AMEBSFOQRÏSCH DAGBLAD Mantelcostuums en Complets Binnenland Willem Groenhuizen Feuilleton DE KANG-HE VAAS. Woensdag 25 Maart 1931 29e Jaargang No. 226 TWEEDE BLAD BINNENLANDSCHE ZAKEN EN LANDBOUW ÉN.V. COMPAGNIE LYONNAISE JUWELIER DE HANDELSCONVENTIE VAN GENEVE MILITAIRE OEFENING OP WAALSDORP H.M. de Koningin aanwezig SCHERPE PATRONEN IN DE KERK «DE EEMLANDER" EERSTE KAMER. 'Minister Ruys de Beerenbrouck bei antwoordt de verschillende sprekers De uitvoering der tarwewet Bij do voortgezette behandeling van de begrooting van binnenlandsche zaken en landbouw vraagt de heer Diepenhorst wetenschappelijke proefnemingen op de bakwaarde van in'andsche tarwe ingevolge de tarwewet, zoomede opneming van den oogst '1930. Prof. De Savornin Lohman betoogt, 'dat de burgemeester van Nijmegen ondanks de actie van de S.D.A.P. de Koningin had behooren uit te noodigen bij de jubileum feesten. De heer Janssen bestrijdt de critiek van den heer Men dels op de gebeurtenissen te Maastricht in October 1929. Tegenover werkwilligen is. volgens den heer Janssen, terroriseerend opgetreden, hetgeen politie-ingrijpen uitlokte. Niet is gebleken dat de geestelijkheid tot het poli- tie-optreden heeft aangespoord De voorzitter deelt mede dat vermoe delijk heden een avondzitting moet worden gehouden. De heer Sm een ge bepleit 6teun aan binnenschippers en landarbeiders. De heer Hermans komt op voor de vrijheid van critiek inzake het optreden van eenige burgemeester* De heer Polak vraagt maatregelen tot wegneming der laatste hindernis in ver band met de erfgooierskwestie tot verkrij ging van het natuurreservaat in Gooiland. Inzake de burgemeestersbenoemingen wordt de S.D A.P. achtergesteld. Tenslotte bepleit hij maatregelen tot be scherming van zangvogels tegen dc moor dende vangerij en van vee bij boerderij- branden. De heer 0udcgee6t bestrijdt den heer Lohman. De vergadering wordt geschorst tot des avonds half negen. De avondvergadering. Aan de orde is de voortzetting van de be handeling van de begrooting van Binnen landsche Zaken cn J-andbouw. Minister Ruys de Beerenbrouck het woord verkrijgend, vangt aan met er op te wijzen, dat de kwestie der branden, welke op het platteland zoo vaak ook die ren tot slachtoffer maken, op het moment tn onderzoek is. Betreffende de vangst van zangvogels deelt Z.Ex. mede, dat met de voorbereiding van het betreffende wets ontwerp de noodige spoed zal worden be tracht. Wat de positie der landarbeiders betreft, geeft de Minister toe, dat tegen ar beiders, die buiten hun schuld in moeilijk heden zijn geraakt, clement dient te wor den opgetreden. Aan de Tarwewet kent spreker naast enkele nadoelen, belangrijke voordeelen toe. Met de landelijke landbouw organisatie is overleg gaande. De belangen van hen, die met de uitvoering van do tar wewet worden gedupeerd, zullen door de regeering zooveel mogelijk worden behar tigd. Hierbij noemt spreker ook de binnen schippers. Binnen niet al te langen tijd zal de uitkomst van de tarweoogst 1930 bekend kunnen zijn. Zooveel mogelijk zal deze nieu we oogst bij de nieuwe wet worden betrok ken. Nader zal worden bezien de kwestie aangaande het verbeteren van do kwaliteit der tarwe. De verhooging van den post voor de vrij willige burgerwacht was noodig, wijl dit instituut in de laatste jaren zeer sterke uit breiding heeft ondergaan. De kwestie der spoorwegtarieven is op het oogenblik een punt van onderzoek bij een door den Mi nister van Waterstaat ingestelde commis sie. Over het erfgooiersrecht is overleg tus- schen spreker en zijn ambtgenoot van Jus titie gaande. Voorts bespreekt Z.Ex. do denkbeelden van den heer Polak, aangaande de burge meesteicbenoerningen, welke