STOFZUIGERS HET DRAMA TE BILTHOVEN DE BEDIENDE SONO STAAT TERECHT Eisch: 20 jaren gevangenisstraf PNIËROP Gedagvaard zijn elf getuigen onder wie de heer Soeparwi en eenige deskundigen. Het schrikkelijk gebeuren, dat zich in de maarrd Januari op een Vrijdagmidda; te Bilthoven afspeelde, in het parkgedeelte dat gelegen is tusschen den Brandenbur- gcrweg en het station, ligt nog iedereen als een feit van de laatste dagen in het geheugen. Tijdens de afwezigheid voor en kele uren van den heer des huizes, heeft eeh inlandscho bediende, die uit Indië was meegekomen als toezicht op de kinderen, in de woning van de familie Soeparwi me vrouw Soeparwi en haar beide jongens van het leven beroofd, door hun alle drie met een mes in den hals doodelijke verwon dingen toe te brengen. Hij voltrok deze misdaad op de boven-verdieplng, na eerst beneden, voor en achter, atlo deuren te hebben afgesloten, zoodat niemand kon binnen komen terwijl hij z'n afschuwelijk voornemen ten uitvoer legde. Ka Mevrouw SoeparWi en haar twee kinderen aldus te hebben vermoord, heeft de dader do lezer herinnert zich dit natuurlijk alle maal nog zich naar de keuken beneden begeven, waar hij zich een gasslang in den mond heeft gestoken, met do bedoeling, zich zelf met gas het leven te benemen. Maar dio poging is verijdeld; de gasslang is hem gedurende de bedwelming uit den mond geschoten en, liggende op den vloer van de keuken, is hij bewusteloos geble ven, totdat men de misdaad ontdekte en den inlandschcn bediende, Sono geheeten, aantrof in het keukentje. Met behulp van een zuurstof-apparaat kon Sono worden bijgebracht, waarna hij in de Rijks-klinie ken te Utrecht verdere verpleging heeft genoten. Men weet dat na de 6ectie op de drie lijken in het Pathologisch Instituut te Utrecht, mevrouw Soeparwi en haar kin deren zijn teraardebesteld op het Biltscho kerkhof aan den Brandenburgerweg: de familie koesterde het voornemen het stof felijk overschot ter zijner tijd te doen over brengen naar Indië, Deze treurige zaak heeft Dinsdagmiddag haar slot-tafereel gevonden in de Utrecht- 6che Rechtszaal, waar Sono heeft terecht gestaan voor den hem ten laste gelegdcn moord op drie personen. Ter zijner verde diging werd hem, reeds eenigen tijd gele den, door de justitie ais raadsman toege wezen mi*, van der Breggen, advocaat te Zeist, die uit hoofde van een verblijf in Nederl. Oost-Indië, op de hoogte werd ge acht met. gewoonten en opvattingen van den inlander, in staat bovendien met den verdachte te praten in dien6 eige$ landstaal: Maleisch. De Rechtbank was voor deze bijzondere zitting als volgt samengesteld: President: mr. v. d. Meulen. Rechters: mrs. Veen en Dorhout Mees Officier van justitie: mr. Fabius Griffier: mr. Dufour. Opgeroepen waren 11 getuigen. Onder hen bevond zich óók de heer Soeparwi uit Bilthoven; verder professor dr. Baart de la Faille, hoogleeraar te Utrecht, die de sectie op de drie slachtoffers verrichtte; en Dr. Scholten. directeur van het Psycho- paten-Asyl te Leiden, die vroeger als me dicus in Indië is werkzaam geweest. De belangstelling voor deze rechtzaak was énorm vanmiddag. De candidaten voor de publieke tribune stonden 1 lang vóór den aanvang der zitting vóór da Hofpoort op de Nieuwe Gracht; men moest oj de Nieuwe Gracht in queue worden opgesteld. Tot de Hofpoort zelve werd niemand toe gelaten. Daar reed ta kwart voor twee de gevangen-wagen voor, waarin Sono van het Huis van Bewaring werd overgebracht naar het Gerechtsgebouw. De inlandsch* bediende was gekleed in een gewoon blauw colbert-pakje en wipte, zoo op het uiterlijk zéér onverschillig, den gevangen wagen uit, den hoogen blauwen stoep op, die in da Hofpoort naar binnen voert. Alsof het een dood-cenvoudige zaak betrof, liep hij, tus schen twee rijksveldwachters in, naar één der