AMERSFOORTSCH DAGBLAD.
DE LENTE IN HUIS.
„Laat de bloemen uw tolk zijn", Ja,
dat is goed eD wel, maar afgesneden
bloemen verwelken spoedig en zijn
bovendien nog duur ook. Hoe moeten
wij dan echter onze leege vazen en
schalen vullen en ons huis, ons raam,
onzen tafel opvroolijken?
Op een glazen schaal leggen wij
een laagje goed natgemaakte watten,
waarover wij een handvol linzen uit
den wintervoorraad strooien. Er
gaat een papier overheen dat op den
derden dag wordt verwildert. Dan zijn
er al kleine stengeltjes uitgesproten
met snoezige blaadjes. Vijf of zes
weken lang zullen de plantjes een
da<*e!ijksche vreugde zijn.
De vazen kunnen wi| vullen met
enkele, desnoods kale takken van een
willekeurige boom of struik. Eiken dag
wordt het water in de vazen ver
nieuwd en leggen wij de takken een
uur lang geheel in het water. In de
warme kamer zullen de takken dan
na betrekkelijk korten tijd uitloopen
en zonder veel onkosten heeft men de
'.ente in huisl
EEN MODERNE MANTEL.
Een moderne mantel moet aan drie
.eischen voldoen. Hij heeft een af
neembare bonten kraag Hij ziet er
oppervlakkig bekeken uit als een
japon. Hij wordt aan deu zijkant dicht
geknoopt.
DE ZUCHT TOT TEGENSPREKEN.
Sommige kinderen hebben een uit
gesproken neiging om altijd tegen te
spreken, altijd met een „maar" te
komen, wanneer zij iets moeten doen,
e.d. Gewoonlijk maakt deze trek zich
reeds op jeugdigen leeftijd kenbaar
en wanneer de opvoeder er niets
tegen doet, kan er een karakterfout
uit groeien, die ook na het volwassen
worden niet verdwijnt. De zucht tot
tegenspreken kan ontstaan door twee
redenen. Wanneer de tegenwerpingen
slechts ten doel hebben, opheldering
te vragen over de reden, waarom iets
gedaan moet worden, is er niets tegen.
Uit paedagogisch oogpunt is het zelfs
verstandig, nooit een bevel te geven
zonder de beweeg!eden daartoe te
verklaren en, al naar den leeftijd van
het kind, begrijpelijk te maken. Een
kind is geen willooze machine, doch
een denkend wezen. Het moet wor
den opgevoed tot gehoorzaamheid,
niet tot slaalsche onderworpenheid.
Eerst* wanneer blijkt, dat het kind
met een redelijke verklaring geen ge
noegen neemt en zich door zijn zucht
om tegen te spreken en te argumen
teeren laat beheersohen. late men het
ouderlijk gezag ten volle gelden, en
eische men allereerst blinde gehoor
zaamheid. Het mag daarbij echter met
blijven: na de uitvoering van het be
vel moet alsnog een verklaring vol
gen. Blinde gehoorzaamheid is op
zichzelf altijd af te keuren, doch men
moet er weieens zijn toevlucht toe
nemen om te voorkomen dat het kind
zich ontwikkeld tot een een queru
lant.
De tweede oorzaak van de zucht
tot tegenspreken is heel eenvoudig
koppigheid. Aan den toon van het
kind kan men gemakkelijk hooren,
welke der beide oorzaken aanwezig
is. Nu kan koppigheid worden om
gezet in vastberadenheid en wils
kracht, doch daarvoor moet de op
voeder zeer veel zelfbeneersching en
tact hebben. Ongetwijfeld heeft zoo n
kind wilskracht en gevoel van eigen
waarde en kan het opgroeien tot een
flink, zelfstandig en oprecht mensch,
die zich niet door moeilijkheden van
zijn weg laat afbrengen. Het kind moet
leeren, wie de baas is en daarom moet
men rustig, doch onwrikbaar aan den
eenmaal gestelden eisch vasthouden.
Men dient echter in die eischen altijd
redelijk te blijven en te voorkomen,
dat met de koppigheid van het kind
ook zijn wilskracht gebroken wordt.
ACCESSOIRES.
