AHERSFÓODTSCH DAGBLAD Kameelhaar-Regenmantels NA EEN BRAND IN ZALT-BOMMEL Willem Groenhuizen Feuilleton DE KANG-HE VAAS. Vrijdag 17 April 1931 .DE EEMLANDER" 29e Jaargang No. 244 LANG NASPEL VOOR DE ROTT. RECHTBANK Een „afspraakje" i^N.V. COMPAGNIE LYONNAISE jM* JUWELIER VLAGGETJES-KWESTIE A.V.R.O.H.T.M. DE NIEUWE TOESTAND IN SPANJE Anderhalf jaar gevangenisstraf geëischt tegen den brand stichter Rotterdam, 15 April. In een recht- eitting die tot des avonds twaalf uur heeft geduurd heeft de Rotterdamsche rechtbank gisteravond een brandstichtingsgeschiedenis behandeld die zich heeft afgespeeld in Zaltbommel. Daar heeft op IS October j.l. een felle brand gewoed in de schuur en het woonhuis van den landbouwer N., waardoor deze geheel vernield werden en er zeven paarden en eenige dorschmachines in de vlammen verloren gingen. Spoedig na den brand lekte hierover iets uit, n.l. dat de zaak niet zuiver was en wel speciaal met betrekking tot den eigenaar N. en den veldarbeider Z., wiens dorschmachine ook in de verbrande schuur had gestaan. Toen Z. kort na een verhoor door den burgemees ter naar N. liep, werden beide aangehou den. Z. erkende al spoedig den brand te hebben aangestoken, door een kaars te plaatsen bij een bos stroo. zoodat deze. wanneer de kaars opgebrand was, in brand vloog en vertelde er bij dat hij dat in ver band met een afspraak met N. gedaan had. N. heeft, tot dusverre altijd ontkend, maai de schijn is buitengewoon tegen hem daar verschillende minder prettige dingen over hem aan het licht zijn gekomen en hij bo vendien in het voor-onderzoek al eenige zeer eigenaardige dingen heeft uitgehaald, o.m. beïnvloeding van kinderen en getui gen. Z. is voor deze brandstichting in voor arrest opgesloten. Hij stond het eerst te recht en erkende alles. Hij zat in financiee ls moeilijkheden door afbetalingen op een dorschmachine en had toen te samen met N. het plan gemaakt om de machine in de schuur van N. te laten verbranden. N. werkte daaraan mee omdat hij wel graag een nieuw huis wilde hebben Dorschmachi ne en motor werden bedrijfsklaar in de schuur gezet, wat al te dicht bij den muur om deze gemakkelijk in den brand te laten vliegen en daarna was de noodlot tige kaars geplaatst De brand brak op tijd uit en wel zoo hevig dat niet alleen de schuur, maar ook het woonhuis in vlam men opging. Vervolgens werd de zaak tegen N. be handeld. Deze ontkende alle schuld. Hij moest echter toegeven dat hij al eens be trokken was geweest met Z. in een raar afbetalingszaakje van een dorsmachine en dat hij ook Z. twee dagen voor den brand 100 gegeven had, omdat Z. zoo in de knoei zat. Zijn boerderij met toebehooren was verzekerd voor 48000. De taxatie na den brand was 28000 terwijl hij een aan bod heeft om een nieuw huis te zetten voor 24000. Op dien bewusten Zaterdag is hij per auto met zijn vrouw en dochtertje naar Middelharnis gegaan, vanwaar hij om streeks tien uur terugkwam. Hij stapte toen nog even uit bij de fam. Nieuwenhuis waar men hem kwam waarschuwen dat er brand was. Onmiddellijk was hij naar huis ge gaan, maar hij had niets anders kunnen redden, dan wat meubelen. Alle paarden waren verbrand. Deze stonden meestal van Zaterdag tot Maandag in de wei, maar nu had toevallig een van de paarden gehoest en daarom waren zij alle binnen gebleven. Z. werd in deze zaak als getuige gehoord. Hij bleef bij zijn eenmaal afgelegde verkla ring hetgeen tengevolge had dat het tus schen hern en den verdachte Ni. tot heftige discussies kwam. Z. verweet N. dat hij laf was en maar moest bekennen, omdat hij hem (Z.) ook in de knoei geholpen had, terwijl N weer repliceerde dat hij zelf door Z. in het verderf gestort was. Ter terechtzitting