Kindercourant van HET ZIEKE VOGELTJE x xxxxxxxxx EEN WEDLOOP Be3te Nichten cn Neven, Ik heb deze week het laatste opstel voor Jullie geplaatst. Hoewel het nu nog zeer koud is en men eerder denkt aan een twee don winter dan aan voorjaar, schrijft C 1 y- v i a nog eens opgewekt ever een Zondagjo buiten, waarbij zij het heeft over door de zon verbrande armen. Ik denk dat jullie zoo langzamerhand ook wel weer naar een beet je warmte zult gaan verlangen. Ik geef nu het woord aan Clyvia: zondags buiten. Reeds eenige weken van te voren had de Zondagsschool juffrouw ons verteld, dat wij met alle kinderren een klein reisje naar de hosschen zouden ondernemen, onder leiding van onzen dominee en eenige juffrouwen. Dat gaf een vreugde, zooals wel te begrij pen is. Wij moesten om één uur vijftien aan het station zijn en om dien tijd waren dan ook alle kinderen aanwezig. Alle kin- Zonneroosje. Aardig postpapier zeg; daar heeft je tante je zeker een groot plczior meegedaan hè? Bedankt voor je gift Ik zal over dien wedstrijd eens nadenken. Tompoes. Vind je zoo'n klein zusje niet bijzonder aardig? Nou zeg. jullie heb ben aardig gefuifd op dien verjaardag. Kievit. Wat heb jo een kort briefje geschreven, had je zoo weinig tijd? Wilde Eend. De raadsels zijn wel eens een «eer moeilijk, maar over -iet alge meen zijn ze toch wel zoo, dat jullie ze allen kunt vinden. Strawinsky. Je hebt een mooien naam gekozen; bespeel je zelf ook een in strument? Je bent natuurlijk welkom. Luidspreker. Bedankt voor het raadsel; ik kan het helaas niet gebruiken, omdat het geen spreekwoord is; het is al leen een bekend gezegde. Warkruid. Wat voor bonnen wil je hebben? Kom het maar eens vragen aan het bureau. Annie van H. De naam „leesgraag" heb ik reeds in de familie, wil je dan een anderen naam uitzoeken? Jc bent van harte welkom. Het raadsel kan ik helaas niet ge bruiken, het is wel wat al te gemakkelijk. Teekenaar. Jullie behoeft alleen maar de raadseloplossingen in te zenden. Nou, ik heb liever alleen opstellen als er een wedstrijd is. Bedankt voor je postzegels; ik heb ook nog iets voor je in den ruilhandel 8CNcptunus. - Bedankt voor je Sickesz- Er was eens een vogeltje, vroolljk en vlug, derren werden voorzien van een kaartje, waarop stond: Zondagsschool. Ned. Prot. pUnjen zaj bct pakje aan Tor geven. Bond en hierna stapten we het tramstation j Dwerg. Bedankt voor je plaatjes. Ik 1 binnen waar de tram van ongeveer half beb je veric(jen weck gemist; waren de i twee reeds klaar stond. Wij stapten in en raa(jsejs nu werkelijk zoo moeilijk? even later reed de tram weg. I Vraagtceken. Bedankt voor je' Wij reden langs de Barchman Wuyticrs bonnen. Ja, nu is het ijs afgeloopen hoor: ik laan cn de Daam Fockemalaan en voorbij ZQu nu maar z00 langzamerhand mijn zo- j de Spitsheuvel stapten wij uit. Na een flink raer kieercn gaan nazien, want het voor- j eind gewandeld te hebben, kwamen wij in JaRf begint aj aardig te komen, een bosch aan, waar we eerst oven rustten, Mirolijntje. - Aan die uitknipsels waarna drie juffrouwen weggingen om wa- bee^ men niets; het moeten de soldaatjes ter te halen. Onderwijs begonnen wij met -n, Jk heb nog ecn enke]e H.O.