OPENING VAN HET SEIZOEN Willem Groenhuizen DE KANG-HE VAAS. Woensdag 18 Maart 1931 .DE EEMLANDER" 29e Jaargang No. 220 DE JUSTITIEBEGROOTING DE WIJZIGING VAN DE 0CTR00IWET AUTO DOOR EEN TREIN GEGREPEN Een geestelijke gedood en twee gewond DE UITVOERING VAN DE TARWEWET N.V. COMPAGNIE LYONNAISE DE STIER VAN POTTER TERUGGEKEERD JUWELIER EERSTE KAMER. De Voorzitter wijdt woorden van ihulde aan de nagedachtenis van den oud- minister en het oud-lid der Kamer wijlen den heer De Waal Malefijt. Minister R u y s sluit zich namens de Re geering hierbij aan. Na aanneming van fö.1 van kleine ont werpen, is de Justiticbegrooting aan de orde. De heer Kranenburg bepleit verbote ring der psychologische scholing van straf rechters en bevordering der tot standko- ming van de administratieve rechtspraak. De heer Heerkens Thijssen wenscht meer toezicht op delinquenten in zeden misdrijven, alsmede verbetering der gees telijke verzorging van gevangenen. Tenslotte bepleit Spr. vollediger gevange- nenvoeding en vervanging van spoorver voer van gedetineerden door autovervoer. De heer Mendels betoogt dat de vrije meeningsuiting behoort te worden geëerbie digd. Strafbaarstelling dient hier achter wege te blijven. Voorts bepleit spreker strengere opleiding van den ambtenaar O. M. en van do rech ters. De heer Hermans 6luit zich aan bij 'den heer Heerkens Trijssen. De vergadering wordt verdaagd. TWEEDE KAMER Verschillende voon en legem standers repliceeren Besloten wordt te behandelen voor do conclusie-Mertens de ontwerpen betreffende bepalingen omtrent het onderzoek naar scheepsaanvaringen op de binnenvaart en die betreffende heffing van opcenten op tabaksaccijns op cigaretten. Voortgezet wordt de behandeling van de Octrooitwet, waarbij de heer Van Hellen berg Hu banogmaals pleit voor uitstel te meer daar de Minister algeheele wijzi ging van de Octrooi wet overweegt De heer F 1 o r i s Vos begrijpt evenmir. de urgentie van dit ontwerp en vraagt of d« regeering bepaalde octrooien op het 002 heeft, en zoo ja, welke. Mejuffrouw F r i d a K a t z is door de voorstanders en de regeering niet overtuigd van de noodzakelijkheid van hèt ontwerp De heer Van der Waerden is he! eens met den heer Rutgers van Ro zen burg, dat deze materie het best in ternationaal geregeld kan worden. De heer Kortenhorst gelooft, dat de groot- en klein-industrie ingenomen zijn met de voorgestelde wijzigingen. Minister Verschuur dupliceert en wijst den heer Floris Vos erop, dat bij de voor bereiding geen rol gespeeld heeft het ver vallen van bepaalde octrooien Echter is het billijk loopende octrooien in de wet te betrekken. De algemeenc beraadslagingen worden gesloten. Mej. K a t z verdedigt een amendement om den termijn van 18 jaar te doen ingaan op den dag van aanvrage. Zij meent dat practisch de termijn toch reeds 18 jaar is door het lange tijdsverloop tusscben de aan vrage en de verleening. De heer Van der Waerden licht een amendement toe met de be loeling, dat de beschermingstermijn ingaat op den dag waarop het octrooi wordt openbaar ge maakt. Spreker bedoelt hiermede den aan vang van den termijn los te maken van de administratie en aansluiting te brengen bij Duitschland en Oostenrijk. De heer Van der Bilt ((V. B.) betoogt, dat het amendement-Katz ingaat tegen de internationale tendenz tot verlenging van den beschermingstermijn. Do heer Kortenhorst meent, dat do amendementen de grondslagen der Octrooi- wet aantasten. De heer Van Helle nberg Hubar acht het 6ysteem der huidige wet goed. Hot amendement-Katz sluit echter beter aan bij het buitenland. Hoewel de amendementen iets goeds bevatten, zal spreker tegenstem men, omdat de consequenties nu niet