AMEDSFQOHTSCH DAGBLAD
Willem Groenhuizen
Zijn Laatste Wensch
Woensdag 25 Februari 1931
„DE EEMIANDER-
29e Jaargang No. 202
DE INDISCHE BEGROOTING
N.V. COMPAGNIE LYONNAISE
MODERNE TWEED-REGENMANTELS
DE TRIBUNE EN HAAR
FOTOPAGINA
JUWELIER
INVOER VAN AARDAPPEL
MEEL
TERAARDEBESTELLING
VANJhr. M. J. Th.v.d.POLt
TWEEDE KAMER
Een briefdie ambtelijk incorrect
en in hooge mate ontoelaaU
baar was
Wenschen van den heer Joekes
Voortgezet wordt de behandeling der In
dische begrooting.
De heer Feber acht den tijd voor al-
geheele herziening der Indische staatsrege
ling nog niet gekomen en betoogt, dat do
heer Cramer met zijn conclusie, dat do
synthese tusschen den Indischen en Neder
landschen geest slechts mogelijk is na be
eindiging der bestaande gozagsverhoudin
gen, zich stelt op het extremistische stand
punt, terwijl volgens spreker het Neder-
ïandsche gezag nog langen tijd moet wor
den gehandhaafd en onder geen beding den
indruk van slapheid mag maken. Sprekei
laakt het financieel optimisme der Indische
legoerïng, dat tot een onjuiste begrooting
leidde, doch gelukkig plaats maakte voor
een beter inrichting en hij dringt aan op
krachtige bezuiniging.
Spieker waarschuwt tegen te vlotte les-
iiingspolitick en dringt aan op betere stabi
liseeriiigspolitiek.
De heer Col ij n bepleit een politiek van
samenwerking. Hij spreekt zijn teleurstel
ling uit over den slappen gang van bestuurs
hervorming en waarschuwt voldoende reke
ning te houden met ethnólogische minder
heden. Wat de financiën betreft, acht spre
ker geen reden aanwezig tot ongerustheid,
mits een zeer voorzichtige financieelc poli
tik wordt gevoerd.
Dc heer C o i ij n bepleit bevordering van
dc Zondagsrust door de regeering in haar
eigen ondernemingen.
Spr. kornt clan tot den brief van den gou
verneur-generaal aan den Volksraad over
de houding van den regeeringsgemachtigdc.
Op die houding zelve gaat spr. niet in,
maar wel wil hij zijn oordeel uitspreken
over den brief van den gouverneur-gene-
■i-aal. Spr. acht dien ambtelijk incorrect cn
'n hooge mate ontoelaatbaar. Laat dc mi
nister nu deze zaak maar verder laten rus
ten; het is spr. er niet om te doen dat de
minister een verklaring geeft over den gou
verneur-generaal zooals de gouv.-gen. gesge
ven heeft over den minister. Het is voor
spr. voldoende, dat uit deze Kamer vrijwel
unaniem afkeuring over den brief is uit
gesproken.
De heer ter Laan (S.D.A.P.) betoogt, dat
hij bezuinigingen de ambtenaarssalaris
sen onaangetast moeten blijven zoolang de
militaire uitgaven zoo hoog blijven. Een
maal verkregen rechten mogen niet worden
aangetast en de salarissen mogen niet tot
sluitpost van de begrooting worden ge
maakt.
