Kindercourant
van
EEN ONDANKBARE
LANDVOOGD
Beste Nichten en Neven,
Ik heb deze week van een van jullie eeu
kort verhaaltje ontvangen dat ik aardig ge
noeg vindt om het in de kindercourant op
te nemen. De jeugdige schrijver heeft mij
echter zeer bescheiden verzocht om zijn
uaam er niet onder tc zetten. Ik zaï aan JU
vriendelijke verzoek voldoen en het stukje
-onder onderteekoning hier laten volgen
Het is getiteld:
DE NACHTMERRIE
Willem was boos, vreescUjk boos. HU had
altijd goede cijfers voor zijn gymnastiek cn
nu had hij een drie gekregen! En beba«vo
•lat hij een drie had moest hij ook nog een
poot van een bank betalen. Jullie zult na-
ruurlijk wagen hoe dat zoo was gekoman
Welnu, de jongene waren op een bank aan
het stoeien geweest en toen Willem dat zag
svas hU er dadelijk bovenop gesprongen
niet het gevolg, dat 1e poot brak. hij was
chter zoo hard neergekomen omdat oa»
der jongens hem een duw had gegeven. H.j
nad ook heel goed gezien wa"e hei gedaan
had: het was Kees de gluiperd geweest. En
wat nu het leelijke was, ze hadden Willem
do schuld gegeven! De drie had hij gekre
gen, omdat hij aan zijn buurman had ge
vraagd hoeveel zoo'n poot wel kostte.
Toen de lecraar 's avonds thirs kwam
giug hij vlug naar bed omdat hij slaap had.
maar het 6lapen wilde niet erg 'ukken. Hij
dacht eerst eens over het geval na Het was
toch wel goed dat hij de poot liet totalen,
v ant wat moest zoo'n jongen ook zoo wi.d
op een bank springen? Even later dacht
'jij. „Heeft bij het wei zeker gedaan? Och
dat kon hem ook weinig schelen, want zoo'n
lieverd was Willem nu ook niet. Toen hij
eindelijk in slaap was gevallen kwamen de
draomen! Hij zat in het gyranasticKlokajJ
en voor hem zat Willem met zijn stok en
«iep voortdurend: Je moet er door zakken
erdoor zakken! Alle jongens van de klas
kwamen er ook bij en ook zij riepen maar
steeds dat hij erdoor moest zakken. Het
angstzweet begon hem uit breken, zooiat
hij om hulp begon te roepen Hij zag d<> jon
gens het cijferboekje pakken en hen niets
andere dan drieën zetten, terwijl zij met
stokken boven zijn hoofd zwaaiden Ein
delijk scheeuwde de leeraar zoo hard dat de
poot brak en hij in een boöemloozen af
grond viel; tijdens zijn val zag hij niets als
gedaanten die met een cijferboekje met
drieën zwaaiden en steeds maar riepen: „Jij
zult de bank betalen!" Het werd hem zoo
vreeselvjk dat hij een harde gil gaf en m
zijn bed neerstortte. Toen hij daarna wak
<Qr werd zag hij Willem met de pooi in de
bund op de stoep zitten. En op zijn iafel lag
een boekje waarin stond Willem X.: 7, 6,
DE CORRESPONDENTIE
Sn el voet. Bedankt voor je rebus; je
begrijpt misschien wol, dat ik die niet kan
jdaateen omdat ik die plaatjes niet heb. Het
gedicht is wel aardig, maar toch niet ge
schikt voor de Kindercourant. Zie verder
maar eens :n den ruilhandel.
Sprinkhaan. Het begint nu goed to
worden voor den tuin hè? Verlang jo r.oo
niet naar de zomervacantie met dit mooie
weer?
Tompoes. Nou zeg, dan zul je zeker
wel veel te vertellen hebben volgende
veek, want op zoo'n verjaarevisitie gebeurt
nog wol eens wat!
PI rus. Wat heb jij een mooi postpapier
'4eg; dat is nu wel leuk in het voorjaar, het
is wel aardig buiten, maar een paar mod
derige schoenen moet je altijd ervoor over
hebben bij het katjes plukken. Nog wel be
dankt voor je gift.
Ben H u r. Daar zullen wel een paar
nichten en neven gelukkig mee zijn, mei
d'e bonnen; ik kan jou gelukkig ook van
dienst zijn.
Sportgirl. Het spijt me wel, maar drfc
3-aadsel heb ik al eens gekregen, zocdat ik
net nu niet weer kan opgeven.