spreker zcide niet te kunnen aanvaarden. Naar aanlei ding van dc Nijmeegschc kwestie wijst spre ker op een onderhoud, dat de Prov. Nij- meegsche Courant met dc burgemeester ge had heeft en waarin deze nader zijn hou ding heeft uiteengezet. De burgemeester heeft om de minder prettige verhouding in het Collego van B. en W. gemeend goed te doen het Koninklijk Huis gedurende do feesten niet te doen uitnoodigen Spreker keurt deze houding af en zegt in de plaats des burgemeesters verkeerende zijn wil te hebben doorgezet, overtuigd zijnde, dat er dan toch niets .ongewoons zou gebeurd zijn Overigens heeft spreker slechts woorden van lof voor de werkzaamheid cn ijver van den burgemeester. Over dc Maastrichtschc relletjes sprekend zegt Z.E., dat hij geen grond heeft kunnen vinden om de gemeente-politie van Maas tricht een berisping toe te dienen. De re geering staat daarbuiten. Op dien noodlot tigen 16den October was er te Maastricht geen leiding bij de handhaving der orde, dat was de groote oorzaak der wanorde. De Minister van Justitie. Mr. Donner, hierna het woord verkrijgend, geeft eenige inlichtingen naar aanleiding van de kwes tie der relletjes. Na gehouden re- en dupliek wordt hierna de begrooting van Binnenlandsche Zaken en Landbouw z.h.st. goedgekeurd. UIT DE STAATSCOURANT. Met ingang van September op verzoek eervol ontslagen C. F. H. Dumont, als leeraar aan de middelbare koloniale land bouwschool te Deventer; op verzoek eervol ontslagen met dank jhr. Ir. R. de Brauw als lid van den Voogdijraad te Tiel; benoemd tot kantonrechter te Arnhem mr. G. J. van Brakel, thans kantonrechter te Rotterdam; benoemd tot rechter in de rechtbank te Utrecht, mr. A. D. van Reg- teren Altena, thans substituut-griffier in de rechtbank te Alkmaar; benoemd tot kantonrechter te Alphen mr. J. H. W. Nicolai, kantonrechter te Onder- dendam en zijn hem opgedragen de werk zaamheden van kantonrechter te Woerden; benoemd bij het wapen der Genie tot cer- stc-luitenant bij zijn tegenwoordig korps de tweede-luitenant E. E. Holle van het regiment Genietroepen. PENSIOENRAAD. Bij beschikking van den minister van Fi nanciën is met ingang van 1 April 1931 bij den Pensioenraad benoemd tot tijdelijk commies A. C. de Koek te Arnhem. UTRECHTSCHEWEG 10 TEL. 179 AMERSFOORT «Hf Tel. 852. Gevestigd 1885 MODERN HANDGEDREVEN ZILVERENWERKEN. TWEEDE KAMER Een interpellatie'verzoek van den heer Kortenhorst. De heer Kortenhor6t vraagt verlof voor een interpellatie over het niet tot standkomen van de handclsconvcntie in Genève en het standpunt der regeering ten opzichte van de internationale handelspo litiek. Morgen wordt op dat verzoek be slist. Bij de suppletoire justitiebcgrooting 1930 komt de heer van der Heide op tegen de opheffing van het rijksopvoedingsgc sticht to Avcreest. Hij ziet daarin afbraak van het rijkstucht- en opvoedingswezen en acht den maatregel in dezen tijd onverant woordelijk met bet oog op de mogelijke toeneming van de criminaliteit in verband met de crisis. Dc heer Vos sluit zich aan bij den heer v. d. Heide; de reserve aan plaatsruimte kan niet gemist worden. De heer Duymaer van T w i 6 t ge- 'ooft, dat do bezuiniging niet tc groot zal zijn. De heer W ij n k o o p komt op tegen de meening, dat de minister godsdienstige op voeding meer tot baar recht doet komen. Spreker ziet in .den godsdienst 6lecht6 een klasse-instrument. De heer Schokking verdedigt het ont werp en meent dat aan een gesticht weinig behoefte meer bestaat. Dc minister betoogt aan dc hand der cijfers dat het aantal kinderen in rijksop voedingsgestichten 6inds 1922 steeds terug- geloopen is doordat de particuliere zong hier in groeide. Spr. meent dat op een tijde