei ze vol overtui
ging-
„Mij bevalt het volstrekt niet, dat hij ons
niet de ware reden van zijn reis opgaf,"
antwoordde de moeder hierop scherp, „en
wat moest die nachtelijke tocht naar het sa-
loc beteekenen, jvaarby hij een bankbiljet
van duizend mark verloor." Weer klcnk 'n
hoonlach. „Ten bate van zijn gezin had hij
dat geld noodig, vertelde hij Pohl, cn toen
is het geld spoorloos verdwenen. Het tes
tament is geopend,"daarin wordt met geen
woord over dat bedrag gerept, in huis is 't
evenmin dus wij kunnen aan onze fanta
sie den vrijen teugel laten hij het nadenken
waar het zijn kan."
Mevrouw Berner sloeg zich voor het voor
hoofd. ,,'t Is gewoon om gek te worden. De
advocaat weet niets, de bankdirecteur weet
niets, jij cn ik niets, misschien alleen Zer
itikow wel", kwam het onnadenkend over
haar lippen.
„Maar moeder", Else's stem klonk innig
verdrietig, „wat u daar zegt is slechts te
verklaren uit uw antipathie tegen Walter."
„Nu ja dan, dat is ook zoo", ze bond in,
gedachtig aan Pohl's woorden. Zij legde
haar arm op Else's schouder: „Zie eens, ik
ben aan alles gaan twijfelen en weet nu niet.
meer wat cn wien ik mo t gelooven. Alles
is één warboel in mijn hersens."
„Arme moeder," sprak ze teeder cn was
gauw weer verzoend.
Mevrouw Berner was blij, dat Elsê niet
terugkwam op hetgeen zij zooeven zoo on
bekookt er uitgeflapt had, want zij zelf ge
loofd» ook niet sterk meer aan haar ver
denking. Het verhaal van Maurer reet zoo
veel uiteen van wat zij zoo mooi had in el
kaar geknutseld. Had ze maar het gering
ste vermoeden waarom de overledene op
zoo'n heimelijke wijze het geld van dt bank
had genomen! Een beetje zonderling en ge
sloten was hij eigenlijk reeds dadelijk na j
het hofbal geweest, vond zij en verklaarde
dit aan haar dochter.
Het meisje was dit met haar eens en bei
den maakten elkaar nu op .verschillende
EEN BOUQUET VOOR DE
VROEDVROUW.
Conflict tusschen Gedep. Staten
en den Gemeenteraad van
Monster.
De gemeente-vroedvrouw van Monster
trad onlangs in het huwelijk en-tie gemeen
de bracht haar felicitatie over ih den vorm
van ccn bouquet. Die bouquet kostte 10
eii het gemeentebestuur betaalde uit de ge-
nicenteka-v Maar, bij dc bcgrootingswijzi-
gingen verklaarden Gedep. Staten bij lief
nazien der rekening, het verband tusschen
dc gemeente en dat van de vroedvrouw in
zoo ver verwijderd, dat die 10 niet uit
de gemeentekas mogen worden betaald.
Men verwachtte, toen de voorzitter van
den Gemeenteraad Woensdagmiddag deze
iiicdedceling deed, dat dc Gemeenteraads
leden nu. moesten gaan wat men noemt
„lappen", om uit eigen beurs dc 10 bij
een tc brengen. Maar de burgemeester
wcnschtc deze vroedvrouw-bouquet-kwestic
prihqipicel te zien uitgemaakt, omdat ook
aan andere gemeente-ambtenaren al eens
bloemen waren gezonden.
De gemeenteraad besloot dan ook van hel
besluit van Gedep. Staten in beroep tc
gaan. (Vaderland).
INSTALLATIE JHR. RHIJNVIS FEITH.
s-Gt a v o n h a g c, 20 Februari. In de
burgerlijke zitting van den Hoogen Raad
is heden de nieuwbenoemde vice-president
van dit college, Jhr. Mr. Rh. Fcifh. door
don president, Mr. Fen toner van Vlissingcn,
nis zoodanig geïnstalleerd, waarbij dc pre
sident zijn gelukwbnschcn namens den
I-Joogen Raad, overbracht en Jhr. Mr. Feith
\crzocht zich met het presidium van de
Kamer voor strafzaken tc belasten.
kleinigheden opmerkzaam, die haar in den
laasten tijd bij den overledene waren op
gevallen.