Sportboy. Je bent welkom: Lk hoop
dat je een trouw raadselneef zuit worden.
Tulp. Dat overkomt mij ook wel ceue.
dat ik weinig tijd heb, ik hoop echter, dat
ie volgende week een langoren brief z ill
kunnen schrijven.
De Kuif. Neen, dat doe ik zeker niet;
het was alleen maar om je er even opmerk
zaam op te maken. Ik heb nog 1 postzegel
van 2.50 voor je; kom je hem even ha
ten?
Blauwe D i 6 t e 1 Bedankt voor j-
nlaatjes; gelukkig kan ik jou deze week ook
.veer een plezier doen Ja, de bekroonde op
stellen zijn nu allen geplaatst. Zoodra ik
weer meer tijd heb, zal ik weer eens een
wedstrijd houden. Ik geloof, dat we nu toer.
eindelijk voorjaarsweer hebban gekregen
W i n q o t o u. Bedankt voor je postzegels;
tot mijn spijt heb ik geen Hagenbeek s plaat
jes meer, maar nog wel eeD paar duif-mer
ken.
J o k k o. Hoe komt het dat je geen raad
sels hebt opgelost; vond je ze zoo moeilijk,
of had je weinig tijd?
Balsem entje. Die wedstrijd komt
wel, maar ik moet eerst eens een beetje
ine r tijd heb'-en dan thans het geval is.
Hoo gaat het oo schooi, heb je nogal goede
repetities gemaakt
Dolly. Is de kwaadheid nu al over, of
hebben jullie nog eeu beetje ruzie? H je
gaat het nu met de verkoudheid, is ze al
weer geheel over?*
Dwerg. Bedankt voor je plaatjes „ti
postzegels. Ik kan me best begrijpen, dat je
aar den zomer begi.it ie verlangen; wij
hebben nu lang genoeg winter gui-.d hè?
Stab Mo. Tot mijn spijt heil ik geen
Drosteplaatjes meer o er, ik zal nog om
vragen in den ruilhanJel. Schrijf je ine vjI
gende week eens een langer briefje?
R e i n a a r d. Ik hoop, dat ik oen re-.ks
mooio cijfers van je te zien zal krijgen; heb
jo nogal goede repotitiw gemaakt? fot mijn
spijt moet ik jc meedeelen, dat ik verleden
week mijn laatste sigaretendoekje heb
weggegeven
Eekhoorntje. Mijn dank voor je si-
garettenbonnen, waarvoor je ook 'ets in
ruil kunt krijgen. Pas maai' op, want nu
wordt het ijs erg gevaarlijk hoor'
Kompas. Bedankt voor je plaatjes, ik
kan ze heel goed gebmiken. Ik heb voor
jou ook nog iets in don ruilhandel gezet. En
wat ga jo nu doen in de Paaschvacantio;
mooie fietstochtjes matsen?
IJ she or. Precies weet ik liet niet, maar
:k geloof, dat er 24 Meenen bij gebruikt
moeten worden. Nog 'vel gefeliciteerd; je
hebt mooie cadeaux gekregen zeg. Jk zou
bijna jaloersch op je worden. Ik heb geur.
enkel sigarettendoekje meer!
Dikky Big mans Vinden ju/lie hot
n:et leuk, dat je tegelijk jarig bent? Nog
wel gefeliciteerd hoor. Nou zeg. ik gel -oï
ook, dat jullie aardig verwend bant
M i r o i ij u t j e. Bedankt voor je Kv. at
t a s o I d a a t j c s. ITob je het zoo druk met
de repetities? lk hoon een moo: rapport
van je te zien, maar dat zal wal hè?
A dams on. Bedankt voor je postzegels
Ik bob voor jou ook nog wat in don ruil
handel gezet.
Iris. Dat vind ik aardig, dai jc ondar.ls
de vele drukte voor de repetities rok nog
ijd zoekt voor een brief aan ook Pun Ik
kan mo best voorstellen, dat je hard naar
het voorjaar verlangt, ik geloof, dat wij de
"aatste paar dagen over het weer anders
niet te klagen hebben.
B r u i n o o g. Mijn dank voor je bonnen
Spaar je de plaatjes van „De Gaper" niet
meer; ik heb er nog .vel een paar voor je.
Zie verder maar eens n den ruilhandel
Kanariepietje. Ik maan me geluk
kig aan zetfouten niet schuldig, dal ge
beurt altijd op de zetterij. Maar ik geloof,
dat deze fout nogal niet zoo ernstig was
hè?