te overzien zijn. Minister Verschuur betoogt, dat het amendement-Katz ingrijpt in het stelsel der wet, hetgeen incidenteel hoogst ongc- wenscht is. Ook het amendement-v. d. Waerden brengt verandering in het stelsel der wet. Voordeelen van andere stelsels kunnen aan de orde komen bij de algemeene wijziging der Octrooiwet. Mej. K a t z trekt haar amendement in. Het amendement-v. d. Waerden wordt verworpen met 55 tegen 22 stemmen. Mej. Katz verdedigt een amendement om te voorkomen, dat vervallen octrooien herleven. De minister acht het billijk dat nu nog loopende octrooien mede profiteeren van de wet. Het amendement-Katz wordt verworpen met 56 tegen 12 stemmen. Het betreffende artikel wordt aangeno men met 45 tegen 25 stemmen. Het ontwerp wordt aangenomen met 57 tegen 9 6temmen. Bij de hierna volgende behandeling eener conclusie klaagt de heer Ter Laan over on billijke behandeling door de Rijksverzeke ringsbank. Hij dient een motie in om de behandeling der conclusie te schorsen en een motie om de regcering uit te noodigen wijziging te brengen in hoofdstuk III der Ongevallenwet. De tweede motie wordt op een nader te bepalen dag behandeld, over de eerste mo tie wordt. Woensdag gestemd. De vergadering wordt verdaagd. Het zooveelste ongeluk op een onbewaakten overweg. Eibergen, 17 Maart. Hedenavond te omstreeks half zes is op den onbewaakten overweg NeedeEibergen een automobiel, bestuurd door den kapelaan J II. Krabben berg uit Groenloo, gegrepen door den trein, die te omstreeks half zes uit Neede naar Eibergen vertrekt. De auto werd een eindweegs medege sleurd en is geheel vernield. Kapelaan Krabbenberg was op 6lag dood. De pastoor J. P. P. Oosterbaan, pastoor-dekon van Groenloo, werd zwaar gewond cn kapelaan A. M. van Soest, eveneens uit Groenloo, die ook in de auto gezeten was, bekwam min der ernstig letsel. Do beide gewonde gees telijken zijn per ziekenauto naar het zie kenhuis te Groenloo vervoerd. Het lijk van kapelaan Krabbenberg werd een nabij den overweg gelegen woning binnengedragen De burgemeesters van Neede en Eibergen waren spoedig na het gebeuren van hei vreeselijk ongeluk ter plaatse om in hun kwaliteit van hulpofficier van justitie een onderzoek in te stellen. Nader meldt men ons, dat ook het lijk van kapelaan J. II. Krabbenberg naaf- het ziekenhuis te Groenloo is overgebracht De toestand der beide geestelijken, pas toor Oosterbaan en kapelaan Van Soest was na aankomst in het ziekenhuis te Groenloo naar omstandigheden betrekke lijk gunstig. Beiden zijn bij kennis. Groenloo, 17 Maart, Omtrent het ongeluk, dat heeft plaats gehad op den on bewaakten overweg NeedeEibergen, waar bij de kapelaan J. H. Krabbenberg uit Groenloo om het leven is gekomen, verne men wij nog, dat deze 41 jaar oud was. Dc beide gewonde geestelijken, pastoor-deken J. J. P. Oosterbaan en kapelaan A. M. van Soest, zijn resp. 53 en 35 jaar oud. De door hen bekomen verwondingen bleken minder ernstig te zijn dan zij zich lieten aanzien. Hedenavond wa6 hun toestand goed. Is het den minister bekend, dat de Ne- derlandsche Staatsmijnen eveneens bepaal de brandstoffen, en wel die het meest door de arbeiders cn de armere deelen der be volking worden gebruikt, in ongeveer nc- gen-tiende deel van het land, n.l. overal, be halve te Amsterdam, aanzienlijk duurder doen verkoopen dan in de hoofdstad des lands, waar overigens bedoelde brandstof fen, in vergelijking met de buitenland6che prijzen, maar ook op zich zelf toch al reeds veel te duur zijn? Is de minister niet van oordeel, dat er en zeker in deze tijden van ongekende el lende drastische maatregelen dienen te worden genomen om aan deze prijsopdrij- vingspolitiek der