De heer Jockcs (V.D.) brengt in berin-
nering de Mcmpi-ramp en vindt, dat de
voorzitter der Kamer torecht woorden van
•deernis jegens de bevolking heeft gespro
ken. Spr. komt dan op de crisis cn wijst er
op, dat in 1930 dc ontvangsten der spoor-
en tramwegen op Java met 18 pet. zijn te-
ïuggeloopen. Dit beschouwt hij als een goe
den graadmeter voor den economische» toe
stand. Ook al zullen de ontvangsten mee
vallen, dan nog is het zeker, dat een aan
merkelijk tekort zal blijven. De begrotings
cijfers hebben veel aanleiding gegeven tot
critiek, maar wil men billijk zijn, dan dient
men te bedenken, dat dc ramingen in In-
dië plaats hebben in het begin van het
jaar, voorafgaande aan bet dienstjaar. Na
deze ramingen zijn de prijzen der produc
ten belangrijk gedaald Intusscben dient
nu het budget sluitend te worden gemaakt
zonder overdreven besnoeiing. Tot pessi
misme is immers geen reden. In vergelij
king met de producten van andere landen
nemen de Indische producten nog een gun
stige positie in. Deze prijzen zullen stijgen
rmdat zij nu bcnoden productieprijs ge
daald zijn. Do regeering neme geen maat
regelen ora bepaalde groepen van produc
ten te bevoordeelen. De inlandsche land
bouw breidt zich gelukkig de laatste ja
ren meer en meer uit. Sinds 1924 overtreft
de export van producten van inlandschcn
landbouw in do buitengewesten die van
producten van Europeesche ondernemin
gen. Een goede voorlichtingsdienst is daar
om van het hoogsto belang. In dit verband
bepleit spr. ook emigratie van Javanen
naar andere gewesten. Verder wenscht hij
een billijke verdeel.ng van lasten naar tijds
duur en draagkracht en in verband hier
mee een eenigszins ruimere leeningspoli-
tiek. Laat men vooral niet bezuinigen op
werken, die een grooté werkverruiming
geven.
Spr. bepleit invoering van een vermogens
belasting, uitbreiding van de successiebe
lasting, progressieve heffing van de ven
nootschapsbelasting.
Bij een progressie in deze belasting zal
men juist de kleine bedrijven minder be
hoeven te belasten. Dan komt het epr. voor
dat het tijd wordt over te gaan tot een uit
voerrecht op aardolie.
Spr. maakt voorts eenige opmerkingen
ever de staatkundige verhouding tusschen
Nederland en Indië. De gezagsverhouding,
zooals die nu is, kan niet eeuwigdurend
zijn, dat moet ieder inzien. Het is een
groote fout, dat van bepaalde christelijke
zijde den godsdienst wordt samengekop
peld met de staatkunde van een bepaald
land. Afgescheiden van wat dc toekomst
brengen zal, acht spr. in de eerste plaat,
noodzakelijk een juiste toepassing van d-
huidige staatsregeling. In dit verband wijst
spr. op de noodzakelijkheid het juiste tijd
stip te kiezen waarop hier Indische zaken
besproken worden. Deze behooren allereerst
in Indie thui6.
De hetze tegen den regeeringsgemachtig
dc. die in dc rechtszaal ir. Sockarno een
hand gaf, acht spr. kleinzielig cn erger
lijk, o! had hij het beter gevonden als
deze rogeeringegemachtigdo een meer ge
reserveerde houding had aangenomen. De
minister heeft over het hoofd van den
gouverneur-generaal heen critiek uitgeoe
fend op deze wijze van handelen en de land
voogd heeft daarop een brief aan den
Volksraad geschreven. Dit alles acht spr.
onjuist, al acht hij het beter cr niet diep
op in te gaan.
Ten aanzien van de nationalistische actie
merkt de heer Joekes op, dat men deze
actie als rechtmatig moet beschouwen, zoo-
iang zij binnen de perken blijft. Uit bet
P.X.Ï.-proccs is wel gebleken, dat geen
sprake was van oen complot tegen het
wettig gezag.
Overigens is het spr. ook niet duidelijk,
waarom men niet het bestuur heeft aange
pakt, maar een 40-tal personen heeft uit
gekozen. Het optreden van de Vaderland-
sche Club acht spr. niet juist, omdat het
noódeloos prikkelt.
De leiding in Indië acht spr. zeer moei
lijk. Onder de huidige omstandigheden zal
het niet gemakkelijk zijn tot een financieel
evenwicht te komen zonder groote belan
gen te schaden. Moge Nederland in die lel
ding niet te kort schieten.
De vergadering wordt verdaagd.