P o 61 d u i f j e. lk kan het me begrijpen,
dat je hard verlangt naar de Pauschva
cantie, vooral nu hot zulk mooi weer wordt.
Ik begin ook tc verlaDgen naar de beide
Paaschdagen!
Cupido. Nou zeg, dan zou ik maar
oed mijn best doen: wellicht zul je, als je
een mooi rapport thuis brengt ook wel weer
wat krijgen: Van welke voetbalclub wil jc
id worden9
Eendje. Ja, het is niet prettig als je
een vriendin moet missen, maar het is nu
gelukkig maar voor een klein poosje ge
weest. Dat was een kleine drukfout; je hebi
toch zeker wel begrepen, dat het vervoer
middel moest zijn?
Noptuuua Bedankt voor je gift. Ik zal
voor jou ook nog iets klaar leggen; zie maar
eens in den ruilhandel.
Wilde Vogel. Dat w as eon klein
moeilijkheidje verleden week hè? Maar dat
is voor een keer niet erg hè?
Nachtegaaltje. Bedankt voor je
Hag-bonnen. Voor jou heb ik nog een paar
Verkade's bonnen.
Zonneroosjc. Leuk zeg, dat je me
zoo'n mooie Pmk6torteekenmg stuurt; ik
geloof, dat teekenen een van je liefste be
zigheden is hè? Zie verder maar eens iu
•Jen ruilhandel.
Warkruid. Ik heb voor jou nog 2 Dros-
tebonnen. maar dat zijn dan ook de laatste.
Watergeus. Bedankt voor je gift. Wat
heb je deze week een kort briefje geschre-
•en!
Old S b a 11 e r h a n d. Dat is jammer
zeg; wat lieb je nu aan een geslaagd exa
men als oi' geen plaats voor je is op dc nieu
we school 1
Wilde Eend. Ik heb helaas geen
Paaschvacantie; ik hoop. dat. ik beide
Paaschdagen vrij kan zijn. Jullie boft altijd
nog maar met al die vacanties; ik zou bijna
weer naar mijn schooltijd gaan terug ver
langen.
K i e v11. Waarom heb je het heelo
biiefje niet getikt? Had je daar geen tijd
meer voor, of tik je niet meer zoo langzaam
als in hot begin?
S t r a w insk y. Bedankt voor je mooie
postzegels. Ik heb nog slechts c-nkele boe-
kenbons, waarvan jij er ook een paar kunt
krijgen.
Tjiftjaf. Dat lijkt me nu een uiterst
gevaarlijk spelletje want met den feilen
zonnensehijn is het ijs erg dun cn broos ge
worden.
B e 11 a r o o n t j e. Ta, maar jc moet
ook eens denken, dat ik jullie eens voor een
moeilijkheidje moet zetten! Bedankt voor je
plaatje; naar die bonnen wordt nooit ge
vraagd.
Madeliefje. Nou, je hoett daar niet
altijd op te rekenen; als ik een ander woord
had kunnen vinden, had ik dat liever ge-
uomen, want het was wel wat moeilijk met
die twee letlers. Bedankt voor je plaatjes.
Ik weet niet of ik Ali baba bounen over
heb, maar kom jc eens op hei kantoor hoo-
ren?
Rozenknop. Bedankt voor je bon
nen; ik geloof wel, dat Zonneroosje die bon
nen bedoeld heeft. Wanneer moet je examen
doen?
Speurder. Dat vind ik hcelemaal
niet erg. Je weet wel, dat ik voor jullie de
kindercourant een bijzaak vind, hoofdzaak
is cn blijft je schoolwerk! Maar hoe gaat
het nu cp school, 'heb je goede resultaten
van je harde werken gehad?
Chinees. Wat heeft eraan gescheeld,
heeft de griep je zoo leelijk tc pakken ge
had? Ben je nu weer geheel beter of moet
je nog binnen blijven? Ik heb voor jou ook
nog iet6 in den ruilhandel gezet.
Tor. Wat heb je deze week een bij
zonder kort briefje geschreven; had je het
zoo druk met je schoolwerk? Ik heb alleen
nog maar een paar bonnen, de sigaretten-
doekjes zijn op.
C 1 y v i a. Nou, laten wij dan afspre
ken, dat je komende week méér schrijft» wat
je deze week niet hebt kunnen afmaken. Is
lat goed? Je bent zeker hard aan het repe-
;eeren voor de operette; dat kan wel leuk
worden
Molentje, Nou, je bent niet de eeni-
ge die iu spanning zit; het is. ook best te
O, kijk eens! Onder 't loopen
Verlies je heel wat, Piet!