vertrekken van de rijksveld wacht. waar hij verbleef tot met de behandeling der procedure begonnen werd. De publieke tribune stroomde In een om mezien vol. Ook de gereserveerde tribune was in enkele tellen geheel gevuld; daar zag men eigenaardig genoeg verschei dene dames plaats nemen. Onder deze „be langstellenden" waren voorts vela Indi- schen. Sono wordt even na tweeën binnenge leid en gaat kalm zitten in de beklaagden bank. Een rijksveldwachter neemt plaats vlak naast hem. Sr wordt een tolk beëedigd, om dc vra- jpen aan Sono te stellen, over te brengen iz het Maleisch. Deze getuige is lector In bet Javaansch cn woont te Leiden. Sono blijkt eVenwel goed Hollnndsch te verstaan. Onderscheidene vragen die de rechtbank stelt: naam, ouderdom, woonplaats, geboor teplaats enz., worden door den tolk in bet Maleisch gesteld en in het Nederlandsch overgebracht aan de Rechtbank. De heer Soeparwi, die op de eerste getui genbank zit, barst gedurende het lezen der dagvaarding in tranen uit en stopt zich da oorén dicht, om alle daarin voorkomende feiten niet te hooren. - Men brengt-hem- een glas water, dat hij dankbaar aanneemt. Verhoor der getuigen en des kundigen. De eerste deskundige die gehoord wordt is professor dr. Baart de la Faille, dio in het Pattologisch Instituut tc Utrecht de drie lijken der familie Soeparwi aan een gerechtelijke sectie onderwerp. In geen van de drie lijken constateerde prof. Baart de la Faille ziekelijke afwijkingen, dio den dood zouden kunnen hebben veroorzaakt. Alle drie personen zijn bezweken aan de hun toegebrachte verwondingen, hun door Sono toegebracht met een scherp mes. Dit mes is ter zitting aanwezig en wordt zoowel aan professor Baart de la Faüle vertoond als aan Sono. Dit mes vond professor de la Faillo op den grond liggen in de kamer, waar mevrouw Soeparwi en haar beide jon gens vermoord lagen. Met mevrouw Soe parwi moet de bediende wel een minuut of tien geworsteld hebben, wat geconcludeerd moest worden uit do tallooze verwondingen, die mevrouw Soeparwi vertoonde. De kin deren moeten door den bediende over den' grond zijn gerold, om hon gedurende dat heen en weer rollen den hals af te snij den. Dat was duidelijk uit den aard der hals-verwondingen bij beide kinderen. Sono beweert, desgevraagd: „zich niets meer te herinnoren van het gebeurde". Dr. Scholten, van het Psychopaten-Asyl te Leiden, eveneens arts aan de strafgevan genis in den Ilaag. wordt eveneens als des kundige gehoord. Deze heeft Sono herhaal de malen in do cel bezocht; getuige kwam als medicus tot de conclusie dat de bo- klaagde wèl toerekenbaar moet worden verklaard maar in verminderde mate, door den geprikkclden toestand waarin de jon gen vaak verkeerde. Als gevolg daarvan wist hij niet precies wat hij deed. Sono is een typische inlander, gauw ontvlambaar, spoedig driftig. Deze deskundige was 16 jaar psychiater in Indië cn op grond van deze ervaring kwam hij tot deze conclusie van: wèl toerekeningsvatbaar, maar in yerminderde mate. Intusschen, wat hier geldt voor Sono, geldt voor allo Inland schcn in onze Oost. Op een vraag van den verdediger ant woordt dr. Scholten dat Sono den dood van Mevrouw Soeparwi en hare kinderen aan vankelijk ganschelijk niet bedoeld heeft. Toen Sono er één doodde, doodde hij onder den invloed van dezelfde impuls alle drie de menschen. Toen was bij hem de gedach te: dan maar Alles. Een inlander is over het algemeen wreed. Vervolgens wordt de heer Soeparwi als getuigo gehoord. Hij legt den bij do Moha- medanen gebruikelijken eed af, en ver klaart, dat hij, '8 middags thuis komende, de voordeur gesloten vond. evenals de ach terdeur. Deze laatste werd ingetrapt, en men vond Sono liggende met een gasslang in den mond. Getuigo releveert verder de bekende feiten, die zich hebben voorgedaan