AMEBSFOQRÏSCH DAGBLAD
Mantelcostuums en Complets
Binnenland
Willem Groenhuizen
Feuilleton
DE KANG-HE VAAS.
Woensdag 25 Maart 1931
29e Jaargang No. 226
TWEEDE BLAD
BINNENLANDSCHE ZAKEN
EN LANDBOUW
ÉN.V. COMPAGNIE LYONNAISE
JUWELIER
DE HANDELSCONVENTIE
VAN GENEVE
MILITAIRE OEFENING OP
WAALSDORP
H.M. de Koningin aanwezig
SCHERPE PATRONEN IN
DE KERK
«DE EEMLANDER"
EERSTE KAMER.
'Minister Ruys de Beerenbrouck bei
antwoordt de verschillende
sprekers
De uitvoering der tarwewet
Bij do voortgezette behandeling van de
begrooting van binnenlandsche zaken en
landbouw vraagt de heer Diepenhorst
wetenschappelijke proefnemingen op de
bakwaarde van in'andsche tarwe ingevolge
de tarwewet, zoomede opneming van den
oogst '1930.
Prof. De Savornin Lohman betoogt,
'dat de burgemeester van Nijmegen ondanks
de actie van de S.D.A.P. de Koningin had
behooren uit te noodigen bij de jubileum
feesten.
De heer Janssen bestrijdt de critiek
van den heer Men dels op de gebeurtenissen
te Maastricht in October 1929.
Tegenover werkwilligen is. volgens den
heer Janssen, terroriseerend opgetreden,
hetgeen politie-ingrijpen uitlokte. Niet is
gebleken dat de geestelijkheid tot het poli-
tie-optreden heeft aangespoord
De voorzitter deelt mede dat vermoe
delijk heden een avondzitting moet worden
gehouden.
De heer Sm een ge bepleit 6teun aan
binnenschippers en landarbeiders.
De heer Hermans komt op voor de
vrijheid van critiek inzake het optreden van
eenige burgemeester*
De heer Polak vraagt maatregelen tot
wegneming der laatste hindernis in ver
band met de erfgooierskwestie tot verkrij
ging van het natuurreservaat in Gooiland.
Inzake de burgemeestersbenoemingen
wordt de S.D A.P. achtergesteld.
Tenslotte bepleit hij maatregelen tot be
scherming van zangvogels tegen dc moor
dende vangerij en van vee bij boerderij-
branden.
De heer 0udcgee6t bestrijdt den heer
Lohman.
De vergadering wordt geschorst tot des
avonds half negen.
De avondvergadering.
Aan de orde is de voortzetting van de be
handeling van de begrooting van Binnen
landsche Zaken cn J-andbouw.
Minister Ruys de Beerenbrouck
het woord verkrijgend, vangt aan met er
op te wijzen, dat de kwestie der branden,
welke op het platteland zoo vaak ook die
ren tot slachtoffer maken, op het moment
tn onderzoek is. Betreffende de vangst van
zangvogels deelt Z.Ex. mede, dat met de
voorbereiding van het betreffende wets
ontwerp de noodige spoed zal worden be
tracht. Wat de positie der landarbeiders
betreft, geeft de Minister toe, dat tegen ar
beiders, die buiten hun schuld in moeilijk
heden zijn geraakt, clement dient te wor
den opgetreden. Aan de Tarwewet kent
spreker naast enkele nadoelen, belangrijke
voordeelen toe. Met de landelijke landbouw
organisatie is overleg gaande. De belangen
van hen, die met de uitvoering van do tar
wewet worden gedupeerd, zullen door de
regeering zooveel mogelijk worden behar
tigd. Hierbij noemt spreker ook de binnen
schippers. Binnen niet al te langen tijd zal
de uitkomst van de tarweoogst 1930 bekend
kunnen zijn. Zooveel mogelijk zal deze nieu
we oogst bij de nieuwe wet worden betrok
ken. Nader zal worden bezien de kwestie
aangaande het verbeteren van do kwaliteit
der tarwe.
