Kindercourant
van
HET ZIEKE VOGELTJE
x xxxxxxxxx
EEN WEDLOOP
Be3te Nichten cn Neven,
Ik heb deze week het laatste opstel voor
Jullie geplaatst. Hoewel het nu nog zeer
koud is en men eerder denkt aan een twee
don winter dan aan voorjaar, schrijft C 1 y-
v i a nog eens opgewekt ever een Zondagjo
buiten, waarbij zij het heeft over door de
zon verbrande armen. Ik denk dat jullie zoo
langzamerhand ook wel weer naar een beet
je warmte zult gaan verlangen. Ik geef nu
het woord aan Clyvia:
zondags buiten.
Reeds eenige weken van te voren had de
Zondagsschool juffrouw ons verteld, dat wij
met alle kinderren een klein reisje naar de
hosschen zouden ondernemen, onder leiding
van onzen dominee en eenige juffrouwen.
Dat gaf een vreugde, zooals wel te begrij
pen is. Wij moesten om één uur vijftien
aan het station zijn en om dien tijd waren
dan ook alle kinderen aanwezig. Alle kin-
Zonneroosje. Aardig postpapier
zeg; daar heeft je tante je zeker een groot
plczior meegedaan hè? Bedankt voor je gift
Ik zal over dien wedstrijd eens nadenken.
Tompoes. Vind je zoo'n klein zusje
niet bijzonder aardig? Nou zeg. jullie heb
ben aardig gefuifd op dien verjaardag.
Kievit. Wat heb jo een kort briefje
geschreven, had je zoo weinig tijd?
Wilde Eend. De raadsels zijn wel
eens een «eer moeilijk, maar over -iet alge
meen zijn ze toch wel zoo, dat jullie ze allen
kunt vinden.
Strawinsky. Je hebt een mooien
naam gekozen; bespeel je zelf ook een in
strument? Je bent natuurlijk welkom.
Luidspreker. Bedankt voor het
raadsel; ik kan het helaas niet gebruiken,
omdat het geen spreekwoord is; het is al
leen een bekend gezegde.
Warkruid. Wat voor bonnen wil je
hebben? Kom het maar eens vragen aan
het bureau.
Annie van H. De naam „leesgraag"
heb ik reeds in de familie, wil je dan een
anderen naam uitzoeken? Jc bent van harte
welkom. Het raadsel kan ik helaas niet ge
bruiken, het is wel wat al te gemakkelijk.
Teekenaar. Jullie behoeft alleen
maar de raadseloplossingen in te zenden.
Nou, ik heb liever alleen opstellen als er een
wedstrijd is. Bedankt voor je postzegels; ik
heb ook nog iets voor je in den ruilhandel
8CNcptunus. - Bedankt voor je Sickesz- Er was eens een vogeltje, vroolljk en vlug,
derren werden voorzien van een kaartje,
waarop stond: Zondagsschool. Ned. Prot. pUnjen zaj bct pakje aan Tor geven.
Bond en hierna stapten we het tramstation j Dwerg. Bedankt voor je plaatjes. Ik 1
binnen waar de tram van ongeveer half beb je veric(jen weck gemist; waren de i
twee reeds klaar stond. Wij stapten in en raa(jsejs nu werkelijk zoo moeilijk?
even later reed de tram weg. I Vraagtceken. Bedankt voor je'
Wij reden langs de Barchman Wuyticrs bonnen. Ja, nu is het ijs afgeloopen hoor: ik
laan cn de Daam Fockemalaan en voorbij ZQu nu maar z00 langzamerhand mijn zo- j
de Spitsheuvel stapten wij uit. Na een flink raer kieercn gaan nazien, want het voor- j
eind gewandeld te hebben, kwamen wij in JaRf begint aj aardig te komen,
een bosch aan, waar we eerst oven rustten, Mirolijntje. - Aan die uitknipsels
waarna drie juffrouwen weggingen om wa- bee^ men niets; het moeten de soldaatjes
ter te halen. Onderwijs begonnen wij met -n, Jk heb nog ecn enke]e H.O.-bon voor
eenige spelletjes, o.a. Jacob en Ezau, omkij- jG over
kertje, touwtje springen, enz We gingen
allemaal in ecn grooten kring staan en dau
werden twee kinderen aangewezen die Ja
cob cn Ezau moesten voorstellen Elk kreeg
een zakdoek voor zijn oogen, zoodat hij niet
zien kon cn dan riep Ezau: „Jacob, waar
ben je", en dan antwoordde Jacob: „Hier
ben ik", cn dan net zoolang tot ze elkaar
gevonden hadden, dan werd Jacob omge
doopt in Ezau en kwam er een nieuwe Ja
cob. Ondertusschen kwamen de juffrouwen
terug met eenige emmers water. Zij hadden
eenige flesschen limonadesiroop meege
bracht. Wij hadden zelf een kopje bij ons en
nu kregen wij limonade met koekjes.
