AMERSFOORTSCH DAGBLAD Pracht collectie hoeden ook voor oudere Dames Bieeeelaed Willem Groenhuizen Feuilleton 0E KANG~HE VAAS. Maandag 13 April 1931 ■DE EEMIAN0ER" 29e Jaargang No. 240 TWEEDE BLAD EEN LEENING-PROCEDURE „Ongeoorloofde oorzaak" DE STATENDAM AAN DEN GROND Geen gevaar voor de passagiers Sa N.V. COMPAGNIE LYONNAISEA »tP' UTRECHTSCHEWEG 10 TEL. 179 AMERSFOORT f§§p AUTO TE WATER GEREDEN EEN BIZONDERE VIERING VAN LEIDEN'S ONTZET Deelname van Indiërs JUWELIER E. FRANKENHUIS 'T ZAND 3 Tusschen een Utrechtsch ingezetene en een buitenlandschen eischer Dg Hooge Raad heeft arrest gewezen in een procedure tusschen W. Scharenberg te Utrecht en O. B. L. J. Magnée te Wiesba den. Magnée had bij inleidende dagvaarding geeteld, dat hij in den aanvang van 1925 aan de Sociétó Anonyme immobilière du Boulevard Duboucha.ge to Nice heeft te leen verstrekt 190.000 Fran6che francs. Verder werd gesteld, dat hij in Juni 1925 met Scharenberg is overeengekomen, dat deze de geleende som, voor het geval de Société zelve niet voor zekere tijdstippen tot aflossing overging, zou terugbetalen en voorts, dat partijen in Januari 1926 nader overeen zijn gekomen, dat hij (Magnée) de Société zou ontslaan van haar verbinte nissen uit de geldleening tegen overgifte van 66 harer aandeelen en dat Scharen berg het door haar geleende in twee ter mijnen zou terugbetalen tegen overgifte tel kens van 33 aandeelen. Aangezien Scharenberg verzuimde, de op 1 Januari 1927 bedongen betaling in Neder- Jandsch geld 11.091 te voldoen, ook nadat Magnée hem onder aanbod van 33 aandee len daartoe had aangemaand, heeft Magnée in rechten de betaling van dat bedrag ge vorderd. Scharenberg beriep zich er op, dat de geldleening een ongeoorloofde oorzaak had. De rechtbank te Utrecht heeft daarop de Vordering toegewezen, daarbij o.ra. beslis send, dat de oorzaak der gestelde geldlee ning is de afgifte van het geld. waartegen over de verplichting om dit terug te geven, welke oorzaak niet een ongeoorloofde wordt, al ware het de bedoeling van par tijen, dat het geleende voor een ongeoor loofde bestemming zou worden gebruikt. Van dit vonnis ging Scharenberg in hoo- ger beroep bij het Gerechtshof te Amster dam, waarbij hij weder aanvoerde, dat de geldleening een ongeoorloofde oorzaak had, omdat bij deze geldleening uitdrukkelijk is overeengekomen, dat het geld moet worden gebruikt voor den aankoop van de villa „II Prato" te Nice, welke moest worden verhuurd aan den Petit Cercle, een speel bank. Het Hof overwoog, dat de oorzaak der overeenkomst zou zijn, gelegenheid te ge ven tot het exploiteeren van een speelbank Daar een speelbank een inrichting is, waar in aan het publiek gelegenheid wordt ge geven om met de bank als wederpartij ha zardspel te spelen, welk bedrijf in strijd is met de Nederlandsche wet, achtte het Hof de grief gegrond en liet Scharenberg alsnog toe om zijn bewering door getuigen te be wijzen. Na gehouden getuigenverhoor oordeelde het Hof evenwel, dat Scharenberg er niet in geslaagd is, het door hem gestelde te bewijzen, waarna het vonnis der rechtbank werd bevestigd. Van dit arrest ging Scharenberg in cas satie, doch de Hooge Raad heeft gisteren het cassatieberoep verworpen. MR. H. SMEENGE GROOT-OFFICIER DER ORANJE-NASSAU ORDE. De voorzitter van Schuttevaer, dat zijn 68ste algemeeno vergadering te Zuid-Schar- woude houdt, mr. H. Smeenge, is ter gele genheid van het feit, dat hij 40 jaren voor zitter is, benoemd tot Groot-Officier in de Orde van Oranje-Nassau. Nabij