AMERSFOOmTSCH DAGBLAD NIEUW PARIJS Binnenland .YOORJAARSSTOFFEN. Zaterdag 21 Februari 1931 „DE EEMLANDER" 29e Jaargang No. 199 TWEEDE BLAD DE INDISCHE BEGROOTING Teruggang van inkomsten N.V. COMPAGNIE LYONNAISE VOORJAARSHOEDEN - BLOUSES EN PULL-OVERS. SHAWLS Wol on zijdei voor Dames en Heeren Fa. B. KRAAL LANGESTRAAT 26 Lijstenmakerij en Kunsthandel SB. RUITENBERG Hzn. DAMES- en HEERENKLEED1NG „LEERDAM" „St. BONIFACIUS" Feuilleton Zijn Laatste Wensch DE UITLATING VAN GEN. SEYFFARDT Langestr. 23-Tel. 217 TWEEDE KAMER. De heer van Boetzelaer wenscht ingrijpende bezuinigingen. - 'Aan de orde i6 dc Indische begrooting. Do heer Cramer zegt, dat de koloniale vraagstukken steeds belangrijkeren moei lijker worden. Tegenover dc meening, dat het behoud van Indië in het belang der ar beidersklasse is poneert spr. de stelling, dat de arbeiders bij uitsluiting en onderdruk king geen belang hebben, wel bij ruilver keer tusschen onafhankelijke volken. Daar om staan de sociaal-democraten tegenover een regeering, die reactie inluidt uit hoofde van den financieelen toestand. Spr. meent, dat er geen aanleiding tot noodlottige be- zuinigingspolitiek bestaat. Spr. wijst erop, dat de schuld van Indië in dc laatste jaren met honderden millioe- nen is verminderd en acht vergrooling van die schuld minder gevaarlijk dan do voor genomen bezuiniging. De militaire uitgaven, die veel te hoog zijn, richten zich tegen den buitenlandschen vijand, maar roepen den binnenlandschen vijand wakker, die veel gevaarlijker is. De economische toestand der bevolking is zeer zorgwekkend, maar in dezen crisistijd doet de regecring niets. De heer Cramer bespreekt voorts dc politieke verhoudingen en meent, dat geen samenwerking kan plaats hebben zoolang de overheersehingspolitiek niet wordt gela ten. De regeering diende voorts ten opzich te van de Inlandsche beweging ruimer standpunt in te nemen. Spr. critiseert de bemoeiing der regeering rnet het bekende incident met de regeeringsgemachtigde en het tegen ir. Sockarno gewezen vonnis. De heer Van Boetzelaer (C.H.) geeft de klacht weer, die hij in Indië veel hoor de n.l. over dc onvastheid van het beleid tegenover de Inlandsche beweging, en constateert, dat het huidige bewind zeer vruchtbaar was met betrekking tot het ver sterken der banden met de omliggende lan den. De heer v. Boetzelaer (C.H.) meent, dat de huidige politieke verhoudingen mee brengen, dat Nederland zich steeds meer diijnt te beperken in zijn bemoeiing met inwendige aangelegenheden \un Indic. De memorie van antwoord heeft spr. over 't algemeen bevredigd. I-Iet beleid van den minister zal spr. niet bespreken, evenmin als dat van den gouverneur-generaal, die binnenkort heen gaat. Eén klacht is er: die spr. in Indië vele malen gehoord'heeft, n.l. dat de inlandsche wereld niet het ge voel heeft te weten waaraan zij toe is, wat zij mag en niet mag. Er schijnt geen vast heid van omlijning te zijn, waardoor iedere zekérheid ontbreekt. Die onvastheid is ook uitgekomen bij het optreden van den re geeringsgemachtigde in den Volksraad. Dc hand, die het roer vasthoudt zou spr. gaar ne wat vaster en rustiger zien. Het huidige bewind is bijzonder vrucht baar geweest ten opzichte van het verster ken van de handen met omliggende landen, Spr. zou gaarne weten hoe het eigenlijk staat met den voorgenomen aanslag op de heide gouverneurs, toen deze zich hij een bezoek aan Indo-China in den trein bega ven. De regeering schijnt publicatie te heb- pen tegengehouden. Een vergelijking tusschen Ncderlandsch- en Britsch-Indië, zooals de heer Cramer