Daarna hebben we eenige liederen gezon
gen waarna we onze spelletjes weer hervat
ten.
Toen wij eindelijk moe werden, moesten
wc allen rustig bij elkaar komen zitten. We
kregen nog een kopje limonade en nu ver- I
V1An.rt zlrtmnvAA Ano \'nrVl O Till So AVPT I
je over.
IJsbeer. Bedankt voor je gift. Waar
ga je nu wonen; je gaat de stad toch hoop
ik niet verlaten? Voor jou staat er nog iets
in den ruilhandel.
Dikkie Bigmans. Bedankt voor
je plaatjes. Jullie hebt aardig geboft met
dien wedstrijd. Zie verder maar eens in den
ruilhandel.
Br u i n o o g. Ik heb je verleden week
alle plaatjes van „De Gaper" gegeven, welke
ik in mijn bezit had, maar ik heb nog wel j
wat anders voor je in den ruilhandel.
Tor. Ik heb alleen nog maar ecn H.
O.-bon voor je, benevens ecn pakje. Kom jo
dat even halen? Bedankt voor je chocolade
omslagen.
Kanarie. Je mag zelf ook wel raad
sels insturen; ik kan echter niet zeggen
of het direct geplaatst kan worden, omdat
j ik nogal voorraad heb.
Adamson. - Ik heb geen nieuwe Dob-
Dat d' aardigste wijsjes kon zingen.
Het was altijd lustig en kon er zoo leuk
Van takje naar takje steeds springen.
Maar eens op een dag het was vreese-
lijk koud!
Was 't juist uit zijn bedje gekropen,
Toen deed er z'n keeltje zoo'n aak'lige pijn
En 't diertje kon bijna niet loopen!
Gelukkig maar zijn er kabouters In
't bosch
Dia zlek-zljnde diertjes verplegen.
Het vogeltje dacht - Wacht, ik kijk
maar eens uit.
Misschien kom 'k er wel eentje tegen t -
En ja, hoor! daar zag hij zoo'n man
netje-klein
Met z'n puntmutsje op en een baardje.
Het vogeltje riep: Hé, kaboutertje,
stop!
En vloog naar hem toe met een vaartjel
Kabouter zei daad'Hjk: Ja, jij hebt
de griep.
Ik stop je heel vlug weer in bedje,
Met 'n doek om je hoofd en een
goed warme kruik.
Het moet heusch, al is het geen
pretje!
Daar lag nu de vogel en vond het niets
naar:
Hij liet zich heel kalmpjes verwennen!
Ik dacht, dat het ziek-zijn veel
aak Tiger was!
Zoo moest het zichzelf wel bekennen.
Want zie, de kaboutérs verzorgden het
goed.
Het kreeg steeds maar lekkere dingen.
En na een paar dagen, toen kon het er
heuscb
Toch eventjes heel zachtjes zingen!
Nu is er die vogel gelukkig en blij
En slikt heel verstandig zijn drankje
Daarvan wordt hij betor en straks zingt
hij luid:
Dag lieve kabouter, ik dank je' -
RO FRANKFORT.
telde onze dominee ons een verhaaltje over j beimannplaatjes meer gekregen, maar ik
Klein Duimpje cn zijn zusje Irene. Hierna
werden we nogmaals getrakteerd en toen
Op de kruisjeslijnen komt de naam van
Iets, dat men in iederen kruidenierswinkel
vindt.
0. Op de le rij: het gevraagde woord,
heb nog wel bickeszpunten voor je. at i ge ry. je^S) waarmee men veel Kan
was het langzamerhand vijf uur geworden,
en was het tijd om weer weg te gaan. Wij
wandelden weer naar den straatweg toe en
wachtten op de tram. die al spoedig aan
kwam. Wij stapten in cn om kwart voor
zes waren we weer te Amersfoort. Mijn ar
men waren geheel verbrand van de zon. Wij
denk je van het rapport. Zou het ecn mooio
album opleveren; zeker wel hè?