De verhooging van den post voor de vrij
willige burgerwacht was noodig, wijl dit
instituut in de laatste jaren zeer sterke uit
breiding heeft ondergaan. De kwestie der
spoorwegtarieven is op het oogenblik een
punt van onderzoek bij een door den Mi
nister van Waterstaat ingestelde commis
sie. Over het erfgooiersrecht is overleg tus-
schen spreker en zijn ambtgenoot van Jus
titie gaande.
Voorts bespreekt Z.Ex. do denkbeelden
van den heer Polak, aangaande de burge
meesteicbenoerningen, welke spreker zcide
niet te kunnen aanvaarden. Naar aanlei
ding van dc Nijmeegschc kwestie wijst spre
ker op een onderhoud, dat de Prov. Nij-
meegsche Courant met dc burgemeester ge
had heeft en waarin deze nader zijn hou
ding heeft uiteengezet. De burgemeester
heeft om de minder prettige verhouding in
het Collego van B. en W. gemeend goed te
doen het Koninklijk Huis gedurende do
feesten niet te doen uitnoodigen Spreker
keurt deze houding af en zegt in de plaats
des burgemeesters verkeerende zijn wil te
hebben doorgezet, overtuigd zijnde, dat er
dan toch niets .ongewoons zou gebeurd zijn
Overigens heeft spreker slechts woorden
van lof voor de werkzaamheid cn ijver van
den burgemeester.
Over dc Maastrichtschc relletjes sprekend
zegt Z.E., dat hij geen grond heeft kunnen
vinden om de gemeente-politie van Maas
tricht een berisping toe te dienen. De re
geering staat daarbuiten. Op dien noodlot
tigen 16den October was er te Maastricht
geen leiding bij de handhaving der orde,
dat was de groote oorzaak der wanorde.
De Minister van Justitie. Mr. Donner,
hierna het woord verkrijgend, geeft eenige
inlichtingen naar aanleiding van de kwes
tie der relletjes.
Na gehouden re- en dupliek wordt hierna
de begrooting van Binnenlandsche Zaken
en Landbouw z.h.st. goedgekeurd.
UIT DE STAATSCOURANT.
Met ingang van September op verzoek
eervol ontslagen C. F. H. Dumont, als
leeraar aan de middelbare koloniale land
bouwschool te Deventer; op verzoek eervol
ontslagen met dank jhr. Ir. R. de Brauw als
lid van den Voogdijraad te Tiel;
benoemd tot kantonrechter te Arnhem
mr. G. J. van Brakel, thans kantonrechter
te Rotterdam; benoemd tot rechter in de
rechtbank te Utrecht, mr. A. D. van Reg-
teren Altena, thans substituut-griffier in de
rechtbank te Alkmaar;
benoemd tot kantonrechter te Alphen mr.
J. H. W. Nicolai, kantonrechter te Onder-
dendam en zijn hem opgedragen de werk
zaamheden van kantonrechter te Woerden;
benoemd bij het wapen der Genie tot cer-
stc-luitenant bij zijn tegenwoordig korps
de tweede-luitenant E. E. Holle van het
regiment Genietroepen.
PENSIOENRAAD.
Bij beschikking van den minister van Fi
nanciën is met ingang van 1 April 1931 bij
den Pensioenraad benoemd tot tijdelijk
commies A. C. de Koek te Arnhem.
UTRECHTSCHEWEG 10 TEL. 179 AMERSFOORT «Hf
Tel. 852. Gevestigd 1885
MODERN HANDGEDREVEN
ZILVERENWERKEN.
TWEEDE KAMER
Een interpellatie'verzoek van
den heer Kortenhorst.
De heer Kortenhor6t vraagt verlof
voor een interpellatie over het niet tot
standkomen van de handclsconvcntie in
Genève en het standpunt der regeering ten
opzichte van de internationale handelspo
litiek. Morgen wordt op dat verzoek be
slist.