Je lijkt veel op Klein Duimpje,
Jo kent hot sprookje, niet?
Jij strooit geen brood, maar knikkers
Waar doe je dat toch voor?
Nee maar! Een gat in 't zakjeI
Daar rollen knikkers door!
Straks zijn. als je zoo voortstapt,
Vast alle knikkers weg.
Dan sta je raar te kijken!
'k Geloof, dat 'k raad weet, zeg!
Ik zal je eens vlug helpen,
Bind handig 't gaatje dicht
Ziezoo! dat 's klaar! 'k Donk: knikkers
Verlies je nu niet licht!
En loop den weg naar hul9 toe
Maar één-twee-drie terug!
Verzamel alle knikkers.
Ja, doe het maar heel vlug!
Want als er hondjes komen,
Die ook eens knikk'ron gaan,
Dan zijn jo mooie knikkers
IIooi gauw, Piet, naar de maanl
Tot ziens dus, hoor Klein-Duimpje,
Jij, kleine sprookjos-held!
Ik hoop! or mist geen knikker,
Als je ze strakjes telt!
(Nadruk verboden).
begrijpen, dat jullie benieuwd bent wie de
gelukkige is.
Spo r tmak ker. Het is een biizonder
■i&rdig werk, het houden van een aquarium
Ik had vroeger ook een heel groot cn daar
voor ving ik op mijn vrije middagen aller
ei vischjes. Je moet er echter veel tijd voor
over hebben, want andei's vervuilt de zaak
zeer spoedig.
Sneeuwklokje. Bedankt voor het
raadsel; ik zal het bij gelegenheid plaatsen
Ik vind het erg prettig dat je zoo in je schik
bont met het boek.
L
P
a tl
s e
c h
h i
a s
n
H.
Dc oplossingen.
Wie kaatst moet den baf verwachten met.
Karei, warm, visuh, watten, botter, Aden on
bel.
Do prijs is deze week voor Molentje,
terwijl het album „De schatten der Aarde"
als extraprijs is ten deel gevallen aan P i-
r u s. Beiden kunnen hun prijs Maandag aan
ons bureau komen afhalen.
Nieuwe raadsels,
f.
(Van Slamat).
X X X XX x x X
X
X I
X
X
X
X
X
Op de kruisjeslijnen komt de naam van
een plaats op de Veluwe.
Op de le rij: het gevraagde wooru.
Op de 2e rij: een plaats in Utrecht.
Op de 8e rij: een stad in Italië.
Op de 4e ry: een tuingereedschap.
Op de 5e rij: een jongensnaam.
Op de 6e nj: een deel van eeu boerenhoi-
stede.
Op de 7e rij: een getij.
Op de 8e rij: een medeklinker.
II.
(Van Sneeuwwitje).
Mijn geheel is een spreekwoord dat ge
vormd wordt door 5 woorden en uit 25 let- i
ters bestaat,
22, 8, IS', 25 is onmisbaar voor iedereen.
18, 14, 20, 16, 17 is een water bij den Bosch
7, 2, 4, 5, 24, 21 heeft iedere hotelhouder
raag.
19, U, 23, 9 is orn iets in op tu bergen.
10, 6, 15, 3 is een stad in Italië
1, 12, 21 is een dier.
ONZE RUILHANDEL.
Een onbekende zond me: roodband-
plaatjes, kwattasoldautjes, H.O.-Lonnen; zee
wateraquariumbonncn, benevens eenige1
Haust-bonnen. Ik dank deze vriendelijke
nrever of geefster voor zijn of haar mooie
gift.
P i r u s kau een Rinsoijbon en een paar
Verkade's bonnen komen halen.
B e n H u r gaf me 3 Drostc-bonnen en een
paar postzegels; in ruil hiervoor kon hij een
paar zeewateraquariumbonnen komen ha-
'en.
Blauwe luttel kon eeu paar plaatjes
i van „Spoorwegwonderen" kamen lialcn.
Winnetou kan een paar Duif-merken
krijgen.
N e p t u n u 8, die mo 2 Kegbonncn en een
paar Sickeszbonnen gaf, kan Haust-bonneri
komen halen.
Nachtegaaltje kan een paar zcewa-
teraquariumhonnen komen halen.
Zonneroosje kan een Droste's bon
Komen halen
Warkruid kan de laatsie twee Dros te-
bonnen komen halen.
