OPENING VAN HET SEIZOEN
Willem Groenhuizen
DE KANG-HE VAAS.
Woensdag 18 Maart 1931
.DE EEMLANDER"
29e Jaargang No. 220
DE JUSTITIEBEGROOTING
DE WIJZIGING VAN DE
0CTR00IWET
AUTO DOOR EEN TREIN
GEGREPEN
Een geestelijke gedood en
twee gewond
DE UITVOERING VAN
DE TARWEWET
N.V. COMPAGNIE LYONNAISE
DE STIER VAN POTTER
TERUGGEKEERD
JUWELIER
EERSTE KAMER.
De Voorzitter wijdt woorden van
ihulde aan de nagedachtenis van den oud-
minister en het oud-lid der Kamer wijlen
den heer De Waal Malefijt.
Minister R u y s sluit zich namens de Re
geering hierbij aan.
Na aanneming van fö.1 van kleine ont
werpen, is de Justiticbegrooting aan de
orde.
De heer Kranenburg bepleit verbote
ring der psychologische scholing van straf
rechters en bevordering der tot standko-
ming van de administratieve rechtspraak.
De heer Heerkens Thijssen wenscht
meer toezicht op delinquenten in zeden
misdrijven, alsmede verbetering der gees
telijke verzorging van gevangenen.
Tenslotte bepleit Spr. vollediger gevange-
nenvoeding en vervanging van spoorver
voer van gedetineerden door autovervoer.
De heer Mendels betoogt dat de vrije
meeningsuiting behoort te worden geëerbie
digd. Strafbaarstelling dient hier achter
wege te blijven.
Voorts bepleit spreker strengere opleiding
van den ambtenaar O. M. en van do rech
ters.
De heer Hermans 6luit zich aan bij
'den heer Heerkens Trijssen.
De vergadering wordt verdaagd.
TWEEDE KAMER
Verschillende voon en legem
standers repliceeren
Besloten wordt te behandelen voor do
conclusie-Mertens de ontwerpen betreffende
bepalingen omtrent het onderzoek naar
scheepsaanvaringen op de binnenvaart en
die betreffende heffing van opcenten op
tabaksaccijns op cigaretten.
Voortgezet wordt de behandeling van de
Octrooitwet, waarbij de heer Van Hellen
berg Hu banogmaals pleit voor uitstel
te meer daar de Minister algeheele wijzi
ging van de Octrooi wet overweegt
De heer F 1 o r i s Vos begrijpt evenmir.
de urgentie van dit ontwerp en vraagt of d«
regeering bepaalde octrooien op het 002
heeft, en zoo ja, welke.
Mejuffrouw F r i d a K a t z is door de
voorstanders en de regeering niet overtuigd
van de noodzakelijkheid van hèt ontwerp
De heer Van der Waerden is he!
eens met den heer Rutgers van Ro
zen burg, dat deze materie het best in
ternationaal geregeld kan worden.
De heer Kortenhorst gelooft, dat de
groot- en klein-industrie ingenomen zijn
met de voorgestelde wijzigingen.
Minister Verschuur dupliceert en wijst
den heer Floris Vos erop, dat bij de voor
bereiding geen rol gespeeld heeft het ver
vallen van bepaalde octrooien Echter is
het billijk loopende octrooien in de wet te
betrekken.
De algemeenc beraadslagingen worden
gesloten.
Mej. K a t z verdedigt een amendement
om den termijn van 18 jaar te doen ingaan
op den dag van aanvrage. Zij meent dat
practisch de termijn toch reeds 18 jaar is
door het lange tijdsverloop tusscben de aan
vrage en de verleening.
De heer Van der Waerden licht
een amendement toe met de be loeling, dat
de beschermingstermijn ingaat op den dag
waarop het octrooi wordt openbaar ge
maakt. Spreker bedoelt hiermede den aan
vang van den termijn los te maken van de
administratie en aansluiting te brengen bij
Duitschland en Oostenrijk.
De heer Van der Bilt ((V. B.) betoogt,
dat het amendement-Katz ingaat tegen de
internationale tendenz tot verlenging van
den beschermingstermijn.
Do heer Kortenhorst meent, dat do
amendementen de grondslagen der Octrooi-
wet aantasten.
De heer Van Helle nberg Hubar
acht het 6ysteem der huidige wet goed. Hot
amendement-Katz sluit echter beter aan bij
het buitenland. Hoewel de amendementen
iets goeds bevatten, zal spreker tegenstem
men, omdat de consequenties nu niet te
overzien zijn.