werd meegedeeld dat uit de boekhouding van N. blijkt, dat hij anderhalve ton schuld heeft. Daartegenover staan bezittingen zoodat de balans een batig kapitaalsoverschot van 7000 gulden ople vert. Z. vertelde verder dat er de geheele week tevoren over het plan is gesproken. Hij had niet gedurfd doch tenslotte had N. hem er toe geprest om het dan toch maar te doen. De datum van 15 October, die eerst vast gesteld is, is toen verschoven naar 18 Oc tober. Langer kon het niet wachten daar anders het vee op stal zou staan. Tusschen N. en Z. kwam het hierbij nogal eens tot conflicten. Burgemeester Brouwer van Zaltbommel gaf daarna eenige inlichtingen over de wijze waarop men de brandstichting had ontdekt en onderzocht, waarbij hij vertel de dat Z. hem verteld had dat hij nooit bekend zou hebben, wanneer N. maar een betere regeling voor de verzorging* van Z.'s familie had getroffen, nu hij zelf gearres teerd was geworden. Dan had hij het hee- lemaal niet erg gevonden om desnoods acht jaar te gaan zitten. Maar N. had dit niet willen doen. Verschillende andere getuigen werden nog gehoord, o.m. een veldwachter die ver klaarde dat hij ongunstige inlichtingen had gekregen over N.'s financieelen toestand, een dochtertje van Z., dat al een dag te voren geweten had dat er bij N. brand moest komen en eenige kinderen van een buurmaga, die des middags al bij de be wuste schuur hadden geroken dat er ben zine over do dorschmachine was gegooid. Jn de avondzitting werden toen een 20-tal getuigen A décharge gehoord, waarbij er een was wien Z al eens vroeger voorstellen zou hebben gedaan om een dorschmachine in een schuur in brand te steken. Bij tienen kwam mr. Hoeffclman, de Offi cier van Justitie, eerst aan zijn requisitoir toe. Hij achtte de zaak tegen Z. vrij oen- voudig en eischte tegen hem een gevange nisstraf van twee jaar. Moeilijker vond hij de zaak tegen N. daar Z. het misdrijf heeft uitgelokt. Men kan echter niet aannemen dat Z alles uit zijn duim gezogen heeft, te meer waar verschil lende verklaringen door anderen worden bevestigd. Spreker bracht daarbij hulde aan den burgemeester. Eisch tegen N.: anderhalf jaar gevangenisstraf. Z. werd verdedigd door mr. Fokma, die clementie bepleitte en aandrong op een korte straf, gevolgd door een voorwaarde lijke. Mr. Nijgh heeft eerst ten voordeele van N. aangevoerd, dat Z. alleen schuldig was en nu een deel van de schuld op N. trachtte af te wentelen, daar N. niet het minste belang had bij den brand omdat hij niet hoog was verzekerd, terwijl mr. Oskam die ook al voor hem pleitte, heeft gezegd dat de finantieele toestand van N. heele- maal zoo slecht niet was. Toen het noodig was om cautie voor N. te stellen had de familie in een ommezien een halve ton bij eengebracht HP UTRECHTSCHEWEG 10 TEL. 179 AMERSFOORT tUf Tel. 852. Gevestigd 1885 VERTROUWENSHUIS. UIT DE STAATSCOURANT. Met ingang van 1 Mei benoemd tot bur gemeester van Vriezeveen J. M. Krijger; met ingang van 16 April benoemd tot bu- reelambtenaar der genie ter standplaats Amsterdam de adjudant onderofficier op wachtgeld C. Dijkgraaf; benoemd tot notaris te Maastricht H. J. H. Ilocnen candidaat-notaris te Amster dam; benoemd tot rechter-plaatsvervanger in de rechtbank te Groningen Jhr. Mr. T. J. van Iddekinge advocaat en procureur te Haren en mr. J. H. Kuiper voorzitter van den raad van beroep (ongevallenverzeke ring) te Groningen; benoemd tot rechter plaatsvervanger in de rechtbank te 's-Gravcnhage mr. L. G. van Praag thans advocaat en procureur te 's-Gravenhage; bij beschikking van den minister Van Staat minister van Binnenlandsche Zaken en Landbouw is te rekenen van 1 Januari 1931 benoemd tot leeraar aan de rijkstuin bouwschool te Aalsmeer J. Nijdam aldaar tot dusverre tijdelijk als zoodanig werk zaam. Te rekenen van 1 Jan. 1931 is bevorderd bij het toezicht op de spoorwegen tot rijks- hoofdingenieur voor de spoorwegen A. M. Ileuff, thans rijksingenieur voor de spoor wegen. Ingaande 1 April '31 is benoemd tot re ferendaris der P.T.T. de referendaris 2e klasse G. J.