Staatsmijnen in Neder land onmiddellijk een eind te maken. Er zal een tarwecentrale" worden geformeerd Er is in deze dagen groote belangstelling voor de vraag: „hoe zal nu de practische uitvoering zijn van de Tarwewet". Naar het „Nwsbl. v. h. Noorden" uit be trouwbare bron verneemt zal er over ons geheele land een „Tarwecentrale" of wel „Centrale Tarweorganisatie" worden gefor meerd. Het land wordt in een 8-tal gebieden verdeeld, dit zijn dc gewestelijke tarweor- ganisaties of gewestelijke verecnlglngen van tarwebouwers. Daarvan zal iedere tarwe- bouwer, die van de wet wil profiteeren, lid moeten zijn. Zoo zullen Groningen cn Dren the samen een dergelijke verecniging vor men. Daar de uitvoering van een en ander staat of valt met de serieuse nakoming \an de wet, die den boeren geheel in handen is ge geven, zal een schorpe contrólo ter plaatse noodig zijn. Deze contrólc zal worden uitge oefend door vertegenwoordigers (vertrou wensmannen) in dc ressorten, waarin het gebied weer zal worden onder-verdeeld. Zoo 6nel mogelijk zal de tarwe, die uitge zaaid is of wordt, geïnventariseerd moeten worden. Volgens deze inventarisatie zal het volgend jaar het graan worden geleverd voor zoover dit voor het doel geschikt mocht zijn. De aflevering geschiedt tegen een prijs, vastgesteld naar kwaliteit. Van wege de gewestelijke organisaties zal dan aan de malerijen het percentage Holland- 6chc tarwe worden toegevoerd. Alle bestaande handel en nijverheid wordt door de wet geheel intact gehouden. AUTO-BOTSING. Een chauffenr zwaar gewond. Te Delft is op den Rotterdamscheweg na bij de Wassenaarsche straat een tractor met aanhangwagen, bestuurd door G. Hoek uit Rotterdam, gereden tegen een met hei palen geladen vrachtauto van een expedi teur uit Delft. Laatstbedoelde auto ging, na een teeken te hebben gegeven, op het lin kergedeelte van den weg rijden, om achter waarts de Wasscnaarschestraat te kunnen inrijden. De botsing was vrij hevig, daar Hoek met groote snelheid reed en de vrachtauto bijna stilstond. De achteruit stekende heipalen drukten door de voorruit heen. Hoek's borstkas werd ingedrukt. Per politieauto is de gewonde in levensgevaarlijken toestand naar het gasthuis te Delft vervoerd. UTRECHTSCHEWEG 10 TEL. 179 AMERSFOORT AUTO TEGEN TRAM. Twee inzittenden gewond. Maandagavond is de auto, bestuurd door den heer baron Van Hecckeren van Keil. toen deze van den oprijweg van Klein Ave goor op den Rijksstraatweg wilde rijden in botsing gekomen met een tramwagen van de Geldersche Tramwegmaatschappij De heer cn mevrouw Van Heeckeren wei den uit den wagen geslingerd, maar niet zwaar gewond. De auto, welke geheel in elkaar gedrukt was, kwam na de botsing nog in aanraking met een passeerende vrachtauto, welke eveneens beschadigd werd. (Hbld.) OPDRIJVING DER STEENKOLENPRIJZEN De heer Wijnkoop stelt vragen. De heer Wijnkoop heeft aan den minister van waterstaat de volgeDde vragen gericht: Is het den minister bekend, dat de Ne- derlandsche Staatsmijnen dc kolenprijzen in Nederland kunstmatig hoog houden door bepaalde brandstoffen, die ze in het bui lenland voor zeer lage prijzen verkoopen, hier te lande tegen belangrijk hoogere prij zen af te zetten, derhalve doende wat men wel gewoon is met den naam van dumping te bestempelen? Hel oude werk in nieuwen luister. Reeds weken lang zag men in een der zalen van het Mauritshuis te Teii Haag, waar anders de Stier van Potior do bezoe kers boeit, enkel de groote gou len lijst han gen. Men wist, dat het kapitale schilderij, dat Potter op zijn 22e jaar in de buurt van den Haag geschilderd heeft mjn ziet de Blinckhorst en de kerk van Rijsvwjk op don achtergrond verdoekt m icst