AMEDSFQOHTSCH DAGBLAD Willem Groenhuizen Zijn Laatste Wensch Woensdag 25 Februari 1931 „DE EEMIANDER- 29e Jaargang No. 202 DE INDISCHE BEGROOTING N.V. COMPAGNIE LYONNAISE MODERNE TWEED-REGENMANTELS DE TRIBUNE EN HAAR FOTOPAGINA JUWELIER INVOER VAN AARDAPPEL MEEL TERAARDEBESTELLING VANJhr. M. J. Th.v.d.POLt TWEEDE KAMER Een briefdie ambtelijk incorrect en in hooge mate ontoelaaU baar was Wenschen van den heer Joekes Voortgezet wordt de behandeling der In dische begrooting. De heer Feber acht den tijd voor al- geheele herziening der Indische staatsrege ling nog niet gekomen en betoogt, dat do heer Cramer met zijn conclusie, dat do synthese tusschen den Indischen en Neder landschen geest slechts mogelijk is na be eindiging der bestaande gozagsverhoudin gen, zich stelt op het extremistische stand punt, terwijl volgens spreker het Neder- ïandsche gezag nog langen tijd moet wor den gehandhaafd en onder geen beding den indruk van slapheid mag maken. Sprekei laakt het financieel optimisme der Indische legoerïng, dat tot een onjuiste begrooting leidde, doch gelukkig plaats maakte voor een beter inrichting en hij dringt aan op krachtige bezuiniging. Spieker waarschuwt tegen te vlotte les- iiingspolitick en dringt aan op betere stabi liseeriiigspolitiek. De heer Col ij n bepleit een politiek van samenwerking. Hij spreekt zijn teleurstel ling uit over den slappen gang van bestuurs hervorming en waarschuwt voldoende reke ning te houden met ethnólogische minder heden. Wat de financiën betreft, acht spre ker geen reden aanwezig tot ongerustheid, mits een zeer voorzichtige financieelc poli tik wordt gevoerd. Dc heer C o i ij n bepleit bevordering van dc Zondagsrust door de regeering in haar eigen ondernemingen. Spr. kornt clan tot den brief van den gou verneur-generaal aan den Volksraad over de houding van den regeeringsgemachtigdc. Op die houding zelve gaat spr. niet in, maar wel wil hij zijn oordeel uitspreken over den brief van den gouverneur-gene- ■i-aal. Spr. acht dien ambtelijk incorrect cn 'n hooge mate ontoelaatbaar. Laat dc mi nister nu deze zaak maar verder laten rus ten; het is spr. er niet om te doen dat de minister een verklaring geeft over den gou verneur-generaal zooals de gouv.-gen. gesge ven heeft over den minister. Het is voor spr. voldoende, dat uit deze Kamer vrijwel unaniem afkeuring over den brief is uit gesproken. De heer ter Laan (S.D.A.P.) betoogt, dat hij bezuinigingen de ambtenaarssalaris sen onaangetast moeten blijven zoolang de militaire uitgaven zoo hoog blijven. Een maal verkregen rechten mogen niet worden aangetast en de salarissen mogen niet tot sluitpost van de begrooting worden ge maakt. De heer Jockcs (V.D.) brengt in berin- nering de Mcmpi-ramp en vindt, dat de voorzitter der Kamer torecht woorden van •deernis jegens de bevolking heeft gespro ken. Spr. komt dan op de crisis cn wijst er op, dat in 1930 dc ontvangsten der spoor- en tramwegen op Java met 18 pet. zijn te- ïuggeloopen. Dit beschouwt hij als een goe den graadmeter voor den economische» toe stand. Ook al zullen de ontvangsten mee vallen, dan nog is het zeker, dat een aan merkelijk tekort zal blijven. De begrotings cijfers hebben veel aanleiding gegeven tot critiek, maar wil men billijk zijn, dan dient men te bedenken, dat dc ramingen in In- dië plaats hebben in het begin van het jaar, voorafgaande aan bet dienstjaar. Na deze ramingen zijn de prijzen der produc ten belangrijk gedaald Intusscben dient nu het budget sluitend te worden gemaakt zonder overdreven besnoeiing. Tot pessi misme is immers geen reden. In vergelij king met de producten van andere landen nemen de Indische producten nog een gun stige positie in. Deze prijzen zullen stijgen rmdat zij nu bcnoden productieprijs ge daald zijn. Do regeering neme geen maat regelen ora bepaalde groepen van produc ten te bevoordeelen. De inlandsche land bouw breidt zich gelukkig de laatste ja ren meer en meer uit. Sinds 