* II. Prick en is hij bij beschik king van den directeur-generaal met in gang van dien datum aangewezen als direc teur van het postkantoor te Maastricht. Benoemd is met ingang van 1 Mei tot hoofdinspecteur der directe belastingen te Utrecht le afdeeling A. H. de Joncheere, in specteur der directe belastingen aldaar; benoemd met ingang van 1 Mei tot hoofd inspecteur der directe belastingen te Arn hem le afdeeling J. D. Vreede, inspecteur der directe belastingen aldaar; benoemd met ingang van 1 Mei tot hoofd inspecteur der directe belastingen te Gro ningen le afdeeling J. Koldcnhof, inspec teur der directe belastingen aldaar. Benoemd met ingang van 1 Mei tot con troleur der grondbelasting J. Stout, adjunct controleur der grondbelasting te Maastricht en is hij toegevoegd aan het hoofd van do controle aldaar; benoemd met ingang van 1 Mei tot contro leur der grondbelasting, H. O. Willemeen, adjunct-controleur der grondbelasting te Zwolle en is hij toegevoegd aan het hoofd van de controle aldaar; is benoemd tot adjunct controleur van de grondbelasting te Groningen L. J. in 't Veld, surnumerair der grondbelasting te Rotter dam; benoemd met ingang van 1 Mei tot ad junct-controleur van den waarborg en de belasting der gouden en zilveren werken te 's-Gravenhage F. Verhage, surnumerair bij dien tak van dienst aldaar. VERKOOP VAN HUURKOOPARTIKELEN. Het O.M. bij de Haarlemsche rechtbank eischte tegen den 25-jarigen J. T., die ver schillende artikelen, welke hij in huurkoop had na enkele afbetalingen weer had ver kocht, een gevangenisstraf van één jaar en zes maanden. VEREENVOUDIGDE SPELLING. Naar de Vereeniging tot vereenvoudiging van onze spelling mededeelt, hebben 25 hoogleeraren, die de vereenvoudigde spel ling toepassen, zich gewend tot hun ambt- genooten in Nederland om hen op te wek ken, tot de practijk van die spelling over te gaan, èn voor particulier gebruik èn in pu blicaties. DIEFSTALLEN AAN DEN LINKER MAASOEVER. Thans 7 personen in voor- loopige bowaring. Rotterdam, 16 April. In verband met de reeks van inbraken, die in den laatsten tijd aan den Linker Maasoever te Rotter dam zijn gepleegd, zijn alsnog aangehou den twee negentienjarige werkloozen, de loodgieter H. v. d. V., en de winkelbediende C. R. Zij zijn naar het buis van bewaring overgebracht. In verband met deze inbra ken zitten thans zeven personen in voor- loopige bewaring, terwijl van drio andere de aanhouding zal volgen Gebleken is, dat deze jongemannen zich in een 6chuur, waarin zich onder den grond een berg plaats voor gestolen goederen bevond, ook geregeld bezig hielden met hazardspel. De H.T.M. tot schadevers goeding veroordeeld 's-G ravenhage, 16 April. Men zal zich herinneren, dat de Haagsche rechtbank op 16 Maart j.l. de procedure behandelde tus schen do A.V.R.O, en de Haagscho Tram- wogmaatschoppij inzake de niet-nakoming van de overeenkomst door de II.T.M. tot plaatsing van A.V.R O.-vlaggen aan de beugels barer motorwagens in de dagen, voorafgaande aan en op den dag van do A.V.R.O.-meeting op 6 September j.l. Do overeenkomst tijdens vaoantie \ftn den H.T.M.