UTRECHTSCHEWEG 10 TEL. 179 AMERSFOORT
Sombere onderschriften bij
vroolijke plaatjes
Humorist tegen wil en dank
Het Handelsblad schrijft:
De communistische „Tribune'* heeft het
dezer dagen hard te verantwoorden. Zij
wordt uit openbare leeszalen geweerd, cn
cr i6 een wetsontwerp in wofding dat een
.tanslag dreigt te doen op dat deel van haar
proza dat haar theïstische» Moskouschen
lastgevers het meest probeert, te behagen.
Wij hebben een vaag vermoeden hoe het
moet toegaan op de redactie van de „Tri-
bune'*. >Vant van dit Moskousche huisnr
aan kan men zeggen als van Hamlet, dat
er „method in its maJness" schuilt. Dc por
ties venijn cn gezwollenheid die er dage
lijks worden opgediend, zijn steeds van een
zelfde gekruidheid. De grofheden en scheld
woorden die den dagelykechen journalis
Heken schotel lardeeren, zijn van zorgvul
dig berekende platheid en hevigheid. Wij
etellen ons voor plat zij op dc zetterij van do
Tribune" persklaar in voorraad gereed lig
gen, in twee afdeelingen. De kast met alle
hoera-uitdrukkingen voor de zegeningen
van Moskou. En de kast niet de rijk gesor
teerde collectie verwenschingen aan het
adres van de gansche overige wereld, in
clusief de burgerlijke metaphysica, met een
uitzondering voor de zielsverwanten van
den heer L. de Visser, aangenomen dat his-
torisch-materialistische communisten zoo
iets onconcreets mogen hebben als een ziel
Maar ergens op het reductie-bureau van
de „Tribune" is bij vergissing en niemand
weet hoe, de humor binnengeslopen. En
heeft zich neergelaten op duivclsche wij
ze hadden wij gezegd indien de communis
ten aan Satan mochten gelooven in het
overigens bittere gemoed van den photo
redacteur. En nu voluekt zich een wonder
lijk proces. Dc photo-rcdactionecle ziel
wordt een mengsel van neigingen. De hu-
morduivel bestuurt dc kiezende banden en
oogen, die op prettige, opwekkende beelden
blijven rusten. Maar de bitterheids-furie
stuurt de pen die zich ontiaadt in sombere
onderschriften. Zoo zien wij een photo van
lachende jongens, vevsche recruten, die
zich naar de kazerne begeven, met hun uni-
formgoed over den sciiuuder. Een pastorale
die den humorduivel vertcedert. Maar met
een doopt de pen zich m de zwartste bitter
beid en schrijft: Zij lachen, ja, maar dat
omdat zij het revolutionnaire soldaten
boekje in hun zak dragen. Een ander beeld
Een moederhond, die op een kussen ligt en
haar jongen zoogt. De humor-duivel glim
lacht oudeilijk. Maar zooiets is niet racer
bon ton in Rusland, dat de gansche natuur
slechts waardeert in zooverre zij argumen
ten kan leveren voor den klassenstrijd. „Een
kraambed, dat hee' wat geriefelijker is dan
dat van vele arbeidersvrouwen. Deze
laatstcn zijn niet meer waard dan werk-
vee'', componeert somber de penvoerder.
Geeft acht! De levensblije helft van den
photoredacteur der „Tribune" zet ons een
lachend landschap voor uit de zonnige ber
gen en dalen van California. En onmiddel
lijk priemt de roode pen door onze illusie
niet de mededeeling dat de arbeiders deze
schoonheid alleen maar op een prentje te
zien krijgen. (Wij kennen zelfs een stuk of
wat „burgers" die nooit in Californië ge
weest zijn, maar wij durven daar haast niet
voor uit te komen!)
Wij eindigen met een slot dat pakt. Een
fce6tdisch met een oude dame in avondtoi
Iet, geflankeerd door twee heeren in rok
Snerpend schrijft de pen (in het nummer
van 21 Februari 1931. gelieve rnen wel te
onthouden): „Werkloozen die geen honge1
hebben, maar fuiven ten koste van de cl
lende der werkende massa's".
Maar de humor-duivel in de ziel van den
Tel. 352. Langettraat 43.