na zijn thuiskomst. Hij vertelt, op verzoek van den president, dat zijn vouw Sono be loofd had Hollandsch te zullen leeren, wel ke belofte mevrouw Soeparwi ook heeft ge houden. Getuige hoorde zijn vrouw dikwijls Hollandsch spreken met Sono, terwijl er ook schrijfoefeningen plaats vonden. Sono was „een goede jongen", zoo verklaart ge tuige. Alleen de laatste dagen voor den moord viel het op, dat de jongen zoo stil was. Mevrouw Soeparwi was zeer zacht van aard Getuige acht het onwaarschijn lijk, dat zijn vrouw tegen Sono heeft ge zegd, dat zij met de lessen wilde eindigen. De verdediger: „Heeft Sono niet eenige dagen voor den moord een glas gebroken? Getuigo antwoordt bevestigend, en deelt mede, dat men hem daarover niet lastig is gevallen. Hem is alleen gezegd, dat hij wat voorzichtiger moest zijn. Een boterhandelaar legt de verklaring af, dat hij op den dag van den moord 's morgens omstreeks half tien aan de deur van de familie Soeparwi is geweest, en toen door mevrouw is opengedaan. Deze verklaring wordt door den tolk voor verdachte vertaald, waarop verdachte ant woordt, dat hij zich niets meer herinnert. Een volgende getuigo heeft tegen elven aan het huis aangebeld, doch geen ant woord gekregen. Hem werd niet open ge daan. Een vischhandelaar deelt mede. 's morgens omstreeks 11 uur op den dag van den moord, aan het huis aan do Koppellaan to hebben aangescheld om visch te brengen. Op het bellen word niet open gedaan, nóch aan de voorzijde der woning, nóch aan den achterkant Van gaslucht heeft getuige niets gemerkt. Een controleur der Spoorwegen heeft eveneens waargenomen op dien dag dat do vóórdeur der woning mot knippen gesloten was, eveneens de achterdeur. Deze deur1 werd ingetrapt. Toen drong een sterke gas lucht anar buiten. De Indische bediende Sono lag bewusteloas op don grond. Boven vond hij, in gezelschap van den heer Soeparwi, mevrouw Soeparwi en hare kinderen ver moord in een tusschenkamer liggen. Eon smid uit Bilthoven verklaart, hoe hij geroopeD werd om de deuren van de woning der familie Soeparwi aan de Koppellaan open te steken, omdat men die deuren niet open kon krijgen. Sono lag, geheel met bloed bedekt, op den vloer van de keuken, ook op do portalen vond men bloedvlekken, wat direct het ergste deed vreezen. Een poliie-bcambte uit de Bilt schetst, hoe hij in de woning aan de Koppellaan de situatie vond. direct na dc notdekking van den moord. Deze verklaringen klopten ge heel met dc medcdcelingen der vorige ge tuigen. In een der broekzakken van Sono vond men de sleutel van de kamer, waarin de lijken lagen; deze kamer had de ver dachte na den moord blijkbaar op slot ge daan. waarna hij de sleutel bij zich eesto ken had. Tn de kamer hine: een kinder schommel, waarvan een eind touw was af gesneden en vastgebonden aan een ledikant Blijkbaar had Sono er aan gedacht om zich met dit touw door wurging van het leven -te berooven, welk plan hij evenwel niet heeft uitgevoerd, waarna hij op het idéé moet zijn ELECTROLUX 125.-, 155.-, 195— VAMPYR Alleen nieuwste uitvoering 105.— PROTOS 115— MIELE105—, 65.00 OUDE STOFZUIGERS rallen wi| ln. Betaling ln overleg. liag£st/ï. qojkl.288 gekomen, om zich met gas in den keuken te dooden.. Al deze getuigenverklaringen worden door den tolk in het Maleisch overgebracht en zóó ter kennis van Sono gebracht, die op alles bevestigend antwoordt, zéér kort. slechts met een enkel woord. En volmaakt onbewogen. Nog wordt geboord een assistent aan de Neurologische Kliniek, die tevens als des kundige wordt beëedigd. Hij heeft verdachte onderzocht kort na het foit, en heeft géén enkel 6poor kunnen vinden, dat er op zou kunnen wijzen, dat voor den moord ecnigo sexueele handeling had plaats gehad. De volgende getuige, con vroegere vriend van den verdachte, to Bilthoven, legt de