„Het allermerkwaardigste was wel"
meende Else, „dat vader, die trots zijn lang
durig sukkelen vroeger nooit pvcr sterven
sprak, in den laatstrn tijcl dikwijls aan den
dood dacht en daarover sprak."
Voordat mevrouw Berner nog haar mee
ning over deze opmerking kon uitspreken,
diende Maurer den bankdirecteur aan, die
aan de dames echter slechts kwam berich
ten wat zij reeds wisten, namelijk dat ook
de advocaat in de verste verte niet wist
waar het geld kon zijn
,-,Toen ik den advocaat tenslotte nog over
de waarnemingen van uw huisknecht
sprak", zei Pphl, zich rechtstreeks lot me
vrouw Renter wendend, „wilde het mij
toeschijnen, dat hij eerst lichtelijk verbaasd
was en toen rnet moeite een glimlach on
derdrukte.
„Die glimlach zal wel heclemanl niet in
verband staan met hetgeen u hem hebt
medegedeeld", antwoordde mevrouw Ber
ner hoofdschuddend. „Wist hij iets of ware
hem later iets ingevallen, dat voor ons van
belang was, dan zou hij geen oogenblik
getalmd hebben dit tc zeggen."
„Dan zal ik me vergist hebben", meende
Pohl, peinzend voor zich heen kijkend.
Maar de bankdirecteur had zich niet ver
gist. Op hetzelfde oogenblik, dat Sein van
Pohl het verhaal, dat Maurer had gedaan,
vernam, schoot hem als een bliksemstraal
de herinnering te binnen aan het door den
overledene bij hem gedeponeerde verzegel
de couvert, met het opschrift: „Mijn laatste
wensch". Daarin moest, de oplossing van
het raadsel te vinden zijn en het was hem
alsof hij de woorden van den proffessor
Leger: en vloolauloriteilen dienen
bij mededeclingen omzichtig:
heid te betrachten. J
Het oordeel van Min. Deckers
In verband met een door don chef van
den gcneralen staf door middel van de pers
gedane verklaring ter zake van dc mili
taire plannen der Belgische Rcgcering, had
do heer Schaper, den minister van Dcfen-
slg, do volgende vragen gesteld:
Is hot den Minister bekend, dat do chef
van den generalen staf de pers gemachtigd
heeft te verklaren, dat naar zijn inzicht aan
de militaire plannen van de Belgische Re
geering een zuiver defensieve strekking
moet worden toegekend en dat hij ze eer
ten voord eel e dan ten nadcelo van Neder
land acht, terwijl hij hieraan toevoegde,
dat de kans op een Duitschen aanval op
Bcigië en Frankrijk door ons land (afge
zien van de vraag of te dien aanzien niet
buiten onze grenzen somwijlen al te pessi
mistische opvattingen gehuldigd worden)
daardoor z.i. eerder verminderd dan ver
meerderd wordt?
is de Minister niet van meening, dat do
chef van den generalen staf zich van der-
golijke verklaringen in de pers moet ont-
houden, en is dc Minister bereid maatre
gelen te nemen ter voorkoming van soort
gelijke verklaringen door leger- of vloot-
au tori teilen?
Het antwoord van minister Deckers hier
op luidt als volgt:
1. Ondergeteekende heeft kennis genot
men van het artikel in de Nieuwe Rotter-
damsche Courant van 3 Februari 1931,
avondblad D, met het opschrift „De mili
taire plannen der Belgische Regeering",
waarin onder meer voorkomt hetgeen in do
eerste vraag is opgenomen.
2. Hij is van oordeel, dat dc leger- en
vlootautoriteiten "bij mededeeMngen betref
fende de landsverdediging, ook a.l spreken
zij alleen uit eigen naam, de omzichtigheid
moeten betrachten, welke met het oog op
hun bijzondere positie is geboden.
Hij heeft, naar aanleiding, van het onder
havige geval, dit oordeel Ier kennis van
deze autoriteiten gebracht.
EEN TJALK OVERVAREN.