Duin pieper. Bedankt voor je gift;
ik zal je raadsel bij gelegenheid eens plaat-
sen. Ik kan ze echter niet allen tegelijk op-
nemen
Rozenknop. Het was zeKer wel een
verrassing voor je hè, dat het opstel erin i
hadden een heerlijk dagje gehad Moeder st0nd. Ik hoop dat, als er weer een wed
was op het station om mij af te halen en
daar vertelde ik over hetgeen wij dezen mid
dag genoten hadden.
de correspondentie.
Sprinkhaan. Ik hoop ook, dat het
met de Paaschdagen mooi weer is; ik vind
strijd komt, je tot de inzenders zult bchoo-
ren.
Cupido. Heb je goed je best gedaan
op de uitvoering? Ik ben erg benieuwd wat j
je me er volgende week van zult vertellen.
Sportmakker. Ik heb alleen nog j
maar een paar zeewater aquariumbonnen j
voor je; overigens moet ik je teleurstellen.
het alleen nog wat erg koud, jij ook niet? j Sneeuwklokje. Je bent van harte
P i r u s. Opstellenwedstrijden kan ik
alleen maar 's zomers geven, aangezien ik
dan meer tijd heb om de opstellen na te
zien. Bedankt voor de plaatjes.
Slamat. Bedankt voor je nieuwe
raadsel. Wil je het jarige zusje van me
feliciteercn?
Excelsior. Mijn dank voor jo raad
sel. Heb Je veel pret gehad op het verjaar
feest; zeker wèl hè?
welkom; Ik hoop, dat wij het goed met el
kaar zullen kunnnen vinden, maar daar
twijfel ik niet aan.
Kompas. Jc bent natuurlijk welkom.
Ik hoop dat je even trouw zult meedoen als
Zonneroosje. Kun je ook zoo aardig teeke
nen als zij?
Johann Strauss. Dat is nu niet
erg prettig voor je, dat je haast niets mag
doen. Ik hoop dat je weer gauw beter zult
Clyvia. Ik heb liever dat je den
onden naam houdt; anders kan ik geen wijs
meer worden uit al die naamsveranderin
gen.
Dolly. Nou zeg, ik kan me best voor
stellen, dat je niet geheel frisch bent ge
weest, als je zoo laat opgebleven bent. Heb
je nogal vel pret gehad op de fuif? Ik heb
helaas geen Kwatta-soldaatjcs meer. Je
bent nu zeker weer uitgeslapen hè
L
U
C
H
T S
U
u
r
w
e r
c
i
r
k
e 1
H
a
a
r
1 e
T
u
r
V
e n
S
P
i
e
r
c
0
b
a
H
a
k
I
k
P
I.
C H
k e
e n
m
De oplossingen.
I P
Nachtegaaltje. Als je zoo blijft zyn. (jQ0 maar kaimpjes aan hoor!
doorgaan zul je nog gebukt gaan onder de
gelukshangertjes. Ik wensch jc goed succes
met de repetities.
Blauwe Distel. Ik heb nog maar
heel weinig Kwatta-soldaatjes; plaatjes van
„Spoorwegwonderen" heb ik heelemaal niet
rr.cer, zoodat ik je deze week tot mijn spijt
moet teleurstellen. Nog wel bedankt voor
je gift.
Vergeet mij niet. Het is nog lang
geen tijd om te zwemmen; je zou zoo lang
zamerhand weer aan schaatsenrijden begin
nen to denken!
Wilde Vogel. Jammer dat je zoo
weinig weet te schrijven; ik hoop, dat je
volgende week een extra langen brief voor
me hebt.
Eendje. Fijn zeg, dat het op school
zoo goed gaat, dan zul je zeker ook wel een
mooi rapport krijgen. Hoor Ik daar eens wat
van?
Old Shattcrhand. Vriendelijk be
dankt voor je plaatjes, ik kan je ook nog
aan een cn ander helpen, zie maar eens in
den ruilhandel.
P rul. Jammer zeg, dat die knop ver
dord is. het zijn zulke mooie bloemen. Ge
lukkig maar, dat jo nu weer geheel beter
bent.
Molentje. Je hooft alleen maar de
raadseloplossingen in to zenden; al het
overige kun je voor je zelf oplossen. Ik heb
«o«r wel een paar bonnen voor je.