verklaring af, dat Sono steeds met veel lof over de familie Soeparwi sprak. Getuige sprak hem het laatst op 26 Januari; toon was er niets bizonders aan hem te bespcu ren. Op 29 Januari hoeft getuiges moojler hem nog gesproken cn toon zon Sono heb bon verteld, dat de heer Soeparni boos op hom was goweest, omdat het slot van de keukendeur dofect was. Verdachte ondervraagd. De president ondervraagt ten slotte door middel van den tolk den verdachte. Hij er kent, dat de heer Soeparwi op den bewus- tcn dag 's morgens om 8 uur ongeveer is vertrokken. Op dien morgen heeft hij aan mevrouw gevraagd Hollandsch mot hom te spreken. Mevrouw Soeparwi antwoordde toen in het Javaansch: „Ik wil niet". Hij is toen aan het stofzuigen gegaan. President: „Heeft hij toen het plan op gevat mevrouw met een mes tc lijf te gaan?" De tolk deelt mede, dat Sono dit toe geeft. Hij is een mes gaan halen, en ging naar mevrouw, die boven op de gang was Hij is meteen begonnen met steken: zóó toon hij bij haar was gekomen. Mevrouw zou toen hebben gezegd: „Ik heb er genoeg van. Ik ga sterven." Maar precies herinnert verdachte het zich niet meer. President: „Vroeger heeft hij verklaard dat mevrouw geroepen zou hebben: „Sono, ik heb schuld aan je." Verdachte zegt zich dat niet meer te her inneren Hoe hij gestoken heeft, en hoe dikwijls, weet hij niet meer. Wel herinnert hij zich dat hij zijn slachtoffer in den hals heeft geraakt mot het mes. President: „Weet hij, dat als men een mensch of dier den hals afsnijdt, dat monsch of dier moet sterven?" Tolk: „Hij zegt, dat te weten, doch op dien ochtend daaraan niet te hebben ge dacht." Uit de verdere vragen blijkt, dat inmid dels de kinderen naar boven kwamen, en dat Sono toen de kinderen met hetzelfde mes heeft gestoken. President: „Waarom heeft hij dat ge daan?" Tolk: „Hij had niet de bedoeling om do kinderen te dooden, doch hij wist niet wat hij deed." De president herinnert aan verdachte's verklaring voor den rechtercommissaris af gelegd, dat hij ook de kinderen wilde ver moorden. Tenslotte heeft Sono gemerkt, dat me vrouw en de kinderen dood waren, en toen heeft hij getracht zichzelf met het mes ver wondingen in den hals toe te brengen. Dat lukte hem niet, en toen heeft hij in de keu ken dc gaskraan open gezet, en de gasslang in den mond genomen, met het doel zich zelf van het leven te berooven. Van te vo ren had hij alle deuren gesloten. De logeer kamer, waarin do lijken lagen, heeft hij op slot gedaan, en de sleutel in zijn zak gesto ken. President: „Kan verdachte nader verkla ren hoe hij er toe gekomen is dezen moord te plegen?" Tolk: Drie dagen voor den moord hoorde hij van de uitbarsting van de Merapi. Hij kon toen niet geregeld meer denken, en kreeg het verlangen om naar zijn familie terug te keeren. Hij raakte een beetje in de war, en kreeg 6tandjes van meneer cn me vrouw. Zoo maakte hij een fout met het leggen van een looper, cn hoorde toen den heer Soeparwi tot zijn vrouw zeggen: „Hij heeft geen hersenen." Uit een vraag van den1 verdediger blijkt, dat de heer Soeparwi tot Sono sprak in het Laag-Javaansch en dat Sono geregeld ant woordde in het Hoog-Javaansch. Verdediger: „Heeft mevrouw nog iets an ders gezegd dan „Ik wil niet", toen Sono haar vroeg om Hollandsch te spreken?" Tolk: „Hij zegt zich dat niet meer tc her inneren". Verdediger: „Wa6 hij er zoo erg op ge- 6tcld om Hollandsch te leeren?" Tolk: „Ja, omdat hij met zijn Holland- sche vrienden Hollandsch wilde sproken, en ook met het oog op later, als hij een be trekking in Indië zou hebben". Verdediger: „Weet hij zelf, dat hij mikó was in dien tijd?" Tolk: „Ja, door do uitbarsting van de Merapi". Verdediger: „En niet door standjes van meneer of mevrouw?" Tolk: „Neen, alleen door dè berichten over de Merapi-ramp." Verdachte verklaart door