lijk verschijnsel als de crisis geen blijvende organisatie kan worden gebouwd. Het ontwerp wordt z. h. st. goedgekeurd. Voortgezet wordt de behandeling van de woningwet. De heer van den Bcrgh verdedigt een amendement om bij' onteigening 1ën be hoeve van een uitbreidingsplan de restric tie te laten vervallen, dat onteigening al leen kan geschieden voor zoover noodig voor het piau. De heer Aalberse stelt een amende ment voor dat een tusschenweg beteekent tusschen de redactie der regeering en den wcnsch van mr. v. d. Bergh. Dit wordt z. h. st, aangenomen. De vergadering wordt verdaagd. TOEKENNING DE RUYTERMEDAILLE. Bij Kon. besluit is toegekend de de Buy ter- medaille in goud aan de hceren H. de Booy, secretaris van de Noord- cn Zuid-Holland- 6che Re Jding-Maatschappij te Amsterdam; G. Kruyt, kapitein bij de Stoomvaart-Maat schappij Nederland te Amsterdam; prof. mr. W. L. P. A. Molengraaff te 's-Gravenhage; in zilver aan de heeren G. Bruyn, lid der Commissie van plaatselijk bestuur der Noord- en Zuid-Hollandschc Redding-Maat schappij te Vlieland; G. M. A. Elber6, waar nemend inspecteur, onderhoofd van den dienst van scheepvaart in Nederlandsch- Indië; J. Smit, kapitein van het ho6pitaal- kprkschip De Hoop, te Amsterdam; G. de Vrij, hoofdmachinist bij de Maatschappij Zeevaart (e Rotterdam. Door de cadetten van de K.M-A. te Breda. 's-Gravenhagc, 24 Maart, ITcdenoch tend had een militaire oefening plaats in de vlakte van Waalsdorp, welke uitgevoerd werd door de cadetten van de Koninklijke Militaire Academie te Breda, die eenige dagen in Den Haag verblijven. IT. M. de Koningin wenschte deze oefe ning bij te wonen cn had zich daartoe te paard naar de Waalsdorpervlakte begeven. Om 10 uur kwam do Koningin de vlakte binnenrijden, welke geheel door militaire politie was afgezet. In het gevolg van II. M. bevonden zich behalve een hofdame, de ad judanten van H. M luit-kolonel jhr. de Jonge van Ellcmeet en kapitein van Kcste- ren, zoomede II. M.'s ordonnance-officicr le luit. Romer. Bij den ingang van dc vlakte voegde zich kolonel van der TIarst, gouverneur van de Koninklijke Militaire Academie, bij het gezelschap. Direct na de aankomst werd met de oefe ningen begonnen. Op het terrein van de Storraschool had den zich de cadetten opgesteld, verdeeld in 2 groepen, de aanvallende en de verdedi gende. Een heftige strijd ontbrandde om het be zit der loopgraven van de Stormschool Lichtkogels stegen op, de mitrailleurs ra telden en de signalen weerklonken. De Koningin en de verschillende militai ren sloegen vanaf een der heuvels op het terrein den strijd gade. Ongeveer een half uur duurde de oefe ning, toen klonken signalen, dat opgehou den moest worden. De aanval was afgeslagen. De stelling bleek voor de aanvallers onneembaar te zijn, mede door het gemis aan artillerie. De Koningin steeg daarna weer te paard en galoppeerde eenige malen over de vlak te. In dien tijd stelden de cadetten rnct de vaandelwacht en de Koninklijke Militaire Kapel aan het hoofd zich in dc vlakte op en nam dc inspectie een aanvang. Terwijl de muziek het Wilhelmus speel de en de cadetten de geweren presenteer den, reed de Koningin langzaam voorbij de troepen en begaf zich vervolgens naar den Waalsdorperweg. Daar werd afgestegen en de Koningin en Haar gevolg begaven zich per auto naar het paleis Huis ten Bosch, waar om 12 uur een défilé gehouden zou worden. De cadetten marcheerden daarheen, voor afgegaan door hun tamboers en de kapel. CONSULAIRE DIENST. Bij Kon. Besluit is Markies E. Platamone benoemd tot vice-consul te Trapani (Sici lië) buiten bezwaar van 'sLands 6chatki6t. Hem kan in de Fransche taal worden ge schreven. Het report van het