Bij de suppletoire justitiebcgrooting 1930
komt de heer van der Heide op tegen
de opheffing van het rijksopvoedingsgc
sticht to Avcreest. Hij ziet daarin afbraak
van het rijkstucht- en opvoedingswezen en
acht den maatregel in dezen tijd onverant
woordelijk met bet oog op de mogelijke
toeneming van de criminaliteit in verband
met de crisis.
Dc heer Vos sluit zich aan bij den heer
v. d. Heide; de reserve aan plaatsruimte
kan niet gemist worden.
De heer Duymaer van T w i 6 t ge-
'ooft, dat do bezuiniging niet tc groot zal
zijn.
De heer W ij n k o o p komt op tegen de
meening, dat de minister godsdienstige op
voeding meer tot baar recht doet komen.
Spreker ziet in .den godsdienst 6lecht6 een
klasse-instrument.
De heer Schokking verdedigt het ont
werp en meent dat aan een gesticht weinig
behoefte meer bestaat.
Dc minister betoogt aan dc hand der
cijfers dat het aantal kinderen in rijksop
voedingsgestichten 6inds 1922 steeds terug-
geloopen is doordat de particuliere zong
hier in groeide. Spr. meent dat op een tijde
lijk verschijnsel als de crisis geen blijvende
organisatie kan worden gebouwd.
Het ontwerp wordt z. h. st. goedgekeurd.
Voortgezet wordt de behandeling van de
woningwet.
De heer van den Bcrgh verdedigt
een amendement om bij' onteigening 1ën be
hoeve van een uitbreidingsplan de restric
tie te laten vervallen, dat onteigening al
leen kan geschieden voor zoover noodig
voor het piau.
De heer Aalberse stelt een amende
ment voor dat een tusschenweg beteekent
tusschen de redactie der regeering en den
wcnsch van mr. v. d. Bergh.
Dit wordt z. h. st, aangenomen.
De vergadering wordt verdaagd.
TOEKENNING DE RUYTERMEDAILLE.
Bij Kon. besluit is toegekend de de Buy ter-
medaille in goud aan de hceren H. de Booy,
secretaris van de Noord- cn Zuid-Holland-
6che Re Jding-Maatschappij te Amsterdam;
G. Kruyt, kapitein bij de Stoomvaart-Maat
schappij Nederland te Amsterdam; prof. mr.
W. L. P. A. Molengraaff te 's-Gravenhage;
in zilver aan de heeren G. Bruyn, lid der
Commissie van plaatselijk bestuur der
Noord- en Zuid-Hollandschc Redding-Maat
schappij te Vlieland; G. M. A. Elber6, waar
nemend inspecteur, onderhoofd van den
dienst van scheepvaart in Nederlandsch-
Indië; J. Smit, kapitein van het ho6pitaal-
kprkschip De Hoop, te Amsterdam; G. de
Vrij, hoofdmachinist bij de Maatschappij
Zeevaart (e Rotterdam.
Door de cadetten van de
K.M-A. te Breda.
's-Gravenhagc, 24 Maart, ITcdenoch
tend had een militaire oefening plaats in
de vlakte van Waalsdorp, welke uitgevoerd
werd door de cadetten van de Koninklijke
Militaire Academie te Breda, die eenige
dagen in Den Haag verblijven.
IT. M. de Koningin wenschte deze oefe
ning bij te wonen cn had zich daartoe te
paard naar de Waalsdorpervlakte begeven.
Om 10 uur kwam do Koningin de vlakte
binnenrijden, welke geheel door militaire
politie was afgezet. In het gevolg van II. M.
bevonden zich behalve een hofdame, de ad
judanten van H. M luit-kolonel jhr. de
Jonge van Ellcmeet en kapitein van Kcste-
ren, zoomede II. M.'s ordonnance-officicr
le luit. Romer. Bij den ingang van dc
vlakte voegde zich kolonel van der TIarst,
gouverneur van de Koninklijke Militaire
Academie, bij het gezelschap.