middel van den tolk nog, dat zijn verstand tótaal weg was. Hij had geen gedachten meör. De president leest èen brief voor, door verdachte geschreven uit het huis van be waring aan een vriend te Bilthoven. waar in hij zijn 6pijt uitdrukt over het gebeurde cn zegt, dat op den bewusten dag zijn go- dachten absoluut zoek waren. Requisitoir van den oificier van Justitie. Mr. Fabius begint met een woord van diepe deernis over het lot dat mevrouw Soeparwi en hare kinderen trof; diepo deernis óók over don slag die den heer Soeparwi trof en die zich beroofd zag van het liefste dat hij op de wereld bezat. Sono wendt nu voor, dat hij zich het ge beurde zoo precies niet meer herinnert, maar van den beginne af aan heeft de be kentenis van Sono voorop gestaan. De offi cier gaat de voornaamste bijzondorheden uit het moord-drama te Bilthoven nog eens na, zooals die ook in het getuigenverhoor zijn naar voren gekomen dezen middag. Uit alles blijkt onomstootelijk dat deze Inland sche bediende de dader is geweest van het afschuwelijke misdrijf. Een zeden-motief is absoluut buitengesloten verklaard door do medici, die in deze zaak den dader en de slachtoffers hebben onderzocht en ge schouwd in sectie. Over de familie Soeparwi heeft Sono zich zelf bij herhaling zéér gunstig cn vleiend uitgelaten. Het motief voor de misdaad? Sono zélf zegt er niet veel van: mevrouw Soeparwi zou zoo weinig Hollandsch met hem willen spreken, nadat zij zich aan het piauo-spel had gewijd Toen Sono zich daarover wrevelig had ge toond, zou mevrouw Soeparwi hebben ge zegd tot hem: pas maar wat op, anders krijg je in Indië geen goodo betrekking. Ziedaar alles, wat wij aangaande de motieven hebben gehoord. Do deskundigen hebben Sono toerekenbaar verklaard, zij het dan misschien ietwat minder toereken baar dan een niet-Inlander, maar voor dit laatste wordt eigenlijk geon argument aan gevoerd. Sono bleek intusschen zelf de Nederlandsche taal zeer goed to verstaan; hij heeft uit het Huis van Bewaring ver schillende brieven geschreven in uitnemend Nederlandsch. Hij kon dus moeilijk gram storig er over zijn, dat mevrouw Soeparwi zoo weinig Nederlandsch met hem sprak, want hij kon die taal zelf goed sproken, schrijven en óók verstaan. De daad is ge pleegd met een gewoon broodmes; met mevrouw Soeparwi heeft Sono zeker wel 10 minuten geworsteld vóór zii overmand was, wat blijkt uit haar talrijke verwon dingen in buik, armen en boenen. Zoowel mevrouw Soeparwi als haar kinderen zijn alle drie formeel de hals afgesneden, waar uit men mag concludeeren, dat Sono wel degelijk geweten heeft wat hij dcod, en hoe hij het deed. Voor doodslag, driemaal gepleegd, vraagt de officier van justitie tenslotte Sono's ver oordeeling tot 20 jaren gevangenisstraf. Als de eisch van den officier van justitie is gevallen laat de president van de Recht bank den tolk vragen of Sono hierop oók iets heeft te zeggen. Zoo op het uiterhjk te oordeelaii, laat de eisch van 20 jaren gevangenisstraf den jongen Sono geheel onverschillig. Hij zegt via den tolk, dat hij zelf niets tc zeggen heeft en het aan zijn verdediger overlaat om voor hem op te komen. Pleidooi van dan verdediger mr. van der Breggen. Mr. van der Breggen voelt zich verplicht eveneens aan te vhngen met een woord van innig medelijden met dc slachtoffers van dit misdrijf, medelijden niet minder met het lot, dat den heer Soeparwi trof. Toen pleiter voor het eerst van het Biltho\en- 6cho drama hoorde, dacht hij aanvankelijk te doen te hebben met do daad van een krankzinnige, of met een daad, waaraan iets heel ernstigs moest zijn voorafgegaan. Later, toen pleiter in de gelegenheid was, om met den dader te spreken, is hem over het gebeurde toch wel een ander licht op gegaan. Mr. van der Breggen geloofde ze ker, dat het de bedoeling van