Cowes op het eiland Wight vastgeloopen Londen, 12 April. (V.D.) Zaterdagavond half negen is de „Statendam", komende van Southampton, waar 5G passagiers voor New-York aan boord gingen, nabij Cowes, op het eiland Wight, aan den grond geloo- pen. Het water is daar zeer ondiep en door het vallend tij, schijnt de „Statendam" vrij vast to zijn geloopen, daar een tweetal sleep booten, die uit Southampton ter assistentie was vertrokken, het schip niet kon vlot- krijgen. Men verwacht, dat de boot niet eerder dan Maandagmorgen 8 uur zal los komen, daar dan de vloed opkomt. Er bestaat voor het schip en de opvaren den niet het minste gevaar Het weer is goed en de zee rustig. DE RAMP VAN DE NOORDPOOL. Londen, 12 April. (V.D.) Hedenavond vond in de kerk van Fraserburgh een zeer druk bezochte dienst plaats, gewijd aan de nagedachtenis van de om het leven geko men opvarenden van de bij Fraserburgh gestrande Nederlandsche trawler „Noord pool" uit IJmuiden. Ds. H. J. ITeida uit Vlaardingen dankte namens het Neder landsche volk de verzamelde gemeente en de bevolking van Fraserburgh voor het be toonde medeleven en voor do verleende hulp bij het droevige ongeval. Ds. Heida en de lieer Kool uit IJmuiden dragen te Fraserburgh zorg voor het op graven van de lijken der slachtoffers, die waarschijnlijk met den trawler „Victoria" uit IJmuiden naar Nederland zullen wor den overgebracht. Vier dooden opgehaald S m i 1 d e, 12 April. Zondagmiddag om streeks zes uur is op den Rijksweg Meppel- Assen tusschen Hoogersmildc en Hijlker- smilde een auto in het water geraakt van de Drentsche Hoofdvaart, Ecnige jongelui in een autobus, van een wedstrijd tc Mep pol naar Groningen terugkeerend, waren bedoelde auto juist voorbij gereden, toen zij uit het achterraam zagen, dat do wagen over do tramrails in het diepe kanaal reed. De auto, waarin vier personen zaten, bleef eenigo oogenblikken drijven, waarna hij zonk in de nabijheid van enkele sche pen. Do jongelui uit de autobus snelden toe en ook van andere zijde kwam hulp. Eenigo mannen sprongen in een boot en wisten door middel van scheepshallen een gat in den bovenwand van de auto te maken, waarna zij na verloop van eenigen tijd een viertal slachtoffers te voorschijn haalden Zij stelden onmiddellijk pogingen in het werk om door het toepassen van kunst matige ademhaling de levensgeesten weer op te wekken. Dit mocht de inmiddels ge waarschuwde doktoren uit Smilde, do hee- ren S. Boonzaaijer en C. Tholen niet geluk ken. Zij konden slechts den dood constatee- ren. Van een der verdronken personen kon men de identiteit vaststellen, het bleek te zijn de 23-jarige ongehuwde Kamst af komstig uit Gieten. Ook de andere drie per sonen zijn te Gieten woonachtig. Omtrent het ongeval deelt men ons nog nader mede, dat er een aanrijding moet hebben plaats gehad tusschen twee auto's, waardoor do auto uit Gieten in de vaart terecht kwam. Nader meldt men ons: De andere drie personen, die om het leven kwamen zijn de 22-jarige ongehuwde •I. Lanting, de 30-jarige ongehuwde J Uiterwijk en de 50-jarige weduwnaar Steen bergen De slachtoffers kwamen uit Koeckange, waar Steenbergen een dezer dagen een nieuwe bakkerij zou openen. In de tot vrachtwagen verbouwde Ford-auto, waren zij op weg naar Gieten. De marechaussée was spoedig ter plaatse om een onderzoek in te stellen. Het parket uit Assen zou hedenavond aanwezig zijn. De lijken zijn voorloopig overgebracht naar een in de nabijheid gelegen kallcsteenfa- briek te Gieten. DE