worden, maar wanneer dit moeilijk cn zoovool kun de vcreischonde werk gereed zou zijn, was niet bekend. Toen wij aldus het Vaderland vanmorgen toevallig langs het Mauritshuis liepen, zagen wij een groote verhui6auto het hek binnenrijden. Voorzichtig reed de wagen tot voor het bordes en in het Mau ritshuis stonden de directeur van het mu seum, prof. dr. Martin, prof. De Wild en zijn zoon dr. ir. de Wild met do b( ambten van het museum de terugkomst van het doek af te wachten. Het kolossale doek, dat klemvast in den verhuiswagen 6tond, werd door de verhuis- manncn voorzichtig er uit gedragen, daarna gekeerd in dc hal en door het trapgat, ge takeld aan touwen, naar hoven geheschon en in de zaal gedragen. Het ijzeren brand- luik werd neergelaten cn zoo hadden do mannen rustig tijd om het meesterwerk, waai' achterop geschilderd is- „Vordoekt Februari 1931", in de lijst te plaatsen. Vernuftig is de bevestiging van het doek in de lijst, zoodat in een minimum van tijd de schilderij weer op haar oude plaats was gebracht. Toen werd achter het houten raam, dat belangrijk lichter Is dan het oude, maar toch niet minder sterk, het touw bevestigd, waaraan, in geval van nood, het doek neergelaten kan worden. We hebben geruimen tijd voor het oude doek, dat daar sinds 1S22 hangt, 6faan kij ken en kunnen niet anders zeggen, dan dat het werk bij het schoonmaken en restau- ieeren aan schoonheid neeft gewonnen. Het is klaar en helder; de verschillende partijen komen zuiver uit en prof. De Wild cn zijn zoon moeten van harte gelukgewenscht worden met het prachtige resultaat. BIJ VERGISSING SUBLIMAAT INGENOMEN. Twee agenten hebben assistentie verleend in een perceel aan den O.Z. Achterburgwal te Amsterdam, waar de bewoonster, oud 53 jaar, bij vergissing sublimaat had ingeno men; zij bad n.l. uit een bloempot, waarin zich een zakje met snoepgoed en een gelijk soortig zakje met sublimaatpastilles bevon den, het verkeerde zakje genomen. Onmid dellijk verleendo doktershulp heeft de vrouw het leven gered. DE POSTVLUCHTEN. Aneta-Vaz Dins meldt, dat bij de K.L.M. bericht is ingekomen dat de P.H.A.F.K. hedenmorgen van Cairo is gestart en Mer- samatruk is gepasseerd. PHILIPS CONTRA TELEFUNKEN. Philips in het gelijk gesteld. Maandag heeft het Kartellgericht te Ber lijn uitspraak gedaan in het geschil tus- schen Telefunken en Philips, waarbij Phi lips volledig in het gelijk werd gesteld Dit beteekent om., dat dc verkoop van radio apparaten in Duitschland door Philips we- derom geheel geoorloofd is. NEDERLANDSCH EN BELGISCH RECHT. De heer V. uit Arnhem had met zijn auto in Belgié een zekeren heer De S. aange reden en was deswege door Je rechtbank te Dendermonde veroordeeld- tot gevangenis straf, boete. kosten, alsmede schadevergoe ding van 25.000 francs aan dc beleedigde partij. Nadat dit vonnis in kracht van ge wijsde was geg. an, wilde de heer De S. dit in Nederland laten executeeren zonder don burgerlijken rechter daarin te kennen op grond van het in 1929 tusschen Belgié cn Nederland gesloten tractaat, waarbij het ge zag van rechterlijke, uitspraken in bcido landen wordt erkend. De Hooge Raad heeft nu uitgemaakt dat dit niet kan dat een beroep op het terzake tusschen Belgié en Nederland bestaande tractaat nutteloos is, omdat in het bedrag van 25.000 francs begrepen zijn bedragen die in het Nederlandsche strafprocesrecht niet kunnen worden toegekend aan de be leedigde partij, die zich in een strafproces civiele partij stelt. De heer De S. is mitsdien naar den civielen rechter verwezen. Tel. 852. Langestraat 43. GOUDEN TROUW- EN VERLOVINGSRINGEN. MODERNE MODELLEN. De mensch is een wezen, dat door geluk verhardt, door voorspoed afstompt, door macht verzwakt, door levensweelde van zijn luister beroofd wordt. Uit het Engelsch door J. S. FLETSCHER. 