Sono is ge weest om to dooden; dat heeft hij erkend tegenover den rechter van instructie, dat heeft hij óók geschreven aan familie van hem. Maar achteraf bezien, moet wel be grepen worden dat Sono op dat oogenb'.ik van dooden zich zelf niet meer was, en niet meer beschikte over het zich bewust-zljn van goed en van kwaad. Men moet zich de positie van den Inlander terdege inden ken, vooral de positie van oen Inlander, die in dienstbetrekking is bij een familie, die Iti stand ver boven hem staat. Zeker, er is met Sono Hollandsch gesproken op zijn verzoek maar als deze jongeman verkeert in een milieu dat niet zijné-gelijke is en dat dus veelal spreekt in een andere taal, die niet de taal is waarvan men zich bedient als men tot hem spreekt, dan voelt zoo'n be diende zich daardoor verongelijkt. Een Europeaan zou zich iet6 dergelijks niet aantrekken, maar een Inlander uit Indië is een véél fijn-besnaarder men6ch en véél fijn-gevoeliger dan een Europeaan. De In lander acht zich spoediger onredelijk be handeld in zulke aangolegenheden dan een Europeaan; in den regel zal de Inlander trachten zoo'n kwestie met zich zelf uit te vechten lukt dat, dan is de moeilijk heid opgelost. Of Sono zich nu ten rechte of ten onrechte verongelljst heeft gevoeld, is in dit geding niet het voornaamste. Het belangrijke is, dat bij zich verongelijkt voelde en nu probeeren gaat zich uit dat gevoel te bevrijden. Ziet hij gelegenheid het veld te ruimen cn heen te gaan, dan is het daarmee afgeloopen; ziet hij de ge legenheid daartoe niet, dan wordt het voor zoo'n Inlander lastiger. Wanneer het geval van Bilthoven zich in Indié had af gespeeld, dan was er niets gebeurd; dan was de inlandsche bediende kalm wegge gaan, of weggeloopen en de familie Soe parwi zou een anderen bediende heb ben genomen. Maar hier in Bilthoven ston den de omstandigheden anders. Sono was er fel op, om Hollandsch te leeren en nu was het zijn meening geworden, dat me vrouw Soeparwi hem daartoe onvoldoende tegemoet kwam: daarover wrokte hét in hem. hij oordeelde dat mevrouw hem niet in d i e mate in het Hollandsch onderwees, als zij hem had beloofd. Pleiter weet wel, VRAAGT UWENMy™^ WINKELIER of NV HUISKO nxTzoo AMERSFOORT dat do heer Soeparwi liet met deze opvat ting volstrekt niet eens is cn dat het hem voorkwam, dat zijn echtgenoote don bedien de juist zeer goed in het Hollandsch onder wees en hem daarbij volledig behulpzaam was. Maar Sono wildo hoogerop komen, la ter, als hij in Indië zou zijn teruggekeerd, en daarvoor moest hij het Ho.landsch goed kennen. Pleiter maakte er op attent, dat de familie Soeparwi over Sono zeer goed te 6preken was: hij kreeg wel eens een be risping, maar niet vaak hij was vlijtig, hoewel eigenwijs, beschaafd en beleefd in zijn optreden. Alleen de laatste dagen, die den vrecsclijken morgen voorafgingen, was hij stiller geweest dan gewoonlijk. De heer Soeparwi hield weinig contact met den be diende; mevrouw had met dezen meer aan raking. Nu heeft de heer Soeparwi wel ge zegd: „ik acht het onaannemelijk dat Sono verstoord is geweest over onvoldoende on derricht in het Hollandsch door mijn vrouw gegeven, want dan had ik dat van haar toch wel vernomen" maar pleiter vindt het toch wel verstaanbaar, dat mevrouw Soe parwi een wrijving tusschen haar en den bediende over onvoldoende onderwijs in dc Ilollandschc taal niet ter kennis van haar man heeft gebracht, omdat zij het geval daartoe tc luttel oordeelde. Zoodat dc heer Soeparwi iri het geheel niet begrepen beeft waarom Sono di> laatste dagen voor den moord, thuis stil was geworden en in zich zelf mokte. De deskundigen -r zoo gaat pleiter voort vinden Sono zoo kwaad niot; zij beschrijven den daad als te zijn geschied door iemand, d»e zich zelf niet meer was, een daad, verricht in hevige emotie. En