P.H.A.F.R. Tc Bandoeng geland, Aneta-Vaz Dias meldt, dat bij de K.L.M. bericht is ontvangen, dat de P.H.A.F.R. te 5.45 uur uit Medan is vertrokken en te 12.20 uur te Palembang gearriveerd. Te 12.55 uur werd vandaar vertrokken en te 13.10 uur landde het toestel te Batavia. Om 1(5.10 uur vertrok de P.H.A.F.R. naar Bandoeng, waar het te 17.30 uur arriveerde. MAALTIJD TEN HOVE. Aan den disch van de Koningin en don Prins hebben Vrijdagavond ten paleize Huis ten Bosch aangezeten graaf Van Lynden van Sandenburg, opper-kamerheer van de Ko ningin en vice-president van den Raad van State, en gravin Van Lynden van Sanden burg, grootmeesteres van de Koningin, dr. H. Colijn, minister van Staat, lid van de Tweede Kamer, en de heer Ph. C. Visser, leider van de Karakorum-onderzoekings- tochten, en mevr. Visser. LIJK VAN VERMISTEN CHAUFFEUR OPGEHAALD. Leiden, 12 April. Zondagmiddag is uit het water aan de Beestenmarkt bij do Blaauwpoortsbrug opgehaald een lijk, dat bij onderzoek bleek te zijn, dat van een chauffeur te Amsterdam, die sedert den Tweeden Paaschdag, toen hij met een ander persoon een bezoek aan Leiden bracht op tot nu toe onverklaarbare wijze tc water geraakte. De Leidsche politie legde beslag op het lijk en ontbood Dr. Hulst, die nog heden avond een sectie zal verrichten. Verder stelt de politie nog een nader on derzoek in. Gebleken is dat genoemde chauf feur op Tweeden Paaschdag verschillendo café's in de omgeving van de Beestenmarkt heeft bezocht Opiocht die beirekking heeft op de overzeesche gewesten Leiden, 11 April. De 15ste viering van de herdenking van Leiden's Ontzet door de 3 October-vcreeniging zal dit jaar een bij zonder karakter dragen en wel een geheel nationaal karakter. Hat hoofdnummer van de feestviering zal zijn een optocht, die betrekking heeft op ons land en de overzeesche Gewesten in Oost- en West-Indië. Het doel van dezen optocht is, in groote mate de belangstelling voor onzo beido In dien gaande te maken en te doen-uitkomen het groote belang van Indië voor ons land, door het in beeld brengen van zeden, ge woonten, cultures enz., in Indië en tevens in het kort de geschiedenis van Indié aan schouwelijk voor te 6tellen. De optocht belooft waarlijk iets grootsch te worden, dank zij ook de medewerking van Oost en West. Verder is man bezig een eere-comitó te vormen uit de meest vooraanstaande per sonen in ons land, die door hun positie nauw met Indië zijn verbonden. Reeds heeft een groot aantal dazer personen zich bo- rcid verklaard in het cere-comité zitting te nemen. De minister van koloniën, de heer S. de Graaff, heeft het eere-voorzitterschap aanvaard, terwijl o.m. da beide oud-gon- verneurs-generaal van Ned.-Indië, mr. A. W. F. Idenburg en mr. D. Fock zich even eens bereid hebben verklaard deel van het eerc-comité te willen uitmaken. Van ver schillende zijden mocht de 3 October-vor- eeniging reeds medewerking ontvangen, ook, zooals reeds hierboven medegedeeld, van de vereeniging Oost en West. De hie ven C. Poortman, oud-resident van Djambi en D. van Driest, oud-officier van de N.I.L., bekend al6 kunstschilder, hebben zich met het ontwerpen van den optocht belast, en de directièn van verschilicndo lichamen, die in Indië hun belangen hebben, hebben eveneens toezeggingen tot medewerking ge daan. Onder han behoort ook do K.L.M. Het ligt in de bedoeling dat de optocht uit 6 groepen zal bestaan. De eerste zal be trekking hebben op de geschiedenis van Indië; de tweede zal in beeld brengen de kleederdrachten, volksgebruiken