"D o X. Bedankt voor het raadsel cn je
bonnen; ik kan het raadsel helaas niet ge
bruiken, aangezien ijsco met een ij begint
en York met een Grieksehe y.
C o 1 i b r i. Ja, ik heb je ecn paar we
ken gemist, ik hoop. dat je de moeilijke
raadsels ook eens zult kunnen vinden. Ik
heb helaas geen enkel pelikaantje meer.
Nog wel bedankt voor je bonnen.
Iris. Het spijt me wel. maar ik heb
Verleden week mijn laatste sigarettondoek-
Jes weggegeven en lepeltjesbonnen heb ik
ook niet meer Ik moet je dus nogal teleur
stellen' Het voorjaar begint wel. maar hel
ls voor het ontluiken van de voorjaarsbloe
men eigenlijk nog wat te koud.
bereiken.
Op de 3e rij: een zeevarende mogendheid
Op de 4e rij: iets wat men in iedere ka-
mer vindt
Op de 5e rij: een schoeisel.
Op de 6e rij: iets waar men een drank van
maakt.
Op de 7e rij: een verkorte jongensnaam.
Op de 8e rij: een dier.
Op de 9e rij: een deel van een wagen.
Op do 10e rij: een medeklinker.
II.
(Van Bellaroontje).
Mijngeheel is een spreekwoord van 25 let
Iers en 5 woorden.
12, 16, 19, 14 is een grondsoort.
13, 17, 5, 9, 7, 8, 11 is een bloem.
1. 2, 6. 6. 10. 9, 13 is een bekend Hollandsch
schilder.
18, 20, 24, 21, 3 is een plaats in Limburg.
22, 23, 21, 4 is een boom.
15, 3, 5, 25 is niet slecht.
II.
Paaschvacantle met: Vecht, pan, acht en
hit.
Kievit, die deze week de gelukkige
prijswinnaar is, kan het boek Maandagmid
dag aan ons bureau komen afhalen.
Nieuwe raadsels.
I.
(van Excelsior).
X
X
X
X
X
X
X
X
X
ONZE RUILHANDEL.
Pirus, die me roodband- en karnemelk-
zeepplaatjes gaf, kan twee boekenbons ha
len.
Micky Mouse kan in ruil voor haar
chocolade omslacn. Karnemelkzeepplaatjes
krijgen.
Slamat kan een paar Zeawateraquarl-
umbonncn krijgen.
Old Shatterhand kan een paar Ha-
genbeck's plaatjes en zeewater-aquarium
bonnen halen.
Voor Molentje heb ik een paar ze<?wa-
teraquariumbonnen klaar gelegd.
Do-X. gaf me een briefje voor Zonne
roosje.
Teekenaar kan een paar Effendi-bon-
nen komen halen.
N ep t u n us gaf me een pakje voor Tor;
hij kan een paar Haustbonnen halen.
Dwerg gaf me een pakje voor Zonne
roosje en een paar roodbandplaatjes; hij
kan een paar zeewater-aquarium-bonnen
komen halen.
M i r o 1 ij n t j e kan een H.O.-bon krijgen.
IJsbeer kan een paar rondbandplaatjes
komen halen.
Voor Dikkie Bigmans heb ik een
Van Nelle's bon en roodbandplaatjes klaar
gelegd.
Bruin oog kan een paar Hille's bonnen
en Bussink's plaatjes komen halen.
Tor kan een H.O.-bon komen halen.
Duinpieper kan een paar zeewater-
aquariumbonnen komen halen.
Voor Sportmakker heb ik een paar
zeewater-aquarium-bonnen klaar gelegd.
Voor de liefhebbers heb ik nog eenige Van
Houten's chocolade-omslagen, ecn naar Ne
derlandsche postzegels van 2.50 en 2
luchtpostzegels voor Ned.-Indié Wie kan ik
er een plezier mee doen?
Alle bonnen kunnen Maandamlddag na
2 uur wordon afehaald.
-OOM PIM.
-
Op het erf van boer Krelis was het een
hecle drukte geweest, want de dochter van
den boer was getrouwd met den zoon van
buurman Japiks en nu was er een groot
feest gegeven. Daarbij worden allerlei ver
tooningen opgevoerd en spelletjes gedaan
Wat hadden allen een pret gehad!