maakte, gaat volgens spr. niet op. De ver houding en de bestuursinrichting bij ons zijn zoo geheel anders. Met een fundamen- tcclc herziening der Staatsinrichting moet men voorzichtigheid betrachten. Men kan niet alles op losse schroeven zetten en een dergelijke herziening neemt zeer veel tijd in heslag. Een langdurig uitstel is intus- schcn niet raadzaam en daarom moet een omwerking tijdig ter hand worden geno men. Do rcgcering beschikt thans over een goéd georganiseerden politieken inlichtingen dienst. Daarbij schijnen spionnen niet te kunnen worden gemist, al is dit middel ook niet fraai. Spr., bestrijdt het standpunt der sociaal-democraten, die zelf geen geweld willen gebruiken maar achter de anderen gaan staan, die dit wèl doen. Met dc re gecring wil hij nog niets weten van de af schaffing der exorbitante rechten. De heer v. Boetzelaer komt vervolgens op de financiën van Indië. Gelukkig is men erin geslaagd het financieel evenwicht al thans eenigermate te bewaren. Naar alle waarschijnlijkheid zal dc opbrengst der middelen over 1031 teleurstelling baren. Zonder zeer ingrijpende bezuinigingsmaat regelen zal men de moeilijkheden niet over winnen. Het crcdict van Indië is een zeer tcerc zaak, waarmee voorzichtig omgegaan moet worden. Veel verder gaande bezuini ging op militaire uitgaven acht spr. niet mogelijk. Er zijn wel andere objecten, waar op veel bezuinigd kan worden. Er zijn heel wat salarissen cn pensioenen die aan den hoogen kant. zijn. Ook op verlofstractemen- 'ten is bezuiniging mogelijk, evenals op reisloonen. Verder kan ccn vermogensbe lasting worden ingevoerd. Spr. betoogt vervolgens, dat het opnemen van vreemdelingen in bestuursdienst zoo veel mogelijk moet. worden beperkt, omdat dit de werkgelegenheid voor Nederlanders vermindert. Hoeveel vreemdelingen cn ge- naturaliseerden zijn er in Staatsdienst? De heer v. K e m p c n (V.B.) herinnert eraan, hoc hij reeds vroeger heeft aange drongen op een voorzichtige budgètairc po litiek. Verleden jaar heeft hij voorspeld een teruggang van de inkomsten en de omstan digheden hebben hem in 't grelijk gesteld. De tinprijs is voortdurend teruggcloopen cn gekomen ver heneden de raming der In dische regeering. De voorraden wijzen erop, hoe ongelukkig dc tinpositie is. In de hui dige hcgrooling is de tinprijs weer veel te gunstig geraamd. We staan voor ccn groot tekort op dc begrooting. Alle zeilen moeten worden bijgezet om te voorkomen dat liet schip strandt. In deze omstandigheden kun nen.echter geen,njepwe belastingen worden opgelegd. AA el kan bezuinigd worden op hoogc salarissen, vacantiereizen enz en de bedragen der begroeting mogen niet wor den overschreden cn daarnaast dienen, re serves to worden gekweekt opdat niet voort gegaan wordt met het stuurloos drijven op de golven der conjunctuur. Met een zooda nige nivclleeringspoiitick kan meh dc moei lijkheden te boven komen. Bij dc beschou wingen van den heer Cramer kan spivzich niet aansluiten. Wel sluit hij zich aan hij hetgeen de heer v. Boetzelaer zeidc over het optreden van den regccringsgcmachtig dc tegenover ir. Goe-karno. Spr. is het ge heel eens met den minister Ion aanzien van diens standpunt tegenover dc volksbe weging en gelooft, dat een juiste politiek is een coöperatiepolitiek. Daarbij dient vooropgesteld, dat rust en orde noodzake lijk zijn om welvaart te waarborgen. Mevr. B ak k e rN o r t (V.D.) bepleit de benoeming van vrouwen in den Volksraad. De vergadering wordt verdaagd. UTRECHTSCHEWEG 10 TEL. 179 AMERSFOORT Arnh. weg 32 Tel. 1069 Omlijsten van platen cn portretten Passepartouts en ovale lijsten BILLIJKE PRIJZEN Utr. straat 26 - Tel. 243 Ontvangen de nieuwe DRINKSERVIEZEN WATERSTELLEN SERVIEZEN LA^GESTR. 