Minister Verschuur betoogt, dat het
amendement-Katz ingrijpt in het stelsel der
wet, hetgeen incidenteel hoogst ongc-
wenscht is.
Ook het amendement-v. d. Waerden
brengt verandering in het stelsel der wet.
Voordeelen van andere stelsels kunnen aan
de orde komen bij de algemeene wijziging
der Octrooiwet.
Mej. K a t z trekt haar amendement in.
Het amendement-v. d. Waerden wordt
verworpen met 55 tegen 22 stemmen.
Mej. Katz verdedigt een amendement
om te voorkomen, dat vervallen octrooien
herleven.
De minister acht het billijk dat nu
nog loopende octrooien mede profiteeren
van de wet.
Het amendement-Katz wordt verworpen
met 56 tegen 12 stemmen.
Het betreffende artikel wordt aangeno
men met 45 tegen 25 stemmen.
Het ontwerp wordt aangenomen met 57
tegen 9 6temmen.
Bij de hierna volgende behandeling eener
conclusie klaagt de heer Ter Laan over on
billijke behandeling door de Rijksverzeke
ringsbank. Hij dient een motie in om de
behandeling der conclusie te schorsen en
een motie om de regcering uit te noodigen
wijziging te brengen in hoofdstuk III der
Ongevallenwet.
De tweede motie wordt op een nader te
bepalen dag behandeld, over de eerste mo
tie wordt. Woensdag gestemd.
De vergadering wordt verdaagd.
Het zooveelste ongeluk op een
onbewaakten overweg.
Eibergen, 17 Maart. Hedenavond te
omstreeks half zes is op den onbewaakten
overweg NeedeEibergen een automobiel,
bestuurd door den kapelaan J II. Krabben
berg uit Groenloo, gegrepen door den trein,
die te omstreeks half zes uit Neede naar
Eibergen vertrekt.
De auto werd een eindweegs medege
sleurd en is geheel vernield. Kapelaan
Krabbenberg was op 6lag dood. De pastoor
J. P. P. Oosterbaan, pastoor-dekon van
Groenloo, werd zwaar gewond cn kapelaan
A. M. van Soest, eveneens uit Groenloo, die
ook in de auto gezeten was, bekwam min
der ernstig letsel. Do beide gewonde gees
telijken zijn per ziekenauto naar het zie
kenhuis te Groenloo vervoerd. Het lijk van
kapelaan Krabbenberg werd een nabij den
overweg gelegen woning binnengedragen
De burgemeesters van Neede en Eibergen
waren spoedig na het gebeuren van hei
vreeselijk ongeluk ter plaatse om in hun
kwaliteit van hulpofficier van justitie een
onderzoek in te stellen.
Nader meldt men ons, dat ook het lijk
van kapelaan J. II. Krabbenberg naaf-
het ziekenhuis te Groenloo is overgebracht
De toestand der beide geestelijken, pas
toor Oosterbaan en kapelaan Van Soest
was na aankomst in het ziekenhuis te
Groenloo naar omstandigheden betrekke
lijk gunstig. Beiden zijn bij kennis.
Groenloo, 17 Maart, Omtrent het
ongeluk, dat heeft plaats gehad op den on
bewaakten overweg NeedeEibergen, waar
bij de kapelaan J. H. Krabbenberg uit
Groenloo om het leven is gekomen, verne
men wij nog, dat deze 41 jaar oud was. Dc
beide gewonde geestelijken, pastoor-deken
J. J. P. Oosterbaan en kapelaan A. M. van
Soest, zijn resp. 53 en 35 jaar oud. De door
hen bekomen verwondingen bleken minder
ernstig te zijn dan zij zich lieten aanzien.
Hedenavond wa6 hun toestand goed.
Is het den minister bekend, dat de Ne-
derlandsche Staatsmijnen eveneens bepaal
de brandstoffen, en wel die het meest door
de arbeiders cn de armere deelen der be
volking worden gebruikt, in ongeveer nc-
gen-tiende deel van het land, n.l. overal, be
halve te Amsterdam, aanzienlijk duurder
doen verkoopen dan in de hoofdstad des
lands, waar overigens bedoelde brandstof
fen, in vergelijking met de buitenland6che
prijzen, maar ook op zich zelf toch al reeds
veel te duur zijn?
Is de minister niet van oordeel, dat er
en zeker in deze tijden van ongekende el
lende drastische maatregelen dienen te
worden genomen om aan deze prijsopdrij-
vingspolitiek der Staatsmijnen in Neder
land onmiddellijk een eind te maken.