1924 overtreft de export van producten van inlandschcn landbouw in do buitengewesten die van producten van Europeesche ondernemin gen. Een goede voorlichtingsdienst is daar om van het hoogsto belang. In dit verband bepleit spr. ook emigratie van Javanen naar andere gewesten. Verder wenscht hij een billijke verdeel.ng van lasten naar tijds duur en draagkracht en in verband hier mee een eenigszins ruimere leeningspoli- tiek. Laat men vooral niet bezuinigen op werken, die een grooté werkverruiming geven. Spr. bepleit invoering van een vermogens belasting, uitbreiding van de successiebe lasting, progressieve heffing van de ven nootschapsbelasting. Bij een progressie in deze belasting zal men juist de kleine bedrijven minder be hoeven te belasten. Dan komt het epr. voor dat het tijd wordt over te gaan tot een uit voerrecht op aardolie. Spr. maakt voorts eenige opmerkingen ever de staatkundige verhouding tusschen Nederland en Indië. De gezagsverhouding, zooals die nu is, kan niet eeuwigdurend zijn, dat moet ieder inzien. Het is een groote fout, dat van bepaalde christelijke zijde den godsdienst wordt samengekop peld met de staatkunde van een bepaald land. Afgescheiden van wat dc toekomst brengen zal, acht spr. in de eerste plaat, noodzakelijk een juiste toepassing van d- huidige staatsregeling. In dit verband wijst spr. op de noodzakelijkheid het juiste tijd stip te kiezen waarop hier Indische zaken besproken worden. Deze behooren allereerst in Indie thui6. De hetze tegen den regeeringsgemachtig dc. die in dc rechtszaal ir. Sockarno een hand gaf, acht spr. kleinzielig cn erger lijk, o! had hij het beter gevonden als deze rogeeringegemachtigdo een meer ge reserveerde houding had aangenomen. De minister heeft over het hoofd van den gouverneur-generaal heen critiek uitgeoe fend op deze wijze van handelen en de land voogd heeft daarop een brief aan den Volksraad geschreven. Dit alles acht spr. onjuist, al acht hij het beter cr niet diep op in te gaan. Ten aanzien van de nationalistische actie merkt de heer Joekes op, dat men deze actie als rechtmatig moet beschouwen, zoo- iang zij binnen de perken blijft. Uit bet P.X.Ï.-proccs is wel gebleken, dat geen sprake was van oen complot tegen het wettig gezag. Overigens is het spr. ook niet duidelijk, waarom men niet het bestuur heeft aange pakt, maar een 40-tal personen heeft uit gekozen. Het optreden van de Vaderland- sche Club acht spr. niet juist, omdat het noódeloos prikkelt. De leiding in Indië acht spr. zeer moei lijk. Onder de huidige omstandigheden zal het niet gemakkelijk zijn tot een financieel evenwicht te komen zonder groote belan gen te schaden. Moge Nederland in die lel ding niet te kort schieten. De vergadering wordt verdaagd. UTRECHTSCHEWEG 10 TEL. 179 AMERSFOORT Sombere onderschriften bij vroolijke plaatjes Humorist tegen wil en dank Het Handelsblad schrijft: De communistische „Tribune'* heeft het dezer dagen hard te verantwoorden. Zij wordt uit openbare leeszalen geweerd, cn cr i6 een wetsontwerp in wofding dat een .tanslag dreigt te doen op dat deel van haar proza dat haar theïstische» Moskouschen lastgevers het meest probeert, te behagen. Wij hebben een vaag vermoeden hoe het moet toegaan op de redactie van de „Tri- bune'*. >Vant van dit Moskousche huisnr aan kan men zeggen als van Hamlet, dat er „method in its maJness" schuilt. Dc por ties venijn cn gezwollenheid die er dage lijks worden opgediend, zijn steeds van een zelfde gekruidheid. De grofheden en scheld woorden die den dagelykechen journalis Heken schotel lardeeren, zijn van zorgvul dig berekende platheid en hevigheid. Wij etellen ons voor plat zij op dc zetterij van do Tribune" persklaar in voorraad gereed lig gen, in twee afdeelingen. De kast met alle hoera-uitdrukkingen voor de zegeningen van Moskou. En de kast niet de rijk gesor teerde collectie verwenschingen aan het adres van de gansche overige wereld, in clusief de burgerlijke