AMERvSFOODTSCIH DAGDFAD DE KANG-HE VAAS. Dinsdag 17 Maart 1931 -DE EEMLANDEET 29e Jaargang No. 219 J. H. DE WAAL MALEFIJTt stille figuur, zonder ophef BRAND IN HET SLACHTHUIS TE GORINCHEM Het vee gered OPHEFFING DER GEMEENTE CROMVOIRT HET ONTSLAG VAN PROF. SLOTEMAKER Man van sterke overturning, consciëntieus werker, rustig denker. Mr. P. E. Briët. lid der Eerste Kamer, schrijft aan de N.R.Ct.: De oud-minister van koloniën en oud-bur gemeester van Katwijk, wijlen de heer J. H. de Waal Malefijt, was zeer gozien in de Anti-Revol. Partij, waartoo hij »an jongsaf behoorde. Doordat hij was een man van sterke over tuiging, een consciëntieus werker, en een rustig denker, heeft hij een politieke loop baan doorloopen zooals weinigen. Geen groot oratorisch talent, eerder zwak van stem en dor zakelijk, maar hardnekkig in argumentatie en gewapend met groote fei tenkennis, wist hij zeer veel te bereiken. Hij wist wat hij wilde, bezag de zaken koel en verstandelijk, en daardoor vermocht bij èn als gedeputeerde èn als minister van koloniën èn als burgemeester «vaardig te regeeren. De regeerkunst is een zaak van zelf-willen en van zelf-wetcn. Wat hij voor stelde had hij zelf doordacht en doorwerkt en niet aan ambtenaren overgelaten. Een eigenaardige, stille figuur, vriendelijk, maar nooit uitbundig, die zonder ophot haar weg ging. Merkwaardig goed was hij thuis goraakt in Indische zaken, door studie en niet door een „studiereis" Tot het laatst me had In- dië zijn volle belangstelling. Schrijver dezes heeft hem het best ge kend als burgemeester van Kaïwijk. Toen hij daar kwam, 65 jaar cud, had hij een le ven van rijke politieke ervaring en afwis 6eling achter zich. Nog pa6 minister van koloniën, nu burgemeester van een kleine gemeente. Maar dat ambt was voor hem geen bijzaak, geen welverdiende rustplaats; hij beschouwde het als een nieuwe levens roeping, wat minder inspannend en in rus tiger omgeving En evenals vroeger ver werkte hij alles tot in bizonderheden. Hij deed zelf heel veel, stelde zelf de typische, zakelijke rapporten Rustig leidde hij de ge meente, ook weer zonder ophef, vast door zettende wat hij noodig vond. Hij maakte met Katwijk van 191 i tot 1927 mede de oorlogsjaren, de jaren van voor 6poed en die van grooten tegenslag in de bedrijven. In die perioden voerde hij voor zichtig het financieele beheer. Merkwaar dig is en het is een bewijs van zijn finan cieel talent zoowel als van zijn afkeer van staatshulp dat de tallooze nieuwe arbei derswoningen zonder rijK6subsidies ge bouwd zijn en toch sluitend geëxploiteerd worden. De gemeenteraad van Katwijk, niet altij.1 gemakkelijk, volgde hem bijna 6teeds. Zijn eigenaardig rustige, zakelijke betoogtrant wist ook hier te overtuiaen Een zekero fij no. nauw merkbare, Hollandsche humor, die alleen een Hollander begrijpt en waar deert, en zijn menschenkennis speelden daarbij ook een belangrijke rol. De gemeentenaren zagen hem niet dik wijls. Hij verkeerde niet veel onder hen. Hij ging op in het bijhouden van wat ook voordien zijn belangstelling had gehad. Maar zij respecteerden allen die stille, blee- ke, ietwat ouderwetsch stijve figuur, van wie men wist, dat zij voor de belangen van Katwijk met volle toewijding waakte. De teraardebestelling. De teraardebestelling van het stoffelijk overschot van wijlen den heer J. H. de Waal Malefijt zal plaats vinden op Woensdag'a.s., des