Er zal een tarwecentrale"
worden geformeerd
Er is in deze dagen groote belangstelling
voor de vraag: „hoe zal nu de practische
uitvoering zijn van de Tarwewet".
Naar het „Nwsbl. v. h. Noorden" uit be
trouwbare bron verneemt zal er over ons
geheele land een „Tarwecentrale" of wel
„Centrale Tarweorganisatie" worden gefor
meerd. Het land wordt in een 8-tal gebieden
verdeeld, dit zijn dc gewestelijke tarweor-
ganisaties of gewestelijke verecnlglngen van
tarwebouwers. Daarvan zal iedere tarwe-
bouwer, die van de wet wil profiteeren, lid
moeten zijn. Zoo zullen Groningen cn Dren
the samen een dergelijke verecniging vor
men.
Daar de uitvoering van een en ander staat
of valt met de serieuse nakoming \an de
wet, die den boeren geheel in handen is ge
geven, zal een schorpe contrólo ter plaatse
noodig zijn. Deze contrólc zal worden uitge
oefend door vertegenwoordigers (vertrou
wensmannen) in dc ressorten, waarin het
gebied weer zal worden onder-verdeeld.
Zoo 6nel mogelijk zal de tarwe, die uitge
zaaid is of wordt, geïnventariseerd moeten
worden. Volgens deze inventarisatie zal het
volgend jaar het graan worden geleverd
voor zoover dit voor het doel geschikt
mocht zijn. De aflevering geschiedt tegen
een prijs, vastgesteld naar kwaliteit. Van
wege de gewestelijke organisaties zal dan
aan de malerijen het percentage Holland-
6chc tarwe worden toegevoerd.
Alle bestaande handel en nijverheid
wordt door de wet geheel intact gehouden.
AUTO-BOTSING.
Een chauffenr zwaar gewond.
Te Delft is op den Rotterdamscheweg na
bij de Wassenaarsche straat een tractor
met aanhangwagen, bestuurd door G. Hoek
uit Rotterdam, gereden tegen een met hei
palen geladen vrachtauto van een expedi
teur uit Delft. Laatstbedoelde auto ging, na
een teeken te hebben gegeven, op het lin
kergedeelte van den weg rijden, om achter
waarts de Wasscnaarschestraat te kunnen
inrijden.
De botsing was vrij hevig, daar Hoek met
groote snelheid reed en de vrachtauto bijna
stilstond. De achteruit stekende heipalen
drukten door de voorruit heen. Hoek's
borstkas werd ingedrukt. Per politieauto is
de gewonde in levensgevaarlijken toestand
naar het gasthuis te Delft vervoerd.
UTRECHTSCHEWEG 10 TEL. 179 AMERSFOORT
AUTO TEGEN TRAM.
Twee inzittenden gewond.
Maandagavond is de auto, bestuurd door
den heer baron Van Hecckeren van Keil.
toen deze van den oprijweg van Klein Ave
goor op den Rijksstraatweg wilde rijden
in botsing gekomen met een tramwagen
van de Geldersche Tramwegmaatschappij
De heer cn mevrouw Van Heeckeren wei
den uit den wagen geslingerd, maar niet
zwaar gewond. De auto, welke geheel in
elkaar gedrukt was, kwam na de botsing
nog in aanraking met een passeerende
vrachtauto, welke eveneens beschadigd
werd. (Hbld.)
OPDRIJVING DER STEENKOLENPRIJZEN
De heer Wijnkoop stelt vragen.
De heer Wijnkoop heeft aan den minister
van waterstaat de volgeDde vragen gericht:
Is het den minister bekend, dat de Ne-
derlandsche Staatsmijnen dc kolenprijzen
in Nederland kunstmatig hoog houden door
bepaalde brandstoffen, die ze in het bui
lenland voor zeer lage prijzen verkoopen,
hier te lande tegen belangrijk hoogere prij
zen af te zetten, derhalve doende wat men
wel gewoon is met den naam van dumping
te bestempelen?
Hel oude werk in nieuwen luister.
Reeds weken lang zag men in een der
zalen van het Mauritshuis te Teii Haag,
waar anders de Stier van Potior do bezoe
kers boeit, enkel de groote gou len lijst han
gen.
Men wist, dat het kapitale schilderij, dat
Potter op zijn 22e jaar in de buurt van den
Haag geschilderd heeft mjn ziet de
Blinckhorst en de kerk van Rijsvwjk op don
achtergrond verdoekt m icst worden,
maar wanneer dit moeilijk cn zoovool kun
de vcreischonde werk gereed zou zijn, was
niet bekend.