Door een stoomponL
EnkhuU;C n, 20 Februari. Ongeveer
drie uur hedenmiddag kwam een stoom-
pont door den dichten mist in aanvaring
met het tjalkschip „Do Volharding", op
weg van Antwerpen naar Groningen met
oen lading ijzer aan boord. De stoompont,
die de dienst tusschen Enkhuizen en Sta-
oren onderhoudt, trof do tjalk dermate,
dat dc opvarenden van de tjalk gedwongen
waren van boord te gaan. Schipper van der'
Zandc -van Lemmer, zijn vrouw en zeven
kinderen word aan boord van de pont ge
nomen. Naar de tjalk wordt nadien ge*
zocht, vermoedelijk is zij gezonken.
Neem een „Aspirientje" moog'Hjk
Gaat Uw hoofdpjjn spoedig weg!
Niet in huis? Dan daad'Ijjli halen
En alleen bü VAN DE WEG!
nog hoorde „Het bestaan van mijn laat
st cn wensch mag niet vermeld worden, ook
niet indien er veel is; dat u of mijn gezin
na de opening van mijn testament bij dc
claarop volgende regeling der nalatenschap
vreemd cn onbegrijpelijk moet toeschijnen."
Hij hoopte, dat de dames nu maar spoe
dig haar rechten op het portret van den
overledene in het schilderijenmuseum
zouden doen gelden, want anders zou de
oplossing van het raadsel nog zes lange
maanden op zicli laten wachten. Een beetje
nieuwsgierig was de advocaat nu toch wel
geworden, maar niet meer dan strookte
met zijn ambt en waardigheid.
Mevrouw Berner had Pohl verzocht bij
haar te blijven middageten, welke uitnoo-
diging hij volgaarne aannam, aangezien
hij het een genot vond zoo lang mogelijk hij
de vrouw, die hij in stille liefhad, te ver
wijlen. Ja, hij voelde bijna ecTi soort dank
baarheid jegens den overleden jeugdvriend
die hem door zijn laatste, voör iedereen on
begrijpelijke handelwijze als 't ware de ge
legenheid had gegeven nader in contact te
komen met de mooie, vereerde Magda.
Meer cn meer begon hij tc beseffen, dat
zij de vrouw was, met wie hij zijn verderen
levensweg zou vervolgen. Magda Berner
hechtte aan uiterlijkheden, had behoefte aan
schittering om zich heen en hield van een
leven van genietingen. Ilij kon haar een
bestaan van meer weelde verschaffen, dan
de overledene ooit had vermogen te doen.
Voor zich zelf had hij nooit veel noodig
gehad, voor haar echter zou hij, wanneer
zij bereid was zijn naam te dragen, het geld
met handen vol willen weggooien. Hij be
zat genoeg en verdiende veel. Bontgekleur
de drocmen vlogen als lichtende tropische
vogels om hem heen en terwijl hij in het
salon van de villa in de Alleestraat met
moeder cn dochter den lijd tot het middag
eten waarbij ook Zernikow werd ver
wacht doorbracht, ontwierp hij toekomst
plannen en als zijn oogen zich naar me
vrouw Berner richtten, schitterden die met
een jeugdig vuur.
„Moeder", zei plotseling Else, „wij moe
ten vaders portret van het museum terug
vragen
Mevrouw Berner legde Pohl uit wat Else
hiermee bedoelde cn zei toen tot haar
dochter, 'dat dit geen haast had; van meer
belang was het. in die geheimzinnige geld
kwestie klaarheid te brengen.
„Maar moeder, het cene heeft toch niets
met het andere te maken", antwoordde
Else verbaasd cn ook wat gekrenkt.
Zeker hebben die twee zaKeu met elkaar
tc maken", was het oordeel der moeder.
„Eerst moeten wij zekerheid hebben, aat je
vader niets gedaan heeft, dat ons misschien
luier aanleiding zou geven door den aan
blik van bet portret onaangenaam tc wor
den getroffen."
„Moeder, wat zegt u nu 1" Het klonk als
een kreet van ontzetting.
Mevrouw Berner haalde de schouders op.
..Hoe ook, ik wil het portret niet zien, voor
dat alles is opgehelderd."
„Maar vader heeft mij dikwijls verklaard
hoeveel hem er aan gelegen lag, dat het
weer in onze handen kwam." Als een drin
gende eisch klonken haar woorden.
Wederom haalde haar moeder de schou
ders op. „Wij zullen zien; voorloopig moe
ten we afwachten of het verdwenen 'geld
wordt teruggevonden.
JVordt yervolgdjj