Bijna alle Parijsche couturiers ver
vangen de juweeien door bloemgarni-
turen. Bij verschillende namiddag- en
avondjaponnen worden kettingen ge
dragen, die één bloemenkrans zijn,
hetzij van kunstbloemen, die van
katoen of chiffon in de kleur der japon
gemaakt worden, hetzij van gesterili
seerde echte bloemen. Ze zijn van
voren iets breeder dan van achteren
en worden vooral door Lelong gelan
ceerd.
August Bernard liet bij den avond
japon van het zoo populaire witte
chiffon met rose wilde rozen om de
armsgaten en onderaan de tuniek, een
waaier dragen, die met dezelfde rozen
was bezet. Het meeste succes bad
echter een ketting van platte ge-
styleerde rozen van parelmoer met
zilveren hartjes. Wij zagen ook ver
schillende kettingen, waarin groote
bonte kralen werden afgewisseld door
houten kralen, die waren overtrokken
met de stof der japon. Overigens wor
den de kunstbloemen niet alleen ge
dragen bij wijze van halsketting, doch
ook langs de halsuitsnijding en eigen
lijk overal waar men wil; zij ver
eenigen zich soms tot groote bouquet-
ten aan de taille en ter hoogte van de
knie. Ze zijn wel een van de meest
populaire garneeringen van de avond
mode geworden.
Handschoenen.
Avonds worden nog altijd veel
handschoenen gedragen. Zij worden
in één kleur gehouden en slechts bij
uitzondering met borduurwerk of
kralen versierd. Zij zijn echter lang
met wijd uitloopende kappen en zijn
dikwijls ingerimpeld of van ruches
voorzien. Naast zuiver wit en blauw
wit zijn vleeschkleur en heel licht
blauw de meest gedragen kleuren in
glacé handschoenen. Tusschen twee
haakjes: de couturiers begunstigen de
RIJKE EN ARME VROUWEN-
HANDEN.
De hand, die den bezem han-
Jeert, kan het beste liefkoo-
zrcn. Goethe.
Geef taif je blanke handje, zingt een
klankfilm-attist in het voornaamste
liedje van oen zijner creaties. Maar
de produceiqt had hem meer op zijn
vingers moeiten kijken, want het lied
je had geen succes. Het meisje, dat
haar blanke hpndje moest geven, was
een boerendochter uit Stiermarken
en blijkbaar heeft niemand bedacht,
dat haar handje wel niet blank zou
zijn en zelfs niet buitengewoon zacht.
Maar de dichters blijven nu eenmaal
bij hun oude Uitdrukkingen. Soms
hindert dat niet, het kersroode mond
je is er misschien nog wel wat rooder
op geworden. Het weeke, ziekelijk-
blanke handje is echter een hand ge
worden, die van aatnpakken weet. En
ik geloof niet, dat wij het aardige,
nuttelooze handje behoeven te be
treuren.
Het zachte, blanke handje is in alle
eeuwen maar bij een zeer klein ge
deelte der vrouwen voorgekomen.
Dat feit is niet zoo belangrijk als het
ideaal, waar alle vrouwen toch naaf
streefden. En dat ideaal was zoo'n
handje. In de middeleeuwsche liede
ren werden die handjes bezongen, ter
wijl in een roman uit de vorige eeuw,
waarin de heldin als gewoonlijk van
glacé handschoenen op het oogenblik
veel meer dan in den afgekiopen win
ter. Soms zijn de handschoenen van
gekleurd leer, voorzien van kanten
incrustaties of bezet met steentes,
doch gewoonlijk wordt het effect uit
sluitend door het mooie materiaal ver
kregen. Naast leer wordt ook zijde In
verschillende pastelkleuren voor lange
avondhandschoenen gebruikt en men
ziet veel handschoenen dragen van de
stof der japon.
De mofl
Ardanse laat bij enkele namiddag-
jblauw) en 5 Lire (donkergrijs),
japonnen inplaats van een handtaschje
een mof dragen; er komen twee sple
ten in voor, waardoor lange slippen
van gebloemde, chiffon of kant kun
nen worden gehaald, dan wel een
grooten zakdoek van chiffon. Zoo n
mof is practisch, omdat men hem bij
verschillende toiletten zou kunnen
dragen. Lanvin vervangt de avond-
taschjes door moffen van chiffon of
tafzijde, die bij de japon passen. Zij
kunnen op den arm worden geschoven,
wanneer men de hand vrij wil hebben
en doen dan denken aan de pofmou
wen, die wij telkens weer zien
verschijnen, den laatsten tijd voor
namelijk aan den onderarm, maar die
zich toch niet in de gunst van het
publiek schijnen te verheugen.