Toen wij aldus het Vaderland
vanmorgen toevallig langs het Mauritshuis
liepen, zagen wij een groote verhui6auto
het hek binnenrijden. Voorzichtig reed de
wagen tot voor het bordes en in het Mau
ritshuis stonden de directeur van het mu
seum, prof. dr. Martin, prof. De Wild en
zijn zoon dr. ir. de Wild met do b( ambten
van het museum de terugkomst van het
doek af te wachten.
Het kolossale doek, dat klemvast in den
verhuiswagen 6tond, werd door de verhuis-
manncn voorzichtig er uit gedragen, daarna
gekeerd in dc hal en door het trapgat, ge
takeld aan touwen, naar hoven geheschon
en in de zaal gedragen. Het ijzeren brand-
luik werd neergelaten cn zoo hadden do
mannen rustig tijd om het meesterwerk,
waai' achterop geschilderd is- „Vordoekt
Februari 1931", in de lijst te plaatsen.
Vernuftig is de bevestiging van het doek
in de lijst, zoodat in een minimum van tijd
de schilderij weer op haar oude plaats was
gebracht. Toen werd achter het houten
raam, dat belangrijk lichter Is dan het
oude, maar toch niet minder sterk, het
touw bevestigd, waaraan, in geval van
nood, het doek neergelaten kan worden.
We hebben geruimen tijd voor het oude
doek, dat daar sinds 1S22 hangt, 6faan kij
ken en kunnen niet anders zeggen, dan dat
het werk bij het schoonmaken en restau-
ieeren aan schoonheid neeft gewonnen. Het
is klaar en helder; de verschillende partijen
komen zuiver uit en prof. De Wild cn zijn
zoon moeten van harte gelukgewenscht
worden met het prachtige resultaat.
BIJ VERGISSING SUBLIMAAT
INGENOMEN.
Twee agenten hebben assistentie verleend
in een perceel aan den O.Z. Achterburgwal
te Amsterdam, waar de bewoonster, oud 53
jaar, bij vergissing sublimaat had ingeno
men; zij bad n.l. uit een bloempot, waarin
zich een zakje met snoepgoed en een gelijk
soortig zakje met sublimaatpastilles bevon
den, het verkeerde zakje genomen. Onmid
dellijk verleendo doktershulp heeft de
vrouw het leven gered.
DE POSTVLUCHTEN.
Aneta-Vaz Dins meldt, dat bij de K.L.M.
bericht is ingekomen dat de P.H.A.F.K.
hedenmorgen van Cairo is gestart en Mer-
samatruk is gepasseerd.
PHILIPS CONTRA TELEFUNKEN.
Philips in het gelijk gesteld.
Maandag heeft het Kartellgericht te Ber
lijn uitspraak gedaan in het geschil tus-
schen Telefunken en Philips, waarbij Phi
lips volledig in het gelijk werd gesteld Dit
beteekent om., dat dc verkoop van radio
apparaten in Duitschland door Philips we-
derom geheel geoorloofd is.
NEDERLANDSCH EN BELGISCH RECHT.
De heer V. uit Arnhem had met zijn auto
in Belgié een zekeren heer De S. aange
reden en was deswege door Je rechtbank te
Dendermonde veroordeeld- tot gevangenis
straf, boete. kosten, alsmede schadevergoe
ding van 25.000 francs aan dc beleedigde
partij. Nadat dit vonnis in kracht van ge
wijsde was geg. an, wilde de heer De S. dit
in Nederland laten executeeren zonder don
burgerlijken rechter daarin te kennen op
grond van het in 1929 tusschen Belgié cn
Nederland gesloten tractaat, waarbij het ge
zag van rechterlijke, uitspraken in bcido
landen wordt erkend.
De Hooge Raad heeft nu uitgemaakt dat
dit niet kan dat een beroep op het terzake
tusschen Belgié en Nederland bestaande
tractaat nutteloos is, omdat in het bedrag
van 25.000 francs begrepen zijn bedragen
die in het Nederlandsche strafprocesrecht
niet kunnen worden toegekend aan de be
leedigde partij, die zich in een strafproces
civiele partij stelt. De heer De S. is mitsdien
naar den civielen rechter verwezen.
Tel. 852. Langestraat 43.
GOUDEN TROUW- EN
VERLOVINGSRINGEN.