14 „Nu", merkte ik op, „als kleine dingen van belang zijn, wat maakt u dan op uit iets, dat heel gering lijkt. Op het kaartje staatmorgen, 's namiddags of 's avonds, S. S Wat beteekent S. S. Ilij bekeek het kaartje, zeer onverschillig. „O Ik neem aan, dat dit de eerste letters zijn van een naam, waarbij Cousins Krevin kende. Die kerels hebben altijd bijnamen, schuilnamen of aangenomen namen. Na hetgeen je zuster gisteren %an hem vertelde, had hij er zeker een half dozijn Cousins kende hem als Sam Smith of Seth Simpson of Silas Saunders of Simon Scott. Snap je?" „Neen, dat snap ik niet. Ik geloof, dat S. S. de afkorting is van een plaats, die bei den kennen cn waar zij elkaar zouden ont moeten. Dat denk ik er van. Waarom zou Krevin geteekend hebben met initialen, aan genomen of niet Cousins zou heel goed begrepen hebben van wien dat bericht kwam." Hij- uitte een kreet van verbazing en gaf mij een klap op den schouder. ^Beste jongen!" yiej) hij ui^ edat kan heél^ goed mogelijk zijn; ik ben een ezel, dat ik daaraan niet gedacht heb. En welke plaat sen zijn er hier, waarvan de namen met een S. beginnen?" „Twee of drie, Summersead en Sheldrake en Settlecraft, alle in de buurt. En dicht bij heb je nog een plaats, South Stilbeach. Wij zijn er! Daar heb je de S. S." „Is dat ergens op den terugweg?" „Dat%gaat wel. Het is tusschen hier en Middlebourne, maar op een zijweg." Ilij keerde zich om, wenkte den chauffeur en wij stapten in en gingen op weg naar South Stilbeach. Het was een klein afge legen visschersdorpje; een verzameling van hutten en huisjes, met een schunnig bier- lokaal, dat uitzicht had op het strand. Wij kwamen echter met een niet thuis nie mand had gezien of gehoord van een van de beide mannen, die wij beschreven. Op weg naar huis reden wij door de dorpsstraat naar de garage, waar Cherry de auto gehuurd had. Toen wij het huis van Veller voorbijkwamen werden wij door ver schillende stemmen aangeroepen en Veller, gevolgd door Pepita Marigold en Brvce El- ïingham kwamen aanhollen, alle drie in hoogst opgewonden toestand. Pepita cn Bry- ce waren niet in staat een woord uit te brengen. „Deze twee", riep Veller uit, daarbij wij zende op Pepita en Bryce, „hebben iets ont dekt. Het kan wat met dit zaakje te maken hebben en misschien ook niet. Zij kwamen direct naar mij toe." „Zeker is het een ontdekking van groot gewicht", riep Bryce uit „Wij zochten u daarom, mijnheer Cherry en daar u er op uit was, zijn wij naar Veller gegaan, omdat in die dingen spoed gewenscht is, niet waar? ftjjk mi fl?D8 blegj^glg dit pu, gqea, aanwijzing is, zooals jullie dat noemen, dan zou ik wel eens willen weten, wat dan wel een aanwijzing is." Hij hield z'n hand op en toen zagenwij daar op 'n gouden munt met 'n gat er in, waar aan een stuk van een ketting was vastge maakt. Ik kon een uitroep niet onderdruk ken. „Van oom Joseph", fluisterde ik dicht bij Cherry's oor. Noch Bryce, noch Pepita sche nen dat precies te hooren, maar Cherry be greep onmiddellijk wat ik meende cn wist de aandacht daarvan voor een oogenblik af te leiden. Hij nam de munt in zijn hand en onderzocht die nauwkeurig. „Een Amerikaanscli tien-dollar stuk", zeide hij. „Hm, een mooie munt ook. En waar heb je dat gevonden?" „Dat gebeurde zoo; juffrouw Marigold en ik wandelden langs de voet der rotsen daar bij Fliman's End. Er is daar een soort van nis, zoo iets als een kelder. Ik vond die munt daarin tusschen zeewier." „Zag het er naar uit, alsof die munt daar lang gelegen had?" viel Cherry in de rede. „Lag er zand of iets anders