namiddags te 2 uur op de Ned. Herv. Begraafplaats te Katwijk. FELLE BRAND. De winkelier A. Koedora te Eindhoven werd in den nacht van Zaterdag op Zon dag in zijn huis aan de van Brakelstraat verrast door jen hevigen brand, waarbij het vuur zoo snel om zich heen greep, dat hij en zijn mede-bewoner zich niet meer langs de trap naar beneden kon redden. Zij hebben naar het Hbld. meldt daarop lakens aan elkaar geknoopt en zijn daarlangs van do bovenverdieping naar be neden gegleden. De gemeentelljko brandweer, die met de motorepuit spoedig aanwezig was, moest zich beperken tot het nathouden der belen dende perceelen. Met uitzondering van den winkel-inventaris ging de geheelo inboedel verloren. D3 eigenaar was verzekerd, doch zijn mede-bewoner niet. Het bedrijf zal waarschijnlijk geen stagnatie ondervinden. Gorinchera, 16 Maart. Hedenavond te omstreeks zes uur Is alhier d-.or lot nog toe onbekende oorzaak brand uitgebroken in het coöperatief slachthuis, dat enkele ja ren geleden door de slachtersveiecniging is gesticht. Het kapitale gebouw, dat met riet was gedekt, stond in een oogenhlik in lich terlaaie, terwijl een verstikkende rook zich over een groot gedeelte van du stad ver spreidde. De sterke Oostcnwini joeg een vonkenregen over de in de nabijheid van het brandende gebouw staande huizen, doch deze richtte geen.'schade a^n. Hti in her slachthuis aanwezige vee kon gered wor den. evenals een nog aanwezige partij vleesch. De gemeentelijke brandweer verleende met een stoomspuit assistentie en bepaalde zich vrijwel tot het nathouden der aangren zende perceelen. die behouden bleven. De 6chade wordt door verzekering gedekt. Od dezelfde plaats is in 1918 afgebrand de ..Tineke6hoeve", een modelboerderij, die in denzclfdcn 6tijl pa den brand is herbouwd en waarin men de slachtplaats had onder gebracht. Nader kan worden gemeld, dat de brand het eerst werd ontdekt door de militairp politie, die nabij het .gebouw haar dienstlo kaal heeft. Deze waarschuwde onmiddellijk do brandweer die met den s'angcnwagen uit rukte. De brand had echter ree Is zulk een omvang aangenomen, dat ook de hulp var den motorspuit werd ingeroepen Toen hiermede echter water werd gego ven, was het geheele voorgedeelte reeds na genoeg uitgebrand. Met vier stralen werd nu water gegeven en vordere uitbreiding voorkomen. Wat de schade betreft kan nog worden gemeld, dat de betonnen zolder, die in het gebouw ligt, het benedengedeeltr- heeft beschermd, zoodat waarschijnlijk het bedrijf geen stagnatie zal ondervnden. De boeken van het abattoir ?n van den polder „Banne van Gorinchemzijn bijtijds in veiligheid gebracht. Omtrent de oorzaak van den brand tast men nog in het duister De nablussching is nog m vollen gang. NOODLOTTIG MOTOR-ONGEVAL. Groningen, 16 Maart. De 22-jarige II. Mulder, die Zondagavond onder de gemeen te Haren met zijn motorrijwiel slipt3 en met een ernstige hoofdwonde naar het R.K. ziekenhuis te Groningen werd overge bracht, is nog denzelfden nacht aan de g2- volgcn overleden. Het dorp kan niet voldoen aan de eischen door een noodige uit breiding gesteld- Ingediend is een wetsontwerp tot ophef fing van de gemeente Cromvoirt en wijzi ging van de grenzen tusschcn dj gemo «n ten 's IIertogenbo6ch en Vught. In de toe lichting wordt gezegd: De gemeente Cromvoirt wordt door de spoorlijn van 's Bosch naar L. Zwaluwe ge splitst in twee deelen, welke sljchts wei