GOUDEN TROUW- EN
VERLOVINGSRINGEN.
MODERNE MODELLEN.
photoredacteur smelt in zijn eigen glimlach
Want de photo is die van dc huldiging van
mevrouw MannBouwmeester op18
April 1930.
Men ziet, „method in madness". Het stel
scl opent, eindeloozc verschieten. Niets belet
de „Tribune" om haar vrienden te bezwe
ren in woede te ontsteken tegen het kapi
talisme, met een begeleidende prent van
de laatste dagen van Pompei, toen de wilde
natuur geen onderscheid verkoos te maken
tusschen klassieke arbeiders en klassieke
„bourgeois''. Of met een plaatje van de En-
gelsche kroonjuweelen met de mededeeling.
dat onder het huidige regiem geen arbei
der zich kan veroorloven zooiets aan zijn
Horlogeketting te dragen.
Dat onze censoren de „Tribune" nog eens
van dezen kant mogen bezien. Misschien
zullen zij er dan toe besluiten om in de lees
zalen het vecht-orgaan der communisten in
te deelcn bij de afdeeling ontspanningslec
tuur.
Misschien met een etiket erop met bet
woord van Beaumarchais: „Je me presse do
rirc de tout... dc peur d'ètre oblige d'cn
pleurer
Vragen van den heer Zijlstra
De lieer Zijlstra heeft den minister van
binnenlandsche zaken en landbouw de vol
gendc vragen gesteld:
1. Is het den minister bekend, dat een
hoeveelheid van 8000 balen Russisch aard
appelmeel bestemd is om naar Groningen
te worden vervoerd?
2. Indien dit den minister bekend is, of
Zijn Excellentie eventueel bij onderzoek de
juistheid hiervan mocht blijken, is de mi
nister dan niet van oordeel, dat een soort
gelijke invoer, vooral indien bij groote af
metingen mocht aannemen, den onlangs
door de Tweede Kamer aangenomen maav
icgel in zake do aardappclmeelindustrie in
zijn werking ernstig zal schaden?
3. Is de regeering voornemens ter zake
maatregelen te nemen, en, zoo ja, welke?
LIBERALE OMROEP.
Gemeld wordt:
De Vereeniging van Liberale Radio-Ama
teurs (Liberale Omroep) welke dit jaar baar
algemeene vergadering te Deventer houdt
op Zaterdag 7 Maart, heeft van den minister
van Waterstaat de beschikking gekregen
ever het zendstation Huizen op Vrijdag
avond 6 Maart, teneinde dc openingsrede
van het Partijcongres der Liberale Staats
partij, welke door mr. D. Fock zal worden
uitgesproken, per radio uit te zenden. Aan
gezien deze beschikking echter verleend is
onder een belemmerende voorwaarde, heeft
het bestuur deze radiouitzending in beraad
gehouden.
DE TRIBUNE EN DE OPENBARE
LEESZALEN.
Het bestuur der Centrale Vereeniging van
Openbare Leeszalen heeft zich in zijn ver
gadering van Zaterdag vereenigd met de
meening van den inspecteur, dat het dag
blad De Tribune als moreel schadelijke lec
tuur moet worden beschouwd en dus vol
gens artikel 4 der rijkssubsidievoorwaarden
uit de openbare leeszalen moet worden ge
weerd.
Prins Hendrik cn de groothertog
yan Luxemburg onder de
aanwezigen
Onder zeer veel belangstelling heeft
Maandagmiddag op de begraafplaats Wee-
terveld te Velsen de teraardebestelling
piaats gehad van het stoffelijk overschot
van jhr. M J. Th. van de Poll, jagermeester
b. d. van de Koningin, cereridder van do
Balijo Brandenburg der Johanniter ords,
overleden in Den Haag.
Aanwezig waren Prins Hendrik der Ne
derlanden met zijn adjvdant, kolonel jhr.