metaphysica, met een uitzondering voor de zielsverwanten van den heer L. de Visser, aangenomen dat his- torisch-materialistische communisten zoo iets onconcreets mogen hebben als een ziel Maar ergens op het reductie-bureau van de „Tribune" is bij vergissing en niemand weet hoe, de humor binnengeslopen. En heeft zich neergelaten op duivclsche wij ze hadden wij gezegd indien de communis ten aan Satan mochten gelooven in het overigens bittere gemoed van den photo redacteur. En nu voluekt zich een wonder lijk proces. Dc photo-rcdactionecle ziel wordt een mengsel van neigingen. De hu- morduivel bestuurt dc kiezende banden en oogen, die op prettige, opwekkende beelden blijven rusten. Maar de bitterheids-furie stuurt de pen die zich ontiaadt in sombere onderschriften. Zoo zien wij een photo van lachende jongens, vevsche recruten, die zich naar de kazerne begeven, met hun uni- formgoed over den sciiuuder. Een pastorale die den humorduivel vertcedert. Maar met een doopt de pen zich m de zwartste bitter beid en schrijft: Zij lachen, ja, maar dat omdat zij het revolutionnaire soldaten boekje in hun zak dragen. Een ander beeld Een moederhond, die op een kussen ligt en haar jongen zoogt. De humor-duivel glim lacht oudeilijk. Maar zooiets is niet racer bon ton in Rusland, dat de gansche natuur slechts waardeert in zooverre zij argumen ten kan leveren voor den klassenstrijd. „Een kraambed, dat hee' wat geriefelijker is dan dat van vele arbeidersvrouwen. Deze laatstcn zijn niet meer waard dan werk- vee'', componeert somber de penvoerder. Geeft acht! De levensblije helft van den photoredacteur der „Tribune" zet ons een lachend landschap voor uit de zonnige ber gen en dalen van California. En onmiddel lijk priemt de roode pen door onze illusie niet de mededeeling dat de arbeiders deze schoonheid alleen maar op een prentje te zien krijgen. (Wij kennen zelfs een stuk of wat „burgers" die nooit in Californië ge weest zijn, maar wij durven daar haast niet voor uit te komen!) Wij eindigen met een slot dat pakt. Een fce6tdisch met een oude dame in avondtoi Iet, geflankeerd door twee heeren in rok Snerpend schrijft de pen (in het nummer van 21 Februari 1931. gelieve rnen wel te onthouden): „Werkloozen die geen honge1 hebben, maar fuiven ten koste van de cl lende der werkende massa's". Maar de humor-duivel in de ziel van den Tel. 352. Langettraat 43. GOUDEN TROUW- EN VERLOVINGSRINGEN. MODERNE MODELLEN. photoredacteur smelt in zijn eigen glimlach Want de photo is die van dc huldiging van mevrouw MannBouwmeester op18 April 1930. Men ziet, „method in madness". Het stel scl opent, eindeloozc verschieten. Niets belet de „Tribune" om haar vrienden te bezwe ren in woede te ontsteken tegen het kapi talisme, met een begeleidende prent van de laatste dagen van Pompei, toen de wilde natuur geen onderscheid verkoos te maken tusschen klassieke arbeiders en klassieke „bourgeois''. Of met een plaatje van de En- gelsche kroonjuweelen met de mededeeling. dat onder het huidige regiem geen arbei der zich kan veroorloven zooiets aan zijn Horlogeketting te dragen. Dat onze censoren de „Tribune" nog eens van dezen kant mogen bezien. Misschien zullen zij er dan toe besluiten om in de lees zalen het vecht-orgaan der communisten in te deelcn bij de afdeeling ontspanningslec tuur. Misschien met een etiket erop met bet woord van Beaumarchais: „Je me presse do rirc de tout... dc peur d'ètre oblige d'cn pleurer Vragen van den heer Zijlstra De lieer Zijlstra heeft den minister van binnenlandsche zaken en landbouw de vol gendc vragen gesteld: 1. Is het den minister bekend, dat een hoeveelheid van 8000 balen Russisch aard appelmeel bestemd is om naar Groningen te worden vervoerd? 2. Indien dit den minister bekend is, of Zijn Excellentie eventueel bij onderzoek de juistheid hiervan mocht blijken, is de mi nister dan niet van oordeel, dat een soort gelijke invoer, vooral indien bij groote af metingen mocht aannemen, den onlangs door de Tweede Kamer aangenomen maav icgel in zake do aardappclmeelindustrie in zijn werking ernstig zal schaden? 