AMERSFQORTSCIH DAGB1AB Mantelcostuums en Complets DE RIJKSPOSTSPAARBANK 50 JAAR Wilkm Groenhuizen DE KANG-HE VAAS. Woensdag 1 April 1931 „DE EEMLANDER" 29e Jaargang No 232 ONZE GOUDEN TIENTJES Ter voorkoming van ongewenschten export VREDESACTIE EN DOCTOREN N.V. COMPAGNIE LYONNAISE EEN GEDENKSCHRIFT Groei van het inleggers kapitaal Beëindiging van afgifte voor de binnenlandsche circulatie Amsterdam, 31 Maart. Nadat de goud voorraad van De Nedcrlandsche Bank in 1925 aanzienlijk was gestegen, is de directie in Nov. van dat jaar bij wijze van proef overgegaan tot de afgifte van gouden tien gulden stukken voor de binnenlandsche cir culatie. Toen het na woinige maanden dui delijk was. dat de binnenland.sche circula tie 6poedig verzadigd was, en do handel zich van de gouden tiengulden stukken trachtte meester te maken voor export naar landen, waar een premie voor deze mun ten werd betaald, is de afgifte beperkt to*. 250 gulden per dag en per persoon. Een verdere beperking, en wel tot 50 gulden per persoon en per dag, leek op deze zelfde principieele gronden noodig in het jaar 1927. Op deze wijze liet de bank voor hen, die voor redelijke doeleinden over gouden munten wenschten te beschikken, de moge lijkheid open zich het begeerde zonder al te veel moeite te verschaffen. Het is echter gebleken, dat de door de Bank niet gewenschte handel bij de vraag in verhouding naar gouden munten, een overheerschende rol is blijven spelen in ver houding tot de aanvragen van ander ka rakter. Nog steeds worden tienguldenstuk ken met een door de wisselkoersen niet ge wettigde premie opgekocht en houdt een voortdurende afvloeiing »an het door de Bank verstrekte goud naar het buitenland aan; Weliswaar gaat het hier om betrek kelijk onbelangrijke bedragen tengevolge van de bovengenoemde beperking der af gifte en is de geheele voorraad goud van de Bank thans slechts weinig geringer dan toen met de proef een aanvang werd ge maakt de yoorraad gouden tiengul l?n 6tukken is zelf6 nog gestegen maar toch acht de directie het onder de gegeven om standigheden juister, de regelmatige afgif te \an gouden munten voor het binnenland sche gebruik met het einde van dit boek jaar (31 Maart 1931) geheel te beëindigen, zien door den verkoop zijn onderpand niet meer aanwezig was. De curator 6telde daartegenover, dat R. tegenover hem had beweerd, dat hij do goe deren in eigendom had overgedaan aan zijn bij hem inwonendeo zoon, die zich terstond na het uitspreken van het faillissement als eigenaar gedroeg en voornemens was de op brengst als hèm compcteerend tot ^zich te nemen,' terwijl bovendien de koop en den verkoop bij rechterlijk gewijsde nietig is verklaard op grond van benadeeling der crediteuren. De Haagsche rechtbank heeft daarna be slist, dat de verkoop door Jen curator on der deze omstandigheden in het belang van den boedel noodzakelijk was cn dat de verkochte goederen zonder nadeel voor den boédel niet bewaard konden blijven, zoodat de curator zijn bevoegdheid niet oversell re den heeft. Zij ontzegde dan ook de ingestelde vor dering, welk vonnis thans door het ge rechtshof is bevestigd. VERKOOP VÓÓR DE VERIFICATIE VERGADERING. De bevoegdheid van den curator. 'eGravenhage, 31 Maart. Het Haag sche gerechtshof heeft arrest gewezen in een procedure tusschen den Haagschen koopman IT. J. K. en den curator in diens faillissement. De curator had vóór de te houden veri ficatievergadering de magazijngcedcren cn het meubilair in het openbaar verkocht., Bij inleidende dagvaarding vorderde K van den curator schadevergoeding op grond van onrechtmatige daad. Hij voerde daar voor aan, dat hij door de handeling van den curator groote 6chade had geleden, aangezien de persoon, die hem met dc noo- dige contanten had willen bijstaan, tenein de een accoord van 100 