Watergeus kan een paar plaatjes van
„Spoorwegwonderen" krijgen.
Old Shatter hand kan een paar zee-
wateraquariumbönnen komen halen.
Alex v. d. P. verraste me met: eenige
HiUeVs- en Haustbonnen, eenige Hagen
heck's p>aatjes en eenige zeewateraquarium
bonnen; mijn vriendelijken dank voor deze
mooie gift!
Voor Strawinsky heb ik een paai' boe
kenbons klaargelegd.
Bellaroontje kan een paar Kwatta-
soldaatjes krijgen.
Dwerg gaf me o.a. een pakje voor Z o n-
neroosjc; hij kan een paar zeewater-
aquariumbonnen komen halen.
Stab Mo vraagt wie hem aan Droste-
plaaljes kan helpen.
Eekhoorntje kan een paar Erdal- cn
Sickcszpunten komen halen.
Kompas kan een paar van Hapten's
omslagen en v. Nelle's merken krijgen.
Miroüjntjc kan een paar Il.O.-honnen
en pelikaantjes komen halen.
Voor Adarason heb ik Hag-zegels en
Bussink's p;aatjes klaar gelegd.
Bruin oog kan Hille's bonnen, Hag-ze
gels en Bussink's plaatjes komen halen.
Rozenknop gaf me 4 van Houten's
bonnen; wie kan ik er 'n plezier mee doen?
Rozenknop kan in ruil hiervoor een paar
zeowateraquariumbonnen krijgen.
S n e 1 v o e t kan een paar Haustbonnen
en Verkade's bonnen krijgen.
Chinees kan een paar zeowateraqua
riumbonnen komen halen.
Tor kan een paar Turmac bonnen krij
gen.
Sport makker kan een paar Erdal-
punten komen halen.
OOM PIM.
Een Oostersche Fabel.
Arawatsji, een Oostersch vorst, bezat een
zeer uitgestrekt rijk en juist omdat dit zoo
groot was, had hij verscheiden landvoog
den aangesteld, die natuurlijk niet alleen
zijn zaken, doch ook die van zijn onder
danen behartigen moesten.
Onder deze langvoogden was er echtei
één, met name Koroedima, over wicn on
ophoudelijk klachten inkwamen. Niet al
leen behartigde hij de belangen van Ara-
watsji's onderdanen slecht, doch hij was
ook onrechtvaardig cn hardvochtig. Geen
wonder dus, dat Koroedima zeer onbemind
was!
De vorst was een scherp-ziend man cn
kwam spoedig tot do ontdekking, dat Koroe
dima slecht voor zijn post deugde. Hij liet
hem daarom bij zich ontbieden en ze* tegen
hem:
„Zoodra mij weder een gegronde klacht
over u bereikt, wordt gij uit mijn dienst
ontslagen! Gij moet den mcnschen tot voor
beeld strekken en hun in het goede voor
gaan!"
Koroedima verbeterde zich echter niet
Op zekeren dag overkwam hem een onge-
luk.
Op de jacht zijnde, viel hij midden in hel
bosch in een diepen kuil. Eigenlijk was het
een groote spelonk, want toen zijn o ogen
aan dc duisternis gewend waren en hij
eens om zich heen keek, ontdekte hij een
leeuw, een slang en een aap.
Koroedima ontstelde hevig en dacht, rlat
zijn laatste uurtje geslagen had. Luid riep
hij om hulp.
Zijn angstgeschreeuw werd gehoord Joop
Janika, een houthakker, die daar in do
buurt aan het werk was. Onmiddellijk
spoedde de man zich naar do plek, van
waar de noodkreten kwamen en keek hij
over den rand der spelonk heen.
„Haal mij er uit! Haal mij er toch uit,
beste vriend! Ik zal jo ruimschoots beloo-
nen!" klonk het uit de diepte.
Janika wist niet, wie de ongelukkigo was,
maar bedacht zich geen oogenblik en daar
hij geen kans zag alleen den man uit do
spelonk, die zeer steile wanden had, te ha
len, spoedde hij zich naar hot nabijzijndo
dorp, om zich een lang touw te verschaffen
Haastig keerde hij naar bet bosch terug,
liet het touw in de spelonk zakken en zei
den ongelukkigo het te grijpen. Hij, Janika,
zou hem dan omhoog trekken.
Maar wat gebeurde er?
Nog vóór Koroedima het touw had kun
nen grijpen, had de leeuw er zich meester
van gemaakt.