-directeur door den onder-directeur aangegaan op 28 Augustus werd op 2 Sep tember door den directeur verbroken, daar de H.T.M. zich geen partij wilde stellen in het conflict tusschen A V.R.O. en minis ter van waterstaat, hetgeen naar de mee ning van den directeur het geval zou zijn geweest indien de overeenkomst ware nage komen. De H.T.M. bood schadevergoeding tot oen bedrag van 100 aan, n.l. de koopsom der 200 beugel vlaggen. De A.V.R.O. eischte daarenboven 6000 wegens gemis van propaganda. Voor de A.V.R.O. pleitte mr. J. de Vrieze en voor de H.T.M. mr. Stipriaan Luiscius. Do rechtbank, heden uitspraak doende, verklaarde de overeenkomst ontbonden op grond van wanpraest-atie van de zijde der H.T.M. en veroordeelde de H.T.M. tot 300 schadevergoeding aan de A.V.R.O. en tot bijdrage van 70 in de kosten van het ge ding. KRANKZINNIGENGESTICHTEN TE LEIDEN. Ter benoeming tot buitengewoon genees heer aan de gemeentelijke gestichten voor krankzinnigen, idioten en zenuwlijders te Leiden, Endegcest, Voorgeest en Rhijngeest wordt aanbevolen de heer A. M. van Stipriaan Luiscius, arts, assistent van den hoogleeraar in de psychiatrie aan do Loid- sche universiteit en tot 2den geneesheer aan deze gestichten de heer N. Verwey, arts, assistent in de neurologie aan de Leidsche universiteit, beiden voorloopig voor den tijd van één jaar. B. en W. van Leiden stellen verder den gemeenteraad voor den heer A. M. Blok op zijn verzoek met ingang van 1 Juni a.s. eer vol ontslag te verleenen als buitengewoon geneesheer aan deze gestichten. ORANJE NASSAU-MUSEUM. Wijlen de heer mr. A. J. A. E. Bik, voor zitter van het 0ranje-Nassau-Mu6eum, heeft aan deze stichting een legaat van 10.000 vermaakt. SIR HENRI DETERDING. 's Gravenhage, 16 April. Gemeld wordt dat Sir Henri Deterding hedenoch tend in Hotel Wittebrug i6 afgestapt. De weg tot volmaking en tot vooruitgang is voortdurende zelfcritiek. BöCKLIN. Uit het Engelsch door J. S. FLETSCHER. 40 Hij legde zijn geweer in het gras en na derde buiten bereik van zijn wapen, alsof hij de oprechtheid van zijn woorden wiidc bevestigen. En weer glimlachte hij „Wat is er hier te doen?" vroeg hij. „Er schijnen vreemde dingen op dit eiland te gebeuren. Wees voorzichtig met dat wapen van jou, jongmensch!Dat zijn geen dm gen om mede te spelen!" Ik stak de revolver weer in mijn zak en uitte een zucht van verlichting. ..Vreemde dingen!" riep ik uit. „Dat ge loof ik, en vreemder dan u denkt. U komt van het stoomschip, dat aan de Zuidkusi ligt, niet waar? Wilt u mij zeggen dit meisje en ik zijn hier alleen waarom u aan wal kwam?" Starend van Pepita naar mij, haalde hij langzaam zijn pijp en tabakszak voor den dag en vulde de een uit den ander. Hij deed dat op zijn geraak, stak een lucifer aan en nadat hij eenige rookwolkjes had uitgebla zen, begon hij te spreken. „Vertel mij eerst eens, wat jullie hier uit voert. Ik durf er een eed op te doen, dat je hier niet kwam voor een buitonpartijtje!' Ik aarzelde. Echter niet lang er was iets in mij, dat me het gevoel gaf, dat wie hij ook zijn mocht en wat hij ook depd, ik openhartig met hem kon spreken. „Ik zal het u zeggen. Wij werden ont voerd." Hij toonde geen verbazing. Hij knikt-3 twee of drie malen met zijn hoofd, alsof hij Ms gehoord had, dat hij verwachtte te h >o- ren. „Van den vasten wal?" vroeg hij, kortaf „Als u het wilt weten, uit het hui3 de „Shooting Star" in Wreddleshara." Weer knikte hij alsof hij er alles var» begreep. „Zoo, zoo", zei hij rustig. „Dan vermoed ik, dat jij je bemoeidemisschien toeval lig... met zaken, waarbij je tegenwoordig heid minder gewenscht was?" „Daar gaat het juist om", antwoordde ik „Toch ,.Ze hebben je meegenomen, zoodat je nlei kon klikken, hè?" viel hij met een grijns lach in de rede. „Waarachtig! Dat snap ik! En van de „Shooting Star"? Dan ken je Getch natuurlijk?" Ik wierp hem een blik toe, die een bedoe ling had, die hij niet begreep. „Ja!" antwoordde