aan te bieden, zich dadelijk had teruggetrokken, aange Een stap van 65 leden der Mij. voor Geneeskunst Verscheidene (651) leden van dc Nedcr landsche Maatschappij tot bevordering der Geneeskunst hebben tot het hoofdbestuur dier Maatschappij het verzoek gericht, het initiatief te nemen tot samenwerking met vereenigingen van medici in andere landen, om overleg te plegen over de vraag, op welke wijze door de genceskun ligen de vredesbeweging gestemd zou kunnen wor den. Zij hebben dit verzoek in een uitvoerige memorie toegelicht en hierin betoogd, dat internationale samenwerking van genees kundigen tegen den oorlog zeer grooten in vloed zou kunnen hebben op de ontwikke ling der vredesgedachte.. Zij noodigen het hoofdbestuur uit het overleg met medici uit andere landen te openen, opdat een inter nationaal congres mogelijk worde. Het hoofdbestuur, der Maatschappij heeft zich thans tot de leden gericht rnct de vraag om een duidelijke uitspraak op de al- gemeeno vergadering, die 6 en 7 Juli a.s. te Nijmegen wordt gehouden. Indien de vergadering daartoe besluit i6 het hoofdbestuur bereid het initiatief te ne men en zal het aanraking zooken niet hoofdbesturen van geneeskundige vereeni gingen in andere landen van Europa óm te overwegen of iets; gedaan zou kunnen worden van den kant der artsen om den weerzin tegen den oorlog op te wekken en tc versterken. OPENING VAN DE NIEUWE HAVEN TE VLISSINGEN. Het bezoek van de Kon. Familie. TT.M. de Koningin, Z.K.H. de Prins en H.K.II. prinses Juliana komen voor de ope ning van de nieuwo haven op 17 April om 12.38 te Vlissingcn aan. Eerst heeft een in spectie van de Marine plaats, daarna ope ning van de haven en vervolgens wordt een rit door de stad gehouden met bezoek aan hat in,aanbouw zijnde ziekenhuis „Bethcs- da". Het vertrek van .clc Koninklijke Fami lie heeft om ruim vier uur plaats. UTRECHTSCHEWEG 10 TEL. 179 AMERSFOORT ONTVANGST VAN DEN NIEUWEN JAPANSCHEN GEZANT.- Op het paleis Noordeinde. 's Graven liagc, 31 Maart. H M. de Koningin heeft hedenmiddag 3 uur ter» Pa- leize Noordeinde den nieuwen Japanschen gezant bij Hr. Ms. Hof, den lieer Naokichi Matsunaga, ontvangen ter overhandiging van zijn geloofsbrief cn van den terugroe- pingsbricf van zijn ambtsvoorganger, den heer Köki Hirota STRATENAANLEG TE DEN HAAG. De gemeenteraad te den Haag heeft gis teravond het voorstel tot het aangaan van een overeenkomst tot aanleg van straten in het verlengde van de De Micnt, met de maatschappij „Buitenzorg", na langdurige discussie aangenomen met 18 tegen 12 stemmen. UNILEVER. A. Jurgens opvolger van lord Bcssborough. 'sG ra ven h age, 31 Maart. Naar ons wordt medegedeeld heeft lord Bcssborough, die tot dusver met den heer S. i'Arcy Coo per de functie van voorzitter van de raden van bestuur van Unilever N.V. en Unilever Ltd. bekleedde, in verband met zijn benoe ming tot gouverneur-generaal van Canada, zijn lidmaatschap cn daarmee het voorzit terschap \an de raden van bestuur dezer vennootschappen neergelegd. Dc raden van bestuur dezer vennoot schappen stellen voor als opvolger van lord Bessborough tot voorzitter te benoemen don heer A. Jurgens Hznl, die als zoodanig teza men met den hoer d'Arcy Cooper deze func tie zal beklecdcn. HOOG MILITAIR GERECHTSHOF. De dienstplichtige soldaat der genie E. C G. had voor clfcn krijgsraad te 's Hertogen bosch terecht gestaan voor het feit, dat hij in Augustus van het vorige jaar de omge ving van Soest onveilig heeft gemaakt door het plegen van feitelijke aanranding der eerbaarheid en openbare schennis der .eer baarheid. De krijgsraad veroordeelde hom des wegen tot acht maanden gevangenisstraf met af trek der voorloopige hechtenis. Het Hoog Militair Gerechtshof heeft hem thans veroordeeld lot acht maanden ge vangenisstraf voorwaardelijk met een proef