25 TEL. 308 JHR. M. J. TH. VAN DE POLL t Verbonden aan het Kon. Jaclit- departement. 's-G r a o n h a g c, 20 Februari. I-Iicr ter slede is op 49-jari.gcn leeftijd overleden de heer Jlir. M. J. Th. van de Poll, die gedu rende een twintigtal jaren verbonden is ge weest aan hot Koninklijk Jachtdepartémcnt. Dc thans ontslapene werd den len Janu ari 1911 benoemd tot Jachtjonkcr bij ge noemd departement, in beheer bij dc Ko ninklijke Houtvesterij en met ingang van IS December 1926 werd Jhr. van de Poll, die zijn woonplaats had gevestigd op bet kasteel „Schonfelds" in Luxemburg, be noemd tot Ja germ Qestgr i.b.d. van II. M. de Koningin. Jhr. van dc Peil was ccreridder der Bai ley van Brandenburg der Johannitcrordc. Dc teraardebestelling van het stoffelijk overschot zal plaats hebben a.s. Maandag op dc begraafplaats te Westervcld, na aan komst van den trein 11.10 uur. Oprichting van een Instituut voor Kerkelijke kunst" A mS ter d a m, 20 Febr. Te Amsterdam is opgericht dc stichting: „Instituut voor Kerkelijke Kunst." Deze nieuwe stichting stelt zich ten dool do kerkelijke kunst in Nederland te bevorderen, bemiddelend op tc treden tusschen kunstenaar en opdracht gever, door het houden van tentoonstellin gen, het geven van inlichtingen, enz. Zoowel op het gebied der paramenlick als dat der beeldhouw- en schilderkunst alsmede kerkelijke edelsmeedkunst, hoopt zij op te treden. Hiertoe werd reeds mede werking verkregen van belangrijke Noder- landscho kunstenaars. Ook verscheidene buitenlandsche artisten van naam zegden hun medewerking toe. Dc stichting krijgt-binnenkort tc Amster dam dc beschikking over eigen toonzalen en atelier. Het voorloopig adres van het secretariaat der stichting is Loidsche- gracht 18 te Amsterdam. Het bestuur bestaat uit: G. W. II. Baard, directeur van het Stede lijk Museum te Amsterdam, voorzitter; I-I. A. P. C. v. d. Waarden, Deken tc Almelo; II W. .T. Hoosemans, pastoor -te Amster dam; W. Nol et, pastoor tc Amsterdam; Willem Nieuwenhuis teAmsterdam; II. Ndissen te Bilthoven: Baron II. van Lams- wcerdc, te Amsterdam; W. A. Maas, archi tect tc Utrecht; Mr. Dr. P. J. Wittcman, le Amsterdam, secretaris II. J. A. M. Cocbergh accountant te Amsterdam, gedelegeerde van het» bestuur. Tot directeuren werden gekozen: Clemens Meuleman, reeds jaren op dit gebied werkzaam en Otto Koch, beiden te Amsterdam. Het bestuur zal hoogstwaarschijnlijk nog worden uitgebreid rnet twee gezaghebben de personen uit de bisdommen Den Bosch cn Boermond. Ten kantore van mr. dr. P. J. Witleman had gistermiddag de oprichtingsvergade ring plaats. Als men ouder wordt, is er maar één ge dachte. die ons werkelijk bedroeven kan, en die is: zich niet genoeg te hebben gegeven. Eleonora Duse. G.Ueber den Tod hinans"). Roman van ANNY VON PANHUYS. Uit het Duitsch door W. H. C. BOULLAARD. 40 „Ja," zei de moeder, en toen vertelde ze alles wat de bankdirecteur haar had meege deeld en wat zij van Maurer had vernomen „De zaak wordt steeds ingewikkelder", be sloot zij, terwijl een rimpel zich in haai' voorhoofd groefde. Het jonge meisje had met de meeste aan dacht naar de rnededeelingcn harer moeder geluisterd, zonder die zelfs met een enkel woord te onderbreken. Nu nam' zij echter zelf het woord. „Ik begrijp evenmin wat vader aanleiding gaf tot die zonderlinge daad, het geld zoo heimelijk van de bank af te nemen, maar dat het niets kwaads of leelijks was, dat hem daartoe