nu men de motieven weet die bij Sono hebben voorgezeten: wrevel, over niot vervulde toezeggingen aangaande het Hollandsch leeren, nu vestigt pleiter op den gemoedstoestand van dezen Inlandschcn be diende, die in zijn omgeving niet iemand had dien hij deelgenoot kon maken van zijn gevoelens van teleurstelling, dc aan dacht van de Rechtbank Wat de strafmaat betreft, mr. van der Breggen verklaarde zich niet bevoegd, om een aantal jaren te noe men gedurende welke dezen verdachte in gevangenschap zou kunnen worden ge stold; die strafmaat meende hij geheel ter bepaling aan de Rechtbank te mooton over laten. Sono zelf heeft gezegd: „het beste was maar, dat ik zelf ook ter dood gebracht werd". Hij heeft dat gezegd in gevoel van schuld, in gevoel van vergelding, dat. bij Inlanders trouwens bijzonder sterk ontwik keld is. Do jongen voelt zich momenteel thuis in dc gevangenis; hij krijgt er goed eten en geen slaag. Voor het oogcnblik lijkt hem het gevangenis verblijf zoo erg niet, maar het mag wel met zekerheid worden voorspeld, dat dit al spoedig een keer zal nemen; het klimaat is voor zoon Inlander op den duur ondragelijk en weldra zal voor dezen jongen man het gcvangenisleven loodzwaar komen te drukken. Is de Recht bank niet geneigd daar rekening mee te houden? Pleiter stelt in het licht, dat dc officier van justitie 20 jaren gevangenis straf vroeg voor drie feiten van doodslag: op mevrouw Soeparwi gepleegd, cn op haar twee kinderen, Maar is het geheele mis drijf dat hier gepleegd werd, niet veel meer tc zien als eene daad, voortgekomen uit eenen inval bij den verdachte, zoodat, ju ridisch ook, hier veel eer ware te spreken van één geval van doodslag. Bij deze be schouwingen over zijn cliënt meende plei ter het te kunnen laten, de uitspraak, wat de zwaarte dor 6traf betreft, met vertrou wen overlatende aan dc Rechtbank. De officier van justitie zag geen reden tot repliek. Daarna werd aan Sono de vraag gesteld nog 6teeds via den tolk of hij zelf nog iets in het midden had te brengen. De jonge Inlander, die nu en dan moeit? scheen tc hebben, om zich te beheerschen hij balde af en toe de kleine handen tot een vuist, waarmede hij zich op de becncn sloeg ook wel bewoog hij een enkelen keer de hand voor z'n oogen, als had hij zich in tc spannen om z'n gedachte tc hou den bij wat er rondom licm gebeurde, de jonge Sono verklaarde: „liever dood te willen gaan dan voor twintig jaren de ge vangenis te moeten binnentreden" De president van dc Rechtbank bepaalde hierna de uitspraak op 20 April, 's voor middags te kwart voor 10. Ook dit moest Sono worden meegedeeld, maar het 6cheon niet lot hem door te drin gen wat de beteekenis daarvan was. De tolk moest het hem eenige malen herhalen in het Maleisch, maar Sono scheen het niet te vatten. Mr. van der Breggen probeerde eveneens om hot hem duidelijk tc maken. Toon bleek hij het wel te vatten, hoewel het hem blijk baar toch nog niet heelemaal helder voor oogen stond. Sono werd door do rijksveld wacht weg geleid. HOOIBERGBRAND TE BARNEVELD Barneveld, 6 April. Hedenmiddag to gen 4 uur liet de op het gemeentehuis al hier aangebrachte sireno haar onheilspel lend geluid hooren, ten teeken, dat cr in do gemeente brand was uitgebroken. Bij onder zoek bleek ons, dat een met hooi gevulde berg van den landbouwer H. Schut, tc Kootwijkerbroek, in lichterlaaie stond. Zoo spoedig mogelijk begaf onze Vrijwillige brandweer zicb naar het terrein van den brand, waar zij zich speciaal bepaalde tot bet nat houden van het nabljstaande woon huis, dat dan ook behouden bleef. Berg en inhoud werdén echter een prooi der vlam men. De brand is vermoedelijk ontstaan door het spelen van kinderen met lucifers. Het verbrande was verzekerd.

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1931 | | pagina 7