Direct na de aankomst werd met de oefe
ningen begonnen.
Op het terrein van de Storraschool had
den zich de cadetten opgesteld, verdeeld in
2 groepen, de aanvallende en de verdedi
gende.
Een heftige strijd ontbrandde om het be
zit der loopgraven van de Stormschool
Lichtkogels stegen op, de mitrailleurs ra
telden en de signalen weerklonken.
De Koningin en de verschillende militai
ren sloegen vanaf een der heuvels op het
terrein den strijd gade.
Ongeveer een half uur duurde de oefe
ning, toen klonken signalen, dat opgehou
den moest worden.
De aanval was afgeslagen. De stelling
bleek voor de aanvallers onneembaar te
zijn, mede door het gemis aan artillerie.
De Koningin steeg daarna weer te paard
en galoppeerde eenige malen over de vlak
te.
In dien tijd stelden de cadetten rnct de
vaandelwacht en de Koninklijke Militaire
Kapel aan het hoofd zich in dc vlakte op
en nam dc inspectie een aanvang.
Terwijl de muziek het Wilhelmus speel
de en de cadetten de geweren presenteer
den, reed de Koningin langzaam voorbij de
troepen en begaf zich vervolgens naar den
Waalsdorperweg.
Daar werd afgestegen en de Koningin en
Haar gevolg begaven zich per auto naar het
paleis Huis ten Bosch, waar om 12 uur een
défilé gehouden zou worden.
De cadetten marcheerden daarheen, voor
afgegaan door hun tamboers en de kapel.
CONSULAIRE DIENST.
Bij Kon. Besluit is Markies E. Platamone
benoemd tot vice-consul te Trapani (Sici
lië) buiten bezwaar van 'sLands 6chatki6t.
Hem kan in de Fransche taal worden ge
schreven.
Het report van het vice-consulaat 6trekt
zich uit over de provincie Trapani.
HET PRACTISCHE LEVEN EN DE RESUL-
TATEN VAN HET L.O.
Ontevredenheid bij leiders
van groote bedrijven.
De door bet hoofdbestuur der Ned. Mij.
voor Nijverheid en Handel benoemde com
missie ter behandeling van de vraag, of ons
onderwijs-apparaat voldoende rendement
oplevert en of met name het lager en het
middelbaar onderwijs wel voldoet aan de
behoeften van het practische leven, bestaan-
do uit prof. ir. D. Dresden, mr. A. C. Jose-
phus Jitta, mej. dr. J. J. van Dullemen, rec
trix van hei Gem. Lyceum voor meisjes te
Utrecht, G. Bolken6tein, insp. M.O. te Am
sterdam, dr. D. Coclingh, oud-directcur van
ec-n H.B.S. 5-j. c. te Amsterdam en P. A.
Diels, hoofd van een openbare school te Am
sterdam, heeft rapport uitgebracht.
Om zich zoo goed mogelijk op de hoogte
te 6tellen van de wenschen, die dienaan
gaande in het praktische leven worden ge
koesterd, heeft ze een enquête gehouden bij
dc leiders van verschillende groote bedrij
ven en uit dc ingekomen antwoorden blijkt
een algemecnc ontevredenheid over de re
sultaten van het lager onderwijs hier to
lande in hst bizondor voor zoover het be
doelt eindonderwijs te geven. Ook over do
resultaten van het algemeen vormend mid
delbaar onderwijs blijkt voel ontevredenheid
te bestaan.