tijd van 3 jaar en ondertoezichtstelling van de afdecling Breda Van- de If. K. Rcclas- seoringsveraeniging. KONINKLIJKE MILITAIRE ACADEMIE Dc Minister van Dcfenéje brengt ter ken nis van belanghebbenden, dat in 1931, ten behoeve van dc adspiranten, bedoeld in art. 26 der wet van 21 Juli 1890 voor toelating als cadet tot cle K.M.A dc volgende aantal len plaatsen worden opengesteld: a voor het leger in Nederlandsch-Indië; 23 voor de infanterie; 2 voor dc cavalerie; 6 voor de artillerie; 3 voor do genie; 5 voor dc militaire administratie; b. voor het leger in Nederland. 31 voor de infanterie; 4 voor de. cavalerie; 14 voor de artillerie; 8 voor de genie; 1 voor de militaire administratie. In verband met de plaats gehad hebbende aanmelding voor toelating als cadet lot de K. M. A. van leerlingen van dc scholen voor rcs.-off. zullen van de 31 plaatsen voor het wapen der infanterie van 't leger in Neder land 10 plaatsen en van de 14 plaatsen voor het wapen der artillerie van dat leger twee plaatsen beschikbaar worden gehou den voor bedoelde leerlingen. Voor zoover die plaatsen om dc een of andere reden niet door die leerlingen mochten worden ingenomen, komen zij alsnog ter beschik- ing van de adspiranten, in den aanvang dezer aankondiging bedoeld. Voor nadere uitvoerige gegevens wordt verwezen naai de Staaiscrt. van 30 Maart. In 1930 waren er 2.1 millioen spaarbankboekjes in omloop Heden is het vijftig jaar geleden, dat dc wet tot instelling van een Rijkspostspaar bank in werking trad, zoodat aan deze voor ons sociale en oeconomischc léven wel zeer belangrijke organisatie op een leven van een halve eeuw kan terugzien. De directie der bank heeft ter gelegen heid hiervan een goed verzorgd gedenk schrift het licht doen zien, dat in een vijf tal hoofdstukken, voorafgegaan door een in leiding, van verschillende wetenswaardig heden omtrent die instelling vertelt. In de inleiding wordt de aandacht geves tigd op de groote ontwikkeling van het fi- naneieel-oeconomisch leven in de afgcloo- pen 50 jaar, in het bijzonder op den opbloei van bedrijven, welke aan de Rijkspost spaarbank min of meer nauw verwant zijn. Door cle betrekkelijk lage rente van 2(5.4 ton hondtf d, door de Postspaarbank ver goed, waren de andere spaarbanken in de gelegenheid zich krachtig te ontwikkelen. Daarnaast kwamen in 1901 clc Boerenleen banken op. Gewezen wordt voorts op de groote vlucht van het verzekeringswezen, op de toeneming van bet aantal spaarkas sen cn op de voor het sparen remmende werking van het afbetalirigsstelsel.. Vervolgens wordt in een eerste hoofd stuk de oprichting van dc Rijkspostspaar bank besproken. Het denkbeeld om de post administratie aan het sparen dienstbaar te maken, heeft zoo wordt daar vermeld niet direct tot de oprichting van een derge lijke Rijksinstelling geleid. Aanvankelijk bepaalde de tusschenkomst van de poste rijen zich tot het verlcencn van bemidde ling voor het inleggen in en verkrijgen van terugbetalingen uit particuliere spaarban ken, waaromtrent een Kon. besluit van 1875 voorzieningen inhield. Eerst het mislukken van dezen maatregel is aanleiding tot de oprichting van clc Rijkspostspaarbank ge weest, Aan de behandeling van het desbe treffend wetsontwerp in de Staten-Gcneraal wórdt in dit hoofdstuk dc noodigc aan dacht gewijd. Merkwaardig is dc krachtige oppositie van principieelen aard, welke te gen dc oprichting is gevoerd door overtuig de aanhangers van dc Manchester School. liet volgende hoofdstuk.geeft een beknopt historisch overzicht van clc voorschriften cn dc administratie der bank. Behandeld worden de rentevergoeding, het rentege- vend maximum en de voornaamste wette lijke bepalingen omtrent inleg en terugbe taling. Hierna volgt in een derde hoofdstuk een schets van cle ontwikkeling van het bedrijf. Behandeld worden hier eerst de spaarbank boekjes, waarvan er ultimo 1930 2.1 mil lioen in omloop waren; vervolgens dc in- lcggingcn cn terugbetalingen, welke uit. 1930 in aantaKrcsp. 