MODERNE MODELLEN.
De mensch is een wezen, dat door geluk
verhardt, door voorspoed afstompt, door
macht verzwakt, door levensweelde van
zijn luister beroofd wordt.
Uit het Engelsch door
J. S. FLETSCHER.
14
„Nu", merkte ik op, „als kleine dingen
van belang zijn, wat maakt u dan op uit
iets, dat heel gering lijkt. Op het kaartje
staatmorgen, 's namiddags of 's avonds,
S. S Wat beteekent S. S.
Ilij bekeek het kaartje, zeer onverschillig.
„O Ik neem aan, dat dit de eerste letters
zijn van een naam, waarbij Cousins Krevin
kende. Die kerels hebben altijd bijnamen,
schuilnamen of aangenomen namen. Na
hetgeen je zuster gisteren %an hem vertelde,
had hij er zeker een half dozijn Cousins
kende hem als Sam Smith of Seth Simpson
of Silas Saunders of Simon Scott. Snap je?"
„Neen, dat snap ik niet. Ik geloof, dat
S. S. de afkorting is van een plaats, die bei
den kennen cn waar zij elkaar zouden ont
moeten. Dat denk ik er van. Waarom zou
Krevin geteekend hebben met initialen, aan
genomen of niet Cousins zou heel goed
begrepen hebben van wien dat bericht
kwam."
Hij- uitte een kreet van verbazing en gaf
mij een klap op den schouder.
^Beste jongen!" yiej) hij ui^ edat kan heél^
goed mogelijk zijn; ik ben een ezel, dat ik
daaraan niet gedacht heb. En welke plaat
sen zijn er hier, waarvan de namen met een
S. beginnen?"
„Twee of drie, Summersead en Sheldrake
en Settlecraft, alle in de buurt. En dicht
bij heb je nog een plaats, South Stilbeach.
Wij zijn er! Daar heb je de S. S."
„Is dat ergens op den terugweg?"
„Dat%gaat wel. Het is tusschen hier en
Middlebourne, maar op een zijweg."
Ilij keerde zich om, wenkte den chauffeur
en wij stapten in en gingen op weg naar
South Stilbeach. Het was een klein afge
legen visschersdorpje; een verzameling van
hutten en huisjes, met een schunnig bier-
lokaal, dat uitzicht had op het strand. Wij
kwamen echter met een niet thuis nie
mand had gezien of gehoord van een van
de beide mannen, die wij beschreven.
Op weg naar huis reden wij door de
dorpsstraat naar de garage, waar Cherry de
auto gehuurd had. Toen wij het huis van
Veller voorbijkwamen werden wij door ver
schillende stemmen aangeroepen en Veller,
gevolgd door Pepita Marigold en Brvce El-
ïingham kwamen aanhollen, alle drie in
hoogst opgewonden toestand. Pepita cn Bry-
ce waren niet in staat een woord uit te
brengen.
„Deze twee", riep Veller uit, daarbij wij
zende op Pepita en Bryce, „hebben iets ont
dekt. Het kan wat met dit zaakje te maken
hebben en misschien ook niet. Zij kwamen
direct naar mij toe."
„Zeker is het een ontdekking van groot
gewicht", riep Bryce uit „Wij zochten u
daarom, mijnheer Cherry en daar u er op
uit was, zijn wij naar Veller gegaan, omdat
in die dingen spoed gewenscht is, niet
waar? ftjjk mi fl?D8 blegj^glg dit pu, gqea,
aanwijzing is, zooals jullie dat noemen, dan
zou ik wel eens willen weten, wat dan wel
een aanwijzing is."
Hij hield z'n hand op en toen zagenwij daar
op 'n gouden munt met 'n gat er in, waar
aan een stuk van een ketting was vastge
maakt. Ik kon een uitroep niet onderdruk
ken.
„Van oom Joseph", fluisterde ik dicht bij
Cherry's oor. Noch Bryce, noch Pepita sche
nen dat precies te hooren, maar Cherry be
greep onmiddellijk wat ik meende cn wist
de aandacht daarvan voor een oogenblik af
te leiden. Hij nam de munt in zijn hand en
onderzocht die nauwkeurig.
„Een Amerikaanscli tien-dollar stuk",
zeide hij. „Hm, een mooie munt ook. En
waar heb je dat gevonden?"
„Dat gebeurde zoo; juffrouw Marigold en
ik wandelden langs de voet der rotsen daar
bij Fliman's End. Er is daar een soort van
nis, zoo iets als een kelder. Ik vond die
munt daarin tusschen zeewier."