Natuurlijk was daar geen enkel stuk vee
bij tegenwoordig geweest en tóch wisten
alle dieren het. Hoe dat kon? Wel, de ek
sters, die nu eenmaal bekend staan voor
hun babbelzucht, hadden het van een vlieg
gehoord en weer verder verteld.
Die vlieg dan was niet alleen brutaal
naar binnen gevlogen, maar had zelfs eer»
oogenblik op den neus van don bruidegom
gezeten om toch maar niets van het feest
te missen. Bijna was haar brutaliteit haar
duur te staan gekomen, want de bruidegom
had het lastige ding met één slag van zijn
sterke hand willen verpletteren, maar...
het vliegje was hem te vlug af geweest en
de boer had alleen zijn eigen neus een
fermen tik gegeven, wat natuurlijk heele
maal zijn bedoeling niet geweest was en
waarom allen zelfs do lieve bruid!
hem hartelijk uitgelachen hadden.
De vlieg had maar ecn rustiger plekje
tegen één der balken uitgezocht Daar zat
zij veilig en kon alles zien zonder angst
behoeven te hebben, dat een groote boeren
hand haar niet één slag verpletteren zou.
O, wat had zij vanaf haar hooge zitplaats
een grappige dingen gezien! Menschen on
kinderen waren altijd vreemde wezens,
die heel andere manieren hadden dan een
goed opgevoede vlieg, maar op een brui
loft ging het nog komieker toe, ja, het
scheelde maar heel weinig, of ons vliegje
was door het lachen van den balk getui
meld. Hadden zij op het laatst niet een
stoelendans gedaan? Verbeeld je, een stoe
lendans! Ze hadden één stoel minder
genomen dan er personen waren. Thijs, die
oude baas, had op zijn harmonika gespeeld
cn zoodra hij ophield, moesten allen gaan
zitten, "t Was dan een gegil en ecn zenuw
achtig heen cn weer gevlieg, zooals alleen
menschen dat kunnen doen. Een vlieg is
daar nu eenmaal veel te deftig en te ver
standig voor!
En later waren ze op de deel om het
hardst gaan loopen. De vlieg had natuur
lijk gezorgd, dat zij ook dit tooneeltje on
gestoord kon gadeslaan. Stel je eens even
voor! Die groote, zware wezens op twee
beenen, die me daar net deden, alsof ze
hard konden loopen! 't Was om je ziek te
lachen geweest!
Foei, de vlieg kreeg het er nog benauwd
van, als zij aan dat grappige schouwspel
dacjit.
„Wat kunnen menschen toch dwaas, ver
schrikkelijk dwaas doen!" was haar slot
opmerking.
„Ja, bespottelijk! Allerzotst!" zeiden de
eksters lachend. „Wat moet dèt gek zijn ge
weest! Bijna even mal als wanneer de var
kens
„Spreek alsjeblieft alleen voor je zelf!
snauwde Mie Knor, ecn dik varken. „W ij
i kunnen best hard loopen!"
„Maar waarom doe Je het dan niet?'*
vroeg een ekster nu.
„Omdat ik het niet deftig vind. Al mogen
de menschen zich dan ook nog zoo aanstel
len, i k heb altijd geleerd, dat het voor een
varken niet past zoo te hollen en te dra
ven. Bovendien is het slecht voor de ge
zondheid en zijn wij nu eenmaal niet voor
spring-in 't veld in het stroo gelegd."
„Was je het maar!" hoonde nu een an
dere ekster. „En je zegt nu wel, dat je hard
loopen kunt, maar -— ik geloof het toch
niet, vóór ik het gezien heb!"
„Wel, dat is sterk!" knorde Mie boos.
„Nou, toon het dan!" klonk het terug.
„Ik zal het toonen!" riep Mie nu uit.
„Ik schrijf onmiddellijk een wedstrijd uit
Wie het hardst loopt cn dus het eerst bij
den eindpaal is, wint het. Maar er doen
alleen varkens mee. Soort zoekt soort. Be
grepen?"
„Ja, ja, ja!" riepen alle eksters nu cn Mie
ging voort:
„Wie doet er mee?"
Alle varkens en zelfs de biggetje* staken
het krulletje van hun staart op om te too
nen, dat ze mee wilden doen.
Mie telde de liefhebbers. Twintig waren
het er!
Ziezoo! Nu zouden die eigenwijze eksters,
die alleen maar gelukkig waren, als ze
konden kwaadspreken, eens zien, of var-
kens hard konden loopen of niet!