-bon voor eenige spelletjes, o.a. Jacob en Ezau, omkij- jG over kertje, touwtje springen, enz We gingen allemaal in ecn grooten kring staan en dau werden twee kinderen aangewezen die Ja cob cn Ezau moesten voorstellen Elk kreeg een zakdoek voor zijn oogen, zoodat hij niet zien kon cn dan riep Ezau: „Jacob, waar ben je", en dan antwoordde Jacob: „Hier ben ik", cn dan net zoolang tot ze elkaar gevonden hadden, dan werd Jacob omge doopt in Ezau en kwam er een nieuwe Ja cob. Ondertusschen kwamen de juffrouwen terug met eenige emmers water. Zij hadden eenige flesschen limonadesiroop meege bracht. Wij hadden zelf een kopje bij ons en nu kregen wij limonade met koekjes. Daarna hebben we eenige liederen gezon gen waarna we onze spelletjes weer hervat ten. Toen wij eindelijk moe werden, moesten wc allen rustig bij elkaar komen zitten. We kregen nog een kopje limonade en nu ver- I V1An.rt zlrtmnvAA Ano \'nrVl O Till So AVPT I je over. IJsbeer. Bedankt voor je gift. Waar ga je nu wonen; je gaat de stad toch hoop ik niet verlaten? Voor jou staat er nog iets in den ruilhandel. Dikkie Bigmans. Bedankt voor je plaatjes. Jullie hebt aardig geboft met dien wedstrijd. Zie verder maar eens in den ruilhandel. Br u i n o o g. Ik heb je verleden week alle plaatjes van „De Gaper" gegeven, welke ik in mijn bezit had, maar ik heb nog wel j wat anders voor je in den ruilhandel. Tor. Ik heb alleen nog maar ecn H. O.-bon voor je, benevens ecn pakje. Kom jo dat even halen? Bedankt voor je chocolade omslagen. Kanarie. Je mag zelf ook wel raad sels insturen; ik kan echter niet zeggen of het direct geplaatst kan worden, omdat j ik nogal voorraad heb. Adamson. - Ik heb geen nieuwe Dob- Dat d' aardigste wijsjes kon zingen. Het was altijd lustig en kon er zoo leuk Van takje naar takje steeds springen. Maar eens op een dag het was vreese- lijk koud! Was 't juist uit zijn bedje gekropen, Toen deed er z'n keeltje zoo'n aak'lige pijn En 't diertje kon bijna niet loopen! Gelukkig maar zijn er kabouters In 't bosch Dia zlek-zljnde diertjes verplegen. Het vogeltje dacht - Wacht, ik kijk maar eens uit. Misschien kom 'k er wel eentje tegen t - En ja, hoor! daar zag hij zoo'n man netje-klein Met z'n puntmutsje op en een baardje. Het vogeltje riep: Hé, kaboutertje, stop! En vloog naar hem toe met een vaartjel Kabouter zei daad'Hjk: Ja, jij hebt de griep. Ik stop je heel vlug weer in bedje, Met 'n doek om je hoofd en een goed warme kruik. Het moet heusch, al is het geen pretje! Daar lag nu de vogel en vond het niets naar: Hij liet zich heel kalmpjes verwennen! Ik dacht, dat het ziek-zijn veel aak Tiger was! Zoo moest het zichzelf wel bekennen. Want zie, de kaboutérs verzorgden het goed. Het kreeg steeds maar lekkere dingen. En na een paar dagen, toen kon het er heuscb Toch eventjes heel zachtjes zingen! Nu is er die vogel gelukkig en blij En slikt heel verstandig zijn drankje Daarvan wordt hij betor en straks zingt hij luid: Dag lieve kabouter, ik dank je' - RO FRANKFORT. telde onze dominee ons een verhaaltje over j beimannplaatjes meer gekregen, maar ik Klein Duimpje cn zijn zusje Irene. Hierna werden we nogmaals getrakteerd en toen Op de kruisjeslijnen komt de naam van Iets, dat men in iederen kruidenierswinkel vindt. 