dreef, staat zoo vast als een rots", zei ze vol overtui ging- „Mij bevalt het volstrekt niet, dat hij ons niet de ware reden van zijn reis opgaf," antwoordde de moeder hierop scherp, „en wat moest die nachtelijke tocht naar het sa- loc beteekenen, jvaarby hij een bankbiljet van duizend mark verloor." Weer klcnk 'n hoonlach. „Ten bate van zijn gezin had hij dat geld noodig, vertelde hij Pohl, cn toen is het geld spoorloos verdwenen. Het tes tament is geopend,"daarin wordt met geen woord over dat bedrag gerept, in huis is 't evenmin dus wij kunnen aan onze fanta sie den vrijen teugel laten hij het nadenken waar het zijn kan." Mevrouw Berner sloeg zich voor het voor hoofd. ,,'t Is gewoon om gek te worden. De advocaat weet niets, de bankdirecteur weet niets, jij cn ik niets, misschien alleen Zer itikow wel", kwam het onnadenkend over haar lippen. „Maar moeder", Else's stem klonk innig verdrietig, „wat u daar zegt is slechts te verklaren uit uw antipathie tegen Walter." „Nu ja dan, dat is ook zoo", ze bond in, gedachtig aan Pohl's woorden. Zij legde haar arm op Else's schouder: „Zie eens, ik ben aan alles gaan twijfelen en weet nu niet. meer wat cn wien ik mo t gelooven. Alles is één warboel in mijn hersens." „Arme moeder," sprak ze teeder cn was gauw weer verzoend. Mevrouw Berner was blij, dat Elsê niet terugkwam op hetgeen zij zooeven zoo on bekookt er uitgeflapt had, want zij zelf ge loofd» ook niet sterk meer aan haar ver denking. Het verhaal van Maurer reet zoo veel uiteen van wat zij zoo mooi had in el kaar geknutseld. Had ze maar het gering ste vermoeden waarom de overledene op zoo'n heimelijke wijze het geld van dt bank had genomen! Een beetje zonderling en ge sloten was hij eigenlijk reeds dadelijk na j het hofbal geweest, vond zij en verklaarde dit aan haar dochter. Het meisje was dit met haar eens en bei den maakten elkaar nu op .verschillende EEN BOUQUET VOOR DE VROEDVROUW. Conflict tusschen Gedep. Staten en den Gemeenteraad van Monster. De gemeente-vroedvrouw van Monster trad onlangs in het huwelijk en-tie gemeen de bracht haar felicitatie over ih den vorm van ccn bouquet. Die bouquet kostte 10 eii het gemeentebestuur betaalde uit de ge- nicenteka-v Maar, bij dc bcgrootingswijzi- gingen verklaarden Gedep. Staten bij lief nazien der rekening, het verband tusschen dc gemeente en dat van de vroedvrouw in zoo ver verwijderd, dat die 10 niet uit de gemeentekas mogen worden betaald. Men verwachtte, toen de voorzitter van den Gemeenteraad Woensdagmiddag deze iiicdedceling deed, dat dc Gemeenteraads leden nu. moesten gaan wat men noemt „lappen", om uit eigen beurs dc 10 bij een tc brengen. Maar de burgemeester wcnschtc deze vroedvrouw-bouquet-kwestic prihqipicel te zien uitgemaakt, omdat ook aan andere gemeente-ambtenaren al eens bloemen waren gezonden. De gemeenteraad besloot dan ook van hel besluit van Gedep. Staten in beroep tc gaan. (Vaderland). INSTALLATIE JHR. RHIJNVIS FEITH. s-Gt a v o n h a g c, 20 Februari. In de burgerlijke zitting van den Hoogen Raad is heden de nieuwbenoemde vice-president van dit college, Jhr. Mr. Rh. Fcifh. door don president, Mr. Fen toner van Vlissingcn, nis zoodanig geïnstalleerd, waarbij dc pre sident zijn gelukwbnschcn namens den I-Joogen Raad, overbracht en Jhr. Mr. Feith \crzocht zich met het presidium van de Kamer voor strafzaken tc belasten. kleinigheden opmerkzaam, die haar in den laasten tijd bij den overledene waren op gevallen. „Het allermerkwaardigste was wel" meende Else, „dat vader, die trots zijn lang durig sukkelen vroeger nooit pvcr sterven