W. Laraan Trip; Prins Felix do Bourbon,
groothertog van Luxemburg, (de overlede
ne woonde op het kasteel SchÖnfele in Lu
xemburg); de heer M. W. R. van Vollenho
ven, oud-gezant van Nederland te Madrid,
en mevrouw van Vollcnhoven, geboren
Prinses de Bourbon; de Spaansche gezant
te 's-Gravonhage, graaf De Pradère; de Bel-
gische gezant in Den Haag, do heer Cln
Maskens; de zaakgelastigde voor Luxem
burg in Den Haag, de heer Fr. de Colnet
d Huart: en tal van andere autoriteiten be«
hoorendo bij de hofhouding, vertegenwoor-'
digers dor Johanniter orde, Balije van
Utrecht enz.
In de aula der begraafplaats, waai de
kist met het stoffelijk overschot stond te
midden van een schat van bloemstukke»,
heeft Pharrer Bertheau, predikant te Kö-
sen in Luxemburg, gesproken. Na hot vo
tum en een gebed, la6 hij Jesaja 55 8 en
9, naar aanleiding van welke woorden hij
een rede hield cn er op wees, dat de over
ledene nog betrekkelijk jong is weggeno
men. Deze was eertijds de vreugde zijner
ouders en rtu nog van zijn ouden vader, dio
in Luxemburg wonende, niet naar hier kon
komen en nu dit groote leed moest onder
gaan. Maar ook de menschen mochten den
overledene gaarne en zij die hem kenden,
hingen hem aan met grooto genegenheid
cn waren dankbaar, zijn vriendschap to
hebben mogen genieten. De vele bloemstuk
ken getuigden van die vriendschap. Sp*\
zeidc dat God den overledene nu in zijn
schoot had opgenomen.
Hierna speeldo het orgel „Wie sie so
sanft Ruhe" van Benneken, waarop do
broeder van den overledene, jhr. A. v.
Poll, wethouder van Heemstede, in de eer
ste plaats prins Felix van Luxemburg
dankte voor diens aanwezigheid en voor do
groote sympathie, den overledene betoond;
vervolgens Prins Hendrik, in wiens aanwe
zigheid spr. ook een bewijs van groote ge
negenheid zag voor zijn broeder cn tension
te allen voor do belangstelling.
Pharrer Bertlieau sprak hierop een ze-
genwensch uit over het stoffelijk overschot,
dat onder de tonen van „Was mein Gotfc
will, das g'scheh alzeit* van Bach werd uit
gedragen. Nadat het stoffelijk overschot in
de groeve was neergelaten, sprak de predi
kant daarover den Oud-Testamentischen
zegen uit, waarop de familieleden, Prine
Hendrik, Prins Felix en anderen bloemen
op het graf strooiden.
Bij de bloemstukken was er een van
groothertogin Charlotte van Luxemburg en
haar gemaal, van de houtvesterij GorteL
den Spaansohcn gezant, den Bolgischen ge
zant enz.
(N. R. Crt)..
KONINKLIJKE GIFTEN VOOR DE
SYNODALE FONDSEN.
De Algemeene, Synode der Nederlandsch
Hervormde Kerk heeft ook dit jaar weder
van de Koningin tweo giften voor de
Synodale fondsen ontvangen, t.w. 2000 ten
behoeve van het Fonds voor Noodlijdende
kerken en personen cn 750 voor het Fonds
ter voorziening in de geestelijke behoeften
der gemeente, waar eigen middelen ont
breken.
De waarde van den mensch ligt niet in
zijn hebben, óók niet in zijn kunnen of
weten, maar in zijn zedelijk z ij n.
(„Ueber den Tod hinaus'
Roman van AXNY VON PANHüYS.
Uit het Duitscli door
W. H. C. BOULLAARD.
43
..Och kom! Vrouwen kunnen haar mond
toch niet houden", zei hij verachtelijk en op
ruwen toon."
„Nu doet u het of niet?" Walter stond op
Een paar seconden staarde von Weiden
in dof stilzwijgen voor zich heen en stond
toen langzaam op. „Geef mij uw woord van
eer, dat niemand behalve de beide dames
het stuk zien cn dat die twee zullen zwij
gen."
„Mijn woord van eer is voor iemand als u
eigenlijk te goed'. antwoordde Zernikow
„maar niettemin geef ik het u."