0. Op de le rij: het gevraagde woord, heb nog wel bickeszpunten voor je. at i ge ry. je^S) waarmee men veel Kan was het langzamerhand vijf uur geworden, en was het tijd om weer weg te gaan. Wij wandelden weer naar den straatweg toe en wachtten op de tram. die al spoedig aan kwam. Wij stapten in cn om kwart voor zes waren we weer te Amersfoort. Mijn ar men waren geheel verbrand van de zon. Wij denk je van het rapport. Zou het ecn mooio album opleveren; zeker wel hè? Duin pieper. Bedankt voor je gift; ik zal je raadsel bij gelegenheid eens plaat- sen. Ik kan ze echter niet allen tegelijk op- nemen Rozenknop. Het was zeKer wel een verrassing voor je hè, dat het opstel erin i hadden een heerlijk dagje gehad Moeder st0nd. Ik hoop dat, als er weer een wed was op het station om mij af te halen en daar vertelde ik over hetgeen wij dezen mid dag genoten hadden. de correspondentie. Sprinkhaan. Ik hoop ook, dat het met de Paaschdagen mooi weer is; ik vind strijd komt, je tot de inzenders zult bchoo- ren. Cupido. Heb je goed je best gedaan op de uitvoering? Ik ben erg benieuwd wat j je me er volgende week van zult vertellen. Sportmakker. Ik heb alleen nog j maar een paar zeewater aquariumbonnen j voor je; overigens moet ik je teleurstellen. het alleen nog wat erg koud, jij ook niet? j Sneeuwklokje. Je bent van harte P i r u s. Opstellenwedstrijden kan ik alleen maar 's zomers geven, aangezien ik dan meer tijd heb om de opstellen na te zien. Bedankt voor de plaatjes. Slamat. Bedankt voor je nieuwe raadsel. Wil je het jarige zusje van me feliciteercn? Excelsior. Mijn dank voor jo raad sel. Heb Je veel pret gehad op het verjaar feest; zeker wèl hè? welkom; Ik hoop, dat wij het goed met el kaar zullen kunnnen vinden, maar daar twijfel ik niet aan. Kompas. Jc bent natuurlijk welkom. Ik hoop dat je even trouw zult meedoen als Zonneroosje. Kun je ook zoo aardig teeke nen als zij? Johann Strauss. Dat is nu niet erg prettig voor je, dat je haast niets mag doen. Ik hoop dat je weer gauw beter zult Clyvia. Ik heb liever dat je den onden naam houdt; anders kan ik geen wijs meer worden uit al die naamsveranderin gen. Dolly. Nou zeg, ik kan me best voor stellen, dat je niet geheel frisch bent ge weest, als je zoo laat opgebleven bent. Heb je nogal vel pret gehad op de fuif? Ik heb helaas geen Kwatta-soldaatjcs meer. Je bent nu zeker weer uitgeslapen hè L U C H T S U u r w e r c i r k e 1 H a a r 1 e T u r V e n S P i e r c 0 b a H a k I k P I. C H k e e n m De oplossingen. I P Nachtegaaltje. Als je zoo blijft zyn. (jQ0 maar kaimpjes aan hoor! doorgaan zul je nog gebukt gaan onder de gelukshangertjes. Ik wensch jc goed succes met de repetities. Blauwe Distel. Ik heb nog maar heel weinig Kwatta-soldaatjes; plaatjes van „Spoorwegwonderen" heb ik heelemaal niet rr.cer, zoodat ik je deze week tot mijn spijt moet teleurstellen. Nog wel bedankt voor je gift. Vergeet mij niet. Het is nog lang geen tijd om te zwemmen; je zou zoo lang zamerhand weer aan schaatsenrijden begin nen to denken! Wilde Vogel. Jammer dat je zoo weinig weet te schrijven; ik hoop, dat je volgende week een extra langen brief voor me hebt. Eendje. Fijn zeg, dat het op school zoo goed gaat, dan zul je zeker ook wel een mooi rapport krijgen. Hoor Ik daar eens wat van? Old Shattcrhand. Vriendelijk be dankt voor je plaatjes, ik kan je ook nog aan een cn ander helpen, zie maar eens in den ruilhandel. P rul. Jammer zeg, dat die knop ver dord is. het zijn zulke mooie bloemen. Ge lukkig maar, dat jo nu weer geheel beter bent. Molentje. Je hooft alleen maar de raadseloplossingen in to zenden; al het overige kun je voor je zelf oplossen. Ik heb «o«r wel een paar bonnen voor je. "D o X. Bedankt voor het raadsel cn je bonnen; ik kan het raadsel helaas niet ge bruiken, aangezien ijsco met een ij begint