ik. „En mogelijk kent u een vriend van hem een soort compagnon Krevin?" ging hij voort. „Een groote kerel!" „Ja, die ken ik." „Weet u waar die nu zijn? Ik houd het er voor, dat Getch je hier bracht en ik veron derstel, dat Krevin bij hem was. Waar is Getch?" „Dat zal Ik u zeggen! Hij ligt daar eea dertig meter verder, aan den anderen kant van de ruïnes... dood!" Hij toonde niet de minste verwondering, hij nam mij alleen nauwkeuriger op en herhaalde mijn laatste woord, vragend. „Dood?" „Doodgestoken!" antwoordde ik. „Dat moet vannacht gebeurd zijn. Ik vond hem vanmorgen, hij was toen al koud." Hij bleef mij aanstaren, toen knikte hij. „Zoo, zoo!" zeide hij in gepeins. „Nu, wat Getch betreft, dat is een nieuwtje, dat de genen, die hem kennen niet zal verbazen Getch was een raar soort mensch. Dood!... hum. Maar waar is Krevin? Want ik ver moed, dat hij niet bij jullie hoort." „Ik weet niet, waar hij is. Hij was van morgen in den toren; daar lieten wij hem achter. Hij zond ons uit om naar eep in lander te kijken, die ergens op het eiland is en hem nazit." „Hem?" vroeg hij. „Een inlander?" „Een Hindoe. Het is mogelijk, dat hij Getch gedood heeft... ik weet het niet. Hoe het ook zij, Krevin heeft den toren verla ten en ik geloof, dat die Hindoe hem na- sluipt. Ik dacht, dat Krevin ergens aan de Zuidkust zou zijn... ik meende, dat het re volverschot, dat ik hoorde, door hem werd gelosteenigen tijd geleden." „Wij hoorden dat aan boord", merkte hij op. „En wij kwamen met onze boot aan wal, maar hoorden niets en zagen niets." „Ik denk, dat hij zich verbergt in de een of andere grot en dat de Hindoe hem in de gaten heeft. De Hindoe ging dien weg op. Ik zag hem door de heide gaanHij draagt een gekleurden tulband en was daardoor gemakkelijk te volgen." „Waarom zit die Hindoe Krevin achterna? En waarom zou hij Getch vermoord heb ben?" „Dat weet ik niet. Dat houdt alles verband met een geheimzinnige zaak. Wat ik wel weet is, dat Krevin hier vandaan wil on dat hij mij heeft gezegd, dat Getch gezorgd heeft voor een schip, dat hem hier zou komen halen. Dat is uw schip, vermoed ik!" Hij antwoordde daarop niet. Een oogen- blik was hij diep in gedachten verzonken. Plotseling keek hij beurtelings de een en dan weer den ander aan. „Waar hoor jullie thuis? Ergens hier op den vasten wal?" „Middlebourne.recht tegenover dit eiland Kent u het?" „Van mijn leven nooit geweest. Ik heb er wel van gehoord uit de kranten, hoewel ik in de laatste dagen geen krant heb gezien. Daar vonden ze, geloof ik, een man vastge bonden aan een galg.... Sol Cousins was zijn naam, is 't niet?" „Ja „Had dat iets te maken met dit hier?" vroeg hij. „Die geschiedenis met dien Hin doe en Getch doodgestoken en jullie hier ge bracht en zoo voort, had dat er allemaal mee te maken?"' „Ik zou zeggen van wel!" Hij dacht een oogenblik na en ging toen naar zijn geweer, alsof hij het wilde opne men. „Ik ben niet van plan mij met dat soort zaakjes te bemoeien, jongenheer. Ik kwam hier naar aanleiding van een brief van Getch, waarin hij vroeg om Krevin mee te nemen en misschien hem zelf ook. En om dat Getch dood is en Krevin wordt nageze ten door een bruinen kerel, ga ik verder. Ik ben voor geen geruchtjes vervaard, maar als eerlijk man houd ik niet van die ge heimzinnige dingen en van moordpartijen moet ik niets hebben!" ,U wilt dat meisje en mij toch niet hier De Spaansche gezant te Den Haag zal vermoedelijk ontslag verzoeken 's-G ravenhage. In oen onderhoud met den Spaan6cben zaakgelastigde die bij af wezigheid van den gezant de leiding heeft der Spaansche legatie in den Haag, ver klaarde hij ons royalist te zijn en aan de nieuwe regeering telegrafisch ontheffing uit