2.5 en 1.3 millioen en in bedragen resp. 149 en 134 millioen be liepen. Meer in het bijzonder wordt even wel dc aandacht gevraagd voor den groei van het inleggèrsk'a-pitaal. Dit kapitaal, thans 375 millioen gulden, is ontstaan uit hetgeen in den loop der jaren meer is inge legd dan terugbetaald en uit dc van dat saldo gekweekte en niet terugbetaalde ren te. Dc sterke schommelingen van dc over schotten jaar voor jaar worden uitvoerig besproken, waarbij er op gewezen wordt hoe wijzigingen in den rentestand (wisse ling in de conjuctuur) duidelijk in het be loop van cle cijfers der jaarlijksche over schotten zijn waar te nemen. In tijden van dalenden rentestand, als b.v. in de Jaren 18S5—1895, ziet men de saldi sterk stijgen. Ook het abnormaal hooge saldo van ruim 15 millioen over 1930 /ijst in dezelfde richting. De ontwikkeling van verschillende on derdeden van het bedrijf wordt in een vier de hoofdstuk besproken. Aan do orde wor den daar in dc eerste plaats gesteld: het sparen door middel van zegels en dc spaar bankboekjes voor het marinepersoneel. Het laatste hoofdstuk behandelt dc bcleg- gang van gelden en dc bcdrijfsultkomsten. De wettelijke grenzen van het belcggings- veld zijn sinds de oprichting der bank vrij wel dezelfde gebleven. Dc kern der beleg ging is ten allen tijde geweest Nationale Schuld en Schuldbrieven van publiek rechtelijke corporaties. Besproken worden do resultaten, welke deze uiterste solide, doch eenzijdige belegging over een halve eeuw heeft opgeleverd. In perioden van stij genden rentestand als van 1S95 tot 1900 en van 1910 tot 1920 werd de bank getroffen door sterke waardedaling /an haar effec tenbezit, waartegen dc gecumuleerde be- drijfsoverschotten niet opwogen. In de laat ste periode van dalenden rentestand na 1920 kwamen echter de bedrijfsoverschotlcn geleidelijk tot hun recht Het gedenkschrift bevat ten slotte een afbeelding van het gebouw, waarin de ad ministratie in 1881 werd aangevangen, ver schillende foto's van het in- cn uitwendige van het administratiegebouw aan cle Van Baerletraat, alsmede de portretten van do vroegere directeuren der bank mr. A. Ker- dijk, A. P. Th. Sassen, P. J. F. Dubois en van den huidigen directeur mr. J. H. C. Busing. Als bijlagen zijn opgenomen lijsten van de leden van den Raad van Toezicht, directeuren en onderdirecteuren van 1881 tot heclen, alsmede de wetten, die do bank thans behcerschen. HET GOUDEN JUBILEUM DER RIJKS POSTSPAARBANK. Bezoek van minister Reymcr De minister van Waterstaat, mr. P. J. Reymer, begaf zich hedenochtend, verge zeld van den chef van zijn kabinet, de re ferendaris J. A. van Arkei naar Amsterdam tot het brengen van een bezoek aan de Rijkspostspaarbank, teneinde clc directie cle gclukenschcn van clc Regeering over te brengen met het gouden jubileum der bank. DIEFSTAL VAN VEE UIT DE WEIDE. Amsterdam, 31 Maart. Op 18 Norv. werd cle werkman IT. J. v. d. G. door d* Utrechtsche Rechtbank wegens diefstal van vee uit de weide, twee maal gepleegd, ve:- oordeeld tot een gevangenisstraf van twee jaar, met aftrek van een gedeelte de* pre ventieve hechtenis. In hooger beroep ver nietigde het Amsterdamsche Gerechtshof dit vonnis en veroordeelde verd., opnieuw recht doende, tot een gevangenisstraf van één jaar en zes maanden, met aftrek der geheele voorloopige hechtenis. BRAND TE DONGEN. Dongen, 31 Maart. Hedenmorgen te 11 uur brak brand uit in de bakkerij van de wed. van Son. In een kwartier tij cis waren cie bakkerij, het woon. en winkelhuis ge heel uitgebrand. Niets werd gered. De brandweer, die spoedig ter plaatse was, moest alles in het werk