nig aanraking met elkander hebben. Het eigenlijke dorp Cromvoirt ten zui den van die spoorlijn gelegen, tcldo op 15 November 1930 457 inwoners; het zielental neemt niet toe. Het ten noorden dier spoor lijn gelegen gehucht Denteren daarente gen, dat op dien datum 214 inwoners telde, neemt in zijlental snel toe en zal z«ch, naar het zich laat aanzien, in de naasto toekomst nog krachtig uitbreiden, 'n de onmiddellijke nabijheid van Denteren be vinden zich de Bosscha industrieterreinen, terwijl bovendien die gemeente daar bezig is met den aanleg van een nieuwe vee markt. Voor den bouw van 79 nieuwe wo ningen is reeds door het gemeentebestuur van Cromvoirt vergunning verleend. Cromvoirt kan niet voldoen aan do eischen, welke deze uitbreiding met zich zal brengen. Voor politietoezicht, 6chool- bouw, brandweer, aanleg en onderhoud van wjgen en rioleering, ontbreken deze ge- meento de noodige middelen. In Cromvoirt zelf zijn daarom stemmen opgegaan 0111 te komen tot opheffing dier gemeente. Door die opheffing zal het algemeen belang worden gediend. Met s Hertogenbosch wordt vereenigd, wat in de naaste toe komst een arbelderswoonwijk dier gemeen te worden zal; met Vught wordt samen gevoegd het landelijke dorp Cromvoirt, «lat vroeger reeds deel van Vught heeft uitge maakt Zoowel de raden der gemeenten Crom voirt, 's Hertogenbosch en Vught als de In die gemeenten ingestelde commission, be doeld in art. 131 der gemeentewet, heb ben zich vóór de door Gedep. Staten van Noord-Brabant ontworpen opheffing van Cromvoirt verklaard. MARIUS A. POEL OVERLEDEN. De bouwmeester van het crematorium. Zaterdag is te Blaricum, waarhepn hij voor eenige maandenzijn woonplaats uit Apeldoorn had overgebracht, de architect Marius A. Poel plotseling overleden. De heer Poel, die zich per rijwiel naar Laren wilde begeven, werd, kort nadat hij zijn wo ning aan de Drift verlaten had, door een hartverlamming getroffen. Hij werd in het Eemncsscr tolhuis binnengedragen, waai de ijlings ontboden geneesheer, dr. do Vriec Robbé, slechts den dood kon constateeren Poel, die' 26 October 1867 te Zaandam was geboren, studeerde aan de toenmalige po lytechnische school te Delft. Hij vestigde zich achtereenvolgens als architect te Haar lem. Hilversum en Apeldoorn. Zijn mees' bekende werk is het crematorium te Wc* tervcld, waarvan hij de plannen ontwierp nadat hij daarvoor een speciale studiereis naar verschillende crematoria in Duitsch land had gemaakt. De crematie van het stoffelijk overschot zal geschieden op Wcsterveld, Woensdag a.6. na aankomst van den trein van 16.18. TANK-AUTO GEKANTELD. De brandweer moest er aan te pas komen. Amsterdam. 16 Maart. Op den Sloter- straatwee is hedenmorgen in de nabijheid van Sloten een tankwagen van de Shel Company omgekanteld. De oorzaak hiervan was dat de chauffeur, od het oogenblik dal hij een stilstaande auto wildo passeeren, in de tegenovergestelde richting een vracht auto zag aankomen, waardoor hij uit alle inacht remmen moest. Het zware vehikel, dat rnet benzine was geladen, kwam op één kant te liggen, waarbij een gedeelte van het wegdek vernield werd. De chauffeur sloeg van de auto af en liep zoodanige kwetsuren op, dat het noodig bleek hem per auto van den G.G. en G.D. naar een der ziekenhuizen te doen vervoeren. Voor het verwijderen van het zware ver keersobstakel werd de hulp van de brand weer ingeroepen, die, toen zij