Zakdoeken.
Vionnet lanceert witte chiffon
avondzakdoeken, bedrukt met ronde
ballen ter grootte van een gulden in
pastelkleuren. Zij zijn groot en af
gezet met geschulpte en gefestonneer
de randen.
Bij de mouwlooze japonnen met de
zeer hooge taille ziet men dikwijls
linten als ceintuur gedragen; zij heb
ben lange afhangende einden, die
soms tot op den grond reiken.
Het nieuwste snufje om aan de
vrouwelijke ijdelheid tegemoet te
komen is een klein zakspiegeltje met
een miniatuur gloeilampje, waarbij
men zichzelf dus in het donker, bijv.
in de bioscoop kan bekijken.
top tot leen werd beschreven, even
eens uitvoerig gesproken werd over
haar handjes, die zoo klein waren, met
teere vingertjes, een fluweelzachte
huid, leliënblank van k'eur, en zelfs
met kuiltjes. Dat was dus eeuwenlang
het eenigc ideaal En daaruit kunnen
wij opmaken, wat het ideaal van de
vrouw in het algemeen was. Dat was
een lief, nutteloos schepseltje, uitslui
tend bestemd voor het genoegen van
den man, dikwijls zwak en soms zelfs
ziekelijk, behoefte hebbend aan be
scherming; geestelijk en in alle op
zichten onzelfstandig, niet alleen ge
wrongen in haar gewone keurslijf,
maar ook in het keurslijf van een we
reldbeschouwing, die de vrouw een
zeer eigenaardige plaats toekende.
Het werkelijke zuivere gevoel zal
zich tot deze handjes en de daarbij
behoorende vrouw wel nooit aange
trokken hebben gevoeld. Albrecht
Durer zou de vereelte, afgewerkte
handen van zijn moeder wel niet ver
eeuwigd hebben, als hi- er niet met
zijn geheele hart aan gehecht was ge
weest en de ziel gekend had, die eruit
sprak. En Goethe, die toch over een
gezonden poëtischen aard en gezond
oordeel beschikte, drukte zijn oordeel
nogal kras uit: de hand, die den be
zem hanteert, kan het beste liefkoo-
zen. En zachte, witte handjes han
teerden geen bezems, want als zij dat
deden, zouden zij al gauw een zeer
natuurlijken vorm aannemen. Dal
hebben wij wel gezien bij het opko
men van de sport.
Die handjes bestaan nu niet meer.
En die verandering is zeker niet al
leen een gevolg van de mode. Hetzelf
de gezonde gevoel, dat wij reeds bij
Durer en Goethe waargenomen heb
ben, is nu algemeen geworden. De
dichters, die het verst van de werke
lijkheid afstaan, zijn het langste ach
tergebleven en zelfs nu is er nog wel
een enkele aanbidder van het oude
ideaal onder.
De schilders en teekenaars hebben
het onnatuurlijke ervan gauw genoeg
doorvoeld. Toen zij niet langer vrien
delijke, glimlachende portretten
maakten, doch de persoonlijkheid der
menschen in het portret vastlegden,
zagen zij ook in, dat de hand even
goed een spiegel van het karakter is
als het gezicht. Zij beseften de karak
terloosheid van die nuttelooze blanke
handjes en schilderden ze niet meer,
omdat de onpersoonlijke vrouwen, die
die handjes hadden, niet meer popu
lair waren. Nu schildert men alleen
die modellen, die men geen onbedui
dendheid kan verwijten: Nu schildert
men soms niets anders dan een hand,
die meer dan iets anders energie, gra
cieus bezig zijn of hard werken ver
raadt. Men kreeg het ideaal van de
„bezielde" hand onder de schilders,
voordat de overgroole meerderheid
der vrouwen bereid v/as, dat ideaal
ook na te gaan stre,ven. Want daartoe
kwamen de vrouwen pas noodge
dwongen, toen niet alleen alle beroe
pen voor hen opengesteld werden,
zoodat zij werken konden, maar ook
de nood der tijden maakte, dat zij
werken moesten. Bovendien gingen
toen ook de vrouwen aan sport doen,
omdat de ontwikkeling van het
lichaam niet langer een leus, maar
een noodzakelijkheid geworden was.