3. Is de regeering voornemens ter zake maatregelen te nemen, en, zoo ja, welke? LIBERALE OMROEP. Gemeld wordt: De Vereeniging van Liberale Radio-Ama teurs (Liberale Omroep) welke dit jaar baar algemeene vergadering te Deventer houdt op Zaterdag 7 Maart, heeft van den minister van Waterstaat de beschikking gekregen ever het zendstation Huizen op Vrijdag avond 6 Maart, teneinde dc openingsrede van het Partijcongres der Liberale Staats partij, welke door mr. D. Fock zal worden uitgesproken, per radio uit te zenden. Aan gezien deze beschikking echter verleend is onder een belemmerende voorwaarde, heeft het bestuur deze radiouitzending in beraad gehouden. DE TRIBUNE EN DE OPENBARE LEESZALEN. Het bestuur der Centrale Vereeniging van Openbare Leeszalen heeft zich in zijn ver gadering van Zaterdag vereenigd met de meening van den inspecteur, dat het dag blad De Tribune als moreel schadelijke lec tuur moet worden beschouwd en dus vol gens artikel 4 der rijkssubsidievoorwaarden uit de openbare leeszalen moet worden ge weerd. Prins Hendrik cn de groothertog yan Luxemburg onder de aanwezigen Onder zeer veel belangstelling heeft Maandagmiddag op de begraafplaats Wee- terveld te Velsen de teraardebestelling piaats gehad van het stoffelijk overschot van jhr. M J. Th. van de Poll, jagermeester b. d. van de Koningin, cereridder van do Balijo Brandenburg der Johanniter ords, overleden in Den Haag. Aanwezig waren Prins Hendrik der Ne derlanden met zijn adjvdant, kolonel jhr. W. Laraan Trip; Prins Felix do Bourbon, groothertog van Luxemburg, (de overlede ne woonde op het kasteel SchÖnfele in Lu xemburg); de heer M. W. R. van Vollenho ven, oud-gezant van Nederland te Madrid, en mevrouw van Vollcnhoven, geboren Prinses de Bourbon; de Spaansche gezant te 's-Gravonhage, graaf De Pradère; de Bel- gische gezant in Den Haag, do heer Cln Maskens; de zaakgelastigde voor Luxem burg in Den Haag, de heer Fr. de Colnet d Huart: en tal van andere autoriteiten be« hoorendo bij de hofhouding, vertegenwoor-' digers dor Johanniter orde, Balije van Utrecht enz. In de aula der begraafplaats, waai de kist met het stoffelijk overschot stond te midden van een schat van bloemstukke», heeft Pharrer Bertheau, predikant te Kö- sen in Luxemburg, gesproken. Na hot vo tum en een gebed, la6 hij Jesaja 55 8 en 9, naar aanleiding van welke woorden hij een rede hield cn er op wees, dat de over ledene nog betrekkelijk jong is weggeno men. Deze was eertijds de vreugde zijner ouders en rtu nog van zijn ouden vader, dio in Luxemburg wonende, niet naar hier kon komen en nu dit groote leed moest onder gaan. Maar ook de menschen mochten den overledene gaarne en zij die hem kenden, hingen hem aan met grooto genegenheid cn waren dankbaar, zijn vriendschap to hebben mogen genieten. De vele bloemstuk ken getuigden van die vriendschap. Sp*\ zeidc dat God den overledene nu in zijn schoot had opgenomen. Hierna speeldo het orgel „Wie sie so sanft Ruhe" van Benneken, waarop do broeder van den overledene, jhr. A. v. Poll, wethouder van Heemstede, in de eer ste plaats prins Felix van Luxemburg dankte voor diens aanwezigheid en voor do groote sympathie, den overledene betoond; vervolgens Prins Hendrik, in wiens aanwe zigheid spr. ook een bewijs van groote ge negenheid zag voor zijn broeder cn tension te allen voor do belangstelling. Pharrer Bertlieau sprak hierop een ze- genwensch uit over het stoffelijk overschot, dat onder de tonen van „Was mein Gotfc will, das g'scheh alzeit* van Bach werd uit gedragen. Nadat het stoffelijk overschot in de groeve was neergelaten, sprak de predi kant daarover den Oud-Testamentischen zegen uit, waarop de familieleden, Prine Hendrik, Prins Felix en anderen bloemen op het graf strooiden. Bij de bloemstukken was er een van groothertogin Charlotte van Luxemburg