m«'t haar ma teriaal ter plaatse was, een gedeelte van de tank liet leegloopen, om het gevaarte ver volgens van de auto to slecpen, waarna ge tracht zou worden de auto weer in normale positie te brengen. Deze werkzaamheden hadden uiteraard veel bekijks; enke e agen ten waren bij de plaats van het ongeval ge posteerd. teneinde het verkeer in goede ba nen te leiden. ls het geschil in diepste oor zaak een leergeschil? Men schrijd het Vaderland van welinge- lichts zijde: Het is ons thans mogelijk eenige nadere beschouwingen te wijden aan de zoo ge ruchtmakende quacstic van het plotseling en ongevraagd ontslag aan den Wassenaar- schen hulpprediker Prof. dr. J. R. Slotema- ker de Bruine gegeven. Reeds jurcnlang was er in de Ned. Ilerv. gemeente van Wassenaar een etisch element doch niet sterk genoeg om ook maar eeni- germate directen invloed uit te oefenen op den kerkdijken gang van zaken en verliep alles zonder merkbaren kerkdijken strijd. Het aantal inwoners van Wassenaar (thans pl.m. 13.000) werd in de laatste 10 jaren verdubbeld, niet het minst door vesti ging van bewoners in de snelgroeiende bui tenwijken en parken. Naar het schijnt heb ben de Hervormde bewoners van die wijken het etisch element in de gemeente zeer ver sterkt, waarmede het confessioneele geen gelijken tred gehouden heeft; zoodat van een kleine minderheid en groote meerderheid geen sprake meer wezen kan en de groepen zich gaandeweg in getalsterkte gaan be naderen. Begrijpelijkerwijze zien de confessioncelen zulks met leede oogen aan, temeer waar men een normale ontwikkeling van een bepaalde groep nu eenmaal niet in de hand heeft. Waarschijnlijk heeft de Kerkcraad inder tijd in de benoeming \an prof. Slotemaker de Bruine toegestemd, om althans voodoo- pig een immer hcilloozcn kerkelijken strijd te vermijden. Een ander motief voor deze toegevendheid is althans niet te vinden, gezien de samenstelling van den lverkeraad. De wijze waarop dezo hulpprediker, of wil men „hulp van den predikant", zijn taak opvatte en zijn beminnelijke persoonlijkheid, hebben vooral de hem geestverwante, ge- meentenlcden zeer aan zich doen hechten. Zelfs is, naar verluidt, het kerkbezoek, wan neer prof. Slotemaker voorgaat, belangrijk grooter dan bij don eigenlijken pastor loei, ds. Joh. Langman. Men verzekerde ons van confessioneele zijde, dat, althans bij ds. Langman, geen overwegingen van persoonlijken aard voor gezeten hebben, toen deze zijn medewerking verleende aan het ontslag-besluit. Daarente gen houdt men van de andere zijde vol, dat zulks wel het geval geweest moet zijn, hoo wel, en dat moet ook gezegd worden, do voorzitter van de Vrijdag j.l. gehouden pro- testvcrgadcring, daaromtrent blijkbaar een andere meening is toegedaan dan velen van zijn mede-„protestantcn Indien inderdaad geen persoonlijke motie ven gegolden hebben, dan blijft cr niet veel meer over dan de tegenstellingen: etisch confessioneel. En wij hebben ook goede gronden om zulks te veronderstellen. Naar een confessioneel-lid van het kiescol lege ons verzekerde, zal dat in de gemeente vergadering van a.s. Donderdag ook blijken, zoo niet rondborstig gezegd worden. Indien onze zegsman inderdaad gelijk krijgt, dan wagen wij het te veronderstellen, dat het gebeurde slechts een voorspel is ge weest van een feilen kerkdijken strijd, die dan, hoe eensgezind men ook wil samenle ven, niet kan uitblijven. Do kerkeraad