vice-consulaat 6trekt zich uit over de provincie Trapani. HET PRACTISCHE LEVEN EN DE RESUL- TATEN VAN HET L.O. Ontevredenheid bij leiders van groote bedrijven. De door bet hoofdbestuur der Ned. Mij. voor Nijverheid en Handel benoemde com missie ter behandeling van de vraag, of ons onderwijs-apparaat voldoende rendement oplevert en of met name het lager en het middelbaar onderwijs wel voldoet aan de behoeften van het practische leven, bestaan- do uit prof. ir. D. Dresden, mr. A. C. Jose- phus Jitta, mej. dr. J. J. van Dullemen, rec trix van hei Gem. Lyceum voor meisjes te Utrecht, G. Bolken6tein, insp. M.O. te Am sterdam, dr. D. Coclingh, oud-directcur van ec-n H.B.S. 5-j. c. te Amsterdam en P. A. Diels, hoofd van een openbare school te Am sterdam, heeft rapport uitgebracht. Om zich zoo goed mogelijk op de hoogte te 6tellen van de wenschen, die dienaan gaande in het praktische leven worden ge koesterd, heeft ze een enquête gehouden bij dc leiders van verschillende groote bedrij ven en uit dc ingekomen antwoorden blijkt een algemecnc ontevredenheid over de re sultaten van het lager onderwijs hier to lande in hst bizondor voor zoover het be doelt eindonderwijs te geven. Ook over do resultaten van het algemeen vormend mid delbaar onderwijs blijkt voel ontevredenheid te bestaan. Vragen van den heer Kiisz aan B. en W. van Amsterdam. Amsterdam, 24 Maart. Door het ge meenteraadslid den heer C. Kitsz is ver zocht de volgende vragen tot den Burge meester te mogen richten: 1c. Is het den Burgemeester bekend, dat, blijkens een bericht in „Het Volk" van 20 Maart 1.1., avondblad, scherpe patronen zijn uitgereikt aan leden van de vcreeni- ging „Do Amsterdamsche Burgerwacht", wclko leden dienst zouden doen als gewa pende ordebewaarder bij den kerkdienst in de Westerkerk, welke kerkdienst onder lei ding van ds. A. J. II. van Hoogenhuyse is gehouden op Vrijdag 20 Maart 1.1. 2e. Indien vraag 1 in bevestigenden zin wordt beantwoord, kan de Burgemeester dan mededeelen of het verbod tot het dra gen van vuurwapenen is opgeheven, en zoo ja, bij welke gelegenheid cn door wien. 3e. Kan de Burgemeester, voor het ge val bet bovenbedoeld verbod nog bestaat, ook mededeelen of een vervolging i9 of zal worden ingesteld tegen de verbodsovertro- ders. 4e. Kan dc Burgemeester mededeelen, welke maatregelen zijn genomen of zullen worden genomen tegen het dragen van vuurwapenen door leden van do Verceni- ging „De Amsterdamsche Burgerwacht." MILITAIRE MUTATIES. De majoor P. Keg, adjudant van bet 3qc regt. Infanterie wordt met ingang van 1 Mei 1931 overgeplaatst bij den 6taf der Vide Infanteriebrigade, met bestemming voor de functie van commandant van de landstorm- groep „Breda''. De eerste luitenant J. P. Ilcken van het lste reg. Hazaren, wordt met ingang van 1 April 1931 gedetacheerd bij het korps politie troepen. De kapitein der Kon. Marechau66ee Jhr. D. J. H. N. Ten Beer Poortugael wordt op zijn verzoek ingaande 15 April 1931 over geplaatst van Leeuwarden naar Eindhoven. De majoor N. Ges'.ach van het 4e regt. infanterie thans commandant van het land- slormverband '6 Gravcnhage, wordt in het belang van den dienst overgeplaatst naar het 5e regt. Infanterie te Amersfoort. HOFBERICHT. Z.K.H. de Prins heeft het Beschermheer schap aanvaard van het Tweede Wereld congres voor hulp aan lichamelijk gebrek- k:gen, dat van 29 Juni tot 3 Juli 1931 te 's-Gravenhage in de Ridderzaal zal worden gehouden. Dit Congres is bijeengeroepen door de In ternational Society for the care of crippled cnildren gevestigd te Detroit (Mich.). Het wordt ontvangen door de Centrale Vereeni- g.'ng voor lichamelijk gebrekkigen, geves tigd te Arnhem. Fijn gevoel en groot, verstand, gaan niet Zelden hand aan hand. Uit het Engelsch door J. S. FLETSCHER. 