Vragen van den heer Kiisz aan
B. en W. van Amsterdam.
Amsterdam, 24 Maart. Door het ge
meenteraadslid den heer C. Kitsz is ver
zocht de volgende vragen tot den Burge
meester te mogen richten:
1c. Is het den Burgemeester bekend, dat,
blijkens een bericht in „Het Volk" van 20
Maart 1.1., avondblad, scherpe patronen
zijn uitgereikt aan leden van de vcreeni-
ging „Do Amsterdamsche Burgerwacht",
wclko leden dienst zouden doen als gewa
pende ordebewaarder bij den kerkdienst in
de Westerkerk, welke kerkdienst onder lei
ding van ds. A. J. II. van Hoogenhuyse is
gehouden op Vrijdag 20 Maart 1.1.
2e. Indien vraag 1 in bevestigenden zin
wordt beantwoord, kan de Burgemeester
dan mededeelen of het verbod tot het dra
gen van vuurwapenen is opgeheven, en zoo
ja, bij welke gelegenheid cn door wien.
3e. Kan de Burgemeester, voor het ge
val bet bovenbedoeld verbod nog bestaat,
ook mededeelen of een vervolging i9 of zal
worden ingesteld tegen de verbodsovertro-
ders.
4e. Kan dc Burgemeester mededeelen,
welke maatregelen zijn genomen of zullen
worden genomen tegen het dragen van
vuurwapenen door leden van do Verceni-
ging „De Amsterdamsche Burgerwacht."
MILITAIRE MUTATIES.
De majoor P. Keg, adjudant van bet 3qc
regt. Infanterie wordt met ingang van 1
Mei 1931 overgeplaatst bij den 6taf der Vide
Infanteriebrigade, met bestemming voor de
functie van commandant van de landstorm-
groep „Breda''.
De eerste luitenant J. P. Ilcken van het
lste reg. Hazaren, wordt met ingang van 1
April 1931 gedetacheerd bij het korps politie
troepen.
De kapitein der Kon. Marechau66ee Jhr.
D. J. H. N. Ten Beer Poortugael wordt op
zijn verzoek ingaande 15 April 1931 over
geplaatst van Leeuwarden naar Eindhoven.
De majoor N. Ges'.ach van het 4e regt.
infanterie thans commandant van het land-
slormverband '6 Gravcnhage, wordt in het
belang van den dienst overgeplaatst naar
het 5e regt. Infanterie te Amersfoort.
HOFBERICHT.
Z.K.H. de Prins heeft het Beschermheer
schap aanvaard van het Tweede Wereld
congres voor hulp aan lichamelijk gebrek-
k:gen, dat van 29 Juni tot 3 Juli 1931 te
's-Gravenhage in de Ridderzaal zal worden
gehouden.
Dit Congres is bijeengeroepen door de In
ternational Society for the care of crippled
cnildren gevestigd te Detroit (Mich.). Het
wordt ontvangen door de Centrale Vereeni-
g.'ng voor lichamelijk gebrekkigen, geves
tigd te Arnhem.
Fijn gevoel en groot, verstand, gaan niet
Zelden hand aan hand.
Uit het Engelsch door
J. S. FLETSCHER.
20
Gedurende den avond verdiepten wij ons
daarin niet verder. Cherry nam mij mede
naar een Soho restaurant en daarna naar
een theater een zeldzame tractatie voor
mij, die nooit iets dergelijks in Kingshaven
had gezien en de opwinding daarover
verdreef het Middlebourne mysterie en al
les wat daarmede verband had, uit mijne
gedachte. Den volgenden morgen, toen wij
ons aan het huis op Bedford Square aan
meldden, werden wij dadelijk in 'n atelier
gelaten, waarin op planken en in kasten
een groote hoeveelheid potten en borden
waren uitgestald, die ongetwijfeld even
zeldzaam en kostbaar als leelijk waren.
Mijnheer Spehvyn, die spoedig binnentrad
was iemand van middelbaren leeftijd met
aangename manieren en tintelende oogen.