schijnt niet van zins en wil len te zijn om het genomen besluit onge daan te maken en zet daarmede het geschil op haren en snaren, terwijl do aanhangers van prof. Slotemaker het bleek in de ver gadering van Vrijdag overduidelijk maar één wensch hebben en d.i. dezen hulppredi ker handhaven. Het wil ons voorkomen, dat do Kerkeraad misschien formeel in zijn recht is. Immers werd prof. Slotemaker aangesteld voor den tijd van één jaar, welko tcrpiijn stilzwijgend met ongeveer een half Jaar werd verlengd. Dat men van zijn diensten geen verder gebruik meer wenschte te ma ken en hem dat mededeelt, is misschien het goed recht van den Kerkeraad; maar dat zulks zonder meer, deze geliefdon prediker werd bericht in een simpel briefje, daar mede hoeft men een deel dor gemeente ge griefd en zelfs velen van confessioneele zij de ontstemd; temeer waar men voelt dat de diepste oorzaak om tot dusver onbegrij-. pelijke reden verzwegen en van voorzie ning in de komende vacature niet gespro ken wordt. Do bedoeling van den kerkeraad moge van zijn standpunt gezien, goed zijn, het middel dat men te baat genomen heeft wordt als niet eerlijk en onwellevend gevoeld door zeer vele leden der gemeente. Het verder verloop der gebeurtenissen zal wel bewijzen, in hoeverre onze veronderstel ling juist is, dat dit geschil in zijn diepste oorzaak een leergeschil is. HET STOOMGEMAAL TE LEMMER WEER IN WERKING. Lemmer, 16 Maart. Met het oog op den hoogen stand van het boezemwater in Friesland tengevolge van den zwaren sneeuwval van de afgeloopen week, hebben Gedeputeerde Staten van deze provincie he denmiddag last gegeven het provinciaal stoomgemaal te Lemmer weer in werking te stellen. HOEVER GAAT DIT? Nederlandsche musici iu Duitschland. Wij lezen in hel orgaan „Nieuw Leven'': Nederlandsche Kunstenaars in Duitsch land worden minder gewaardeerd, dan Duit sche kunstenaars in Nederland. Als er eens een onderzoek werd ingesteld, hoevele Duit- 6chers hier te lande hun brood verdienen in de tooneel- en muziekwereld, dan zou men versteld staan over het groote cijfer. Maar als we nu eens over onze oostelijke grenzen zien, dan staat het met de Nederlandsche kunstbroeders in Duitschland cr heei anders voor. Een vclo jaren in Duitschland geves tigde Nederlandsche musicus, daar ook met eenc Duitsche gehuwd, solliciteerde naar een plaats in een Duitsch orkest. Hoewel de commissie van beoordceling zijn 6pel voor treffelijk vond, werd hij afgewezen, omdat het „Deutsche musike verband" het wacht woord heeft aangenomen, dat gten buiten lander geëngageerd mocht worden. Het gaat hier dus niet speciaal tegen Nederlanders. Maar toch is het nogal een kras staaltje van durf. Immers als het buitenland nu ook eens zijne muziekzalen ging duiten voor Duit sche musici, zou het cr in Duitschland slecht gaan uitzien en zou het aantal werk- loozen daar weer met heel wat vermeerderd worden. Er zal zonder twijfel ook wel ge protesteerd worden tegen deze al te natio nale maatregel. Een kleinigheid, een onbeduidend woord kan in een ziel, die hunkert naar lof, een groote verandering teweeg brengen. Horace Uit het Engelsch door J. S. FLETSCHER. 