en York met een Grieksehe y. C o 1 i b r i. Ja, ik heb je ecn paar we ken gemist, ik hoop. dat je de moeilijke raadsels ook eens zult kunnen vinden. Ik heb helaas geen enkel pelikaantje meer. Nog wel bedankt voor je bonnen. Iris. Het spijt me wel. maar ik heb Verleden week mijn laatste sigarettondoek- Jes weggegeven en lepeltjesbonnen heb ik ook niet meer Ik moet je dus nogal teleur stellen' Het voorjaar begint wel. maar hel ls voor het ontluiken van de voorjaarsbloe men eigenlijk nog wat te koud. bereiken. Op de 3e rij: een zeevarende mogendheid Op de 4e rij: iets wat men in iedere ka- mer vindt Op de 5e rij: een schoeisel. Op de 6e rij: iets waar men een drank van maakt. Op de 7e rij: een verkorte jongensnaam. Op de 8e rij: een dier. Op de 9e rij: een deel van een wagen. Op do 10e rij: een medeklinker. II. (Van Bellaroontje). Mijngeheel is een spreekwoord van 25 let Iers en 5 woorden. 12, 16, 19, 14 is een grondsoort. 13, 17, 5, 9, 7, 8, 11 is een bloem. 1. 2, 6. 6. 10. 9, 13 is een bekend Hollandsch schilder. 18, 20, 24, 21, 3 is een plaats in Limburg. 22, 23, 21, 4 is een boom. 15, 3, 5, 25 is niet slecht. II. Paaschvacantle met: Vecht, pan, acht en hit. Kievit, die deze week de gelukkige prijswinnaar is, kan het boek Maandagmid dag aan ons bureau komen afhalen. Nieuwe raadsels. I. (van Excelsior). X X X X X X X X X ONZE RUILHANDEL. Pirus, die me roodband- en karnemelk- zeepplaatjes gaf, kan twee boekenbons ha len. Micky Mouse kan in ruil voor haar chocolade omslacn. Karnemelkzeepplaatjes krijgen. Slamat kan een paar Zeawateraquarl- umbonncn krijgen. Old Shatterhand kan een paar Ha- genbeck's plaatjes en zeewater-aquarium bonnen halen. Voor Molentje heb ik een paar ze<?wa- teraquariumbonnen klaar gelegd. Do-X. gaf me een briefje voor Zonne roosje. Teekenaar kan een paar Effendi-bon- nen komen halen. N ep t u n us gaf me een pakje voor Tor; hij kan een paar Haustbonnen halen. Dwerg gaf me een pakje voor Zonne roosje en een paar roodbandplaatjes; hij kan een paar zeewater-aquarium-bonnen komen halen. M i r o 1 ij n t j e kan een H.O.-bon krijgen. IJsbeer kan een paar rondbandplaatjes komen halen. Voor Dikkie Bigmans heb ik een Van Nelle's bon en roodbandplaatjes klaar gelegd. Bruin oog kan een paar Hille's bonnen en Bussink's plaatjes komen halen. Tor kan een H.O.-bon komen halen. Duinpieper kan een paar zeewater- aquariumbonnen komen halen. Voor Sportmakker heb ik een paar zeewater-aquarium-bonnen klaar gelegd. Voor de liefhebbers heb ik nog eenige Van Houten's chocolade-omslagen, ecn naar Ne derlandsche postzegels van 2.50 en 2 luchtpostzegels voor Ned.-Indié Wie kan ik er een plezier mee doen? Alle bonnen kunnen Maandamlddag na 2 uur wordon afehaald. -OOM PIM. - Op het erf van boer Krelis was het een hecle drukte geweest, want de dochter van den boer was getrouwd met den zoon van buurman Japiks en nu was er een groot feest gegeven. Daarbij worden allerlei ver tooningen opgevoerd en spelletjes gedaan Wat hadden allen een pret gehad! Natuurlijk was daar geen enkel stuk vee bij tegenwoordig geweest en tóch wisten alle dieren het. Hoe dat kon? Wel, de ek sters, die nu eenmaal bekend staan voor hun babbelzucht, hadden het van een vlieg gehoord en weer verder verteld. Die vlieg dan was niet alleen brutaal naar binnen gevlogen, maar had zelfs eer» oogenblik op den neus van don bruidegom gezeten om toch maar niets van het feest te