Hij toonde veel belangstelling voor Cherry,
die hij voor zijn werk tamelijk jong vond
en voor hij iets vertelde, ondervroeg hij ons
naar juffrouw Ellingham, naar de vaas en
hare geschiedenis. Hij kende bet geïllus
treerde artikel in de Lady's Circle niet en
hij snoof minachtend, toen Cherry het hem
liet zien
„Die vrouw heeft gevraagd om bestolca te
worden!" riep hij uit.
„Er zijn zeker wel een dozijn menschen in
Londen, die op die vaas af zouden gaan, als
zij die foto's gezien hadden en gehoord hoe
onveilig zij was opgeborgen en hoe gemak
kelijk zij er bij konden komen! Dat verbaast
mij van juffrouw Ellingham met hare on
dervinding van het Oosten. Onzinnig!
ora zoo'n schat in een open kast in een sa
lon te bewaren, waarin elke aspirant-inbre
ker zoo gemakkelijk kan binnenkomen.'
„Kent u een of meer van het dozijn men
schen in Londen, waarover u sprak?" vroeg
Cherry.
De heer Spedwyn deed net of hij deze
vraag niet hoorde in ieder geval gaf hij
daarop geen antwoord. In plaats daarvan
verwees hij naar het interview van juffrouw
Ellingham.
„De naam van de vaas wordt foutief ge
schreven in dat artikel. Het moet zijn Kang
bsi.
„De spelling interesseert mij minier"
merkte Cherry lachend op.
„Natuurlijk!" zeide de beer Speldwyn „Ik
doe beter met te vertellen ik acht het
meer dan waarschijnlijk, dat dit met die
zaak in Middlebourne Grange te doen heeft
T.t weet natuurlijk, dat ik dit soort van din
gen verzamel en 'n expert ben in Chinetsch
porselein? Welnu, ongeveer drie weken ge
leden kwam iemand mij vragen of ik lust
had een echte K'ang-hsi vaas te koopeo en
hoeveel ik daarvoor zou willen geven. Ik
vroeg hem wat hij er voor moest hebben
en uit zijn antwoord begreep ik, dat hij zeer
goed op de hoogte was hij vroeg zeven
duizend pond. Ik verzocht hem om mij die
vaas te laten zien om daarna over den prijs
tc onderhandelen. Hij ging heen... en ik
hoorde niets meer van hem."
„Kunt u zijn signalement opgeven?"
„Zeker! Een zware man met een glad ge
schoren rond gezicht, hij was vlug van
tong, innemend en zeer beleefd; goed ge
kleed en het uiterlijk van iemand Ln goe
den doen. Ik kreeg den indruk, dat hij in
Indië was geweest. Zooals ik zeide, kwam
bij nooit terug en ik veronderstel nu,
dat hij bij mij als expert is geweest om te
booren, wat ik zou zeggen van den prijs
van zeven duizend pond."
„En u heeft verder niets tegen hem ge
zegd?" vroeg Cherry.
„Niets dan hetgeen ik u heb verteld."
Wij namen toen afscheid van den heer
Spehvyn en toen wij op straat waren, wend
de Cherry zich tot mij.
„Ben! Volgens de beschrijving moet oom
Joseph bij hem zijn geweest. Ik vraag mij
af of hij de vaas in handen kreeg op den
avond, dat hij jullie huis voor eenigen tijd
verliet en of die Cousins wat te maken
heeft met den diefstal? Wat een verwik
kelingen! Kom, wij gaan lunchen en
daarna terug naar Middlebourne, om daar
ons werk vcort te zetten.
„De enveloppe?" vroeg ik.
„Juist! Wij moeten er achter komen,
wiens handschrift daarop staat. Oom Joseph
had briefwisseling met iemand in Middle
bourne wie was dat wie i6 hij? Dat
is ons e< -ste werk en hoe eerder ik dat
weet, hoe beter."