„Zag het er naar uit, alsof die munt daar
lang gelegen had?" viel Cherry in de rede.
„Lag er zand of iets anders op."
„Neen ze zag er juist uit zooals nu.
Het leek mij of iemand haar pas had laten
vallen en dat zij gevallen of gerold was tus
schen het zeewier. Maar dat is nog niet al
les. Er zijn voetstappen ln die nis, dat moet
u zeker gaan zien. Ze zijn van een man
en van een grooten kerel ook. En zij leiden
recht over het zand, het is daar vast. wit
zand en het zijn daarop de eenigste sporen.
Neen, we gingen haastig terug om u te zoe
ken cn daar u er niet meer was zijn we
naar Veller gegaan."
„We zullen met z'n allen daar gaan kijken",
zeide Cherry Hij keek P&&E YeUei; ep jroeg:
„hoe dicht kunnen wij met den wagen ko
men bij dat punt?"
„Tot het einde van de laan, langs ons
huis, kunnen wij rijden", riep ik uiL „Stap
maar in ik zal den chauffeur den weg
wijzen."
De vier anderen gingen in den wagon
ik zette mij naast den chauffeur. Op een
gegeven oogenblik boog Cherry zijn hoofd
over het lage scherm en vroeg dicht aan
mijn oor: „is het zeker, dat die munt van
je oom is?"
„Zoo zeker als wat. Zij viel mij bijzonder
op; zij hing aan zijn horlogeketting."
Hij knikte en sprak nog zachter. „Uitste
kend! spreek er echter niet over als wij
uitstappen'^, fluisterde hij.
De wagen bracht ons tot op een kwart
mijl van Fliman's End. Nadat wij waren
uitgestapt liepen wij over een veld cn toen
wij aan het strand kwamen volgden wij de
kust tot bij de rotsen. Er waren verschil
lende grotten of nissen in die rotsen; de
grot waarheen Bryce ons bracht lag op het
Westen, uit de opening had men een ruim
uitzicht langs de bochtige kust tot Kings-
haven in de wazige verte. En binnen in die
grot lagen verschillende hoopen drijfhout en
zeewier, daarin gespoeld door de krachtige
winden die dikwijls van den Atlantischen
Oceaan in het Kanaal bliezen.
„Daar heb ik de munt opgeraapt!" riep
Bryce uit, wijzende naar een hoop zeewier
achter in de grot. „Precies daar! En kijk nu
eens naar die voetsporen. Er zijn er een
massa hier in de grot en ziet u wel, zij
gaan in rechte lijn daarheen."
Cherry keek rond en scheen een idee te
krijgen.
„Blijf jullie allen staan, waar je bent",
zeide hij, laat mij fyen rond gaan kijken,
Hij keerde terug op den weg, dien wij ge
komen waren cn ging daarna over een kor
ten afstand weer op zijn schreden terug:
vervolgens voegde hij zich weer bij Veller
en rnij.
„De voetstappen zijn daar duidelijk ge
noeg", zeide hij. „Ze zijn van een zwaren
man met groote voeten, die hier is gekomen
ongeveer langs denzelfden weg als wij
van het einde van de laan over het veld.
Dit echter interesseert mij niet bijzonder
wat ik wel gaarne wenschte te weten is,
waar zij heen gaan".
Hij wees naar de voetstappen, die van af
de grot westwaarts liepen en terwijl hij er
bij ons allen op aandrong om ter zijde daar
van te loopen, begonnen wij met ze zee
waarts te volgen. Het zand was wit, droog
en vast, zoodat de sporen zeer duidelijk wa
ren. De man, die ze gemaakt had was blijk
baar rechtstreeks met een bepaald doel
naar een bepaald punt gegaan.
„Waar is de hoog-water lijn?" vroeg
Cherry plotseling.
Veller wees een weinig vooruit.
„U zult zien waar die is, zoodra we ko-
men op de plaats, waar het zand een an
dere kleur krijgt", antwoordde hij. „Op dit
oogenblik ongeveer op de helft van het
strand".
„Precies en we zullen zien, dat die spo
ren hier plotseling eindigen", merkte Cher
ry op. „De man, die hier langs kwam is
meegenomen in een boot, die volgens af
spraak op dit punt kwam. Kijk, daar ein
digen zij".
Hij knikte bevestigend naar een streep op
het strand, die kenbaar was door hoopjes
wier en allerlei rommel; dat was de hoog
water lijn,
(Wordt vervolgd)] j