sprak, in den laatstrn tijcl dikwijls aan den dood dacht en daarover sprak." Voordat mevrouw Berner nog haar mee ning over deze opmerking kon uitspreken, diende Maurer den bankdirecteur aan, die aan de dames echter slechts kwam berich ten wat zij reeds wisten, namelijk dat ook de advocaat in de verste verte niet wist waar het geld kon zijn ,-,Toen ik den advocaat tenslotte nog over de waarnemingen van uw huisknecht sprak", zei Pphl, zich rechtstreeks lot me vrouw Renter wendend, „wilde het mij toeschijnen, dat hij eerst lichtelijk verbaasd was en toen rnet moeite een glimlach on derdrukte. „Die glimlach zal wel heclemanl niet in verband staan met hetgeen u hem hebt medegedeeld", antwoordde mevrouw Ber ner hoofdschuddend. „Wist hij iets of ware hem later iets ingevallen, dat voor ons van belang was, dan zou hij geen oogenblik getalmd hebben dit tc zeggen." „Dan zal ik me vergist hebben", meende Pohl, peinzend voor zich heen kijkend. Maar de bankdirecteur had zich niet ver gist. Op hetzelfde oogenblik, dat Sein van Pohl het verhaal, dat Maurer had gedaan, vernam, schoot hem als een bliksemstraal de herinnering te binnen aan het door den overledene bij hem gedeponeerde verzegel de couvert, met het opschrift: „Mijn laatste wensch". Daarin moest, de oplossing van het raadsel te vinden zijn en het was hem alsof hij de woorden van den proffessor Leger: en vloolauloriteilen dienen bij mededeclingen omzichtig: heid te betrachten. J Het oordeel van Min. Deckers In verband met een door don chef van den gcneralen staf door middel van de pers gedane verklaring ter zake van dc mili taire plannen der Belgische Rcgcering, had do heer Schaper, den minister van Dcfen- slg, do volgende vragen gesteld: Is hot den Minister bekend, dat do chef van den generalen staf de pers gemachtigd heeft te verklaren, dat naar zijn inzicht aan de militaire plannen van de Belgische Re geering een zuiver defensieve strekking moet worden toegekend en dat hij ze eer ten voord eel e dan ten nadcelo van Neder land acht, terwijl hij hieraan toevoegde, dat de kans op een Duitschen aanval op Bcigië en Frankrijk door ons land (afge zien van de vraag of te dien aanzien niet buiten onze grenzen somwijlen al te pessi mistische opvattingen gehuldigd worden) daardoor z.i. eerder verminderd dan ver meerderd wordt? is de Minister niet van meening, dat do chef van den generalen staf zich van der- golijke verklaringen in de pers moet ont- houden, en is dc Minister bereid maatre gelen te nemen ter voorkoming van soort gelijke verklaringen door leger- of vloot- au tori teilen? Het antwoord van minister Deckers hier op luidt als volgt: 1. Ondergeteekende heeft kennis genot men van het artikel in de Nieuwe Rotter- damsche Courant van 3 Februari 1931, avondblad D, met het opschrift „De mili taire plannen der Belgische Regeering", waarin onder meer voorkomt hetgeen in do eerste vraag is opgenomen. 2. Hij is van oordeel, dat dc leger- en vlootautoriteiten "bij mededeeMngen betref fende de landsverdediging, ook a.l spreken zij alleen uit eigen naam, de omzichtigheid moeten betrachten, welke met het oog op hun bijzondere positie is geboden. Hij heeft, naar aanleiding, van het onder havige geval, dit oordeel Ier kennis van deze autoriteiten gebracht. EEN TJALK OVERVAREN. Door een stoomponL EnkhuU;C n, 20 Februari. Ongeveer drie uur hedenmiddag kwam een stoom- pont door den dichten mist in aanvaring met het tjalkschip „Do Volharding", op weg van Antwerpen naar Groningen met oen lading ijzer aan boord. De stoompont, die de dienst tusschen Enkhuizen en