enz; de derde zal do varschillende cultures aan schouwelijk voorstellen; de vierde zal een beeld geven van het verkeerswezen in In dië, zoowel te land, te water als in de lucht; de vijfde zal betrekking hebben op het burgerlijk- en militair bestuur in Indifl en de zesde groep zal een symbolische voor stelling te zien geven van Nederland en de Tel. 852. Langestraat 43, De voorraad tafelzilver Is rUk. Overzeesche Gewesten, als vormende te za- men een onverbreekbaren band. Ongeveer 350 personen, onder wie een groot aantal Indiërs, waaronder begrepen tal van Indische studenten, zullen aan den optocht deelnemen en ook Indische muziek zal de optocht vergezellen. Voor zoover de optocht het moederland betreft, zal daaraan hoofdzakelijk doorLol- denaars en overigens door personen uit an dere steden van ons land worden deelge nomen. Het lijdt geen twijfel of de optocht, zoo als deze dit jaar wordt gegeven, zal duizen den niet-Leidenaars naar de Sleutelstad trekken. Gaarne voldoen wij aan het verzoek van het bestuur dor 3 October-vereeniging door mede te deelen, dat het gaarne ter beschik kingstelling tegemoet ziet van voorwerpen, welke voor den optocht van dienst kun nen zijn. Zij die voorwerpen zouden willen afstaan, alsmede degenen die zich tot deelneming aan den optocht bereid verklaren, kunnon zich daartoe schriftelijk wenden tot den se cretaris der 3 October-vereeniging, de heer N. G. Spaargaren, Haag weg 31, Leiden. ERNSTIG MOTORONGEVAL Amsterdam, 12 April. Op den hoek van de P. C. Hooftstraat bij de Stadhou derskade heeft hedenmorgen een ernstige botsing plaats gehad tusschen een motor rijder en een wagen van lijn 3. De tram, die do P. C. Hooftstraat uitkwam had haar komst aangekondigd door hot branden van een rood seinlicht. De motorrijder scheen daar niet op gelofc te hebben en reed in vollon vaart tegen de tram. Met een zware hersenschudding ia hij naar het Tcsselschaclo Ziekenhuis ver voerd. Zijn toestand was hedenavond ern stig. MOORDAANSLAG TE DEN HAAG. 'sGravenhage, 11 April. Hedenoch tend omstreeks kwart voor ze6 werd de politie telefonisch gewaarschuwd, dat ln een perceel Achterom een vrouw met een scheermes in de hal6 was gesneden. In verband hiermede is in vermeld perceel gearresteerd als verdacht van poging tot doodslag de 45-jarige mijnwerker G. K., wonende te Utrecht, die zijn 40-jarlge vrouw met een scheermes een ernstige wondo ln de hals heeft toegebracht. Het slachtoffer is naar hot ziekenhuis aan den Zuidwal vervoerd. Haar toestand is naar omstan digheden vrij goed. De oorzaak van do twist is vermoedelijk oneenigheid geweest over de langdurige werkloosheid van den man. DOODELIJK ONGEVAL OP EEN MOTOR- LOGGER. Tusschen de winch bekneld geraakt. K a t w ij k aan Zee, 11 April. Heden morgen kwam hier de tijding binnen, dat aan boord van den motorloggcr „Katwijk lab", toen deze zich op zee bevond, een on geval met doodelijken afloop heeft plaats gehad. De schipper Ai'ic van der Plas, 31 jaar oud, is tusschen de winch bekneld geraakt en aan de gevolgen overleden. Voor alle familiefeesten koopt men vol vertrouwen de geschenken In goud of zilver bij Al schijnt de zon ook nog zoo mooi, ten slotte moet ze ondergaan. HEINE. Uit het Engelsch door J. S. FLETSCHER. 