Zoodra Janika voelde, dat het touw
zwaarder werd, trok hij hot op enhaal
de don leeuw naar boven!
Het dier vluchtte onmiddellijk het bosch
in en het touw werd opnieuw neergelaten
Weer voelde Janika het touw zwaarder
worden. Hij trok het op cnhaalde den
aap naar boven. Het dier verdween onmid
dellijk in het bosch en het touw werd op
nieuw neergelaten.
Toen Janika nu voor de derdemaal voel
de, dat het touw zwaarder werd, trok hij
het voor de derdemaal op cnhaalde de
slang naar boven. Het dier kronkelde weg,
het bosch in, en het touw werd opnieuw
neergelaten
Weer trok Janika het op, toen hij voelde
dat het zwaarder werd. En ditmaal haai
de hij Koroedima naar boven.
Zonder zijn redder een belooning te ge
ven, maakte hij zich haastig uit de voe
ten en verdween in het bosch.
Verbaasd keek Janika, die hem op eens
herkend had, den landvoogd na, doch hij
was spoedig .uit zijn gezicht verdwenen en
de arme man besloot naar huis te gaan,
daar het reeds laat geworden was.
Toen Janika zijn vrouw vertelde, wat er
gebeurd was, was zij zeer verontwaardigd,
dat de landvoogd haar man niet de minst®
vergoeding gegeven had. Hij had immers
niets verdiend dien dag!
Plotseling verhelderde haar gezicht ech
ter en nep zij uit:
„Natuurlijk heeft de landvoogd niet ge
noeg geld bij zich gehad: Jo moet morgen
vroeg naar zijn paleis gaan, dan zal hij je
zeker ruimschoots beloonen."
Dat was een goed denkbeeld!
Den volgenden morgen trok Janika zijn
Zondagsche kleeren aan eD begaf hij zich
naar het paleis van den landvoogd.
Hij werd echter niet bij dezen toege
laten, doch op zijn bevel ruw weggejaagd»
ja zelfs met stokslagen bedreigd, indien hij
zich niet onmiddellijk uit dc voeten maak
te.
Dat was toch werkelijk te erg!
Mistroostig ging hij naar buis. Het was
te laat geworden om nog hout te hakken cn
weer had hij dus niets verdiend!
Den volgenden morgen ging hij echter
bijtijds aan den arbeid.
Na eenigen tijd kwam de leeuw, dio door
Janika gered was, naderbij. De man zag,
dat hij een ezel voortdreef. De leeuw bt>-
duidde den houthakker, dat dit dier voor
hem was; het zou hem goede diensten bij
zijn werk kunnen bewijzen.
Blijkbaar wilde de leeuw op deze manier
zijn dankbaarheid toonen.
Den volgenden morgen bemerkte Janika,
toen hij weer met houthakken wilde be
ginnen, dat zijn bijl stuk was. Plotseling
verscheen echtei' de aap, die door hem ge
red was. Met behulp van zijn tanden en zijn
nagels deed hij een groot gedeelte van het
werk voor Janika.
Blijkbaar wilde de aap op deze manier
zijn dankbaarheid toonen.
Den volgenden morgen, toen Janika's bijl
weer gemaakt was, zag hij de slang nader
bij kronkelen. Toen zij vlak bij den hout
hakker gekomen was, deed zij haar nek-
open en liet een kostbaren steen op den
grond vallen.
Blijkbaar wilde de slang op deze manier
haar dankbaarheid toonen.
Janika ging met den kostbaren steen
naar de stad en kreeg er een groote som
gelds voor, zoodat de arme houthakker
plotseling een rijk man geworden was.
Natuurlijk verspreidde de mare van den
steen zich weldra door het geheele land en
kwam zij ook den vorst ter oore.
Deze liet Janika ontbieden en vroeg bem,
hoe hij aan dien kostbaren steen gekomen
was.
Als antwoord kreeg Arawatsji nu het ge
heele verhaal te hooren.
„Wat?!" riep de vorst verontwaardigd
uit „Gaf de landvoogd zijn redder niet de
geringste helooning cn maakten de di?ren
hc-ra zóó beschac.md?"
Nog dienzelfden dag zond hij een bood
schapper naar den ondankbaren landvoogd.
Hij had een brief bij zich, waarin stond:
„Wie zich door de dieren beschamen laaf,
kan geen goed landvoogd zijn. Ik onthef
u dus van uw post.
ARAWATSJI.*
Zoo kreeg hij zijn verdiende loont
(Nadruk verboden).