op." „Neen ze zag er juist uit zooals nu. Het leek mij of iemand haar pas had laten vallen en dat zij gevallen of gerold was tus schen het zeewier. Maar dat is nog niet al les. Er zijn voetstappen ln die nis, dat moet u zeker gaan zien. Ze zijn van een man en van een grooten kerel ook. En zij leiden recht over het zand, het is daar vast. wit zand en het zijn daarop de eenigste sporen. Neen, we gingen haastig terug om u te zoe ken cn daar u er niet meer was zijn we naar Veller gegaan." „We zullen met z'n allen daar gaan kijken", zeide Cherry Hij keek P&&E YeUei; ep jroeg: „hoe dicht kunnen wij met den wagen ko men bij dat punt?" „Tot het einde van de laan, langs ons huis, kunnen wij rijden", riep ik uiL „Stap maar in ik zal den chauffeur den weg wijzen." De vier anderen gingen in den wagon ik zette mij naast den chauffeur. Op een gegeven oogenblik boog Cherry zijn hoofd over het lage scherm en vroeg dicht aan mijn oor: „is het zeker, dat die munt van je oom is?" „Zoo zeker als wat. Zij viel mij bijzonder op; zij hing aan zijn horlogeketting." Hij knikte en sprak nog zachter. „Uitste kend! spreek er echter niet over als wij uitstappen'^, fluisterde hij. De wagen bracht ons tot op een kwart mijl van Fliman's End. Nadat wij waren uitgestapt liepen wij over een veld cn toen wij aan het strand kwamen volgden wij de kust tot bij de rotsen. Er waren verschil lende grotten of nissen in die rotsen; de grot waarheen Bryce ons bracht lag op het Westen, uit de opening had men een ruim uitzicht langs de bochtige kust tot Kings- haven in de wazige verte. En binnen in die grot lagen verschillende hoopen drijfhout en zeewier, daarin gespoeld door de krachtige winden die dikwijls van den Atlantischen Oceaan in het Kanaal bliezen. „Daar heb ik de munt opgeraapt!" riep Bryce uit, wijzende naar een hoop zeewier achter in de grot. „Precies daar! En kijk nu eens naar die voetsporen. Er zijn er een massa hier in de grot en ziet u wel, zij gaan in rechte lijn daarheen." Cherry keek rond en scheen een idee te krijgen. „Blijf jullie allen staan, waar je bent", zeide hij, laat mij fyen rond gaan kijken, Hij keerde terug op den weg, dien wij ge komen waren cn ging daarna over een kor ten afstand weer op zijn schreden terug: vervolgens voegde hij zich weer bij Veller en rnij. „De voetstappen zijn daar duidelijk ge noeg", zeide hij. „Ze zijn van een zwaren man met groote voeten, die hier is gekomen ongeveer langs denzelfden weg als wij van het einde van de laan over het veld. Dit echter interesseert mij niet bijzonder wat ik wel gaarne wenschte te weten is, waar zij heen gaan". Hij wees naar de voetstappen, die van af de grot westwaarts liepen en terwijl hij er bij ons allen op aandrong om ter zijde daar van te loopen, begonnen wij met ze zee waarts te volgen. Het zand was wit, droog en vast, zoodat de sporen zeer duidelijk wa ren. De man, die ze gemaakt had was blijk baar rechtstreeks met een bepaald doel naar een bepaald punt gegaan. „Waar is de hoog-water lijn?" vroeg Cherry plotseling. Veller wees een weinig vooruit. „U zult zien waar die is, zoodra we ko- men op de plaats, waar het zand een an dere kleur krijgt", antwoordde hij. „Op dit oogenblik ongeveer op de helft van het strand". „Precies en we zullen zien, dat die spo ren hier plotseling eindigen", merkte Cher ry op. „De man, die hier langs kwam is meegenomen in een boot, die volgens af spraak op dit punt kwam. Kijk, daar ein digen zij". Hij knikte bevestigend naar een streep op het strand, die kenbaar was door hoopjes wier en allerlei rommel; dat was de hoog water lijn, (Wordt vervolgd)] j

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1931 | | pagina 5