36 „Om Gods wil, Pepita, schreeuw niet Jttieer. Als de Hindoe je hoorde, zou hij op ons af komenhoudt je kalm! Er is geen gevaar als „Datdat is het niet hijgde zij. „Het is.wat wij daar zagen Ze bedekte haar oogen met de handen en sidderde „O, Benging zij verder. „Kunnen wij niet ergens heen gaan, weg van dit alles? Kun nen wij niets doen om de attentie te trek ken? Ik vond het niet zoo erg om in dien toren te zitten, maar als er moord en dood slag gebeurt „Wij zuilen ons best doen.alleen, laat ons niet trachten, om de attentie op ons te vestigen", zeide ik. „Die Hindoe is ergens op het eiland en het ergste is, dat wij niet we ten of er anderen bij hem zijn. Of hij, of zij hebben Getch vermoord, En aaaruver moe ten wij meer zien te ontdekken. Wees flink, Pepita!ga bier een oogenblik zitten, terwijl ik voor eenige oogenbliiken terugga. Ik blijf in zicht en ik beloof je, dat het niet lang zal duren cn daarna zullen wij nader overleggen wat we zullen doen.*' Ik dwong haar te gaan zitten en nadat zij rustiger was geworden, ging ik terug naai den doode. Ik wilde dat was noodig zooveeel mogelijk omtrent hem cn zijn lot weten. Ik haatte hem thans nog meer dan bij zijn leven, want op zijn verwrongen ge laatstrekken lag een wreede, angstige uit drukking en zijn glzige, levenlooze oogen ke ken nog boosaardig. Zijn handen en wangen waren ijskoud en daaruit mankta ik op, dat hij reeds vele uren dood was. Na eenig naden ken begreep ik, dat de aanvaller hem waar schijnlijk in duister van achter een aan grenzende rots was besprongen de plaats was uitstekend gekozen en uit alle omstan digheden viel op te maken, dat clit een voor uit beraamd plan was geweest. Ik vroeg mij af of Getch en Mandhu Khan te samen het eiland waren gekomen, en het was niet de eerste maal, dat ik op die gedachte kwam of de Hindoe reeds lang samen spande met oom Joseph en Getch. Er was intusschen tijd genoeg om daaromtrent ver onderstellingen te maken; ik moest nu trachten meer omtrent Getch te weten te kcnicn. Hoewel het mij ontzettend tegen stond, ging ik zijn zakken onderzoeken en ik vond een aanzienlijke hoeveelheid geld, voornamelijk goudgeld en een gloed-nieu- wen revolver, veel gelijkend op die van oom Joseph. Ik deed het geld weer in zijn zakken en nam de revolver mede zij was geladen. Nadat ik den doode had bedekt met zee wier en daarop eenige steenen had gelegd, keerde ik terug naar Pepita. Zij was van de schrik bekomen en ik begreep, toen zij opsprong en mij tegemoet kwam, dat zij be sloten had om alles te trotseeren. „Het spijt mij, Ben, dat ik mij zoo heb aangesleid zeide zij. Ik was totaal de kluts kwijt. Ik zal voortaan flinker zijn.... Wat gaan wij nu doen? Heb je iets gevon den „Niets; behalve dat hij veel geld bij zich heeft cn een revolver. De revolver heb ik meegenomen, die kan te pas komen, maar aan het geld hebben wij niets. Ik heb er over nagedacht wat wij zullen doen. Eén ding is zeker, wij gaan niet terug naar den torentenminste voorlerst nog niet Wij gaan nu naar den top van het eiland en brengen daar droog hout en bladeren bijeen om een vuur aan te maken. Van nacht ga ik dat aansteken, wellicht wordt die vuurgloed dan gezien van de kust. Dat kunnen wij in ieder geval probeeren." Wij namen onzen weg door een ravijn en kwamen ten slotte op een plateau, vanwaar wij duidelijk Middlebourne konden zien. Daar vonden wij klein struikgewas, waar- tusschen veel dood hout en afgevallen tak ken. Niet ver vandaar was de bodem rots achtig en die plek leek ons aangewezen voor het gereed maken van ons vuur. Wij gingen onmiddellijk aan den arbeid eerst een laag van doode varens en bladeren en daarop verschillende lagen van dood hout Er was daarvan een zoo groote hoeveel heid, dat wij een