20 Gedurende den avond verdiepten wij ons daarin niet verder. Cherry nam mij mede naar een Soho restaurant en daarna naar een theater een zeldzame tractatie voor mij, die nooit iets dergelijks in Kingshaven had gezien en de opwinding daarover verdreef het Middlebourne mysterie en al les wat daarmede verband had, uit mijne gedachte. Den volgenden morgen, toen wij ons aan het huis op Bedford Square aan meldden, werden wij dadelijk in 'n atelier gelaten, waarin op planken en in kasten een groote hoeveelheid potten en borden waren uitgestald, die ongetwijfeld even zeldzaam en kostbaar als leelijk waren. Mijnheer Spehvyn, die spoedig binnentrad was iemand van middelbaren leeftijd met aangename manieren en tintelende oogen. Hij toonde veel belangstelling voor Cherry, die hij voor zijn werk tamelijk jong vond en voor hij iets vertelde, ondervroeg hij ons naar juffrouw Ellingham, naar de vaas en hare geschiedenis. Hij kende bet geïllus treerde artikel in de Lady's Circle niet en hij snoof minachtend, toen Cherry het hem liet zien „Die vrouw heeft gevraagd om bestolca te worden!" riep hij uit. „Er zijn zeker wel een dozijn menschen in Londen, die op die vaas af zouden gaan, als zij die foto's gezien hadden en gehoord hoe onveilig zij was opgeborgen en hoe gemak kelijk zij er bij konden komen! Dat verbaast mij van juffrouw Ellingham met hare on dervinding van het Oosten. Onzinnig! ora zoo'n schat in een open kast in een sa lon te bewaren, waarin elke aspirant-inbre ker zoo gemakkelijk kan binnenkomen.' „Kent u een of meer van het dozijn men schen in Londen, waarover u sprak?" vroeg Cherry. De heer Spedwyn deed net of hij deze vraag niet hoorde in ieder geval gaf hij daarop geen antwoord. In plaats daarvan verwees hij naar het interview van juffrouw Ellingham. „De naam van de vaas wordt foutief ge schreven in dat artikel. Het moet zijn Kang bsi. „De spelling interesseert mij minier" merkte Cherry lachend op. „Natuurlijk!" zeide de beer Speldwyn „Ik doe beter met te vertellen ik acht het meer dan waarschijnlijk, dat dit met die zaak in Middlebourne Grange te doen heeft T.t weet natuurlijk, dat ik dit soort van din gen verzamel en 'n expert ben in Chinetsch porselein? Welnu, ongeveer drie weken ge leden kwam iemand mij vragen of ik lust had een echte K'ang-hsi vaas te koopeo en hoeveel ik daarvoor zou willen geven. Ik vroeg hem wat hij er voor moest hebben en uit zijn antwoord begreep ik, dat hij zeer goed op de hoogte was hij vroeg zeven duizend pond. Ik verzocht hem om mij die vaas te laten zien om daarna over den prijs tc onderhandelen. Hij ging heen... en ik hoorde niets meer van hem." „Kunt u zijn signalement opgeven?" „Zeker! Een zware man met een glad ge schoren rond gezicht, hij was vlug van tong, innemend en zeer beleefd; goed ge kleed en het uiterlijk van iemand Ln goe den doen. Ik kreeg den indruk, dat hij in Indië was geweest. Zooals ik zeide, kwam bij nooit terug en ik veronderstel nu, dat hij bij mij als expert is geweest om te booren, wat ik zou zeggen van den prijs van zeven duizend pond." „En u heeft verder niets tegen hem ge zegd?" vroeg Cherry. „Niets dan hetgeen ik u heb verteld." Wij namen toen afscheid van den heer Spehvyn en toen wij op straat waren, wend de Cherry zich tot mij. „Ben! Volgens de beschrijving moet oom Joseph bij hem zijn geweest. Ik vraag mij af of hij de vaas in handen kreeg op den avond, dat hij jullie huis voor eenigen tijd verliet en of die Cousins wat te maken heeft met den diefstal? Wat een verwik kelingen! Kom, wij gaan lunchen en daarna terug naar Middlebourne, om daar ons