en haar gemaal, van de houtvesterij GorteL den Spaansohcn gezant, den Bolgischen ge zant enz. (N. R. Crt).. KONINKLIJKE GIFTEN VOOR DE SYNODALE FONDSEN. De Algemeene, Synode der Nederlandsch Hervormde Kerk heeft ook dit jaar weder van de Koningin tweo giften voor de Synodale fondsen ontvangen, t.w. 2000 ten behoeve van het Fonds voor Noodlijdende kerken en personen cn 750 voor het Fonds ter voorziening in de geestelijke behoeften der gemeente, waar eigen middelen ont breken. De waarde van den mensch ligt niet in zijn hebben, óók niet in zijn kunnen of weten, maar in zijn zedelijk z ij n. („Ueber den Tod hinaus' Roman van AXNY VON PANHüYS. Uit het Duitscli door W. H. C. BOULLAARD. 43 ..Och kom! Vrouwen kunnen haar mond toch niet houden", zei hij verachtelijk en op ruwen toon." „Nu doet u het of niet?" Walter stond op Een paar seconden staarde von Weiden in dof stilzwijgen voor zich heen en stond toen langzaam op. „Geef mij uw woord van eer, dat niemand behalve de beide dames het stuk zien cn dat die twee zullen zwij gen." „Mijn woord van eer is voor iemand als u eigenlijk te goed'. antwoordde Zernikow „maar niettemin geef ik het u." Een oogenblik scheen von Weiden nog met zich zelf in tweestrijd, toen ging hij Zernikow voor naar zijn werkkamer „Ik zal di:teercn", reide deze kortaf. Von Weiden nam aan zijn schrijftafel plaats en eenige minuten later verliet Wal ter' het huis met een schriftelijke verklarino in zijn portefeuille, die hem in mevrouw Berner's oogen glansrijk zou moeten recht vaardigen. Wanneer zij dit had gelezen, dan zou ze weten, dat hij in geen enkel opzicht schuld had aan de bewusteloosheid en den &orf. daarop gevolgden dood yen baai- man. Langzaam liep bij naar het huis van den advocaat, om zijn meisje af te halen. In tusschen zat von Weiden geheel ver pletterd in zijn kamer. Hij vormde hel plan Schneiditz voor goed te verlaten, want hoe zou hij het ooit durven wagen, de vrouw of de dochter van den doodc onder de oogen te komen. Neen, hij moest weg en zoo gauw mogelijk ook, hij zou voor'zijn ouden dag naar een nieuwe woonplaats uitzien. Nauwelijks had Else den advocaat haar belangen voorgedragen, of deze riep blij „Goddank, nu denk ik wel, dat wij spoedig zullen weten, waar het verdwenen geld ia' Het meisje keek hem mateloos verbaasd aan. Ze begreep geen syllabe van wat hij ze* cn uitte zich da» ook in dien zin. Stern glimlachte. „Ik heb zoo'n idee, da* het portret met die geldkwestie in verband staat, ten minste, ik kreeg die gedachte toen de bankdirecteur vandaag bij mij was." „En zou ik ook rnogen weten, waarom u die gedachte kreeg?" .Natuurlijk moogt u dat weten", antwoord do hij vriendelijk, terwijl hij Else, die naas» zijn schrijftafel zat, over zijn brilleglazen vriendelijk aankeek. „Mijnheer Pohl vertel de mij namelijk die geheimzinnige geschio denis van de lamp, die was blijven branden en van het bankbiljet van duizend mark, en toen viel me in dat er op de een of andere wijze samenhang moest bestaan tusschen deze geschiedenis, het vermiste geld en een door wijlen uw vader bij mij gedeponeerde verzegelde enveloppe." „Heeft mijn vader een verzegelde enve loppe bij u gedeponeerd?" vroeg Else met grenzelooze verbazing. „Maar waarom hebt u ons dat niet dadelijk gezegd?" „Omdat ik dat niet mocht doen, uw vader jvenschte het bief.'1 „En als vader het niet wonschte, waar om spreekt u er dan nu over?" Else schudde het hoofd en wachtte met ongeduld op het antwoord, dat ook spoe dig kwam. „Omdat ik nu toi spreken gerechtigd ben", zei de advocaat opgewekt, want zijn nieuwsgierigheid om te weten te komen wat wel de inhoud van de enveloppe zou zijn, plaagde hem meer cn meer. „Ja nu mag ik 6preken. Uw vader verlangde, dat ik tegenover niemand iets van het bestaan der enveloppe zou doen verluiden, zelfs dan niet wanneer na zijn dood voor zijn gezin ol' voor mij veel onverklaarbaar of opvallend zou toeschijnen. U weet, dat dit door