stapel maakten van vrij groote afmeting en ik was er van overtuigd, dat deze stapel vele uren zou branden en tot op grooten afstand zichtbaar was. Toen wij eindelijk gereed waren, stond de zon hoog aan den hemel en vervolgden wij onzen tocht. Spoedig kwamen wij aan een beschut plekje, waar wij besloten iets te eten en uit te rusten. Wij zaten daar nauwelijks tien minuten en ik had hoogstens een paai* hapjes gegeten of ik zag den Hindoe voor de derde maal op dezen morgen. Het was een geluk voor ons, dat wij movoor de felle zon beschut te zijn, onze toevlucht hadden gezocht in een kloof tusschen de rotsen. Daardoor waren wij niet te zien, doch zelf hadden wij een ruim uitzicht door verschil lende openingen. Mandhu Khan stond ver beneden ons op het strand, met de handen boven de oogen te turen naar de zee, alsof hij zocht naar een schip. Hij was niet meer gestoken in de kleurige kleeding, waarin ik hem voor het eerst op Middlebourne Gran ge zag; nu droeg hij donkere kleeren, en een rooden tulband. Onmiddellijk besloot ik hem na te gaan het was aangenamer iemand na te jagen, dan zelf nagejaagd te worden. Ik legde mijn hand op Pcpita's arm en gaf haar een waarschuwenden blik. „Be weeg je niet... en schreeuw niét!" fluis terde ik. „Houdt je doodstilen kijk naar benedendoor die openingen. Zie je hem dien Hindoe Zij keek en ondanks haarzelf uitte zij een kreet van ontsteltenis. „O!" riep zij uit. „Veronderstel eens.... dat hij ons ziet Daarvoor had ik geen vrees wij waren veilig verborgen. Maar wel maakte ik mij ongerust, dat Mandhu Khan onze stapel brandhuot zou zien. Gelukkig keek hij niet in onze richting. Hij bleef voortdu rend naar zee staren en toen er eindelijk beweging in hem kwam, ging hij oost waarts, niet langs het strand, maar hij nam den weg, die langzaam stijgend naar het binnengedeelte van het eiland voerde. En als hij dien weg vervolgde, moest hij ten slotte komen bij de ruïnes en den toren, waarin oom Joseph zich naar alle waar schijnlijkheid nog steeds verborgen hield „Pepita!" fluisterde ik, toen de roode tul band tusschen de hoornen verdween. *Ik ga kijken waarheen die kerel gaat l Wees een flink meisje cn houdt je hier verbor genje zit hier uitstekend en ik kan hem gemakkelijk nagaan en als het noo dig is, ontwijken. Hij gaat naar den torfn, daarvan ben ik zekeren ik wil zien of hij daar binnen gaat." „Loop je geen gevaar, Ben T vroeg zij angstig. „Veronderstel eens, dat hij je hoort? Hij moet het geweest zijn, die Getch heeft vermoord en hij is ook in staat ora jou te dooden als. „Die kans zal hij niet krijgen verzeker de ik haar. „Ik zal mij niet aan gevaar blootstellen. Door zijn rooden tulband blijft hij steeds van verre te zien en als hij mijn richting uitkomt, dan maak ik dat ik weg- kom, cn vlug ook! Jij houdt je hier schuil en verlaat deze plek onder geen voorwaar de." Zij vond het niets aangenaam, om mij te laten gaan, maar ik was zoo buitengewoon benieuwd ora te weten of Mandhu Khan naar den toren ging cn of hij binnen zou gaan en of oom Joseph op hem zou schie- ten, dat ik onze schuilplaats verliet en door het kreupelhout in de richting van miju prooi sloop. Het was niet moeilijk om hen* te volgen, want op den weg, dien hij volg de, waren minder boomen en weinig struik gewas. Zijn pad leidde hem nu geheel on beschermd door brem en varens en daar- tusschen was zijn slanke, lenige figuur, dui delijk zichtbaar. (Wordt vervolgd^

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1931 | | pagina 5