werk vcort te zetten. „De enveloppe?" vroeg ik. „Juist! Wij moeten er achter komen, wiens handschrift daarop staat. Oom Joseph had briefwisseling met iemand in Middle bourne wie was dat wie i6 hij? Dat is ons e< -ste werk en hoe eerder ik dat weet, hoe beter." Toen wij op dien Zondagnamiddag in Middlebourne terugkwamen, wachtten ons nieuwe verrassingen. Veller zag on6 langs zijn huis komen en riep ons binnen. Met zijn gewone, langzame wijze van doen vroeg hij ons om te gaan zitten, hij ging zelf ook zitten, spreidde zijn groote banden over zijn buik, begon met zijn duimen tc draaien en ons grijnslachend aan te kijken. Zijn vrouw, op haar Zondagsch, maakte zich juist gereed, om naar de kerk te gaan en Veller bleef met zijn duimen draaien tot zij de deur uit was. De grijnslach beloofde iets. „Nu je hebt iets op je hart> Veller!" merkte Cherry op. „De juffrouw i6 uit dus voor den dag er mee." Veller bleef grijnslachen, keek naar de deur, keek naar mij, leunde voorover en begon op geheimzinnigen toon te praten. „Het gaat om Tom Scripture!" fluisterde hij. „Daarom gaat het." Hij knikte een twee driemaal, na dat hij dat gezegd had en Cherry keek van hem naar mij en weer naar hem. „Wie is Tom Scripture? En wat is er met hem?" „Hij meent Tom Scripture, den visscher- man", zeide ik. „Hij woont aan het einde van onze laan. Wat is er met hem, Veller?" „Tom Scripture kwam gisteren thuis van de vischhanken in het Kanaal, waar hij een paar dagen en nachten had gevischt. Hij kwam gisteravond in de herberg en hoorde die geschiedenis op Gallowstree Point. En toen hij een paar glazen op had, moet hij gezegd hebben, dat hij daarover wel wat kon vertellen en dat hij dat als de gelegenheid daar was, wel zou vertellen. En verder niets." „Ben je bij hem geweest?" vroeg Cherry. „Vanmorgen op mijn ronde. Hij gaf toe, dat hij dat gezegd had en dat hij daarbij bleef. Tegenover mij wilde bij niets losla ten. De Londensche politie moet ik hebben, zeide bij. Ik vertel niets aan niemand, be halve aan de Londensche politie! Breng die maar hier! zei hij en ik zal hem goede in lichtingen geven. Maar aan niemand an ders!" „Lk ging toen verder. Hij had gehoord, dat er iemand van Scotland Yard met dit zaakje bezig was. En wat Tom Scripture nu weet te vertellen, dat kan ik niet zeg gen, maar te oordeelen naar zijn manier van doen wel iets bijzonders!" Cherry sprong van zijn stoel op. „Vooruit!" zeide hij. „Waar woont die kerel?" Wij troffen Tom Scripture aan, leunend over het hek van zijn tuin, in Zondagsche kleeren, bezig zijn pijp te rooken. Hij was het type van een zeevarende met een ver- weerd gezicht, meer geneigd tot zwijgen dan tot spreken en hij keek Cherry van top tot teen aa.n, voor hij er toe kwam iets te zeggen hij kon er eerst toe komen om zijn mond te openen, toen Cherry zijn ambtskaart vertoonde. Hij keek zijn drie bezoekers een voor een aan. „Dat moet ik hebben, jongmensch", zeide hij. „Jij van Scotland Yard, voorzien van geloofsbrieven, zooals ze dat noemen, want ik vertel niets dan aan zoo iemand en aan niemand anders, want de Londensche poli tie is om zoo te zeggen beter in staat om zulke zaakjes op te knappen dan die dorps- politie dat is geen minachting voor jou, hoor Veller, want je hent een beste kerel. Nou dan, laatstleden Woensdagmorgen, voor zonsopgang, ging ik er met mijn boot op uit, naar de banken, om daar een paar dagen te vi6sohen en toen ik den inham uitzeilde zag ik iets, waaraan ik niet gewoon, was wat bijzonders. En dat was een vent, die net zoo stil stond als een beeld daar op de rotsen van Fliman's End." <Wordt vervolgd^ J

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1931 | | pagina 5