Een oogenblik scheen von Weiden nog
met zich zelf in tweestrijd, toen ging hij
Zernikow voor naar zijn werkkamer
„Ik zal di:teercn", reide deze kortaf.
Von Weiden nam aan zijn schrijftafel
plaats en eenige minuten later verliet Wal
ter' het huis met een schriftelijke verklarino
in zijn portefeuille, die hem in mevrouw
Berner's oogen glansrijk zou moeten recht
vaardigen. Wanneer zij dit had gelezen, dan
zou ze weten, dat hij in geen enkel opzicht
schuld had aan de bewusteloosheid en den
&orf. daarop gevolgden dood yen baai- man.
Langzaam liep bij naar het huis van den
advocaat, om zijn meisje af te halen.
In tusschen zat von Weiden geheel ver
pletterd in zijn kamer. Hij vormde hel plan
Schneiditz voor goed te verlaten, want hoe
zou hij het ooit durven wagen, de vrouw of
de dochter van den doodc onder de oogen
te komen. Neen, hij moest weg en zoo gauw
mogelijk ook, hij zou voor'zijn ouden dag
naar een nieuwe woonplaats uitzien.
Nauwelijks had Else den advocaat haar
belangen voorgedragen, of deze riep blij
„Goddank, nu denk ik wel, dat wij spoedig
zullen weten, waar het verdwenen geld ia'
Het meisje keek hem mateloos verbaasd
aan. Ze begreep geen syllabe van wat hij ze*
cn uitte zich da» ook in dien zin.
Stern glimlachte. „Ik heb zoo'n idee, da*
het portret met die geldkwestie in verband
staat, ten minste, ik kreeg die gedachte toen
de bankdirecteur vandaag bij mij was."
„En zou ik ook rnogen weten, waarom u
die gedachte kreeg?"
.Natuurlijk moogt u dat weten", antwoord
do hij vriendelijk, terwijl hij Else, die naas»
zijn schrijftafel zat, over zijn brilleglazen
vriendelijk aankeek. „Mijnheer Pohl vertel
de mij namelijk die geheimzinnige geschio
denis van de lamp, die was blijven branden
en van het bankbiljet van duizend mark, en
toen viel me in dat er op de een of andere
wijze samenhang moest bestaan tusschen
deze geschiedenis, het vermiste geld en een
door wijlen uw vader bij mij gedeponeerde
verzegelde enveloppe."
„Heeft mijn vader een verzegelde enve
loppe bij u gedeponeerd?" vroeg Else met
grenzelooze verbazing. „Maar waarom hebt
u ons dat niet dadelijk gezegd?"
„Omdat ik dat niet mocht doen, uw
vader jvenschte het bief.'1
„En als vader het niet wonschte, waar
om spreekt u er dan nu over?"
Else schudde het hoofd en wachtte met
ongeduld op het antwoord, dat ook spoe
dig kwam.
„Omdat ik nu toi spreken gerechtigd
ben", zei de advocaat opgewekt, want zijn
nieuwsgierigheid om te weten te komen
wat wel de inhoud van de enveloppe zou
zijn, plaagde hem meer cn meer. „Ja nu
mag ik 6preken. Uw vader verlangde, dat
ik tegenover niemand iets van het bestaan
der enveloppe zou doen verluiden, zelfs
dan niet wanneer na zijn dood voor zijn
gezin ol' voor mij veel onverklaarbaar of
opvallend zou toeschijnen. U weet, dat dit
door bet verdwijnen van het geld inder
daad het geval was en eigenlijk nog is."
Toen werd zijn toon zakelijker. „Dus,
juffrouw Berner, u wenscht mij thans op
te dragen, het portret van uw overleden
vader voor u te reclameeren, niet waar?"
„Ja, mijnheer Stern."
Dan is het oogenblik aangebroken, dat
het mijn plicht is, de mij door wijlen uw
vader in bewaring gegt^n enveloppe met
het opschrift: „Mijn laatste wensen" te ope
nen. Het zegel dezer enveloppe mag name
lijk slechts verbroken worden vanneer een
of beide leden van het gezin het portret
voor zich opeischt. Zou die opeisching niet
plaats hebben gehad, dan mocht de enve
loppe eerst zes maanden na den dood van
den erflater worden geopend."