Sta- oren onderhoudt, trof do tjalk dermate, dat dc opvarenden van de tjalk gedwongen waren van boord te gaan. Schipper van der' Zandc -van Lemmer, zijn vrouw en zeven kinderen word aan boord van de pont ge nomen. Naar de tjalk wordt nadien ge* zocht, vermoedelijk is zij gezonken. Neem een „Aspirientje" moog'Hjk Gaat Uw hoofdpjjn spoedig weg! Niet in huis? Dan daad'Ijjli halen En alleen bü VAN DE WEG! nog hoorde „Het bestaan van mijn laat st cn wensch mag niet vermeld worden, ook niet indien er veel is; dat u of mijn gezin na de opening van mijn testament bij dc claarop volgende regeling der nalatenschap vreemd cn onbegrijpelijk moet toeschijnen." Hij hoopte, dat de dames nu maar spoe dig haar rechten op het portret van den overledene in het schilderijenmuseum zouden doen gelden, want anders zou de oplossing van het raadsel nog zes lange maanden op zicli laten wachten. Een beetje nieuwsgierig was de advocaat nu toch wel geworden, maar niet meer dan strookte met zijn ambt en waardigheid. Mevrouw Berner had Pohl verzocht bij haar te blijven middageten, welke uitnoo- diging hij volgaarne aannam, aangezien hij het een genot vond zoo lang mogelijk hij de vrouw, die hij in stille liefhad, te ver wijlen. Ja, hij voelde bijna ecTi soort dank baarheid jegens den overleden jeugdvriend die hem door zijn laatste, voör iedereen on begrijpelijke handelwijze als 't ware de ge legenheid had gegeven nader in contact te komen met de mooie, vereerde Magda. Meer cn meer begon hij tc beseffen, dat zij de vrouw was, met wie hij zijn verderen levensweg zou vervolgen. Magda Berner hechtte aan uiterlijkheden, had behoefte aan schittering om zich heen en hield van een leven van genietingen. Ilij kon haar een bestaan van meer weelde verschaffen, dan de overledene ooit had vermogen te doen. Voor zich zelf had hij nooit veel noodig gehad, voor haar echter zou hij, wanneer zij bereid was zijn naam te dragen, het geld met handen vol willen weggooien. Hij be zat genoeg en verdiende veel. Bontgekleur de drocmen vlogen als lichtende tropische vogels om hem heen en terwijl hij in het salon van de villa in de Alleestraat met moeder cn dochter den lijd tot het middag eten waarbij ook Zernikow werd ver wacht doorbracht, ontwierp hij toekomst plannen en als zijn oogen zich naar me vrouw Berner richtten, schitterden die met een jeugdig vuur. „Moeder", zei plotseling Else, „wij moe ten vaders portret van het museum terug vragen Mevrouw Berner legde Pohl uit wat Else hiermee bedoelde cn zei toen tot haar dochter, 'dat dit geen haast had; van meer belang was het. in die geheimzinnige geld kwestie klaarheid te brengen. „Maar moeder, het cene heeft toch niets met het andere te maken", antwoordde Else verbaasd cn ook wat gekrenkt. Zeker hebben die twee zaKeu met elkaar tc maken", was het oordeel der moeder. „Eerst moeten wij zekerheid hebben, aat je vader niets gedaan heeft, dat ons misschien luier aanleiding zou geven door den aan blik van bet portret onaangenaam tc wor den getroffen." „Moeder, wat zegt u nu 1" Het klonk als een kreet van ontzetting. Mevrouw Berner haalde de schouders op. ..Hoe ook, ik wil het portret niet zien, voor dat alles is opgehelderd." „Maar vader heeft mij dikwijls verklaard hoeveel hem er aan gelegen lag, dat het weer in onze handen kwam." Als een drin gende eisch klonken haar woorden. Wederom haalde haar moeder de schou ders op. „Wij zullen zien; voorloopig moe ten we afwachten of het verdwenen 'geld wordt teruggevonden. JVordt yervolgdjj

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1931 | | pagina 5