Toen wij op dien Zondagnamiddag in
Middlebourne terugkwamen, wachtten ons
nieuwe verrassingen. Veller zag on6 langs
zijn huis komen en riep ons binnen. Met
zijn gewone, langzame wijze van doen vroeg
hij ons om te gaan zitten, hij ging zelf ook
zitten, spreidde zijn groote banden over
zijn buik, begon met zijn duimen tc draaien
en ons grijnslachend aan te kijken. Zijn
vrouw, op haar Zondagsch, maakte zich
juist gereed, om naar de kerk te gaan en
Veller bleef met zijn duimen draaien tot
zij de deur uit was. De grijnslach beloofde
iets.
„Nu je hebt iets op je hart> Veller!"
merkte Cherry op. „De juffrouw i6 uit
dus voor den dag er mee."
Veller bleef grijnslachen, keek naar de
deur, keek naar mij, leunde voorover en
begon op geheimzinnigen toon te praten.
„Het gaat om Tom Scripture!" fluisterde
hij. „Daarom gaat het."
Hij knikte een twee driemaal, na
dat hij dat gezegd had en Cherry keek van
hem naar mij en weer naar hem.
„Wie is Tom Scripture? En wat is er
met hem?"
„Hij meent Tom Scripture, den visscher-
man", zeide ik. „Hij woont aan het einde
van onze laan. Wat is er met hem, Veller?"
„Tom Scripture kwam gisteren thuis van
de vischhanken in het Kanaal, waar hij
een paar dagen en nachten had gevischt.
Hij kwam gisteravond in de herberg en
hoorde die geschiedenis op Gallowstree
Point. En toen hij een paar glazen op had,
moet hij gezegd hebben, dat hij daarover
wel wat kon vertellen en dat hij dat als de
gelegenheid daar was, wel zou vertellen.
En verder niets."
„Ben je bij hem geweest?" vroeg Cherry.
„Vanmorgen op mijn ronde. Hij gaf toe,
dat hij dat gezegd had en dat hij daarbij
bleef. Tegenover mij wilde bij niets losla
ten. De Londensche politie moet ik hebben,
zeide bij. Ik vertel niets aan niemand, be
halve aan de Londensche politie! Breng die
maar hier! zei hij en ik zal hem goede in
lichtingen geven. Maar aan niemand an
ders!"
„Lk ging toen verder. Hij had gehoord,
dat er iemand van Scotland Yard met dit
zaakje bezig was. En wat Tom Scripture
nu weet te vertellen, dat kan ik niet zeg
gen, maar te oordeelen naar zijn manier
van doen wel iets bijzonders!"
Cherry sprong van zijn stoel op.
„Vooruit!" zeide hij. „Waar woont die
kerel?"
Wij troffen Tom Scripture aan, leunend
over het hek van zijn tuin, in Zondagsche
kleeren, bezig zijn pijp te rooken. Hij was
het type van een zeevarende met een ver-
weerd gezicht, meer geneigd tot zwijgen
dan tot spreken en hij keek Cherry van top
tot teen aa.n, voor hij er toe kwam iets te
zeggen hij kon er eerst toe komen om
zijn mond te openen, toen Cherry zijn
ambtskaart vertoonde. Hij keek zijn drie
bezoekers een voor een aan.
„Dat moet ik hebben, jongmensch", zeide
hij. „Jij van Scotland Yard, voorzien van
geloofsbrieven, zooals ze dat noemen, want
ik vertel niets dan aan zoo iemand en aan
niemand anders, want de Londensche poli
tie is om zoo te zeggen beter in staat om
zulke zaakjes op te knappen dan die dorps-
politie dat is geen minachting voor jou,
hoor Veller, want je hent een beste kerel.
Nou dan, laatstleden Woensdagmorgen,
voor zonsopgang, ging ik er met mijn boot
op uit, naar de banken, om daar een paar
dagen te vi6sohen en toen ik den inham
uitzeilde zag ik iets, waaraan ik niet gewoon,
was wat bijzonders. En dat was een vent,
die net zoo stil stond als een beeld daar op
de rotsen van Fliman's End."
<Wordt vervolgd^ J