stellen om de belen dende pcrceelen to behouden. Langestraat 43. Gedipl. horlogemaker le klasse. Reparatieinrichting aan huis. Tel. 852. Wie is wijs? Hij, die \an iedereen leert. TALMUD. Uit het Engelsch door J. S. FLETSCHER. Wij volgden hem geheel argeloos. Ik herinner mij hoe ik, gaande door de voor deur, het schitterende zonlicht op de werf zag schijnen en op de rivier en de zee in de verte. Het zou verstandiger geweest zijn, als wij oom Joseph en zijn gastheer met rust hadden gelaten cn gevlucht waren toen wij daartoe de kans hadden. Getch ging ons voor. Wij liepen door ver schillende gangen, maar hoorden of zagen niemand; in het groote huis was het eigen aardig stil en eenzaam. Aan het einde van een gang wierp onze gids een kamerdeur open en noodigde ons met een wenk uit om binnen te gaan. „Binnen een minuut ben ik terug!" zeidc hij. Maak het u gemakkelijk!" Wij gingen de kamer binnen, hij sloeg de deur achter ons dicht en ik verbeeldde mij het kan slechts verbeelding geweest zijn datv^'k hem hoorde lachen. Het was echter geen verbeelding wat ik daarna hoorde, namelijk het omdraaien van een sleutel en het dichtschuiven \an een gren del. Daarna hoorde ik een gil van Pepita en greep zij mijn arm. „Ben, o Ben, zij hebben ons in den val laten looped!" Dat ontnuchterde mij alsof men mij een emmer ijskoud water in het gezicht had gegooid. Mijn gedachten, om de zaak tot een goed einde te brengen, verdwenen en ik begreep eindelijk, dat ik een aartsezel was. Werktuigelijk probeerde ik de deur, die bui tengewoon stevig was; zoo stevig als gra niet was die deur. Mijn hart klopte, toen ik mij tot Pepita wendde. „Wees niet bang!" zcide ik, hoewel ik zelf banger was dan ooit. „Dat zal niet lang duren. Ilij zij misschien hebben ze ons opgesloten en gaat oom Joseph .cr in- tusschen vandoor; in ieder geval..." „Wat Ben? Wat?" „Zij kunnen ons hier niet voor altijd op sluiten. Wij zullen gemist worden." „Maar niemand zag ons hier komen. Er was geen levende ziel te zien toen wij bui ten waren herinner jij je dat niet?" Ik herinnerde mij dat al tc goed. Dit ge deelte van Wreddlesham was zeer eenzaam cn ik kon mij niet herinneren, dat wij iemand hadden gezien, nadat wij dc wasch- vrouw hadden ontmoet. En zij was in haar huisje binnengegaan, voor wij verder gin gen en waarschijnlijk wist zij hoegenaamd niet in welke richting wij vertrokken waren. Maar ik wees Pepita daar niet op „Het is onmogelijk!" zei ik. „Mcnschen kunnen in dezen tijd niet ongemerkt ver dwijnen. Wij zullen spoedig gemist worden en dan zal men ons zoeken. Je vader en Keziah en Cherry en iedereen „Dat zal hen dagen en dagen kosten om ons te vinden," zeide zij. „O Ben, is het niet mogelijk hier uit te komen?" Ik had rondgekeken, terwijl wij spraken. De kamer, waarin Getch ons gebracht had, zag er aardig uit en was ingericht als slaap» zitkamer, dat wil zeggen, er stond een ouderwetsch ameublement en in een hoek een ledikant met een hemel. Er was slecht^ één deur en één raam; de deur was stevig en het raam eveneens. Dit laatste was ast- geschroefd en aan de buitenzijde getralied De ruitjes waren klein; als ik er een stuk gooide, was er toch geen ruimte genoeg om doorheen te kruipen. Ook was het niet mogelijk de opmerkzaamheid van iemand buiten to trekken, want onmiddellijk tegen over het raam, op een afstand van ander halve meter, verrees een hoogc muur, blijk baar de achterzijde van een stal of pakhuis. „Wij kunnen niets doen dan afwachten, merkte ik op. ..En dat is alles mijn schuld. Zoo iets had ik niet kunnen droomen, Pepi ta!' „O, dat is niets, Ben! Het is misschien zooals jij gezegd hebt zij hebben ons opgesloten om gelegenheid te hebben te ver trekken en daarna zullen zij wel iemand zenden om ons vrij te laten. Maar hoe lang kan dat duren?" Ik wist niet