13 „Zes of zeven mijl hier vandaan op den weg naar Kingshaven. Het is een typisch plaatsje aan het eind van den inham. Zegt u aan den chauffeur, dat hij rechtstreeks naar „De Roode Kreeft" gaat dan weet hij bet wel. En dat is ook een typisch kroegje.' Iedereen in deze streek kende „De Roode Kreeft." Het was een van de oudste huizen uit den omtrek; een bouwvallig huis, dat aan den achterkant oprees uit het water en aan den voork^t lag aan den grooten weg van Londen naar Kingshaven. Het was een gelegenheid, waarheen de menschen uit Kingshaven gingen om te gaan varen en roeien of om thee te drinken in den tuin Tevens was het een pleisterplaats voor vee hoeders en vrachtrijders, maar vooral, naar mijn meening, een plekje, waar geheime samenkomsten werden gehouden en ik had een vermoeden, dat als oom Joseph daar was geweest, zijn bezoek wel iets geheim zinnigs zou gehad hebben. Cherry en ik hadden nog maar een oogcnblik gesproken AMt juffrouw Tappen, een kleine, scherpzin nige, bejaarde vrouw, of ik begreep, dat wij op het goede spoor waren. „Ik hoorde natuurlijk van dat moord- zaakje in Middlebourne", begon zij, nadat zij zich had \crzekerd van Cherry's ambt en haar eigen brief had gezien, „en het viel mij dadelijk in, dat ik wel iets zou kunnen vertollen, maar, zooals ik jullie schreef, veel tO veel voor een brief. Zie je, ik hoorde, dat die ongelukkige vent, die ze zoo waar genomen hebben, gouden ringen in z'n ooren had en een litteeken over z'n linker wang. Kijk eens, jongmensch, die man kwam op een middag, een dag of veertien gele den, hier bij mij!" „Alleen?" vroeg Cherry. „Nee! Hij had nog iemand bij zich. Ik zie ze nog komen ik stond aan de voor deur om wat visch te koopen. Zij kwamen met z'n tweeën den weg af van Kingsha ven te voet. De ander was een zware, breedgeschouderde, gladgeschoren kerel, netjes gekleed in een blauw pakje ze waren allebei in het blauw weet je, zoo als zeelui op z'n Zondags ik nam ze goed op. Ze kwamen binnen en gingen direct naar het kamertje naast het buffet nist of ze thuis waren maar ik weet zeker, dat ik ze nog nooit gezien had, voor zoover ik weet. Maar die groote kerel moet hier toch wel eens meer geweest zijn, want ik hoorde hem zeggen, dat het hier veranderd was." „Hoe lang woont u al hier, juffrouw?" vroeg Cherry. „Om zoo te zeggen, sinds mijn geboorte, mijnheer. Ik ben hier in dit huis geboren mijn vader had de herberg en voor hem zijn eigen vader. Ik was eenig kind, zie je. en toen ik ouder werd. trouwde ik met Tap pen die bier achter het buffet stond. Toen stierf mijn vader en Tappen kreeg de ver gunning. O, ja, je kunt gerust zeggen, dat ik altijd bij dit huis behoord heb of het huis bij mij eefi van tweeën, dat is zeker. Maar dien dikken kerel kon ik mij niet herinne ren toch scheen hij meer hier geweest te zijn, en zooals ik zei, hij ging heel gewoon dat kamertje in en ging daar zitten." „En bleven ze lang hier vroeg Cherry. „Minstens twee uur. De dikke dronk cog nac met water, de man met de ringen in z'n ooren, rum. Zij praatten samen met de hoofden dicht bij elkaar; wat ik er van zag, leek het mij een vertrouwelijk gesprek. Toen ze heengingen, zag ik zc weer den zelfden weg gaan naar Kingshaven." „En was dat alles?" vroeg Cherry. „Neen! De dikke kwam terug verleden Maandag. Hij kwam om ongexecr vier uur en hij vroeg dadelijk of ik mij herinnerde, dat hij hier veertien dagen geleden met een vriend geweest was, en of die vriend er dien dag geweest was Ik antwoordde, dal ik mij hem heel goed herinnerde, en dz* zijn vriend er niet geweest was, waarop hi zei, dat hij op hem zou wachten. Ilij wacht te in het kamertje, hij