missen. Bijna was haar brutaliteit haar duur te staan gekomen, want de bruidegom had het lastige ding met één slag van zijn sterke hand willen verpletteren, maar... het vliegje was hem te vlug af geweest en de boer had alleen zijn eigen neus een fermen tik gegeven, wat natuurlijk heele maal zijn bedoeling niet geweest was en waarom allen zelfs do lieve bruid! hem hartelijk uitgelachen hadden. De vlieg had maar ecn rustiger plekje tegen één der balken uitgezocht Daar zat zij veilig en kon alles zien zonder angst behoeven te hebben, dat een groote boeren hand haar niet één slag verpletteren zou. O, wat had zij vanaf haar hooge zitplaats een grappige dingen gezien! Menschen on kinderen waren altijd vreemde wezens, die heel andere manieren hadden dan een goed opgevoede vlieg, maar op een brui loft ging het nog komieker toe, ja, het scheelde maar heel weinig, of ons vliegje was door het lachen van den balk getui meld. Hadden zij op het laatst niet een stoelendans gedaan? Verbeeld je, een stoe lendans! Ze hadden één stoel minder genomen dan er personen waren. Thijs, die oude baas, had op zijn harmonika gespeeld cn zoodra hij ophield, moesten allen gaan zitten, "t Was dan een gegil en ecn zenuw achtig heen cn weer gevlieg, zooals alleen menschen dat kunnen doen. Een vlieg is daar nu eenmaal veel te deftig en te ver standig voor! En later waren ze op de deel om het hardst gaan loopen. De vlieg had natuur lijk gezorgd, dat zij ook dit tooneeltje on gestoord kon gadeslaan. Stel je eens even voor! Die groote, zware wezens op twee beenen, die me daar net deden, alsof ze hard konden loopen! 't Was om je ziek te lachen geweest! Foei, de vlieg kreeg het er nog benauwd van, als zij aan dat grappige schouwspel dacjit. „Wat kunnen menschen toch dwaas, ver schrikkelijk dwaas doen!" was haar slot opmerking. „Ja, bespottelijk! Allerzotst!" zeiden de eksters lachend. „Wat moet dèt gek zijn ge weest! Bijna even mal als wanneer de var kens „Spreek alsjeblieft alleen voor je zelf! snauwde Mie Knor, ecn dik varken. „W ij i kunnen best hard loopen!" „Maar waarom doe Je het dan niet?'* vroeg een ekster nu. „Omdat ik het niet deftig vind. Al mogen de menschen zich dan ook nog zoo aanstel len, i k heb altijd geleerd, dat het voor een varken niet past zoo te hollen en te dra ven. Bovendien is het slecht voor de ge zondheid en zijn wij nu eenmaal niet voor spring-in 't veld in het stroo gelegd." „Was je het maar!" hoonde nu een an dere ekster. „En je zegt nu wel, dat je hard loopen kunt, maar -— ik geloof het toch niet, vóór ik het gezien heb!" „Wel, dat is sterk!" knorde Mie boos. „Nou, toon het dan!" klonk het terug. „Ik zal het toonen!" riep Mie nu uit. „Ik schrijf onmiddellijk een wedstrijd uit Wie het hardst loopt cn dus het eerst bij den eindpaal is, wint het. Maar er doen alleen varkens mee. Soort zoekt soort. Be grepen?" „Ja, ja, ja!" riepen alle eksters nu cn Mie ging voort: „Wie doet er mee?" Alle varkens en zelfs de biggetje* staken het krulletje van hun staart op om te too nen, dat ze mee wilden doen. Mie telde de liefhebbers. Twintig waren het er! Ziezoo! Nu zouden die eigenwijze eksters, die alleen maar gelukkig waren, als ze konden kwaadspreken, eens zien, of var- kens hard konden loopen of niet! Plotseling streek Zwartjas, de brutaalste van alle eksters, op Mie s rug neer en zei ze vleiend: „U wint het vast, mevrouw! Maar als u het goed doen wilt," moet