En ze kwamen heelemaal tot andere
gedachten, toen ook de mannen zich
een ander ideaal van de vrouw s;oor
oogen stelden en inplaats van aan
vrouwtjes de voorkeur gaven aan
vrouwen en de levensgezellin hooger
aansloegen dan het weelde-speelgoed.
Toen hadden de vrouwen een
zwaren strijd te strijden, want zij
moesten het oude vooroordeel over
winnen, dat werken de schoonheid
MODERNE BIJOUX.
U heeft al wel gehoord, dat de veel
juweeien gedragen worden Er is een
zekere neiging, om bij gala-toiletteu
iuist heel weinig juweeien te dragen
een neiging die door vele couturiers
wordt aangemoedigd, omdat dan de
aandacht meer op de japon valt Maar
bij alle andere japonnen, zelfs bij de
zeer gekleede namiddagjapornen, zijn
juweeien onmisbaar. Op het oogen
blik worden vooral halfedelsteenen
gedragen: onyx, chrysophraas, chalce
don, kornalijn en amothys». Zij worden
slechts zelden in goud ge^at; gewoon
lijk geeft men den voorkeur aan zilver
en soms aan platina. Het voornaam te
is niet de steen op zichzelf, maar de
wijze waarop hij tot een bijou ver
werkt is. Op bijgaand plaatje vindt u
e enpaar voorbeelden van de stijl die
men op het oogenblik hte meest ziet
dragen.
DRIE MODERNE TASSCHEN.
Het wordt weer eens tijd, een nieuwe
tasch te nemen. Er worden op het
oogenblik zelfs witte tasschen verkocht,
omdat er zooveel wit wordt gedragen,
al of niet in combinatie met een kleur.
De praktische kleuren zijn nog altijd
zwart, bruin en donkerblauw. Voor de
voering wordt moiré gebruikt in de
kleur van de tasch; het is ook aan te
arden, tasschen met flinke groote
beursjes en spiegeltjes te nemen. De
meest gewilde leersoorten zijn patent-
leer, dof kalfsleer, zeehondenleer en
aligatorleer. De sluitingen zijn dikwijls
zeer origineel, zooals men op ohze
plaatjes kan zien.
benadeelt. Het ging erom, een ander
ideaal van schoonheid te knjgen.
Zoo moesten zij zich het eene na het
andere ontzeggen. c,erst de „kleinste"
maat handschoenen, waar grootmoe
der zoo trotsch op was Toen de flu
weelzachte blankheid, die niet te be
houden is, wanneer de spieren zich
beginnen te ontwikkelen. Hier wer-*
de strijd met alle middelen gevoerd
en de cosmetische industrie bloeide.
Men beloofde de werkende vrouw
handen die alle kenmerken hadden
van werkelooze handen Legio won-
derzalfjes werden verkecht, om niet
te spreken van de handschoenen, die
men 's nachts moest aantrekken om
de volgenden morgen weer het oude
ideaal verwezenlijkt te zien. Er kwa
men toestelletjes op de markt om Oe
vingers spits te maken en gummi vin
gerhoeden om de nagels te sparen
en massage-zwachtels, die de spieren
onzichtbaar moesten houden en zelfs
een toestelletje om „behoorlijke kuil
tjes op dameshanden kunstmatig te
vormen."
Gelukkig is de moderne vrouwen
hand overwinnend uii dezen strijd te
voorschijn gekomen. De handen zi;n
niet alle gelijk en een bepaald ty. e
heeft niet langer de „voorkeur". Door
werk en sport komi de oorspronke
lijke aanleg der handen tot ontwik
keling. En eigenlijk i. zoo n ontwik
kelde hand altijd mooi onverschillig
of zij haar vorming aan hard werk of
aan de sport te danken heeft. Ten
minste, zij is mooi, als men ze ver
zorgt. Men moet ze niet verzorgen
om de sporen van den arbeid te ver
wijderen, maar wel o n de door het
werk verkregen voin, in hygiënisch
en aesthetisch opzicht te volmaken.