Plotseling streek Zwartjas, de brutaalste
van alle eksters, op Mie s rug neer en zei
ze vleiend:
„U wint het vast, mevrouw! Maar als u
het goed doen wilt," moet er een jockey op
uw rug zitten."
„Een jockey? Hoe kom ik aan een
jockey?" vroeg Mie, die zich eensklaps her
innerde, in haar jeugd wel eens zoo iets
gezien te hebben. Ze gaf er wat voor, als
er nu op eens een jockey uit de lucht kwam
vallen!
„I k wil uw jockey zijn!" antwoordde
Zwartjas. „Kijk, hier ligt een touwtje. Dat
neemt u in uw bekje; ik houd de beide uit
einden vast enwij winnen den wed
strijd."
„Of wij! Of wij!" klonk het nu van
verscheiden kanten en het duurde niet
lang, of de twintig varkentjes en biggetjes
hadden elk een jockey op den rug. Touw
voor leidsels was er helaas niet genoeg,
maar een taaie slroohalra kon uitstekend
daarvoor dienst doen.
Bij den eindpaal, waaraan een vroolijk,
groen vlaggetje een blad wapperde,
stond de ekster, die beslissen zou, wie het
eerste aankwam.
Deze ekster was het ook, die het sein tot
den aanvang geven zou.
„Klaar!" klonk het nu. „We gaan begin
nen! Eén twee drie!"
En daar spoedden de ruiters, ieder met
een jockey op den rug, zich naar het eind
punt!
Hè, hè! Was dat loopen! 't Viel lang niet
mee, hoor! als je zoo'n dikkerd was. AJenig
varkentje kreeg het weldra te kwaad van
het harde loopen.
„Trek me liever dan dat je zoo lui op mijn
rug zit!" zei Mie hijgend tegen haar berijd
ster.
„Trekken is geen werk voor een jockey,
mevrouw!" zei Zwartjas beleefd en bleef
kalmpjes zitten, als gold het de meest na
tuurlijke zaak der wereld.
Nijdig schudde Mie zich onder 't loopen
heen en weer, in de hoop haar lastige be
rijdster daardoor kwijt te raken.
Maar Zwartjas zat zóó stevig te var
ken, als een Kozak te paard en tuimelde
niet van den dikken rug af.
Mie wilde het winnen en ook Zwart
jas wenschie niets vuriger dan dat haar
rijdier, zooals zij in gedachten het varken
tje noemde, den prijs behaalde. Stellig zou
zij niet verzuimen het wijd en zijd rond te
bazuinen, als zij medewinster werd.
Mie Knor was echter niet de voorste.
Twee kleine biggetjes waren haar een hee!
eind vooruit!
Verbeeld jel die kleine dingen hadden
ook een jockey! Dat was toch al te dwaas!
En zouden zij het nu winnen?l
„Dat nooit!"' mompelde de ekster cn zij
bedacht een list.
Met haar snavel kwam zij nu vlak bij
één van Mie's ooren en fluisterde in liet
groote varkensoor:
„U weet toch wel, mevrouw, dat er een
groote mand met eikels bij den eindpaal
staat?"
Even later had zij den eindpaal bereikt
Mie lag in zwijm van inspanning, maar
toen Zwartjas haar met haar snavel weer
bij kennis kriebelde cn zei: „Wij hebben den
eersten prijs gewonnen, mevrouw!", knorde
Mie dadelijk:
„En waar zijn nu de eikels?"
„O, die zijn er niet! 't Was maar een
grap!" antwoordde Zwartjas lachend.
,,'k Zei het alleen maar oin u zoo hard
mogelijk te laten loopen!" verdedigde de
ekster zich. „Vergeeft u mij mijn list alsje
blieft, mevrouw! Ik zal aan iedereen, lie
het maar hooren wil, vertellen, hoe hard u
loopen kunt."
„Op die voorwaarde vergeef ik je je laqen
streek!" knorde het varken „Maar laat me
nu met rust' Ik ben dood op!"
Zoodra Mie de anderen voorbijgesneld
was, had niemand meer haast en mnaklen
sommigen zelfs onmiddellijk rechtsomkeert
met hun jockey's.
De vlieg had den geheelen wedloop mee
gemaakt. Zij had in het voorste gelid ge
vlogen en zei later, dat de wedloop der var--,
kens b ij n a net zoo grappig geweest was,
als die der menschen.
En z Ij kon het weten natuurlijk!