er een jockey op uw rug zitten." „Een jockey? Hoe kom ik aan een jockey?" vroeg Mie, die zich eensklaps her innerde, in haar jeugd wel eens zoo iets gezien te hebben. Ze gaf er wat voor, als er nu op eens een jockey uit de lucht kwam vallen! „I k wil uw jockey zijn!" antwoordde Zwartjas. „Kijk, hier ligt een touwtje. Dat neemt u in uw bekje; ik houd de beide uit einden vast enwij winnen den wed strijd." „Of wij! Of wij!" klonk het nu van verscheiden kanten en het duurde niet lang, of de twintig varkentjes en biggetjes hadden elk een jockey op den rug. Touw voor leidsels was er helaas niet genoeg, maar een taaie slroohalra kon uitstekend daarvoor dienst doen. Bij den eindpaal, waaraan een vroolijk, groen vlaggetje een blad wapperde, stond de ekster, die beslissen zou, wie het eerste aankwam. Deze ekster was het ook, die het sein tot den aanvang geven zou. „Klaar!" klonk het nu. „We gaan begin nen! Eén twee drie!" En daar spoedden de ruiters, ieder met een jockey op den rug, zich naar het eind punt! Hè, hè! Was dat loopen! 't Viel lang niet mee, hoor! als je zoo'n dikkerd was. AJenig varkentje kreeg het weldra te kwaad van het harde loopen. „Trek me liever dan dat je zoo lui op mijn rug zit!" zei Mie hijgend tegen haar berijd ster. „Trekken is geen werk voor een jockey, mevrouw!" zei Zwartjas beleefd en bleef kalmpjes zitten, als gold het de meest na tuurlijke zaak der wereld. Nijdig schudde Mie zich onder 't loopen heen en weer, in de hoop haar lastige be rijdster daardoor kwijt te raken. Maar Zwartjas zat zóó stevig te var ken, als een Kozak te paard en tuimelde niet van den dikken rug af. Mie wilde het winnen en ook Zwart jas wenschie niets vuriger dan dat haar rijdier, zooals zij in gedachten het varken tje noemde, den prijs behaalde. Stellig zou zij niet verzuimen het wijd en zijd rond te bazuinen, als zij medewinster werd. Mie Knor was echter niet de voorste. Twee kleine biggetjes waren haar een hee! eind vooruit! Verbeeld jel die kleine dingen hadden ook een jockey! Dat was toch al te dwaas! En zouden zij het nu winnen?l „Dat nooit!"' mompelde de ekster cn zij bedacht een list. Met haar snavel kwam zij nu vlak bij één van Mie's ooren en fluisterde in liet groote varkensoor: „U weet toch wel, mevrouw, dat er een groote mand met eikels bij den eindpaal staat?" Even later had zij den eindpaal bereikt Mie lag in zwijm van inspanning, maar toen Zwartjas haar met haar snavel weer bij kennis kriebelde cn zei: „Wij hebben den eersten prijs gewonnen, mevrouw!", knorde Mie dadelijk: „En waar zijn nu de eikels?" „O, die zijn er niet! 't Was maar een grap!" antwoordde Zwartjas lachend. ,,'k Zei het alleen maar oin u zoo hard mogelijk te laten loopen!" verdedigde de ekster zich. „Vergeeft u mij mijn list alsje blieft, mevrouw! Ik zal aan iedereen, lie het maar hooren wil, vertellen, hoe hard u loopen kunt." „Op die voorwaarde vergeef ik je je laqen streek!" knorde het varken „Maar laat me nu met rust' Ik ben dood op!" Zoodra Mie de anderen voorbijgesneld was, had niemand meer haast en mnaklen sommigen zelfs onmiddellijk rechtsomkeert met hun jockey's. De vlieg had den geheelen wedloop mee gemaakt. Zij had in het voorste gelid ge vlogen en zei later, dat de wedloop der var--, kens b ij n a net zoo grappig geweest was, als die der menschen. En z Ij kon het weten natuurlijk!

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1931 | | pagina 14