meer dan zij. Terwijl ik rondkeek en nadacht begon ik eenige din gen te begrijpen, die ik niet wist toen wij luchthartig en zonder achterdocht de rivier overgingen, om in deze hinderlaag te vallen Ik begreep, dat oom Joseph hier verborgen was en waarschijnlijk hier was sinds den nacht, dat hij ons huis had verlaten Ook begon ik te begrijpen, dat Getch, de herber gier, die, zooals ik mij nu herinnerde de vergunning voor dit huis had verkregen, een medeplichtige van oom Joseph was En verder schoot mij te binnen, dat de geheim zinnige letters S. S., die wij lazen op de kaart, die oom Joseph voor Sol Cousins had achtergelaten bij de herbergierster van „De Roode Kreeft", de afkorting waren van Shooting Star. Joseph Krevin Sol Cou sins Charles Getch dat was on,get wij feld het drietal. En wij waren in handen gevallen van in ieder geval twee van hen Want het stond bij mij vast, dat oom Jo seph in deze verlaten herberg zijn toevlucht had gezocht. De tijd kroop langzaam voort. Door de hooge muur voor het raam was cle verlich ting in de kamer slecht. Noch Pepita, noch ik had een horloge en wij wisten dus hoege naamd niet hoe laat het was. Te oordeelen naar het óogenblik waarop wij waren •bin nengekomen, moet het namiddag geweest zijn, toen de grendel werd weggeschoven en de sleutel in de deur omgedraaid. Do deur werd juist voldoende geopend om een vrouw binnen te laten met een blad. Zij zette het op tafel en zij was weer de kamer uit, voor ik iets kon doen; de deur werd afgesloten en gegrendeld. „Wij zullen in ieder geval niet verhonge ren," merkte ik op, terwijl ik een poging deed om met een lach Pepita op te vroolij- ken. „Hier hebben wij vooiioopig genoeg te eten en te drinken." Op het blad waren verschillende schalen met voedsel, eenvoudig maar goed. En jone en hongerig als wij waren, aten en dronken wij en trachtten wij ons in le beelden, dat wij picnicten. De namiddag ging verder in moeizaam wachten voorbij. Wij praatten en praatten tot wij niet meer konden praten. Het moet in het begin van den avond ge weest zijn toen de deur weer openging en het sombere gelaat van den herbergier zich vertoonde, onmiddellijk gevolgd door het pafferige gelaat van oom Joseph. HOOFDSTUK XIV. Onder verhoor. Bij instinct sprong ik op en plaatste mij voor Pepita. Oom Joseph stak zijn hand op. „Het verwondert mij, Benjamin, dat jij han delt alsof het er iets van heeft, dat deze jonge dame eenig leed zal ondervinden, terwijl ik hier ben!" zeide hij op schijnhei ligen loon. „En het spijt mij, dat die lieve jongedame in ongelegenheid is gekomen door deze ongelukkige omstandigheden. Dat is alleen jouw schuld. Benjamin, door jo neus te steken in dingen, die je niet aan gaan." Ik kookte van woede en werd steeds woe dender, omdat ik vrij zeker was, dat dit in het geheel niets zoude uitwerken en ik bleef waar ik stond, voor Pepita. Ik werd zoo onbeschaamd mogelijk. „Dat is allemaal geklets!" antwoordde ik vinnig. „En hoor eens jullie beiden, als jullia ons niet laat gaan en dadelijk dan ko men jullie in de klem. Jullie stelt jc bloot aan vervolging en Oom Joseph stak zijn hand weer op. „Ik zou mij niet opwinden, als ik je was. Benjamin.. Opwinding is slecht voor ieder een cn vooral voor mij met mijn slechte hart. En het is ook niet noodig. Al wat ik en mijnheer Getch wenschen, is een ver trouwelijk gesprek en het hangt van jou af, of dat op een vriendelijke wijze zal kun- nen plaats hebben. Ik en mijnheer Getch willen geen ruzie met je maken, dat is ze ker; wij zijn goedgezind en bereid om een ieder netjes te behandelen, die ons ook zoo behandelt. En ik stel je voor. Benjamin, om te gaan zitten en je onder de gegeven om standigheden meegaand te toonen." (Worcit vervolgd)

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1931 | | pagina 5