bet verdwijnen van het geld inder daad het geval was en eigenlijk nog is." Toen werd zijn toon zakelijker. „Dus, juffrouw Berner, u wenscht mij thans op te dragen, het portret van uw overleden vader voor u te reclameeren, niet waar?" „Ja, mijnheer Stern." Dan is het oogenblik aangebroken, dat het mijn plicht is, de mij door wijlen uw vader in bewaring gegt^n enveloppe met het opschrift: „Mijn laatste wensen" te ope nen. Het zegel dezer enveloppe mag name lijk slechts verbroken worden vanneer een of beide leden van het gezin het portret voor zich opeischt. Zou die opeisching niet plaats hebben gehad, dan mocht de enve loppe eerst zes maanden na den dood van den erflater worden geopend." Else was Ueelemaal in de war door het geen zij had vernomen. Wat zou toch wel de bedoeling zijn van dien laatsten wensch haars vadere. Zou er werkelijk iet6 in staan over het vermiste geld? Het scheen, dat haar gezicht al te duidelijk haar gedach te» weerspiegeld^ want Stern Bei glim lachend: „Nu nog een beetje geduld, dan leeren we den laatsten wensch van wijlen uw vader kennen." Hij streek zich over zijn sterk gedunde haar: „Ik geloof, dat het 't beste zal zijn, juffrouw Berner, dat u naar huis gaat en uw moeder inlicht omtrent hetgeen u hier hebt vernomen. Na mijn spreekuur zal ik mij dan veroorloven met de enveloppe bij haar te komen." Het jonge meisje 6temdc met. het voor stel in en nam met een eriendelijken hand druk afscheid. Juist toen Else uit de huisdeur kwam, ontmoette zij Walter. „Heb je alles afgedaan, lieveling?" vroeg hij teeder en terwijl zij naast den rijzigen, stevig gebouwden man door de zich reeds in duisternis bullende 6traten liep, vertel de zij hem wat ze zooeven bij den advocaat had gehoord en zij wisselden daarover on derling van gedachten. Walter dacht in stilte, dat het vandaag wel een dag van verrassingen voor de beide vrouwen was, want ook hij had haar een belangrijke mededeeling te doen. Voorzichtig tastte hij naar zijn portefeuille, waarin de schrifte lijke bekentenis van Von Weiden was op geborgen. Ja, vandaag nog zouden me vrouw Berner en Else vernemen wat er zich in dien nacht afspeelde. Mevrouw Ber ner kon dan wel niet anders dan haar wan trouwen voor goed begraven. Wat een gelukkig gevoel van rust ver schafte hem het bezit van het papier, dat hij Von Weiden gedwongen had hem ter hand te stellen. Ja, dat wantrouwen van mevrouw Berner had hem erg gehinderd en diep gegriefd. Als iets drukkends had hij het voortdurend gevoeld sinds de pro- feeeor flUarf, maas m kon bij bat afwerpen. Goddank, dat het nu zoover was, dacht hij in stilte met blijdschap, want hij achtte hetgeen hij den beiden vrouwen te vertellen had van veel, veel grooter ge wicht, dan wat Else van den advocaat had vernomen. Thuisgekomen, verzocht het meisje hem in de woonkamer op haar te wachten. Zij gunde zich den tijd niet hoed en mantel af te leggen, maar holde dadelijk naar de ka mer harer moeder, waar deze nog op don Jivan half slapend, half wakker uitge strekt lag. Zij schrok van Else's haastig binnenko men. Een beetje geërgerd over de stoornis sloeg ze de lange wimpers, cie als zijden franje haar oogen omgaven, op. „Else, een andermaal heb ik liever, dat je eerst voorzichtig klopt." „Ik hebt 't vergeten, moeder, want het nieuws, dat ik meebreng, laat in mijn her sens geen ruimte om aan iets anders te denken." Mevrouw Berner maakte een onverschil lige beweging en trok bet zijden kussen, waarop haar hoofd lag, recht. „Ik maak me van je nieuwe geen grooto illusie." „Luister dan even, moeder, dan zult u zeker van oordeel veranderen." „Voor het oogenblik interesseert mij uit sluitend te weten, waar het geld is geble ven", zei ze op eenigszins geprikkelde» toon. „Nu, dat zult u heel gauw vernemen!" Met een ruk zat mevrouw Berner over eind en vol spanning keek ze naar haar dochter. V .(Wprdt yervolgd^

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1931 | | pagina 5