zijn functie te hebben gevraagd, welke ver leend is. Voorts deelde bij mede, dat volgens het laatste rfficieele telegram van graaf Romanones de Koning geen afstand heeft gedaan doch Madrid heeft verlaten om bur geroorlog to voorkomen. Waarschijnlijk mag worden geacht, dot de thans afwezige Spaansche gezant die overtuigd monarchist is, ontheffing uil zijn functie zal verzoeken. OM EEN VROUW Tweo mannen vechten het pleit ln een sloot uit. Voor do rechtbank to Leeuwarden stond terecht een 45-jarig machinist uit Franc- kor wegens doodslag gepleegd op E. Wijn gaarden te Beetgum. Tusschen Wijngaarden en verdachtes vrouw bestond een verhouding, hetgeen reeds eenige malen tot twist tusschen bei de mannen aanleiding bad gegeven. In den ochtend van 5 Maart ging verdachte de deur uit om Wijngaarden, die met zijn melk- auto voorbij het tramstation moest komen, te spreken. Op den Schalsumerweg had dit gesprek plaats, dat al spoedig in een vechtpartij overging, waarbij beide man nen in de 6loot terecht kwamen. Enkelo mcnschen, die deze vechtpartij op een af stand hadden gehoord, snelden toe en »a- gen een der beide mannen, den verdachte, weer den wal opkomen. Zoodra hy op den wal was, gooide hij zijn jas uit en reed in een snel tempo op de fiets weg in de rich ting van de stad. De verdachte gaf zich la ter zelf bij de politie aan. Voor do recht bank deed hij het voorkomen uit noodweer gehandeld to hebben. Wijngaarden was sterker dan hij en had den eersten klap gegeven. Toen Wijngaarden in de sloot lag heeft verdachte hem vastgehouden uit vrees dat hij anders zelf het slachtoffer zou worden. Verscheiden getuigen schetsten den ver dachte als een vreedzaam man. Het O.M. vorderde acht maanden gevan genisstraf. (HblrtJ FRAUDEERENDE CONDUCTEURS De Arnhemsche rechtbank heeft uit spraak gedaan in de zaak tegen twee chauffeurs van de StroomtrammiJ. Zut- phen—Emmerik, dio zich gelden haddon toegeëigend welke zij uit de opbrengst van passagiersbiljetten achterhielden. Zij ver- valöchtcn de inkomsten-staten en wisten zoo een jaar lang de fraude voort te zetten. De rechtbank veroordeelde ieder dor ver dachten tot een voorwaardelijke gevange nisstraf van zes maanden met een proef tijd van drie jaar. Specialiteit in BOTERSPRITS AMERSFOORTSCHE JANHAGEL Groote sorteering luxe doozen. laten om ook vermoord te worden!" riep ik uit. Hij wachtte een oogenblik. „Denk je dat daarvoor kans is? Zeg een9 eerlijk?" „Dat geloof ik zeker, of in ieder geval denk eens aan onzen toestand! Er komt nooit iemand op dit eiland!" „Dat weet ik heel goed. Daarin heb je gelijk/' „Onze familie heeft geen flauw idee waar we zijn en wij zijn hier totaal weerloos." „Niet met je wapen!" viel hij in de rede. „Ze kunnen ons overvallen. En ook heb ben we niets te eten of te drinken. Getch en Krevin namen voedsel en drank mee naar den toren, maar alles is verbrand door den Hindoe of door Krevin. Kunt u ons niet meenemen? Kijk eens naar haar! Denk eens aan Hij keek naar Pepita. Ln Pepita teek naar hem. Zij deed meer... zij hief haar handen op en keek hem met haar donkere oogen smeekend aan. „Toe, al3 't u blieft, neem ons mee!" riep zij uit „Als 't u blieft!" Ik zag, dat hij geroerd was. Hij knikte haar bemoedigend toe. „Ja, ja, juffie!" zeide hij. „Ja zeker, ik ben niet onwillig.. ik ben een weekhar tig man, dat ben ik; zoo is nu eenmaal mijn karakter en daaronder heb ik dikwijls ge leden. Maar de kwestie is... hoe moeten wc dat aanpakken?" „Hoe riep ik uit. „Dat is toch niet zoo lastig. Kunt u ons niet meenemen en in Kingshaven aan wal zetten?" Hij keek mij veelbeteekenend aan. (Wordt vervolgd).

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1931 | | pagina 5