Else was Ueelemaal in de war door het
geen zij had vernomen. Wat zou toch wel
de bedoeling zijn van dien laatsten wensch
haars vadere. Zou er werkelijk iet6 in staan
over het vermiste geld? Het scheen, dat
haar gezicht al te duidelijk haar gedach
te» weerspiegeld^ want Stern Bei glim
lachend: „Nu nog een beetje geduld, dan
leeren we den laatsten wensch van wijlen
uw vader kennen."
Hij streek zich over zijn sterk gedunde
haar: „Ik geloof, dat het 't beste zal zijn,
juffrouw Berner, dat u naar huis gaat en
uw moeder inlicht omtrent hetgeen u hier
hebt vernomen. Na mijn spreekuur zal ik
mij dan veroorloven met de enveloppe bij
haar te komen."
Het jonge meisje 6temdc met. het voor
stel in en nam met een eriendelijken hand
druk afscheid.
Juist toen Else uit de huisdeur kwam,
ontmoette zij Walter.
„Heb je alles afgedaan, lieveling?" vroeg
hij teeder en terwijl zij naast den rijzigen,
stevig gebouwden man door de zich reeds
in duisternis bullende 6traten liep, vertel
de zij hem wat ze zooeven bij den advocaat
had gehoord en zij wisselden daarover on
derling van gedachten. Walter dacht in
stilte, dat het vandaag wel een dag van
verrassingen voor de beide vrouwen was,
want ook hij had haar een belangrijke
mededeeling te doen. Voorzichtig tastte hij
naar zijn portefeuille, waarin de schrifte
lijke bekentenis van Von Weiden was op
geborgen. Ja, vandaag nog zouden me
vrouw Berner en Else vernemen wat er
zich in dien nacht afspeelde. Mevrouw Ber
ner kon dan wel niet anders dan haar wan
trouwen voor goed begraven.
Wat een gelukkig gevoel van rust ver
schafte hem het bezit van het papier, dat
hij Von Weiden gedwongen had hem ter
hand te stellen. Ja, dat wantrouwen van
mevrouw Berner had hem erg gehinderd
en diep gegriefd. Als iets drukkends had
hij het voortdurend gevoeld sinds de pro-
feeeor flUarf, maas m kon bij bat
afwerpen. Goddank, dat het nu zoover was,
dacht hij in stilte met blijdschap, want hij
achtte hetgeen hij den beiden vrouwen te
vertellen had van veel, veel grooter ge
wicht, dan wat Else van den advocaat had
vernomen.
Thuisgekomen, verzocht het meisje hem
in de woonkamer op haar te wachten. Zij
gunde zich den tijd niet hoed en mantel af
te leggen, maar holde dadelijk naar de ka
mer harer moeder, waar deze nog op don
Jivan half slapend, half wakker uitge
strekt lag.
Zij schrok van Else's haastig binnenko
men. Een beetje geërgerd over de stoornis
sloeg ze de lange wimpers, cie als zijden
franje haar oogen omgaven, op.
„Else, een andermaal heb ik liever, dat
je eerst voorzichtig klopt."
„Ik hebt 't vergeten, moeder, want het
nieuws, dat ik meebreng, laat in mijn her
sens geen ruimte om aan iets anders te
denken."
Mevrouw Berner maakte een onverschil
lige beweging en trok bet zijden kussen,
waarop haar hoofd lag, recht. „Ik maak
me van je nieuwe geen grooto illusie."
„Luister dan even, moeder, dan zult u
zeker van oordeel veranderen."
„Voor het oogenblik interesseert mij uit
sluitend te weten, waar het geld is geble
ven", zei ze op eenigszins geprikkelde»
toon.
„Nu, dat zult u heel gauw vernemen!"
Met een ruk zat mevrouw Berner over
eind en vol spanning keek ze naar haar
dochter.
V
.(Wprdt yervolgd^