wachte tot over ■zessen, maar de ander kwam heelemaal niet. Het leek mij, dat de dikke ongedurig werd ;hij was eerst zeer op zijn gemak met zijn barndy-soda en met zijn pijp, maar na een poosje ging hij buiten de deur kijken, alsof hij ongeduldig werd. En ten slotte ging hij weg; hij gaf mij een kaartje, waar op hij iets krabbelde en vroeg mij om dat aan zijn vriend te geven, als die 'savods of den volgenden dag mocht komen. Maar de man met de oorringen kwam niet en het kaartje is daar, waar ik het zette, in dien spiegel." Zij nam het kaartje uit den spiegel bo ven de schoorsteenmantel en gaf het aai: Cherry. Ik keek over zijn schouder en toen wist ik dadelijk, dat wij met oom Joseph te doen hadden. Het was een kaartje met den naam van Crippe van Old Gravel Lane en op dc achterzijde stond een regel in potood morgen, 's namiddags of 's avonds. S.S. HOOFDSTUK VII Het hoog-watennerk. Wij verlieten juffrouw Tappen en „De Roode Kreeft" spoedig daarna en gingen naar onze wagen. Maar in plaats van daar in te gaan wenkte Cherry mij om met hem den weg op te wandelen en verzocht hij den chauffeur om ons te volgen. „En vroeg hij „"Welke gevolgtrekking maak je uit dat alles?" „Ik maak er uit op, dat oom Joseph hier veertien dagen geleden was met Sol Cou sins en dat hij verleden Maandag terug kwam in de verwachting Sol Cousins weer te ontmoeten en dat deze niet kwam. Wal moot ik daaruit anders opmaken?' „Juist, dat is de buitenkant! Maar dc Maandag is het belangrijke punt! Maandag nacht kwam Krevin bij jullie thuis, niet waar?" „Ja, Maandag middernacht." „Nu, dan moeten wij uitvisschen waar hij Maandagavond is geweest, tusscncn he* oogenblik dat hij hier was en bij jullie in de waranda. Als wij alles met elkaar in verband brengen, dan is het vreemd, del Cousins, die ergens hier in den omtrek was hij was beslist Maandagnacht te Kings haven in het Collingwood hotel hier Maandagmiddag niet kwam in „De Roode Kreeft" En waar moesten die twee elkaar volgens het kaartje 's Dindags ont moeten Y" Hij had het kaartje in zijn hand en be keek aandachtig wat daarop gusenreven stond. „Oom Joseph was Dinsdag twee maal uit," merkte ik op. Eerst des namiddags en daarna des avonds. M.sschicn hebben zij elkaar ootmoet." „Als zij elkaar ontmoet hebben, dan moet dat geweest zijn op een plaats, dichter bij jullie huis dan bij dit huis. Wij zijn hier ruim zeven mijlen van Middlebourne en je oom Joseph had binnen dien tijd niet nier kunnen zijn we zullen niet zeggen hier hij juffrouw Tappen, want wij weten, dat hij daar niet kwam, maar ergens hier in dc buurt Er is een verbinding per trein en per autobus, niet waar ja, maar wij weten, dat hij daarmede niet meeging, dat zouden wij wel gehoord hebben. Neen! Als hij die Sol Cousins *s Dinsdags ontmoette, moet dat geweest zijn op een rusiitr piekje dicht hij jullie huis. Hebben zij elkaa* ont moet?" „Is dat van veel belang?" Hij keek mij aan, haalde zijn pijp en tabakszak voor den dag en begon le rooken. In gevallen als deze, Ben, is er geen klei nigheid, die niet van belang is. Dikwijls blijken do schijnbaar onbelangrijkste din gen van het allergrootste belang te zijn. Ik zou er wat voor geven als ik wist of Cou sins en Krevin elkaar 's Dinsdags ontmoet hebben in verband met het verzoek op dit kaartje." 'v*'5^ (Wordt vervolgdJL.

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1931 | | pagina 5